Rechtzaken Reclame-Mededeelingen. Land- en Taiinbouw. Uit onze Partij. Binnenland. Buitenland. Verknopingen Marktberichten. 40 cent per regel. Zoo kreeg 't Calvinisme zijn invloed ook. Immers, in de zestiende eeuw en 't hiéld dien twee eeuwen lang. Zoo kwam 't bolsjewisme er óók. Zoo kon 't óók gaan met de S.D.A.P. Waarlijk, Troelstra joeg geen hersenschim na in 19181 Thans spotlacht men er vaak mee. En men vergeet't water stond toen door plotséiingeh aanwas en sterken dooi vlak aan de kruin van slappe, doorweekte, zwakke dij* ken en God alleen weet, of 't niet misschien de kwesiie van één half etmaal is geweest en de gansche, roode stortvloed zou, wie weet voor hoelang 1 over ons vaderland zijn uit* gegoten geweest Dat vergéét het gros van ons volk. Wijl het niet van historie houdt. En graantjes pikt van*den=dag. Echter, de gelegenheid voor een reuze* sprong komt zelden meer dan één keer in een eeuw En nu was Troelstra ook hierin staatsman, dat hij nóóit in zijn actueele, politieke leven ook maar één oogenblik de mogelijk* heid eener «revolutionaire situatie« uit het oog verliezende steeds lette op dien ande» ren open weg versterl ing van zijn leger door andere, democratische arbeiders. Wat kan op tweeërlei wijs 't Zij door .ze van binnen en van buiten goed rood, waschecht 1 te kleuren. Door »assimilatie« dus. Dat valt evenwel niet mee. 't Kan echter ook vluggerdoor n.l. een democratische splijtbeitel te wrikken in 't lichaam van andere partijen en zoo bepaalde stukken los te maken en in verband en in bónd te zetten met de eigen socialistische partij. Daarvoor is vroeger vaak het oog op óns geslagen. Elk, die meeleeft, weet het. Doch dat viel niet mee 't zou bovendien bij óns toch maar een klein smaldeel gegolden hebben, al ware 't geluktthans is 't oog op Rome geslagen. Daar hóópt men op succes. En als mejuffrouw Socialistica haar aller zoetsten droom droomt, dan ziet ze primo een democratischen roomschen »vleugel« op haar bord gelegd, maar dan ziet ze boven* dien kennende den sterken eenheidsdrang onder de katholieken het hêéle roomsche kippetje op haar bord En het water komt haar in den mond «Eindelijkzucht ze in haar slaap. En dan heb ik voorts verstandige menschen gezien verstandige patroons en verstandige arbeiders En wel in het typografenvak. Dat der zetters, drukkers enz. Naast de diamantbewerkers, die dan nog in één enkele stad zijn geconcentreerd, ken in geen vak, waar het kwam tot zoo straffe en stevige organisatie als dat der typografen. En nu nadert 1 Januari '25. Dan vervalt het «collectief contract« zou 't wéér strijd en strubbel en slachtoffers geven, als voorheen wel 't geval is geweest? Tijdig kwamen de afgevaardigden bijeen. En nu ben ik een buitenstaander en onin* gewijde, dat stel ik op den voorgrond, maar ik kreeg den indruk, dat de onderhandelingen gevoerd zijn, van weerskanten, onder den drang der zoo juiste gedachteWij hebben tenslotte elkander noodig en éér het tot strijd komen mochtmoeten wij ons tienmaal, van wéérskanten 1 bedenken over de vraag óf het verschil werkelijk de moeite en kosten van den strijd waard is. En zoo begréép men elkaar. En zoo vond men elkaar. De gezellen moeten vanwege de tijdsom* standigheden en de malaise in het vak, iets lager in den boom dalen, maar zij zagen in dat vermeerdering van werk vermindering van werkeloozen hrengen kan En de patroons begrepen, dat zij aan een vrijwillig aangegaan contract méér hebben dan aan een onder* werpen na heftigen strijd. Er was een stem in mij, Maar dat is niet de schuld der gezellen, doch van Stenhuis den Geweldige, die zich wat al te zeer in