Gemengd Nieuws.
Uit de Pers.
Economisch
Weekoverzicht.
en draagt aan het boveneinde een metalen versiersel.
Een zoo zware voorsteven doet tevens dienst
als tegenwicht voor den gondelier die op den ach
tersteven het slanke vaartuig voortbeweegt.
Er zijn op het oogenblik nog 900 huurgondels
en 300 privé-gondels.
De vorm van de gondels is sierlijk. De kleur
daarentegen somber. Alle gondels zijn zwart ge
verfd en dat wel volgens een eeuwenoud voor
schrift. Toen tegen het eind der 15e eeuw in Venetië
de weelde de overhand nam, ontstond er een buiten
sporige wedijver in het versieren der gondels met
goud en zilver en kostbare stoffen, 't Ging zoover
dat de Overheid moest ingrijpen en bij de wet
werd vastgesteld, dat alle gondels donker geschil
derd moesten 'worden.
Ons bezoek aan Venetië was geëindigd, doch
de buitengewone pracht en praal van die stad zal
nog lang, ja steeds, in onze herinnering voortleven.
Onder het zingen van vroolijke Vaderlandsche
liederen, liepen wij des Vrijdagsmorgens in een
lange rij door de nauwe straatjes van Venetië tot
we al zingende het station bereikten. Voor dit
gebouw hieven we nog gezamenlijk het Wilhelmus
aan.
Daar stonden we weer gepakt en gezakt, want
we hadden in Venetië het verste punt van onzen
grooten tocht bereikt en dies gingen wij op den
terugtocht.
Voorbij waren de schoone dagen in Venetië.
Vaarwel dan stad der verbeelding met uw vele
schoone eilanden.
Vaarwel panorama's, zoo wijd en zoo schoon,
wij zullen u bewaren in onze herinnering. In
onzen drukken arbeid zullen wij u soms weer
voor ons zien en het zal ons tot verkwikking
wezenals teleurstelling of leed ons komt te
benauwen zal de gedachte aan het tweetal dagen
in uwe stad doorgebracht ons opbeuren. Wij gaan
met vreugd van u vertellen aan de menschen in
ons dierbaar Vaderland.
Wij reden weg, en langzaam verdween Venetië
uit het gezicht»
D'e treinreis Venetië—Milaan hebben we reeds
hier boven beschreven. Eerst na Milaan kwamen
we op een voor ons onbekend terrein.
Ongeveer 3 uur arriveerden wij te Milaan, waar
wij moesten overstappen in den trein naar Stresa.
Van den stationchef te Milaan kregen we evenwel
te hooren, dat een vreeselijke lawine vergezeld
van hevige plasregen Stresa en omgeving zwaar
had geteisterd tengevolge waarvan het niet moge
lijk was Stresa per trein te bereiken omdat een
zeer groot gedeelte van de lijn was verwoest.
Daar stonden we op het station te Milaan en
wij moesten naar Stresa want daar rekende de hotel
houder op onze komst en daarheen lag onze reis.
Het eerst dachten we natuurlijk aan onze familie
en betrekkingen in het Vaderland, die zeker het
bericht van dit ongeval te Stresa wel zouden lezen
en wien het bekend was dat ons gezelschap één de
zer dagen te Stresa zou vertoeven, en daarom werd
terstond aan het reisbureau een telegram gezon
den inhoudende „Nederlandsche Chr. Reisveree-
niging. Alles wel"., terwijl onze hotelhouder te
Stresa telegrafisch mededeeling werd gedaan dat
onze reis was vertraagd.
Doch daar stonden we op het station te MJlaan
te wachten op de dingen die zouden gebeuren.
Onze leiders als altijd buitengewoon actief
confereerden met den chef en terwijl wij onk ver
diepten in het groote gebeuren te Stresa stond
reeds spoedig een treintje gereed die ons kon
brengen naar Arona vanwaar wij Stresa zeer ver
moedelijk per boot konden bereiken.
