Rechtzaken
Reclame-Mededeelingen.
Land- en Taiinbouw.
Uit onze Partij.
Binnenland.
Buitenland.
Verknopingen
Marktberichten.
40 cent per regel.
Zoo kreeg 't Calvinisme zijn invloed ook.
Immers, in de zestiende eeuw en 't hiéld
dien twee eeuwen lang.
Zoo kwam 't bolsjewisme er óók.
Zoo kon 't óók gaan met de S.D.A.P.
Waarlijk, Troelstra joeg geen hersenschim
na in 19181
Thans spotlacht men er vaak mee.
En men vergeet't water stond toen door
plotséiingeh aanwas en sterken dooi vlak aan
de kruin van slappe, doorweekte, zwakke dij*
ken en God alleen weet, of 't niet misschien
de kwesiie van één half etmaal is geweest en
de gansche, roode stortvloed zou, wie weet
voor hoelang 1 over ons vaderland zijn uit*
gegoten geweest
Dat vergéét het gros van ons volk.
Wijl het niet van historie houdt.
En graantjes pikt van*den=dag.
Echter, de gelegenheid voor een reuze*
sprong komt zelden meer dan één keer in een
eeuw
En nu was Troelstra ook hierin staatsman,
dat hij nóóit in zijn actueele, politieke
leven ook maar één oogenblik de mogelijk*
heid eener «revolutionaire situatie« uit het
oog verliezende steeds lette op dien ande»
ren open weg versterl ing van zijn leger door
andere, democratische arbeiders.
Wat kan op tweeërlei wijs
't Zij door .ze van binnen en van buiten
goed rood, waschecht 1 te kleuren.
Door »assimilatie« dus.
Dat valt evenwel niet mee.
't Kan echter ook vluggerdoor n.l. een
democratische splijtbeitel te wrikken in 't
lichaam van andere partijen en zoo bepaalde
stukken los te maken en in verband en in
bónd te zetten met de eigen socialistische partij.
Daarvoor is vroeger vaak het oog op óns
geslagen.
Elk, die meeleeft, weet het.
Doch dat viel niet mee 't zou bovendien
bij óns toch maar een klein smaldeel gegolden
hebben, al ware 't geluktthans is 't
oog op Rome geslagen.
Daar hóópt men op succes.
En als mejuffrouw Socialistica haar aller
zoetsten droom droomt, dan ziet ze primo
een democratischen roomschen »vleugel« op
haar bord gelegd, maar dan ziet ze boven*
dien kennende den sterken eenheidsdrang
onder de katholieken het hêéle roomsche
kippetje op haar bord
En het water komt haar in den mond
«Eindelijkzucht ze in haar slaap.
En dan heb ik voorts verstandige menschen
gezien verstandige patroons en verstandige
arbeiders
En wel in het typografenvak.
Dat der zetters, drukkers enz.
Naast de diamantbewerkers, die dan nog
in één enkele stad zijn geconcentreerd, ken
in geen vak, waar het kwam tot zoo straffe
en stevige organisatie als dat der typografen.
En nu nadert 1 Januari '25.
Dan vervalt het «collectief contract« zou
't wéér strijd en strubbel en slachtoffers geven,
als voorheen wel 't geval is geweest?
Tijdig kwamen de afgevaardigden bijeen.
En nu ben ik een buitenstaander en onin*
gewijde, dat stel ik op den voorgrond, maar
ik kreeg den indruk, dat de onderhandelingen
gevoerd zijn, van weerskanten, onder den
drang der zoo juiste gedachteWij hebben
tenslotte elkander noodig en éér het tot strijd
komen mochtmoeten wij ons tienmaal,
van wéérskanten 1 bedenken over de vraag óf
het verschil werkelijk de moeite en kosten
van den strijd waard is.
En zoo begréép men elkaar.
En zoo vond men elkaar.
De gezellen moeten vanwege de tijdsom*
standigheden en de malaise in het vak, iets
lager in den boom dalen, maar zij zagen in
dat vermeerdering van werk vermindering
van werkeloozen hrengen kan En de patroons
begrepen, dat zij aan een vrijwillig aangegaan
contract méér hebben dan aan een onder*
werpen na heftigen strijd.
