|oor i*en Jjanèag Drie Bladen. Zaterdag 1 Nov. 1924. No. 3064. TWEEDE BLAD. Gemeenteraad. hoest: Anga Bestu u rsvergader i ng der Hulpcentrale op Woensdag 5 Nov. 4 uur in de Chr. Sch. Agenda 1. Financiën. 2. Propaganda-Commissles. 3. Organisatie. J. v. D. WAAL Welk een zegen als de Heere dat ook tot ons zegt„Zoon, dochter uw zonden zijn u vergeven. Dat is de grootste wel daad, wtlke aan een nietig en zondig mensch kan geschonken worden. De dichter getuigt„Welgelukzalig is hij wiens overtredingen vergeven zijn, wiens zonde bedekt is". Welgelukzalig is de mensch wien de Heere de onge rechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is." Immers in de vergeving der zonde ligt alles, wat tot ons eeuwig heil strekt, opgesloten. Heeft de zonde ons van God gescheiden, ons nan den dood onderworpen, de verge ving der zonden bevat verlossing van den dood en de schenking van Gods gunst en het eeuwige leven. Voor hem die dit voorrecht deelachtig is, is er geen verdoemenis, hij is als kind Gods een erfgenaam des eeuwigen jlevens. Maar voor wien zal dat de grootste wel daad zijn Wie zal dit de begeerlijkste zaak achten Alleen hij die, aan zijn zonden ontdekt werd en leerde verstaan, in welk een ellende de zonde hem ge bracht heeft. Die gezicht kreeg in het verschrikkelijke en strafwaardige der zonde, zoodat hij met den dichter in stemde Ik ben bekommerd vanwege mijn zonde. Die gevoelt dat hij niet in staat is zichzelf te verlossen omdat hij geen gerechtigheid voor God bezitt Zal de vergeving der zonde ons een voorrecht zijn, dan moet haar schuld en smet door ons met David beleden worden. „Tegen U, U alleen heb ik ge zondigd en gedaan dat kwaad is in Uwe oogen". Dan moet bij ons de vraag der verlegenheid gevonden worden. „Wat zal ik Gode tot rantsoen voor de zonde geven, ik die gansch verloren ben en voor zijn vierschaar gedaagd, daarvoor niet bestaan kan Wanneer wij leeren zien dat wij met een heilig God te doen hebben, wanneer wij onszelven als schul dig en onmachtig tegenover dien recht vaardigen Rechter zien, dan wordt dit ons het hoogste goed dat God onze zonde niet meer gedenkt, ons de onge rechtigheid niet toerekent, ons al onze isdaden kwijt scheldt. Maar wie mag van deze weldaad verzekert zijn? Tot wie zegt de Heere datZoon, doch ter! uw zonden zijn u vergeven? Dat zegt Hij tot allen die tot Jezus komen gelijk die ongelukkige man, die door lamheid geslagen, door vrienden tot den Heiland werd gebracht opdat hij mocht genezen worden. Het geloof dat Jezus hem genezen kon doet hem over alle bezwaren heenzien. En hun geloof wordt niet beschaamd. Jezus ziende het geloof van dezen man en diens vrienden zegt„Zoon uw zonden zijn u vergeven." En daarna geneest hij hem zeggende „Sta op,neem uw beddeken op en ga naar uw huis. Een dubbele weldaad dus werd dezen man bewezen Hij vond niet alleen genezing zijner krankheid maar ook vergeving van zon den. En dat voorrecht schenkt de Heere nog aan allen die met hun zielsnooden tot hem vluchten. Aan allen, die komen tot Christus ,als den Middelaar als het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt, als den Zoon van God wiens bloed reinigt van alle zonden. Aan allen die geen uitkomst bij zichzelven zien, aan eigen deugdzaamheid wanhopen, en als onrechtvaardigen tot Zijn gerech tigheid komen. Zijt gij zulk een hon gerende naar de gerechtigheid van Christus, zoo zegt hij ook tot u Zoon, dochter, uw zonden zijn u vergeven. En waar zegt hij dat Waar vernemen wij zijn stem Dat zegt hij in Zijn woord, vol van de rijkste beloften aan allen die Hem zoeken. Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zon daars tot bekeering. Die in Mij gelooft, zal leven, al ware hij ook gestorven. De Zoon des menschen is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat ver loren was. Die in den Zoon van God gelooft, die heeft het eeuwige leven. Op bijzondere wijze verzekert Hij door het Sacrament de vergeving der zonde door Zijn bloed aan allen die gelooven Door Zijn Geest doet Hij hun Zijn be loften verstaan en toeëigenen, hun har ten vervullende met Zijn vrede. Voor onze zonde heeft Hij geleden, om onze zonden is Hij gestorven. Met zijn bloed heeft Hij voor de zonden betaald. Nu is God verzoent en zal Hij op zijn volk niet meer toornen. In Christus die vol komen gehoorzaamheid heeft bewezen ziet Hij hen in gunst aan. Maar tegen het geloof van de vergeving der zonden komt vaak zooveel op. Het kan zijn dat onze ziel zich nederbuigt, waar zij hare zonden gedenkt. Gaat ook Satan niet rond om de vrede uit het hart van Gods volk weg te nemen Beschuldigt ons geweten ons niet. Is er in ons hart nog niet een wortel van eigengerechtig heid Als wij op ons zelve zien moet het dan niet zijn„Wee mij ik verga dewijl ik een man van onreine lippen ben Wij worden niet heiliger naar mate wij ouder worden, onze zonden worden niet minder. Integendeel, wij ontdekken steeds meer ongerechtig heden in ons binnenste. Wij zien af dwalingen die ons eerst verborgen wa ren. Maar de Heere verzekert aan allen die daarover leed gevoelen dat zij niet moeten vreezen. Hij vermaant hen niet op zichzelven te zien, maar op Chris tus. Geen zonde die nog tegen hun wil in hen is overgebleven moet hen ver schrikken. Hij roept hun toe Uw zon den zijn u om Christus wil vergeven. Zij behoeven door u niet meer verzoend te worden. Zij zijn door Christus ver zoend. Zij worden u niet meer toege rekend. Haar schuld is vergeven, haar macht is gebroken en na dit leven zal de zrnde, die nog in u is overgebleven volkomen te niet gedaan zijn. Met het geloof aan de vergeving onzer zonden staat de bloei van ons geestelijk leven in nauw verband. Wanneer wij voor ons zielsbesef nog onder den last der zonde verkeeren als het rechte gezicht in de genade Gods ontbreekt, dan wordt ons geestelijk leven daardoor gedrukt. Dan is onze ziel zoo mat, dan ontzinkt haar de moed en heeft ze geen kracht om te strijden. Als voor ons besef onze zonden nog niet verzoend zijn dan is het zoo donker in ons, dan mist de ziel de veerkracht om zich boven de zorgen te verheffen tot God in den hemel. Er kan geen vrede en rust zijn zoo het geloof aan de vergeving der zonden niet levendig is. Wanneer wij ons ech ter geloovig aan Jezus overgeven, steu nende op Zijn belofte dan gaat het licht voor ons op. Hoe verruimd gevoelen wij ons dan, welk een anderen blik krijgen wij dan op het leven, wat worden de bezwaren dan minder. Zoo krijgen wij ook meer levensmoed. Want indien God Zijn Zoon voor ons niet gespaard heeft hoe zal Hij ons met Hem niet alles schenken wat wij voor dit leven be hoeven. Geen zorgen zullen ons doen bezwijken. Indien onze zonden ons ver geven zijn, zoo wij voor de rekening van Jezus liggen hebben wij geen dood en hel te vreezen. Ondanks vele ver drukkingen hebben wij goeden moed daar wij weten dat Christus de wereld overwonnen heeft. Het geloof dat zijn zonden vergeven zijn is voor Gods kind een bron van sterkte in dit leven en straks ook in het sterven. LEEKEPRAATJES. Reclame-Mededeelingen. Doos 60-9öcl Bij Apofken Drogisten. Het goedkoopste, Het grootste, Hel meest gesorteerde Hoeden- en Pettenmagazijn Ingezonden Stukken mmCSJGtOWSEi Dit nummer bestaat uit De