de kaart heeft laten kijken, er was een stem in mij, die vroeg of er ook altemet tactiek onder school, en óf soms niet de moderne typografen een wenk gekregen hadden, om als niet de minst betaalde arbei* ders in de verdienste te blijven, opdat straks mee door hün steun elders op 't economisch terrein de strijd kan worden aangeboden Maar ik verwierp die gedachte weer snel. Ik wil van mijn naaste zoo lang mogelijk het beste denken, niet slechts van de christen* typografen, die zich stellig niet tot zoo iets zouden leenen, maar ook van de anderen. En daarom mijn conclusie De zaak van het Collectief Contract heeft, onopgemerkt, een mooie overwinning behaald en daarover verheug ik mij als antirevolutio* nair, omdat ik in dat C. C. een gezonde ont* wikkeling der arbeidersbeweging zie. UITKIJK. Wat elke maand te doen geeft. (2e helft December) Nadruk verboden. Onverwachts begon het te winteren en kwa* men allen in de weer om van het knolgroen te redden wat er te redden was. Men heeft er lang van kunnen voederen eenige weken langer of korter in deze is van veel belang voor den veeboer op het zand. De knollen- teelt biedt altoos groote onzekerheid. Gaat het in November reeds sterk vriezen, dan kan de oogst verloren zijn. Men plukt, wanneer vorst verwacht wordt, het »gruin« voor eenige dagen vooruit en zet het op hoopjes op 't land, die men, als het gaat vriezen, met wat stroo dekt. Bij »gruin«*voeding moet er echter steeds aan gedacht worden, dat het niet alleen schoon moet zijn, maar ook droog en verwelkt. In Vlaanderen kuilt men de groote knollen bij de boerderij in, zelfs 't groot met de ploeg de knollen worden naast elkaar gelegd in de voor, en met de aarde uit de volgende voor gedekt. Bij vorst dekt men met stroo. Ook worden de knollen wel, als de oogst zeer groot is, ingekuild, en dit geschiedt met succes in een kuil van 1 M. diepteals namelijk de stand van het grondwater dit toelaat. Op den bodem van den kuil komt stroo of ruigte de knollen worden met een S*vormig ijzer stuk gestoken en met een houtblok vast in een gestampt. De hoop komt ook boven den grond, hij wordt eerst met stroo en vervolgens met een zodenlaag van V2 WL. ter belasting gedekt. Aan de kanten wordt hij met aarde aangesloten. Het zachte winterweer deed in November de mollen naar boven komen in de weilanden ziet men honderden molshoopen deze moeten worden geslecht. Is het weer »los«, dan gaat men door met mesten en bouwen. Men late evenwel geen mest aan hoopjes op het land Staan, dit geeft bij een zachte weersgesteldheid verlies van de dure stikstof. De mest moet dus worden uitgespreid. We zijn in de laatste weken van 't wegvlietende jaar. 't Is nu de tijd, waartoe de lange avonden vooral ons gelegenheid geven, om zijn boek op te maken, Ga na, hoe ge hebt geboerd niet alleen, maar vooral ook welk onderdeel van uw hedrijf de winst of schade heeft gebrachtwaarom de winst niet grooter, het verlies niet kleiner was. Aldus krijgt ge een juist inzicht in uw bedrijf en kunt dit mogelijk in uw voordeel wijzigen. In den tuin en den boomgaardAls het niet vriest, kunt ge vruchtbc omen planten. Daartoe graaft ge breede ondiepe gaten, tenzij, wat nog beter is, het geheele terrein wordt omgespit Breed moeten de gaten zijn, opdat de wortels in alle richtingen zien kunnen verspreiden. En ondiep omdat de boom zoo hoog mogelijk dient geplant te worden. Hiertegen wordt nogal gezondigd velen planten den boom diep en trappen de aarde stevig aan, teneinde omwaaien te voorkomen. Juist de diepgeplante boomen echter waaien het eerst omver. Liefst plant men met zijn tweeën de een houdt den boom