DERDE BLAD
Zaterdag 4 Oct. 1924.
No. 3056.
Uit de Pers.
Buitenland*
Economisch
W eekoverzicht.
Ingezonden Stukken
Land- en Tsiisibouw.
Met de Nederlandsche Christelijke Reis-
vereeniging naar Centras I-Zwitser
land, Lugano, Milaan en Venetië.
'-«ïïOC61GN0WSE5
Het ontwapeningsdebai.
Zooals onze lezers bekend zal zijn heeft
op uitnoodiging van den Vrijzipnig»democra»
tischen bond oud»Generaal Snijders en Prof.
v. Embden tegen elkander gedebatteerd over
de kwestie al of geen ontwapening.
Deze debatavond mag niet als erg gelukt
beschouwd worden.
De N. Haagsche Crt. schrijft onder haar
verslag er het volgende over
Onze indrukken samenvattend kunnen
we niet anders zeggen, dan dat deze debat»
avond een groote mislukking is geworden.
Gelijk vooruit feitelijk te voorzien was.
\vie voor een volksvergadering bestaande
uit zooveel hetoregene bestanddeelen deze
kwestie wil behandelen, moet er op rekenen,
dat allerlei hartstochten in het spel komen,
die eenvoudig een debat hopeloos maken.
Terecht merkte een inspecteur van Politie
ons op, dat deze avond niets beter was
dan die men gewend is op de Stille
Veerkade
Vernietigender oordeel kan men eigenlijk
niet vellen.
Beide heeren hadden wijzer moeten zijn
en niet voor een dergelijk publiek mis»
schien wel voor het overgroote deel op
relletjes belust! hun standpunt uiteen
moeten zetten.
Bovendien wie laat zich nu door zoo'n
debat oyertuigen
Hier en daar kon men de opmerking be*
luisteren, dat de leiding »schandelijk« en
«partijdig» was.
We zouden dit niet gaarne beweren. Maar
de vergadering ging de krachten van den
heer Werker te boven. Op den presidialen
zetel had een Hercules moeten zitten. Mis»
schien was ze dan wat behoorlijker ver»
loopen. Misschien, want het is uiterst moei»
lijk een opgewonden menigte tekalmeeren.
Maar gelijk gezegd de grappigheid van
den professor, was daar niet heelemaal on»
schuldig aan.
Ook was het waarschijnlijk wenschelijker
geweest eerst Generaal Snijders te laten op»
treden en dan Prof. v. Embden.
Zooals nu de bijeenkomst verliep, was
het een schande voor Nederland. En de
journalist, die bleek van woede dit de ver»
gadering inwierp, had geen ongelijk.
Voorloopig hopen we verder bewaard te
blijven voor publieke debatten over der
gelijke vitale kwesties.
De avond van Dinsdag zij een afschrik»
wekkend voorbeeld en een waarschuwing
tevens.
Raak is ook wat de N. Rott. Crt. over de»
zen debatavond schrijft:
Het rumoer in de schaapskooi.
De »wolf« Snijders en het »lam« van
Embden zouden vreedzaam naast elkaar
grazen op het veld van het ontwapenings»
vraagstuk. Van politiek of eigenbelang mocht
men thans niemand verdenken, neen, hoe
malsch kiezersvoer het onderwerp menigmaal
ook placht te zijn. Aan het gehoor werd
verzocht, zich van teekenen van goed» of
afkeuring te onthouden.
Politie, die begrijpelijkerwijs weinig zou
kunnen uitrichten tegenover de menschen»
zee. Een voorzittershamer en een voorzit»
tersstem, waarvan het geluid eveneens on»
machtig zou zijn tegenover een aanzwellend
rumoer van duizenden keelen. Dit waren
de eenige wapenen der orde en des vre»
des in de groote zaal van den Haagschen
Dierentuin. Er was practisch algeheele ont»
wapening op dit idyllische tornooiveld des
geestes.
