|oor i*en Jjanèag
Drie Bladen.
Zaterdag 1 Nov. 1924.
No. 3064.
TWEEDE BLAD.
Gemeenteraad.
hoest: Anga
Bestu u rsvergader i ng
der Hulpcentrale op Woensdag 5 Nov.
4 uur in de Chr. Sch.
Agenda
1. Financiën.
2. Propaganda-Commissles.
3. Organisatie.
J. v. D. WAAL
Welk een zegen als de Heere dat ook
tot ons zegt„Zoon, dochter uw zonden
zijn u vergeven. Dat is de grootste wel
daad, wtlke aan een nietig en zondig
mensch kan geschonken worden. De
dichter getuigt„Welgelukzalig is hij
wiens overtredingen vergeven zijn, wiens
zonde bedekt is". Welgelukzalig is
de mensch wien de Heere de onge
rechtigheid niet toerekent, en in wiens
geest geen bedrog is." Immers in de
vergeving der zonde ligt alles, wat tot
ons eeuwig heil strekt, opgesloten. Heeft
de zonde ons van God gescheiden, ons
nan den dood onderworpen, de verge
ving der zonden bevat verlossing van
den dood en de schenking van Gods
gunst en het eeuwige leven. Voor hem
die dit voorrecht deelachtig is, is er
geen verdoemenis, hij is als kind Gods
een erfgenaam des eeuwigen jlevens.
Maar voor wien zal dat de grootste wel
daad zijn Wie zal dit de begeerlijkste
zaak achten Alleen hij die, aan zijn
zonden ontdekt werd en leerde verstaan,
in welk een ellende de zonde hem ge
bracht heeft. Die gezicht kreeg in het
verschrikkelijke en strafwaardige der
zonde, zoodat hij met den dichter in
stemde Ik ben bekommerd vanwege
mijn zonde. Die gevoelt dat hij niet in
staat is zichzelf te verlossen omdat
hij geen gerechtigheid voor God bezitt
Zal de vergeving der zonde ons een
voorrecht zijn, dan moet haar schuld
en smet door ons met David beleden
worden. „Tegen U, U alleen heb ik ge
zondigd en gedaan dat kwaad is in Uwe
oogen". Dan moet bij ons de vraag der
verlegenheid gevonden worden. „Wat
zal ik Gode tot rantsoen voor de zonde
geven, ik die gansch verloren ben en
voor zijn vierschaar gedaagd, daarvoor
niet bestaan kan Wanneer wij leeren
zien dat wij met een heilig God te doen
hebben, wanneer wij onszelven als schul
dig en onmachtig tegenover dien recht
vaardigen Rechter zien, dan wordt dit
ons het hoogste goed dat God onze
zonde niet meer gedenkt, ons de onge
rechtigheid niet toerekent, ons al onze
isdaden kwijt scheldt. Maar wie mag
van deze weldaad verzekert zijn? Tot
wie zegt de Heere datZoon, doch
ter! uw zonden zijn u vergeven? Dat
zegt Hij tot allen die tot Jezus
komen gelijk die ongelukkige man, die
door lamheid geslagen, door vrienden
tot den Heiland werd gebracht opdat
hij mocht genezen worden. Het geloof
dat Jezus hem genezen kon doet hem
over alle bezwaren heenzien. En hun
geloof wordt niet beschaamd. Jezus
ziende het geloof van dezen man en diens
vrienden zegt„Zoon uw zonden zijn u
vergeven." En daarna geneest hij hem
zeggende „Sta op,neem uw beddeken
op en ga naar uw huis. Een dubbele
weldaad dus werd dezen man bewezen
Hij vond niet alleen genezing zijner
krankheid maar ook vergeving van zon
den. En dat voorrecht schenkt de Heere
nog aan allen die met hun zielsnooden
tot hem vluchten. Aan allen, die komen
tot Christus ,als den Middelaar als het
Lam Gods dat de zonde der wereld
wegneemt, als den Zoon van God wiens
bloed reinigt van alle zonden. Aan allen
die geen uitkomst bij zichzelven zien,
aan eigen deugdzaamheid wanhopen,
en als onrechtvaardigen tot Zijn gerech
tigheid komen. Zijt gij zulk een hon
gerende naar de gerechtigheid van
Christus, zoo zegt hij ook tot u Zoon,
dochter, uw zonden zijn u vergeven. En
waar zegt hij dat Waar vernemen wij
zijn stem Dat zegt hij in Zijn woord,
vol van de rijkste beloften aan allen die
Hem zoeken. Ik ben niet gekomen om
te roepen rechtvaardigen, maar zon
daars tot bekeering. Die in Mij gelooft,
zal leven, al ware hij ook gestorven.