Spoedig waren we weer gezeten en een trein-
tocht van 1 uur gevolgd door een heerlijke
boottocht van ruim 1 uur bracht ons des avonds
goed en wel te Stresa waar we onzen intrek na
men in hotel „Milan." Onze hotelhouder deelde
ons mede in den loop van den middag gereed te
hebben gestaan om ons af te telegrafeeren, om
dat des morgens het water nog 1 meter hoog
in zijn hotel stond. Dat was voor ons een bewijs
welk een vreeselijke watermassa van boven van
de bergen was neergestroomd, alles in zijn too-
melooze vaart meeslepende.
Met voorbeeldigen ijver had onze hotelier even
wel onze komst voorbereid en toen we binnen
kwamen was alles keurig en droog, gestoffeerd
en schoon en speelde een strijkje in de hal van
het hotel ter onzer verwelkoming het Wilhelmus,
welk lied natuurlijk terstond door allen staande
werd meegezongen.
Het was dan ook zeker uit naam van ons allen
toen de hotelier dank werd gebracht voor de
schittterende prestatie die hij had betoond door
onder dergelijke omstandigheden aan een 50-tal
vreemdelingen onderdak te verschaffen.
Na een heerlijk diner maakten wij nog even
voor zoover mogelijk een wandeling door
Stresa en genoten van het keurige plaatsje met
zijn mooie puntjes gelegen aan het Meer.
Des Zaterdags zou onze tocht gaan van het
warme Zuiden naar de koele bergen, naar Inter
laken, doch de eerste vraag die bij ons opkwam
was Hoe kunnen we Stresa verlaten. Een 400-tal
spoorwegarbeiders en eenige honderden soldaten
waren druk aan den arbeid met het weder in
orde brengen van den spoorlijn doch blijkens
bekomen inlichtingen kon dien dag nog geen en
kele trein rijden.
Onze leiders waren dien dag reeds vroeg in
de weer en dank zij hun ijver kregen we de be
schikking over vele auto's die ons midden door het
geteisterde deel konden brengen naar Gravellona
vanwaar wij verder konden per trein naar Interlaken.
Alvorens evenwel Stresa te verlaten, brachten
wij per motojboot een bezoek aan het eiland Isola
Bella, een der Boromeïsche eilanden.
Uit den blauwen waterspiegel duiken de gemelde
eilanden, genoemd naar de familie Boromeo, op.
Die familie heeft ze reeds vanaf de 13e eeuw in
haar bezit. Omstreeks 1650 lieten de eigenaars op
Isola Bella vruchtbare aarde aanvoerenop den
kalen rotsbodem werden schoone terrassen aan
gelegd, die met de zeldzaamste gewassen zijn
beplant.
Eerst bezochten wij het kasteel. O, wat een pracht
en wat een schittering. Daar waren mooie groote
zalen met schilderijen en groote wandtapijten van
de kostbaarste soort.
Maar hoe grootsch het kasteel ook was de
tuin maakte nog meer indruk. O, daar een week te
vertoeven, wat zou dat heerlijk zijn. Wij wandel
den op hooge terrassen, een tiental boven elkaar,
overdadig vol van voortbrengselen uit het zoele
Zuiden.
Citroen, sinaasappel, koffie, thee, sago en cocos-
palmen, bananen, ceders van den Libanon, bamboe,
en zeer vele andere tropische planten troffen we
daar aan. Zoowel als het kruidje-roer-mij-niet,
dat boos zijn dunne blaadjes oprolt, als men ze
maar even aanraakt.
We behoeven zeker niet te zeggen, dat dit kruidje
moeilijke, zeer booze oogenblikken doorleefde,
toen wij er waren, want ieder van ons wilde het
plantje toch wel eens plagen; sloeg tegen een der
blaadjes en zag het blaadje zeer vertoornd op
krullen.
De tijd van vertrek was weer daar en spoedig
dobberden wij weer op het meer, op weg naar
Stresa.
reeder door dezen maatregel reeds een lagercn
prijs.
Moe geheel anders is het gegaan. De f 10
bleken niets te beteekenen. Onmiddelijk werd
ingezet door [de firma jjzermans en Co., die
hare rechte als een de oudste Vlaardingsche
firma's wenschte te handhaven, met f 32.10.