Er was een stem in mij,
Maar dat is niet de schuld der gezellen,
doch van Stenhuis den Geweldige, die zich
wat al te zeer in de kaart heeft laten kijken,
er was een stem in mij, die vroeg of er ook
altemet tactiek onder school, en óf soms niet
de moderne typografen een wenk gekregen
hadden, om als niet de minst betaalde arbei*
ders in de verdienste te blijven, opdat straks
mee door hün steun elders op 't economisch
terrein de strijd kan worden aangeboden
Maar ik verwierp die gedachte weer snel.
Ik wil van mijn naaste zoo lang mogelijk
het beste denken, niet slechts van de christen*
typografen, die zich stellig niet tot zoo iets
zouden leenen, maar ook van de anderen.
En daarom mijn conclusie
De zaak van het Collectief Contract heeft,
onopgemerkt, een mooie overwinning behaald
en daarover verheug ik mij als antirevolutio*
nair, omdat ik in dat C. C. een gezonde ont*
wikkeling der arbeidersbeweging zie.
UITKIJK.
Wat elke maand te doen geeft.
(2e helft December)
Nadruk verboden.
Onverwachts begon het te winteren en kwa*
men allen in de weer om van het knolgroen
te redden wat er te redden was. Men heeft er
lang van kunnen voederen eenige weken
langer of korter in deze is van veel belang
voor den veeboer op het zand. De knollen-
teelt biedt altoos groote onzekerheid. Gaat
het in November reeds sterk vriezen, dan kan
de oogst verloren zijn. Men plukt, wanneer
vorst verwacht wordt, het »gruin« voor eenige
dagen vooruit en zet het op hoopjes op 't
land, die men, als het gaat vriezen, met wat
stroo dekt. Bij »gruin«*voeding moet er echter
steeds aan gedacht worden, dat het niet alleen
schoon moet zijn, maar ook droog en verwelkt.
In Vlaanderen kuilt men de groote knollen
bij de boerderij in, zelfs 't groot met de ploeg
de knollen worden naast elkaar gelegd in de
voor, en met de aarde uit de volgende voor
gedekt. Bij vorst dekt men met stroo. Ook
worden de knollen wel, als de oogst zeer groot
is, ingekuild, en dit geschiedt met succes in
een kuil van 1 M. diepteals namelijk de
stand van het grondwater dit toelaat. Op den
bodem van den kuil komt stroo of ruigte de
knollen worden met een S*vormig ijzer stuk
gestoken en met een houtblok vast in een
gestampt. De hoop komt ook boven den grond,
hij wordt eerst met stroo en vervolgens met
een zodenlaag van V2 WL. ter belasting gedekt.
Aan de kanten wordt hij met aarde aangesloten.
Het zachte winterweer deed in November
de mollen naar boven komen in de weilanden
ziet men honderden molshoopen deze moeten
worden geslecht. Is het weer »los«, dan gaat
men door met mesten en bouwen. Men late
evenwel geen mest aan hoopjes op het land
Staan, dit geeft bij een zachte weersgesteldheid
verlies van de dure stikstof. De mest moet
dus worden uitgespreid. We zijn in de laatste
weken van 't wegvlietende jaar. 't Is nu de
tijd, waartoe de lange avonden vooral ons
gelegenheid geven, om zijn boek op te maken,
Ga na, hoe ge hebt geboerd niet alleen, maar
vooral ook welk onderdeel van uw hedrijf
de winst of schade heeft gebrachtwaarom
de winst niet grooter, het verlies niet kleiner
was. Aldus krijgt ge een juist inzicht in uw
bedrijf en kunt dit mogelijk in uw voordeel
wijzigen.
In den tuin en den boomgaardAls het niet
vriest, kunt ge vruchtbc omen planten. Daartoe
graaft ge breede ondiepe gaten, tenzij, wat nog
beter is, het geheele terrein wordt omgespit
Breed moeten de gaten zijn, opdat de wortels
in alle richtingen zien kunnen verspreiden. En
ondiep omdat de boom zoo hoog mogelijk dient
geplant te worden. Hiertegen wordt nogal
gezondigd velen planten den boom diep en
trappen de aarde stevig aan, teneinde omwaaien
te voorkomen. Juist de diepgeplante boomen
echter waaien het eerst omver. Liefst plant
men met zijn tweeën de een houdt den boom
op de gepaste hoogte, de ander brengt de
fijngemaakte aarde tusschen de wortels, en om
te zorgen, dat dit laatste goed gebeurt, wordt
de boom 2 a 3 maal opgelicht. Daarna vult
men het gat en treedt de aarde stevig aan.
