CENTEN MM 13 - TüleL RESTAURANT DERDE BLAD Zaterdag 15 Nov. 1924. No. 3068. Binnenland. Buitenland. Reclames Mededeelingen. H. SCHREURS Gemengd Nieuws. Land» en Tninbottw. Waar kunt gij in Rotter dam het beste eten Atom- Irekend voor de beste keuken. Matige prijzen. Dagelijks versche Zeeuwsche Mosselen. Moderne inrichting. Aanbevelend, Gesprongen Handen Ruwe Schrale Huid Springende Lippen en Huidwondjes Economisch W eekoversicht. Onderzeeërs. De heer S J. Wellensiek uit Amsterdam is Vrijdag 7 Nov. te Wageningen gepromoveerd op het proefschriftEen onderzoek naar de factoren, die ontijdige knolvorming bij vroege aardappels bepalen. De heer Wellensiek die hiermee den graad van dokter in de land' bouwkunde heeft verkregen, stelde ons in de gelegenheid van zijn proefschrift kennis te nemen. Voor de landbouwwetenschap, maar ook voor de praktijk, is dit proefschrift niet zonder belang. Het houdt zich bezig, zoo als de titel aanduidt, met het vraagstuk der On= derzeeërs. Hieronder verstaat men het volgen* de. Bij de normale ontwikkeling van de aard* appelplant ontstaan, gelijk men weet, uit de gepoten knol eenige stengels, die zich boven den grond ontwikkelen, en welke bladeren dragen, waarmee organisch Voedsel wordt be* reid. Na een zekere ontwikkeling te hebben bereikt gebruikt de plant het in de bladeren gevormde voedsel niet meer, of in geringe mate, voor verdere bovengrondsche ontwikkë» ling, maar voert het door den stengel af, naar het ondergrondsche gedeelte, waar de dochter* knollen worden gevormd. Bij ontijdige knol* vorming het verschijnsel, in het proefschrift behandeld is daarentegen de normale ont* wikkeling in zoo verre gestoord, dat de plan* ten niet of slecht opkomen en dadelijk na het poten eenige dochterknolletjes vormen. Dit verschijnsel wordt in de laatste jaren in de praktijk aangeduid »onderzeeërvorming«, kon#i sommige jaren in het bijzonder bij de vroege aardappelen, dat geheele velden moe* ten worden omgeploegd. Het is dus voor de praktijk van het hoogste belang de oorzaak der abnormaliteit vast te stellen en middelen ter -voorkoming aan te geven. Bij een voor onderzoek/in 1922 bleek den Schrijver, dat de vorming van dochterknollen direct na het poten «ft zonder dat er een bovengrondsche ontwikkeling van de plant aan is voorafge* gaan, door uitwendige factoren wordt bepaald. In welke richting de uitwendige factoren de ontwikkeling van den knolleider, is nu het onderwerp der vermelde verhandeling, Als proef object werden gebruikt gezonde knol* len van het ras Schotsche Muis, omdat dit ras in hevige mate de ondërzeeërvorming vér» toont en tevens de belangrijkste vroege aard* appel van ons land is. Wij,zullen de verhan* deling als zijnde goeddeels van wetenschap* pelijken aard, niet op den voet volgen. Aan de slothoofdstukken ontleenen we, wat voor de praktijk van belang is. In de praktijk komen onderzeeërs slechts in bepaalde jaren in dusdanige mate voor, dat ze belangrijke schade aanrichten. Uit den laatsten tijd zijn het vooral de jaren 1919 en 1922 geweest, waarin onderzeeërs sterk voor» kwamen, verder in 1912, 1915 en 1917. Ook in 1924 kwamen ze hier en daar voor, echter niet op groote schaal. Reeds vroeger wees de schrijver er op, dat de regenval in laatste ge» deelte van den groei der poters zeer gering was in de jaren, welke aan onderzeeërs jaren voorafgingen dat voorts de maand October meestal warm was, en de daaropvolgende win* terr evenals de tijd na het uitpoten, nog al koud. Nu vervroegt droogte in het laatste gedeelte van den groei der poters