fIC ai Stop dien hoest... Abdijsiroop Rechtzaken 1 i ■I Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. No. 3076 ZATERDAG 13 DECEMBER 1924 39ste JAARGANG I in. f 1,50 f2,25 IN HOG SIGNO VINCES EERSTE BLAD. T oepassing'. Op den Uitkijk. i W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers Reclame-Mededeelingen. Het goedkoopste, Het grootste, Het meest gesorteerde Hoeden- en Pettenmagazïjn HANDELSPOLITIEK. ilgemeene kwaal van 1® kwaal van onzen in eetlust; hoofdpijn suizen in de ooren Is verschijnselen van I elukkig. Wanneer gij lorgens, dadelijk na eetlepel SANGUI. ;n van ondervinden. M gisten. a Den Haag van Boekhandel ^elsdijk Ibaas". veerhij wéét dat. llat ik bij u op school :n mijn middagboter» eester En u weet mis» me eens hebt beknord, achtig mocht zijn. inderdaad. kuld lag bij mij, want |t weten, dat ik zonder gegaan was, omdat tuis gevonden werd aiddag zonder eten wel, meester zegt [dankbaarheid in haar niet®, prevelt meester, oer er in 't Veen niet ren gaven hem gelijk, veel barmhartigheid en haalden de oudjes aensch moest toch in eigen voordeel letten >d zijnzegt meester taaltje van vertellen®, paal voort. »Daar was en daarom noem ik in de rats. Net in 't ?ordt zijn knecht ziek itkomst, dat vader hem ir ons mooidie boer winter toe werk. Wat s komt plotseling een de boer wordt 't met beet het»Verlei kon aij de boer kon chzelf het naast, niet* ■puntzegt Krijtman ik heb wel erger din* groote stad. maar (Wordt vervolgd). Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten wordcó berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Men herinnert zich de „gelijkenis". Dan geven we nu dadelijk de toe passing. Zij geldt n.l. de A.R. partij. Ook die is met een paar pioniers of voortrekkers moeten beginnen en jaren lang stonden die er vrijwel alléén voor. Wie iets van de geschiedenis kent, weet het. Denk aan Groen van Prinsterer. Noem na en met hem de namen van Wormser, Elout, Mackay en nog twee of drieen gij hebt het gehad. De vijand stak er den draak mee. erf* Net als de Spanjaarden de Geuzen- vloot „het kleine hoopken" noemden, zoo deden ook zij ten opzichte van die antirevolutionairen. Hoor b.v. een Thorbecke, tegen Groen „De antirevolutionaire partij schijnt mij te zijn een partij, die uit niet veel meer dan de heer Groen van Prinsterer zelve bestaat. Nu was dat lichtelijk overdreven. Maar veel waars was er in. En al waren zij nu niet naar een vreemd land getogen, zij stonden toch, klein in getal als zij waren, voor een reuzetaak en daarvoor was, toen zij in de kracht en de mogendheid des Heeren Heeren begonnen, nog geen spa in de grond gezet. Al heel wat overeenkomst dus met de teekening in onze gelijkenis. Welke was nu die taak Laat me 't zeggen in een omschrij ving van veel later tijd „Het herstellen en bewaren van en het voortbouwen op de christelijke grondslagen van ons volksleven". Die grondslagen waren er nog wel. Maar ze lagen onder bergen van puin Ze waren ook deerlijk gehavend. En op die grondslagen was een eeuw en langer allerlei modern getimmerte gebouwd. Wat een reuzenarbeid dus. En daat stonden er enkelen voor. Of om weer tot 't beeld der gelijke nis, dat van den landontginner terug te keeren De grond op zichzelf was nog wel goed en zou wel vrucht geven ookmaar vraag niet wat een oer woud van allerlei geboomte en struiken en stronken er in den loop der eeuwen op gegroeid was, dat eerst in noesten arbeid, elk jaar een stuksken moest worden opgeruimd. En de handen waren weinige Eerst langzaam aan kwamen er méér. Onder Kuyper kwam flinke aanwas. Maar nóg blijft het zoo, dat de groep, die tegen de machtige Revolutie op