Dat kon de hofleverancier Van Abshoven
niet ongedaan laten en deze volgde als twee»
de met f 34.60. En zoo bleef de aanwezigheid
van H.M. voortdurend de markt beheerschen.
De afslag is verdeeld in drie rangen en meent
nu niet, dat alleen de eerste rangs kocht, bij
de koopers met tweede rangs plaatsen zijn er
zelfs die twee* en driemaal mijnden en buiten
de 26 nummers, die successievelijk op het mijn*
bord verlicht zichtbaar werden, zijn er nog
tenminste evenveel te laat met hun electrische
boodschap gekomen om ook aan H. M.'s tegen*
woordigheid hun tol te betalen.
Met dit al wisten de bestuursleden van den
Vlaardingschen afslag geen raad met het ge*
val. Er was alleen afgesproken dat de f 10, dus
in dit geval f 260, voor een liefdadig doel be*
schikbaar gesteld zouden kunnen worden. Maar
de verkooper van de Koninginne*lading«, de
heer I. J. Hoogendijk, wist raad. Hij rekende
even uit dat hij tegenover de marktwaarde
van den vorigen dag voor de »Koninginne*
lading« f. 1438.95 te veel ontvangen had. Daar
het een officieelen verkoop was en de beman*
ning 24 pet van de besomming ontvangt, moest
hij over dit meerdere natuurlijk ook de 24
pet. aan de bemanning uitbetalen, zoodat deze
aan het bezoek van H.M een voordeeltje dankt
van f 345.35 en het overschot van f 1093.60
met de f 260 in totaal f 1353.60, door de Ver*
eeniging ter Bevordering van Visscherij, Han*
del en Nijverheid beschikbaar gehouden wordt
voor een nader te bepalen liefdadig doel.
Hartverscheurend bedrog.
Om de liefde van haar man terug te win*
nen heeft een Javaansche vrouw een reeds
begraven kinderlijkje op het dessa*kerkhof op»
gegraven en gestolen.
De Sin Po vertelt de volgende bijzonder*
heden
In kampong Kwidjan, in het Pekalongansche,
woonde een vrouw, die reeds langen tijd ver*
drietig was, omdat haar man niets meer om
haar gaf. Een doekoen gaf haar toen den raad,
om net te doen, alsof zij in blijde verwach*
ting was. En ja, toen zij dat haar man hek»v-
de, bleek deze meer notitie van Aaar te nemen,
al was het niet als in de wittebroods»
weken.
Maar als men in blijde verwachting is, moet
ook de tijd komen, dat die verwachting in j
vervulling gaat.
Geen nood, de doekoen, een desa*verlos*
kundige zooals anderen, maar nog een beetje
slimmer, had pas een vrouw in de kampong
Tirto geholpen het kind was levenloos ter
wereld gekomen en direct begraven. Er werd
niet getalmd. Nog denzelfden nacht werd het
grafje door beiden opengegraven en het lijkje
meegenomen naar huis. Daar werd alles in
gereedheid gebracht, om den man te doen
gelooven dat een bevalling had plaats gehad,
dat zijn vrouw hem een kind geschonken had
zij 't ook een doodgeboren.
Intusschen was in Tirto alles in rep en roer
wegens het opengegraven grafje. De politie
speurde en kwam ook in Kwidjan, waar zij
hoorde dat een vrouw [er een dood kindje
ter wereld had gebracht.
De politie kwam eens informeeren en vond
het lijkje bij de ongelukkige vrouw, en d?
heele dwaze enscéneering bovendien.
Men stelde een nader onderzoek en ont*
dekte het hartverscheurend bedrog
Het eind was, dat de vrouw niet alleen de
liefde van haar man weer verbeurde, maar
thans ook nog haar vrijheid
Stakkerd
Het doekoen=wezen, dat tot de daad aan*
zette en succes voorspiegelde aan de onweten*
de, verdient de volle maat, voegt het Soer.
Hbld. hieraan toe.
DE MOORD TE SCHEVENINGEN IN
DEN KERSTNACHT VAN 1918.