De Zoon des menschen is gekomen om
te zoeken en zalig te maken dat ver
loren was. Die in den Zoon van God
gelooft, die heeft het eeuwige leven.
Op bijzondere wijze verzekert Hij door
het Sacrament de vergeving der zonde
door Zijn bloed aan allen die gelooven
Door Zijn Geest doet Hij hun Zijn be
loften verstaan en toeëigenen, hun har
ten vervullende met Zijn vrede. Voor
onze zonde heeft Hij geleden, om onze
zonden is Hij gestorven. Met zijn bloed
heeft Hij voor de zonden betaald. Nu
is God verzoent en zal Hij op zijn volk
niet meer toornen. In Christus die vol
komen gehoorzaamheid heeft bewezen
ziet Hij hen in gunst aan. Maar tegen het
geloof van de vergeving der zonden
komt vaak zooveel op. Het kan zijn
dat onze ziel zich nederbuigt, waar zij
hare zonden gedenkt. Gaat ook Satan
niet rond om de vrede uit het hart van
Gods volk weg te nemen Beschuldigt
ons geweten ons niet. Is er in ons hart
nog niet een wortel van eigengerechtig
heid Als wij op ons zelve zien moet
het dan niet zijn„Wee mij ik verga
dewijl ik een man van onreine lippen
ben Wij worden niet heiliger naar
mate wij ouder worden, onze zonden
worden niet minder. Integendeel, wij
ontdekken steeds meer ongerechtig
heden in ons binnenste. Wij zien af
dwalingen die ons eerst verborgen wa
ren. Maar de Heere verzekert aan allen
die daarover leed gevoelen dat zij niet
moeten vreezen. Hij vermaant hen niet
op zichzelven te zien, maar op Chris
tus. Geen zonde die nog tegen hun wil
in hen is overgebleven moet hen ver
schrikken. Hij roept hun toe Uw zon
den zijn u om Christus wil vergeven.
Zij behoeven door u niet meer verzoend
te worden. Zij zijn door Christus ver
zoend. Zij worden u niet meer toege
rekend. Haar schuld is vergeven, haar
macht is gebroken en na dit leven zal
de zrnde, die nog in u is overgebleven
volkomen te niet gedaan zijn. Met het
geloof aan de vergeving onzer zonden
staat de bloei van ons geestelijk leven
in nauw verband. Wanneer wij voor ons
zielsbesef nog onder den last der zonde
verkeeren als het rechte gezicht in de
genade Gods ontbreekt, dan wordt ons
geestelijk leven daardoor gedrukt. Dan
is onze ziel zoo mat, dan ontzinkt haar
de moed en heeft ze geen kracht om
te strijden. Als voor ons besef onze
zonden nog niet verzoend zijn dan is
het zoo donker in ons, dan mist de ziel
de veerkracht om zich boven de zorgen
te verheffen tot God in den hemel. Er
kan geen vrede en rust zijn zoo het
geloof aan de vergeving der zonden
niet levendig is. Wanneer wij ons ech
ter geloovig aan Jezus overgeven, steu
nende op Zijn belofte dan gaat het licht
voor ons op. Hoe verruimd gevoelen wij
ons dan, welk een anderen blik krijgen
wij dan op het leven, wat worden de
bezwaren dan minder. Zoo krijgen wij
ook meer levensmoed. Want indien God
Zijn Zoon voor ons niet gespaard heeft
hoe zal Hij ons met Hem niet alles
schenken wat wij voor dit leven be
hoeven. Geen zorgen zullen ons doen
bezwijken. Indien onze zonden ons ver
geven zijn, zoo wij voor de rekening
van Jezus liggen hebben wij geen dood
en hel te vreezen. Ondanks vele ver
drukkingen hebben wij goeden moed
daar wij weten dat Christus de wereld
overwonnen heeft. Het geloof dat zijn
zonden vergeven zijn is voor Gods
kind een bron van sterkte in dit leven
en straks ook in het sterven.
LEEKEPRAATJES.
Reclame-Mededeelingen.
Doos 60-9öcl Bij Apofken Drogisten.