Was er schooner gelegenheid voor de
partijgangers van de weerloosheid om hun
afkeer van geweld te demonstreeren Wat
een kans, om de sterkte van hun overtui»
ging in het stilzwijgen onder het aanhooren
van de argumenten van een tegenstander
te bewijzen en heen te gaan met het trot»
sche besef, dat de waarheid weer eens uit
eigen kracht had gezegevierd
Maar de »wolf«, die in goed vertrouwen
naast het »lam« was verschenen, is door de
andere lammeren vertreden. Met de wapenen
der barbaren, met gejoel, gesis, gefluit, snij»
dende interrupties, werd den redenaar uit
het vijandelijk kamp het spreken bemoei»
lijkt of geheel onmogelijk gemaakt. Bij zijn
repliek moest hij in een verloopende bij»
eenkomst wegens onvermogen om zich ver»
staanbaar te maken, van het woord afzien.
De voorzitter der vergadering, tevens voor»
zitter van het hoofdbestuur van den Vrij»
zinnig»dem'ocratischen Bond, had den slech»
ten smaak, den slotzin te plaatsen, dat de
vergadering alle reden had tevreden te zijn.
Of de politiek dan toch nog even om het
propaganda=hoekje kwam kijken
Als zoo de lammeren nog zijn, wat heb»
ben wij dan niet builen de schaapskooi
van de wolven te verwachten
Juist twee dagen te voren had daarop
een andere vrijzinnig»democraatgezingspeeld
In de eerste commissie van de Volkenbonds»
vergadering te Genève heeft mr. Limburg,
lid der Nederlandsche delegatie, niet alleen
te kennen gegeven, dat hij tot de oprecht»
ste bewonderaars .van België's energiek zelf»
verweer had behoord, maar de belofte afge»
legd, dat ook Nederland zich in een dergelijk
geval ongetwijfeld zou verdedigen. Wat zou
de heer Limburg dan wel denken van die
hoofdstelling van prof. van Embden «Als
er een nieuwe wereldoorlog uitbreekt, is
ons land onherroepelijk verloren, zoo het
nog bewapend is. Maar is het reeds ont»
wapend, dan heeft het groote kans aan die
vernietiging te ontkomen«
Een nieuwe oorlog breekt uit. Wij hebben
ons ontwapend. Nederland is geheel in een
schaapskooi herschapen, waarin het gehuil
van een wolf Wordt geduld. Maar het gevaar
stuwt zich naar onze landspalen op. In beide
kampen is men bevreesd, dat de tegenstander
van ons territoir een gemakkelijke prooi
gebruik zal maken voor krijgsdoeleinden.
Geen seconde rustig beraad, geen overwe»
gingen van moraliteit worden hun gegeven
want onze grenzen liggen zorgeloos open.
Ieder oogenblik kan de een den ander voor
zijn om zich van een uit» of invalspoort te
verzekeren. Aan geen Nederlander behoeft
men daarvoor het levenslicht uit te blazen.
Aan de openbare meening der wereld zal
geen stof tot verontwaardiging worden ge»
boden. Argelooze, die dan nog denkt, dat
de opkomende stormvloed voor een land
zonder het kleinste zomerdijkje zal halt
houden.
En als dan de tegenstander zich haast de
verwoesting van den strijd buiten zijn grond»
gebied te verplaatsen, dan hebben wij haar
dadelijk op ons eigen terrein. Dan zullen
ook ons teisteren de verschrikkingen van
den gasoorlog door prof. van Embden in
de somberste kleuren geschilderd.
Met ontwapening is er 90 percent kans,
dat we geheel buiten den oorlog blijven,
verklaarde de hoogleeraar. De les van den
oorlog luidt anders, zooals generaal Snijders
terecht heeft opgemerk. Wij waren met 100
percent zekerheid niet buiten den oorlog
gelaten. En ook de gebeurtenissen na den
oorlog hebben geen andere taal gesproken.
De eenige kracht, die in ontwapening schuilt
is de kracht van het voorbeeld, om anderen
op te wekken hetzelfde te doen. Zooals ook
de dienstweigeraar zijn individualiteit te*
Eenover de gemeenschapsordening zet. Maar
et veronderstelt de moreele kracht van den
martelaar, die zijn overtuiging niet met nut»
tigheidsargument staaft, integendeel, door
alle verschrikkingen heen bereid is haar ge»
stand te doen, afgescheiden zelfs van het
succes, dat men er mede bereiken kan, en
van de mogelijkheden, welke er voor an»
dere staten bestaan, om het voorbeeld te
volgen.
Of die mentaliteit aanwezig was bij de
meerderheid van dé gisteren gehouden ver»
gadering.
