voor de Zuidhollandsche en Zee
jnden.
Antirevolutionair
an
No. 3051
WOENSDAG 17 SEPTEMBER 1924
39ste JAARGANG
tl OTTUT Tl
H
ia
Gemeenteraad.
sa
tijdstip v;
liet navo
Ieder l
te levere
Groot
termijn
dering c
V Zending in de Oost.
22 Sent. hunne 25siarige A
22 Sept. hunne 25sjarige
Schtvereeniging te gedenken.
Hunne dankbare Kinderen.
■ommelsdijk, 17 Sept. 1924.
3sc ■TT-xT
Heden overleed, tot mijn groote
Iroefheid, na een langdurig en
martelijk lijden, na voorzien te
ijn van de H.H. Sacramenten
IN HOG SIGNO YINCEgScn'"ö»ndde,:,
an Gods H. Wil mijn innig ge*
iefde echtgenoote, Mej.
PETRONELLfl ADRIAHA BUIJS
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent hij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
W. BOEKHOVEN ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
"5007 geb. JACOBS
L f^NSTAAN^AGEft en ÜÏEn
vóór 28 Sd
3 oc
io
17
20
31
7 lil
BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
aAWiMIGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers
Zonde en Genade.
Die strijd gaat altijd door
Tusschen Godsrijk en zondemacht.
En niet zelden zien we, evengoed als de
zonde den boozen kop opsteekt juist bij doors
werking van overvloedige genade, dat ook
als de zonde meer dan gewoon triomfeert, de
genade daar op. krachtiger wijze dan anders
tegenin werkt.
We werden getroffen door 't geen we over
Rusland lazen.
In de Heraut van deze week 'n klein be»
richt van den predikant J. Kroeker, voorzitter
der Duitsche afdeeling tot verbreiding van
het Evangelie onder de volkeren van het
Oosten. Het luidt aldus
«Broeder P. uit St. Petersburg heeft ons
vele belangrijke dingen uit Rusland mede*
gedeeld. Wanneer een arbeider in het Konink*
rijk Gods eenige weken naar de een of andere
streek gezonden wordt komt het meermalen
voor, dat hij niet meer terugkomt. De eene
opwekking wordt aanleiding tot de andere
de stroom wordt sieeds grooter, bereikt
steeds meer plaatsen en ten slotte verklaart
de broeder die uitgezonden werdik kan
niet terugkomen. Ik word letterlijk door het
ontwakend leven vastgehouden.
De honger en dorst naar het woord is
zoo groot, dat ik onmogelijk de arbeid kan
laten varen. In menige plaats hebben de
vergaderingen tot in den morgenstond ges
duurd. De zoekenden laten den Evangelist
niet los, maar smeeken met tranen, hun
nog meer uit het Woord Gods mede te
deelen.«
Natuurlijk geldt dit maar voor 'n kleine
streek van 't onmetelijke Rusland. Maar is 't
niet, om er voor menige streek uit ons eigen
land, waar men meest alleszins rijk en verrijkt
te zijn, jaloersch op te zijn?
Eén uit vele.
Rudolph Virchow was in zijn tijd een der
Koningen in het Rijk der Geneeskunde. Hoogs
ieeraar te Berlijn van een wereldsreputatie,
Lid van het Pruisische Huis van Afgevaardigs
den en van den Rijksdag ook in 't politieke
leven man van invloed, eereburger van
Berlijn
Thans, hij is gelukkiglang dood, thans
heeft zijn vijftigjarige dochter een bedelbrief
naar den Raad van Berlijn gestuurd, dat ze
omkwam van den honger.
Alles heeft ze verloren.
Al wat haar vader haar nagelaten had,
verzwonden in den grooten zinkput der inflas
tieniets van overgebleven. Lang hield ze
zich nog boven water door 't verhuren van
kamers, maar nu kan ze niet meer.
De Raad zal nu de dochter van zijn eeres
burger voor den dood bewaren met een pens
sioen van 225 mark per maand.
't Is één voorbeeld uit vele.
Dat brengt de »inflatie« over een volk.