het begin der spuiting. Een genomen proef wees echter uït, dat droog gekweekte knollen in totaal minder spruit vormden dan vochtig gekweekte. De invloed der droogte is dus twijfelachtig, en bovendien is het vaststellen van droogte in den tijd voor het rooien zeer moeilijk, omdat er niet een bepaalde rooitijd bestaat deze wisselt van jaar tot jaar en is ook niet bij verschillende kweekers dezelfde. Van groote beteekenis is echter de bewAar» temperatuur. Dat onderzeeërs bij voorkeur op* traden na koude winters, werd verklaard uit een kunstmatige verwarming der bewaarplaat» sèn bij vorst of vorstverwachting. Dit is on* mogelijk, het is echter uitermate moeilijk te bewijzen. Wel is de groote invloed van hooge temperatuur in het eerste gedeelte der bewa» ring gebleken. De hooge temperatuur in de maanden October van de vóór onderzeeërs j 'ren kan dus grooten invloed hebben gehad. Hetzelfde.,geldt voor de lage temperatuur na het uitpoten. Nu is het achteraf verklaren van verschijn* selen als de onderzeeërvorming uit vroegere jaren veel moeilijker dan het voorstellen van de omstandigheden, waaronder het verschijn» sel in kwestie te voorschijn is te roepen. Voor* al bij de onderzeeërvorming, waarop zooveel factoren invloed hebben, is het moeilijk achteraf na te gaan, welke factor in een be» paaald jaar de hoofdschuldige is geweest. Den meesten invloed zal wel hooge bewaar temperatuur hebben gehad, vooral in het eerste gedeelte van de bewaring, gevolgd door lage temperatuur, na het uitpoten. Het spreekt van zelf zegt de schrijver in het laatste hoofdstuk dat een direct bestrij» dings middel voor onderzeeërs niet bestaat. Maar door enkele goede toepasbare kuituur» maatregelen is het ontstaan van de neiging voor onderzeeër»vorming te voorkomen. Wat de voorgeschiedenis der poters betreftgewenscht is, het gebruik van groote poters, die liefst niet te vroeg gerooid moeten worden. De be* langrijkste factoren tijdens de bewaring zijn temperatuur en licht. De hoofdbestrijding be* staat uitbewaren bij zoo laag mogelijke tem» peraturen boven het vriespunt natuurlijk vooral in het begin der bewaring, en aan het volle licht. Bewaren aan het licht is niet nood» zakelijk, wanneer de gemiddelde bewaartempe* ratuur 6 a 8 Celsius bedraagtis men hiervan niet zeker, dan is lichtbewaring gewenscht. Het bewaren aan het licht wordt in de praktijk ']°g 2<rer weinig toegepast. Plaatselijke omstan digheden maken het vaak moeilijk toepasbaar. i och ligt er in de lichtbewaring zulk een groot voordeel, dat men zich gerust eenige kosten kan getroosten om het mogelijk te maken. Een ideaal bewaarplaats is een apart gebouw met glazen wanden en een glazen dak. Wanneer ue poters dan in bakjes worden bewaard, die, wanneer ze op elkaar gestapeld zijn, licht*toe» treding niet belemmeren, is aan de vereischten voldaan. Dat een dergelijke bewaring ook uit economisch oogpunt is toe te passen, bewees ue heer Noteboom te Klundert, die zelfs in de dure jaren na den oorlog tot het bouwen van een bewaarplaats met glazen wanden en glazen dak overging. Deze bewaarplaas is nog niet vorstvrij bij vorstgevaar moet er worden gestookt. Dit geldt ook voor warenhuizen, die overigens ook goed zijn te gebruiken als bewaarplaats, waarschijnlijk echter economi» scher kunnen worden gebruikt. Is de bewaring dusdanig geweest, dat geen neiging voor onder» zeeërvorming is ontstaan, dan heeft de tijd van uitpoten geen invloed bestaat er kans op de aanwezigheid der neiging, dan is het niet gewenscht om zeer vroeg uit te poten Dit is bovendien