Nog steeds- is de Paradijstoestand niet
weer verkregen. De wolf en het lam hebben
niet in vrede samen kunnen gaan. De bees»
ten in de Dierentuin waren nog altijd ge»
kooid. En ook de menschen kunnen nog
niet alle tralies ontberen. Er zijn idealen
met betrekking tot de ontwikkeling van den
Volkenbond, maar zelfs daaronder is een
internationale politiemacht.
In ons vorig overzicht maakten wij melding
van een bericht, dat een aantal tankschepen
voor Engelsche rekening in ons land zou
worden gebouwd, waaruit direct de conclusie
getrokken zon kunnen worden, dat het den
Nederlandschen scheepsbouw goed gaat. Doch
een, dezer dagen in de Dagelijksche Beurs»»
courant verschenen, ingezonden stuk van de
Directie der Nederlandsche Scheepsbouw»
maatschappij zet wel een domper op de vreug»
de. In 't kort komt de inhoud hierop neer,
dat, de maatschappij nog lang niet met winst
kan werken door de hooge arbeidsloonen in
de eerste plaats en de buitenlandsche concur»
rentie, die er voor zorgt, dat de prijsbereke»
ningen zoo krap mogelijk gemaakt moeten
worden, waaruit dus volgt, dat het bedrijf aan
den gang gehouden wordt1 om te kunnen blij»
ven bestaan en om het personeel werk te
geven. Speciaal de aandeelen van genoemde
maatschappij werden door gunstige geruchten
opgezet tot circa 90 doch liepen na de
uiteenzetting van den heer Goedkoop Dins»
dag terug naar 70 wel een bewijs, dat het
gevaarlijk is om in te gaan op conclusies, die
dikwijls door outsiders worden getrokken.
Zooals het met den scheepsbouw is, gaat
het ook met de scheepvaart. De schepen der
groote maatschappijen worden langzamerhand
allen weer in de vaart gebracht, doch is dat
in geenen deele een bewijs, dat de maat»
schappijen winst maken. Het is slechts daar»
aan te wijten, dat het opleggen van schepen
duurder is dan varen, terwijl de kans groot
is, als men zich niet laat zien in de havens,
dat de concurrentie met eventueele vrachten
gaat strijken. De aandeelen der scheepvaart*
maatschappijen worden dan ook nog niet ge*
kocht door het publiek, omdat de handel
daarin geheel uiigestorven is, zoodat er be
houdens eene enkele uitzondering weinig koers»
variaties zijn.
Nog steeds blijft de beweging ter beurze
voornamelijk beperkt tot onze cultuurwaar»
den, als rubber, tabak, koffie en thee. Het
schijnt, dat er de laatste weken door het pu»
bliek nogal belang genomen is bij dit soort
aandeelen en mag men veronderstellen, dat
dit geen slechte keuze is, gezien de prijsbe»
weging der verschillende producten. De rub»
belvoorraden moeten kleiner geworden zijn,
terwijl de vraag eerder grooter is, zoodat de
prijzen langzamerhand zijn aangetrokken tot
een niveau, waarop de producenten winst
moeten maken en eventueele verliezen der
vorige slechte jaren kunnen afschrijven. De
tabaksmaatschappijen kunnen eveneens niet
klagen over slechte resultaten en gaf de Deli*
Batavia»maatschappij daarvan het bewijs door
dezer dagen een interumdividend van 14
te declareeren, waardoor het aandeel een koers
van circa 340 bereikte.
Zooals bekend is, zijn de koffie» en thee»
prijzen eveneens enorm aangetrokken en is
de handel in deze aandeelensoorten belang»
rijk toegenomen op de verwachting, dat er
over het loopende boekjaar weer dividend zal
worden betaald. Aandeelen Amsterdam thee
noteerden thans circa 75 terwijl het aan»
deel der koffieproduceerende maatschappij
Preanger Regentschappen in korten tijd van
9C naar 135 opliep.
De beleggingsmarkt is den laatsten tijd
weer verwaarloosd, wat wel daarop wijst, dat
de vrijgekomen middelen gebruikt worden
voor aankoop van goede aandeelen, en wordt
de effectenmarkt daardoor gezond, omdat vele,
misschien de meeste orders contant worden
betaald, zoodat gedwongen verkoopen niet
voorkomen bij eventueele koersreacties,
De olieprijzen schijnen nog steeds onder
druk te staan, en geven nog voortdurend
verlaging te zien, waarutt de reactie te ver»
klaren is voor aandeelen Koninklijke Olie, die
Dinsdag tot 316 terugliepen.
