voor de Zuidhollaiidsehe en Zeeuwsche Eilanden. goor öen |0nS>a0 Antirevolutionair Orgaan Drie Bladen. erichten. No. 3052 ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1924 39STE JAARGANG IN HOC SIGNO VINCES TWEEDE BLAD. Reclames Nietieoeeuiiye» Alle stukken voor de Redactie bestemd, Ad ver tentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers Dit nummer bestaat uit LEEKEPRAATJES. Inbonden Stukken Hebt Gij pijn in rug en lendenen Kloo®terba,l®em. t zegt ons, dat de men» t hebben gehad den schat ontstelde oogen moeten hoe gouddorst en gie» en gestraft. Immers, n hagadis m vastgeslingert is, hals, en in den mond ls sulcke beesten vond ank van sulpher ende vlam, deze beesten kwam. n om het werelds geit n bij dat helsch gewelt«, elijk werd het graf weer gistraat besloot, tot een het nageslacht, den steen »so als het daer binnen merkwaardige zerk ligt en vertoont een geraamte lang. En zestal wormen ledematen, r waarschuwt zoo ernstig t, beroert zijn huis«. illustratie van dit woord. N. H. Crt. nwind vooruit., verteld een reiziger, over aan met een van de snelste evaren. Ik was lang van verlangde dat de reis kort een dat mijn wensch ver» wij kwamen twee dagen it. derden dag den kapitein De wind is om we heb ind gehad, maar nu is hij tein, »maar het waait hard, dat bij de stoomvaart de hij niet te sterk is roeg ik. tegenwind komt er beter uren zij branden beter, stoom.« ns leven niet eveneens spoed, die ons dichter tot ardoor worden wij met den inwendigen ménsch LHARNIS. r Goeree eft Overtlakkee nsdag 15 Sept. 1924. 60 tot f 12,60 per 100 K.G. f 9,60 tot f 14,20 p. 100 Kg. 70 tot f 15,- per 100 K.G. tot f 12,80 per 100 K.G. 5er 100 K.G. 10 per 100 K.G. per 100 K.G. oer 100 K.G. ;r 100 K.G. !0 totf 14,lOper 100 K.-.#// tot f 6,30 per 100 K.G. 5o per 100 K G. 10 tot f 12,80 per 100 K.G, - per 100 K.G. 13,10 per 100 K.G. ot f 20,70 per 100 K.G. tot f 23,- per 100 K G. per 100 K.G. ,80 totf 18,40 p. 100 K.G. f 58,- per 100 K.G. f 5,— per 100 pond. 14 tot f 41 per 100 stuks, tot f9,50 per lOOstuks. tot f 6,50 per lOOstuks. tot f 15,70 per 100 stuks, tot 9,30 per lOOstuks. 60 tot f 3,80 per 100 stuks. ier 100 stuks. >er 100 stuks. 3,80 per 100 bos. 100 krop. RDAM, 16 Sept. 1924. ons Veilingslokaal, War^ gehouden Veiling, we zen besteed f 8.25 tot 11.05 tot tot 7 50 tot 8.30 tot tot tot stuks. ERDAMSCHE VEILING id zien er onooglijk 't grootste deel van Italiaansche zonnetje, vanzelf, dat dit de ge- ■ouwens, huiselijkheid de Zuidelijke landen aan properheid zou huismoeder in ver- bezoek aan Piazza te plein midden in meest volmaakten de stad. De Piazza irmerplaten en is aan rachtbouwwerken. staan twee groote tot woonplaats van s ingericht en schit- Venetiaansche ko- insche glaswerk, zien we recht voor rk) en terzijde staat lanile(toren). )ofdkerk van Venetie, Marcus, die volgens ondfer de Venetiërs drië is gestorven, iaansche schepen vóór stad liet zich een dat doel alle ker- ente rustte van den met ontzetting, en ien ze de overblijf- ischop ontvoerd en (Wordt vervolgd.) Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten wordt-.. berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. AMOS 8 s 11, 12. »Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere Heere, dat Ik een honger in het land zal zenden; niet een honger naar brood, noch dorst naar water, maar om te hooren de woorden des Heeren. En zij zullen zwerven van zee tot zee, en van het noorden tct het oosten; zij zullen omloopen om het Woord des Heeren te zoeken, maar zullen het niet vinden. I. Amos, wiens werkzaamheid valt in den tijd van Jerobeam II, wordt uit Juda gezonden naar het rijk der tien stam- inen, om te profeteeren. Amos betee- kent lastdrager en wat zijn naam aan duidde, dat was hij. Een zware taak was op zijn schouderen gelegd. Hij as geen