Bij hoogstammige boomen plaatst men een
flinken stok of paal, opdat ze niet te veel van
den wind te lijden zullen hebben men binde
de paal echter niet te vast aan den boom,
want dan zou deze niet met den grond kun*
nen meezakken, doch worden opgehangen.
Hebt ge uw gereedschap behoorlijk opge*
borgende metaaldeelen ontdaan van het
vuil en daarna ingevet Roestige plekken
moeten met petroleum worden afgewreven
gieters worden gemenied. Zet niets weg, dat
stuk is laat het eerst maken, ge zit dan a s.
voorjaar, als het werk weer aanvangt, direct
klaar. De bewaarplaats mag niet vochtig zijn
goed bewaard op een luchtige droge plaats,
gaat het gereedschap lang mee. Rhododendrons
kunnen nu of in 't voorjaar in bloei worden
getrokken. Men neme daartoe de planten,
welke vol knop zijn, plaatst ze in gioote kui*
pen of potten en maakt ze goed vochtig.
Voorloopig worden ze dan in een matig warme
kas ^geplaatst, na een paar weken ongeveer
wat warmer. De aarde moet vochtig blijven,
en de knoppen besproeie men dagelijks tot
ze open gaan. Dan houdt men ze droog en
plaatst ze in de kamerr of serre tot ze uitge*
bloeid zijn; ze verhuizen dan naar den kou*
den bak. Wilt ge van uw Chrysanthemums
lang plezier hebben, houdt ze dan niet daar,
waar gestookt wordt, waar in een vorstvrije
kamer, dicht bij het licht, dus voor het venster.
Geregeld begieten is noodig, anders droogt
de aardkluit uit en is het met de bloemen
spoedig gedaan. Wie aldus handelt en de plan»
ten-in de kamer brengt als de bloemen half
open staan kan ze 3 a 4 weken en langer
goed houden, en er met de Kerstdagen ge*
noegen van hebben.
Over 't water in 't algemeen en ten ops
zichte van het menschelijk lichaam
:s: in 't bizonder.
Als we nu de beteekenis van 't water uit 't
oogpunt der volkshuishouding beschouwen, dan
zien we, dat bij sommige volken 't geheele
bestaan afhangt van al of niet vóldoende water
krijgen. Dit zien wij 't best bij sommige Oos*
tersche volken. De oogsten in Egypte hangen
ten nauwste samen met overvloed of gebrek,
aan Nijl water. De Nijl, zou men kunnen
zeggen, is heel Egypte. Overvloedige aanvoer
van het gebergte, dan ruime overstrooming
van het oeverland, dan water en voeding voor
de veldgewasschen dan rijke oogst te wachten
Dit in vroegere eeuwen zoo, en ook thans
nog. Nu Engeland in den Soedan het Nijl»
water afleidt van Egypte, is Egypte in beroering
en de Egyptische boeren in vertwijfeling, want
daarmede heeft Engeland het land der Pha*
rao's in den hartader getroffen. In Palaestina
daarentegen, een bergachtig land, is en was
men van ouds geheel afhankelijk van den
regen. Om te begrijpen, van welke beteekenis
de vroege en de spade regen was voor den
Joodschen landbouwer, moet men bekend zijn
met het klimaat en de bodemgesteldheid van
dat land. Kwamen deze regens niet op tijd
of in geringe hoeveelheid, dan grijnsde al
dadglijk het Joodsche land het schrikbeeld
van den hongersnood tegen.
Eri 't is zeer goed fe begrijpen, dat de regen
bij -uitstek als een gave Gods beschouwd werd.