Nu door de aanvrage der Zending in onze
Oost, om op 't eiland Bali te worden toeges
laten, de aandacht ook buiten onze kringen
weer op den zendingsarbeid gevestigd werd,
willen we hier ook een andere stem laten
hooren.
't Geldt de Mentaweiseilanden.
Men vindt ze bij Sumatra's Westkust.
Zeker heer Tillema reist daar in die streken
rond en schrijft er dan brieven over in de
SumatrasPost.
Hij vertelt van zijn bezoek aan genoemde
eilanden o.m.
«De bevolking heeft veel te lijden van
framboesia. Bij bezoek aan andere kams
pongs zag ik tal van lijders in piauwtjes
of gedragen door familieleden, den dokter,
die aan boord was, opzoeken, om te wors
den ingespoten. De zendeling bood daarbij
zeer gewaardeerde hulp. Hij had door zijn
veeljarig verblijf ter plaate het vertrouwen
der bevolking gewonnen en wist de mens
schen over te halen, zich te doen behans
delen. Nu men eenmaal met het wonders
doende middel bekend is, gaat de behans
deling vlot. De zending is voor die onbes
kende oorden van groote beteekenis. Ze
heeft den weg voor het bestuur geëffend
en is nu der bevolking van grooten zegen.
Algemeene waardeering ondervindt ze, jams
mer genoeg, niet op haar weg«.
Neen, dat weten we hier ook.
Deze reiziger heeft echter, en met hem vele
anderen een nuchterder kijk op de heidenen
met hun prachtgodsdienst en acht den arbeid
der zendelingen van groote beteekenis.
Gelukkig dat die ook ver buiten onze krins
gen, door Gods goedheid, steeds meer met
een welwillend oog wordt aangezien. Wie
weet, of de tijd nog niet eens komt, dat de
christenskerken van Insulinde wat er in Europa
van 't Christendom overgebleven is, in de
schaduw stellen.
Dat moet er veel gebeuren, zegt ge.
Jawel, maar onze God kan ook groote
dingen doen.
V' Busskwaad.
De flinke, echte »bus«shouders komen tes
recht op tegen de beunhazerij der »snorders,
die er bus, passagiers en zichzelf maar aan
wagen 1 Zélf vragen zij om strenge, wettelijke
keur.
Inzake het ongeval bij Heino, zegt hun
orgaan
De serieuze ondernemer stelt geen half afs
gewerkten wagen in dienst, vraagt een alless
zins bekwaam chaffeur, zorgt er voor, dat er
onderweg geen benzinestekort kan ontstaan
en duldt geen lucifers of ïookgerei bij den
motor.
Ze hebben o.i. groot gelijk.
Het mag slechts nog een kwestie zijn van
zeer korten tijd, of er moeten strenge bepa*
lingen zijn, waaraan onverbiddelijk de hand
gehouden wordt, die de »eerlijke« bus tegen
al wat uitwas heeten moet, beschermt.
V Git het Leven.
Hij moet om en bij de twintig zijn.
Maar hij heeft praats voor veertig.
Hij is in dienst der gemeente Amsterdam,
die dus zijn »broodheer« of »brooddame« is,
net naar men 't nemen wil. Wat hij precies
uitvoert, weet ik niethij zal wel ergens op
'n kantoor op een kruk zitten en adressen
schrijven, of kwitanties, welk gewichtig werk
maar niet zoo den eersten den besten wordt
toevertrouwd.
Maar hij is gansch zéér rood.
Wie goed rood is, beschouwt den eersten
Mei als zijn heiligendag, op denwelken hij
geen werk doet, maar het Feest»der*Toekomst
houdt.
Alzoo deed ook deze jonkman.
Hij schreef dien dag geen kwitanties noch
adressen, maar rookte vele sigaretten, loofde
Marx en zong de internationale.
Dit alles deed hij, zónder verlof.
