voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
c
Rechtzaken
Antirevolutionair
Orgaan
leau
IN HOC SIGNO VINCES
No. 3071
WOENSDAG 26 NOVEMBER 1924
39STE JAARGANG
SS
ERDIENST
1
Cadeaux
itie dus be-
t samen 97,-
29, 35, enz.
Clubfau-
Is enz. enz.
UR JONGELUI.
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Reductie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan der Uitgevers
skhoven Zn.
ommelsdijk
Alg. Vergad. der Hulpc.
Uit 's Lands Raadzaal.
Reclanrae-SVIecIedeelingen.
uteuil Cadeau
:ent Korting.
'IJN GOED-
aam voorhanden.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSD1JK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
iding van D.D.D. bij een
szeem of jeukende uitslag
weer heerlijk rustig, Be-
een enkele aanwending!
it is eenvoudig miraculeus,
rijgt onmiddellijk verlich-
wijls zijn enkele toepas-
iende om de huid te zuiveren
omen genezing teweeg te
robeer het en gy dankt ons
■aad.
df. 0.76 enf. 2.60. D.D.D. zeep
apotfi en drog.
ER IS BEGONNEN DE
DERLANDSCHE
EN TRAMWEGEN.
IËELE REISGIDS -
r in den Boekhandel van
op Woensdag 26 Nov. 's mid. kwart
over 3 in ae Chr. School te
Middelharnis.
Agenda:
1. De Organisatie.
2. Propag. clubs.
KiesvereenigingenGe zendt toch
uw afgev.? 't Is zeer, zeer noodig
Namens 't Bestuur,
C. WARNAER, Voorz.
J. v. d. WAaL, Secrt.
Naar de vergadering der Hulpcentrale
Allengs begint de politieke toestand zich
scherper af te teekenen. Er komt meer spanning
in den lande en er zijn symptomen, welke er
op wijzen, dat er een felle strijd te wachten
staat. De lijnen waarlangs de strijdende
groepen zich bewegen zullen, worden zichtbaar
en het begint duidelijk te worden, dat de elec*
torale strijd van 1925 een gansch ander karakter
zal dragen dan die van 1922.
De strijd van 1922 was betrekkelijk mat en
flauw. De oppositiepartijen moesten de traditie
getrouw natuurlijk wel wat critiseeren, maar
van een feilen strijd was toch geen sprake.
Maar nu zal dat anders zijn.
Nu zal dat anders zijn, omdat de omstan*
digheden zich zoo geheel anders voordoen.
Door de moeilijke en precaire omstandigheden
gedwongen, heeft de regeering krachtig moeten
ingrijpen en een standpunt moeten innemen, dat
definitieve scheiding in het politieke leven
gebracht heeft. De tegenstanders hebben iets
in handen gekregen, waaraan zij houvast heb*
ben en dat zij in de verkiezingen zullen uit»
O «pelen. De noodzakelijke bezuiniging heeft in
sommige kringen van ons volk een mentaliteit
geschapen, dat de menschen vatbaar maakte
voor de demagogie. Men zal zich veel makke*
lijker door volksverleiding en volksmisleiding
laten verschalken dan ooit hef geval geweest is.
Het zaad der volksverleugening zal een
vruchtbaren voedselbodem vinden.
Maar die strijd die komt moet ons antire*
volutionaire volk bereid vinden.
Tegenover God onzen schepper en ons va*
derlijk erfdeel zijn wij dat duur verplicht.
Daarom schudt af alle lauwheid, alle laks*
heid
Voor ons eiland zal de aangekondigde ver*
gadering van de Hulp*centale de inzet van
den strijd zijn. Laat geen enkele kiesvereen.
verzuimen haar afgevaardigden te zenden en
laten behalve deze afgevaardigden vele leden
der K. V.n. opkomen.
Vooral ook doen wij een beroep op onze
mannen van die plaatsen op ons eiland waar
geen K. V. is.
Te meer is het noodzakelijk dat onze men*
schen deze vergadering bezoeken omdat mede
aanwezig zal zijn de heer R. A. den Ouden,
adj. secr. van het centr. com. Deze vergadering
draagt dus een bijzonder karakter.
Bovendien zal in deze vergadering een be*
langrijke zaak, een «organisatieuitbouw» be*
treffende besproken worden.
