Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
Rechtzaken
PUROL 30c
ÏN HOC SïGNO YINCES
WOENSDAG 17 DECEMBER 1924
39STE JAARGANG
No. 3077
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentïën en verdere Admimistiratk, franco toe te zenden aan de Uitgevers
Politieke Laster.
Reclame-Mededeelingen.
Binnenland.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
jj ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten v/oidt.. berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
J| Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
De Telegraaf en Het Volk hebben dezer
dagen een artikel gewijd aan den persoon van
Zijne Ex. Minister Colijn, met het doel het
gerucht onder ons volk te verspreiden, als
zou de Min. van Financien zich schuldig ge»
maakt hebben aan ontduiking van de belas»
tingwet.
Men heeft zich weer eens niet ontzien de
toevlucht te nemen tot politieke laster.
Men heeft het Dr. Kuyper niet gespaard,
waarom zou men het den heer Colijn besparen
Hoe dom toch
Begrijpt men nu nog niet, dat deze prac»
tijken juist het tegenovergestelde bereiken van
hetgeen men wenscht?
Wil men den band tusschen onze menschen
en hun leider zoo nauw mogelijk aanhalen,
men belastere het partijhoofd
De vorige week Woensdag bleek ons sneu»
traal« zusterorgaan Onze Eilanden de gewoonte
getrouw, de schaar weer in de kolommen van
ff ^De Telegraaf gezet te hebben, waarbij de keus
viel op het bovenbedoelde lasterartikel.
Och ja, waarom zou men ook niet
Een en ander heeft ons er echter toe be»
wogen ter plaatse waar men het weten kan
eens te informeeren hoe men toch aan deze
laster gekomen is Want dat het laster was,
lag er dik op. Wie even nadacht moest be»
vroeden dat de toevlucht tot leugens geno»
men was.
In zooverre was deze laster dus onschadelijk.
Toch zijn er allicht eenvoudige zielen die
er even door van de wijs gebracht kunnen
worden.
Daarom verblijdt het ons, onzen lezers het
onderstaand artikel, dat wij van vertrouwde
hand ontvangen mochten te kunnen aanbieden.
Laster.
Er is weer een nieuw middel gevon
den om onzen Minister van Financiën
in de oogen van het Nederlandsche volk
als niet veel minder dan een misdadig
individu voor te stellen. En van dat
middel wordt van zekere zijde gretig
(f-gebruik gemaakt. Natuurlijk! Minister
Colijn kan zeggen ik kan geen vinger
in de asch steken, of men duidt het
mij ten kwade.
De zaak vereischt eenige toelichting.
Verleden week werden in de Staats
courant afgedrukt de Statuten eener
naamlooze vennootschap tot exploitatie
van het landgoed „De Hoogstraat." Dit
landgoed is, gelijk bekend, het eigen
dom van den heer Colijn en ligt onder
de gemeente Leersum. Sinds zijn terug
keer in Nederland woonde de heer
Colijn daar. Maar reeds lang was het
bekend, dat hij om verschillende rede
nen „De Hoogstraat" van de hand
wenschte te doen om in verband met zijn
tegenwoordige werkkring zich weer in
of nabij Den Haag te vestigen, 't Schijnt
nog niet gelukt te zijn, er een kooper
voor te vinden, wat in de tegenwoor
dige tijdsomstandigheden niet verwon
dert. Desondanks heeft minister Colijn
reeds op 1 November jl Leersum ver
laten en met zijn echtgenoote vooiloopig
kamers gehuurd in het kasteel „Oud
Wassenaar" nabij Den Haag, om eer
lang zich hier weer een eigen „home"
te kiezen.
Nu staat De Hoogstraat onbewoond.