op de gepaste hoogte, de ander brengt de fijngemaakte aarde tusschen de wortels, en om te zorgen, dat dit laatste goed gebeurt, wordt de boom 2 a 3 maal opgelicht. Daarna vult men het gat en treedt de aarde stevig aan. Bij hoogstammige boomen plaatst men een flinken stok of paal, opdat ze niet te veel van den wind te lijden zullen hebben men binde de paal echter niet te vast aan den boom, want dan zou deze niet met den grond kun* nen meezakken, doch worden opgehangen. Hebt ge uw gereedschap behoorlijk opge* borgende metaaldeelen ontdaan van het vuil en daarna ingevet Roestige plekken moeten met petroleum worden afgewreven gieters worden gemenied. Zet niets weg, dat stuk is laat het eerst maken, ge zit dan a s. voorjaar, als het werk weer aanvangt, direct klaar. De bewaarplaats mag niet vochtig zijn goed bewaard op een luchtige droge plaats, gaat het gereedschap lang mee. Rhododendrons kunnen nu of in 't voorjaar in bloei worden getrokken. Men neme daartoe de planten, welke vol knop zijn, plaatst ze in gioote kui* pen of potten en maakt ze goed vochtig. Voorloopig worden ze dan in een matig warme kas ^geplaatst, na een paar weken ongeveer wat warmer. De aarde moet vochtig blijven, en de knoppen besproeie men dagelijks tot ze open gaan. Dan houdt men ze droog en plaatst ze in de kamerr of serre tot ze uitge* bloeid zijn; ze verhuizen dan naar den kou* den bak. Wilt ge van uw Chrysanthemums lang plezier hebben, houdt ze dan niet daar, waar gestookt wordt, waar in een vorstvrije kamer, dicht bij het licht, dus voor het venster. Geregeld begieten is noodig, anders droogt de aardkluit uit en is het met de bloemen spoedig gedaan. Wie aldus handelt en de plan» ten-in de kamer brengt als de bloemen half open staan kan ze 3 a 4 weken en langer goed houden, en er met de Kerstdagen ge* noegen van hebben. Over 't water in 't algemeen en ten ops zichte van het menschelijk lichaam :s: in 't bizonder. Als we nu de beteekenis van 't water uit 't oogpunt der volkshuishouding beschouwen, dan zien we, dat bij sommige volken 't geheele bestaan afhangt van al of niet vóldoende water krijgen. Dit zien wij 't best bij sommige Oos* tersche volken. De oogsten in Egypte hangen ten nauwste samen met overvloed of gebrek, aan Nijl water. De Nijl, zou men kunnen zeggen, is heel Egypte. Overvloedige aanvoer van het gebergte, dan ruime overstrooming van het oeverland, dan water en voeding voor de veldgewasschen dan rijke oogst te wachten Dit in vroegere eeuwen zoo, en ook thans nog. Nu Engeland in den Soedan het Nijl» water afleidt van Egypte, is Egypte in beroering en de Egyptische boeren in vertwijfeling, want daarmede heeft Engeland het land der Pha* rao's in den hartader getroffen. In Palaestina daarentegen, een bergachtig land, is en was men van ouds geheel afhankelijk van den regen. Om te begrijpen, van welke beteekenis de vroege en de spade regen was voor den Joodschen landbouwer, moet men bekend zijn met het klimaat en de bodemgesteldheid van dat land. Kwamen deze regens niet op tijd of in geringe hoeveelheid, dan grijnsde al dadglijk het Joodsche land het schrikbeeld van den hongersnood tegen. Eri 't is zeer goed fe begrijpen, dat de regen bij -uitstek als een gave Gods beschouwd werd. Zooals het ten tijde van Elia ging, zoo ging het herhaaldelijk in dat land. Ook Naomi moest haar geboortestad Bethlehem (beteekent Broodhuis) gelegen in een vruchtbare streek, van het toch over 't algemeen niet zoo bijzon* der vruchtbare Kanaan,. verlaten wegens een ontzettende hongersnood in 't Joodsche land, om al die jaren te leven in 't land der Moa» bieten. En ook Jacob