geleerde, maar een eenvoudige herder uit Thekoa. Amos moest zijn land verlaten, om Efraïm het wee aan te kondigen. Droevig was de toestand van Israël. Zijn weelde leidde tot uit spattingen de armen werden verdrukt, hebzucht en onrecht doen waren zijn kenmerkende zonden. Daarbij kwam gruwelijke afgoderij. Wonderlijk zijn Gods wegen. De boersche Amos kwam te staan tegenover de aanzienlijken van Samaria. Waarlijk geen gemakkelijke en benijdenswaardige taak voor dezen profeet. Maar Amos ontzag niemand. Al bespotte men hem, in des Heeren naam bleef hij getuigen. Veelal spreekt hij in beelden ontleend aan het landleven. Zoo getuigt hij in ons teksthoofdstuk onder een beeld van Israels ondergang. Hem wordt een gezicht vertoond van een korf vol zomervruchten. Het is het einde van den zomer. Daarin wordt aangeduid het einde van Israël, dat rijp is voor het gericht. Het vroolijk gezang zal plaats maken voor een jammerlijk ge huil de dood zal overal zijn offers eischen. En dat vanwege de zonde. Wel wordt de Sabbat uiterlijk gehou den, maar men hunkert naar het einde om te koopen en te verkoopen. In zijn handel is men bedriegelijk. Daarom zweert de Heere, dat Hij de ongerech tigheid des volks niet zal vergeten. In den dag der bezoeking zal het land beven en door angst beroerd worden. De Heere zal 't donker maken de fees- ien zullen in rouw en de liederen in weeklachten veranderd worden, en men zal het rouwkleed aandoen. Er zal ner gens licht zijn, hoezeer men er naar verlangt, 't Ergste is, wat in onzen tekst vermeld wordt: De Heere zal zwijgen, als men tot Hem roeptHij zal het licht van Zijn Woord inhouden. Hij zal een honger zenden om Zijn woorden te hooren, welke echter niet verzadigd zal worden. Deze honger is niet die van een heil- begeerige, geen honger naar God en Christus. Die is heerlijk, een werk van den Heiligen Geest. Maar de honger, waarvan in onzen tekst gehandeld wordt, is een rampzalige honger, waarvoor geen bevrediging is. Om te verstaan, wat hier bedoeld wordt, moeten wij eens nagaan, hoe danig de toestand des volks was. Israël, dat zich losgescheurd had van Juda, was steeds dieper gezonken en had de ongerechtigheid vermenigvuldigd. De Heere zond wel zijn profeten om te vermanen en te waarschuwen, zoo een Amos, maar er was geen opmerken, geen bekeering. De profeten werden bespot en verjaagdmen verhardde zich tegen Gods Woord en schonk geen geloof aan Zijn bedreiging. Ofschoon de Heere zijn oordeel aankondigt, sloeg Israël er geen acht ophet gevoelde geen schuld, maar ging in zijn zonden voort en keerde zich in bittere vijand schap tegen de profeten, die Gods Woord brachten. En nu zegt de Heereer zal een tijd komen, dat gij naar de profeten zult vragen, maar geen profeet tot u zal komeneen tijd, dat gij hongeren zult naar het Woord des Heeren, het welk licht geeft in de duisternis, maar dat God zwijgen zal. 't Zal u zoo bang worden, dat gij vurig zult verlangen naar een enkel woord van troost in uw ellende. Maar 'tzal tevergeefs zijn. Gij zult zwerven van zee tot zee, van het noorden tot het oosten, gij zult naar alle kanten uitzien, overal omloo pen om het Woord des Heeren te zoe ken, maar gij zult het niet vinden. God zal u niet antwoorden, er zal geen woord van Hem tot u komen, hetwelk u licht en hulp zal kunnen schenken. Dat is een vreeselijke honger en dorst. Geen honger naar brood, geen dorst naar water. Ware dat maar zoo. Dan zou er verzadiging en lafenis zijn. Maar 't is een honger naar een woord van God, terwijl Hij zwijgt. Een honger zon der verwachting van verzadigd te wor den een zoeken zonder te vinden. God zal zich verborgen houden. Hij zal zich niet ontfermen. Volgens onzen tekst, waren die dagen voor Israël zeer nabij. „Ziet de dagen komen" zoo zegt de Heere. Zij zijn reeds in aantoch', het oordeel is nabij, Israël