Wederom een viertal verdachten
aangehouden.
De politie is in de laatste dagen weer ijverig
werkzaam geweest om te trachten een reeds
zes jaar oude zaak tot klaarheid te brengen,
en zij meent thans op het goede spoor daar*
toe te zijn.
Op den morgen na de Kerstdagen in het
jaar 1918 werd de 69*jarige Gerrit van den
Oever dood op zijn bed gevonden in zijn
huisje aan de Nieuwe Laantjes te Schevenin*
gen. De omstandigheden, waaronder het lijk
van den ouden man werd aangetroffen, deden
aan misdrijf denken. En dit vermoeden werd
versterkt toen bleek, dat er ook diefstal ge*
pleegd was, aangezien een portefeuille waar*
in v. d. O. zijn geld bewaarde en eveneens
een gouden horloge met ketting waren ver*
dwenen.
Eenige dagen na deze bevindingen werden
door de politie een vijftal personen, onder
wie een vrouw aangehouden. De verdenking
tegen hen was een gevolg van beschuldigin*
gen tegen hen bij een burenruzie geuit.
Spoedig werden de aangehoudenen echter,
een voor een weer in vrijheid gesteld, niet al*
leen omdat zij alle schuld ontkenden, maar
ook omdat er tegen hen geen voldoende aan*
wijzingen waren te vinden.
Er verstreken sindsdien eenige jaren, tot*
dat in de helft van 1923 de politie, wederom
door uitlatingen bij een twistgesprek onder
Scheveningers, een persoon aanhield, verdacht
niet onkundig te zijn met hetgeen in den
Kerstnacht in 1918 was voorgevallen in de
woning aan de Nieuwe, Laantjes, doch ook
deze persoon moest korten tijd later op vrije
voeten worden gesteld, omdat ook tegen hem
geen bewijsmiddelen waren bijeen te brengen.
Sedert bleef de zaak weer rusten, waar*
mede echter niet gezegd is dat de politie in*
zonderheid commissaris Kramer, haar uit het
oog verloor. Zij bleef waakzaam, en het was
dezer dagen andermaal, tengevolge van din*
gen welke haar uit een twistgesprek waren
ter oore gekomen, dat door haar eenige per»
sonen zijn aangehouden als verdacht betrok»
ken te zijn bij den moord.
De politie heeft namelijk thans de hand ge»
legd op vier Scheveningers, wonende in de
buurt van de Nieuwe Laantjes, en de verden*
king tegen hen gerezen is van dien aard dat
zij allen in voorloopige hechtenis zijn gesteld.
Nu onlangs kwam de politie, door een bu»
renruzie in het Oranjehofje, er achter, dat er
behalve bedoelde portefeuille en horloge met
ketting, ook ten nadeele van v. d. O. een
boomstam was gestolen, welke door dezen
was gekocht om als brandhoud te dienen, in
die dagen van heerschende brandstoffen*
schaarschte. Deze boomstam lag voor de wo»
ning van v. d. O. Qit was tot dusver aan de
politie onbekend gebleven. Deze boom moet
yectole- zijn omstreeks middernacht, kort
nadat v. d. O. zich naar bed had begeven.
Door eenige uitlatingen nu van twee der
thans aangehouden verdachten, welke uitla»
tingen door een derde zijn gehoord, moet het
voor de politie vrijwel vaststaan, dat bedoel»
de verdachten den stam hebben weggenomen.
Bovendien moeten, volgens getuigenverkla»
ringen, de vier thans ingesloten Schevenin»
gers, gezien zijn toen zij den boomstam aan
het verdeelen waren. Vandaar dat de politie
verband legt tusschen het stelen van den
boomstam en den vermoedelijken roofmoord
en zij meent thans over vrij positieve verkla»
ringen te beschikken, dat de vier Schevenin»
gers, die in de omgeving van de Nieuwe
Laantjes woonden, en goed op de hoogte
waren van handel en wandel van v. d. O. meer
afweten van hetgeen in den bewusten Kerst»
nacht in de woning van y. d. O. is voorge*
vallen.