Er wordt helaas zoo veel geklaagd 1
De één over de Christelijke regeering, de
ander over de A.*R. Kamerleden, een derde
over de partijleiding, een vierde over onze
pers enz., klagen, klagen, zonder einde!
Maar laten wij bedenkenalleen wie zelf
hard werkt heeft het recht der critiek, wie
niet werkt verspeelt dit recht
Als we klagen willen, laten we dan allereerst
klagen vanwege onze ontrouw, onze laksheid.
En laat dan het heilig vuur der liefde voor
ons antirevolutionair beginselen onze ziel
verwarmen. Al het andere komt dan terecht
Op naar de vergadering der Hulpscentrale
Moeten wij dat alles slikken
be vraag, liever uitroep, werd gehoord op
het jongste Congres van R.K. Overheidsper»
soneel en al is die vraag op zichzelf onbetee*
kenend, zij krijgt haar beteekenis als men ze
2et 'n de lijst dezer vergadering.
Wat toch was het geval
Deze ambtenaren spraken scherpe woorden
en hun critiek was niet malsch, die zij oefen*
den op de Regeering, op de R.K. Kamerclub,
ja zelfs op den zoogenaamden democratischen
vleugel van die club.
Slapjes sprak de voorzitter.
De fout van de leiders dezer roomschen is
juist geweest, dat ze al eenige jaren lang te
weinig de nadruk hebbben gelegd op het al»
gemeen belang, waaraan tenslotte het vakbelang
toch ondergeschikt moet zijn.
Er waren vijf roomsche Kamerleden.
Zij werden aan 't slot bedankt voor den
moed, dien ze getoond hadden door op deze
vergadering te verschijnen en deze lof was
verdiend, want ze wisten van te voren, dat ze
daar een zouten haring zouden te eten krijgen
Het Kamerlid Kuiper sprak.
Een uit den uiterst democratischen hoek.
Hij sprak verstandige taal.
Hij wees er op, dat de tekorten moesten
verdwijnen; dat we anders de verdere inflatie,
d. i. aftakeling van den gulden gekregen zou*
den hebben en dat dit voor de ambtenaren
nog heel wat slechter zou zijn geweest.
Gezonde taal, zie maar wat Duitschland
en wat de Duitsche ambtenaren sinds 1918
hebben doorgemaakt.
En wat was 's mans loon
Hij werd gewoon uitgelachen
Toch hield hij vol. Hij wees op Frankrijk.
Daar zijn de salarissen met 25 verhóógd,
maar de duurte is in dienzelfden tijd met 50 °/0
toegenomen wat helpt de verhooging dan
Zie, dat zijn feiten, 't Zijn onomstootelijke
cijfers. En Kuiper is een zéér democratisch
Kamerlid, die deze cijfers niet opsieren zal.
Fin wat was zijn loon
Dat er in de zaal geroepen werd
«Moeten wij dit alles slikken
Tegen zulk een gemoedsstemming redeneert
men nietmen heeft er slechts medelijden voor.
V Het is kras.
Volgens regeeringssstatistiek zijn nu honderd*
acht«en*zestig bakkers in de gevangenis gewor*
pen wegens overtreding van de Arbeidswet.
En nu had de socialist gelijk, die in de Kamer
opmerkte, dat ook de bakkers de Wet moeten
gehoorzamen.
Ook willen wij allerminst naar den regel*
lóózen toestand terug.
Maar als daar straks al tweehonderd eerzame
burgers zich bij de keuze tusschen de wet en
hun brood in de gevangenis laten werpen, iets
waar een kwartjesvinder niets om geeft, maar
dat voor een rustig burger wel »het« ergst is,
Dan is er toch alle aanleiding om ernst te
maken met de vraag, of er soms aan de Wet iets
hapert, dat noodig gewijzigd worden moet.
Tooneel.
Van »roode« zijde had men in Den Haag
vier pracht*volks=tooneelvoorstellingen geor*
ganiseerd voor weinig geld zou wat moois
en wat goeds aan 't volk worden vertoond.
Maar 't liep niet zoo héél hard.
Dt groote trom moest gevoerd.
Spottend gaf iemand Colijn weer de schuld
arbeiders en ambtenaren hebben geen centen
meer och, ga es kijken in de bio, bij de
revue's en zoo al meer.