Zooals het ten tijde van Elia ging, zoo ging
het herhaaldelijk in dat land. Ook Naomi
moest haar geboortestad Bethlehem (beteekent
Broodhuis) gelegen in een vruchtbare streek,
van het toch over 't algemeen niet zoo bijzon*
der vruchtbare Kanaan,. verlaten wegens een
ontzettende hongersnood in 't Joodsche land,
om al die jaren te leven in 't land der Moa»
bieten. En ook Jacob zond zijn zonen tijdens
een hongersnood naar Egypte, om koren te
koopen voor voedsel voor zich, zijn zonen
en hunne gezinnen. Terwijl onze Flakkeesche
landbouwers voor het bewerken hunner akkers
en 't zaaien en den verderen groei der gewassen
geen overvloedige regens wenschen, was dit
voor den Joodschen boer in Palestina juist
andersom. Hier zijn droge jaren de beste;
ginds beteekenden ze vaak gebrek voor mensch
en vee. Geen wonder dan ook, dat in den
Bijbel de gave van 't water telkens geprezen
wordt en vergeleken bij de gaven van gees»
telijke goederen door Jehova aan Zijn volk
geschonken. Talloos zijn de plaatsen, waarin
aan 't water een beeldspraak in dit opzicht
is ontleend. Bronnen en putten speelden op
't platteland een groote rol in 't dagelijksche
leven der dorpelingen, 's Avonds (daar nog
altijd geheeten «de tijd, dat de putsters uit*
komens verzamelden zich daar de dorpsbe*
woners, om zich te verfrisschen en om kruiken
en kannen uit de put te vullen en naar huis
tenemen. Tal van bekende tooneelenin 'tOude
en Nieuwe Testament spelen zich af bij die
bronnen. Bij een waterput ontmoette Eliëzer
de toekomstige vrouw van de zoon van zijn
meester Abraham en bij een put maakte Jacob
voor 't eerst kennis met zijn latere lievelings*
vrouw Rachel. Bij den put van Sichar rustte
Jezus uit en kreeg te drinken van de Samari*
taansche vrouw. Al deze toestanden zijn zoo
geheel anders dan bij ons, waar we bang zijn
voor 't water en als het een dag regent al
verlangend uitzien naar het eind ervan, en
waar we eeuwen lang moesten en nog moeten
strijden tegen het water als een vijand, om
niet verzwolgen te worden, dat men zich goed
een Oostersch land moet kunnen voorstellen
om dit aPes te begrijpen en wat het voor den
vermoeiden, verhitten, van dorst versmachten*
den reiziger beteekent van iemand aangeboden
te krijgen «alleenlijk een beker water«.
Over de verdere beteekenis van rivieren
voor de huishouding, de scheepvaart, de han*
del enz. in 't leven der volken zullen we maar
niet uitweiden. Vaak oorlogen tusschen volken
gevoerd om 't bezit van rivieren en havens,
zeeën en water vroeger onoverkomelijke schei*
dingsmuren tusschen landen en volken, thans
MOND. ADVIES fl l.<
Alle zaken behandelt het
Bureau voor Rechtskundige Hulp
Haagscheveer 5 (bij Hofplein)
Telefoon 11862 Rotterdam
Kantoor van 10—8 uur. Geen Bijkantoren
deze door de scheepvaart gemakkelijk verbon*
den en thans woeste binnenlanden veeleer
een scheidsmuur.
Denken we ten slotte nog even aan de
beteekenis van 't water in't dagelijksche leven
geheel onmisbaar van 's morgens vroeg tot
's avonds laatin slaapkamer, huisgezin en
keuken, 't Is ongeveer net als met het geld.
Men kan haast niets doen, of het geld komt
er bij te pas. Zoo ook heeft men ieder oogen»
blik water noodig. Zoo als in 't klein, zoo gaat
het ook in de groote maatschappij. In allerlei
fabrieken (b.v. om iets te noemen wat hier
nogal bekend isSuikerfabrieken) is van 't
begin der behandeling van de grondstof tot
het eindproduct water en nog eens water vol»
komen onmisbaar voor het-werk.
Beteekenis uit biologisch oogpunt. (Biologie
is de wetenschap van het levende.) De meeste
planten voor 't grootste deel uit water en zelfs
boomen bergen in hun lichaam nog een aan*
zienlijken watervoorraad. Dat landbouwgewas*
sen na droogte door een malschen regen
zoo sterk gaan groeien, is dus wel duidelijk.
Nemen ze 1 K G. in gewicht toe, dan is daar
van b v. wel 3/4 water. Water is dus allereerst
noodig, als bestanddeel van hun lichaam. Maar
water ook noodig voor de sapbeweging Met
hun bladeren eten de planten n.l. het koolzuur
uit de lucht. Met hun wortels drinken ze en
door hun wortels nemen ze daarbij ook de
minerale bestanddelen uit den bodem op als
kali, ijzer, kalk enz., die ze ook noodig hebben
voor hun groei en de vorming hunner pro*
ducten, (eiwit, zetmeel enz.) Als deze sapbe*
weging van de wortels naar de bladeren en
andere deelen door watergebrek stok of on»
voldoende is, worden de planten slap en ver*
welken. Water en nog eens water, dat is in
de eertste plaats noodig. Er zijn woestenijen
genoeg op aarde, alleen door gebrek aan water.