is rijp voor het gericht. Hosea en Amos zijn de laatste profeten die Israël gewaarschuwd hebben. En waar ook aan dezen geen gehoor wordt ge geven, is de ondergang onafwendbaar. Wij denken hier aan de wegvoering des volks naar Assyrië, waar geen pro feten waren om het volk te bemoedigen, nu de stem van een vertroostend God niet werd vernomen, toen het tot Hem zuchtte. Wij denken hier aan de Joden na de verwoesting van Jeruzalem. Hun ge schiedenis is een geschiedenis van bloed en tranen. Welk een lijden hebben zij in de eeuwen die achter ons liggen moeten ondergaan. Hoe zijn ze verjaagd: vervolgd, vertrapt, uitgebannen, gedood. Hebben zij eenmaal het bloed van Christus over zich en hunne kinderen ingeroepen, God heeft 't aan hen be zocht op verschrikkelijke wijze. En nog gaan ze voort den Christus te verwer pen. Nog ligt er een deksel op hun oogen. Nog is er een stem des geweens, die tot God opgaat. Er is een honger naar een woord, dat uitkomst geeft een uitzien naar den hemel of Messias niet komt ter verlossing. Maar er komt geen antwoordde hemel opent zich nietgeen stem die vertroostgij hebt genoeg geleden, de ure der bevrijding is nabij. Wordt vervolgd). 'k Had een stukje uit de krant geknipt en toen Piet bij me kwam, zei ik «Hier, Piet, lees dit es.« Piet grabbelde z'n bril uit een van z'n jas zakken en las het volgende »Wat een geroezemoes van stemmen daar in de verte, 't Lijkt wel of het geluid na» derbij komt Even in de spion kijken. Wat een menschen 1 Een optocht, geloof ik. Ja, ik zie vlaggen en doeken met opschriften. Wat lees ik daarHonger Armoede Rijkspersoneel. Weg met (stil dan doek ik kan 't niet lezen zoo) Overheidsdienst Onderwijzers Ambtenaren. Wat een ordelooze troep, 't Is geen geregelde op» tocht. Wat moet dat beteekenen Waar moet die massa heen Ze nadert m'n huis. De voorsten blijven stilstaan. Kijk wat een ver» woede gezichten. O, zie die vrouwWat een furie 1 Ze balt de vuisten naar mijn venster. Zou ze mij zien? Neen, dat kan niet. Hoor ze razen entieren! En vloeken! En vloeken 1 Och, Heer, vergeef het hun en doe ze vergeten wat ik voor hen deed. Hoor, ze roepen mijn naam. Eruit! Eruit! Haal hem er uitO, mijn GodSta mij bij in deze oogenblikken. Wend dat gespuis van mij, Uw trouwe dienaar, af. Ben ik niet altijd, m'n heele leven door, m'n ka» zerneleven, m'n olieleven, m'n staatsleven, Uw trouwe dienaar en volgeling geweest? Heb ik niet altijd verkondigd Uw woord, niet altijd gehandeld naar Uw daden? O, mijn God, nog nimmer hebt U mij veria» ten, laat ook thans Uw goedertierenheid over mij hoeden en Uw gramschap over dat tuig toornen. Wend dit onheil van mij Rinkeldekink, daar gaat een ruit Nog een! Hoor ze te keer gaan! Hoe ze joelen en juichenZe rammeien de deur. Weer een ruit. Het angstzweet breekt me uit. Krakkrakde deur bezwijkt. Hoor, ze stormen binnen Waar is tie? Haal hem er uitO, hoe ze alles vertrappen en vernie» len. Hoor! HoorWat te doen Vluchten Te laat. Zal ik op ze schieten Waar is m'n revolver? O, Heere, waar blijft gij? Ben ik dan Uw zoon niet meer? O, daar zijn ze reeds in de gang. M'n kamerdeur wordt opengesmakt. Ik richt m'n revolver. Sta of ik Te laat. Reeds heeft een der onver laten mijn arm neergeslagen. Een ander grijpt me bij de keelHij worgt me O, God, ik sterf Zoo zal de laatste droom van Colijn moeten zijn® »Wat een grof, vuil ding is datriep hij uit, toen hij het gelezen had »waar haal je dat vandaan «Dat raadt je nooit, Piet »Zeker uit die vuile krant van Wijnkoop »Mis Piet.« »Is het van den oproerigen »krabbelazr« uit »Het Volk«, waarvan je me weieens verteld hebt »Ook niet. Je raadt het niet, Piet, daarom zal ik 'I je maar zeggen, 't Is van een «open» baar onderwijzer«, die het geschreven heeft in »De Schoolbode®, het maandblad van de afd. 