zond zijn zonen tijdens een hongersnood naar Egypte, om koren te koopen voor voedsel voor zich, zijn zonen en hunne gezinnen. Terwijl onze Flakkeesche landbouwers voor het bewerken hunner akkers en 't zaaien en den verderen groei der gewassen geen overvloedige regens wenschen, was dit voor den Joodschen boer in Palestina juist andersom. Hier zijn droge jaren de beste; ginds beteekenden ze vaak gebrek voor mensch en vee. Geen wonder dan ook, dat in den Bijbel de gave van 't water telkens geprezen wordt en vergeleken bij de gaven van gees» telijke goederen door Jehova aan Zijn volk geschonken. Talloos zijn de plaatsen, waarin aan 't water een beeldspraak in dit opzicht is ontleend. Bronnen en putten speelden op 't platteland een groote rol in 't dagelijksche leven der dorpelingen, 's Avonds (daar nog altijd geheeten «de tijd, dat de putsters uit* komens verzamelden zich daar de dorpsbe* woners, om zich te verfrisschen en om kruiken en kannen uit de put te vullen en naar huis tenemen. Tal van bekende tooneelenin 'tOude en Nieuwe Testament spelen zich af bij die bronnen. Bij een waterput ontmoette Eliëzer de toekomstige vrouw van de zoon van zijn meester Abraham en bij een put maakte Jacob voor 't eerst kennis met zijn latere lievelings* vrouw Rachel. Bij den put van Sichar rustte Jezus uit en kreeg te drinken van de Samari* taansche vrouw. Al deze toestanden zijn zoo geheel anders dan bij ons, waar we bang zijn voor 't water en als het een dag regent al verlangend uitzien naar het eind ervan, en waar we eeuwen lang moesten en nog moeten strijden tegen het water als een vijand, om niet verzwolgen te worden, dat men zich goed een Oostersch land moet kunnen voorstellen om dit aPes te begrijpen en wat het voor den vermoeiden, verhitten, van dorst versmachten* den reiziger beteekent van iemand aangeboden te krijgen «alleenlijk een beker water«. Over de verdere beteekenis van rivieren voor de huishouding, de scheepvaart, de han* del enz. in 't leven der volken zullen we maar niet uitweiden. Vaak oorlogen tusschen volken gevoerd om 't bezit van rivieren en havens, zeeën en water vroeger onoverkomelijke schei* dingsmuren tusschen landen en volken, thans MOND. ADVIES fl l.< Alle zaken behandelt het Bureau voor Rechtskundige Hulp Haagscheveer 5 (bij Hofplein) Telefoon 11862 Rotterdam Kantoor van 10—8 uur. Geen Bijkantoren deze door de scheepvaart gemakkelijk verbon* den en thans woeste binnenlanden veeleer een scheidsmuur. Denken we ten slotte nog even aan de beteekenis van 't water in't dagelijksche leven geheel onmisbaar van 's morgens vroeg tot 's avonds laatin slaapkamer, huisgezin en keuken, 't Is ongeveer net als met het geld. Men kan haast niets doen, of het geld komt er bij te pas. Zoo ook heeft men ieder oogen» blik water noodig. Zoo als in 't klein, zoo gaat het ook in de groote maatschappij. In allerlei fabrieken (b.v. om iets te noemen wat hier nogal bekend isSuikerfabrieken) is van 't begin der behandeling van de grondstof tot het eindproduct water en nog eens water vol» komen onmisbaar voor het-werk. Beteekenis uit biologisch oogpunt. (Biologie is de wetenschap van het levende.) De meeste planten voor 't grootste deel uit water en zelfs boomen bergen in hun lichaam nog een aan* zienlijken watervoorraad. Dat landbouwgewas* sen na droogte door een malschen regen zoo sterk gaan groeien, is dus wel duidelijk. Nemen ze 1 K G. in gewicht toe, dan is daar van b v. wel 3/4 water. Water is dus allereerst noodig, als bestanddeel van hun lichaam. Maar water ook noodig voor de sapbeweging Met hun bladeren eten de planten n.l. het koolzuur uit