niet noodig voor snelle ont» wikkeling, en het is in ieder géval veilig om het niet te doen. In geen geval zal het voordeel opleveren om vóór April te poten dan nog wachte men tot men tot de gemiddelde tem» peratuur boven 6 graden Celsius is gestegen. De voornaamste middelen ter voorkoming, welke door het onderzoek aan het licht zijn gebracht, zijn dus le koel bewaren 2e aan het vólle licht bewaren 3e niet te vroeg uit» poten. Herdenking lOOsjai-ig bestaan. Ter gelegenheid der herdenking van het lOOsjarig bestaan der beide Nederlandsche Reddingsmaatschappijen heeft de Regeering aan de jubilarissen in de Ridderzaal te Den Haag een ontvangst aangeboden. Minister Ruys heette de gasten namens de Regeering welkom en wees op de geschiedenis der maatschappij zoo vol van daden, van moed en naastenliefde. Hij herdacht de helden, die in vol vertrouwen op God, niet schromen eigen leven te wagen om dat van anderen te redden. Daarna volgde een rede van den voorzitter van het Comité voor het Nationaal Hulde* blijk, jhr. Roëll, Commissaris der Koningin in de provincie Noord»Holland die de feest» gave der Natie aanbood, een fonds van ander* halve ton gouds ter aanwending voor het Reddingswezen en de bemanning. Minister van Swaay sloot de rij der officieele sprekers. De heer P. E. Tegelberg uit Baarn, Voor» zitter der Noord* en Zuid*Hollandsche Red» ding»Mij. dankte de Regeering voor haar ontvangst. Dat de mannen van de kust thans gehuldigd worden, stelde spreker echter op hoogen prijs. Naast het deel der natie, dat door groot hersenvermogen het land organi» seert en regeert, bestaat niet minder behoefte aan het deel der natie, dat door karakterkracht den Nederlandschen naam hoog houdt. Een volk, dat offervaardigheid en vaderlandsliefde mist, is tot ondergang gedoemd. Spr. wenschte hier den dank te vertolken van alle mannen der Maatschappij, van de hoogsten tot de laagsten. De laagsten vormen in dit geval het bestuur te Amsterdam, de hoogsten de mannen in- de buut. - - Arme page=kopjes Die arme »page*kopjes« toch. Met 'r kort geknipte »polka*haar« Daar hebben me de directeuren van de twee groote Amsterdamsche ziekenhuizen 'n dienst» order uitgevaardigd, dat de .»zusters« zich niet mogen ontlokken en met stemmig opgemaakt lang haar bij de patiënten moeten rondgaan. Géén mondaine page»kopjes dus. Al wat »rood« was böös. Natuurlijk steekt er geenerlei beginsel in, of 't moest dat der ij d e 1 h e i d zijn, maar hm men is dan toch «vooruitstrevends niet en dat brengt mee, dat men de vrouw de dwaaste capriolen laat maken, vrijheid, blijheid. God gaf de kleeding ter dekking Neen, zegt de moderne vrouw: om des te beter te accentueeren, datgene wat wij bru» taal onbedekt laten. Hij schonk de vrouw 't lange haar tot een sieraad, neen zegt de geëmancipeérde, wég met dat mooishoud als vrouw je nek hoog, recht en bloot en al wilden we 't millimeteren, dan zullen wij met ons haar doen wat ons past. «Accoordzeiden de directeuren. «Maar in dienstverband zult gij die gekheid laten en ze hebben al het «polka» haar« in de kinder»afdeeling te werk gesteld. Soort bij soort. Voor 'n kind vindt ik 't leuk, maar 'n vrouw tooie zich met het schoon dat God haar schenkt en ik hoop dat géén harer 't in het hoofd krijgt om vele mannen te yragen Waar laat gij uw baard, dien God u schonk Braaf en de ambtenaren. Van Herodes den Wreede, moet keizer Au» gustus hebben gezegd, dat hij liever zijn zwijn dan zijn zoon zou wezen. Wat boer Braaf uit Hekelingen betreftik ware liever zijn mestknecht, dan zijn «ambte» naar«. 