Secretaris MARKUS 21 5b. »Zoon Uw zonden zijn u ver* geven «Jij zegt wel dat Rome in zijn politiek op Christelijk standpunt staat en naast ons po» sitie neemt tegen den geest der Revolutie, maar waar blijkt dat uit Met deze vraag kwam Piet deze week naar me toe. «Dat blijkt uit de politieke historie dier partij, vooral onder de leiding van Dr. Schaepman«, zei ik. «Maar in andere landen, zooals in Duitsch» land en België gaan de Roomschen toch sa» men met de socialisten«, wierp Piet me tegen. «Dat is zoo«, antwoordde ik, «maar men» schen die met de Staatkunde en de politiek van Europa goed op de hoogte zijn, zeggen ook, dat de Roomschen in ons land geheel anders zijn aangelegd dan in andere landen. In ons land hebben de Roomschen den geest uit den afgrond goed leeren kennen, zij heb» ben evenals wij gezien dat de Revolutietheorie in den grond der zaak de geest van den Anti» Christ isGod van de troon en de mensch er op. Dat zij tot dit helder inzicht zijn ge» komen is wellicht te danken aan degeschrif» ten en het optreden van Groen en Kuyper. En wil ik je nu eens aantoonen dat de po» litiek van de Roomschen in ons land een zuiver Christelijken geest ademt. Luister dan maar wat ik je voorlees uit hun program voor de verkiezingen in 1922. Betreffende de para» graaf voor Justitie staat als punt 1 handha ving der christelijke beginselen in de huwelijks wetgeving. «Kan tegenover den geest van het ongeloof die de grondslagen van het huwelijk ont» wrichten wil, het vrije huwelijk bewierookt, echtscheiding uiterst gemakkelijk wil maken, beter, stelliger, positiever stelling genomen worden, dan hier staat «Neen dat kan niet«, zei Piet eerlijk. «Dan gaan we verder. Betreffende defensie 1. De organisatie van leger en vloot dient be perkt te blijven tot hetgeen noodzakelijk is voor de handhaving der neutraliteit en de verdedi ging der onafhankelijkheid. 2. Bevordering van maatregelen tot verheffing van het zedelijk leven bij de land- en zeemacht. 3. Meerdere en aan houdende zorg der Overheid voor de geestelijke en stoffelijke belangen van hen, die onder de wapenen zijn, ook in vredestijd. «Heb je er wat tegen Piet?« «Wat zou 'k er tegen hebben «Dan verderFinanciën Krachtiger door voering van het beginsel van belasting, naar draagkracht in het belastingsysteemdaarbij rekening houdende met de grootte van het huis gezin «Is dat niet zuiver Antirevolutionair, Piet.« Ja, dat is het,« zei Piet. «Onderwijs: 1. Verdere doorvoering van de L. O.-.wet met behoud van de vrijheid der bi- zondere school.« «Betreffende koloniën Wijziging van art. 123. Regeeringsreglement. «Wat willen we anders, Piet?« «Wat staat er in dat artikel, vroeg Piet. «Daar staat dat de Christén»leeraars,! pries» ters en zendelingen voorzien moeten zijn van een door of namens de Gouveneur»Generaal te verleenen bizondere toelating om hun werk in eenig bepaald gebied van Ned, Indië te mogen verrichten. Wanneer die toelating schade» lijk wordt bevonden of de voorwaarden daar» van niet worden nageleeft, kan ze door den Gouveneur»Generaal worden ingetrokken.« Met andere woordenGods Woord zegt predikt het Evangelie aan alle creaturen, maar de liberalen van de vo'rige e^uw hebben ge» zegd alles goed en wel maar eerst zal je toestemming van de Indische regeering moe» ten hebben. «Dat is een schande« zei Piet. «Dat is 't ook en nu vechten wij met de Roomschen om dat schandelijk artikel weg te krijgen, maar we gaan verder, onder paragraaf VII lees ik als eerste puntBevordering dei- Zondagsrust, Bestrijding van openbare onzede lijkheid. Steun aan vereenigingen, die verheffing der openbare zedelijkheid beoogen. Maatregelen tegen het bioscoop en schouwburg gevaar en tegen alcoholisme. En onder punt zes Maat regelen ter voorziening in den woningnood waarbij vooral dient gelet te worden op de be hoefte van groote gezinnen.