Het goedkoopste, Het grootste, Hel meest gesorteerde
Hoeden- en Pettenmagazijn
Ingezonden Stukken
mmCSJGtOWSEi
Dit nummer bestaat uit
De Secretaris
MARKUS 21 5b.
»Zoon Uw zonden zijn u ver*
geven
«Jij zegt wel dat Rome in zijn politiek op
Christelijk standpunt staat en naast ons po»
sitie neemt tegen den geest der Revolutie,
maar waar blijkt dat uit
Met deze vraag kwam Piet deze week naar
me toe.
«Dat blijkt uit de politieke historie dier
partij, vooral onder de leiding van Dr.
Schaepman«, zei ik.
«Maar in andere landen, zooals in Duitsch»
land en België gaan de Roomschen toch sa»
men met de socialisten«, wierp Piet me tegen.
«Dat is zoo«, antwoordde ik, «maar men»
schen die met de Staatkunde en de politiek
van Europa goed op de hoogte zijn, zeggen
ook, dat de Roomschen in ons land geheel
anders zijn aangelegd dan in andere landen.
In ons land hebben de Roomschen den geest
uit den afgrond goed leeren kennen, zij heb»
ben evenals wij gezien dat de Revolutietheorie
in den grond der zaak de geest van den Anti»
Christ isGod van de troon en de mensch
er op. Dat zij tot dit helder inzicht zijn ge»
komen is wellicht te danken aan degeschrif»
ten en het optreden van Groen en Kuyper.
En wil ik je nu eens aantoonen dat de po»
litiek van de Roomschen in ons land een
zuiver Christelijken geest ademt. Luister dan
maar wat ik je voorlees uit hun program voor
de verkiezingen in 1922. Betreffende de para»
graaf voor Justitie staat als punt 1 handha
ving der christelijke beginselen in de huwelijks
wetgeving.
«Kan tegenover den geest van het ongeloof
die de grondslagen van het huwelijk ont»
wrichten wil, het vrije huwelijk bewierookt,
echtscheiding uiterst gemakkelijk wil maken,
beter, stelliger, positiever stelling genomen
worden, dan hier staat
«Neen dat kan niet«, zei Piet eerlijk.
«Dan gaan we verder. Betreffende defensie
1. De organisatie van leger en vloot dient be
perkt te blijven tot hetgeen noodzakelijk is voor
de handhaving der neutraliteit en de verdedi
ging der onafhankelijkheid. 2. Bevordering van
maatregelen tot verheffing van het zedelijk leven
bij de land- en zeemacht. 3. Meerdere en aan
houdende zorg der Overheid voor de geestelijke
en stoffelijke belangen van hen, die onder de
wapenen zijn, ook in vredestijd.
«Heb je er wat tegen Piet?«
«Wat zou 'k er tegen hebben
«Dan verderFinanciën Krachtiger door
voering van het beginsel van belasting, naar
draagkracht in het belastingsysteemdaarbij
rekening houdende met de grootte van het huis
gezin
«Is dat niet zuiver Antirevolutionair, Piet.«
Ja, dat is het,« zei Piet.
«Onderwijs: 1. Verdere doorvoering van de
L. O.-.wet met behoud van de vrijheid der bi-
zondere school.«
«Betreffende koloniën Wijziging van art.
123. Regeeringsreglement.
«Wat willen we anders, Piet?«
«Wat staat er in dat artikel, vroeg Piet.
«Daar staat dat de Christén»leeraars,! pries»
ters en zendelingen voorzien moeten zijn van
een door of namens de Gouveneur»Generaal
te verleenen bizondere toelating om hun werk
in eenig bepaald gebied van Ned, Indië te
mogen verrichten. Wanneer die toelating schade»
lijk wordt bevonden of de voorwaarden daar»
van niet worden nageleeft, kan ze door den
Gouveneur»Generaal worden ingetrokken.«
Met andere woordenGods Woord zegt
predikt het Evangelie aan alle creaturen, maar
de liberalen van de vo'rige e^uw hebben ge»
zegd alles goed en wel maar eerst zal je
toestemming van de Indische regeering moe»
ten hebben.
«Dat is een schande« zei Piet.
