kinkhoest. Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Akker s Abdijsiroop IN HOC SIGNO VINCES li No. 3072 ZATERDAG 29 NOVEMBER 1924 39STE JAARGANG EERSTE KLAD. Laat Uw lieveling niet kwellen Geef het dadelijk W. BOEKHOVEN Sl ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers V Dollar en Gulden. Op den Uitkijk. Reciame-SVIededeelingen. door den Hei goedkoopste, Hel grootste, Hel meest gesorteerde Hoeden- en Pettenmagazijn Land- en Tuinbouw. Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSD1JK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten woidcii berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. V Na de vergadering der Hulp-centrale. We schreven een vorige keer de vergadering der Hulpscentrale op Woensdag 26 Nov. zal de inzet zijn van de actie in de komende ver» kiezingscampagne. Deze inzet mag moedgevend heeten. De vergadering van Woensdag j.l. was flink bezocht en wel door personen van bijkans alle plaatsen van het eiland. De heer Den Ouden hield een schoone politiekszakelijke rede, welke ongetwijfeld zons der eenig voorbehoud door de aanwezigen werd aanvaard. Uit deze rede bleek weer eens duidelijk, dat slechts de antirevolutionaire beginselen de grondslag kunnen vormen waars op wij ons politiek gebouw kunnen optrekken. Maar als dit dan ook onze diepste overtuis ging is, dan moet er nu ook gebouwd worden Er moet door een ieder in zijn omgeving naar de mate van zijn krachten en talenten gewerkt worden. .Vooral hierop werd door den heer Den Ouden de nadruk gelegd. En dit werken móet nu maar niet te hooi en te gras en door een ieder op zijn eigen gelegenheid geschieden, doch systematisch, organisch en geconcentreerd. Vandaar de noodzakelijkheid der kern vorming- Een kernvorming van leden der Kiesvers eeniging, om het propagandawerk aan te vatten. Vooral op ons eiland waar verschillende Kiesvereenigingen een groot aantal leden tellen waarvan er echter gemiddeld slechts een vierde of een vijfde de vergaderingen bezoekt, is deze kernvorming noodzakelijk, opdat door de logge en loome houding van een groot lichaam de actie niet lam geslagen worde. Laat deze zaak dan nu een onderwerp van bespreking uitmaken op de eerstvolgende vers gadering onzer Kiesvereenigingen, voorzoover dit nog niet plaats gehad heeft. Zal het goed zijn, dan moet voor de volgende vergadering der Hulpscentrale deze zaak plaats selijk geregeld zijn. Slechts wanneer na het woord op de Hulps centrale gesproken nu ook de daad volgt mag gesproken worden van vruchtdragenden arbeid door de Hulpscentrale verricht. V Een fout in onze gemeentepolitiek. Het is een groot voorrecht wanneer wij plaatselijk zoo sterk staan dat het getal onzer raadsleden niet tot één of twee beperkt blijft, maar dat het mogelijk wordt een raadsfractie te vormen. Doch dit voorrecht brengt ook moeilijkhes den met zich. En een eerste eisch is wel, dat zulk een raadsfractie zorgt voor éénheid in haar ges meentepolitiek. Noodzakelijk is, dat zij de vraagstukken welke in de raadsvergadering behandeld wors den, met elkander terdege onder de oogen zien en bespreken, opdat er éénheid zij in hun optreden ter raadsvergadering. Slechts dan kan er krachtige uitvoering van het ges meenteprogram verwacht worden. Een fout is het dat dit niet steeds gebeurt. Wat de j 1. gehouden raadsvergadering te Middelharnis te zien gaf, bewijst dat deze noodige eenheid soms maar a,l te zeer onts breekt. Het is toch wel wat al te bar, dat Antirev. raadsleden elkander als het ware in de haren vliegen. Dit moest tegen eiken prijs voorkomen worden. Dat er meeningsverschil is over sommige dingen spreekt van zelf. Ieder mensch heeft zijn eigen visie op de dingen. Maar in ins tieme fractievergadering moeten deze mees ningsverschillen