V èl is zijn b r o o d d a m e, de gemeente
Amsterdam, de inschikkelijkheid zelf en krijgt
e 1 k, die het vraagt den eersten Mei 'n dag
vacantie, maar h ij vertikte het eenvoudig om
het te vragen, want, ziet ge! hij erkende
feitelijk geen gezagen de gemeente was goed
genoeg om er van te eten, vulgo: te»vreten«.
maar overigens kon ze»stikken«
waar men mee omgaat wordt men mee bes
smet en ik verval onwillekeurig in het j a rs
g o n uit dien hoek.
Hij vroeg in elk geval géén verlof.
En kwam één Mei niet op kantoor.
Natuurlijk liepsie tegen de lamp.
Want al behandelt de gemeente Amsterdam
haar roode ambtenaren met zachtheid en al
spaart zij gaarne roode vogels, er is aan alles
een grens en als elk zónder vragen op zijn
eigen heiligendag maar wegblijft, dan wordt
het een keet.
Zoo moest »hij« zich verantwoorden.
Tenslotte zelfs voor den wethouder.
Dat moet reusachtig geweest zijnVolgens
diens getuigenis toch verklaarde de jongeling
dat hij stónd en viél met en voor zijn begin*
sel en datsie 'r net als de eersten christenen
den dóód voor wou trotseeren.
»Dat ben je niet waarddacht de wets
houder.
Stel je vóór, zoo'n stelletje magere botten
voor de wilde beesten, ze lusten 'm niet
eens en hij gaf 'm voor straf veertien
dagen verlof om es over z'n eersten Mei na
te denken zonder behoud van tractement.
En waarlijkde esse*ènsneus heeft nog de
brutaliteit gehad om zich over zoo'n behans
deling bij den Raad te beklagen, die hem, ge*
lukkigmet overgroote meerderheid praten
liet en 'm een rooden zakdoek gaf om den
neus, dien hij haalde, te vegen.
Maar de Overheid heeft rare kostgangers
in haar diensthuis, dat is waar.
V Gereformeerd" Schoolverband.
In dit maandblad verscheen een uitvoerig
verslag van de algemeene vergadering op 28
Mei en we zouden zoo gaarne willen, dat
alle gereformeerde onderwijzers en schoolbe*
sturen, die nog van verre staan, dit zochten
te verkrijgen en te lezen.
Voor 15 ct. is 't verkrijgbaar bij den heer
J. v. d. Waals, te Nijkerk.
Indien ooit, dan kar. men opmerken hoe
deze vereeniging een eigen geluid geeft. Wat
was dat 28 Mei niet een vergadering waar
men »k!okspijs« kreeg
Het is toch zoo eigenaardig
Is soms de impuls van het gereformeerde
leven ingezonken, sinds de «groote voortrek*
kers« wegvielen
Soms vreezen we het wel eens.
Men bekommert zich over vele dingen
over kunst, litteratuur, tooneel, pro en contra,
enz. enz. Wat alles ligt op 't terrein van der
buitencirkel, dien der Gemeene Gratie.
Maar of iets gereformeerd is, trekt weinig
aandacht meer.
Hoe de School, 't onderwijs en de onder
wijzer moet zijn, zullen de kinders werkelijk
naar den eisch der Gereformeerde beginselen
worden onderwezenja gelukkig, bij
intuïtie voelen velen nog hoe 't moet, maar
dat dit voor onze scholen in engeren zin
een levensvraag is, wordt*, nog veel te weinig
beseft.
V y'Verhoofd/i
De »Bond« is dan nu »verhóófd
De Bond van Nederlandersche Onderswij*
zers»DE« Bond, voorheen van Ketelaar,
thans van Ossendorp, na eindelooze strub*
belingen is nu eindelijk dan bij referendum
met meerderheid van stemmen bepaald, dat
ook hoofden in den Bond worden toe*
gelaten.
Och, het kan nu geen kwaad meer.
De »Bond« heeft net zoolang tegen de
hoofden gefulmineerd en tegen de «kamertjes*
zonden« der »machts*wellustelingen« gesput*
terd, dat alle geur en fleur van 't hoofdschap
af iswie »hoofd« wordt, doet het om de
»marge«, kunnen we van twee derden der
openbare*schoolhoofden wel zeggen en voelt
zich de marionet*president in de onderwijzers*
republiek.