«Dat is 't ook en nu vechten wij met de
Roomschen om dat schandelijk artikel weg te
krijgen, maar we gaan verder, onder paragraaf
VII lees ik als eerste puntBevordering dei-
Zondagsrust, Bestrijding van openbare onzede
lijkheid. Steun aan vereenigingen, die verheffing
der openbare zedelijkheid beoogen. Maatregelen
tegen het bioscoop en schouwburg gevaar en
tegen alcoholisme. En onder punt zes Maat
regelen ter voorziening in den woningnood
waarbij vooral dient gelet te worden op de be
hoefte van groote gezinnen.«
Dat is de geest van het program Piet Heb
je er wat op tegen
«Ik niks, maar er staat toch zeker wel meer
in
«O, ja nog b.v. over buiterdandsche zaken
en over onderwerpen van algemeen maatschap»
pelijk belang, en over landbouw middenstand
en arbeid.
«Maar staat er niks in over de kerk
«Totaal niks Piet. En wil je nu er dat ik
er het program van de socialisten en commu»
nisten bij leg dan kun je kiezen welk pro»
gram je liever uitgevoerd wilt hebben
«Ik dank je,« zei Piet, als ik kiezen moest
weet ik dat nu toch wel, (paar ik zou liever
niet kiezen, dóch ee'ff ëige'h program "uifvoe»
ren.«
Ja ik ook, maar dat gaat nu eenmaal niet,
kiezen moeten we.«
Piet knikte en hulde zich in een dikke rook»
wolk.
je vriend PLAATDORP.
VERGADERING van den Gemeente»
raad van SOMMELSDIJK op Don»
derdag 30 Oct. des nam. half 4 uur.
Afwezig zonder kennisgeving dhr A. A. Mijs.
De voorzitter, burgemeester den Hollander,
opent de vergadering met gebed waarna de
notulen worden voorgelezen en onveranderd
worden vastgesteld.
Verschillende ingekomen stukken wor.den
voor kennisgeving aangenomen.
Naar aanleiding van een schrijven van de
A. N. W. B. over wegvebrreding en splitsing
voor rijwielen, vraagt de heer SLIS (Chr. Hist.)
een afzonderlijke pad voor rijwielen langs den
Molendijk aan te leggen. De weg is daar on»
bereidbaar.
De VOORZITTER zegt onderzoek toe.
In de politieverordening wordt een wijziging
gebracht waardoor het verboden is in de kom
der gemeente stroo, hooi enz. in klampen of
op andere wijze met gevaar voor brand op
te slaan.
De begrooting van het burgerlijk armbestuur
wordt ongewijzigd vastgesteld. Idem die van
de gasfabriek en de rekening der gasfabriek.
Naar aanleiding van de begrooting der gas»
fabriek ontstaat een praatje over den prijs van
het gas voor de straatverlichting waarbij de
raad tenslotte tot de conclusie komt dat het
beter is hierover bij de behandeling der ge»
meentebegrooting te spreken.
De begrooting van het grondbedrijf wordt
eveneens goedgekeurd en vastgesteld.
De heer KIEVIT (A »R.) brengt rapport uit
over de gemeentebegrooting dienst 1925.
Onder post 97 merkte de commissie op dat
er een belooning wordt uitgetrokken voor de
brandmeesters, spr. vraagt hoe dat zit daar hij
als brandmeester nooit een belooning gezien
heeft.
De VOORZITTER antwoordt dat deze post
op voorschrift zoo genoemd wordt.
Bij post 123 steit de commissie voor een
weekmarkt in te stellen en daarbij een laag
tarief te stellen.
De VOORZITTER zegt overweging toe.
Bij post 126 acht de commissie de raming
voor de ïioleering te laag.
De heer v. NIMWEGEN (V.B.) zegt dat de
van Gorcumstraat dringend rioleering behoeft.
De VOORZITTER zegt dat het rioleerstelsel
bizonder de aandacht vraagt. Maar dat kan
niet uit de gewone middelen bekostigd worden.
B. en W. meenen hiervoor een geldleening
te moeten aangaan. Doch wanneer de van
Gorcumstraat spoedig in orde gebracht moet
worden kan dit voorgaan.
Aldus wordt besloten.
De commissie heeft nog een paar kleine
opmerkingen welke de voorzitter beantwoordt
waarop zij adviseert de begrooting goed te
keuren.