« Dat is de geest van het program Piet Heb je er wat op tegen «Ik niks, maar er staat toch zeker wel meer in «O, ja nog b.v. over buiterdandsche zaken en over onderwerpen van algemeen maatschap» pelijk belang, en over landbouw middenstand en arbeid. «Maar staat er niks in over de kerk «Totaal niks Piet. En wil je nu er dat ik er het program van de socialisten en commu» nisten bij leg dan kun je kiezen welk pro» gram je liever uitgevoerd wilt hebben «Ik dank je,« zei Piet, als ik kiezen moest weet ik dat nu toch wel, (paar ik zou liever niet kiezen, dóch ee'ff ëige'h program "uifvoe» ren.« Ja ik ook, maar dat gaat nu eenmaal niet, kiezen moeten we.« Piet knikte en hulde zich in een dikke rook» wolk. je vriend PLAATDORP. VERGADERING van den Gemeente» raad van SOMMELSDIJK op Don» derdag 30 Oct. des nam. half 4 uur. Afwezig zonder kennisgeving dhr A. A. Mijs. De voorzitter, burgemeester den Hollander, opent de vergadering met gebed waarna de notulen worden voorgelezen en onveranderd worden vastgesteld. Verschillende ingekomen stukken wor.den voor kennisgeving aangenomen. Naar aanleiding van een schrijven van de A. N. W. B. over wegvebrreding en splitsing voor rijwielen, vraagt de heer SLIS (Chr. Hist.) een afzonderlijke pad voor rijwielen langs den Molendijk aan te leggen. De weg is daar on» bereidbaar. De VOORZITTER zegt onderzoek toe. In de politieverordening wordt een wijziging gebracht waardoor het verboden is in de kom der gemeente stroo, hooi enz. in klampen of op andere wijze met gevaar voor brand op te slaan. De begrooting van het burgerlijk armbestuur wordt ongewijzigd vastgesteld. Idem die van de gasfabriek en de rekening der gasfabriek. Naar aanleiding van de begrooting der gas» fabriek ontstaat een praatje over den prijs van het gas voor de straatverlichting waarbij de raad tenslotte tot de conclusie komt dat het beter is hierover bij de behandeling der ge» meentebegrooting te spreken. De begrooting van het grondbedrijf wordt eveneens goedgekeurd en vastgesteld. De heer KIEVIT (A »R.) brengt rapport uit over de gemeentebegrooting dienst 1925. Onder post 97 merkte de commissie op dat er een belooning wordt uitgetrokken voor de brandmeesters, spr. vraagt hoe dat zit daar hij als brandmeester nooit een belooning gezien heeft. De VOORZITTER antwoordt dat deze post op voorschrift zoo genoemd wordt. Bij post 123 steit de commissie voor een weekmarkt in te stellen en daarbij een laag tarief te stellen. De VOORZITTER zegt overweging toe. Bij post 126 acht de commissie de raming voor de ïioleering te laag. De heer v. NIMWEGEN (V.B.) zegt dat de van Gorcumstraat dringend rioleering behoeft. De VOORZITTER zegt dat het rioleerstelsel bizonder de aandacht vraagt. Maar dat kan niet uit de gewone middelen bekostigd worden. B. en W. meenen hiervoor een geldleening te moeten aangaan. Doch wanneer de van Gorcumstraat spoedig in orde gebracht moet worden kan dit voorgaan. Aldus wordt besloten. De commissie heeft nog een paar kleine opmerkingen welke de voorzitter beantwoordt waarop zij adviseert de begrooting goed te keuren. Behandeld wordt het verzoek van den heer J. K. ambtenaar ter secretarie om salaris ver» hooging. Van den heer M. K. kwam een gelijk» luidend verzoek in. B. en W. stellen voor de heer J. K. f 200 en de heer M. K. f 100 opslag te geven. Dhr. J. K. komt dan van f 1000.— en f 1200.