CENTEN
MM 13 - TüleL
RESTAURANT
DERDE BLAD
Zaterdag 15 Nov. 1924. No. 3068.
Binnenland.
Buitenland.
Reclames Mededeelingen.
H. SCHREURS
Gemengd Nieuws.
Land» en Tninbottw.
Waar kunt gij in Rotter
dam het beste eten
Atom- Irekend voor
de beste keuken.
Matige prijzen.
Dagelijks versche
Zeeuwsche Mosselen.
Moderne inrichting.
Aanbevelend,
Gesprongen Handen
Ruwe Schrale Huid
Springende Lippen
en Huidwondjes
Economisch
W eekoversicht.
Onderzeeërs.
De heer S J. Wellensiek uit Amsterdam is
Vrijdag 7 Nov. te Wageningen gepromoveerd
op het proefschriftEen onderzoek naar de
factoren, die ontijdige knolvorming bij vroege
aardappels bepalen. De heer Wellensiek die
hiermee den graad van dokter in de land'
bouwkunde heeft verkregen, stelde ons in de
gelegenheid van zijn proefschrift kennis te
nemen. Voor de landbouwwetenschap, maar
ook voor de praktijk, is dit proefschrift niet
zonder belang. Het houdt zich bezig, zoo als
de titel aanduidt, met het vraagstuk der On=
derzeeërs. Hieronder verstaat men het volgen*
de. Bij de normale ontwikkeling van de aard*
appelplant ontstaan, gelijk men weet, uit de
gepoten knol eenige stengels, die zich boven
den grond ontwikkelen, en welke bladeren
dragen, waarmee organisch Voedsel wordt be*
reid. Na een zekere ontwikkeling te hebben
bereikt gebruikt de plant het in de bladeren
gevormde voedsel niet meer, of in geringe
mate, voor verdere bovengrondsche ontwikkë»
ling, maar voert het door den stengel af, naar
het ondergrondsche gedeelte, waar de dochter*
knollen worden gevormd. Bij ontijdige knol*
vorming het verschijnsel, in het proefschrift
behandeld is daarentegen de normale ont*
wikkeling in zoo verre gestoord, dat de plan*
ten niet of slecht opkomen en dadelijk na
het poten eenige dochterknolletjes vormen.
Dit verschijnsel wordt in de laatste jaren in
de praktijk aangeduid »onderzeeërvorming«,
kon#i sommige jaren in het bijzonder bij de
vroege aardappelen, dat geheele velden moe*
ten worden omgeploegd. Het is dus voor de
praktijk van het hoogste belang de oorzaak
der abnormaliteit vast te stellen en middelen
ter -voorkoming aan te geven. Bij een voor
onderzoek/in 1922 bleek den Schrijver, dat
de vorming van dochterknollen direct na het
poten «ft zonder dat er een bovengrondsche
ontwikkeling van de plant aan is voorafge*
gaan, door uitwendige factoren wordt bepaald.
In welke richting de uitwendige factoren de
ontwikkeling van den knolleider, is nu het
onderwerp der vermelde verhandeling, Als
proef object werden gebruikt gezonde knol*
len van het ras Schotsche Muis, omdat dit ras
in hevige mate de ondërzeeërvorming vér»
toont en tevens de belangrijkste vroege aard*
appel van ons land is. Wij,zullen de verhan*
deling als zijnde goeddeels van wetenschap*
pelijken aard, niet op den voet volgen. Aan
de slothoofdstukken ontleenen we, wat voor
de praktijk van belang is.
In de praktijk komen onderzeeërs slechts
in bepaalde jaren in dusdanige mate voor,
dat ze belangrijke schade aanrichten. Uit den
laatsten tijd zijn het vooral de jaren 1919 en
1922 geweest, waarin onderzeeërs sterk voor»
kwamen, verder in 1912, 1915 en 1917. Ook
in 1924 kwamen ze hier en daar voor, echter
niet op groote schaal. Reeds vroeger wees de
schrijver er op, dat de regenval in laatste ge»
deelte van den groei der poters zeer gering
was in de jaren, welke aan onderzeeërs jaren
voorafgingen dat voorts de maand October
meestal warm was, en de daaropvolgende win*
terr evenals de tijd na het uitpoten, nog al
koud. Nu vervroegt droogte in het laatste
gedeelte van den groei der poters het begin
der spuiting. Een genomen proef wees echter
uït, dat droog gekweekte knollen in totaal
minder spruit vormden dan vochtig gekweekte.