's=Gravenhage van den Bond van Neder» landsche Onderwijzers »Heeft een schoolmeester dat geschreven »Ja, een schoolmeester, die de kinderen van ons volk heeft op te voeden in »alle maat» schappelijke en christelijke deugden«, zooals onze brave vaderen uit de vorige eeuw dat beliefden te noemen.® »Maar mag dat dan zoo maar, zulke godde» looze taal 't Is opruierij tegen een minister der Kroon, en dan op zulke onbeschofte, ge' meene, platte manier «Ja, Piet, dat mag in ons vrij Holland, we hebben hier «vrijheid van drukpers® moet je weten. We hebben hier nog geen bolsjewis» ten»paradijs »'t ls een schande, ze moesten zoo n vent »Ho Piet, draaf niet door, je wil te veel zeggen. Weet je wie ik erg beklaag »Nou «De arme kindertjes, die aan zulk een «op» voeding® worden toevertrouwd. De kinder» zieltjes worden al zoo vroeg vergiftigd. Want iemand, die zóó z'n haat uitspuwt in 't pu» bliek, kan in de school geen liefde kweeken in het kinderhart. Een zóó troebele bron geeft geen helder waterEn nou is het treurigste nog, dat er onder die roode schoolmeesters dergelijke onsmakelijke en onfatsoenlijke in» dividuen niet met eenheden, maar met tien» tallen te vinden zijn. Menschen, die het blaadje waaruit dit stukje geknipt is, geregeld lezen, moeten (wat beklaag ik die stakkers) zeggen dat dit orgaan alleronsmakelijkst geredigeerd wordt en dat het dikwijls niet uitkomt boven het niveau der platte kermistaal. Wie geregeld «de Schoolbode« leest, ervaart tot z'n groote teleurstelling, dat de roode schoolmeesters het a»b»c van politiek fatsoen en netheid niet ken» nen. En dat zijn dan «intellectueelen«, die pretendeeren, bekwaam zijn de jeugd op te voeden »En dan zulke Godlasterlijke taal te gebrui» ken, 't is schande® zei Piet. «Ja, kameraad, dat men in roode kringen zulke wapenen moet gebruiken, geeft geen hooge dunk van eigen kracht en van het goed recht van eigen zaak. Onze Colijn deert het echter niet. Die gaat door goed gerucht en kwaad- gerucht z'n gang en doet wat z'n hooge plicht hem voorschrijft, in 't belang van land en volk, in alle standen. En dat onze leider met zulke wapens bestookt wordt, is voor ons het bewijs dat hij op den goeden weg is. 'k Denk maar aan onzen Kuyper.« «Je begint weer over de politieklachte Piet en stak waarschuwend z'n vinger op. «Ja, kerel, dat is waar®, gaf ik toe, «laten we daar nou maar es over zwijgen, over de politiek zal dezen winter nog genoeg te zeg» gen zijn Piet stond op. Ik nam het bewuste kranten» knipseltje, scheurde het aan stukjes en depo» neerde het in m'n papiermand. Je vriend PLAATDORP. De Copie van Ingezonden Stukken die niet g«» plaatst zijn wordt niet teruggegeven. Buit* verantwoordelijkheid van Redacftten Uitgeval Mijnheer de Redacteur, Verschillende mijner vrienden, die er kennis van droegen, dat ik in de groote vacantie naar Saksen zou gaan, hebben mij de vraag gedaan of het nu nog zoo treurig daar gfesteld was. Die belangstelling bracht mij op de gedachte om een antwoord op boven gestelde vraag in ruimer kring dan de huiselijke u te geven en daarvoor heb ik Uw veelgelezen blad noodig. Gaarne, mijnheer de Redacteur, dus eenige plaatsruimte, waarvoor bij voorbaat mijn har» telijken dank. Vriendelijke lezer en lezeres, Wil mij volgen naar de Hollandsche keuken te Dresden, waar wij, dat zijn Ds. Janssen van den Haag en ondergeteekende, Woensdag 13 Augustus om half twaalf aankwamen, nadat we Dinsdag 12 Augustus in Leipzig een en ander in oogenschouw hadden genomen. In de Ammonstrasze 6 te Dresden staat een groot gebouw, het vereenigingsgebouw derChriste» lijke Jongemannen. Het heeft 4 verdiepingen, waarvan er twee gebruikt worden voor de vergaderingen, bibliotheek enz. enz. en twee als hotel, met in de 60 kamers. Een Christe» lijk Hospiz (=tehuis) is het. Dadelijk bij het binnentreden ziet ge dat. De trappen en