— en dhr. M. K. van f 600.— op f 700.- De heer M. JOPPE (V.B.) stelt voor het salaris van dhr. M. K. ook met f 200 të ver» hoogen. Conform wordt met algem. st. besloten. De heer BLOK (S.D.A.P) vindt het een kleinzielige bezuiniging om de thee welke de raadsleden in hun vergadering gebruikten af te schaffen en stelt voor deze post weer op de begrooting te brengén. De heer SLIS meent dat het afgeschaft is omdat het lastig was wanneer men in geheime zitting soms door de theeschenkster overvallen werd. De heer M. JOPPE zegt de thee veel goed» kooper geschonken kan worden in dien b.v. de bode er voor zorgt. Besloten wordt weer thee te schenken, en dat B. en W. zullen uitmaken hoe dit langs den goedkoopsten weg te verkrijgen is. De heer LE COMTE (S.G.P.) stelt voor den gemeente»opzichter in plaats van f 300, f 800 salaris te geven zonder extra belooning voor buitengewone werkzaamheden. De heer BLOK ondersteunt dit. De heer SLIS stelt voor f 600 te geven. Daar het voorstel Le Comte niet voldoende 40 cent per regel VOO» ELK Z'IN KEU9 Kipstraat 85«87Rotterdam ZIE DE 5 ETALAGES <9% Voor hoeden No. 85. Voor Petten No. 87 Aanbevelend J. HENIGER Jr. ondersteund wordt, neemt deze het voorstel» Slis over, waarna het met algem. st. wordt aangenomen. De heer LE COMTE wil van verkoopingen welke in hotel Tabbers gehouden worden door allerlei kooplieden rechten heffen. De winkeliers betalen belastingen en ondervinden er scherpe concurrentie van. De VOORZITTER zegt overweging toe. De heer BLOK stelt voor de los»vaste ge» meente»werkman ook vast werk te geven en zijn loon te verhoogen. De VOORZITTER zegt overweging toe. De heer BLOK stelt voor een post werkloo» zenzorg op de begrooting te brengen. Door B. en W. is het vorige jaar beloofd, om wan» neer het noodig mocht blijken de werkloozen steun te verschaffen. In de Ned. Herv. Kerk is er gecollecteerd voor de werkloozen, een bewijs dat het noodig geweest is. B. en W. hebben echter niets gedaan. Verschillende ge meenten op het eiland hebben een post werk» loozenzprg uitgetrokken,. Spr., stelt voor het in deze gemeente ook te doen. De heer LE COMTE vraagt of de onge» organiseerden daar dan ook van profiteeren zullen. De heer BLOK zegt dat het in ieder geval voor de werkloozen zijn zal. De heer LE COMTE zegt dat er zijn die gewetensbezwaar tegen de organisatie hebben. Zij derfden den steun der organisatie. Wanneer de georganiseerden zes weken steun gehad heb» ben krijgen zij nog niets. Wanneer de ge» meente ook zoo doet, komen ze nog meer in een achtergestelde positie. Dat zou spr. ver» schrikkelijk vinden. De heer BLOK zegt dat er een post van f 500,— op de begrooting staat ingevolge het werkloozenbesluit van 1917. Omdit gedaan te krijgen hebben de georganiseerden zich offers moeten getroosten. Nu is gewetensbezwaar wel mooi, maar zij getroosten zich intusschen geen offers, zoodat het onbillijk is hun te laten profiteeren van het werk der organisatie. Boven» dien, spr. heeft slechts zelden gewetens»be» zwaarden aangetroffen. Spr. wil een post van f 2000,— op de begrooting brengen, opdat B. en W. het gebruiken kunnen, wanneer het noodig is. Wanneer onvoorziene uitgaven er voor gehouden moet worden, moet de raad er over beslissen en deze vergadert slechts zelden, zoodat wanneer er werkelijk nood is er misschien niets gedaan kan worden. De heer LE COMTE ondersteunt dit voorstel De heer SLIS vraagt of dit geld alleen be» doeld is voor werkverschaffing. B.v. wanneer de polders werk willen laten doen dat niet hard noodig is, maar dat met gemeentesteun gedaan kan worden, zou deze post er goed voor