De invloed der droogte is dus twijfelachtig,
en bovendien is het vaststellen van droogte
in den tijd voor het rooien zeer moeilijk,
omdat er niet een bepaalde rooitijd bestaat
deze wisselt van jaar tot jaar en is ook niet
bij verschillende kweekers dezelfde.
Van groote beteekenis is echter de bewAar»
temperatuur. Dat onderzeeërs bij voorkeur op*
traden na koude winters, werd verklaard uit
een kunstmatige verwarming der bewaarplaat»
sèn bij vorst of vorstverwachting. Dit is on*
mogelijk, het is echter uitermate moeilijk te
bewijzen. Wel is de groote invloed van hooge
temperatuur in het eerste gedeelte der bewa»
ring gebleken. De hooge temperatuur in de
maanden October van de vóór onderzeeërs
j 'ren kan dus grooten invloed hebben gehad.
Hetzelfde.,geldt voor de lage temperatuur na
het uitpoten.
Nu is het achteraf verklaren van verschijn*
selen als de onderzeeërvorming uit vroegere
jaren veel moeilijker dan het voorstellen van
de omstandigheden, waaronder het verschijn»
sel in kwestie te voorschijn is te roepen. Voor*
al bij de onderzeeërvorming, waarop zooveel
factoren invloed hebben, is het moeilijk
achteraf na te gaan, welke factor in een be»
paaald jaar de hoofdschuldige is geweest.
Den meesten invloed zal wel hooge bewaar
temperatuur hebben gehad, vooral in het eerste
gedeelte van de bewaring, gevolgd door lage
temperatuur, na het uitpoten.
Het spreekt van zelf zegt de schrijver in
het laatste hoofdstuk dat een direct bestrij»
dings middel voor onderzeeërs niet bestaat.
Maar door enkele goede toepasbare kuituur»
maatregelen is het ontstaan van de neiging
voor onderzeeër»vorming te voorkomen. Wat de
voorgeschiedenis der poters betreftgewenscht
is, het gebruik van groote poters, die liefst
niet te vroeg gerooid moeten worden. De be*
langrijkste factoren tijdens de bewaring zijn
temperatuur en licht. De hoofdbestrijding be*
staat uitbewaren bij zoo laag mogelijke tem»
peraturen boven het vriespunt natuurlijk
vooral in het begin der bewaring, en aan het
volle licht. Bewaren aan het licht is niet nood»
zakelijk, wanneer de gemiddelde bewaartempe*
ratuur 6 a 8 Celsius bedraagtis men hiervan
niet zeker, dan is lichtbewaring gewenscht.
Het bewaren aan het licht wordt in de praktijk
']°g 2<rer weinig toegepast. Plaatselijke omstan
digheden maken het vaak moeilijk toepasbaar.
i och ligt er in de lichtbewaring zulk een groot
voordeel, dat men zich gerust eenige kosten
kan getroosten om het mogelijk te maken. Een
ideaal bewaarplaats is een apart gebouw met
glazen wanden en een glazen dak. Wanneer
ue poters dan in bakjes worden bewaard, die,
wanneer ze op elkaar gestapeld zijn, licht*toe»
treding niet belemmeren, is aan de vereischten
voldaan. Dat een dergelijke bewaring ook uit
economisch oogpunt is toe te passen, bewees
ue heer Noteboom te Klundert, die zelfs in
de dure jaren na den oorlog tot het bouwen
van een bewaarplaats met glazen wanden en
glazen dak overging. Deze bewaarplaas is nog
niet vorstvrij bij vorstgevaar moet er worden
gestookt. Dit geldt ook voor warenhuizen,
die overigens ook goed zijn te gebruiken als
bewaarplaats, waarschijnlijk echter economi»
scher kunnen worden gebruikt. Is de bewaring
dusdanig geweest, dat geen neiging voor onder»
zeeërvorming is ontstaan, dan heeft de tijd
van uitpoten geen invloed bestaat er kans
op de aanwezigheid der neiging, dan is het
niet gewenscht om zeer vroeg uit te poten
Dit is bovendien niet noodig voor snelle ont»
wikkeling, en het is in ieder géval veilig om
het niet te doen. In geen geval zal het voordeel
opleveren om vóór April te poten dan nog
wachte men tot men tot de gemiddelde tem»
peratuur boven 6 graden Celsius is gestegen.