de lucht. Met hun wortels drinken ze en door hun wortels nemen ze daarbij ook de minerale bestanddelen uit den bodem op als kali, ijzer, kalk enz., die ze ook noodig hebben voor hun groei en de vorming hunner pro* ducten, (eiwit, zetmeel enz.) Als deze sapbe* weging van de wortels naar de bladeren en andere deelen door watergebrek stok of on» voldoende is, worden de planten slap en ver* welken. Water en nog eens water, dat is in de eertste plaats noodig. Er zijn woestenijen genoeg op aarde, alleen door gebrek aan water. In Amerika door kunstmatige watertoevoer zoo'n woestenij in een Paradijs, d.w.z. lusttuin veranderd. En waar aan den rand der Sahara putten geslagen worden, daar ontwikkelt zich onmiddellijk een weelderigen plantengroei. Beteekenis voor het menschelijk lichaam. Bij dé voedingsvoordracht reeds gehoord: dit voor 70 uit water bestaand. Toen reeds voldoende uiteengezet de beteekenis van 't water voor de voeding der lichaamsweefsels en cellen, die ook weer voor 't allergrootste deel uit water bestaan. Per etmaal pl.m. 2 L. water uit ons lichaam urine, zweet, uitwerpselen. Deze hoeveelheid noodzakelijk aangevuld, anders 't lichaam te waterarm. Dit ingevoerd in onze voedsels, (die vaak ook zeer» waterrijk zijn), en als drink» water eti in genotmiddelen ^koffie, thee, e.d.). Goed drinkwater voor het goed functionee* ren van al die weefsels dus voor groot belang. Proeven bij melkvee gedaan toonden aan, dat de melkopbrengst door beter drinkwater groo» ter werd, Van hoeveel te meer dan zorg voor 't drinkwater noodig voor den mensch. Zonder voldoende watertoevoer zou ook bij ons de vochtbeweging in ons lichaam ten slotte strem» men. Voedsel kan men langen tijd missen (proeven toonden aan, wel enkele weken), maar water slechts korten tijd Het bloed en de weefsels zouden te veel ingedikt worden en de beweging zou ophouden. In 't bloed van een volwassen man bevinden zich wel 5 mil* lioen roode bloedcellen per c.M3., dus in 't geheele bloed (5 L.) 5 x 1.000.000 x 5.000 000 d.w.z. dus 25 biljoen 111 z g. roode bloed* lichaampjes (om van de milliarden witte bloed* lichaampjes maar niet te spreken), maar deson» danks bestaat ons bloed meer voor 't grootste deel uit water. Het juiste watergehalte van het bloed door allerlei inrichtingen in ons lichaam angstvallig of zorgvuldig op dezelfde hoogte houden. Als een gezond persoon in zeer korten tijd groote hoeveelheden water verzwelgt, dan moet deze hoeveelheid ten slotte wel door het bloed heen het lichaam weer verlaten, maar het lichaam zorgt er voor, dat de groote voorraad eerst opgeborgen wordt in de weefsels voor» namelijk de spierweefsels, dus in de spieren of het z.g. vleesch. Daar is al dat water voor 't oogenblik het minst schadelijk. Later wordt het dan geleide» lijk weer van daar in den bloedsomloop toege* laten en langs allerlei wegen uit het lichaam gebracht Omgekeerd als mensch of dier langen tijd zonder wateropnamé blijft, dan is dat, als ge» zegd, voor het lichaam eerst ongewenscht en onaangenaam (hevige dorst), maar ten slotte zou het levensgevaarlijk worden. Het lichaam droogt meer en meer uit. Maar ook in dezen toestand zorgt het lichaim er vooral angstval* lig voor, het watergehalte, de concentratie van het bloed zoolang mogelijk op dezelfde hoogte te houden en wordt het voor de vochtbewe* ging eti den bloedsomloop onontbeerlijke wa» ter in de eerste plaats onttrokken aan de voor* raad, die vooral de spieren bezitten. Gelukt dit niet meer, dan is het noodlottig einde nabij. (Wordt vervolgd.) Lezing door Dr. C. van Gelder Arts te Nieuwe Tonge gehouden in de Bijz. School