De politie is er reeds in geslaagd een
ouderwetsch horloge op te sporen dat door
getuigen herkend is, als te zijn afkomstig van
v. d. O., en na lang zoeken moet thans ook
zijn komen vast te staan dat de horlogeket»
ting korten tijd na Kerstmis 1918 in handen
is geweest van een der vier aangehoudenen.
De politie vermoedt dat een van het viertal
v. d. O. wiens lijk bebloed op bed is gevon*
den heeft gedood en dat daarna de buit
onderling is verdeeld.
Het onderzoek in deze zaak wordt nog
steeds voortgezet. Commissaris Kramer, bij»
gestaan door den inspecteur van den Heuvel,
die het onderzoek geleid heeft verwacht nog
belangrijke mededeelingen van getuigen, die
het volle licht op deze zaak zullen werpen.
De kerkbrand te Burgh.
Uit Burgh, op Schouwen, meldt men
Even voor halftien Donderdagmorgen ver»
toonden zich enkele rookwolkjes boven het
dak der Ned. Herv. kerk alhier, en om half»
tien stond de kerk in volle vlam. Ook de
toren raakte in brand.
De ijlings toegesnelde brandweer van Burgh
en Haamstede stond machteloos tegenover de
ontzettende vuurzee, die door den aanwakke»
renden wind nog toenam. Kerk en toren zijn
geheel uitgebrand. Van de prachtige kerk
welker 250*jarige hestaan in November a.s'
zou herdacht worden, het sieraad der gemeente
en wegens haar interieur en attractie voor
vreemdelingen, zijn alleen de naakte muren
over.
Het archief, enkele oude bijbels, de koperen
luchter en het kerkzilver, behalve het zilveren
doopbekken, konden gered worden. Het kun*
stig gebrandschilderde raam, de fraai besneden
ambachtsheerenbank en de gebeeldhouwde
preekstoel zijn door het vuur vernietigd. De
marmeren gedenkteekens zullen zeer bescha*
digd blijken.
Ongeveer 1 uur was men d«n brand meester.
Kerk en toren waren verzekerd.
Van andere zijde wordt gemeld
Omstreeks 10 uur stortte het dak van de
kerk in, en kort daarop viel de spits van den
toren naar beneden. Ook de klokken uit den
toren zijn naar beneden gestort. Het uurwerk
is blijven stilstaan op 7 minuten over tienen.
De oorzaak van den brand is zeer waarschijn*
lijk te wijten aan eenige loodgieters, die
's morgens nog in het kerkgebouw werkzaam
zijn geweest.
De Donderdag afgebrande kerk te Burgh
is van 1671—1674 gebouwd ter plaatse, waar
vroeger een oude kerk stond, die eenige jaren
vroeger grootendeels met den toren was in»
gestort.
Stichter van deze nieuwe kerk was Pietre
de Huybert, raadpensionairs van Zeeland,
toentertijd ambachtsheer van Burgh. Ze was
gebouwd in den vorm van een Grieksch kruis
met lagere zijarmen.
Inwendig had zij een doorloopend zonge»
welf met rozetten en steekkappen, houten
bekleeding om den ingang (Ionisch, laatst der
17e eeuw). Het hierbij behoorende fronton
met wagen was afgenomen en in de kerk
geplaatst. Op de dakhoeken waren drie pijn»
appels geplaatst.
De toren had één geleiding en daarboven
een achtkant met open koepel en achtkant
spitsje.
De groote klok in den toren was in 1759
gegoten door Michael Everhard en Pieter van
Belsen te Middelburg. Zij droeg de wapens
van den toenmaligen ambachtsheer Nicolaas
van Hoorn, burgemeester en raad der stad
Vlissingen.
In de kerk was een grafmonument voor
Ficter de Huybert (1679) en voor J. de Huy»
bert en Johanna (1701) beide door J. Blom*
mendael. Voorts een muurtafel voor Anna
Maria Velters, gehuwd met mr. Anthony de
Huybert (1670) een dergelijk monument voor
David de Huybert, met groot wapen (1791);
graftafel voor Barbara Theodora van Willigen,
met groet wapen (1719), het laatste echter
geschonden.