In Amerika door kunstmatige watertoevoer
zoo'n woestenij in een Paradijs, d.w.z. lusttuin
veranderd. En waar aan den rand der Sahara
putten geslagen worden, daar ontwikkelt zich
onmiddellijk een weelderigen plantengroei.
Beteekenis voor het menschelijk lichaam.
Bij dé voedingsvoordracht reeds gehoord:
dit voor 70 uit water bestaand. Toen reeds
voldoende uiteengezet de beteekenis van 't
water voor de voeding der lichaamsweefsels
en cellen, die ook weer voor 't allergrootste
deel uit water bestaan.
Per etmaal pl.m. 2 L. water uit ons lichaam
urine, zweet, uitwerpselen. Deze hoeveelheid
noodzakelijk aangevuld, anders 't lichaam te
waterarm. Dit ingevoerd in onze voedsels,
(die vaak ook zeer» waterrijk zijn), en als drink»
water eti in genotmiddelen ^koffie, thee, e.d.).
Goed drinkwater voor het goed functionee*
ren van al die weefsels dus voor groot belang.
Proeven bij melkvee gedaan toonden aan, dat
de melkopbrengst door beter drinkwater groo»
ter werd, Van hoeveel te meer dan zorg voor
't drinkwater noodig voor den mensch. Zonder
voldoende watertoevoer zou ook bij ons de
vochtbeweging in ons lichaam ten slotte strem»
men. Voedsel kan men langen tijd missen
(proeven toonden aan, wel enkele weken),
maar water slechts korten tijd Het bloed en
de weefsels zouden te veel ingedikt worden en
de beweging zou ophouden. In 't bloed van
een volwassen man bevinden zich wel 5 mil*
lioen roode bloedcellen per c.M3., dus in 't
geheele bloed (5 L.) 5 x 1.000.000 x 5.000 000
d.w.z. dus 25 biljoen 111 z g. roode bloed*
lichaampjes (om van de milliarden witte bloed*
lichaampjes maar niet te spreken), maar deson»
danks bestaat ons bloed meer voor 't grootste
deel uit water.
Het juiste watergehalte van het bloed door
allerlei inrichtingen in ons lichaam angstvallig
of zorgvuldig op dezelfde hoogte houden. Als
een gezond persoon in zeer korten tijd groote
hoeveelheden water verzwelgt, dan moet deze
hoeveelheid ten slotte wel door het bloed
heen het lichaam weer verlaten, maar het
lichaam zorgt er voor, dat de groote voorraad
eerst opgeborgen wordt in de weefsels voor»
namelijk de spierweefsels, dus in de spieren
of het z.g. vleesch.
Daar is al dat water voor 't oogenblik het
minst schadelijk. Later wordt het dan geleide»
lijk weer van daar in den bloedsomloop toege*
laten en langs allerlei wegen uit het lichaam
gebracht
Omgekeerd als mensch of dier langen tijd
zonder wateropnamé blijft, dan is dat, als ge»
zegd, voor het lichaam eerst ongewenscht en
onaangenaam (hevige dorst), maar ten slotte
zou het levensgevaarlijk worden. Het lichaam
droogt meer en meer uit. Maar ook in dezen
toestand zorgt het lichaim er vooral angstval*
lig voor, het watergehalte, de concentratie van
het bloed zoolang mogelijk op dezelfde hoogte
te houden en wordt het voor de vochtbewe*
ging eti den bloedsomloop onontbeerlijke wa»
ter in de eerste plaats onttrokken aan de voor*
raad, die vooral de spieren bezitten. Gelukt
dit niet meer, dan is het noodlottig einde nabij.
(Wordt vervolgd.)
Lezing door Dr. C. van Gelder Arts te
Nieuwe Tonge gehouden in de Bijz. School te
Herkingen op Dinsdag 9 Dec. 1.1. des avonds
half 7 uur
CENTRALEN CONVENT.
Het Centraal Comité van Antirevolutionaire
Kiesvereenigingen brengt ter kennis, dat het
in zijn voornemen ligt het Centralen Convent
voorgeschreven in Art. 33 der Statuten, te
houden op
Dinsdag 27 Januari 1925, des voormiddags
om één uur, zoo noodig voort te zetten op
Woensdag 28 Januari, des voormiddags om
10 uur, in het holel «Witte Brug« te 's»Gra*
venhage, (tramlijn 9 van station H. S. M.
electrisch tram Leiden—Voorbrug—Schevenin*
gen van station S. S.)
