voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
No. 3047
WOENSDAG 3 SEPTEMBER 1924
39STE JAARGANG
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers
God, Nederland en Oranje
Land* en Tuinbouw.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Een „drievoudig snoer", zeggen we.
In de taal der Heilige Schrift.
Merken we eerst op, wat hiermee
niet wordt bedoeldwelke beteekenis
er niet aan mag worden gehecht, zelfs
met de beste bedoelingen niet.
Déze niet, als zou Nederland een
pleksken gronds zijn beter dan andere
landen en ons volk waardiger dan an
dere volken en het Oranjehuis om zich
zelf door God meer geliefd dan eenig
ander vorstenhuis.
Dat is alles aardsche hoogmoed.
Zelfs al gaat men dan vromelijk ver
gelijkingen maken tusschen oud-Israel
en de historie van ons volk, om dat
te gaan noemen „het Israel des Nieu
wen Verbonds" of iets dergelijks,
het mag niethet is farizeeuwsche
'J|perlfverheffing, die groot gevaar loopt
v an dezelfde soort te worden als die
der Joden, toen zij zeiden „Wij zijn
Abrahams kinderen
Wil men dan per sé een vergelijking,
laten we dan letten op de woorden der
profeten onder de laatste koningen van
juda en Israelhoe zij hun volk we
zen op de groote voorrechten, boven
andere volken, die zij in natuurlijk,
maar vooral in geestelijk opzicht geno
ten hadden en op den grooten afval,
die dagelijks meer openbaar werd,
opdat wij ons als volk nog bijtijds
bekeeren van onze booze werken en
niet als het Israel van den ouden dag
Gods toorn over ons brengen.
In niets zijn wij beter dan anderen.
Noch als persoon, noch als natie.
En ook ons vorstenhuis, als het recht
staat voor God, zal het moeten betui
gen: Niet ons, o Heerehet is alleen
"uw goedertierenheid over ons, dat wij
niet zijn verdelgd.
Het is een feestdag, zegt iemand.
De naamdag van Nederland's konin
gin
Zeer wel, maar in onze kringen zal
toch zeker de toon der boetvaardigheid
niet zijn verstomd. Eerst bij gulle er
kentenis van eigen onwaardigheid, kan
de bazuin luide gestoken worden
„Zingt een psalm en geeft,
'frommels aan de reien
Koninginnedag is een dag der dank
baarheid.
Ach ik weet wel hoeveel jammer en
ellende er ook onder ons volk gevonden
wordt en die wegdoezelen wil ik niet.
Al treft ze ons niet persoonlijk, al hoo-
ren en lezen we er maar van, dan kan
het heimwee versterkt worden naar den
tijd als op de nieuwe aarde niet anders
dan volle, ongestoorde zaligheid zal
genoten worden.
Maar als we nu't aardrijk overzien;
Als onze arbeid of onze weetlust ons
van dag tot dag doet volgen de be
richten uit andere landen en we zoo
ook op de hoogte zijn, hoe daar de toe
stand is en wat leed daar gedragen
wordt, dan zouden we als volk snood
ondankbaar zijn, indien we niet een
vroolijk „Hallel" den Heere aanhieven
voor wat wij nog mogen genieten
voor het „stil en gerust" leven, dat we
door Zijn hand geleid onder de regeering
van koningin Wilhelmina genieten mo
gen.
Vele volken „schaften hun koning af".