In een der muren stond een geschilderd
glasraam (laatst 17de eeuw) met de wapens
van de Staten van Zeeland en de steden.
De heerenbank met wapen was van 1674.
Door den bliksem gedood. Te Grouw is G.
Wester, molenaar van het Waterschap »De
Borgkrite«, in den molen aan de Borgsloot
door den bliksem gedood.
Op de hoogte. Mejuffrouw Blauwer (na het
concert): »Die artiste speelt met veel expressie
nietwaar, mevrouw Maar wat dunkt u van
haar techniek
Mevrouw Groening »Maar kindlief ik heb
niet eens gezien, dat ze er een aan had.«
Doodelijk ongeluk. Te Virdum sloeg een
paard, dat vo'or een wagen was gespannen op
hol, met het noodlottig gevolg dat de be»
stuurder, de 19»jarige zoon van den veehou»
der Kramer, onder Barrahuis, op den grond
viel. In bewusteloozen toestand werd hij op»
genomen. Een ontboden geneesheer kon slechts
den dood constateeren.
Verdronken. In de nabijheid van de ouder*
lijke woning is te Hoorn het vierjarig zoon*
tje van het echtpaar J. de Boer Jz. in een
sloot verdronken.
Onder de wielen. Onder Bentvele reed een
zand wagen naar de Haarlemmermeer. Een der*
tienjarige jongen wilde op een trede van den
wagen springen maar kwam onder de wielen
terecht en werd gedood.
Inbraak. Terwijl een rentenierster te Blerick
zich nog beneden vond, werd in de tweede
verdieping van haar huis ingebroken. De dief
klom binnen langs de vlaggestok en ontvreem»
de een diamanten hanger, een gouden horloge,
twee gouden armbanden, een gouden ketting
en een gouden dasspeld. Het aanwezige geld
vond de dief niet.
Verstrooid. MevrouwHeeft de professor
zijn ontbijt al gehad
Dienstbodeik weet het niet.
Mevr.: Vraag het hem dan.
Dienstbode Dat heb ik gedaan, maar de
professor weet het zelf niet.
Schipbreuk. Het schip, dat Maandagmiddag
beoosten Lemmer aah den grond geraakt is,
blijkt te zijn de Klaziena, van Wamel, op
reis met een lading ijzer van Duitschland naar
Leeuwarden en Groningen. De ter assistentie
uitgetrokken sleepboot Vooruit moest Woens»
dagavond onverrichterzake terugkeeren. Een
12»tal Lemmer visschers is ter assistentie aan
boord gebleven.
Woensdagnacht is de visscher F. Bootsma
te Lemmer binnengekomen met de vrouw en
zes kinderen en acht visschers, die ter assis*
tentie waren achtergebleven. De schipper met
vier visschers zijn nog op het schip. Het zit
aan den grond, bijna tegen een afsluitdijk en
zal hoogstwaarschijnlijk moeten worden ge»
licht. Schip en lading zijn verzekerd.
Maandag is te Lemmer op eigen kracht
binnengekomen schipper H. Prins, van Am»
sterdam, met zijn schip Mercurius. Deze had
tijdens stormweer zijn boegspriet gebroken en
de kluiffok verloren. Nog liggen tusschen
Schokland en Lemmer vier schepen ten anker,
waarheen de sleepboot Vooruit is vertrokken
ter eventueele assistentie.
Onder compagnons. De stukadoors C. W.
en J. P. J. K. te Rotterdam, twee compagnons,
kregen twist over een geldkwestie. De twist
is in een vechtpartij ontaai d, waarbij C. W.
doorzijn compagnon met een stukadoorshamer
drie gaten in zijn hoofd zijn geslagen. Hij is
zoo ernstig verwond, dat zijn onmiddellijke
opneming in het ziekenhuis noodig was. De
dader is aangehouden.
Tragisch. Het kindje van de familie CL te
Raalte zou Zondag in de R.=K. kerk gedoopt
worden Op weg naar de kerk kreeg de vrouw,
die het kindje droeg, een toeval en viel. Aan
de gevolgen van dien val is het kindje over»
^eden.