Wie verbaast er zich over, dat de eige
naar, als verkoop niet gelukt, beproeft
het huis en het landgoed door nuttig
gebruik productief te maken En wie
neemt hem zulks kwalijk, of durft be
weren, dat daarin iets oneerbaars zou
gelegen zijn
Er zijn verschillende mogelijkheden
om dit doel te bereiken. Het zou kun
nen worden gebruikt als sanatorium,
als pension, als herstellingsoord, als
hotel. Het terrein kan worden bestemd
voor villabouw. Het strookt evenwel
minder met de Hollandsche zede, dat
een minister der Kroon persoonlijk als
exploitant van zulk een onderneming
optreedt. Daarom is op grond van wet
telijke, alleszins geoorloofde mogelijk
heden de vorm gekozen van omzetting
in een naarnlooze vennootschap waarin
de heer Colijn wel het grootste deel,
nagenoeg het totaal der aandeelen, 248
van de 250, in handen heeft, maar
waaruit volstrekt niet behoeft voort te
vloeien, dat hij die ook behoudt. Nu
verkoop van het geheel niet gelukt is,
zou het zeer wel mogelijk kunnen zijn
dat hij zijn aandeelen bij gedeelten van
de hand doet. Weilicht eerlang alle.
Nu is er echter wel een eigenaardige
samenloop van omstandigheden. Er
werd nl. sinds lang van deze zelfde
mogelijkheid gebruik, of liever misbruik
gemaakt om de belasting te ont
duiken. Een eigenaar zette dan zijn
particulier bezit van een landgoed om
in vennootschapsbezit, bleef er echter
zelf wonen, huurde het van de N. V.
dat wil zeggen van zichzelf en be
zorgde zich daarmee niet alleen het
voordeel van slechts voor 1/3, of hoog
stens 2/3 in de personeele belasting te
zijn aangeslagen, maar door bovendien
zijn bedienden op te geven als perso
neel der vennootschap, viel hij ook
voorheen buiten de belasting.
En nu is het juist minister Colijn,
die om deze belastingontduiking tegen
te gaan, een wetsontwerp „tot richtige
heffing der belasting" bij de Staten
Generaal heeft aanhangig gemaakt,
waaidoor een stokje voor deze trucs
wordt gestoken. „Door misbruik van
een rechtsvorm", zegt de min. v. fin.
in de toelichting van dit wetsontwerp,
„wordt op deze wijze een reductie en
een vrijdom van belasting verkregen,
die voor geheel andere omstandigheden
bestemd waren". Daartegen meende
hij krasse maatregelen te moeten ne
men, „al ware het slechts, omdat voor
belasting, die in strijd met het kennelijk
doel der wet niet kan worden geheven,
een equivalent (gelijkwaardig bedrag)
moet worden gevonden, hetgeen er toe
leidt, dat personen, die de schatkist
niet te kort doen, des te zwaarder
worden belast".
't ls wel een» eigenaardige samen
loop van gebeurtenissen. En het be
hoeft niet te verbazen, dat eenvoudigen
in den lande de handen ineenslaan en
vragen Maar hoe nu Doet deze mi
nister dan zelf aan zulke kwade prac-
tijken, die hij zóó scherp afkeurt En
tracht te achterhalen
Maar eilieve, moet dat niet aanstonds
tot de veronderstelling voerenDat
zal toch wel niet kunnenDan moest
deze minister, om het maar eens zonder
blad voor den mond te zeggen, toch
wel heel brutaal óf krankzinnig zijn.
Want deze dingen geschieden toch in
geen hoekjede statuten der N. V.
komen van a tot z in de Staatscourant.
Hij kon toch op zijn tien vingers uit
tellen, dat zoo niet heel, dan toch ze
ker half Nederland onmiddellijk het
meest straffe vonnis over hem zou
vellen
Dat hebben ook aanstonds De Te
legraaf en Het Volk gedaan, blijkbaar
innig verheugd, dat ze weer op Colijn
los konden branden. En onszusterblad
„Onze Eilanden" heeft het illustere
voorbeeld gevolgd. Hel kon alleen niet,
zooals de beide eerstgenoemde bladen,
het huis De Hoogstraat in prent erbij
afdrukken. En ze breken den staf over
den minister met deze woorden
„Dit alles raakt echter nog niet de
kern van dc kwestie".