De voornaamste middelen ter voorkoming,
welke door het onderzoek aan het licht zijn
gebracht, zijn dus le koel bewaren 2e aan
het vólle licht bewaren 3e niet te vroeg uit»
poten.
Herdenking lOOsjai-ig bestaan.
Ter gelegenheid der herdenking van het
lOOsjarig bestaan der beide Nederlandsche
Reddingsmaatschappijen heeft de Regeering
aan de jubilarissen in de Ridderzaal te Den
Haag een ontvangst aangeboden.
Minister Ruys heette de gasten namens de
Regeering welkom en wees op de geschiedenis
der maatschappij zoo vol van daden, van
moed en naastenliefde. Hij herdacht de helden,
die in vol vertrouwen op God, niet schromen
eigen leven te wagen om dat van anderen te
redden.
Daarna volgde een rede van den voorzitter
van het Comité voor het Nationaal Hulde*
blijk, jhr. Roëll, Commissaris der Koningin
in de provincie Noord»Holland die de feest»
gave der Natie aanbood, een fonds van ander*
halve ton gouds ter aanwending voor het
Reddingswezen en de bemanning. Minister
van Swaay sloot de rij der officieele sprekers.
De heer P. E. Tegelberg uit Baarn, Voor»
zitter der Noord* en Zuid*Hollandsche Red»
ding»Mij. dankte de Regeering voor haar
ontvangst. Dat de mannen van de kust thans
gehuldigd worden, stelde spreker echter op
hoogen prijs. Naast het deel der natie, dat
door groot hersenvermogen het land organi»
seert en regeert, bestaat niet minder behoefte
aan het deel der natie, dat door karakterkracht
den Nederlandschen naam hoog houdt. Een
volk, dat offervaardigheid en vaderlandsliefde
mist, is tot ondergang gedoemd. Spr. wenschte
hier den dank te vertolken van alle mannen
der Maatschappij, van de hoogsten tot de
laagsten. De laagsten vormen in dit geval het
bestuur te Amsterdam, de hoogsten de mannen
in- de buut. - -
Arme page=kopjes
Die arme »page*kopjes« toch.
Met 'r kort geknipte »polka*haar«
Daar hebben me de directeuren van de twee
groote Amsterdamsche ziekenhuizen 'n dienst»
order uitgevaardigd, dat de .»zusters« zich niet
mogen ontlokken en met stemmig opgemaakt
lang haar bij de patiënten moeten rondgaan.
Géén mondaine page»kopjes dus.
Al wat »rood« was böös.
Natuurlijk steekt er geenerlei beginsel
in, of 't moest dat der ij d e 1 h e i d zijn, maar
hm men is dan toch «vooruitstrevends niet
en dat brengt mee, dat men de vrouw de
dwaaste capriolen laat maken, vrijheid,
blijheid.
God gaf de kleeding ter dekking
Neen, zegt de moderne vrouw: om des te
beter te accentueeren, datgene wat wij bru»
taal onbedekt laten. Hij schonk de vrouw 't
lange haar tot een sieraad, neen zegt de
geëmancipeérde, wég met dat mooishoud
als vrouw je nek hoog, recht en bloot en al
wilden we 't millimeteren, dan zullen wij met
ons haar doen wat ons past.
«Accoordzeiden de directeuren.
«Maar in dienstverband zult gij die
gekheid laten en ze hebben al het «polka»
haar« in de kinder»afdeeling te werk gesteld.
Soort bij soort. Voor 'n kind vindt ik 't
leuk, maar 'n vrouw tooie zich met het schoon
dat God haar schenkt en ik hoop
dat géén harer 't in het hoofd krijgt
om vele mannen te yragen Waar laat gij uw
baard, dien God u schonk
Braaf en de ambtenaren.
Van Herodes den Wreede, moet keizer Au»
gustus hebben gezegd, dat hij liever zijn zwijn
dan zijn zoon zou wezen.