tornt, nog geen vierde van ons volk groot is en dat ze veie jaren lang, en nóg! wat intellect, mannen van naam en invloed en rang, rijkdom, positie enz. betreft zich met haar vele en tal rijke tegenstanders niet vergelijken kan. En zoo bleef de taak zwaar. Men moet het zich goed indenken Ga niet verder dan een kwart eeuw terug, hoe was de toestand tóén Wat had toen onze antirevolutionaire groep aan staatslieden, mannen van wetenschap, geleerden, journalisten, practici enz. enz., en dat zijn toch de menschen, die het werk uitvoeren moeten, steeds hun kracht vindend in God en hun steun in het geloovige volk Hoe weinige waren zij in getal Toch zijn ze aan 't werk gegaan. Hoe zwak dan ook van vermogen. Met hoe primitief gereedschap ook. 9 hebben hersteld, herbouwd, ge- V|gd, en vooral ook 't geen overig was bewaard, de christelijke grondslagen van ons volksleven. Eilieve, zie b.v naarFrankrijk Vergelijk Nederland en Frankrijk eens op 't stuk van godsdienst, school, kerk, onderwijs- en huwelijkswetgeving, Zon dagsrust enz. en dan kunt ge zien en oordeelen wat bij ons de voortrekkers en weinige ontginners hebben gedaan Dat er veel te doen overblijft: Wij weten 't nog veel beter dan wie ook Dat het o, zoo langzaam gaat Wie die 't zoo betreurt als wij. Maar dat alles toegegeven, dan zeg gen we't Is snoode ondank jegens God, om alles voorbij te zien, wat Hij ons aan „christelijke grondslagen" in ons volksleven gelaten heeft en her bouwen deed. Het slot is insgelijks eenvoudig. Ook hier is de bediller opgestaan. Die kwaad gerucht van ons voort brengt. Hij wijst op al wat daar, ondanks den arbeid der A.R. partij nog onafge daan bleef, of waar de hand nog niet aan geslagen werd, dat het er nog verre af is, als zou het volk in elk opzicht geregeerd worden in de vreeze des Heeren en de wetgeving in elk onder deel reeds geregeld zijn en in overeen stemming gebracht met de ordinantiën Gods. Ik noem nu maar geen namen. Ieder weet wel, welke menschen leven, niét van strijd tegen de Revolutie maar van critiek op de antirevolutionaire partij. Zullen ze zelf méér doen? 't Beter doen 't Vlugger doen Geen kwestie van 't Eenige is, dat ze al maar splijten en verdeelen. Op een hoog hek gaan staan en allerwege verkondigen, dat het met die landontginners niets gedaan is, wijl er nog zooveel grond woest bleef en dat het met die „christelijke grond slagen" zoo slecht opschiet, omdat er nog zooveel in puin ligt. Voor wat er gedaan is, in Gods kracht, en nog steeds gedaan wordt, hebben ze geen oog. Zij zijn de getrouwen in den lande. En dan hagelt hun critiek op al wie buiten hen den Naam des Heeren be lijdt op politiek gebiedOf dat de juiste weg is om het volk van Nederland terug te brengen tot den God der Va deren We vragen het slechts. Het werkloosheidsvraagstuk in Ooltgens- plaat. Dit moeilijke vraagstuk is, evenals in zoo» vele gemeenten, te Ooltgensplaat telken jare van groote urgentie. Een woord van hulde mag aan het dagelijksch bestuur dezer gemeente niet onthouden wor» den voor de sympathieke wijze, waarop het tracht dit vraagstuk op te lossen. Evenals het vorige jaar zal men hier trachten door overleg tusschen beide partijen een ops lossing te zoeken welke de gemeente slechts op een minimum van kosten brengen zal en waarbij de werkloozen toch voor het nijpende gebrek, welke een langdurige werkloosheid tengevolge zou hebben, bewaard worden. Het systeem, dat hier gevolgd wordt, berust op den volgenden grondslag. Er wordt een commissie samengesteld uit personen van de zijde van het gemeentebes stuur, van de zijde der landbouwers, van polderbesturen, ambachtsheerlijkheid en