„Deze is gelegen in het feit, dat een
minister ten eigen bate gebruik maakt
van practijken, die hij weinige weken
te voren zelf laakbaar en ontoelaatbaar
noemde".
„Het is moeilijk voor 's ministers
gedtagslijn een andere kwalificatie te
vinden dan hij er zelf van geeft. De
zijne is scherp en vernietigend genoeg".
Er zijn gelukkig ook nog andere
persorganen in Nederiand, die niet ge
lijk Telegraaf en Volk, als de spin
dadelijk probeeren venijn uit de bloem
te zuigen, maar als de bij trachten er
honing uit te puren. We noemen geen
rechtsche bladen. Deze verdedigen Co
lijn immers door dik en dun
Maar het Handelsblad, dat eerst spot
tend de vraag steltHeeft dé minister
misschien op krasse wijze metterdaad
willen aantoonen, welke ongeoorloofde
praktijken mogeiijk zijn en daarom door
zijn wet moeten getroffen worden ?Maar
dan tot ernstige beschouwing van het
geval overgaand, komt het vrijzinnige
blad tot de conclusie, dat er geen reden
is om de gedachte aan kwade prak
tijken op den voorgrond te stellen. Het
komt er slechts op aan, of de heer
Colijn inderdaad zijn landgoed zelf zou
blijven bewonen, het quasi van de N.V.,
maar feitelijk van zichzelf hurende.
Nu intusschen de heer Colijn Leersum
reeds metterwoon verlaten heeft, is het
bewijs geleverd, dat zulke kwade prak
tijken niet in zijn bedoeling liggen.
We zullen afwachten, of Telegraaf,
Volk en Onze Eilanden voldoende zelf
respect hebben om hun lezers den juis-
ten stand der zaak mede te deelen en
den belasterde hun verontschuldiging
aan te bieden.
De vraag doet zich zelfs op, of hier
geen feit aanwezig is, waarop terecht
een aanklacht wegens schending van
eer en goeden naam ware te gronden.
R. A. d. O.
40 cent per regel.
MOND. ADVIES f!
Alle zaken behandelt het
Bureau voor Rechtskundige Hulp
Haagscheveer 5 (bij Hofplein)
Telefoon 11862 Rotterdam
Kantoor van 10—8 uur. Geen Bijkantoren
Oesprongera Handen
ituws, Schrale Husd
Sprmgercdie Lippen
F9oadwonci|@s
Bij Apoth. en Drogisten.
Sommelsdijk pakt aan 1
De kernvorming in de Sommelsdijksche
Kiesvereeniging heeft plaats gehad.
De zaak is goed aangepakt.
Ouderen zoowel als jongeren verbonden
zich het propagandawerk te steunen.
Een werkrooster voor de komende cam»
pagne is reeds klaar.
Is er hier of daar nog iemand die beseft,
hóe lieflijk het moge zijn te vertoeven bij het
geblaat der kudde in de stallingen, er toch
van een man meer geëischt wordt, dat er ge»
sproken moet worden met den vijand in de
poort, om eens een Oostersch beeld te ge»
bruiken, hij melde zich nog aan.
En laat het overig deel der leden onzer
Kiesvereeniging zich nu niet al te zéér onbe»
tuigd laten.
Niets ontmoedigd, een ijverig bestuur meer
dan dat men de convocatiebiljetten, welke
men thuis krijgt, voor kennisgeving aanneemt,
zonder te besluiten aan den oproep gehoor
te geven.
Laat dit zoo nu niet blijven.
Op de volgende vergaderingen der Kies»
vereeniging zullen onderwerpen voorgelezen
worden betreffende de practische politiek.
De inleiders hebben zich voor deze onder»
werpen ingespannen, vrijen tijd er voor op»
geofferd, geen moeite er voor gespaard.
Beloon nu die moeite door te komen luis»
teren, en zoo mogelijk u te interesseeren voor
den arbeid Ge zult er zelf schik in krijgen.