uit den weg geruimd worden en de meeningen in ieder geval zóóver tot elkander gebracht worden, dat er geen sprake van kan zijn, dat de heeren in openbare ver» gadering tegenover elkander komen te staan op een wijze als de laatste vergadering in deze gemeente te zien gaf. De te voeren gemeentepolitiek lijdt daar onder, en de kracht, welke een belangrijke fractie als de antirevolutionaire kiezers te Mids deiharnis in den raad brachten kan ontwik» kelen, wordt er door gebroken. Terwijl we dit schrijven is de dollar in de wisselkoers na maandenlange »verhooging«, die als pessimisten voorspelden weieens tot een flinke koorts zou kunnen stijgen, op twee gulden vijftig, 't normale bedrag, terug gedaald. Denkelijk blijft het daar voorloopig bij Eenig klein geschommel van even ónder tot even bóven de »pariteit« als men dit noemt, maar voorts een rustige verhouding. Veel wordt hier natuurlijk over geschreven, want het is een resultaat, waarmee men ons land gelukwenschen kan en zelfs de allereen» voudigste, die misschien nog nooit een dol» lar heeft gezien, leerde in de laatste jaren wel in zooverre meepraten over »Fa/«fa=wee«, dat hij begrijpen kan, wat zegen het is, nu ons land van die vrees weer is verlost. Allerlei oorzaken werkten mee. Dat geven we grif toe. Maar alle deskundige schrijvers zijn 'took hierover eens, dat een der eerste oorzaken is, het verhoogd vertrouwen in de financieele po» sitie van Nederland. En dat vertrouwen grondt zich vooral op de verbetering van ons bud» getop datgene, waarvan soms, hoe is 't mogelijk met zekere hooghartige minachting gesproken wordt, als ware 't een kruideniers» idee Op de Sluitende Begrooting. Dresselhuys en de Schoolwet. Het was wel opmerkelijk. De heer Dresselhuys, die dezer dagen in de Kamer van de «Vrijheidsbond» sprak, was ook niet tevreden over de werking der Lager»On» derwijs» Wet. Wou ze óók wel »op de helling«. Stuurt vast aan op voorbereiding. Opperde 't idee van een nieuwe Staatscom» missie, waarin de verschillende partijen alvast es met elkaar om de ronde tafel zouden gaan zitten en praten. Herinnerde in dit verband zelf aan 't geen de heer Idenburg inder» tijd in de Eerste Kamer heeft gezegd. Hierin ligt voor ons iets bevredigends. Ook deze woordvoerder blijkt dus niet te zijn van de leer der Chr. Historische, die met 'n tikje overdrijving uitgedrukt van de Schoolwet een Wet van Meden en Perzen willen maken. Toch moeten we óók voorzichtig zijn. Zijn rede is lang de onze niet 1 Hij wil verandering, wijl naar hij zegt door de Schoolwet de Openbare School in de knel komt. Wij wenschen losser band van de Bijz. School. Maar als de heer Dresselhuys nu mocht bedoelen, de Openbare School maar uitsluitend te maken tot»Kind van»Staat en de Bijzondere te begiftigen met »een zeker bedrag per leerling«. Dan kan hij op ons lang wachten Gelijke monniken, gelijke kappen 1 Zóó blijft het in Nederland. Of het een of het ander, maar steeds van beide soorten in scholen hetzelfde, tenminste wat de financieele uitkomst bedraagt. Wil men dien weg met ons op, dan zal er te allen dage met ons te praten zijn. Vs Merkwaardig getuigenis. Thomas, neen, niet de apostel. Ook niet de mysticus van den Agnietenberg, noch ook de groote Roomsche wijsgeer uit de Middeleeuwen Deze Thomas staat met beide voeten in dezen, onzen modernen tijdde oud»minister van koloniën in het pas afgetreden kabinet»Mac. Donald de leider van het Engelsche spoorweg» personeel, een volbloed Labour man dus. Die heeft in een rede, onlangs uitgesproken, onder meer het volgende gezegd dat zeer merkwaardig is, gezien van welke zijde het komt. Men leze het eens opmerkzaam na «Er zijn werkgevers die het vakvereenigings idee in hun hart haten, hoewel wij op het oogenblik