De valutamarkt is de laatste weken verlaten
en er is weinig beweging in de koersen der
voornaamste deviezen. In den loop der vorige
week kreeg de Belgische franc plotseling een
druk naar omlaag, door, zooals het heette,
groote aankoopen van dollars in België om
daarmede graan te betalen dat in Amerika
gekocht was. De koers zakte tot 12.30, doch
herstelde zich langzamerhand tot 12,60 on»
geveer. De Parijsche franc is staan gebleven op
circ 13.60.
De Copie van Ingezonden Stukken die niet g«»
plaatst zijn wordt niet teruggegeven. Buiten
«trantwoordelijkheid van Redactis en Uitgtvsa
M. de R.
Wie 't raadsverslag der gemeenteraadszit»
ting te Mdh. leest zou allicht ongunstige con»
clusies trekken ten opzichte van 't beheer
van 't Burgerlijk Weeshuis.
Bestond het College van Regenten Burg.
Armbestuur te Middelharnis in 1923 uit zuip»
lappen en oplichters
Wat een zotte vraag 1 Toch niet, als men
de verslagen der gemeenteraadszitting op 26
Sept in de plaatselijke bladen leest.
Hieruit kan men lezen, dat de heer Krijgs»
man, als woordvoerder dei Commissie met 't
nazien der rekeningen van 't Burg Weeshuis
belast, rapporteert«dat de heeren Regenten
van 't B. W. op de vergaderingen, 4 in getal,
hebben uitgedronken 28 flesschen wijn, voor
de som van f 52,—.
Ik zal eerst dit punt rechtzetten, aangezien
ik daarover oordeelen kan en moet, daar ik
destijds nog Voorzitter van 't College van
Regenten was, alle vergaderingen bijwoonde
en zelf de wijn leverde.
De waarheid is deze
Aangezien Regenten nimmer presentiegeld
genoten hebben, en 't nog al veel beslomme»
ringen geeft, als men iets anders gebruikt,
was het een overoud gebruik op de verga»
deringen van 4 Regenten plus Boekhouder,
een paar flesschen gewone roode wijn te drin»
ken, een gebruik, volstrekt niet door de latere
Regenten ingevoerd. Vroegere College's ver»
gaderden elke maand, wij slechts 6 maal per
jaar, en hebben gebruikt 6 maal 2 flesschen
is 12 flesschen ter waarde van f 16,60. Meer
heeft 't College van Regenten niet gebruikt,
en is er dus ten laste dier vergaderingen f 52,
in rekening gebracht, dan is een nader onder»
zoek gewenscht.
Verder rapporteert men, dat door één Regent
f 14.75 in rekening is gebracht voor één reisje
naar Ooltgensplaat. Ik zelf diende deze reke»
ning in, maar dat betrof niet mij alleen, en
zal even een afschrift daarvan geven
«Reis naar Ooltgensplaat met den heer E. de
Lint.
2 maal f 1,50 retour tram f 3,—
Door 't missen der laatste tram met
auto van van Dam (nota hierbij
gevoegd)f 8,—
Vertering voor 2 personen 2 maal
f 1,87s is3^75
Totaal f 14,75
Ten eigenbate is dus door den heer De Lint
en mij op dien dag aan de noodige consump»
tie slechts f 1,875 in rekening gebracht, wij
hebben volstrekt geen onnoodige uitgaven
gedaan, en geen cent meer in rekening ge»
bracht dan was uitgegeven.
Nu ik toch schrijf, wil ik nog even terug
komen op een vroeger rapport van de com*
missie met 't nazien der rekeningen B. W.
belast.
Dit betreft een bemerking over 't koopen
van een oude vlag voor 'f weeshuis, van een
zuster van een der regenten. Hoewel er in die
commissie leden zaten die beter wisten, moesten
de gecursiveerde woorden toch gesproken
worden in 't openbaar, blijkbaar met een be»
doeling.
Zie hier de ware toedracht.
Toén er ter eere van den nieuwen Burge»
meester onverwachts besloten werd om feest
te vieren, vernamen de regenten ter elfder
ure, dat 't Weeshuis geen toonbare vlag bezat.