Zóó een kan geen kwaad meer doen.
Laat 'm n u maar in den »Bond«
Wij hebben geen schip.
In China woedt burgerkrijg.
In slepetfden zin, altoos door.
Maar nu is 't plotseling accuut geworden
en zelfs de groote havenstad Shanghai, van
internationale beteekenis, een wereldhandels*
stad, in Oost en West bekend, loopt gevaar.
't Wemelt daar van vreemdelingen.
Engelschen, Amerikanen enz. 't meest.
Maar óók een paar honderd Nederlanders.
Nu zonden alle mogendheden, die belangen
over*zéé hebben, een of meer oorlogsschepen
naar Shanghai, om 'n oogje in 't zeil te hou*
den en zoo noodig hun landgenooten bij te
springen of aan boord te nemen.
Japan, evengoed als Engeland.
Alleen Nederland zond niets.
Wij zitten zoo dunnetjes in onze oorlogs*
schepen, 't kan niet.
Daar zitten onze landgenooten nu.
Alle vlaggen zien ze wapperen, maar 't
roodswitsblauw zien ze niet.
't Eenige, wat wij kunnen doen, zal zijn
Engeland te vragen, als 't nood doet tegelijk
ook voor óns volk te zorgen. Misschien is
er iets beterWe hebben in ons land vele
ontwapenings apostelen, die kloeke redenen
houden als we die eens aannamen
voor billijke vergoeding en ze per vliegtuig
naar China zonden
Misschien hadden ze reuze*succes
China aan hunne voeten
En van Nederland begon de victorie.
Uit de Oude Doos.
't Heeft zich later één keer of geen keer
herhaald, maar in de vijftiger jaren der vorige
eeuw, heeft zich 't geval voorgedaan, dat men
er drie achtereenvolgende jaren ter stembus
toog: in 1852, 53 en '54.
In '52 was het de gewone tweejaarlijksche
verkiezing.
In '53 had men de Kamerontbinding, die
gevolg was van de Aprilbeweging en 't af*
treden van Thorbecke en daar deze in Mei
viel telde Mei*September weer voor een zit*
tingsjaar ea kreeg men dus in '54 de gewone
tweejaarlijksche stembus weer, waarbij de helft
der Kamer aftrad.
Aan alle drie de verkiezingen nam ook de
antirevolutionaire partij deel, met nogal on*
gelijken uitslag en in alle drie was ook haar
leider gemengd en 't loont de moeite, om eens
na te gaan, op wat wijze men hem bestreed.
Men zal zien, dat ook hier niets nieuws was
onder de zon.
Wie behoorde tot de »secte, die overal te*
gengesproken wordt« en daarvoor uitkwam
ook op 't erf der politiek, moest den smaad
van Christus dragen en wat ze den Meester
hadden aangedaan, ook de discipel zou er
niet vrij van blijven.
Maar ook de haat der menschen wordt hier
openbaar
In het jaar 1852 was 't vooral het vrijwel
oppermachtige liberalisme, dat zich in volle
felheid op Groen wierp.
't Jaar '48 had het de zege gebracht.
Het ministerie Thorbecke had in elk geval
véél werk geleverd en de liberale grondge*
dachten in menige landswet ingedragen en uit*
gewerkt, maar juist daardoor was Groen, al
stond hij dan haast alléén, de groote opposant
geweest, die altijd weer onvermoeid, met on*
loochenbare zeggenskracht en zwaar gewapend
met argumenten de Christelijke grondslagen
van ons volksleven« verdedigde, vier jaren lang.
Dien mond tot zwijgen brengen in het
Parlement
Dat was het hoofddoel der liberale partij
en pers.
Groen zat in die dagen voor Zwolle,
't Was dus geen wonder, dat speciaal de
Overijselsche liberale pers zich met hem bezig*
hield en wat het blad »De Overijsel® aandorst,
blijke uit het volgende, dat de tegenpartij af*
drukken liet éven voor de verkiezingen van
'52, toen behoorlijke tegenspraak, ook van*
wege de nog zoo gebrekkige gemeenschaps*
middelen niet meer mogelijk was.