Daar is het geld wel voor.
Zoogenaamd »opvoedende« stukken zijn
saai en taai.
't Volk vraagt sensatie en reuzedol.
't »Bewuste« deel van Stenhuis c.s., ja daar
zit 'm de kneep.
Waarde Neef
Verleden week sprak Monseigneur.
Ieder in en velen buiten de Kamer weten,
wie daarmee wordt bedoeld mons. dr. No*
lens, »de« leider der roomsch*katholieken in
de Kamer; een bekwaam staatsman, thuis
zoowel op het terrein der politiek als van het
sociale leven, een man, op wien de room*
schen trotsch mogen zijn.
Dat hij buiten de Kamer weinig optreedt
niet als leider van het katholieke volk, noch
als spreker op volksvergaderingen, zal ver*
moed ik samenhangen met zijn geestelijke
positie in de R.K. Kerk.
Ieder nu wachtte op zijn woord.
Schaper mocht dan wrevelig zeggen Ik
hèb niet gehengeld te weten naar «roomsche
visch«, Troelstra in zijn zwanenzang zong
in duidelijke woorden een loklied naar een
«democratische» coalitie, waarbij dan ook op
een groot déél der roomschen, liefst op de
heele partij wordt gehoopt.
Het is een «eerlijke vrijage«,
Mits, als ze ergens toe leidt, ook tijdig en
ondubbelzinnig de «huwelijksche vooiwaar*
den« worden bekend gemaakt.
Maarzou de «partij anderzijds« willen
Zal zij straks willen
Daarop wachtte men van dr. Nolens eenig
antwoordhij gaf dit ook en wijl dit ant*
woord van beteekenis is, ook voor de ko*
mende stembus, wil ik juist zijn rede wat na*
der bezien door ongekleurd glas maar
in den antirevolutionairen winkel gekocht.
Bezien van óns standpunt dus.
«De stembus heeft niet tot inzet het Kabinet*
Ruys.«
In dien zin sprak dr. Nolens.
Daarmee kunnen wij het eens zijn.
Nu het evenwicht op de Begrooting is hei»
steld, heeft dit Kabinet zijn taak vrijwel vol*
bracht.
«Met eere volbracht«, zei dr. Nolens.
Ook daarmee zijn we 't eens.
«En wat er straks komen moet, dat kunnen
we eerst beslissen als straks de uitslag der
verkiezingen vóór ons ligt«.
Daarmee zijn we het, ten derden male, eens
Dus dit staat vrijwel vast
Op eenig accoord vóór de stembus hoeven
we niet te rekenen. Vroeger hadden we dit
wel en dr. Kuyper was er een voorstander
van, als we ons niet op eigen terrein te*
rugtrokken, drong hij steeds aan op «vast
accoord«maar de Evenr. Vertegenwoordi*
ging heeft ook hierin een groote verandering
gebracht.
Elke partij 'r eigen program.
Dr. Nolens gaat niet ter stembus op, roe*
pende vóór het kabinetsRuys, nóch ook vóór
de Coalitie, maar neemt eenig en alleen als
leuze Opvoor de ééne, ondeelbare R. Ka*
tholieke Staatspartij
Ook daarin zijn we 't met hem eens.
Ook wij wenschen desgelijks te doen.
Wij stellen straks ons eigen Program en vra*
gen alleen op dat program, dus nóch voor
Ruys, nóch »minister« Colijn, nóch voor de
Coalitie, maar uitsluitend voor de A R partij
de stemmen van ons volk.
Maar dan, na de verkiezingen.
Hoe 't ook verschuiven mag, het is ondènk*
baar, dat één enkele partij boven de vijftig
komtmet 25 a 30 houdt het, ook voor de
sterkste partijen op.
Toch móét er dan 'n Regeering zijn.
Nu zijn twee gevallen mogelijK.
Ten eerste, dat de partijen van Rechts in
de minderheid komen en dan is vanzelf een
»CoaIitie«*regeering uitgesloten. Ten tweede,
dat die drie partijen boven de vijftig komen
en dan zal dr. Nolens allereerst probeeren,
of die drie kunnen samenwerken.