Wat boer Braaf uit Hekelingen betreftik
ware liever zijn mestknecht, dan zijn «ambte»
naar«.
't Geen hij over de ambtenaren zei, was
schandelijk.
Hèm te hooren zijn 't met elkaar één troep
doodeters, die den tijd verluieren, lijntjes trek»
ken, pijpjes rooken, met vacantie gaan en in
den tijd die er overschiet zoo af en toe es
iets presteeren voor den Staat. Zijn advies
vertaal ik: Laat ze hongrlijden, dat ze scheel
zien.
't Is een klad op onzen boerenstand, dat
zoo iemand namens hen in de Kamer spre»
ken durft en ik wou om wat liefs, dat er in
de Kamer een »boer« ware opgestaan, die
dezen man es, in z'n eigen ruwe taal z'n on»
hebbelijkheden onder den neus gewreven had.
Sla es één keer dat heer tegen den grond
In overdrachtelijken zin, dat spreekt:
'.t Zal hem deugd doen, als 't Legrée deed,
de bekende planter uit de Negerhut.
Oorlogsellende.
De Corr. van de N. Rott. Crt. schrijft over
betoogen van in den oorlog verminkten welke
te Parijs gehouden zijn. Wij ontleenen hieraan
het volgende
Bij hef Rond*point./des Champs Elysées
verzamelden zich de groepen. Boven de dui»
zenden en duizenden hoofden trok er het
uitgespannen roode doek de aandachtHaine
■a la haine. In den stoet heb ik 't niet opgemerkt,
misschien was het door de commissarissen ge*
weigerd. Het was volkomen kalm op dit punt.
Den verschillenden vereenigingen was de plek
van samenkomst aangewezen. De oudstrijders
en degenen onder hen, die zooals dat heet de
bloedbelasting betaalden, zijn in tal van bon»
den ondergebracht. Die verschillen betreffen
behalve de politieke overtuiging het vak De
verminkte officieren, en personeel van destaats»
spoor, voorzoover hpt er niet heelhuids af»
kwam, hebben zich otader andere, aaneenge»
sloten. De eigenlijke gcheidslijn betreffen den
aard der verminking.
Vooraan in den stoet gingen de oorlogs»
blinden. Op hen volgden de zoogenaamde
kapotte smoelen«, waarmee zij zijn aangeduid,
wien een stuk van het gezicht weggeschoten
of weggeslagen werd. Dit zijn de uiterlijke
kenteekenen. Wier longen door de gifgassen
werden verschroeid hooren tot een andere
categorie. Oogenschijnlijk maken de meesten
een normalen indruk, maar dat is bedriegelijk.
Onverwacht kunnen ie neervallen. Verschrik»
kelijk zijn de heel df half verlamden eraan
toe. Deze patiënten drouwens bezorgen de
overheid weinig last meer. Het meerendeel
dier rampzaligen is jraar de andere wereld
verhuisd.'Zoo zijn er nog tal van afdeelingen.
Tot zoo ver wat dei directe slachtoffers aan»
gaat, bij wie ook de gewezen krijgsgevangenen
moeten worden genoemd. Daarna hebben oor*
logsweduwen en wee?èn recht op steun. Ook
de genootschappen, die zich inzonderheid hun
belangen aantrekken, liepen mee. Op den nood
van al die menschen moet ik terugkomen. De
opeenvolgende regeeririgen hebben met zoo
veel woorden jegens hen een eereschuld aan»
vaard en de mannen, die, in hun lichaams»
en geestelijke vermogens geknauwd, den oorlog
hebben doorstaan, zijp nu vast besloten, hun
eischen door te zetten.
Het duurde lang, voor de geledigden van
deze menschenslang in elkaar waren gepast.
Alle luidruchtigheid werd erbij vermeden.
Toch maakte het geheel volstrekt geen droeven
indruk. Zoo veel strompelaars, eenarmigen en
in ander opzicht gebrokenen zijn zelden of
nooit bij elkaar geweest, maar de stemming
was goed, ofschoon natuurlijk niet vroolijk.
Het comité had al getoond den ernst dezer
l
IN
s
PUROL in Doozen 30,60, 90=' Tube 80c1
Bij Apothekers en Drogisten
betooging te beseffen door ze opzettelijk te
scheiden van de militaire en officieele hulde,
aan de schim van den onbekenden soldaat
gebracht. Die moest haar karakter van pieteit
onverkort behouden.