gekomen zijn in een stadium, waarin het voor hen niet verstandig is om dit te zeggen. Er zijn werknemers die niet begrijpen, dat zij geen recht hebben alles van hun werkgever te eischen, tenzij" zij bereid zijn op hun beurt eveneens hun uiterste best te doen. Wij moeten komen tot een standaard van eerlijkheid, die beide zijden aanvaarden. Hoe sterk of machtig een der groepen van het volk is het spoorwegpersoneel of een andere nooit kan of mag zoo'n groep sterker en machtiger zijn of worden dan de gemeenschap in haar geheel. Met praten over klassenstrijd komt men tot geener» lei resultaat en wordt het wereldpro» bleem niet opgelost.« Me dunkt, het vetgedrukte moest op zwaar papier, groot en zwart gedrukt aan Stenhuis, den man van de «ijzeren vuist« cadeau gegeven worden, opdat hij het boven zijn schrijftafel prikke aan den wand Het woord van zijn geestverwant! Nadruk verbodea, Groen en de «Afgescheidenen». I. De vervolging der «Afgescheidenen» is óver» bekend. Zij hoort allereerst thuis in de kerkelijke geschiedenissen van ons vaderland, maar het leven van een volk, zoomin als van den enkelen mensch, laat zich nu eenmaal niet deelen en opsluiten in hermetisch van elkaar afgeschoten loketten. En zoo heeft die vervolging ook haar staat= kundige zijde. Trekt ze almee de aandacht van den jurist. Niet minder van wie aan volkenkunde doet en de «psychologie de la massa«, zoowel als die van een bepaald tijdvak bestudeert. En zoo heeft dit geschiedkundige feit wel degelijk óók bizonderheden, waarom het ten minste éénige bespreking vraagt in de geschiedenis der antirevolutionaire partij. Wie waren die eerste mannen en vrouwen der Afscheiding In overgroote meerderheid kwamen ze uit de «smalle gemeente« voort. Jan Slager, Piet de Vilder en Evert Turftrapper behoorden tot hen en zetten zelfs hun stempel op menigen »afgescheiden« kring. Voorts enkele menschen uit den boeren» en min of meer gegoeden burgerstand. En een zéér enkele aanzienlijke of intellec» tueel, die dan nog in den regel wel in de smaadheid om Christus' wil deelde en van zijn goederen den Heere diende door de broe» deren hun zware boeten te helpen dragen, maar zich toch niet bij de gemeente aansloot. De regenten uit een vorigen eeuw zouden met gekrulde lip gezegd hebben, dat het »ke» reis waren uit de heffe des volks«. Na 1795 ging dat niet zoo goed meer. Er was, in en vóór 1813 getemperde «Vrij» heid, gelijkheid en broederschap», 'tWas nü, als de bekende scheepskapitein het op den Oceaan door den scheepsroeper tot een gevleu» geld woord maakte «Valsche munt, in Neder» land niet gangbaar Het waren de «kleine luyden« van Vader Willem. In wier midden, in wier hart, door Gods genade, hoe ook vergroeid, soms verminkt, het aloude calvinisme was bewaard gebleven, van geslacht tot geslacht, van eeuw tot eeuw. En omdat juist uit de levenskracht van dit calvinisme de antirevolutionaire partij later haar wasdom kreeg, daarom is voor haar histo» rie het opkomen der »Scheiding«, die tegen» over de Revolutie geen klacht stelde, maar een daad, van beteekenis geweest. Doch er is meer van te zeggen. Het afzonderlijk vergaderen der Afgeschei» denen, buiten den officieelen kring der Herv. Kerk was een daad van weerstand tegen »de« Revolutie, die ook op het terrein der Kerk was voortgedrongen en er het Koningschap van Christus had ondermijnd door te eischen in laatster instantie gehoorzaamheid aan de Haagsche Synode, het »créatuur« van een aard» schen koning. En nu is 't niet zoo, dat al die eenvoudige negentiend' eeuwsche «slijkgeuzen» dit zelf zoo precies voelden en nog veel minder dat ze het anderen konden uitleggen. Zij kregen in de kerk vaak steenen voor brood. Zij begeerden zielevoedsel en waar dit in de Kerk ontbrak, zochten