Ons volk meent hij voelt nu eenmaal
op den duur meer voor een beginsel* dan voor
een belangen*coalitie en daarom gaf hij de
heeren van de S. D. A. P. duidelijk te ver*
staan Gijlieden komt niet eerst aan bod En
die heeren moeten er wel érg tuk op zijn,
om na 25 jaar óók es mee te regeeren, dat
ze na zoo'n bejegening tóch nóg rustig buiten*
deurs op hun beurt blijven wachten
Doch nü komt puntje bij paaltje1
Als dat nu Rechts niet gaat,
Wat wil dr. Nolens dan...? En nu doen
sommige bladen net, of ze iets héél nieuws
ontdekt hebben en zeggen, dat dr. Nolens
tenminste de mogelijkheid van coalitie met an*
dere partijen dan die van Rechts thans heeft
erkend.
Maar is dat nu iets nieuws?
Dr. Nolens blijft zich zelf volkomen gelijk
hij mag het nu wat duidelijker hebben gezegd,
maar zes jaar geleden heeft hij al laten door*
schemeren, dat de groote voordeur ten allen
dage voor de Coalitie open bleef, maar dat
er toch altijd óók nog een ongesloten nood*
deurtje, ergens achter, toegang gaf.
Het nieuwe thans is, dat zooveel voor dit
als voor andere gevallen, dr. Nolens een vijf»
tal «huwelijksche voorwaarden» stelde, waar
't noodige nogwel over zal worden gezegd
Ziehier de vijf punten van dit Program
1Handhaving van de christelijke begin*
selen in de huwelijkswetgeving
2. geen achterstelling van het openbaar
onderwijs bij het bijzonderehandhaving
dus van de gelijkstelling van het openbaar
en bijzonder onderwijs
3. het voordgezet herstel en behoud van
het financieel evenwicht, verlaging van die
belastingen, welke het zwaarst op de min
of onvermogenden drukken of de kapitaal*
vorming het meest tegenhouden en daar*
naast verlichting van den druk van de
groote gezinnen
4. medewerking van ons land aan het
protocol van Genève na rijp overleg
5. bevordering, dat de regeling van de
arbeidsovereenkomst geschiedt gezamenlijk
door'de werkgevers en de arbeiders, wette*
lijke regeling van de bindendverklaring van
het collectieve arbeidscontract en zooveel
mogelijk het overlaten van de uitvoering
der sociale wetgeving aan de samenwerking
van werkgevers* en arbeidersassociaties.
En nu moeten »gegadigden« als Mons.
droogjes zei maar es een avond bestek en
teekening en begrooting opmaken, of op dien
grondslag een gebouw »samenwerking« kan
worden opgetrokken.
Van één ding repte dr. Noleus niet.
Van de mogelijkheid, dat zijn partij niet
mee regeeren zou.
En dat is 't verschil tusschen hem en ons.
Als de stembus*uitspraak er aanleiding toe
geeft zullen wij als antirevolutionairen ons
niet aan onze verantwoordelijkheid onttrekken.
Maar samenwerking met de S. D. A. P. is
voor ons niet slechts onbegeerlijk, doch uit*
gesloten.
Dan treden we in de rijen van «Harer Ma*
jesteits loyale oppositie».
Gaan tijdelijk terug in ons isolement.
Van die mogelijkheid repte dr. Nolens voor
zijn partij niet.
Je toegen. Oom,
JAN POLITICUS
40 cent per regel.
MOND. ADVIES fl 1.»
Alle zaken behandelt het
Bureau voor Rechtskundige Hulp
Haagscheveer 5 (bij Hofplein)
Telefoon 11862 Rotterdam
Kantoor van 10—8 uur. Geen Bijkantoren
BEMIDDELINGSBUREAU VOOR
TRANSATLANTISCHE EMIGRATIE.
's*Gravenhage, November 1924
Laan van N. O. Indië 196.
Mijn reis door Canada.
Zooals velen uit mijn gepubliceerde brie*
ven hebben vernomen ondernam ik in den
afgeloopen zomer een reis door Canada om,
gedachtig aan de oude spreekwijze «het zien
gaat voor het zeggen«, met eigen oogen te
zien hoe men daarginds woont en leeft.