gan» gen zijn verfraaid met kernachtige spreuken, bijbelteksten geschilderd op de muren. Op uw kamer vindt ge een bijbel. «9 ccftt per regel. Blijf daarmee toch niet loopen. Akker's Kioosterbalsem zal Uw pijn onmiddellijk tot bedaren brengen, U snel behaaglijke verlichting, kalmte en rust bezorgen. verdrijft de pi f; 's Morgens om half acht houdt de Direc» teur met en voor het personeel een korte huiselijke godsdienstoefening waarbij de logeer» gasten natuurlijk van harte welkom zijn. Bij monde van den Directeur wordt Gode dank gebracht voor de bewaring in den afgeloopen nacht en een zegen gevraagd voor het te le» zen woord. Ieder der aanwezigen leest op de rij af een vers totdat een of twee hoofdstuk» ken voleindigd zijn, waarna de directeur een korte toelichting geeft, en, na 't zingen van een lied, voorgaat in gebed. In Leipzig beluis» terden we een bijzonder schoone «Andacht®. Nu heeft in een der groote vereenigings» lokalen het werk der barmhartigheid plaats. Tusschen half twaalf en twee uur is de spijs» uitdeeling. De van alles beroofden treden met hun kaart (toegangsbewijs) de zaal binnen, nemen plaats en ontvangen met innigen dank hun bordje soep, dat dien dag gevolgd werd door een bordje macaroni. De directeur, dhr. Schwarz, die van onze komst niets af wist, omdat er geen gelegen» heid tot huldebetoon gegeven kon worden, stelde ons aan verschillende bezoekers voor. Bij 't vernemen van de tijding, dat een groote som gelds op ons eiland was verzameld, zoo» dat er nog voor langen tijd voedsel zou zijn, welde in veler oog een traan en werd met bevende stem dank gebracht. Waar ligt Goe» ree en Overflakkee, zoo vroeg mij onder meer een kunstschilder. En menigeen heb ik het moeten wijzen in mijn spoorboekje. Ik breng, milde gever op Elakkee, dien dank bij dezen U over. En waart ge daar allen tegenwoordig geweest, ge hadt wederom voor hetzelfde be» drag geteekend. Aangrijpende ellende heb ik aanschouwd en aangehoord. We voelden ons één met die stakkers en aten met hen, hetzelfde voedsel en dezelfde hoeveelheid. Toen stonden de bedrukte gezichten even vroolijk, vroolijk uit dankbaarheid. Ik zat naast de weduwe van een professor, naar schatting een 45 jaar. Haar geheele fa» milie was in een paar jaar tijds overleden. Ze stond moederziel alleen, zonder eenig mid» del van bestaan op de wereld en had door ondervoeding een zwaar maaglijden gekregen Niets dan soep kon die maag verdragen. Ze mocht 's avond nog een bordje soep in het Hospiz komen halen. Daar ging ze, weer naar haar kamertje waar ze de laatste winter geen kachel had kunnen branden, waar ze overdag met haar mantel aan steeds liep en zat, waar ze tegen de schemering maar naar bed ging wijl ze het electrisch licht niet kon betalen en ze door en door koud was. Weg ging ze, van de plaats der barmhartigheid naar het terrein der ellende, waarvan het einde nog niet te zien was. Veel ging er in ons hart om en vooral de vraag: Heeie,'wat onderscheidt ons, Hollan» ders, dat Gij zulke wegen met ons volk nog niet hebt gehouden Daarna werden wij voorgesteld aan iemand van adel, eertijds een rijk en zeer gezien man, die voor de christelijken steeds huis en beurs geopend had. Op zijn gouden bruiloftsfeest was er onder de massa gelukwenschen een fe» licitatie ontvangen van Koningin Emma, wijl zijn vrouw, thans overleden in WaIdeck»Pyr» mout een vriendin geweest was van Hare Majesteit. En nu totaal geruïneerd, alles kwijt, 77 jaar dus te oud om te werken. Ook hij dagelijks in de Hollandsche keuken. En zoo waren de mededeelingen van den directeur een droeve inéénschakeling van hartverscheu» rend leed. Twee dames op leeftijd kwamen voor haar 90=jarige moeder de soep halen in een pan» netje. Ze hadden een hotel in vollen eigen» dom gehad en sleten thans op een bovenka» mer haar dagen in