Gemengd Nieuws. Uit de Pers. Economisch Weekoverzicht. en draagt aan het boveneinde een metalen versiersel. Een zoo zware voorsteven doet tevens dienst als tegenwicht voor den gondelier die op den ach tersteven het slanke vaartuig voortbeweegt. Er zijn op het oogenblik nog 900 huurgondels en 300 privé-gondels. De vorm van de gondels is sierlijk. De kleur daarentegen somber. Alle gondels zijn zwart ge verfd en dat wel volgens een eeuwenoud voor schrift. Toen tegen het eind der 15e eeuw in Venetië de weelde de overhand nam, ontstond er een buiten sporige wedijver in het versieren der gondels met goud en zilver en kostbare stoffen, 't Ging zoover dat de Overheid moest ingrijpen en bij de wet werd vastgesteld, dat alle gondels donker geschil derd moesten 'worden. Ons bezoek aan Venetië was geëindigd, doch de buitengewone pracht en praal van die stad zal nog lang, ja steeds, in onze herinnering voortleven. Onder het zingen van vroolijke Vaderlandsche liederen, liepen wij des Vrijdagsmorgens in een lange rij door de nauwe straatjes van Venetië tot we al zingende het station bereikten. Voor dit gebouw hieven we nog gezamenlijk het Wilhelmus aan. Daar stonden we weer gepakt en gezakt, want we hadden in Venetië het verste punt van onzen grooten tocht bereikt en dies gingen wij op den terugtocht. Voorbij waren de schoone dagen in Venetië. Vaarwel dan stad der verbeelding met uw vele schoone eilanden. Vaarwel panorama's, zoo wijd en zoo schoon, wij zullen u bewaren in onze herinnering. In onzen drukken arbeid zullen wij u soms weer voor ons zien en het zal ons tot verkwikking wezenals teleurstelling of leed ons komt te benauwen zal de gedachte aan het tweetal dagen in uwe stad doorgebracht ons opbeuren. Wij gaan met vreugd van u vertellen aan de menschen in ons dierbaar Vaderland. Wij reden weg, en langzaam verdween Venetië uit het gezicht» D'e treinreis Venetië—Milaan hebben we reeds hier boven beschreven. Eerst na Milaan kwamen we op een voor ons onbekend terrein. Ongeveer 3 uur arriveerden wij te Milaan, waar wij moesten overstappen in den trein naar Stresa. Van den stationchef te Milaan kregen we evenwel te hooren, dat een vreeselijke lawine vergezeld van hevige plasregen Stresa en omgeving zwaar had geteisterd tengevolge waarvan het niet moge lijk was Stresa per trein te bereiken omdat een zeer groot gedeelte van de lijn was verwoest. Daar stonden we op het station te Milaan en wij moesten naar Stresa want daar rekende de hotel houder op onze komst en daarheen lag onze reis. Het eerst dachten we natuurlijk aan onze familie en betrekkingen in het Vaderland, die zeker het bericht van dit ongeval te Stresa wel zouden lezen en wien het bekend was dat ons gezelschap één de zer dagen te Stresa zou vertoeven, en daarom werd terstond aan het reisbureau een telegram gezon den inhoudende „Nederlandsche Chr. Reisveree- niging. Alles wel"., terwijl onze hotelhouder te Stresa telegrafisch mededeeling werd gedaan dat onze reis was vertraagd. Doch daar stonden we op het station te MJlaan te wachten op de dingen die zouden gebeuren. Onze leiders als altijd buitengewoon actief confereerden met den chef en terwijl wij onk ver diepten in het groote gebeuren te Stresa stond reeds spoedig een treintje gereed die ons kon brengen naar Arona vanwaar wij Stresa zeer ver moedelijk per boot konden bereiken. Spoedig waren we weer gezeten en een trein- tocht van 1 uur gevolgd door een heerlijke boottocht