't Geen hij over de ambtenaren zei, was schandelijk. Hèm te hooren zijn 't met elkaar één troep doodeters, die den tijd verluieren, lijntjes trek» ken, pijpjes rooken, met vacantie gaan en in den tijd die er overschiet zoo af en toe es iets presteeren voor den Staat. Zijn advies vertaal ik: Laat ze hongrlijden, dat ze scheel zien. 't Is een klad op onzen boerenstand, dat zoo iemand namens hen in de Kamer spre» ken durft en ik wou om wat liefs, dat er in de Kamer een »boer« ware opgestaan, die dezen man es, in z'n eigen ruwe taal z'n on» hebbelijkheden onder den neus gewreven had. Sla es één keer dat heer tegen den grond In overdrachtelijken zin, dat spreekt: '.t Zal hem deugd doen, als 't Legrée deed, de bekende planter uit de Negerhut. Oorlogsellende. De Corr. van de N. Rott. Crt. schrijft over betoogen van in den oorlog verminkten welke te Parijs gehouden zijn. Wij ontleenen hieraan het volgende Bij hef Rond*point./des Champs Elysées verzamelden zich de groepen. Boven de dui» zenden en duizenden hoofden trok er het uitgespannen roode doek de aandachtHaine ■a la haine. In den stoet heb ik 't niet opgemerkt, misschien was het door de commissarissen ge* weigerd. Het was volkomen kalm op dit punt. Den verschillenden vereenigingen was de plek van samenkomst aangewezen. De oudstrijders en degenen onder hen, die zooals dat heet de bloedbelasting betaalden, zijn in tal van bon» den ondergebracht. Die verschillen betreffen behalve de politieke overtuiging het vak De verminkte officieren, en personeel van destaats» spoor, voorzoover hpt er niet heelhuids af» kwam, hebben zich otader andere, aaneenge» sloten. De eigenlijke gcheidslijn betreffen den aard der verminking. Vooraan in den stoet gingen de oorlogs» blinden. Op hen volgden de zoogenaamde kapotte smoelen«, waarmee zij zijn aangeduid, wien een stuk van het gezicht weggeschoten of weggeslagen werd. Dit zijn de uiterlijke kenteekenen. Wier longen door de gifgassen werden verschroeid hooren tot een andere categorie. Oogenschijnlijk maken de meesten een normalen indruk, maar dat is bedriegelijk. Onverwacht kunnen ie neervallen. Verschrik» kelijk zijn de heel df half verlamden eraan toe. Deze patiënten drouwens bezorgen de overheid weinig last meer. Het meerendeel dier rampzaligen is jraar de andere wereld verhuisd.'Zoo zijn er nog tal van afdeelingen. Tot zoo ver wat dei directe slachtoffers aan» gaat, bij wie ook de gewezen krijgsgevangenen moeten worden genoemd. Daarna hebben oor* logsweduwen en wee?èn recht op steun. Ook de genootschappen, die zich inzonderheid hun belangen aantrekken, liepen mee. Op den nood van al die menschen moet ik terugkomen. De opeenvolgende regeeririgen hebben met zoo veel woorden jegens hen een eereschuld aan» vaard en de mannen, die, in hun lichaams» en geestelijke vermogens geknauwd, den oorlog hebben doorstaan, zijp nu vast besloten, hun eischen door te zetten. Het duurde lang, voor de geledigden van deze menschenslang in elkaar waren gepast. Alle luidruchtigheid werd erbij vermeden. Toch maakte het geheel volstrekt geen droeven indruk. Zoo veel strompelaars, eenarmigen en in ander opzicht gebrokenen zijn zelden of nooit bij elkaar geweest, maar de stemming was goed, ofschoon natuurlijk niet vroolijk. Het comité had al getoond den ernst dezer l IN s PUROL in Doozen 30,60, 90=' Tube 80c1 Bij Apothekers en Drogisten betooging te beseffen door ze opzettelijk te scheiden van de militaire en officieele hulde, aan de schim van den onbekenden soldaat gebracht. Die moest haar karakter van pieteit