Smokkelaar gedood. Een Duitsche smokke»
laar, die zich in Herzogenrath (D.) aan de
oogen der douanen wilde onttrekken, klom
op een spoorwagen. Hij had echter niet ge»
dacht dat de trein onder een brug door moest
en bij het passeeren daarvan werd hem door
hv., gewelf de schedel verbrijzeld. - Zoo vond
men zijn lijk, toen de trein in Palemberg stopte.
De militaire onrust te Ede. Het korps po»
litietroepen te Ede, is nu met ongeveer 75
man versterkt. Tot heden hebben ze nog geen
dienst gedaan. Een 150»tal militairen heeft
Woensdagmorgen een request ingediend om
vergoeding voor kostwinnerschap.
Maandagavond is er nog een bespreking
gehouden tusschen den burgemeester den
procureursgeneraal van 't gerechtshof te Arn»
hem en den inspecteur van politie te Ede,
tot het nemen van maatregelen om bij even»
tueele militaire relletjes het openbaar verkeer
en de belangen der burgers te beschermen.
De politiemacht is nog met marechaussée ver»
sterkt.
»Het Volka prijst Colijn.
Inderdaad, het is zoo.
Een schrijver in »De Zeeuw« wijst er op,
volgenderwijs
Onder het opschrift »Koning Colijn« geeft
»Het Volk« een beschouwing over de Troon»
rede. Dat wij het lang niet eens zijn met alles
wat de schrijver in dit artikel ten beste geeft,
is zeer begrijpelijk.
Het is echter niet onze bedoeling om te
schrijven over datgene, waarin we het niet
eens zijn met »Het Volk«. We willen onze
volle aandacht bepalen bij de volgende woor»
den
»Deze troonrede is de inzet van het ver»
kiezingsjaar. In verband daarmede is zij
uiterst sober gesteld. Er worden geen nieu»
we, nog onbekende punten van wetgeving
aan de orde gesteld zij zouden in het laatste
jaar vóór de verkiezingen toch niet meer
behandeld kunnen worden. Het voorrijden
van paradepaarden, zooals door vorige kabi*
netten in de laatste troonrede vóór een ver»
kiezing vaak geschiedde, is niet naar den
geest van den heer Colijn. Hij versmaadt
het den kiezers de [oogen te streelen met
wat hij toch niet van plan is tot uitvoering
te brengen. Hij gaat rechtstreeks op zijn
doel af en windt er geen doekjes om wat
hij met de groote massa van het Nederland»
sche volk voor heeft. Het zal zijn schuld
niet zijn, wanneer de kiezers het volgend
jaar met open oogen in hun verderf loopen.
Hij heeft hun duidelijk gezegd, waar het
op staat en wat zij van hem te verwachten
hebben«.
Zooveel lof voor onzen leider hadden
wij wel het laatst verwacht van de zijde
S. L). A. P. We moeten ons even bezinnen
of het werkelijkheid is, dat »Het Volk**
schrijft, dat Colijn recht door zee gaat, dat
Colijn den kiezers geen zand in de oogen
wil strooien, dat Colijn eerlijk en ronduit
zegt waar het op staat en wat zij van hem
te verwachten hebben.
De vergadering van den Volkenbond, de
laatste weken te Genève gehouden, loopt ten
einde en wel in goede verstandhouding en
overeenstemming. Wat aldaar is besproken
omtrent de drie hoofpunten arbitrage, vei»
ligheid en ontwapening, zal misschien aan»
leiding geven tot het houden van eene ont*
wapeningsconferentie. Evenwel is het zoover
nog niet doch schijnt het niet onmogelijk,
dat er in de nabije toekomst stappen gedaan
zullen worden om dat ideaal te bereiken. Een
groot punt van overweging is de toelating
van Duitschland tot het lidmaatschap van
den bond en is er door een der afgevaardig»
den eene conferentie daaromtrent gehouden
met den Rijkskanselier, zoodat binnen en»
kele dagen eene beslissing van Duitschland
te dien aanzien mag worden afgewacht. Het
is intusschen te hopen voor de geheele we»
reld, dat Duitschland zich niet door de op*
positiepartijen zal laten weerhouden en op
den te Londen ingeslagen weg zal voortgaan.