van ruim 1 uur bracht ons des avonds goed en wel te Stresa waar we onzen intrek na men in hotel „Milan." Onze hotelhouder deelde ons mede in den loop van den middag gereed te hebben gestaan om ons af te telegrafeeren, om dat des morgens het water nog 1 meter hoog in zijn hotel stond. Dat was voor ons een bewijs welk een vreeselijke watermassa van boven van de bergen was neergestroomd, alles in zijn too- melooze vaart meeslepende. Met voorbeeldigen ijver had onze hotelier even wel onze komst voorbereid en toen we binnen kwamen was alles keurig en droog, gestoffeerd en schoon en speelde een strijkje in de hal van het hotel ter onzer verwelkoming het Wilhelmus, welk lied natuurlijk terstond door allen staande werd meegezongen. Het was dan ook zeker uit naam van ons allen toen de hotelier dank werd gebracht voor de schittterende prestatie die hij had betoond door onder dergelijke omstandigheden aan een 50-tal vreemdelingen onderdak te verschaffen. Na een heerlijk diner maakten wij nog even voor zoover mogelijk een wandeling door Stresa en genoten van het keurige plaatsje met zijn mooie puntjes gelegen aan het Meer. Des Zaterdags zou onze tocht gaan van het warme Zuiden naar de koele bergen, naar Inter laken, doch de eerste vraag die bij ons opkwam was Hoe kunnen we Stresa verlaten. Een 400-tal spoorwegarbeiders en eenige honderden soldaten waren druk aan den arbeid met het weder in orde brengen van den spoorlijn doch blijkens bekomen inlichtingen kon dien dag nog geen en kele trein rijden. Onze leiders waren dien dag reeds vroeg in de weer en dank zij hun ijver kregen we de be schikking over vele auto's die ons midden door het geteisterde deel konden brengen naar Gravellona vanwaar wij verder konden per trein naar Interlaken. Alvorens evenwel Stresa te verlaten, brachten wij per motojboot een bezoek aan het eiland Isola Bella, een der Boromeïsche eilanden. Uit den blauwen waterspiegel duiken de gemelde eilanden, genoemd naar de familie Boromeo, op. Die familie heeft ze reeds vanaf de 13e eeuw in haar bezit. Omstreeks 1650 lieten de eigenaars op Isola Bella vruchtbare aarde aanvoerenop den kalen rotsbodem werden schoone terrassen aan gelegd, die met de zeldzaamste gewassen zijn beplant. Eerst bezochten wij het kasteel. O, wat een pracht en wat een schittering. Daar waren mooie groote zalen met schilderijen en groote wandtapijten van de kostbaarste soort. Maar hoe grootsch het kasteel ook was de tuin maakte nog meer indruk. O, daar een week te vertoeven, wat zou dat heerlijk zijn. Wij wandel den op hooge terrassen, een tiental boven elkaar, overdadig vol van voortbrengselen uit het zoele Zuiden. Citroen, sinaasappel, koffie, thee, sago en cocos- palmen, bananen, ceders van den Libanon, bamboe, en zeer vele andere tropische planten troffen we daar aan. Zoowel als het kruidje-roer-mij-niet, dat boos zijn dunne blaadjes oprolt, als men ze maar even aanraakt. We behoeven zeker niet te zeggen, dat dit kruidje moeilijke, zeer booze oogenblikken doorleefde, toen wij er waren, want ieder van ons wilde het plantje toch wel eens plagen; sloeg tegen een der blaadjes en zag het blaadje zeer vertoornd op krullen. De tijd van vertrek was weer daar en spoedig dobberden wij weer op het meer, op weg naar Stresa. reeder door dezen maatregel reeds een lagercn prijs. Moe geheel anders is het gegaan. De f 10 bleken niets te beteekenen. Onmiddelijk werd ingezet door [de firma jjzermans en