Behandeld wordt het verzoek van den heer
J. K. ambtenaar ter secretarie om salaris ver»
hooging. Van den heer M. K. kwam een gelijk»
luidend verzoek in. B. en W. stellen voor
de heer J. K. f 200 en de heer M. K. f 100
opslag te geven. Dhr. J. K. komt dan van
f 1000.— en f 1200.— en dhr. M. K. van f 600.—
op f 700.-
De heer M. JOPPE (V.B.) stelt voor het
salaris van dhr. M. K. ook met f 200 të ver»
hoogen.
Conform wordt met algem. st. besloten.
De heer BLOK (S.D.A.P) vindt het een
kleinzielige bezuiniging om de thee welke de
raadsleden in hun vergadering gebruikten af
te schaffen en stelt voor deze post weer op
de begrooting te brengén.
De heer SLIS meent dat het afgeschaft is
omdat het lastig was wanneer men in geheime
zitting soms door de theeschenkster overvallen
werd.
De heer M. JOPPE zegt de thee veel goed»
kooper geschonken kan worden in dien b.v.
de bode er voor zorgt.
Besloten wordt weer thee te schenken, en
dat B. en W. zullen uitmaken hoe dit langs
den goedkoopsten weg te verkrijgen is.
De heer LE COMTE (S.G.P.) stelt voor
den gemeente»opzichter in plaats van f 300,
f 800 salaris te geven zonder extra belooning
voor buitengewone werkzaamheden.
De heer BLOK ondersteunt dit.
De heer SLIS stelt voor f 600 te geven.
Daar het voorstel Le Comte niet voldoende
40 cent per regel
VOO» ELK Z'IN KEU9
Kipstraat 85«87Rotterdam
ZIE DE 5 ETALAGES <9%
Voor hoeden No. 85. Voor Petten No. 87
Aanbevelend J. HENIGER Jr.
ondersteund wordt, neemt deze het voorstel»
Slis over, waarna het met algem. st. wordt
aangenomen.
De heer LE COMTE wil van verkoopingen
welke in hotel Tabbers gehouden worden
door allerlei kooplieden rechten heffen. De
winkeliers betalen belastingen en ondervinden
er scherpe concurrentie van.
De VOORZITTER zegt overweging toe.
De heer BLOK stelt voor de los»vaste ge»
meente»werkman ook vast werk te geven en
zijn loon te verhoogen.
De VOORZITTER zegt overweging toe.
De heer BLOK stelt voor een post werkloo»
zenzorg op de begrooting te brengen. Door
B. en W. is het vorige jaar beloofd, om wan»
neer het noodig mocht blijken de werkloozen
steun te verschaffen. In de Ned. Herv. Kerk
is er gecollecteerd voor de werkloozen, een
bewijs dat het noodig geweest is. B. en W.
hebben echter niets gedaan. Verschillende ge
meenten op het eiland hebben een post werk»
loozenzprg uitgetrokken,. Spr., stelt voor het
in deze gemeente ook te doen.
De heer LE COMTE vraagt of de onge»
organiseerden daar dan ook van profiteeren
zullen.
De heer BLOK zegt dat het in ieder geval
voor de werkloozen zijn zal.
De heer LE COMTE zegt dat er zijn die
gewetensbezwaar tegen de organisatie hebben.
Zij derfden den steun der organisatie. Wanneer
de georganiseerden zes weken steun gehad heb»
ben krijgen zij nog niets. Wanneer de ge»
meente ook zoo doet, komen ze nog meer in
een achtergestelde positie. Dat zou spr. ver»
schrikkelijk vinden.
De heer BLOK zegt dat er een post van
f 500,— op de begrooting staat ingevolge het
werkloozenbesluit van 1917. Omdit gedaan te
krijgen hebben de georganiseerden zich offers
moeten getroosten. Nu is gewetensbezwaar
wel mooi, maar zij getroosten zich intusschen
geen offers, zoodat het onbillijk is hun te laten
profiteeren van het werk der organisatie. Boven»
dien, spr. heeft slechts zelden gewetens»be»
zwaarden aangetroffen. Spr. wil een post van
f 2000,— op de begrooting brengen, opdat
B. en W. het gebruiken kunnen, wanneer het
noodig is. Wanneer onvoorziene uitgaven er
voor gehouden moet worden, moet de raad
er over beslissen en deze vergadert slechts
zelden, zoodat wanneer er werkelijk nood is
er misschien niets gedaan kan worden.
De heer LE COMTE ondersteunt dit voorstel
De heer SLIS vraagt of dit geld alleen be»
doeld is voor werkverschaffing. B.v. wanneer
de polders werk willen laten doen dat niet
hard noodig is, maar dat met gemeentesteun
gedaan kan worden, zou deze post er goed
voor gebruikt kunnen worden.