Er gingen reeds geruchten, dat, zoo Duitsch»
land tot den Volkenbond toetrad, de Ruhr»
bezetting tegen 1 Januari a.s. zal worden op*
geheven en was de algemeene opinie, dat dit
voornemen een gunstiger tendenz voor de
Fransche en Belgische valuta teweegbrengen
zou. Het is echter gebleken, dat het tegen»
deel waar was, want onder voortdurend aan»
bod zijn alle deviezen, speciaal Brussel sterk
teruggeloopen. Noteerde Parijs de vorige week
steeds om en nabij 13.85 en Brussel 12.90,j.l.
Dinsdag kwamen deze koersen resp.13.65
en 12.60 te land, terwijl ook ponden en dol»
lars meezakten en resp. 11.55 en 2.59'/s no»
teerden. Zelfs berichten, inhoudende, dat het
Morgancrediet van 100 millioen dollars aan
Frankrijk weer verlengd was, mocht niet den
minsten invloed op den wisselkoers uitoe»
fenen. De handel in deviezen was zeer stil,
doch Dinsdagochtend kwam er van alle zijden,
zoowel binnen al buitenlandsch aanbod op»
zetten, waartegen de prijzen niet bestand bk<
ken.
Ter beurze bestaat de laatste dagen zeer
veel belangstelling voor thee* en rubberaan
deelen en niet zonder reden. Theeprijzen
geven steeds een stijgende richting te zien,
zoodat de betrokken maatschappijen met zeer
behoorlijken winst werken. Aandeelen Am
sterdam Thee zijn inmiddels gestegen tot 73
Basjoewangi tot 150 onder goede belang»
stelling ook van publieke zijde. De afdeeling
voor Rubberwaarden was vooral Dinsdag in
goede conditie, wat evenmin te verwonderen
is, als men bedenkt, dat bij den tegenwoor»
digen verkoopprijs van 80 cent de Indische
maatschappijen circa 45 cent per pond ne'*-«
verdienen, zoodat van deze maatschappijpyl
verwacht mag worden, dat vroeger geleden
verliezen worden ingehaald, terwijl b.v. Am»
sterdam Rubber een zeer goed dividend zal
kunnen betalen. Het aandeel noteerde pl.m.
155
De oliemarkt is de laatste weken wat be*
trerft Koninklijke nogal flauw geweest, wat
geweten wordt aan groot aanbod voor Fransche
rekening. De aandeelen zakten tot circa 317,
doch hebben zich Dinsdag hersteld tot 322
ongeveer. De verlaging voor de olieprijzen
schijnt mede oorzaak te zijn voor de daling,
doch op dit koerspeil trekt het aandeel de
publieke belangstelling, en zakte niet verder
door.
In verband met de meerdere vraag naar
geld voor stortingen op vorige weken gehou»
den emmissies is de prolongatiekoers tijdelijk
tot 4 "/o aangetrokken.
Een opzienbarend bericht troffen wij dezer
dagen in de Telegraaf aan, inhoudende, dat
de directeuren der Noord Hollandsche Bank,
die onlangs faillieerde, zich zullen hebben te
verantwoorden voor de Justitie, wegens ver»
moedens van opzettelijk onwaie balansen Uz
hebben gepubliceerd. Dit vermoeden lijkt 4I
wetfigd, als men nagaat, dat de Bank voon^
durend dividend betaalde en den toestand als
gunstig kwalifiseerde, terwijl thans blijkt, dat
het geheele aandeelenkapitaal, met reserves
plus een half millioen guldens verdwenen is,
wat vrijwel plotseling uit de lucht kwam val*
len, toen een der debiteuren failliet werd ver*
klaard. De vrees voor openbaarmaking van
geleden verliezen zal hier wel een groote rol
gespeeld hebben en zijn den aandeelhouders
Blijkbaar de laatste jaren veel te gunstige ge»
gevens voorgespiegeld.
(Wordt vervolgd.)