te Herkingen op Dinsdag 9 Dec. 1.1. des avonds half 7 uur CENTRALEN CONVENT. Het Centraal Comité van Antirevolutionaire Kiesvereenigingen brengt ter kennis, dat het in zijn voornemen ligt het Centralen Convent voorgeschreven in Art. 33 der Statuten, te houden op Dinsdag 27 Januari 1925, des voormiddags om één uur, zoo noodig voort te zetten op Woensdag 28 Januari, des voormiddags om 10 uur, in het holel «Witte Brug« te 's»Gra* venhage, (tramlijn 9 van station H. S. M. electrisch tram Leiden—Voorbrug—Schevenin* gen van station S. S.) Op dit Convent zullen in behandeling wor* den gesteld 1. Een voorstel van het Centraal Comité ter zake van de candidaatstelling 2. Het onderwerp*stembusprogram 1925 3. Een voordracht ter benoeming van 4 leden en 4 leden plaatsvervangers in het Colle» ge van Gemachtigden. Tevens kan worden medegedeeld, dat ZExc. H. Colijn heeft toegezegd de ver» gadering te zullen toespreken. In herinnering worde gebracht, dat het recht tot afvaardiging naar het Centralen Convent toekomt aan a. De Provinciale Comite's voor één lid (art. 31 St.) b. De Kamerkringbesturen voor één lid (art. 32 St.) c. De Centralen in de kieskringen voor de Staten Provinciaal, aan welke één afge» vaardigde wordt toegekend voor elke 250 leden van de bij haar aangesloten kiesver» eenigingen. Overschrijdt het aantal leden het getal van 250 met een deel van dit cijfer, zoo rekent dit deel voor vol, (art. 32 St) Den Provincialen Comite's, den bestu» ren der Kamer» en Statencentrales wordt verzocht te zorgen, dat de namen hunner afgevaardigden vóór 5 Januarie a.s. zijn ter kennis gebracht van het Bureau Centraal Comité, Dr. Kuyperstraat 5, den Haag. Tarstond na de vergadering van het Centraal Comité, te houden in de eerste week van Januari, zullen de toegangskaar» ten voor de afgevaardigden, alsmede de voorstellen aan de afgevaardigden en aan kiesvereenigen, ingevolge art. 33 Stwor» den toegezonden, zoodat voor behande» ling dezer voorstellen op de plaatselijke en centrale kiesvereenigingen ongeveer drie weken tijds beschikbaar zal zijn. Voor het Centraal Comité, R. A. DEN OUDEN, adj.ssecr. Het is misschien niet overbodig op te mer* ken, dat hier en daar kiesvereenigingen ont* dekt worden, die in de centrales medewerken, zonder dat ze aangesloten zijn bij het Centraal Comité. Vanzelf kunnen haar leden niet voor de afvaardiging medetellen. In de dezer dagen gehouden vergadering der Provinciale Staten van Noord»Brabant is o.m. ter fine van nader onderzoek naar Ge» deputeerde Staten gerenvoyeerd, het adres van de Commissie tot Verbetering van het Verkeerswezen in West»Noord*Brabant, hou» dende verzoek om toekenning van een pro» vinciaal subsidie in de kosten van aanleg van een stoomtramweg van Steenbergen over Din» teloord naar Willemstad, met adhaesie*betui* gingen van Gemeenbesturen en Vereenigingen. Het is bekend, dat bij totstandkoming van dit, inzonderheid voor West=Noord»Brabant zoo beteekenisvolle, moderne tram» (veer* en haven») plan, waarbij de Rotterdamsche Tram* weg=Maatschappij heeft verklaard, tot exploi» tatie voor hare rekening bereid te zijn, een rechtstreeksch goederenvervoer zonder over» laden naar de wereldhandelsstad Rotterdam mogelijk zal worden, het gewone verkeer langs de route Bergen op Zoom—Willemstad—Nu» mansdorp—Rotterdam veel beter zal kunnen worden bediend, de scheepvaart ook nog ten zeerste zal zijn gebaat en verdere verkeers» verbeteringen mede in de bedoeling liggen. Naar wij vernemen komt er voor dit plan van alle zijden warme instemming en steun en wordt aan hoogerhand ernstig overwogen naar allen schijn is deze belangrijke zaak in de gewenschte richting aan het rollen. 