Och, we kénnen datwij zijn dat vele ja*
ren lang gewend geweest
't Is in den Kuyper*tijd van 't zelfde laken
'n pak geweest.
Na '68 kon geen stembus voorbijgaan, of
in schier elk district éven voor den stem*
dag, als tegenspraak weinig nut meer hebben
kon, dan kwam de witte das uit 't laadje en
nam al wat liberaal was, met 'n traan in het
oog en met roerende vroomheid het op voor
de fel belaagde «Kerk der Vaderen, die met
Kuyper's victorie in den afgrond storten zou
Dan kwam »het« strooibiljet, waarvan we
vooraf al grimmig tot malkanderen zeiden
Is het er nog niet? ouderen herinneren zich
nog wel van den historischen hond, die tot
zijn eigen uitbraaksel wederkeert, en van het
even vermaarde zwijn, dat terugkeerde tot de
wenteling in het slijk.
Nu dergelijke «kunstjes® waren reeds in'52
bekend.
Gewijzigd slechts naar de behoeften van
dien tijd.
En zoo verscheen dan in «De Overijsel" het
volgende
«Indien de heer Groen nergens weer ter
Kamer werd afgevaardigd, dan zou men zulks
te beschouwen hebben als een merkwaardige
nationale demonstratie tegen het woelen eener
partij, die zoo zij onverhoopt eenmaal aan
het roer mocht komen, wellicht met de beste
bedoelingen aan het land de schromelijkste
onheilen kon berokkenen. Wat men van
haar te wachten zou hebben, kan onder
anderen afgeleid worden uit het volgende,
misschien aan weinigen bekende feit.
«Kort na de Belgische omwenteling van
1830 werd op aandrang der orthodoxe
partij en op voorstel der Hervormde Eeré*
dienst door Willem I een besluit geteekend,
waarbij kerkelijke rechtbanken ingesteld wer*
den, met de bevoegdheid, om alle protestanten
die van onzedelijken levenswandel of van
verzuim hunner kerkelijke plichten mochten
beschuldigd worden, ter verantwoording te
roepen en desnoods met gevangenis of met
geldboete te straffen. Den anders zoo ge*
haten minister van Maanen komt de eer toe
van, toen hetzelve ter kennisgeving aan het
departement van Justitie gezonden werd,
bij een rapport aan den Koning, diens on*
bevoegdheid, om eigenmachtig zulk een in*
quisatie in te voeren, onder het oog te bren*
gen. Het Besluit werd dus niet afgekondigd,
maar ligt nog steeds in het archief als ge*
denkteeken aan de heerschzucht der ortho*
xen die zich tegenwoordig antirevolutio*
nairen noemen
«Konde dit Besluit met de voordracht en
de bijlagen nog bekend gemaakt worden,
dit ware een nutte waarschuwing voor vele
kortzichtigen.«
Onnoodig te zeggen, welk een warrclnet van
leugens hier dienst moet doen, om argelooze
kiezers te vangen.
Of er ooit iets van dien aard is op schrift
gesteld en door wieof het ooit onder 's
Konings oogen is gebracht kunnen we laten
rustener is nooit eenig bewijs van bijge*
bracht en Groen, die wel weten kon wat er
aan 't Hof in die dagen was omgegaan, noemt
in zijn »Nederlander« van 1 Juni '54 waarin
hij het schandelijk stuk afdrukt, dit kortweg
een «lasterlijk verzinsel.
Maar het doet er tenslotte niet toe.
Noch Groen, noch eenig antirevolutionair
heeft ooit zulk een «protestantsche inquisitie»
verdedigd, ja er ook maar in woord of ge*
schrift over g e r e p 11
Ja, juist het tegendeel is waar.