Het doel van mijn reis was om voor ons
emigatiewerk juiste inlichtingen te krijgen van
alle negen provincies. Ik ben dan ook alle
provincies doorgetrokken. Onwillekeurig zal
iemand die er geen idee van heeft hoe groot
Canada eigelijk wel is, denken aan onze Hol*
landsche provincies.
De provincie Nova*Scotia is echter zoo
groot als Nederland en België samen New*
Brunswick is grooter dan Nederland en België
samen Quebec is even groot als Nederland,
België, Duitschland, Denemarken. Zweden,
Oostenrijk»Hongarije en Bulgrije samen. Onta=
rie is ongeveer zoo groot als Duitschland en
Frankrijk samenManitoba is grooter dan
Nederl. België, Duitschland en Zwiizerland
samen Saskatchewan is grooter dan Oosten*
rijk=Hongarije Alberta is grooter dan Italië,
Griekenland, Servië, Roemenië en Bulgarije
en Britsch=Columbia is grooter dan Groot
Brittannie, Frankrijk, België en Nederland
samen. Daaibij heb ik niet genoemd Prinse*
Edward=Eiland dat ongeveer zoo groot is als
Nederland. Daar ik op mijn terugreis naar
huis de drie provinciën waar men aankomt
als men van Holland komt n.l. Nova*Scotia
New*Brunswick en Prince*Edward*Eiland heb
bezocht, kom ik daarop later terug.
Uit mijn brieven heeft men gelezen dat mijn
werk in Montreal begon. Feitelijk was het
reeds in Londen begonnen met het bezoeken
van Regeeringspersonen en andere autoriteiten
en met het toezien hoe daar aan de stations
voor emigranten zorgde.
Daarna in Liverpool onderzoek naar aller*
lei dingen in verband met doortrekkende emi*
gracten, en eindelijk aan boord waar ik veel
op de 3e klas was en mij met verschillende
menschen bemoeide.
De 3e klas aan boord van de meeste sche*
pen is goed tegenwoordig. Zeventien jaren
geleden maakte ik een reis 2e klasse naar
Japan en de 3e klas die ik deze zomer zag
aan boord van verscheidene schepen en van
verschillende stoomvaartlijnen, was minstens
evengoed als de 2e klas in vroeger jaren.
Er is een rooksalon waar de meubels met
leer zijn bekleed, een algemeene salon met
pluchebekleeding en een groote eetzaal met
draaibare met leer overtrokken stoeltjes. Er
wordt iederen avond muziek gemaakt, over*
dag kan men veel op het dek zijn, en voor
de kinderen is er een mooie kinderkamer met
speelgoed voor alle leeftijden, kleine ledie*
kantjes voor de kleinsten om 's middags te
rusten en een bekwame kinderjuffrouw die
op de kinderen past, zoodat de moeders ook
wat rust hebben. De slaapgelegenheid aan
boord van een schip is natuurlijk niet wat
men thuis gewend is. Dit laat de ruimte niet
toe. De bedden zijn twee aan twee boven
elkaar, soms vier en ook wel 6 bedden in
een hut. De waschgelegenheid in de hut is
klein, maar er is volop gelegenheid om een
bad te nemen in goed ingerichte badkamers.
Ook kunnen de vrouwen aan boord wel
eenige kleinigheden wasschen zooals kousen
en zakdoeken.
Toch blijft het aan boord van een schip
behelpen, doch ieder verstandig mensch zal
moeten erkennen dat het niet anders kan, en
zich schikken in het onvermijdelijke. Boven*
dien duurt die bootreis maar 8 of negen da*
gen. Wie zich aan boord niet kan schikken,
doet beter thuis te blijven want in Canada
zelf beginnen de moedijkheden pas. Aan boord
van de meeste schepen bevindt zich een zoo*
genaamde «conductress» hetwelk beteekent
begeleidster. Zij is gekleed in eenvoudige
donkerblauwe japon met zwarte lakleeren
ceintuur en met koperen knoopen met het
wapen van* de stoomvaartlijn in wier dienst
zij is. Zij heeft aan boord een klein kantoortje
en bezit lijsten met de namen van alle vrouwe*
lijk passagiers. Zij vraagt deze allen op hun
beurt, in haar kantoor te komen, en tracht
door een vriendelijk gesprek hun vertrouwde
te worden. Hebben zij iets te klagen, dan
kunnen ze dat bij haar doen. Zij geeft raad*
gevingen en waarschuwingen, soms, naar aan*
leiding van wat zij op haar inspectietochten
heeft gezien, ernstige vermaningen.