En 't is zoo noodig
't Gaat toch om de hoogste belangen onzer
volksgemeenschap.
Ook in uw hart vindt het woord van onzen
Groen 'Tegen de Revolutie het Evangelietoch
nog een diepe weerklank
Over 't water in 't algemeen en ten ops
zichte van het menschelijk lichaam
:s: in 't bizonder. ss:
Dit onderwerp gekozen in verband met de
waterleidingsplannen hier op ons eiland. Maar
ook op zich zelf 't water wel een bespreking
waard, want 't is een zeer merkwaardige stof,
die een buitengewoon groote beteekenis heeft
voor de huishouding der natuur, voor 't maat»
schappelijk leven der volken en voor ons
eigen lichamelijk leven.
Uit scheikundig oogpunt reeds merkwaardig
't is geen enkelvoudig elementaire stof als
ijzer, goud, zilver of lood b.v., maar gevormd
uit twee gasvormige elementen n.l. Ie zuur»
stof. De onmisbaarste van alle stoffen voor
mensch en dier, 2e. waterstof, uiterst licht en
uiterst ontplofbaar. Wegens zijn buitengewone
lichtheid, wordt waterstof gebruikt voor de
Zeppelins, om in de lucht te blijven drijven,
maar ook zeer gevaarlijk (ontploffing door
vuur, electrische vonk of bliksem.) Daarom
de Duitsche Zeppelin in Ameria gevuld met
helium»gas, dat wel zeer duur, maar onont»
plofbaar is. Door een electrische vonk een
groot mengsel van zuurstof en waterstof schei»
kundig vereenigd tot een enkele druppel wa»
ter met een geweldige knal. Van daar de naam
knalgas van dit gasmengsel. Nu is water ge»
vormd en dit is een geheel andere stof. Ter»
wijl gasvormige bestanddeelen 't uiterste brand»
gevaar geven, is het gevormde water een middel
om brand te blusschen
Uit natuurkundig oogpunt, water ook een
gansch bijzondere stof. Iedere andere stof
krimpt gestadig in bij afkoeling van hooge
tot lage temperatuur. Water echter heeft bij
4° C. zijn grootste dichtheid; afgekoeld tot
lager temperatuur zet het uit en bij vriespunt
zet het zich met onweerstaanbaar geweld uit
tot ijs. Ijs nu drijft op water Hier hebben
we nu een heel vreemde toestand een stof
die in haar vasten vorm drijft op haar vloei»
baren.
Dat water bij 4° C zijn grootste zwaarte
heeft van groote beteekenis in de natuut.
Daardoor voorkomen, dat de rivieren en mee»
ren in de koudere luchtstreken des winters
al spoedig en tot op den bodem in ijs ver»
anderen. Dit afgekoelde zwaardere water zakt
n.l. naar den bodem en wordt daarbij vervan»
gen door nog niet zoo sterk afgekoeld grond»
water, dat naar boven komt en wordt dan
niet zoo gemakkelijk tot 0° afgekoeld, dat het
daar in ijs kan overgaan. Dit kan slechts bij
buitengewoon hevige en buitengewoon lang»
durige vorst plaats vinden.
Uit aardrijkskundigtaardkundige oogpunt is
het merkwaardig, dat verreweg het grootste
deel van de oppervlakte van onze aardbol
(7/10) door water gevormd wordt. De groote
vastelanden en eilanden breken slechts hier
en daar dit oceaanuiterlijk. Als men bij Nieuw»
Zeeland de halve aardbol kon overzien, zou
men ongeveer niets dan water ontdekken en
zou men den indruk van een waterbol krijgen.
Deze overheersching van het water nog ster»
ken, als men de massa gaat berekenen van het
wereldwater, dat zich in al de oceanen, zeeën
en meren bevindt en van het landt, dat daar»
boven uitsteekt. Dan blijkt dat de massa van
het water wel 10 maal grooter is dan die van
het land. De oceanen zijn n I. nog dieper dan
het boogste gebergte hoog is. Eigenaardig van
het water is, ook, dat het in zooveel verschil»
lende gedaanten in de natuur voorkomt:
le. als damp en is als zoodanig onzichtbaar.