van de arbeiders. Aan landbouwers, polderbesturen enz. wordt nu gevraagd aan de commissie werkzaamheden aan te bieden welke verricht kunnen worden in den tijd der werkloosheid, arbeid, welke feitelijk achterwege kan blijven, doch die vers richt zijnde, toch aan het bedrijf productief gemaakt is. De commissie beoordeelt dan of het aanges boden werk inderdaad den aard van bijzonder werk, van extra arbeid draagt. Is dit zoo, dan wordt dit werk opgedragen aan de werklooze arbeiders volgens regelen door de commissie te stellen, terwijl het loon dat uitgekeerd wordt gedeeltelijk door de patroons en gedeeltelijk door de gemeente gedragen wordt. In de laatst gehouden raadszitting dezer gemeente waar deze zaak ter sprake kwam, bleek dat de groote meerderheid zoowel van patroons» als van arbeiderszijde bovengenoemd systeem toejuichte, daar het in het vorige seis zoen zeer goed gewerkt blijkt te hebben. Het is een verblijdend verschijnsel, dat de landbouwers en de arbeiders door dezen weg tot elkander gebracht kunnen worden. Behalve een materieele, heeft deze oplossing van het werkloosheids vraagstuk ook een moreele zijde, die voor de bevolking van niet minder groot belang is. Niet te veel kan er daarom op aangedrongen worden dat men aan weerszijde zoovéél als kan zich toegevend betoone. Beide partijen zullen er wel bij varen. En hoe denken andere gemeentebesturen hier over Nadruk verboden. Groen en de Afgescheidenen». III. «Fortiter in re, suaviter in modo®. De ouderen, die zich dr. Kuypers Stans daardslectuur herinneren, waarin hij soms ook wel 'n latijnsch snuifje dorst presenteeren, weten uit 't gebruik alleen reeds zoo ongeveer, wat met deze antieke spreuk wordt bedoeld. Kras wat de zaak, zacht wat den vorm bes treft. Groen's stijl was altijd wat min of meer voornaam. Wat allerminst is gekunsteld of gemaakt. Hij zou iemand, desnoods in diens eigen huis, krasse waarheden zeggen, maar hij zou er niet binnendringen, zich geheel in den vorm laten aandienen en zijn inkomen en begroeting zouden onberispelijk zijn. Zoo ook in deze zijn brochure. Scherp van inhoud soms brandt de inges houden toorn door alle woordinkleeding heen, dat het pijn doen moét, een pijn, die ook wel bedoeld is en gewild, want voor een diep ingevreten wonde is een vaste hand en een scherp stilet noodig, maar niemand heeft Groen ooit kunnen verwijten, dat hij ook maar met één woord de majesteit der Kroon of de hoogheid van het Gezag te na gekos men is. De waarheid wondde, niét de vorm, waarin zij werd gekleed. Maar die waarheid wondde dan ook soms fel. En dan was Groen als auteur van dusda» nige makelij, dat hij niet eenige fluweelen zinnetjes neerschreef, maar dat hij die waars heid dan ook ten voeten uit voor het gans sche Nederlandsche publiek uitstalde en als 't ware noodigde «Zég daar iets tegen, indien ik onwaarheid geschreven heb Laat één frappant voorbeeld 't nog illustrees ren. In 't midden van zijn betoog, schrijft Groen de beschuldiging neer, dat de vervolging der Afgescheidenen is in strijd met de duidelijke letter der Grondwet. Nu was dat ook wel het toppunt. Over de afscheiding zelfover het recht van vergaderen over wat wenschelijk, geoors loofd, laakbaar was, kan heel lang pro en contra worden gepleit. Maar als tenslotte de Wet spreekt, meer nog als de Grondwet zelf uitsluitsel geeft, de Constitutie, waarin de rechten en vrijheden des volks als in een Gouden Boek bewaard liggen en die door den Koning plechtig bezworen is dan is dit toch wel het einde van alle tegenspre» ken. En toch, Grondwetsschennis wordt door Groen aangetoond. Eerst schrijft hij art. 212 der toenmalige Grondwet