Des avonds tien uur gaat zij langs de ver*
schillende dekken en zendt de alleenreizende
meisjes op vriendelijke wijze naar hun hut.
Als een vrouw of meisje zich misdraagt aan
boord en wordt het door de conductress ge*
zien en gerapporteerd, dan wordt haar de
toegang in Canada geweigerd en wordt zij
naar huis teruggezonden.
Dit komt echter gelukkig zeer zelden voor.
Bij aankomst in de Canadeesche haven, staan
eenige dames die in dienst van de Can. re*
geering zijn, klaar, en nemen na overleg met
de conductress, de alleenreizende vrouwen
en meisjes over nadat deze de douane en de
dokter zijn gepasseerd en gaan met hen in
den trein. Zij reizen mede tot de groote
steden, waar de meesten moeten zijn en bren*
gen hen indien er geen familie of vrienden
op hen wachten (die eerst moeten bewijzen
dat de zaak in orde is) naar tehuizen die
door de regeering voor dat doel zijn opge*
richt. In een dergelijk tehuis kan de nieuw
aangekomene 24 uren gratis verblijven. Om
te weten hoe het er was, heb ik er zelf ook
eenige nachten geslapen.
Het is uitstekend en de meisjes die in zoo'n
stad een dienst krijgen, blijven er hun tehuis
houden. Zij komen er wanneer zij een paar
dagen vacantie hebben of wanneer zij van
betrekking veranderen en betalen dan een
zeer matig kostgeld.
Doorreizende vrouwen en meisjes worden
op hun trein gebracht en als zij naar een
stad gaan, de directice van het tehuis getele*
grafeerd dat zij om zoo laat aankomen. Zij
worden dan weer afgehaald en naar hun adres
gebracht. Gaan zij naar kleinere plaatsen, dan
wordt de stationchef gewaarschuwd en wor*
den zij daar weer opgewacht. Men ziet hier*
uit dat een vrouw met eenige kinderen of
een meisje, gerust alleen naar Canada kan
reizen wat de reis betreft. Wie verkeerd wil,
gaat overal verkeerd, maar dat is hier ook zoo.
De mannelijke emigranten en de gezinnen
gaan na douane en dokter te zijn gepasseerd
in de gereedstaande treinen. De Can. treinen
zijn geheel op lange reizen ingericht. De zit*
plaatsen zijn ruimer en breeder dan bij ons.
Men zit twee aan twee tegenover elkaar en
in het midden is het gangpad. Aan het einde
van de wagens voor kolonisten staat een for*
nuis dat den heelen dag gelegenheid biedt
tot het verkrijgen van warm water en tot het
verwarmen van meegebracht blikkenvoedsel.
Bij aankomst in de haven koopt men gewoon*
lijk een zoogenaamd voedselmandje. Dit is
een mandje of doos met allerlei levensmid*
delen als blikjes melk, jam, bischuits, boter,
thee, visch, vleesch, suiker en wat dies meer
zij. De prijzen van dezen mandjes zijn door
de emigratie=autoriteiten vastgesteld. Men koopt
er zich een brood los bij en kan aan ieder
station zijn voorraad vervullen en weer op*
nieuw brood koopen. Aanbeveling verdient
het een mes te hebben en een theepot en
kop of beker mee te brengen. Men kan zich
dan het leven in den trein zoo aangenaam
maken als maar mogelijk is. Op de trein is
ook een eetwagen doch deze is niet goedkoop
en menigeen voorziet zichzelf wanneer men
aan een station een half uur stopt, van een
maaltje. Zoodra de trein een station binnen*
stoomt, staat een bediende met een groote
bel aan de deur waar men voedsel kan krijs
gen om daardoor te voorkomen dat de reizi»
gers moeten zoeken naar de lunchroom. Hier
verzamelt zich de menigte en men moet maar
zorgen dat men er bij is, om wat te krijgen.
Voor de trein stopt, wordt afgeroepen hoe
lang men stilstaat aan het station dat komt.
Men moet zelf zorgen dat men weer op tijd