Wel weer zichtbaar, zoodra deze damp zich
verdikt tot den tweeden, den vloeibaren vorm
(stoom, wolken, nevel, dauw, mist en gewoon
water), terwijl het 2e. in den vasten vorm
voorkomt als ijs, hagel, rijp, ijzel en sneeuw.
\an af de vastelanden dag in dag uit, jaar
in jaar uit, eeuw in eeuw uit stroomen al maar
ontzaglijke hoeveelheden water uit de rivieren
in de wereldzeeën en toch merkte reeds de
Prediker op, dat de zee er niet voller door
wordt.
Hoe dit mogelijk Wel door den kringloop,
die het water in de natuur volbrengt. Dit
weer, zooals eigenlijk alles, iets wonderbaar»
lijks in de wondere schepping, vol van nog
onbegrepen raadselen. Door aanhoudende be»
oefening der wetenschappen ook op dit gebied
veel raadselachtigs begrepen, hoewel de mensch
telkens weer op dieper raadselen stuit. »Ins
Innere der Natur dringt kein erschaffne Geist,«
d.w.z. vrij vertaald »de diepste raadselen der
natuur blijven voor den mensch onoplosbaar.«
Maar van de uitwendige verschijnselen en de
wetten, die het leven in de natuur beheerschen,
heeft de mensch reeds zeer veel ontdekt.
Deze kringloop nu als volgt:
Van al 't water op de aarde voortdurend
verdamping. Deze 't grootst in de zeeën in
de tropische, heete streken 't geringst in de
koude ijsstreken. Bij ons 's zomers 't grootst,
's winters 't kleinst. Deze onzichtbare water»
damp stijgt ten hemel in de lucht, Deze lucht
naar boven steeds kouder in 't algemeen plm.
1° C. kouder bij iedere 200 M„ die men in
de. lucht stijgt, De waterdamp daardoor in de
bovenlucht ten slotte zoo afgekoeld, dat ze
zich verdicht tot fijne neveler ontstaan wol»
ken, die niets anders zijn dan water in zoo'n
fijn verdeelde toestand, dat die waterdeeltjes
blijven zweven- in de lucht. Is de lucht, zooals
in deze wintermaand vaak, boven den grond
vochtig en sterk afgekoeld, dan ontstaat deze
nevelvorming reeds vlak boven de aarde in
den vorm van mist, of 's zomers bij sterke af»
koeling 's morgens of's avonds als dauw. Gaat
de afkoeling van die wolken nog verder voort
of worden ze verdicht bij het strijken over
bosschen en bergen, dan vloeien de fijne
druppeltjes, waaruit ze bestaan, samen en wor»
den ten slotte te zwaar om te blijven zweven
en 'worden onder 't vallen steeds grooter en
komen als regen op 't aardrijk terecht. Verre»
weg 't grootste deel van de atmospherische
waterdamp keert in den vorm van dezen zoo
belangrijken regen naar de aardoppervlakte
terug, waardoor weer de rivieren en beken en
ondergrondsche waterstroomen gevoed worden
die hun water weer terug voeren naar de
zeeën. Een ander deel verdicht zich op de
hooge gebergten tot sneeuwvelden, vanwaar
uit dan op de sneeuwgrens, waar beneden deze
sneeuw gaat smelten, weer rivieren ontsprin»
gen. Ook deze voeren hun water ten slotte
weer naar de oceanen. Volgens berekening
slaat jaarlijks uit de atmospheer onzer aarde
een hoeveelheid water in zijn verschillende
vormen neer, die het vóór»oorlogsche Duitsch»
land tot een hoogte van 1,5 K M. zou kunnen
bedekken, d.w.z. zoowat 50 torens van Nieuwe
Tonge hoog en dan over zoo'n oppervlakte.