onverkort behouden. Eindelijk schokte de massa in beweging. Het begon met een défilé de Champs Elysées fot aan de Place de la Concorde af. Het verkeer werd ervoor stil gezet, zoodat de voorste ge» lederen zich in volle breedte over de weidsche laan konden ontplooien. De leiders gingen vooraan, slechts door enkele politiemannen ondersteund. Tegen het publiek behoefden ze geenszins in te grijpen. De toeschouwers»lagen weken voor een enkel woord willig achteruit. Voor elke groep liep een leidsman en het onderlinge verband werd door heeren met blauwe banden om den arm gehandhaafd. Een bord, voor elke afdeeling gedragen, duidt het karakter hiervan aan. Daar zijn de mannen, die niet meer loopen kunnen. In wagentjes bewegen ze zich handig voort, keurig in het gelid. Oogenschijnlijk kerngezonde kerels zijn bij hen, zelfs maken ze onderling grappen. .Een laat zich als hulp door een hond trekken. Bij het aanrollen van deze aangrijpende phalanx zijn op de voetpa* den de petjes afgegaan. De mannen schijnen het zelfs niet te bemerken. Nu passeeren de blinden de revue. Men kan een speld hooren vallen. Honderden zijn er, allen worden natuurlijk aan den arm geleid. Hier geen kwinkslag,«geen lach. Verscheidenen kijken rond, alsof ze waarlijk zien men weet wel beter. Velen dragen zwarte brillen. Vrou* wen of meisjes strekken hun tot gids. Tal van vrouwen loopen in den stoet mee. Zij allen, de mannen en de vrouwen zijn als kleine burgers gekleed. De «menschen»uit»het*volk& zijn verre 'in de minderheid behalve bij de revolutionairen. De anderen dragen nette jas en hoed. Op de blinden volgen de wreedst geschon» denen, die van het gezicht. Ook in dit deta» chement loopen de ergsten vooraan. Honder» den weer deelen dit afschuwelijke lot. Gezich» ten zijn er, die geen gezichten meer zijn. Het vleesch is opengescheurd en in helsche bulten opgezwollen. Sommige hoofden zitten in strak* ke verbanden, alsof ze anders niet »houden« zouden. Anderen beven nog, blijkbaar de na* werking van een granaatschok, Lijkbleeken zijn er, die schuw neerkijken, om niet de aan» dacht te trekken. Van verscheiden gezichten werd de neus weggeschoten, op andere is het ontbrekende met de nieuwste hulpmiddelen der techniek aangevuld of vervangen. Een verlaten rotsvesting. De «Sumatra Post« bevat een relaas van een ontdekking, die de heer J. L. Hiemstra, hoofd* assistent bij het Boschwezen in Langkat (Su* matra), als het ware toevallig heeft gedaan op een zwaren diensttocht in het Boven»I.angkat» sche. Een der oude gidsen vertoonde op die tochten eenige aarzeling. Men trachtte te we* ten te komen, wat er aan haperde Het bleek, dat de gids vroeger eens een groote vesting in dat gebied had gezien, in welke vesting geen menschelijk leven was te zien. Het kostte moeite de inlandsche dragers mee te krijgen. De Europeanen, zwaargewapend, met de vinger aan den trekker mede in verband met her voorkomen van tallooze beren en ander verscheurend gedierte liepen voorop. Men begaf zich binnenwaart het land in over een soort van beboscht plateau, daf aan deze zijde vrijwel geheel vlak was. Totdat men potseling, na ongeveer een kolimeter geloopen te hebben, stond voor een geweldig, steil op* loopend rotsachtig gevaarte, dat alle allures had varj een oude ridderburcht in het Rijn» land of in andere romantische streken. De wand was een dertig of veertig meter hoog en onbeklimbaar Zoo maar, midden in het betrekkelijk vlakke land, verhief zich deze indrukwekkende veste. Boven sterkten zich natuurlijke tinnen en verweerde torens uit en aan