Andere hebben koningen, wier extra-
.s*eeds onder stoom staat, wier
jacnt in de haven dag en nacht gereed
igt, om te kunnen ontkomen als piot-
vlucht een omwen^e''ng noopt tot de
Koningin Wilhelmina en haar Huis
?gew^eld 'n den Nederlandschen
hïp Rii?n- 's a's een Plechtige belofte,
wordt h ^ar. weer °P Koninginnedag
en Oranje 1 Voor Ood, Neerland
Koningin Wilhelmina, Heil
Neen, wij willen en zullen u nooit
maken tot koningin van een bepaalde
richting, partij of religiegij regeert
over gansch ons volk,
Doch daarom behoeven wij, die deel
uit maken van dat volk ons beginsel
niet te verbergen En wij verheugen
en verblijden ons dan ook op een dag
als deze mee daarover, dat gij, Konin
gin mèt ons belijdt, dat het heil des
Heeren is
„In God zij al uw heil, uw eer,
Uw sterke rots, uw tegenweer
Met onze Koningin gedenken we Gods
zegeningen.
Er was een tijd, de ouderen herinne
ren 't zichdat er schier geen jaar
voorbijging of debijl werd aan den
Oranjeboom gelegd.
Drie vrouwen bleven over
Maar met die drie zijn we tijk
De Koningin-Moeder, wier zonnige
glimlach dunkt me zelfs een communist
ontwapenen moet. De Koningin zelf,
échte „vorstin" en die toch 't bleek
weer pas in Zeeland met de minsten
en armsten mee te voelen en mee te
lijden weet. En Juliana, zoo'n echte,
robuste, rond-en-om Nederlandsche
„jonge dochter", met haar leuk en pret
tig voorkomen,
God schenke ze alle drie Zijn heil!
Met den Prins, zoon, echtgenoot
en vader.
En het drievoudig snoer, al wordt er
nog zooveel aan geplozen en gekerfd,
wij houden het met al wat in ons is
vastworde het nimmer verbroken
V Werkeloosheid.
In de provincie Drenthe, waar dit kwaad
zelfs den zomer dóór duurde, worden ernstige
maatregelen ter bestrijding genomen.
Drenthe lijdt trouwens héél erg.
Door de kunstmatige uitbreiding der truffa*
bricage in de oorlogsjaren is 't aantal seizoen*
arbeiders daar énorm vermeerderd en nu alles
weer »gewoon« werd, vinden veler hunner in
dit arme gewest geen werk.
Dat is nu reeds zoo.
En hoe meer de winter nadert, hoe erger
het wordt.
't Is daarom goed gezien, dat tijdig maatre*
gelen worden genomen.
En als de Overheid dan toch met »steun«
helpen moet, dan is 't tienmaal beter, datzij
gemeenten en maatschappijen steunt, die ont*
ginningsarbeid e.d.g. verrichten en de werke*
loozen een eerlijk stuk brood laten verdienen
dan dat ze »stempelen« laat en steun*in*geld
geeft voor verslappend nietsdoen,
Al zou de ontgonnen grond voor 't oogen*
blik een »schadepost« zijn, daar staat tegen*
over, dat de arbeiders brood verdienen en dat
bij werkelijke verbetering in den algemeenen
toestand spoedig de tijd aanbreken kan, dat
ook die ontgonnen grond weer verdient.
Zie vooruit
Op plaatsen, waar ook dezen winter weer
werkeloosheid te wachten staat, zie men tijdig
vooruit.
Wij vormen samen een «maatschappij».
bin als' ik straks zelf mij redden en door
den winter heenhelpen kan en mijn naaste
kan dit niet, dan ben ik er niet mee af, met
dit feit te constateeren en me er voorts niets
van aan te trekken.
Terwijl wij tevens er óók niet af zijn, met
als particulieren te zeggen Daar zorge de
Overheid maar voor
Ook hier ga het particulier initiafief voorop.
Niet, dat ik daarmee aansporen zou, door
direct naar Vereenigingen te vormen tot Werk*
verschaffing.
Zoo iets vindt zich wel.
Ik bedoel, dat elk die werk heeft bij de
vraag waf hij, wanneer hij en hoe hij 't zal
laten verrichten, rekene met mogelijke werke*
loosheid en «onze menschen« wek ik ernstig
op, om daarbij te leven uit en door het geloof.