Op dit Convent zullen in behandeling wor*
den gesteld
1. Een voorstel van het Centraal Comité ter
zake van de candidaatstelling
2. Het onderwerp*stembusprogram 1925
3. Een voordracht ter benoeming van 4 leden
en 4 leden plaatsvervangers in het Colle»
ge van Gemachtigden.
Tevens kan worden medegedeeld, dat
ZExc. H. Colijn heeft toegezegd de ver»
gadering te zullen toespreken.
In herinnering worde gebracht, dat het recht
tot afvaardiging naar het Centralen Convent
toekomt aan
a. De Provinciale Comite's voor één lid (art.
31 St.)
b. De Kamerkringbesturen voor één lid (art.
32 St.)
c. De Centralen in de kieskringen voor de
Staten Provinciaal, aan welke één afge»
vaardigde wordt toegekend voor elke 250
leden van de bij haar aangesloten kiesver»
eenigingen. Overschrijdt het aantal leden
het getal van 250 met een deel van dit
cijfer, zoo rekent dit deel voor vol, (art.
32 St)
Den Provincialen Comite's, den bestu»
ren der Kamer» en Statencentrales wordt
verzocht te zorgen, dat de namen hunner
afgevaardigden vóór 5 Januarie a.s. zijn ter
kennis gebracht van het Bureau Centraal
Comité, Dr. Kuyperstraat 5, den Haag.
Tarstond na de vergadering van het
Centraal Comité, te houden in de eerste
week van Januari, zullen de toegangskaar»
ten voor de afgevaardigden, alsmede de
voorstellen aan de afgevaardigden en aan
kiesvereenigen, ingevolge art. 33 Stwor»
den toegezonden, zoodat voor behande»
ling dezer voorstellen op de plaatselijke
en centrale kiesvereenigingen ongeveer drie
weken tijds beschikbaar zal zijn.
Voor het Centraal Comité,
R. A. DEN OUDEN,
adj.ssecr.
Het is misschien niet overbodig op te mer*
ken, dat hier en daar kiesvereenigingen ont*
dekt worden, die in de centrales medewerken,
zonder dat ze aangesloten zijn bij het Centraal
Comité. Vanzelf kunnen haar leden niet voor
de afvaardiging medetellen.
In de dezer dagen gehouden vergadering
der Provinciale Staten van Noord»Brabant is
o.m. ter fine van nader onderzoek naar Ge»
deputeerde Staten gerenvoyeerd, het adres
van de Commissie tot Verbetering van het
Verkeerswezen in West»Noord*Brabant, hou»
dende verzoek om toekenning van een pro»
vinciaal subsidie in de kosten van aanleg van
een stoomtramweg van Steenbergen over Din»
teloord naar Willemstad, met adhaesie*betui*
gingen van Gemeenbesturen en Vereenigingen.
Het is bekend, dat bij totstandkoming van
dit, inzonderheid voor West=Noord»Brabant
zoo beteekenisvolle, moderne tram» (veer* en
haven») plan, waarbij de Rotterdamsche Tram*
weg=Maatschappij heeft verklaard, tot exploi»
tatie voor hare rekening bereid te zijn, een
rechtstreeksch goederenvervoer zonder over»
laden naar de wereldhandelsstad Rotterdam
mogelijk zal worden, het gewone verkeer langs
de route Bergen op Zoom—Willemstad—Nu»
mansdorp—Rotterdam veel beter zal kunnen
worden bediend, de scheepvaart ook nog ten
zeerste zal zijn gebaat en verdere verkeers»
verbeteringen mede in de bedoeling liggen.
Naar wij vernemen komt er voor dit plan
van alle zijden warme instemming en steun
en wordt aan hoogerhand ernstig overwogen
naar allen schijn is deze belangrijke zaak in
de gewenschte richting aan het rollen.
05
't Blijvende Roode Gevaar.
Moskou blijft een gevaar, niet alleen voor
Europa, maar voor de gansche wereld, want
eer zouden de starren van den hemel vallen,
dan dat de bolsjewisten ophielden te ijveren
voor de ganschelijk gebolsjewiekte wereld.
Dat is voor hen levensideaal.
Zelfbehoud dwingt hen daartoe.
Wat ze zoo pas in Estland probeerden, zul»
len ze gedurig weer trachten overal in Europa
te herhalen.
En niet in Europa alleen.