gebruikt kunnen worden. De VOORZITTER zegt dat dit de bedoeling moet zijn. Het voorstebBlok wordt niet voldoende ondersteund. Een tusschenvoorstel om f 1000,— uit te trekken wordt met algemeene stemmen aan» genomen. Met algemeene stemmen wordt de begroo» ting vastgesteld in ontvang en uitgaaf met f 119026,045 en de kapitaaldienst met f 10929,39. De heer KIEVIT vraagt verbetering van den ergelijken toestand van den weg buiten de Molen. De VOORZITTER zegt toe maatregelen te zullen treffen. De heer LE COMTE wil voorstel doen omtrent het bedienen van de brug op Zondag. De VOORZITTTER zegt dat er in deze ver» gadering geen besluit genomen kan worden en dat B. en W. in de volgende zitting met een prae=advies zullen komen. De heer BLOK zegt dat de raad besloten heeft het transportwerk het eene jaar aan de werklieden van Sommelsdijk en het andere jaar aan die van Middelharnis te gunnen. Nu is spr. gebleken dat men het cokeswerk niet onder het transportwerk rekent. Spr. vraagt inlichtingen. De VOORZITTER zegt dat de kwestie door de gascommissie uitvoerig behandeld is. De heer M. JOPPE merkt op dat de trans» portarbeiders een contract geteekend hebben alleen voor de kolen. De heer BLOK zegt dat het de bedoeling was alle transportwerk te verdeelen. Wethouder G. JOPPE (A.»R.) zegt dat het coceswerker bizondere zorg vereischt. De heer BLOK daar komt de aap uit de mouw. Spr. krijgt den indruk dat men de werklieden dit niet toevertrouwt. De VOORZITTER zegt dat hiervoor geen reden is. De heer SLIS bepleit de invoering van een maximum»snelheid. Wethouder C. JOPPE antwoordt dat deze materie binnenkort door het rijk zal geregeld worden. De VOORZITTER zegt overweging toe. De raad gaat in zitting met gesloten deuren ter behandeling van den aanleg eener nieuwe begraafplaats en voor nadere bespreking van den aanleg van een nieuwen weg. Na heropening der deuren wordt met algem. st. besloten voor den aanleg eener nieuwe begraafplaats grond te koopen van den heer G. Joppe, aan den Molenweg, voor den som van f 9000. Dan sluiting. De Copie van Ingezonden stukken die niet ge» plaatst zijn wordt niet teruggegeven. Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers Mijnheer de Redacteur Met deze verzoek ik U een plaatsje in Uw veel gelezen blad. Bij voorbaat mijn dank. Zondagssluiting van de brug te Sommelsdijk. Heden trok mij de aandacht van een in» gezonden stuk in uw geëerd blad van Woens» dag 22 October 1924, over het ambtsjubileum van den brugwachter L. Soldaat, onderteekent door «Een Opmerker». Wat het jubileum aangaat, zoo wensch ik ook den jubelaris en de zijnen een heugelijke dag toe, hopende dat hij nog vele jaren het baantje mag behouden, alhoewel er volgens opmerker weinig goeds aan is. Ten eerste het salaris, nu, daarin ben ik het met Opmerker wel een weinig eens. Doch wat de verantwoordelijkheid betreft, daarover behoeft de brugwachter niet te kla» gen, wel wat het open en dichtdraaien betreft, daarmede is het nogal uitkijken. Verantwoor» delijkheid komt er heelemaal niet bij te pas. Het werk bestaat uit niets anders dan open en dichtdraaien Verders moeten de schippers zelf maar zien dat ze er door komen en de schade die er aan gemaakt wordt, zal toch wel voor de schippers opdraaien, hetgeen ook vanzelfsprekend is. Het ware wel te wenschen dat de brug» wachter een loon had dat hij er op thuis kon blijven, doch tevens met een instructie belast was dat hij had toe te zien, dat er geen sche» pen door mogen, die meer diepgang hebben als dat er in de haven water is, wat meestal een stagnatie teweegbrengt met oponthoud van schepen