Toen in later tijd een groep, die niets met
de antirevolutionaire partij had uit te staan,
ultra's met ziekelijk*gereformeerde en neo*
kohlbruggiaansche neigingen, die haar spreek*
buis vond in de «Keezen*blaadjes« van zeke*
ren heer Bernardi, meeningen voorstond, die
wel eenigszins in zulk een richting dreven en
zij ook Groen porden met hen mee te gaan,
riep deze vol verontwaardiging uit
«Ik ben opgegroeid in de School van Willem
van Oranje en niet in die van Filips II van
Spanje
Elke benauwing om des geloofs wille, 't zij
ze kwam van ultra*montaansche, 't zij van
protestantsche 't zij van liberale zijne, was hem
den kampvechter voor de «Afgescheidenen®,
toen niemand het voor hun recht opnam een
gruwel.
En dat wisten natuurlijk de tegenstanders
ook wel!
Maar 't was om den laster te doen.
In dien tijd, kan zoo iets gemakkelijk geloof
vinden onder het volk. Behoorde Groen niet
tot de «zeven Haagsche wijzen,als ze spot*
tend geheeten werden, die den ouden «fors
mulierendwang® in de Kerk herstellen wilden
en lag dat zoover van den Inquisitie in Pro*
testantschen vorm af?
De toeleg lukte nietGroen bleef Kamerlid.
Maar nóg venijniger was wat in 1854 ge*
schieden zou 1
Openbare Vergadering van den Raad
der Gemeente HELLEVOETSTUIS
op Vrijdag 12 September des 's avonds
7.30 ure.
De Voorzitter*Wethouder D. de Boo opent
de vergadering en brengt ter kennis dat de
Burgemeester wegens ernstige ziekte van zijn
broer verhinderd is ter vergadering aanwezig
te zijn.
Afwezig dhr. Kraan.
1. De notulen van de vorige vergadering
worden goedgekeurd.
2. Ingekomen Stukken.
a. Goedkeuring van Ged. St. inzake de
subsidie aan het noodslachtingbedrijf.
b. Procesverbaal der Kasopname van het
Waterleidingbedrijf f 10620,97.
c. Goedkeuring van Ged. St. wijziging Ge*
meentebegrooting, dienst 1924.
d. Van den Kêuringsdienst van Rotterdam
een overzicht van het eerste halfjaar, dienst
1924.
e. Burgemeester en Wethouders van Rotter*
dam bieden de rekening aan van de Keurings*
dienst over het dienstjaar 1923.
f' Van Mej. P. Cordia dat zij ontslag
neemt als lid van de Com. tot Wering van
Schoolverzuim.
Dhr. KROS heeft uit het verslag der Keu*
rings Rotterdam bemerkt dat vap de 65 mon*
sters melk, 10 zijn afgekeurd en slechts aan 2
melkslijters een waarschuwing is gezonden.
Spr. vindt 10 op de 65 veel te veel en vraagt
nu inlichtingen op welke wijze die personen
gestraft kunnen worden door de gemeente.
Dhr. v. DORSSER merkt op dat niet altijd
de melkslijter de oorzaak is, dikwijls ligt de
oorzaak bij het vee, dit kan men uiterlijk niet
zien, doch dit wordt door de Keuringsdienst
gepubliceerd, doch overigens kan de gemeente
hier weinig in doen.
Adres van den Jeugdbond voor Onthou*
ding om een jaarlijksche subsidie te mogen
ontvangen.
Id. van de Ned. Ver. tot Afschaffing van
Alcoholhoudende dranken.
Id. van de Directie van het District Ar*
beidsbeurs tot dekking van de onkosten voort*
vloeiende uit de arbeidsbemiddeling. Aange*
houden tot de begrooting.
Adres van dhr. Wielenga om schadeloos*
stelling uit de kas der gemeente voor het
ontijdig onder de wapens komen.
De VOORZ. wijst er op dat deze zaak
reeds in een vorige vergadering in handen
van B. en W. was gesteld. Nu heeft adressant
zich beroepen op de Raad, doch deze heeft
in Militiezaken geen recht om te handelen,
dit kan alleen de Burgemeester, deze heeft
het verzoek afgewezen, dientengevolge het
verzoek overbodig is.
Een schrijven van dhr. W. Kraan dat hij
ontslag neemt als lid van den Raad, daar de
vergaderingen altijd gehouden worden als hij
in dienst is.