Mijn zuster, de Wed. Vosmaer, had toeval»
lig een zeer mooie groote en slechts eenmaal
gebruikte vlag te veel, daar deze veel te groot
was voor haar nieuwe woning.
Zij wilde die verkoopen voor de waarde
van het vlaggedoek alleen. Het maakloon en
de oranjewimpel met kwasten zou zij niet
rekenen en de regenten moesten zelf maar bij
de manufacturiers informeeren, hoeveel zulk
een vlag aan doek alleen zou moeten kosten.
Geheel buiten mij om is toen de prijs bepaald,
en 't weeshuis kwam voor een koopje in het
bezit van een nieuwe vlag, slechts eens ge»
bruikt en in elk opzicht wat groote enz. be»
treft geschikt, een voordeel voor 't weeshuis
van minstens f 10.—
Zoo ziet men dus, dat de gemeenteraden
wel degelijk moeten uitzien naar bekwame en
hoogstaande personen, als men die in com»
missies tot 't uitbrengen van rapporten wil
benoemen.
Dank voor de plaatsing.
Hoogachtend
J. L. VINK
Oud»Voorz. Col. v. Reg. B. W
Middelharnis,«2 Oct. 1924.
Hei «Communismec in Rusland*
Een correspondent van de »N. Rott. Ct.«
heeft eens goed rondgezien in Rusland en
geeft nu interessante schetsen over den toe»
stand aldaar. Een van zijn conclusies is, dat
het Communistisch stelsel ter ziele is. Hij
schrijft toch o.m.
«Maar 't Communistisch stelsel in Rusland
is reeds lang ter ziele. Ik heb er niets meer
van teruggevonden. Niemand zal kunnen
beweren dat staatskapitalisme iets met Com»
munisme te maken heeft. De strijd tegen het
particuliere kapitalisme en tegen de particu»
liere ondernemers wordt nu gevoerd met mid»
delen, die juist het meest gehanteerd worden
in felst kapitalistische landen. De Staat als
ondernemer concurreert den particulieren
handel dood door gebruik te maken van de
middelen die den allergrootsten tegenover den
kleinen ter beschikking staan overmachtige
reclame, onderschepping van crediet en in»
koopsmogelijkheden. Daarbij komen nog de
bijzondere middelen van den Staatde be»
lastingschroef en de sociale wetgeving. Door
de eigenaardige zwakheden die de Staatsex»
ploitatie vaak aankleven, en waarmede een
Russische Staatsexploit *ie meer nog dan an*
dere behept moet zij gaan de zaken niet
schitterend de Staat 'dt daaronder, zooals
iedere particuliere kapit listische onderneming
er onder zou lijden, En het communisme
van de Regeering heeft nog geen uitwegen
gevonden om aan de zure gevolgen van de
commercieele en financieele wetten, die voor
ieder bedrijf ter wereld geldeD, te ontkomen.
Het is geen kunst, als communist te midden
van een kapitalistische wereld op de been te
blijven, als men zich evenals die kapitalisten
inricht. Een kunst wordt het dan, als kapi»
talist door slechte zaken niet onder de wielen
te komen. Als het Communisme op het
oogenblik door eenig gevaar bedreigd wordt,
dan is het niet aan zijn communisme ten on»
der te gaan, maar als kapitalist frinancieel-te-
sneven.
De schrijver constateerd voorts, dat de gang
van zaken deze is, dat het Russische volk
wordt overheerscht door een orde, een kleine
groep, die de macht greep en wie het voor
alles er om te doen is, zich ten koste van
alles te handhaven.
Kijkslandbouwwinterschool te Dordrecht
29 September. Alsnog geslaagd voor
het toelatings=examen
A. 1'. ITerweijer, Dubbeldam.
T. A. A. van den Heuvel, Gorinchem.
G. H. in 't Veld, Dubbeldam.
Slot)
Alles was ook zoo treffendde gebeden, liet
'lied, de preek, en ook het orgelspel.
Ongeveer één uur waren wij weer allen in ons
hotel en na een heerlijke lunch maakten wij des
namiddags een wandeling naar Heimwehfluh. Wij
waren daar op een veel gezochte hoogte, hetgeen
trouwens wel bleek uit 't vele aantal Hollanders,
dat wij daar aantroffen.