Co., die hare rechte als een de oudste Vlaardingsche firma's wenschte te handhaven, met f 32.10. Dat kon de hofleverancier Van Abshoven niet ongedaan laten en deze volgde als twee» de met f 34.60. En zoo bleef de aanwezigheid van H.M. voortdurend de markt beheerschen. De afslag is verdeeld in drie rangen en meent nu niet, dat alleen de eerste rangs kocht, bij de koopers met tweede rangs plaatsen zijn er zelfs die twee* en driemaal mijnden en buiten de 26 nummers, die successievelijk op het mijn* bord verlicht zichtbaar werden, zijn er nog tenminste evenveel te laat met hun electrische boodschap gekomen om ook aan H. M.'s tegen* woordigheid hun tol te betalen. Met dit al wisten de bestuursleden van den Vlaardingschen afslag geen raad met het ge* val. Er was alleen afgesproken dat de f 10, dus in dit geval f 260, voor een liefdadig doel be* schikbaar gesteld zouden kunnen worden. Maar de verkooper van de Koninginne*lading«, de heer I. J. Hoogendijk, wist raad. Hij rekende even uit dat hij tegenover de marktwaarde van den vorigen dag voor de »Koninginne* lading« f. 1438.95 te veel ontvangen had. Daar het een officieelen verkoop was en de beman* ning 24 pet van de besomming ontvangt, moest hij over dit meerdere natuurlijk ook de 24 pet. aan de bemanning uitbetalen, zoodat deze aan het bezoek van H.M een voordeeltje dankt van f 345.35 en het overschot van f 1093.60 met de f 260 in totaal f 1353.60, door de Ver* eeniging ter Bevordering van Visscherij, Han* del en Nijverheid beschikbaar gehouden wordt voor een nader te bepalen liefdadig doel. Hartverscheurend bedrog. Om de liefde van haar man terug te win* nen heeft een Javaansche vrouw een reeds begraven kinderlijkje op het dessa*kerkhof op» gegraven en gestolen. De Sin Po vertelt de volgende bijzonder* heden In kampong Kwidjan, in het Pekalongansche, woonde een vrouw, die reeds langen tijd ver* drietig was, omdat haar man niets meer om haar gaf. Een doekoen gaf haar toen den raad, om net te doen, alsof zij in blijde verwach* ting was. En ja, toen zij dat haar man hek»v- de, bleek deze meer notitie van Aaar te nemen, al was het niet als in de wittebroods» weken. Maar als men in blijde verwachting is, moet ook de tijd komen, dat die verwachting in j vervulling gaat. Geen nood, de doekoen, een desa*verlos* kundige zooals anderen, maar nog een beetje slimmer, had pas een vrouw in de kampong Tirto geholpen het kind was levenloos ter wereld gekomen en direct begraven. Er werd niet getalmd. Nog denzelfden nacht werd het grafje door beiden opengegraven en het lijkje meegenomen naar huis. Daar werd alles in gereedheid gebracht, om den man te doen gelooven dat een bevalling had plaats gehad, dat zijn vrouw hem een kind geschonken had zij 't ook een doodgeboren. Intusschen was in Tirto alles in rep en roer wegens het opengegraven grafje. De politie speurde en kwam ook in Kwidjan, waar zij hoorde dat een vrouw [er een dood kindje ter wereld had gebracht. De politie kwam eens informeeren en vond het lijkje bij de ongelukkige vrouw, en d? heele dwaze enscéneering bovendien. Men stelde een nader onderzoek en ont* dekte het hartverscheurend bedrog Het eind was, dat de vrouw niet alleen de liefde van haar man weer verbeurde, maar thans ook nog haar vrijheid Stakkerd Het doekoen=wezen, dat tot de daad aan* zette en succes voorspiegelde aan de onweten* de, verdient de volle maat, voegt het Soer. Hbld. hieraan toe. DE MOORD TE SCHEVENINGEN IN DEN