05 't Blijvende Roode Gevaar. Moskou blijft een gevaar, niet alleen voor Europa, maar voor de gansche wereld, want eer zouden de starren van den hemel vallen, dan dat de bolsjewisten ophielden te ijveren voor de ganschelijk gebolsjewiekte wereld. Dat is voor hen levensideaal. Zelfbehoud dwingt hen daartoe. Wat ze zoo pas in Estland probeerden, zul» len ze gedurig weer trachten overal in Europa te herhalen. En niet in Europa alleen. We willen nu Amerika er nog buiten laten, maar dan doet zich Moskou's actie gevoelen in de gansche Oude Wereld, in China, in onze Oost, in Zuid*Afrika zelfs. Of wat zegt men van 't volgende bericht «Uit Riga komt bericht, dat te Moskou neger»afgevaardigden zijn aangekomen uit allerlei koloniën in Afrika. Dezen zijn door de bestuurscommissies van de Derde In» ternationale plechtig ontvangen. Zij werden opgewekt den strijd voor de vrijheid met alle kracht ter hand te nemen. Voor pro* paganda»doeleinden ontvingen zij honderd* duizend gouden roebels. Waarlijk, waakzaamheid is plicht. Overpeinzingen van een Staatsman «Het is toch een onbegonnen werk 1 Ik wil niets liever dan het de menschen naar den zin maken ik doe m'n uiterste best en ik krijg in gedachte kan ik die volks* uitdrukking gerust gebruiken niet anders dan stank voor dank I «Houd ik stevig vast aan 't geen ik nu een» maal had voorgesteld, of me voorgenomen, dan heet ik koppig. »'n Betweter, die niet luisteren wil. «Met wien geen land te bezeilen is. «Die er uit moet, om voor een meer soepel en plooibaar man plaats te maken, met wien te praten valt. «Luister ik wél naar critiek «Of liever, overwéég ik ze, kom ik er zoo» veel mogelijk aan tegemoet, verander ik mijn plannen wat, om meer instemming te vinden dan is 't wéér niet goed en dan heet het: ik volg geen vaste lijn men kan niet op mij aanik ben zelf niet zeker van wat ik eigen* lijk wil. «Kom ik met groote, nieuwe plannen «Zoo heet ik 'n fantast, 'n idealistdan houd ik geen rekening met de realiteit en let niet op de draagkracht des volks. «Houd ik me laag bij den wegwil ik liefst géén nieuwe dingen op touw zetten, maar wat nu eenmaal bestaat puik in orde bren» gen dan heb ik geen oog voor de groote lijnen, dan ben ik 'n peuterige bureaucraat en aïs ik om de groote kosten iets laat dan ben ik een kleinzielige krentenweger 1 «Hoe móét ik dan toch doen 'n Kwartiertje denkt de Staatsman na. Dan ontspannen zich zijn trekken: «Ik weet wat ik doen zalzegt hij tot zichzelf. «Ik zal 'n half uur een fijne sigaar rooken en een extra»fijn kopje mokka nemen. Dan zoek ik m'n zachte bed. Kleed me in een prettige pyame Kruip er heerlijk ónder. Leg m'n hoofd veilig op één oor. Slaap zonder me zorg te maken in. Ga morgen weer aan m'n werk. Doe naar m'n beste weten, wat m'n hand vindt om te doen «Hóór dan de lieden allerbeleefdst aan. En laat hen knagen naar hartelust. De een moet nu eenmaal altijd aan z'n na* gels vijlen, 'n ander aan z'n oor peuteren en zoo zijn er ook menschen, die aan een politieke reputalie knauwen moeten, zullen ze niet doodongelukkig zijn. Welaan leven»en»laten*leven dan Waar zal zij hangen 1 Ook 'n kwestie in Engeland. En 't mooiste is, dat »ze« het zelf zeggen mag! »Ze« is lady Astor. Het eerste, Engelsche, vrouwelijke Parle» mentslid. Haar portret hing in 't Lagerhuis, och, 'n heel onschuldig cadeau, dat zij zelf het Huis aangeboden had. Doch er kwam sterke tegenstand. Dat daar 'n levende »hangen« zou in het Huis hangen alléén doodende levenden zitten of staan. Lady Astor wou geen heibel. Graag of niet, zei ze, en nam 't schilderij