De VOORZITTER zegt dat dit de bedoeling
moet zijn.
Het voorstebBlok wordt niet voldoende
ondersteund.
Een tusschenvoorstel om f 1000,— uit te
trekken wordt met algemeene stemmen aan»
genomen.
Met algemeene stemmen wordt de begroo»
ting vastgesteld in ontvang en uitgaaf met
f 119026,045 en de kapitaaldienst met f 10929,39.
De heer KIEVIT vraagt verbetering van
den ergelijken toestand van den weg buiten
de Molen.
De VOORZITTER zegt toe maatregelen te
zullen treffen.
De heer LE COMTE wil voorstel doen
omtrent het bedienen van de brug op Zondag.
De VOORZITTTER zegt dat er in deze ver»
gadering geen besluit genomen kan worden
en dat B. en W. in de volgende zitting met
een prae=advies zullen komen.
De heer BLOK zegt dat de raad besloten
heeft het transportwerk het eene jaar aan de
werklieden van Sommelsdijk en het andere
jaar aan die van Middelharnis te gunnen. Nu
is spr. gebleken dat men het cokeswerk niet
onder het transportwerk rekent. Spr. vraagt
inlichtingen.
De VOORZITTER zegt dat de kwestie door
de gascommissie uitvoerig behandeld is.
De heer M. JOPPE merkt op dat de trans»
portarbeiders een contract geteekend hebben
alleen voor de kolen.
De heer BLOK zegt dat het de bedoeling
was alle transportwerk te verdeelen.
Wethouder G. JOPPE (A.»R.) zegt dat het
coceswerker bizondere zorg vereischt.
De heer BLOK daar komt de aap uit de
mouw. Spr. krijgt den indruk dat men de
werklieden dit niet toevertrouwt.
De VOORZITTER zegt dat hiervoor geen
reden is.
De heer SLIS bepleit de invoering van een
maximum»snelheid.
Wethouder C. JOPPE antwoordt dat deze
materie binnenkort door het rijk zal geregeld
worden.
De VOORZITTER zegt overweging toe.
De raad gaat in zitting met gesloten deuren
ter behandeling van den aanleg eener nieuwe
begraafplaats en voor nadere bespreking van
den aanleg van een nieuwen weg.
Na heropening der deuren wordt met algem.
st. besloten voor den aanleg eener nieuwe
begraafplaats grond te koopen van den heer
G. Joppe, aan den Molenweg, voor den som
van f 9000.
Dan sluiting.
De Copie van Ingezonden stukken die niet ge»
plaatst zijn wordt niet teruggegeven. Buiten
verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers
Mijnheer de Redacteur
Met deze verzoek ik U een plaatsje in Uw
veel gelezen blad. Bij voorbaat mijn dank.
Zondagssluiting van de brug te Sommelsdijk.
Heden trok mij de aandacht van een in»
gezonden stuk in uw geëerd blad van Woens»
dag 22 October 1924, over het ambtsjubileum
van den brugwachter L. Soldaat, onderteekent
door «Een Opmerker».
Wat het jubileum aangaat, zoo wensch ik
ook den jubelaris en de zijnen een heugelijke
dag toe, hopende dat hij nog vele jaren het
baantje mag behouden, alhoewel er volgens
opmerker weinig goeds aan is.
Ten eerste het salaris, nu, daarin ben ik
het met Opmerker wel een weinig eens.
Doch wat de verantwoordelijkheid betreft,
daarover behoeft de brugwachter niet te kla»
gen, wel wat het open en dichtdraaien betreft,
daarmede is het nogal uitkijken. Verantwoor»
delijkheid komt er heelemaal niet bij te pas.
Het werk bestaat uit niets anders dan open
en dichtdraaien Verders moeten de schippers
zelf maar zien dat ze er door komen en de
schade die er aan gemaakt wordt, zal toch wel
voor de schippers opdraaien, hetgeen ook
vanzelfsprekend is.
Het ware wel te wenschen dat de brug»
wachter een loon had dat hij er op thuis kon
blijven, doch tevens met een instructie belast
was dat hij had toe te zien, dat er geen sche»
pen door mogen, die meer diepgang hebben
als dat er in de haven water is, wat meestal
een stagnatie teweegbrengt met oponthoud
van schepen met minder diepgang.