KERSTNACHT VAN 1918. Wederom een viertal verdachten aangehouden. De politie is in de laatste dagen weer ijverig werkzaam geweest om te trachten een reeds zes jaar oude zaak tot klaarheid te brengen, en zij meent thans op het goede spoor daar* toe te zijn. Op den morgen na de Kerstdagen in het jaar 1918 werd de 69*jarige Gerrit van den Oever dood op zijn bed gevonden in zijn huisje aan de Nieuwe Laantjes te Schevenin* gen. De omstandigheden, waaronder het lijk van den ouden man werd aangetroffen, deden aan misdrijf denken. En dit vermoeden werd versterkt toen bleek, dat er ook diefstal ge* pleegd was, aangezien een portefeuille waar* in v. d. O. zijn geld bewaarde en eveneens een gouden horloge met ketting waren ver* dwenen. Eenige dagen na deze bevindingen werden door de politie een vijftal personen, onder wie een vrouw aangehouden. De verdenking tegen hen was een gevolg van beschuldigin* gen tegen hen bij een burenruzie geuit. Spoedig werden de aangehoudenen echter, een voor een weer in vrijheid gesteld, niet al* leen omdat zij alle schuld ontkenden, maar ook omdat er tegen hen geen voldoende aan* wijzingen waren te vinden. Er verstreken sindsdien eenige jaren, tot* dat in de helft van 1923 de politie, wederom door uitlatingen bij een twistgesprek onder Scheveningers, een persoon aanhield, verdacht niet onkundig te zijn met hetgeen in den Kerstnacht in 1918 was voorgevallen in de woning aan de Nieuwe, Laantjes, doch ook deze persoon moest korten tijd later op vrije voeten worden gesteld, omdat ook tegen hem geen bewijsmiddelen waren bijeen te brengen. Sedert bleef de zaak weer rusten, waar* mede echter niet gezegd is dat de politie in* zonderheid commissaris Kramer, haar uit het oog verloor. Zij bleef waakzaam, en het was dezer dagen andermaal, tengevolge van din* gen welke haar uit een twistgesprek waren ter oore gekomen, dat door haar eenige per» sonen zijn aangehouden als verdacht betrok» ken te zijn bij den moord. De politie heeft namelijk thans de hand ge» legd op vier Scheveningers, wonende in de buurt van de Nieuwe Laantjes, en de verden* king tegen hen gerezen is van dien aard dat zij allen in voorloopige hechtenis zijn gesteld. Nu onlangs kwam de politie, door een bu» renruzie in het Oranjehofje, er achter, dat er behalve bedoelde portefeuille en horloge met ketting, ook ten nadeele van v. d. O. een boomstam was gestolen, welke door dezen was gekocht om als brandhoud te dienen, in die dagen van heerschende brandstoffen* schaarschte. Deze boomstam lag voor de wo» ning van v. d. O. Qit was tot dusver aan de politie onbekend gebleven. Deze boom moet yectole- zijn omstreeks middernacht, kort nadat v. d. O. zich naar bed had begeven. Door eenige uitlatingen nu van twee der thans aangehouden verdachten, welke uitla» tingen door een derde zijn gehoord, moet het voor de politie vrijwel vaststaan, dat bedoel» de verdachten den stam hebben weggenomen. Bovendien moeten, volgens getuigenverkla» ringen, de vier thans ingesloten Schevenin» gers, gezien zijn toen zij den boomstam aan het verdeelen waren. Vandaar dat de politie verband legt tusschen het stelen van den boomstam en den vermoedelijken roofmoord en zij meent thans over vrij positieve verkla» ringen te beschikken, dat de vier Schevenin» gers, die in de omgeving van de Nieuwe Laantjes woonden, en goed op de hoogte waren van handel en wandel van v. d. O. meer afweten van hetgeen in den bewusten Kerst» nacht in de