beide zijden verloor de onneembare ves» ting zich in de verte. Een doodsche stilte heerschte. Het moet gezegd worden, dat ook de Europe* anen wel eenigszins onden den indruk ge* raakten van deze sombere spookachtige burcht» verschijning in dit verlaten gebied, waar nog nooit een blanke zijn voet heeft gezet. Maar de nieuwsgierigheid won het al spoedig en men begon een systematisch onderzoek, dat leerde, dat de »vesting« in ongeveer een uur was om te trekken en dat er drie ingangen waren. Men besloot één van deze toegangen te bezetten om in het inwendige te geraken en toen begon een tocht door een waar dool* hof van gangen, en wat zich daarbij aan het oog voordeed, bracht de toeschouwers van de eene verbazing in de andere. De nauwe ingang was bij elke flauwe of scherpe bocht voorzien van een (uitgehouwen hokje en wanneer men zijn fantasie hier den vrijen loop liet, dan kon men zich voorstellen, hoe hier de wachters verscholen stonden, die aan elk getal indringers den toegang konden ver» sperren, door hun kalm een klein kUNop het hoofd toe te brengen vanuit fc .ver* borgen schuilplaats. Er waren er vele lh dézen bochtigen gang. En dan verloor mqp zich in een groot aan» tal daglichte straatjes- en gangen, die aller* wjege. met elkaar.,in veebwading stonden en vanwaar tallooze poortjes, die aan gothiek deden denken, toegang gaven tot meer of min» der groote en donkere holen en kamers die vele sporen van geiten en herten te zien gaven. Ergens in het midden, waar de vesting veel lager was, bevond zich een marktplein, waar zich een statige boom verhief van zeldzamen omvang. De grondlaag bestond hier, evenals in de meeste gangen, uit teelaarde. In verschillende grotten of holen, die men daarna nauwkeuriger onderzocht, werden tee» kens in de muren aangetroffen, die, ofschoon sterk verweerd, door een leek ongetwijfeld voor schriftkarakters zouden worden gehou» den, doch natuurlijk door hem niet te ont* cijferen zijn Vrijwel alle teekens begonnen links dik en breed om naar rechts smal uit te loopen. Toen men eenigszins van zijn verbazing en nieuwsgierigheid bekomen was, maakte men aanstelten om de vesting te verlaten. Doch de gedachte bleek eenvoudiger dan de daad. Men verdwaalde in den doolhof van gangen, En men verdwaalde niet alleen, maar de troep geraakte ook van elkaar, doordat de eene helft eenige donkere verbindingsstukken was doorgekropen en de andere helft in andere richting had gezocht, waarna men elkaar niet meer kon bereiken. Men riep elkander, doch slechts een rlauw gerucht drong tot het oor door Daarna trachtte men maar ieder op eigen gelegenheid den uitweg te vinden, hetgeen na lange, lange uren gelukte. In den omtrek werd ook nog een gracht gevonden en oude graven. Aan de rivier vond men nog een diepe duistere grot, die wellicht ook met de vesting in verbinding stond. Men wilde binnendringen, doch de bewoners van de vele bijennesten vielen onbarmhartig op de bezoekers aan. Eén ziel twee gedachten. Er zit iets plechtigs in, 'n ick=en»weet» niet»wat «Ik verklaar nadrukkelijk, dat ik de com» munisten meer en meer als onze eigenlijke vijanden beschouwd, zelfs meer nog dan de conservatieven«. Aldus Clynes, een afgetreden Labeur»minister En Mac Donald zei er 't amen op. Toevallig lag er 'n oude krant ergens op tafel en een der aanzittenden las enkele regels van 't verslag eener rede, waarin Mac Donald in den verkiezingsstrijd 't verdrag met Rusland verdedigd had en onwillekeurig, een bekende zegswijze draaiend, mompelde hij «Eéne ziel, twee gedachten Of, gehéél op z'n