Eindelijk schokte de massa in beweging. Het
begon met een défilé de Champs Elysées fot
aan de Place de la Concorde af. Het verkeer
werd ervoor stil gezet, zoodat de voorste ge»
lederen zich in volle breedte over de weidsche
laan konden ontplooien. De leiders gingen
vooraan, slechts door enkele politiemannen
ondersteund. Tegen het publiek behoefden ze
geenszins in te grijpen. De toeschouwers»lagen
weken voor een enkel woord willig achteruit.
Voor elke groep liep een leidsman en het
onderlinge verband werd door heeren met
blauwe banden om den arm gehandhaafd. Een
bord, voor elke afdeeling gedragen, duidt het
karakter hiervan aan.
Daar zijn de mannen, die niet meer loopen
kunnen. In wagentjes bewegen ze zich handig
voort, keurig in het gelid. Oogenschijnlijk
kerngezonde kerels zijn bij hen, zelfs maken
ze onderling grappen. .Een laat zich als hulp
door een hond trekken. Bij het aanrollen van
deze aangrijpende phalanx zijn op de voetpa*
den de petjes afgegaan. De mannen schijnen
het zelfs niet te bemerken.
Nu passeeren de blinden de revue. Men
kan een speld hooren vallen. Honderden zijn
er, allen worden natuurlijk aan den arm geleid.
Hier geen kwinkslag,«geen lach. Verscheidenen
kijken rond, alsof ze waarlijk zien men weet
wel beter. Velen dragen zwarte brillen. Vrou*
wen of meisjes strekken hun tot gids. Tal
van vrouwen loopen in den stoet mee. Zij
allen, de mannen en de vrouwen zijn als kleine
burgers gekleed. De «menschen»uit»het*volk&
zijn verre 'in de minderheid behalve bij de
revolutionairen. De anderen dragen nette jas
en hoed.
Op de blinden volgen de wreedst geschon»
denen, die van het gezicht. Ook in dit deta»
chement loopen de ergsten vooraan. Honder»
den weer deelen dit afschuwelijke lot. Gezich»
ten zijn er, die geen gezichten meer zijn. Het
vleesch is opengescheurd en in helsche bulten
opgezwollen. Sommige hoofden zitten in strak*
ke verbanden, alsof ze anders niet »houden«
zouden. Anderen beven nog, blijkbaar de na*
werking van een granaatschok, Lijkbleeken
zijn er, die schuw neerkijken, om niet de aan»
dacht te trekken. Van verscheiden gezichten
werd de neus weggeschoten, op andere is het
ontbrekende met de nieuwste hulpmiddelen
der techniek aangevuld of vervangen.
Een verlaten rotsvesting.
De «Sumatra Post« bevat een relaas van een
ontdekking, die de heer J. L. Hiemstra, hoofd*
assistent bij het Boschwezen in Langkat (Su*
matra), als het ware toevallig heeft gedaan op
een zwaren diensttocht in het Boven»I.angkat»
sche.
Een der oude gidsen vertoonde op die
tochten eenige aarzeling. Men trachtte te we*
ten te komen, wat er aan haperde Het bleek,
dat de gids vroeger eens een groote vesting
in dat gebied had gezien, in welke vesting
geen menschelijk leven was te zien.
Het kostte moeite de inlandsche dragers
mee te krijgen.
De Europeanen, zwaargewapend, met de
vinger aan den trekker mede in verband
met her voorkomen van tallooze beren en
ander verscheurend gedierte liepen voorop.
Men begaf zich binnenwaart het land in over
een soort van beboscht plateau, daf aan deze
zijde vrijwel geheel vlak was. Totdat men
potseling, na ongeveer een kolimeter geloopen
te hebben, stond voor een geweldig, steil op*
loopend rotsachtig gevaarte, dat alle allures
had varj een oude ridderburcht in het Rijn»
land of in andere romantische streken. De
wand was een dertig of veertig meter hoog
en onbeklimbaar Zoo maar, midden in het
betrekkelijk vlakke land, verhief zich deze
indrukwekkende veste. Boven sterkten zich
natuurlijke tinnen en verweerde torens uit en
aan beide zijden verloor de onneembare ves»
ting zich in de verte. Een doodsche stilte
heerschte.