zij het buiten haar om. Doch daarmee veranderde het karakter van hun optreden niet, al werd misschien eerst een volgend geslacht zich helder bewust, dat ze 'den strijd voerden «Pro Rege«, denzelf» den strijd, dien Groen had aangebonden op staatkundig terrein en het behoeft waarlijk niet te verwonderen, dat de kloekste veteranen, van Groen en van Kuyper, juist vooral ook uit die oude, »afgescheiden« geslachten voort» gekomen zijn. Ook om die reden hebben ze recht, genoemd te worden en herdacht in de geschiedenis der antirevolutionaire partij, al zijn we er niet blind voor, dat ook bij hen kaf onder't koien school, evenmin als voor het feit, dat er onder hen vrome kinderen Gods opstonden, die door het bewandelen van allerlei zijwegen den opmarsch onzer hoofd»armée weieens be» moeilijkt hebben. Doch in de derde plaats is daar de vervolging. »Vervolging«, in allerlei vorm, heeft de anti» revolutionaire partij bijna de gansche negen» tiende eeuw door, gekend. Neen, er stond nergens een schavot. Niemand dacht aan den brandstapel Ook de vervolging der Afgescheidenen be» paalde zich tot boete, inlegering en gevangenis» strafhet was een alleszins «humane correctie«, zei zelfvoldaan Nederland bij gouwenaar en slemp, en de lui hebben 't aan zichzelf te wijten. Maar meen niét, dat er geen vervolging was Kent niet de historie»der»tortuur als érgste pijniging die ééne, eindeloos herhaalde water» droppel, die op 'n bepaalde plaats van het lichaam der slachtoffers neerkomende hem krankzinnig maken zou, als de marteling onaf» gebroken werd voortgezet En zoo was daar, meer of minder, de gan» sche negentiende eeuw door voor wat als calvinist zich openbaarde, bijvoorbeeld die pijnlijke achteruitzetting op stoffelijk gebied, omdat de stugkop nu eenmaal niet meezong in den koorzang»der»eeuw. Dat was zoo van hoog tot laag. Van den sollicitant naar een rijksbetrekking af, van wien dr. Kuyper eenmaal verhaalde, 40 cent per regel. Kom de natuur te hulp de taaie kleverige slijm los te maken en te verwijderen. De telkens terugkee- rende krampachtige, benauwde hoestaanvallen maken licht van Uw stevige kleine een zwak poppetje. Overal per f 1.50 f2.75 f4.50 De groote flacons zijn voordeeliger \OOD BLK «-TN KDUS Kipstraat 85»87 Rotterdam KF- ZIE DE 5 ETALAGES Voor hoeden No. 85. Voor Petten No. 87 Aanbevelend J. HENIGER Jr. wien een Excellentie rondweg toevoegde»U is antirevolutionair dan moet u bij mij niet zijn tot den eenvoudigen arbeider, die naar de «kleine kerk«'gaat en zijn kinderen naar de christelijke school zenden wil en deswege van den boer, wien hij zijn werkkracht biedt in ruil voor woning en loon, hooren moet «Geen fijne in mijn huis Laat ik één voorbeeld noemen, dat te meer treft, omdat het in een vertrouwelijken brief werd neergeschreven en de schrijver niet weten kón, dat zijn schrift na zijn dood zou worden gepubliceerd. Da Costa was allerminst rijk. Zat dikwijls in geldzorgen was ook geen financier. Men kan dus begrijpen, dat hij zich heel wat opofferingen moet hebben getroost om zijn oudsten zoon, Abraham, in de rechten te laten studeeren. Eindelijk is de student klaar. Heeft naar luid der getuigenissen van man» nen»van=naam goed werk geleverd dat getuigde van deege studie. Nu vestigt hij zich te Amsterdam. Eerst nam het wat opmaar weldra schijnt er tegenstand en tegenwerking gekomen te zijn en er moet heel wat zijn omgegaan in 't hart van den vader, eer hij aan zijn vriend Groen van Prinsterer schreef, dat hij er zich nu eenmaal aan wennen moest dat alles wat zijn naam droeg, reeds daarom in zijn carrière bemoeilijkt werd Zelf had hij 't ondervonden, inzake 't hoog» leeraarschap. Een da Costa als rechtsgeleerd raadsman te kiezen blijkbaar voelde menigeen zich dan niet