woning van y. d. O. is voorge* vallen. De politie is er reeds in geslaagd een ouderwetsch horloge op te sporen dat door getuigen herkend is, als te zijn afkomstig van v. d. O., en na lang zoeken moet thans ook zijn komen vast te staan dat de horlogeket» ting korten tijd na Kerstmis 1918 in handen is geweest van een der vier aangehoudenen. De politie vermoedt dat een van het viertal v. d. O. wiens lijk bebloed op bed is gevon* den heeft gedood en dat daarna de buit onderling is verdeeld. Het onderzoek in deze zaak wordt nog steeds voortgezet. Commissaris Kramer, bij» gestaan door den inspecteur van den Heuvel, die het onderzoek geleid heeft verwacht nog belangrijke mededeelingen van getuigen, die het volle licht op deze zaak zullen werpen. De kerkbrand te Burgh. Uit Burgh, op Schouwen, meldt men Even voor halftien Donderdagmorgen ver» toonden zich enkele rookwolkjes boven het dak der Ned. Herv. kerk alhier, en om half» tien stond de kerk in volle vlam. Ook de toren raakte in brand. De ijlings toegesnelde brandweer van Burgh en Haamstede stond machteloos tegenover de ontzettende vuurzee, die door den aanwakke» renden wind nog toenam. Kerk en toren zijn geheel uitgebrand. Van de prachtige kerk welker 250*jarige hestaan in November a.s' zou herdacht worden, het sieraad der gemeente en wegens haar interieur en attractie voor vreemdelingen, zijn alleen de naakte muren over. Het archief, enkele oude bijbels, de koperen luchter en het kerkzilver, behalve het zilveren doopbekken, konden gered worden. Het kun* stig gebrandschilderde raam, de fraai besneden ambachtsheerenbank en de gebeeldhouwde preekstoel zijn door het vuur vernietigd. De marmeren gedenkteekens zullen zeer bescha* digd blijken. Ongeveer 1 uur was men d«n brand meester. Kerk en toren waren verzekerd. Van andere zijde wordt gemeld Omstreeks 10 uur stortte het dak van de kerk in, en kort daarop viel de spits van den toren naar beneden. Ook de klokken uit den toren zijn naar beneden gestort. Het uurwerk is blijven stilstaan op 7 minuten over tienen. De oorzaak van den brand is zeer waarschijn* lijk te wijten aan eenige loodgieters, die 's morgens nog in het kerkgebouw werkzaam zijn geweest. De Donderdag afgebrande kerk te Burgh is van 1671—1674 gebouwd ter plaatse, waar vroeger een oude kerk stond, die eenige jaren vroeger grootendeels met den toren was in» gestort. Stichter van deze nieuwe kerk was Pietre de Huybert, raadpensionairs van Zeeland, toentertijd ambachtsheer van Burgh. Ze was gebouwd in den vorm van een Grieksch kruis met lagere zijarmen. Inwendig had zij een doorloopend zonge» welf met rozetten en steekkappen, houten bekleeding om den ingang (Ionisch, laatst der 17e eeuw). Het hierbij behoorende fronton met wagen was afgenomen en in de kerk geplaatst. Op de dakhoeken waren drie pijn» appels geplaatst. De toren had één geleiding en daarboven een achtkant met open koepel en achtkant spitsje. De groote klok in den toren was in 1759 gegoten door Michael Everhard en Pieter van Belsen te Middelburg. Zij droeg de wapens van den toenmaligen ambachtsheer Nicolaas van Hoorn, burgemeester en raad der stad Vlissingen. In de kerk was een grafmonument voor Ficter de Huybert (1679) en voor J. de Huy» bert en Johanna (1701) beide door J. Blom* mendael. Voorts een muurtafel voor Anna Maria Velters, gehuwd met mr. Anthony de Huybert (1670) een dergelijk monument voor David de Huybert, met groot wapen (1791); graftafel