Het moet gezegd worden, dat ook de Europe*
anen wel eenigszins onden den indruk ge*
raakten van deze sombere spookachtige burcht»
verschijning in dit verlaten gebied, waar nog
nooit een blanke zijn voet heeft gezet. Maar
de nieuwsgierigheid won het al spoedig en
men begon een systematisch onderzoek, dat
leerde, dat de »vesting« in ongeveer een uur
was om te trekken en dat er drie ingangen
waren. Men besloot één van deze toegangen
te bezetten om in het inwendige te geraken
en toen begon een tocht door een waar dool*
hof van gangen, en wat zich daarbij aan het
oog voordeed, bracht de toeschouwers van
de eene verbazing in de andere. De nauwe
ingang was bij elke flauwe of scherpe bocht
voorzien van een (uitgehouwen hokje en
wanneer men zijn fantasie hier den vrijen
loop liet, dan kon men zich voorstellen, hoe
hier de wachters verscholen stonden, die aan
elk getal indringers den toegang konden ver»
sperren, door hun kalm een klein kUNop
het hoofd toe te brengen vanuit fc .ver*
borgen schuilplaats. Er waren er vele lh dézen
bochtigen gang.
En dan verloor mqp zich in een groot aan»
tal daglichte straatjes- en gangen, die aller*
wjege. met elkaar.,in veebwading stonden en
vanwaar tallooze poortjes, die aan gothiek
deden denken, toegang gaven tot meer of min»
der groote en donkere holen en kamers die
vele sporen van geiten en herten te zien gaven.
Ergens in het midden, waar de vesting veel
lager was, bevond zich een marktplein, waar
zich een statige boom verhief van zeldzamen
omvang. De grondlaag bestond hier, evenals
in de meeste gangen, uit teelaarde.
In verschillende grotten of holen, die men
daarna nauwkeuriger onderzocht, werden tee»
kens in de muren aangetroffen, die, ofschoon
sterk verweerd, door een leek ongetwijfeld
voor schriftkarakters zouden worden gehou»
den, doch natuurlijk door hem niet te ont*
cijferen zijn Vrijwel alle teekens begonnen
links dik en breed om naar rechts smal uit te
loopen.
Toen men eenigszins van zijn verbazing en
nieuwsgierigheid bekomen was, maakte men
aanstelten om de vesting te verlaten. Doch
de gedachte bleek eenvoudiger dan de daad.
Men verdwaalde in den doolhof van gangen,
En men verdwaalde niet alleen, maar de troep
geraakte ook van elkaar, doordat de eene
helft eenige donkere verbindingsstukken was
doorgekropen en de andere helft in andere
richting had gezocht, waarna men elkaar niet
meer kon bereiken. Men riep elkander, doch
slechts een rlauw gerucht drong tot het oor
door Daarna trachtte men maar ieder
op eigen gelegenheid den uitweg te vinden,
hetgeen na lange, lange uren gelukte.
In den omtrek werd ook nog een gracht
gevonden en oude graven. Aan de rivier vond
men nog een diepe duistere grot, die wellicht
ook met de vesting in verbinding stond. Men
wilde binnendringen, doch de bewoners van
de vele bijennesten vielen onbarmhartig op
de bezoekers aan.
Eén ziel twee gedachten.
Er zit iets plechtigs in, 'n ick=en»weet»
niet»wat
«Ik verklaar nadrukkelijk, dat ik de com»
munisten meer en meer als onze eigenlijke
vijanden beschouwd, zelfs meer nog dan de
conservatieven«.
Aldus Clynes, een afgetreden Labeur»minister
En Mac Donald zei er 't amen op.
Toevallig lag er 'n oude krant ergens op
tafel en een der aanzittenden las enkele regels
van 't verslag eener rede, waarin Mac Donald
in den verkiezingsstrijd 't verdrag met Rusland
verdedigd had en onwillekeurig, een bekende
zegswijze draaiend, mompelde hij
«Eéne ziel, twee gedachten
Of, gehéél op z'n Neerduitsch gezegd
«Op twee buiken eenzelfde hand W
Moordaanslag in de Weste 'Wagenstraat.