We willen nu Amerika er nog buiten laten,
maar dan doet zich Moskou's actie gevoelen
in de gansche Oude Wereld, in China, in
onze Oost, in Zuid*Afrika zelfs.
Of wat zegt men van 't volgende bericht
«Uit Riga komt bericht, dat te Moskou
neger»afgevaardigden zijn aangekomen uit
allerlei koloniën in Afrika. Dezen zijn door
de bestuurscommissies van de Derde In»
ternationale plechtig ontvangen. Zij werden
opgewekt den strijd voor de vrijheid met
alle kracht ter hand te nemen. Voor pro*
paganda»doeleinden ontvingen zij honderd*
duizend gouden roebels.
Waarlijk, waakzaamheid is plicht.
Overpeinzingen van een Staatsman
«Het is toch een onbegonnen werk 1 Ik wil
niets liever dan het de menschen naar den
zin maken ik doe m'n uiterste best
en ik krijg in gedachte kan ik die volks*
uitdrukking gerust gebruiken niet anders
dan stank voor dank I
«Houd ik stevig vast aan 't geen ik nu een»
maal had voorgesteld, of me voorgenomen,
dan heet ik koppig.
»'n Betweter, die niet luisteren wil.
«Met wien geen land te bezeilen is.
«Die er uit moet, om voor een meer soepel
en plooibaar man plaats te maken, met wien
te praten valt.
«Luister ik wél naar critiek
«Of liever, overwéég ik ze, kom ik er zoo»
veel mogelijk aan tegemoet, verander ik mijn
plannen wat, om meer instemming te vinden
dan is 't wéér niet goed en dan heet het:
ik volg geen vaste lijn men kan niet op mij
aanik ben zelf niet zeker van wat ik eigen*
lijk wil.
«Kom ik met groote, nieuwe plannen
«Zoo heet ik 'n fantast, 'n idealistdan
houd ik geen rekening met de realiteit en let
niet op de draagkracht des volks.
«Houd ik me laag bij den wegwil ik liefst
géén nieuwe dingen op touw zetten, maar
wat nu eenmaal bestaat puik in orde bren»
gen dan heb ik geen oog voor de groote
lijnen, dan ben ik 'n peuterige bureaucraat en
aïs ik om de groote kosten iets laat dan ben
ik een kleinzielige krentenweger 1
«Hoe móét ik dan toch doen
'n Kwartiertje denkt de Staatsman na.
Dan ontspannen zich zijn trekken:
«Ik weet wat ik doen zalzegt hij tot
zichzelf.
«Ik zal 'n half uur een fijne sigaar rooken
en een extra»fijn kopje mokka nemen. Dan
zoek ik m'n zachte bed. Kleed me in een
prettige pyame Kruip er heerlijk ónder. Leg
m'n hoofd veilig op één oor. Slaap zonder
me zorg te maken in. Ga morgen weer aan
m'n werk. Doe naar m'n beste weten, wat
m'n hand vindt om te doen
«Hóór dan de lieden allerbeleefdst aan.
En laat hen knagen naar hartelust.
De een moet nu eenmaal altijd aan z'n na*
gels vijlen, 'n ander aan z'n oor peuteren
en zoo zijn er ook menschen, die aan een
politieke reputalie knauwen moeten, zullen ze
niet doodongelukkig zijn.
Welaan leven»en»laten*leven dan
Waar zal zij hangen 1
Ook 'n kwestie in Engeland.
En 't mooiste is, dat »ze« het zelf zeggen
mag!
»Ze« is lady Astor.
Het eerste, Engelsche, vrouwelijke Parle»
mentslid.
Haar portret hing in 't Lagerhuis, och,
'n heel onschuldig cadeau, dat zij zelf het
Huis aangeboden had.
Doch er kwam sterke tegenstand.
Dat daar 'n levende »hangen« zou in het
Huis hangen alléén doodende levenden
zitten of staan.
Lady Astor wou geen heibel.
Graag of niet, zei ze, en nam 't schilderij
terug. Er zouden wel liefhebbers zijn, dacht
ze. Dat komt uit. En uit Engeland en uit
Amerika komen de aanvragen reeds in en lady
Astor heeft het maar voor 't zeggen, waar
ze hangen zal En voor de politieke lady en
voor haar schilder, is intusschen de reclame
door anderen voor hen gemaakt, nog niet
slecht.