Neerduitsch gezegd «Op twee buiken eenzelfde hand W Moordaanslag in de Weste 'Wagenstraat. Een verpleger de dader. Begin van dit jaar was de 35*jarige verpleger te »Maasoord« J. H. J. M. gehuwd met de 34»jarige mej. I. R. uit Rotterdam. Het paar betrok een woning in de Kerkstraat te Poor» tugaal. Het huwelijk was verre van gelukkig. De vrouw, die aan het drukke stadsleven was gewend, kon niet aarden in het stille dorp. Herhaaldelijk gaf zij haar ongenoegen te kennen over de rustige landelijke omgeving en vooral over den mesthoop aan de achterzijde van het huis, die lieflijke geuren verspreidde. Dikwijls ontvlood zij de dorpsche stilte en vluchtte naar het woelige Rotterdam. Soms kwam ze midden in den nacht thuis. Meer» malen betrad ze niet voor half één 's nachts de echtelijke woning. Wanneer de man 's avonds van zijn moeilij» ken arbeid huiswaarts keerde, vond hij een leeg, ongezellig thuis. Zijn vrouw liet hem aan zijn lot over. Hij moest zelf eten koken en thee en koffie zetten. Dat er dientengevolge disharmonie tusschen man en vrouw ontstond is te begrijpen. Voor een maand kwam het zoo ver, dat de vrouw maar voor goed naar Rotterdam ging. Ze wist een betrekking te krijgen in het modemagazijn van »Gerzon« aan de Leuvehaven. Haar man zond haar herhaaldelijk brieven, waarin hij haar smeekte om terug te keeren. Zij liet echter taal noch teeken hooren. Nu had de man van zijn broer, die op een boot van de Kon. Nederl. Pakketvaartmaat» schappij voer, een fraai bewerkt Indisch dolk» mes ten geschenke gekregen. Met wraakgedachten vervuld is hij Maandag, toen hij een vrije dag had, met dit mes naar Rotterdam gagaan. Hij wachtte zijn vrouw op bij de Weste Wagenstaat. Toen hij een eind met haar opgewandeld was, vroeg hij haar of ze met hem naar Poortugaal wilde terug* gaan. De vrouw weigerde dit echter. Als een wild dier heeft de verpleger zich toen op zijn vrouw geworpen en bracht haar met het dolk» mes eenige steken in den buik toe. Ondanks haar verwondingen vluchtte de vrouw naar den overkant. Bij de magazijnen van Jos Bood haalde haar man haar in en bracht haar op» nieuw messteken toe. Tenslotte stak hij haar in de rechterslaap, waarop een slagader werd getroffen. Door bloedverlies uitgeput, zakte de vrouw bewusteloos ineen. De man nam daarop de vlucht, maar werd spoedig door burgers gegrepen, die hem aan de politie overleverden. Het mes had hij bij zijn vlucht weggeworpen. De vrouw werd door burgers in de apotheek van Van den Berg en Vos binnengedragen. Nadat een voorloopig verband was gelegd, werd zij naar het ziekenhuis aan den Cool» singel overgebracht. Zij heeft niet minder dan 7 a 10 messteken bekomen. Daar ze zeer veel bloed heeft ver» loren is haar toestand zorgwekkend. Er is slechts weinig hoop op herstel. De verpleger is op het politiebureau aan de Groote Pauwensteeg in bewaring gesteld. Hij zal naar het Huis van bewaring worden overgebracht. »Rott.« De Fransche regeering is thans overgegaan tot uitgifte van 10»jarige schatkistbons tegen een rentevoet van 5 °/o> aflosbaar met 50 premie, wat wil zeggen, dat men van 1000 francs per jaar 100 francs of 10 rente trekt, hetgeen wel het maximum is, dat er op het gebied van Staatsleeningen bestaat. Deze lee» ning is als een binnenlandsche bedoeld, doch verscheen Dinsdag j.l. reeds een advertentie, dat de Banque de Paris et des Pays»Bas gaar» ne inschrijvingen aanneent, zoodat men in Frankrijk blijkbaar niet zoo gerust is, dat de leening er in zal gaan. Een dergelijk lokmid» del als dit, n.l. 50 premie, kenschetst dan ook wel