voor Barbara Theodora van Willigen, met groet wapen (1719), het laatste echter geschonden. In een der muren stond een geschilderd glasraam (laatst 17de eeuw) met de wapens van de Staten van Zeeland en de steden. De heerenbank met wapen was van 1674. Door den bliksem gedood. Te Grouw is G. Wester, molenaar van het Waterschap »De Borgkrite«, in den molen aan de Borgsloot door den bliksem gedood. Op de hoogte. Mejuffrouw Blauwer (na het concert): »Die artiste speelt met veel expressie nietwaar, mevrouw Maar wat dunkt u van haar techniek Mevrouw Groening »Maar kindlief ik heb niet eens gezien, dat ze er een aan had.« Doodelijk ongeluk. Te Virdum sloeg een paard, dat vo'or een wagen was gespannen op hol, met het noodlottig gevolg dat de be» stuurder, de 19»jarige zoon van den veehou» der Kramer, onder Barrahuis, op den grond viel. In bewusteloozen toestand werd hij op» genomen. Een ontboden geneesheer kon slechts den dood constateeren. Verdronken. In de nabijheid van de ouder* lijke woning is te Hoorn het vierjarig zoon* tje van het echtpaar J. de Boer Jz. in een sloot verdronken. Onder de wielen. Onder Bentvele reed een zand wagen naar de Haarlemmermeer. Een der* tienjarige jongen wilde op een trede van den wagen springen maar kwam onder de wielen terecht en werd gedood. Inbraak. Terwijl een rentenierster te Blerick zich nog beneden vond, werd in de tweede verdieping van haar huis ingebroken. De dief klom binnen langs de vlaggestok en ontvreem» de een diamanten hanger, een gouden horloge, twee gouden armbanden, een gouden ketting en een gouden dasspeld. Het aanwezige geld vond de dief niet. Verstrooid. MevrouwHeeft de professor zijn ontbijt al gehad Dienstbodeik weet het niet. Mevr.: Vraag het hem dan. Dienstbode Dat heb ik gedaan, maar de professor weet het zelf niet. Schipbreuk. Het schip, dat Maandagmiddag beoosten Lemmer aah den grond geraakt is, blijkt te zijn de Klaziena, van Wamel, op reis met een lading ijzer van Duitschland naar Leeuwarden en Groningen. De ter assistentie uitgetrokken sleepboot Vooruit moest Woens» dagavond onverrichterzake terugkeeren. Een 12»tal Lemmer visschers is ter assistentie aan boord gebleven. Woensdagnacht is de visscher F. Bootsma te Lemmer binnengekomen met de vrouw en zes kinderen en acht visschers, die ter assis* tentie waren achtergebleven. De schipper met vier visschers zijn nog op het schip. Het zit aan den grond, bijna tegen een afsluitdijk en zal hoogstwaarschijnlijk moeten worden ge» licht. Schip en lading zijn verzekerd. Maandag is te Lemmer op eigen kracht binnengekomen schipper H. Prins, van Am» sterdam, met zijn schip Mercurius. Deze had tijdens stormweer zijn boegspriet gebroken en de kluiffok verloren. Nog liggen tusschen Schokland en Lemmer vier schepen ten anker, waarheen de sleepboot Vooruit is vertrokken ter eventueele assistentie. Onder compagnons. De stukadoors C. W. en J. P. J. K. te Rotterdam, twee compagnons, kregen twist over een geldkwestie. De twist is in een vechtpartij ontaai d, waarbij C. W. doorzijn compagnon met een stukadoorshamer drie gaten in zijn hoofd zijn geslagen. Hij is zoo ernstig verwond, dat zijn onmiddellijke opneming in het ziekenhuis noodig was. De dader is aangehouden. Tragisch. Het kindje van de familie CL te Raalte zou Zondag in de R.