Wat een schitterend uitzicht had men van daar
op de bergen met de eeuwige sneeuw; het was
een kostelijk voorproefje voor hetgeen ons des
Maandags wachtte.
Des avonds hadden wij in ons hotel de beschik
king over de ruime conversatiezaal van ons hotel
en onder het genot van een kopje thee, zang en
muziek brachten wij den avond zeer gezellig door,
totdat eindelijk het klokje 12 uur sloeg en dit
voor ieder onzer 't bewijs was, ter ruste te gaan.
Ook de Maandag is één der schitterendste da
gen geworden en wij hoorden zelfs zeggen „Lest
best."
Als iemand ons evenwel vragen zou: wat is nu
het allermooiste dat ge op de reis genoten hebt,
dan zouden we een oogenblik het antwoord schul
dig moeten blijven.
Dat uitzicht van de San Salvatore!
En die grootsche Milaansche Domkerk!
En Lugano met zijn heerlijke boottochten
En Venetië met zijn gondels en marmerzuilen
En die Zondagen te Lugano en Interlaken
O, al die mooie plekjesDat liefelijke Fluelen
en dat heerlijke Isola Bella Het was alles om
.het mooist.
Ook deze Maandag.
Het was de laatste dag in het Alpenland. Om
ongeveer 8 uur gingen wij per trein van inter
laken naar Wilderswil, alwaar wij overstapten in
ide Schynige Platte-bahn. Deze tandradbaan voerde
ons in ruim één uur op de plm. 2500 meter hooge
Schynige Platte. Het doel van dezen ochtend.
En wat we zagen toen we daar boven waren,
is haast niet te zeggen. Eén bergland van buiten
gewone schoonheid en overal waar wij onzen blik
henenwenden viel ons oog op sneeuwbergen, zil
ver gelijkend in het heerlijk zonnetje. Het geheele
Berner Oberland teekent zich daar scherp tegen
den horizon af. De eeuwige sneeuw en het blauw
groene gletscher ijs zagen4;we daar dichterbij dan
ooit te voren en hoe liefelijk lag daar zeer diep
beneden ons het prachtige Interlaken met zijn
schilderachtige meren.
Onze schat van indrukken was weer aanmerkelijk
verrijkt.
Per zoo even genoemde gelegenheid vertrokken
wij weer naar Interlaken tot het gebruiken van
het middagmaal, waarna wij per trein van 2 uur
die stad verlieten op weg naar Bern de zoo schoone
Zwitsersche hoofdstad.
Ons bezoek aan Bern was evenwel om des tijds
wille kort. Om half 5 arriveerden wij in Bern en
reeds om half 6 ging onze trein naar Bazel.
Evenwel een paar groote auto's stonden bij het
station gereed en in een uur kon men nog heel
wat van de hoofdstad zien.
Bern telt ruim 90.000 inwoners en ligt 546 meter
boven den zeespiegel aan weerszijden van de
Aar en wordt verdeeld in de boven- en beneden
stad. Een 8-tal hooge, mooie bruggen verbinden
de oevers van de Aar.
Bern heeft nog tal van schilderachtige, middel-
eeuwsche stadswijkeneen keurig Parlements
gebouw; een Gothische Kathedraal van het jaar
1421, een viertal groote beeren die daarop stads
kosten worden onderhouden ter herinnering aan
de Stichtingsdag van Bern in 1191 bij welke ge
legenheid door den vorst een beer werd gedood.
De beer prijkt ook steeds in het wapen der stad.
Ons bezoek aan de hoofdstad droeg een zeer
vluchtig karakter doch in dien korten tijd hebben
we veel van Bern gezien hetgeen in onze her
innering zal blijven voortleven.
Om 5 minuten voor halfzes waren wij weer
op het station en per sneltrein ging'nu onze tocht
terug naar Bazel alwaar wij om 8 uur aankwamen.
Langzaam maar zeker was het zoo keurige hoog
gebergte uit het oog verloren en in stilte riep
menig onzer het zoo schitterende bergland een
„tot weerziens" toe
In het Bahnhof-Restaurant te Bazel was een
heerlijk afscheidsdiner gereserveerd na gebruik
waarvan wij ons terugtrokken in de wachtkamer
tweede klas van het station te Bazel.