Een verpleger de dader.
Begin van dit jaar was de 35*jarige verpleger
te »Maasoord« J. H. J. M. gehuwd met de
34»jarige mej. I. R. uit Rotterdam. Het paar
betrok een woning in de Kerkstraat te Poor»
tugaal. Het huwelijk was verre van gelukkig.
De vrouw, die aan het drukke stadsleven
was gewend, kon niet aarden in het stille
dorp. Herhaaldelijk gaf zij haar ongenoegen
te kennen over de rustige landelijke omgeving
en vooral over den mesthoop aan de achterzijde
van het huis, die lieflijke geuren verspreidde.
Dikwijls ontvlood zij de dorpsche stilte en
vluchtte naar het woelige Rotterdam. Soms
kwam ze midden in den nacht thuis. Meer»
malen betrad ze niet voor half één 's nachts
de echtelijke woning.
Wanneer de man 's avonds van zijn moeilij»
ken arbeid huiswaarts keerde, vond hij een
leeg, ongezellig thuis. Zijn vrouw liet hem
aan zijn lot over. Hij moest zelf eten koken
en thee en koffie zetten.
Dat er dientengevolge disharmonie tusschen
man en vrouw ontstond is te begrijpen. Voor
een maand kwam het zoo ver, dat de vrouw
maar voor goed naar Rotterdam ging. Ze wist
een betrekking te krijgen in het modemagazijn
van »Gerzon« aan de Leuvehaven.
Haar man zond haar herhaaldelijk brieven,
waarin hij haar smeekte om terug te keeren.
Zij liet echter taal noch teeken hooren.
Nu had de man van zijn broer, die op een
boot van de Kon. Nederl. Pakketvaartmaat»
schappij voer, een fraai bewerkt Indisch dolk»
mes ten geschenke gekregen.
Met wraakgedachten vervuld is hij Maandag,
toen hij een vrije dag had, met dit mes naar
Rotterdam gagaan. Hij wachtte zijn vrouw op
bij de Weste Wagenstaat. Toen hij een eind
met haar opgewandeld was, vroeg hij haar
of ze met hem naar Poortugaal wilde terug*
gaan. De vrouw weigerde dit echter. Als een
wild dier heeft de verpleger zich toen op zijn
vrouw geworpen en bracht haar met het dolk»
mes eenige steken in den buik toe. Ondanks
haar verwondingen vluchtte de vrouw naar
den overkant. Bij de magazijnen van Jos Bood
haalde haar man haar in en bracht haar op»
nieuw messteken toe. Tenslotte stak hij haar
in de rechterslaap, waarop een slagader werd
getroffen. Door bloedverlies uitgeput, zakte
de vrouw bewusteloos ineen.
De man nam daarop de vlucht, maar werd
spoedig door burgers gegrepen, die hem aan
de politie overleverden. Het mes had hij bij
zijn vlucht weggeworpen.
De vrouw werd door burgers in de apotheek
van Van den Berg en Vos binnengedragen.
Nadat een voorloopig verband was gelegd,
werd zij naar het ziekenhuis aan den Cool»
singel overgebracht.
Zij heeft niet minder dan 7 a 10 messteken
bekomen. Daar ze zeer veel bloed heeft ver»
loren is haar toestand zorgwekkend. Er is
slechts weinig hoop op herstel.
De verpleger is op het politiebureau aan
de Groote Pauwensteeg in bewaring gesteld.
Hij zal naar het Huis van bewaring worden
overgebracht. »Rott.«
De Fransche regeering is thans overgegaan
tot uitgifte van 10»jarige schatkistbons tegen
een rentevoet van 5 °/o> aflosbaar met 50
premie, wat wil zeggen, dat men van 1000
francs per jaar 100 francs of 10 rente trekt,
hetgeen wel het maximum is, dat er op het
gebied van Staatsleeningen bestaat. Deze lee»
ning is als een binnenlandsche bedoeld, doch
verscheen Dinsdag j.l. reeds een advertentie,
dat de Banque de Paris et des Pays»Bas gaar»
ne inschrijvingen aanneent, zoodat men in
Frankrijk blijkbaar niet zoo gerust is, dat de
leening er in zal gaan. Een dergelijk lokmid»
del als dit, n.l. 50 premie, kenschetst dan
ook wel de credietwaardigheid van den staat
en mag het wel verwondering wekken, dat
het Fransche betaalmiddel zich met al die
leeningen op prijs weet te houden. Blijkbaar
wordt Je koers gesteund en wordt het den
baissiers "rffet gemakkelijk gemaakt, aangezien
een kkftae daling b.v, 13,10 steeds weer ge»
volgd wordt door een rijzing tot 13.20 of
daaromtrent, waardoor de valutahandel mini»
maal wordt.