terug. Er zouden wel liefhebbers zijn, dacht ze. Dat komt uit. En uit Engeland en uit Amerika komen de aanvragen reeds in en lady Astor heeft het maar voor 't zeggen, waar ze hangen zal En voor de politieke lady en voor haar schilder, is intusschen de reclame door anderen voor hen gemaakt, nog niet slecht. Niet veel moois Nu, veel moois is 't niet f Een Amerikaansch schrijver van naam heeft een hedendaagsche zedenroman geschreven, waarin hij de moderne Amerikaansche jonge vrouw, aldus teekent De vrouw van dit tijdvak is rusteloc verleidelijk, gulzig, ontevreden, belust ojf*' sensatie, handeloos, een tikje wrang, zelfzuch* tig, intelligent, onopgevoed, haar blinde in* stinct en perverse verbeelding volgend, even lui van geest als soepel van lichaam, nerveus en krachtig, een geschikte levensgezellin voor den haastigen, cynischen, roekeloozen man dezer eeuw, de voorbestemde moeder van ja van wat Tja, óók al van niet veel moois vrees ik zoo Ik heb een paar keeren in 't Rijks*museum die kloeke burgervrouwen bewonderd uit onze Gouden Eeuw, die zoo heel anders waren, waarbij ook vaak ware godsvrucht gevonden werd en van wie men gelukkig niet twijfel» moedig in 't generaal hoefde te vragen «de voorbestemde moeder van al waren er ook tóén, als stééds wormstekige vruchten aan een gaven boom 't Verschil is toch wél groot Rembrandts burgerlijke vorstinnen, Of déze moderne vrouw der twintigste eeuw Openbare Vrijwillige Verkoop van een Woon» met Winkelhuis, Schuurtje, Kippenren en erf te Middelharnis. Op Woensdag 17 December 1924 bij inzet, en Op Woensdag 24 December 1924 bij afslag, telkens des avonds 7 uur in Hotel Meijer te Middelharnis. Ten verzoeke van den heer M. Dubbeld Bz., aldaar. Notaris VAN BUUREN. Voor of op Dinsdag 30 December kunnen ten kantore van Notaris Van den Berg, in* schrijvingsbiljetten worden ingeleverd voor de verhuring van 3,91,90 H.A. of 8 G. 160 R. V. M. weiland aan den Helmdijk in den Ouden Oostdijk onder Ouddorp, in 2 per» ceelen, 0,98,72 H.A. of 2 G. 45 R. V. M. bouw» land te Goedereede, in den Grooten Zuider» polder op Oostdam, 1,07,70 H.A. of 2 G. 103'/2 R. V. M. bouwland te Goedereede in Nieuw Westerloo aan den Galgeweg en 1,34,40 H.A. of 2 G. 278 R. V. M. bouwland te Goe» dereede in Nieuw Westerloo, nabij Stadwijk, voor 10 jaren dadelijk ingaande, ten verzoeke van de heeren Gebroeders Hameeteman Cz. te Ouddorp. Op Zaterdag 27 December 1924 des namid» dags ten 1.30 ure van een partij timmerhout, als planken, ribben, palen, schroten, latten, schalen, enz. te Nieuwe Tonge aan de Wester* straat bij de schuur van J. van Paasschen al* daar. Deurwaarder GROENENDIJK. MIDDELHARNIS. Centrale veiling voor Goeree en Overtlakkee Veiling van Vrijdag 19 Dec. 1924. Bismarck f 12,50 per 100 K.G. Pondsperen f 10,10 tot f 10,20 per 100 K.G. Kleiperen f 1,70 tot f 10,— per 100 K.G. Zoete appels f 10,40 tot f 10,80 per K.G. Boerekool f 9,— per 100 K.G. Witlof f 23,- per 100 K.G. Kroten f 5,— per 100 K.G. Veldsla f 12,80 per 100 K.G. Eigenh. aardappelen f 6,20 per 100 K.G. Eigenh. poters gesort. f3,— tot f 4,55p. 100 kg- Kriel f 1,70 per 100 K.G. Spruiten f 10,70 tot f 15,— per 100 K G. Spruiten 2e f 0,65 tot f 8.70 per 100 K.G. Knollen f 0,95 tot f 3,70 per 100 stuks. Savoye kool f 1,80 tot f 8,70 per lOOstuks. Roode kool f 2,— tot f 7,70 per 100 stuks. Bloemkool 3e f 6,70 per 100 stuks. Andijvie f 0,95 per 100 stuks. Boereboter f 1,07 tot 1,24 per pond. Kipeieren f 9,50 tot f 11,30 per 100 stuks. Kleine kipeieren f 8,— per 100 stuks. Eendeneieren f 8,— per 100 stuks.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1924 | | pagina 4