=K. kerk gedoopt worden Op weg naar de kerk kreeg de vrouw, die het kindje droeg, een toeval en viel. Aan de gevolgen van dien val is het kindje over» ^eden. Smokkelaar gedood. Een Duitsche smokke» laar, die zich in Herzogenrath (D.) aan de oogen der douanen wilde onttrekken, klom op een spoorwagen. Hij had echter niet ge» dacht dat de trein onder een brug door moest en bij het passeeren daarvan werd hem door hv., gewelf de schedel verbrijzeld. - Zoo vond men zijn lijk, toen de trein in Palemberg stopte. De militaire onrust te Ede. Het korps po» litietroepen te Ede, is nu met ongeveer 75 man versterkt. Tot heden hebben ze nog geen dienst gedaan. Een 150»tal militairen heeft Woensdagmorgen een request ingediend om vergoeding voor kostwinnerschap. Maandagavond is er nog een bespreking gehouden tusschen den burgemeester den procureursgeneraal van 't gerechtshof te Arn» hem en den inspecteur van politie te Ede, tot het nemen van maatregelen om bij even» tueele militaire relletjes het openbaar verkeer en de belangen der burgers te beschermen. De politiemacht is nog met marechaussée ver» sterkt. »Het Volka prijst Colijn. Inderdaad, het is zoo. Een schrijver in »De Zeeuw« wijst er op, volgenderwijs Onder het opschrift »Koning Colijn« geeft »Het Volk« een beschouwing over de Troon» rede. Dat wij het lang niet eens zijn met alles wat de schrijver in dit artikel ten beste geeft, is zeer begrijpelijk. Het is echter niet onze bedoeling om te schrijven over datgene, waarin we het niet eens zijn met »Het Volk«. We willen onze volle aandacht bepalen bij de volgende woor» den »Deze troonrede is de inzet van het ver» kiezingsjaar. In verband daarmede is zij uiterst sober gesteld. Er worden geen nieu» we, nog onbekende punten van wetgeving aan de orde gesteld zij zouden in het laatste jaar vóór de verkiezingen toch niet meer behandeld kunnen worden. Het voorrijden van paradepaarden, zooals door vorige kabi* netten in de laatste troonrede vóór een ver» kiezing vaak geschiedde, is niet naar den geest van den heer Colijn. Hij versmaadt het den kiezers de [oogen te streelen met wat hij toch niet van plan is tot uitvoering te brengen. Hij gaat rechtstreeks op zijn doel af en windt er geen doekjes om wat hij met de groote massa van het Nederland» sche volk voor heeft. Het zal zijn schuld niet zijn, wanneer de kiezers het volgend jaar met open oogen in hun verderf loopen. Hij heeft hun duidelijk gezegd, waar het op staat en wat zij van hem te verwachten hebben«. Zooveel lof voor onzen leider hadden wij wel het laatst verwacht van de zijde S. L). A. P. We moeten ons even bezinnen of het werkelijkheid is, dat »Het Volk** schrijft, dat Colijn recht door zee gaat, dat Colijn den kiezers geen zand in de oogen wil strooien, dat Colijn eerlijk en ronduit zegt waar het op staat en wat zij van hem te verwachten hebben. De vergadering van den Volkenbond, de laatste weken te Genève gehouden, loopt ten einde en wel in goede verstandhouding en overeenstemming. Wat aldaar is besproken omtrent de drie hoofpunten arbitrage, vei» ligheid en ontwapening, zal misschien aan» leiding geven tot het houden van eene ont* wapeningsconferentie. Evenwel is het zoover nog niet doch schijnt het niet onmogelijk, dat er in de nabije toekomst stappen gedaan zullen worden om dat ideaal te bereiken. Een groot punt van overweging is de toelating van Duitschland tot het lidmaatschap van den bond en is er door een der afgevaardig» den eene conferentie daaromtrent gehouden met den Rijkskanselier, zoodat binnen en» kele dagen eene beslissing van Duitschland te dien aanzien mag worden