Niet veel moois
Nu, veel moois is 't niet f
Een Amerikaansch schrijver van naam heeft
een hedendaagsche zedenroman geschreven,
waarin hij de moderne Amerikaansche jonge
vrouw, aldus teekent
De vrouw van dit tijdvak is rusteloc
verleidelijk, gulzig, ontevreden, belust ojf*'
sensatie, handeloos, een tikje wrang, zelfzuch*
tig, intelligent, onopgevoed, haar blinde in*
stinct en perverse verbeelding volgend, even
lui van geest als soepel van lichaam, nerveus
en krachtig, een geschikte levensgezellin voor
den haastigen, cynischen, roekeloozen man
dezer eeuw, de voorbestemde moeder van
ja van wat
Tja, óók al van niet veel moois vrees ik
zoo
Ik heb een paar keeren in 't Rijks*museum
die kloeke burgervrouwen bewonderd uit onze
Gouden Eeuw, die zoo heel anders waren,
waarbij ook vaak ware godsvrucht gevonden
werd en van wie men gelukkig niet twijfel»
moedig in 't generaal hoefde te vragen «de
voorbestemde moeder van al waren er
ook tóén, als stééds wormstekige vruchten
aan een gaven boom
't Verschil is toch wél groot
Rembrandts burgerlijke vorstinnen,
Of déze moderne vrouw der twintigste eeuw
Openbare Vrijwillige Verkoop van een
Woon» met Winkelhuis, Schuurtje, Kippenren
en erf te Middelharnis.
Op Woensdag 17 December 1924 bij inzet, en
Op Woensdag 24 December 1924 bij afslag,
telkens des avonds 7 uur in Hotel Meijer te
Middelharnis.
Ten verzoeke van den heer M. Dubbeld Bz.,
aldaar.
Notaris VAN BUUREN.
Voor of op Dinsdag 30 December kunnen
ten kantore van Notaris Van den Berg, in*
schrijvingsbiljetten worden ingeleverd voor de
verhuring van 3,91,90 H.A. of 8 G. 160 R.
V. M. weiland aan den Helmdijk in den
Ouden Oostdijk onder Ouddorp, in 2 per»
ceelen, 0,98,72 H.A. of 2 G. 45 R. V. M. bouw»
land te Goedereede, in den Grooten Zuider»
polder op Oostdam, 1,07,70 H.A. of 2 G.
103'/2 R. V. M. bouwland te Goedereede in
Nieuw Westerloo aan den Galgeweg en 1,34,40
H.A. of 2 G. 278 R. V. M. bouwland te Goe»
dereede in Nieuw Westerloo, nabij Stadwijk,
voor 10 jaren dadelijk ingaande, ten verzoeke
van de heeren Gebroeders Hameeteman Cz.
te Ouddorp.
Op Zaterdag 27 December 1924 des namid»
dags ten 1.30 ure van een partij timmerhout,
als planken, ribben, palen, schroten, latten,
schalen, enz. te Nieuwe Tonge aan de Wester*
straat bij de schuur van J. van Paasschen al*
daar.
Deurwaarder GROENENDIJK.
MIDDELHARNIS.
Centrale veiling voor Goeree en Overtlakkee
Veiling van Vrijdag 19 Dec. 1924.
Bismarck f 12,50 per 100 K.G.
Pondsperen f 10,10 tot f 10,20 per 100 K.G.
Kleiperen f 1,70 tot f 10,— per 100 K.G.
Zoete appels f 10,40 tot f 10,80 per K.G.
Boerekool f 9,— per 100 K.G.
Witlof f 23,- per 100 K.G.
Kroten f 5,— per 100 K.G.
Veldsla f 12,80 per 100 K.G.
Eigenh. aardappelen f 6,20 per 100 K.G.
Eigenh. poters gesort. f3,— tot f 4,55p. 100 kg-
Kriel f 1,70 per 100 K.G.
Spruiten f 10,70 tot f 15,— per 100 K G.
Spruiten 2e f 0,65 tot f 8.70 per 100 K.G.
Knollen f 0,95 tot f 3,70 per 100 stuks.
Savoye kool f 1,80 tot f 8,70 per lOOstuks.
Roode kool f 2,— tot f 7,70 per 100 stuks.
Bloemkool 3e f 6,70 per 100 stuks.
Andijvie f 0,95 per 100 stuks.
Boereboter f 1,07 tot 1,24 per pond.
Kipeieren f 9,50 tot f 11,30 per 100 stuks.
Kleine kipeieren f 8,— per 100 stuks.
Eendeneieren f 8,— per 100 stuks.