met minder diepgang. Ook komt Opmerker met het draaien op Gods dag. Het schijnt dat Opmerker met de haven van Sommelsdijk weinig op de hoogte is. Zaterdag 25 October is het mij overkomen dat ik wegens te weinig water niet kon ver» trekken en moest ik noodgedwongen Zon» dagsochtends om halfdrie vertrekken, wou ik tenminste,op tijd met mijn geladen koopmans» goederen te Rotterdam zijn. Wat het kerkgaan van den lmigwachter betreft, kan hij altijd waarnemen, want inde meeste gevallen ziet men zijn vrouw de brug bedienen» Het woordje (herhaaldelijk) kan Opmerker ook wel achterwege laten. Het loopt meest over de beurtschippers en die doen het ook niet voor hun plezier of om de brugwachter te plagen. Des 's zomers maak ik minstens 15 weken gebruik van Zon» dagsrust, dan de keeren dat ik Zaterdags naar Middelharnis moet blijft dus over, weinig weken dat de brugwachter van mij last heeft. Opmerker heeft het ten laatste ook nog over menschen die Gods dag niet heilig ach» ten. Nu, als het daarover gaat heeft Opmerker nog een heel terrein van arbeid voor zich en zou ik de brugwachter aanraden om in plaats van Zondags de brug te sluiten, hem maar op te laten staan, dan zou tenminste den ha» vendijk van een heele heiligschennis af zijn en wij hadden als beurtschippers een vrije doorvaart. Het is nog niet zoo heel lang geleden dat ik persoonlijk er met de brugwachter over heb gesproken en toen heeft hij mij zelf ver» teld, dat hij voor zich er weinig last van had, want voor één gulden per week minder zou hij het Zondagsdraaien er niet af willen heb» ben. Tevens kan ik uit dit gesprek haast wel afleiden dat Opmerker en de persoon die er eens over met een zeker raadslid van Som» melsdijk heeft gesproken, een en de zelfde is. Mocht dus Opmerker er op terug komen, zoo is mijn vriendelijk verzoek er voluit zijn naam onder te zetten. Met beleefden dank voor de verleende plaatsruimte teeken ik G. ZOON Gz., Beurtschipper van S'dijk op Rotterdam. Sommelsdijk, 30 October 1924. Mijnheer de Redacteur Zou ik voor een eerste verantwoording een bescheiden plaatsje mogen vragen Men her» innert zich het in Uw blad besproken plan. Als 300 menschen gemiddeld één gulden ge ven of elke bewoner van ons eiland één cent dan wordt een weduwe in Dresden zes maan» den van versterkende levensmiddelen voor» zien en kan een bitter lijden niet de oorzaak worden, dat zij terugkeert tot de Rbomsche Kerk, die zij uit volle geloofsovertuiging ver» liet, wat haar thans de steun harer ouders doet derven. En daar in Dresden geen diaco» nie of burgerlijk armbestuur bijstand kan ver» leenen, is haar ellende nog steeds groot. «Zij ziet er ellendig uit« schreef de directeur van de Hollandsche Keuken mij dezer dagen. Tot heden ontving ik f 39,30, uit Dirksland mej Z. L. f 3, L. C. f 1, uit Melissant N. N. f 2.50, uit Oude Tonge N. N. (f 2.50, uit M.S. N.N. f 3, N. N. f 2.50, N.N. f 2.50 N.N. f 5, N. H. L. f 2 G. M. f 1 terwijl 15 kinderen tot een gezamemelijk bedrag van f 13.30 mij ter hand stelden. Er liggen nog veel guldens klaar. Zouden ze dan toch afgehaald moeten worden. Hier voor ons is 't bedrag zoo klein en daar voor haar de zegen zoo groot. Mag ik een vernieuwd beroep doen op Uw offervaardigheid. De schoolkinderen leven mee en zullen graag Uw gulden op school mij overhandigen. Denkt U even in, dat gij na Uw middagmaal (twee bordjes soep zonder vleesch) 'den ganschen verderen dag niets meer dan water krijgt tot den anderen dag 12 uur. Wat een lijden! Met dank voor de opname. Sommelsdijk. P. DE ZEEUW.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1924 | | pagina 3