afgewacht. Het is intusschen te hopen voor de geheele we» reld, dat Duitschland zich niet door de op* positiepartijen zal laten weerhouden en op den te Londen ingeslagen weg zal voortgaan. Er gingen reeds geruchten, dat, zoo Duitsch» land tot den Volkenbond toetrad, de Ruhr» bezetting tegen 1 Januari a.s. zal worden op* geheven en was de algemeene opinie, dat dit voornemen een gunstiger tendenz voor de Fransche en Belgische valuta teweegbrengen zou. Het is echter gebleken, dat het tegen» deel waar was, want onder voortdurend aan» bod zijn alle deviezen, speciaal Brussel sterk teruggeloopen. Noteerde Parijs de vorige week steeds om en nabij 13.85 en Brussel 12.90,j.l. Dinsdag kwamen deze koersen resp.13.65 en 12.60 te land, terwijl ook ponden en dol» lars meezakten en resp. 11.55 en 2.59'/s no» teerden. Zelfs berichten, inhoudende, dat het Morgancrediet van 100 millioen dollars aan Frankrijk weer verlengd was, mocht niet den minsten invloed op den wisselkoers uitoe» fenen. De handel in deviezen was zeer stil, doch Dinsdagochtend kwam er van alle zijden, zoowel binnen al buitenlandsch aanbod op» zetten, waartegen de prijzen niet bestand bk< ken. Ter beurze bestaat de laatste dagen zeer veel belangstelling voor thee* en rubberaan deelen en niet zonder reden. Theeprijzen geven steeds een stijgende richting te zien, zoodat de betrokken maatschappijen met zeer behoorlijken winst werken. Aandeelen Am sterdam Thee zijn inmiddels gestegen tot 73 Basjoewangi tot 150 onder goede belang» stelling ook van publieke zijde. De afdeeling voor Rubberwaarden was vooral Dinsdag in goede conditie, wat evenmin te verwonderen is, als men bedenkt, dat bij den tegenwoor» digen verkoopprijs van 80 cent de Indische maatschappijen circa 45 cent per pond ne'*-« verdienen, zoodat van deze maatschappijpyl verwacht mag worden, dat vroeger geleden verliezen worden ingehaald, terwijl b.v. Am» sterdam Rubber een zeer goed dividend zal kunnen betalen. Het aandeel noteerde pl.m. 155 De oliemarkt is de laatste weken wat be* trerft Koninklijke nogal flauw geweest, wat geweten wordt aan groot aanbod voor Fransche rekening. De aandeelen zakten tot circa 317, doch hebben zich Dinsdag hersteld tot 322 ongeveer. De verlaging voor de olieprijzen schijnt mede oorzaak te zijn voor de daling, doch op dit koerspeil trekt het aandeel de publieke belangstelling, en zakte niet verder door. In verband met de meerdere vraag naar geld voor stortingen op vorige weken gehou» den emmissies is de prolongatiekoers tijdelijk tot 4 "/o aangetrokken. Een opzienbarend bericht troffen wij dezer dagen in de Telegraaf aan, inhoudende, dat de directeuren der Noord Hollandsche Bank, die onlangs faillieerde, zich zullen hebben te verantwoorden voor de Justitie, wegens ver» moedens van opzettelijk onwaie balansen Uz hebben gepubliceerd. Dit vermoeden lijkt 4I wetfigd, als men nagaat, dat de Bank voon^ durend dividend betaalde en den toestand als gunstig kwalifiseerde, terwijl thans blijkt, dat het geheele aandeelenkapitaal, met reserves plus een half millioen guldens verdwenen is, wat vrijwel plotseling uit de lucht kwam val* len, toen een der debiteuren failliet werd ver* klaard. De vrees voor openbaarmaking van geleden verliezen zal hier wel een groote rol gespeeld hebben en zijn den aandeelhouders Blijkbaar de laatste jaren veel te gunstige ge» gevens voorgespiegeld. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1924 | | pagina 6