safe en koos toch maar liever één, die een minder geteekenden naam droeg Het is één voorbeeld uit zeer vele. Onze ouden kunnen er nog van verhalen Maar de Afgescheidenen hebben van dit alles een dubbele, welgeschudde en overloo» pende maat, gehad, neen 1 we zullen de verleiding om voorbeelden te geven en cijfers weerstaan Deze dingen zijn in geen hoek geschied en elk onzer ként ze wel Maar wat het allerergerlijkst was? Ik zou niet durven aannemen, dat er één Nederlander ware, die heden ten dage deze vervolging der Afgescheidenen nog voor zijn rekening durft nemen, liefst scheurde men die bladzijde weg uit de geschiedenis des volks. Precies het omgekeerde was tóén het geval. In den meest letterlijken zin des woords. Daar was er niet één, neen niet één 1 die t voor hen opnam die getuigde tegen het onrecht, dat hun geschiedde die uit brandend schaamtegevoel riép vanwege de schande, die de vervolgers legden op gansch het volk Geen tong, geen pen verroerde zich. Dat aller zwijgen toestemmen was, wil ik niet beweren, het zou al te ergerlijk zijn, en over 't hart oordeelt de mensch immers niet. Maar er| was niemand, die getuigenis gaf. De Synode had zelf de vervolging mee uitgelokt. Zelfs de rechtzinnige predikanten in de Hervormde Kerk, die de Afscheiding veroor» deelden, maar met de vervolgden samenstem» den in de hope der zaligheid, zij zwegen. Geen staatsman, geen rechtsgeleerde verhief zijn stem. De Afgescheidenen adresseerden her en der bij den Koning niet het minst, er was geen opmerker noch antwoorder. Zij waren aan willekeur overgeleverd. Zij werden aller afschrapsel waardig geacht. In het klassieke land»der»vrijheid mochten zij den Heere niet dienen naar Zijn Woord En nu was hun vertrouwen op den Heere Maar bitter was hun in den beker het onrecht der menschen die in groote meerderheid hits» ten tot feller neep terwijl een kleine minderheid toezag en zweeg. Zóó moet men zich den toestand goed voor» stellen. Dan kan men begrijpen hoe het voor die Afgescheidenen moet zijn geweest koud water op een vermoeide ziel, toen daar de tijding ging dat er dan toch één het voor hen op» genomen heeft. Iemand, dien men nu eens niet doodzwij» gen kon. Die, hoe betrekkelijk jong nog, reeds naam had in 't land. Die in de moeilijke jaren rondom '30 ten steun van den Oranjevorst had gestaan bij de treden van den troon en die ook thans nog met het bizonder vertrouwen des Konings is vereerd. Een, die het voor hen en hun recht opnam met kracht, met gloed van overtuiging, met edele verontwaardiging en met een overvloed van pleitgronden en argumenten, die verplet» terend mochten heeten voor de vervolgende geweldblazers. Groen van Prinsterer had zijn meesterlijke brochure in 't licht gegeven «De maatregelen tegen de Afgescheidenen aan het Staatsrecht getoest». En daarmee was de band gelegd tus» schen deze «kleine luyden» en den grooten staatsman, die eerst door den dood verbroken worden zou. UITKIJK. Ierbemesting op Grasland. Welke uitwerking heeft ier op xbevroren grond (grasland) en wat is de meest gewenschte tijd van ieren Hierover wordt al zeer ver» schillend geoordeeld, en 't was daarom goed, dat in 1920 in Noord Holland proeven wer» den opgezet met het doel om deze beide din» gen na te gaan. Dit geschiedde in het ambts» gebied van den Rijkslandbouwconsulent den heer Smeding te Schagen. Elk der proefvelden bestond uit 10 veldjes, welke twee aan twee op dezelfde wijze werden behandeld, z.g. pa» rallelveldjes dus. De aan te wenden ier werd aan het proefstation te Maastricht onderzocht zoodoende was men in staat de bemesting zoodanig te regelen, dat tennaaste bij 90 K.G. stikstof per H.A. werd gegeven. Alle veldjes

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1924 | | pagina 1