Ook komt Opmerker met het draaien op
Gods dag.
Het schijnt dat Opmerker met de haven
van Sommelsdijk weinig op de hoogte is.
Zaterdag 25 October is het mij overkomen
dat ik wegens te weinig water niet kon ver»
trekken en moest ik noodgedwongen Zon»
dagsochtends om halfdrie vertrekken, wou ik
tenminste,op tijd met mijn geladen koopmans»
goederen te Rotterdam zijn.
Wat het kerkgaan van den lmigwachter
betreft, kan hij altijd waarnemen, want inde
meeste gevallen ziet men zijn vrouw de brug
bedienen»
Het woordje (herhaaldelijk) kan Opmerker
ook wel achterwege laten.
Het loopt meest over de beurtschippers en
die doen het ook niet voor hun plezier of
om de brugwachter te plagen. Des 's zomers
maak ik minstens 15 weken gebruik van Zon»
dagsrust, dan de keeren dat ik Zaterdags naar
Middelharnis moet blijft dus over, weinig
weken dat de brugwachter van mij last heeft.
Opmerker heeft het ten laatste ook nog
over menschen die Gods dag niet heilig ach»
ten. Nu, als het daarover gaat heeft Opmerker
nog een heel terrein van arbeid voor zich en
zou ik de brugwachter aanraden om in plaats
van Zondags de brug te sluiten, hem maar
op te laten staan, dan zou tenminste den ha»
vendijk van een heele heiligschennis af zijn
en wij hadden als beurtschippers een vrije
doorvaart.
Het is nog niet zoo heel lang geleden dat
ik persoonlijk er met de brugwachter over
heb gesproken en toen heeft hij mij zelf ver»
teld, dat hij voor zich er weinig last van had,
want voor één gulden per week minder zou
hij het Zondagsdraaien er niet af willen heb»
ben.
Tevens kan ik uit dit gesprek haast wel
afleiden dat Opmerker en de persoon die er
eens over met een zeker raadslid van Som»
melsdijk heeft gesproken, een en de zelfde is.
Mocht dus Opmerker er op terug komen,
zoo is mijn vriendelijk verzoek er voluit zijn
naam onder te zetten.
Met beleefden dank voor de verleende
plaatsruimte teeken ik
G. ZOON Gz.,
Beurtschipper van S'dijk op
Rotterdam.
Sommelsdijk, 30 October 1924.
Mijnheer de Redacteur
Zou ik voor een eerste verantwoording een
bescheiden plaatsje mogen vragen Men her»
innert zich het in Uw blad besproken plan.
Als 300 menschen gemiddeld één gulden ge
ven of elke bewoner van ons eiland één cent
dan wordt een weduwe in Dresden zes maan»
den van versterkende levensmiddelen voor»
zien en kan een bitter lijden niet de oorzaak
worden, dat zij terugkeert tot de Rbomsche
Kerk, die zij uit volle geloofsovertuiging ver»
liet, wat haar thans de steun harer ouders
doet derven. En daar in Dresden geen diaco»
nie of burgerlijk armbestuur bijstand kan ver»
leenen, is haar ellende nog steeds groot. «Zij
ziet er ellendig uit« schreef de directeur van
de Hollandsche Keuken mij dezer dagen.
Tot heden ontving ik f 39,30, uit Dirksland
mej Z. L. f 3, L. C. f 1, uit Melissant N. N.
f 2.50, uit Oude Tonge N. N. (f 2.50, uit
M.S. N.N. f 3, N. N. f 2.50, N.N. f 2.50
N.N. f 5, N. H. L. f 2 G. M. f 1 terwijl 15
kinderen tot een gezamemelijk bedrag van
f 13.30 mij ter hand stelden.
Er liggen nog veel guldens klaar. Zouden
ze dan toch afgehaald moeten worden. Hier
voor ons is 't bedrag zoo klein en daar voor
haar de zegen zoo groot.
Mag ik een vernieuwd beroep doen op Uw
offervaardigheid. De schoolkinderen leven mee
en zullen graag Uw gulden op school mij
overhandigen. Denkt U even in, dat gij na
Uw middagmaal (twee bordjes soep zonder
vleesch) 'den ganschen verderen dag niets meer
dan water krijgt tot den anderen dag 12 uur.
Wat een lijden!
Met dank voor de opname.
Sommelsdijk.
P. DE ZEEUW.