af en omschrijft den zin met zijn eigen woorden vervolgens aldus »Nooit inkwartiering, dan waar door ons voorziene omstandigheden volstrekte nood» zakelijkheid bestaatnooit zonder vergoe» ding nooit dan bij ille inwoners der ge* meente, bij beurte of bij alle tegelyk«. En dan roept Groen het gansche Neder* landsche volk er bij en zegt; Komt gijlieden nu eens zien, wat daarvan in de praktijk maandenlang, jarenlang ten opzichte der Af» gescheidenen terechtgekomen is! «Geen inkwartiering, dan waar Maar hebben dan ooit ergens die Afget scheidenen de rust verstoord? Is dan bidden en psalmzingen en prediken soms rustversto» ring En was niet geheel die inkwartiering alleen hiervoor, dat die Gescheidenen eens goed de ongenade van het Gouvernement zouden ondervinden, opdat zij nu mijn omschrijving! met hangende pootjes zou» den terugkeeren in den schoot der Hervormde Moederkerk Wair was hier de «volstrekte noodzakelijkheid® Laat nu Groen zelf weer spreken «Schadeloosstelling, zegt de Grondwet en de schadeloosstelling wordt geweigerd. De adressen aan de Gouverneurs en ook aan Z. M. ingezonden, waarvan sommige reeds bijna voor een jaar ingediend zijn, laat men zonder antwoord«. Men ziet, dat Groen waar 't recht en waar» heid geldt, niemand spaart. En dan gaat hij verder «Geen onderscheid, geen uitzondering, geen voorrecht, zegt het Reglement, in den geest der Grondwet door den Koning ge» arresteerden de inkwartiering had bij voorkeur, had uitsluitend bij Afgescheide» nen plaats 1« 40 cent per regel. voordat Uw verkoudheid ontaardt in een ernstige en moeilijk te genezen borstaandoening.Neem de kleine oorzaken weg en voorkom al dus de groote gevolgen met de ver zachtende en genezende Akker's Overal per koker H .50 i 2,75 i 4.50 De groote Bacons zijo voordeeligerl VDOD E>U!K ZTN KDUS p - <vnf 7 Kipstraat 85.87 Rotterdam iw ZIE DE 5 ETALAGES Voor hoeden No. 85. Voor Petten No. 87 Aanbevelend d. HENIGER Jp. MOND. ADVIES fl 1.. Alle zaken behandelt het Bureau voor Rechtskundige Hulp Haagscheveer 5 (bij Hofplein) Telefoon 11862 Rotterdam Kantoor van 10—8 uur. Geen Bijkantoren En dan stroomt het voorbeelden uit Groen's pen. 't Is of zijn verontwaardiging moeilijk van ophouden wéét, ze moeten het nu maar eens hooren, die zelfvoldane braven hoe het in werkelijkheid er naar toe gaat in Neder» land, als des Konings dragonders op die «nieuwlichters® worden losgelaten in slrijd met alle geschreven en ongeschreven wet 1 En hiermee is het Nederlandsche Volk èn het Nederlandsche Gezag nog niet van Groen af. Het is èrg, wat hij doethij weet het zelf In een Constitutioneelen Staat te bewe» ren, dat een stellige bepaling der Grond wet openlijk en meermalen is overtreden geworden, is geen lichte zaak, is een be» schuldiging, die, wanneer zij ongegrond en onbedacht is, van de grootste lichtvaardig» heid getuigt®. Maar ze is niet ongegrond, noch onbedacht. En Groen gaat voort met zijn requisitoir ASrt. 171 schaft verbeurdverklaring af door de eindelooze inkwartieringen wordt ze door een achterdeur weer in gebruik gesteld. Art. 197 wil geen belasting dan uit kracht eener Wet. Onwettige inkwartiering is feitelijk belasting naar willekeur. Art. 198 verbiedt alle privilegiën op 't stuk van belastingen. En toch worden die feitelijk ingevoerd, als X en Y geheel vrij zijn van in» kwartiering en er bij Z vijf of tien of eenendertig man met 'n officiei worden on» dergebracht. Art. 183 verlangt, dat geen straf worde op» gelegd dan door den rechter, en «men zegt dat het beklagenswaardig gebruik van krijgsmacht tegen de ingezetenen ook plaats heeft, daar waar de rechter uitdrukkelijk vrij» heid