de credietwaardigheid van den staat en mag het wel verwondering wekken, dat het Fransche betaalmiddel zich met al die leeningen op prijs weet te houden. Blijkbaar wordt Je koers gesteund en wordt het den baissiers "rffet gemakkelijk gemaakt, aangezien een kkftae daling b.v, 13,10 steeds weer ge» volgd wordt door een rijzing tot 13.20 of daaromtrent, waardoor de valutahandel mini» maal wordt. De dollar is deze week zelfs een oogenblik onder 2.50 gedaald, wat het directe gevolg is van de Voortdurende stijging van wissel Am» sterdam te New»York. Deze stijging is blijk» baar gewild en op touw gezet door de Ne» derlandsche Bank, welke reeds weken achter» een groote bedragen goud naar New»York zendt. De Presidentsverkiezing is thans weer achter den rug en werd met overgroote meerder» heid van stemmen de tegenwoordige Presi» dent Coolidge voor 4 jaren herkozen, wat bewijst, dat de meeste Amerikanen met het bestaande bestuur tevreden zijn en in dezen tijd geen andere richting willen riskeeren. De Beurzen hebben deze conservatieve herkiezing met een willige stemming begroet en spiciaal New»York was z.g. brandwillig, zoodat voor sommige waarden als Steels, Fries en Wabash topkoersen werden geno» teerd, terwijl de omzet Maandag sirca 2'/2 millioen shares beliep. De markt in Ameri» kaansche waarden is hier natuurlijk ook vas» ter geworden, doch de omzet is nog zeer klein, vermoedelijk omdat het publiek zich er te weinig voor interreseert en omdat provisie en zegel zoo hoog zijn. Er liepen geruchten ter beurze, dat de provisie binnenkort ver» laagd zou worden, misschien dat dit eenige opleving geeft. De stemming voor locale waarden blijft prijshoudend ter beurze, waarbij Koninklijke Olie circa 340 °/o noteeren, Consols 160 °/o, terwijl Dinsdag weer een herstel plaats vond in suikerwaarden, waarvan H.V.A. 10 ste» gen en weer 426 haalden, terwijl Poerworedjo zelfs tot 127 °/o werden gedaan, wat een be» langrijk redres is in een paar dagen tijd en een bewijs is, dat de markt voor goede be» richten zeer gevoelig gestemd is. Aandeelen Nederl. Handel=Maatschappij hebben een val achter den rug tot zelfs 117 doch redresseerden zich tot 123 ongeveer, naar beweerd wordt op ruilingen tegen aan» deelen Ned. Indische Handelsbank, die met hare Koloniale belangen goede zaken moet maken, terwijl het dividend der Handel»Mij. niet veel meer dan 6 °/o zou bedragen over 1924, wat wel zeer prematuur genoemd mag worden. In het gokfonds Pendawa is de handel ook zeer geslonken, nu is gebleken, dat de ge» ruchten van allen grond ontbloot waren toch kan de koers na gedaald te zijn tot 11 zelfs weer tot 18 herstellen. Verder is de handel nog stil en is er voor de commissionairs nog weinig affaire, zoodat menigeen nog reikhalzend naar betere tijden uitziet, wat slechts afhankelijk is van het pu» bliek dat zich nog maar steeds afzijdig schijnt te houden. De productenmarkt voor koffie blijft nog voortdurend vast gestemd en iederen dag bijna meldt ook de de Amerikaansche markt hoo» gere prijzen, wat het gevolg is van slechte oogsten en toenemende vraag voor de con» sumtie. Gezien de stijgende koersen der suikeraan» deelen schijnt ook dit product weer duurder te gaan worden, terwijl ter goederenbeurs de omzet ook veel grooter is dan de laatste we» ken. Welke de oorzaken daarvan zijn ligt nog in het duister, aangezien de concurentie dei- bietsuiker de laatste weken van zich liet spre» ken, wat eerder prijsverlagen tengevolge zou moeten hebben.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1924 | | pagina 9