Hoe genoeglijk hebben we daar nog den laat
sten avond in den vreemde doorgebracht. Het we
geleek wel of deze wachtkamer voor ons gere
serveerd was. Wat zaten we daar echt gezellig.
Bij monde van den heer H. Veldman te Arnhem
(wat het spreken betreft op dergelijke reizen één
uit duizenden) werd den leider van de eene club
den heer W. F. M. Lindeboom te Amsterdam een
keurig cadeau aangeboden, terwijl de heer J. C.
Risseeuw, de leider van de andere club, het zijne
reeds ten vorige dage had ontvangen.
Ja, zij hadden het verdiend, de beide leiders.
Want de regeling was prachtig. Om met een
50 personen op reis te gaan, is lang geen klei
nigheid. Daar behoort een voorbereiding van
maanden aan vooraf te gaan, en die voorbereiding
geschiedt geheel belangeloos.
De beide genoemde heeren hebben gedaan wat
zij konden om het ons zoo gezellig mogelijk te
maken, en niet alleen de gezelligheid, maar ook
het vele andere dat op de schouders der leiders
drukt. Zij werken schier dag en nacht. Was het
dan wonder, dat wij hen als blijk van erkentelijk
heid een cadeautje aanboden?
Ook van deze plaats brengen wij hen gaarne
onze hulde onder dankzegging voor hunne schit
terende prestaties ten onzen bate. Wij feliciteeren
de Reisvereeniging met zulke degelijke leiders.
Daar in die wachtkamer te Bazel stelde de heer
Lindeboom de verdiensten van den heer Risseeuw
in het licht en wederkeerig de heer Risseeuw die
van den heer Lindeboom en prees Ds. Ubbens het
werk van de Chr. Reisvereeniging, maar bovenal
roemde hij in God, die ons zoo trouw had geleid.
Mevrouw Risseeuw werd een keurig boucquet
bloemen aangeboden voor de vele uren, die zij
alleen was ten gevolge van het van huis zijn van
haar man in verband met deze reizen.
Ongeveer 11 uur maakten wij ons reisvaardig
en toen wij daar op het station stonden en wij
daar vóór ons zagen onze Hollandsche wagens,
met de namen Rotterdam, Amsterdam, Den Haag,
toen snelden onze gedachten vooruit als op vleu
gelen van den wind en wij vertoefden in den geest
reeds bij onze geliefde familie-betrekkingen.
Maar .die spoorreis en toch, wat is die
ons meegevallen. Om ongeveer half twaalf ver
lieten wij Bazel en toen gingen wij slapen. Het
was leuk dien langen trein eens door te wandelen.
Bij sommige compartimenten waren de gordijnen
neer en was alles in diepe rustbij anderen was
alles geopend en lagen of hingen-zoo'n beetje;
weer anderen hadden lol en zongen en dachten
niet aan slaap, maar over het geheel genomen
was alles rustig en rustende. Schrijver dezes sliep
vair 12 tot 5 uur toen op dat tijdstip de douanen
onze passen wenschten te zien. Dat ging natuur
lijk vlug en weer sloten de oogen zich.
Om ongeveer 7 uur begonnen wij te ontbijten
hetgeen zich goed liet smaken terwijl des middags
1 uur de lunch te Brussel werd gebruikt.
Roosendaal was het eindpunt van onze reis en
dat was voor velen, die naar het Noorden des
lands moesten de plaats van afscheid. Een afscheid
als vrienden, want vriendenbanden waren er ge
sloten en ieder voor zich had er toe medegewerkt
om de reis zoo gezellig mogelijk te doen zijn.
Ongeveer 4 uur waren we te Rotterdam alwaar
ook wij den trein verlieten afscheid nemende van
hen die verder Flolland ingingen.
Indien het ieder gegaan is, zooals schrijver dezes,
dan zal hij roemen over de voortreffelijke rege
ling van de zoo jonge christelijke organisatie en
een woord van hartelijken dank en aanbeveling
uiten voor onze Nederlandsche Christelijke Reis
vereeniging.
Dat ze algemeen bekend worde en ieder, die
zich Christen heet, lid worde van deze vereeni-
ging, opdat ze groeie en bloeie, en allerwege zal
worden meegeholpen aan het schoone doel, dat
deze vereeniging zich stelt, n.l.: God groot te
maken en Hem te prijzen voor Zijne Almacht en
Majesteit, ook in het rijk der natuur. B.
'li