de grootste kommer. Om één uur kwam een jeugdige weduwe binnenstappen, de vrouw van een dokter, moe» der van een «ruim 2-jarig jongetje. Wat een lijden in dat oogWat een tenger figuurtje, hoe in»zwak Haar levensgeschiedenis bewaar ik om de groote merkwaardigheid, voor een volgende schets. Ik heb de vaste overtuiging dat in den samenloop van omstandigheden waar» door ik haar in de avond van dien dag we» derom ontmoette, en van haar Mara»weg hoor» de, de zorgende hand des Heeren is op te merken, Die den wees en de weduwe staande houdt. Sommelsdijk P. DE ZEEUW »LOTUS«. Van de bekende Ant. Jurgens' Margarine» fabrieken te Nijmegen ontvingen wij een pre» sentexempl. van het eerste nummer «Lotus®, tijdschrift voor de jeugd, hetwelk genoemde firma voor de geregelde verbruikers van «Lo» tus«=margarine geheel gratis beschikbaar stelt. Wij herinneren ons nog de bekende «Kees de Solist« van een tiental jaren terug, een tijdschrift door dezelfde firma uitgegeven, waar» mede echter door den oorlog een einde gemaakt moest worden, de jeugd ten spijtHet zal daarom voor onze kinderen een welkome tij» ding zijn dat thans »Lotus«. verschijnt. Te oordeelen naar dit eerste nummer, zal het tijdschrift goed in de smaak vallen. Naast 16 pagina's aardig geïllustreerde kinderlectuur, belooft de firma regelmatig wedstrijden voor kinderen met vele en waardevolle prijzen te geven. »Lotus* zal om de 14 dagen verschijnen. In de «inleiding der Lotus»praatjes« treedt de nieuwe »Kees« op en vertelt z'n vriendjes en vriendinnetjes een en ander, waaruit diverse bizonderheden omtrent het verschijnen van »Lotus« blijken. Het volgende is er aan ontleend Ja, Kees is er weer! De Kees van toen is een man geworden, maar de nieuwe Kees is ook een echte Hol» landsche jongen, evenals hij was en hij zal jullieevenals vroeger een vriend en makker zijn. Hij zal jullie weer zijn avonturen laten mee» leven, hij zal belang stellen in alles wat jullie betreft, 't zal weer worden als vroeger. En wat zullen jullie te doen hebben om 't tijdstip geregeld te ontvangen? Luistert maar eens In plaats van zooals vroeger, bij de Solo «de Solist® werd uitgegeven, wordt thans bij Lotus"- margarine het tijdschrift voor de jeugd »Lotus« verstrekt. Wat de »Lotus«»margarine is zal de reclame jullie wel vertellen en verder zullen de heer» lijke smaak en de goede hoedanigheden op de boterham en bij het bakken en braden in de keuken, je moeder heel spoedig aanleiding geven vanaf heden geregeld «Lofus«»margarine te gaan gebruiken. Vraagt dus aan je lieve moeder, of ze voortaan bij haren kruidenier uitsluitend «Lo/us«»margarine koopt. Blijft moeder trouw aan het gebruik van »Lotus«, dan heb je tevens de zekerheid, dat je geregeld en gratis bij den kruidenier een abonnement op het tijdschrift voor de jeugd »Lofus« kunt krijgen, aangezien alleen aan de verbruikers van »Lotus<«margarine het tijd» schrift »Lotus«- wordt verstrekt. Bovendien geloof ik, dat zich voorloopig in de pakjes »Lotus« voor jullie een verrassing bevindt. Je zult dit wel bij het openmaken van de pakjes »Lolus« ontdekken. Ik heb althans van zoo'n verrassing iets gehoord en ben zoo ondeugend het maar vast eens te verklappen. Zorgt dus dat jullie je moeder ook op de verrassing attent maakt en vraag haar voortaan geregeld Lotus* in het huishouden te gebruiken. Beste jongens en meisjes, je ziet dus wat je er slechts voor te doen hebt, om iedere 14 dagen een tijdschrift van 16 pagina's inhoud met mooie plaatjes en verhalen te bekomen, terwijl je dan mee kunt doen aan allerlei nut» tige en mooie wedstrijden, en aan een raadsel» rubriek, waaraan fraaie prijzen verbonden zijn, je zult briefwisseling kunnen houden met Kees, als je daar lust in hebt, in één woord je zult

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1924 | | pagina 1