De dollar is deze week zelfs een oogenblik
onder 2.50 gedaald, wat het directe gevolg is
van de Voortdurende stijging van wissel Am»
sterdam te New»York. Deze stijging is blijk»
baar gewild en op touw gezet door de Ne»
derlandsche Bank, welke reeds weken achter»
een groote bedragen goud naar New»York
zendt.
De Presidentsverkiezing is thans weer achter
den rug en werd met overgroote meerder»
heid van stemmen de tegenwoordige Presi»
dent Coolidge voor 4 jaren herkozen, wat
bewijst, dat de meeste Amerikanen met het
bestaande bestuur tevreden zijn en in dezen
tijd geen andere richting willen riskeeren.
De Beurzen hebben deze conservatieve
herkiezing met een willige stemming begroet
en spiciaal New»York was z.g. brandwillig,
zoodat voor sommige waarden als Steels,
Fries en Wabash topkoersen werden geno»
teerd, terwijl de omzet Maandag sirca 2'/2
millioen shares beliep. De markt in Ameri»
kaansche waarden is hier natuurlijk ook vas»
ter geworden, doch de omzet is nog zeer
klein, vermoedelijk omdat het publiek zich er
te weinig voor interreseert en omdat provisie
en zegel zoo hoog zijn. Er liepen geruchten
ter beurze, dat de provisie binnenkort ver»
laagd zou worden, misschien dat dit eenige
opleving geeft.
De stemming voor locale waarden blijft
prijshoudend ter beurze, waarbij Koninklijke
Olie circa 340 °/o noteeren, Consols 160 °/o,
terwijl Dinsdag weer een herstel plaats vond
in suikerwaarden, waarvan H.V.A. 10 ste»
gen en weer 426 haalden, terwijl Poerworedjo
zelfs tot 127 °/o werden gedaan, wat een be»
langrijk redres is in een paar dagen tijd en
een bewijs is, dat de markt voor goede be»
richten zeer gevoelig gestemd is.
Aandeelen Nederl. Handel=Maatschappij
hebben een val achter den rug tot zelfs 117
doch redresseerden zich tot 123 ongeveer,
naar beweerd wordt op ruilingen tegen aan»
deelen Ned. Indische Handelsbank, die met
hare Koloniale belangen goede zaken moet
maken, terwijl het dividend der Handel»Mij.
niet veel meer dan 6 °/o zou bedragen over
1924, wat wel zeer prematuur genoemd mag
worden.
In het gokfonds Pendawa is de handel ook
zeer geslonken, nu is gebleken, dat de ge»
ruchten van allen grond ontbloot waren toch
kan de koers na gedaald te zijn tot 11
zelfs weer tot 18 herstellen.
Verder is de handel nog stil en is er voor
de commissionairs nog weinig affaire, zoodat
menigeen nog reikhalzend naar betere tijden
uitziet, wat slechts afhankelijk is van het pu»
bliek dat zich nog maar steeds afzijdig schijnt
te houden.
De productenmarkt voor koffie blijft nog
voortdurend vast gestemd en iederen dag bijna
meldt ook de de Amerikaansche markt hoo»
gere prijzen, wat het gevolg is van slechte
oogsten en toenemende vraag voor de con»
sumtie.
Gezien de stijgende koersen der suikeraan»
deelen schijnt ook dit product weer duurder
te gaan worden, terwijl ter goederenbeurs de
omzet ook veel grooter is dan de laatste we»
ken. Welke de oorzaken daarvan zijn ligt nog
in het duister, aangezien de concurentie dei-
bietsuiker de laatste weken van zich liet spre»
ken, wat eerder prijsverlagen tengevolge zou
moeten hebben.