Men kan zich er eigenlijk geen goede voor»
stelling van maken En al dit water wordt
ieder jaar door onze zon, deze geweldig groote
en ontzaglijk heete vuurbol, tot verdamping
gebracht.
Als men nu gaat berekenen, hoeveel warmte
daarvoor noodig is (men denke maar aan de
warmte noodig om een ketel water tot ver»
damping te brengen) en bedenkt, dat onze
kleine aarde slechts een zeer gering deel op»
vangt van de warmte door de zon naar alle
kanten voortdurend uitgezonden in ons zonne»
stelsel, dan gaan de krachten in onze zon ge»
legd, 't bevattingsvermogen van den nietigen
mensch verre te boven.
Deze kringloop van 't water in de natuur
zou men kunnen vergelijken met den bloeds»
omloop in 't menschelijk lichaam en voor
beiden deze omloop even belangrijk en on»
misbaar. Door de waterdamp van de lucht
wordt als 't ware een luchtige deken tusschen
de koelte des hemels en de warme aarde ge»
schovenwaardoor vooral 's nachts te sterke
uitstraling der opgevangen warmte door de
aarde wordt tegengegaan en de hitte overdag
getemperd. Hield deze kringloop van 't water
op, de gevolgen voor onze aarde zouden even
noodlottig zijn als 't ophouden van den bloeds»
omloop voor ons lichaam de vorming van
de wolken, die den hemel zoo schoon kunnen
sieren, zou ophouden, geen regen zou het
dorstige aardrijk meer drenken, de rivieren
zouden ophouden te stroomen en de beken
te ruischen; 't leven van plant en dier en
mensch zou cjpor 't gemis van 't onontbeer»
lijke water onbestaanbaar en de aarde onbe»
woonbaar worden en veranderen in een even
dorre en doodsche planeet als de maan.
(Wordt vervolgd.)
Lezing door Dr. C. van Gelder Arts te
Nieuwe Tonge gehouden in de Bijz. School te
Herkingen op Dinsdag 9 Dec. 1.1. des avonds
half 7 uur
De reclame op de poststempels.
In de Memorie van Antwoord op de P.T.T.»
begrooting zegt de Minister van Waterstaat
het te betreuren, dat de eerste reclame, welke
met financieel voordeel in den poststempel
werd opgenomen, ten gevolge van de kenbaar
geworden opvattingen, niet kon worden ge»
handhaafd. Het is niet gemakkelijk voor zulk
een kostbaar object in de tegenwoordige om»
standigheden een gegadigde te vinden. Het
contract was voor 6 maanden geldig. De ba»
ten te noemen acht de minister minder ge»
wenscht, met het oog op de concurreerende
reclame. Wel kan hij zeggen, dat nu hij de
betalende reclames in de poststempels niet
meer doet opnemen, voor 1925 de geraamde
opbrengst der postreclame met f 80.000 moet
worden verminderd. De betrokken firma, die
vooruit betaalde, zooals de gewoonte is, is
gecrediteerd voor den tijd gedurende welke
de reclame niet heeft kunnen loopen.
Dat aal je overkomen
De lezer weet wat een Pro»Deaan is
Iemand, van wien de rechtbank oordeelt,
dat=ie geen advocaat betalen kan en wien nu
zulk een rechtskundige »Pro Deo«, heelemaal
voor niets wordt toegevoegd.
Mr. Aerkouteren verhaalt nu van zoo'n ge»
holpene, die hem de wet voorschrijven en de
les lezen wilde, h o.e hij als advocaat voor
z'n prodeaan procede'eren moest. En toen deze
weigerde en zei, dat hij dat zélf, als advocaat
zijnde, weten zou, zooals een arts zélf weten
moet wat recept hij schrijft,
Kreeg»ie 'n booze snauw
»I k ben de werkgever, g ij zijt de werk»
nemer, m'neer de advocaat! en gij zult'1 dus
doen zoo i k het wil 1«