van godsdienstoefening toegekend heeft En dan, even later, komt dat roerend en onwankelbaar vertrouwenOranje zal recht doen, zoodra maar eenmaal den Koning de oogen opengaan Neen, Groen is geen woeste revolutionair. «Nederland en Oranje is ook thans nog zijn leus. Die ééne passage schrijven we nog af en dan kunnen we begrijpen, dat al bracht Groen's brochure ontegenzeggelijk in 't eerst aan 's Konings zijde een verkoeling te weeg, slechts een paar jaren later in een langdurig mond» gesprek Willem I Groen's «goede trouw« vol» komen recht deed wedervaren en hem zijn volle vertrouwen schonk, gelijk voorheen. Ziehier Groen's treffend beroep op Oranje ook bij Z. M. moet het weerzin verwekken, dat tegen Nederlanders in 2ijn naam, een middel wordt gebezigd, hetwelk, onder de gruwelen der omwenteling, en de dwingelandij van Napoleon, en ook daar alleen op zijn plaats, steeds als een der vreeselijkste wapens van revolutionair ge» weid, van despotisme en overheersching aangemerkt is. Het zou ophouden dat on» waardig, dat onzalig overblijfsel van een tijd, die in het geheugen van vorsten en volken, ter afschrik en niet ter navolging moest bestaan; het brengt geen zegen, noch over Kerkgenootschap of Staat, noch over Vorst of vorstelijk huis. Niet instandhou» ding, het is de afschaffing die Nederland en Oranje voegt«. Een geschrift, als dit van den heer Groen van Prinsterer, kon èn om den inhoud èn om den schrijver, niet doodgezwegen worden. Inderdaad kwam dan ook de tegenspraak, 't Meest bekend is die van den heer J. R. Thorbecke in «Le Journal de la Haye«, 'n Fransch blad dat in de residentie uitgegeven werd en natuurlijk geheel over Hollandsche belangen handelde, maar mee had, dat het door vooraanstaande personen in 't buiten» land gelezen werd. En merkwaardig was, Groen had daar ook op gewezen hoe waar binnenslands alles zwéég, juist uit het buitenland protesten op» gingen tegen de godsdienstvervolging, die in de Nederlanden van dag tot dag feller werd. Groen beantwoordde zijn «vriend en tegen» stander« in dezelfde taal en in hetzelfde blad. Verdere tegenspraak liet hij rusten. Zijn doel was in zooverre bereikt, dat de ban van het verstikkende zwijgen gebroken was. Hij had operatief de verlossende snede aangebracht, nu zou het recht zich verder zélf wel baan breken, gelijk het dan ook gedaan heeft. Maar zoolang hij leefde, hebben de kinde» ren der Afscheiding Groen van Prinsterer met liefde omringd en in zijn arbeid gesteund en geëerd. En aan zijn graf stond ook een van de «Vaders der Scheiding« en hij heeft er nog eens de dank van zijn volk uitgesproken aan den man, die sprak, toen er voor de arme vervolgden nergens een Helper of Voorspraak was. Aan Groen, ook hierin antirevolutionair. UITKIJK. Geheel op zich zelf beschouwd voelen wij meer voor vrijhandel dan voor protectie, schreven we een vorige maal. Wat is natuurlijker dan dat ieder volkomen vrij is om te koopen en te verkoopen waar hij wil en dit het voordeeligst doen kan, het» zij in het binnenland of buiten de grenzen In de protectie schuilt feitelijk een tegen» strijdigheid. Het doel der economie is niet de arbeid te vermeerderen, doch om den arbeid te verminderen Wanneer men in het buiten» land voor een product het bedrag van één dag arbeid betalen moet en daarentegen in eigen land voor het zelfde product twee dagen arbeid betalen moet gaat het niet op, om de buitenlandsche producten zóó te belasten, dat de prijs gelijk komt te'staan met de prijzen der producten uit eigen land. Hierbij komt dat de economie slechts ge» v m I I -i

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1924 | | pagina 1