Daar is ook »Gods verborgen zegen«.j
Waar wij óók mee mogen rekenen, al heb*
ben we ook daar recht nog aanspraak op.
Als wij wat riskeeren, door werk te laten
doen, dat ongetwijfeld zijn nut heeft, maar
op 't moment, meer kans geeft op schade dan
op rente, zoo hebben we met een God te
doen, die uit genade J het ons dubbel in op*
brengst en prijs, in gezin en veestal wederge*
ven kan. 't Mag natuurlijk geen »ruilhandel«
zijn, dan hebben we ons loon wèg Maar hier
is ruimte voor practicale oefening des geloofs
»Vr ouwenkouH.
Ze is, met vacantie, in 't buitenland geweest
Mevrouw Wynandts*Franken*Dyserink,
geen onvermaarde kampioene voor de echt*
liberale beginselen.
Ze is naar Duitschland geweest.
Dus verhaalt de Res.*bode.
Niet, dat die haar gangen laat nagaan,
maar mevrouw vertelt er zelf van in de Vrij*
heidsbondsche »Vrijheid«.
Ze heeft 't niet te best gehad.
Duitschland is blijkbaar 't beloofde land
nog niet, nu er geen valuta*koopjes meer zijn
te doen.
Ze klaagt nogal, tenminste prijst en roemt
niet erg.
Maar dan ineens breekt er toch een licht*
straal door de wolken
Maar daarvoor heb je dan tenminste het
geestelijk genot, dat Zondags de bus driemaal
gelicht en alle drukwerk bezorgd wordt en
dat iederen ochtend om half acht zalig
versch brood op je ontbijttafel staat. In het
republikeinsche Duitschland zoogoed als in
het socialistische Denemarken en het de*
mocratische Zwitserland.
Naar de »Aalberse*cake« zooals een
even bekwaam als geestig economist ons
afschuwelijk oudbakken brood gedoopt heeft
wenscht men hier waarlijk niet terug
Je hebt daar driemaal 's Zondags bus*
lichting 1
's Morgens half acht knappend*korstjes*brood
En dat noemt mevrouw dan «geestelijk ge*
nothet is »zalig«
Of spoor* of post*menschen den Zondag
werken moeten, hindert niet, als mevrouw's
correspondentie maar geen halven dag liggen
blijft. Of de bakkers van den nacht een dag
moeten maken 't juffert niet als me*
vrouw maar croquante knabbelkorstjes krijgt,
't is wél de sociale barmhartigheid van het
laat*maar*waaien*systeem
Om nog maar te zwijgen van de ordinan*
nantiën Gods.
V Het Zondagsverlof.
Ons «Centraal Comité« zond bij geschrifte
van den heer Idenburg een kloek protest aan
den Minister van aibeid, inzake de Zondags*
werkvergunning voor de Kunstzijdefabriek te
Ede.
Terecht wordt die 'n ergernis genoemd.
En dat te meer, waar uit het stuk zelf schijnt
te volgen, dat arbeiders aan die fabriek worden
gesteld tusschen de keus van hun brood of
hun geweten.
De fabriek werkt dag en nacht, Zondag en
door de week voort, zegt het stuk, dus wie
in een Zondagsploeg valt, die is wel verplicht
op te komen, anders kan hij er geen arbeider
zijn.
Doch afgezien daarvan en afgezien van de
Zondagskwestie in 't algemeen, als men een
veldwachter benoemt, dan wordt soms nog
gelet, en niet ten onrechte, op «ligging» en
»richting« der gemeente welnu dan moest
onze regeering een streng*orthodoxe gemeente
als Ede niet in beroering brengen door zulk
een Zondagsverlof.
De vergunning zal het Departement, ver*
trouwen we, zijn ontglipt. Want wij gelooven
niet, dat de minister van arbeid willens en
wetens onze groep tegen zich in 't harnas
jagen wil. En «hoogere belangen« zijn hier
toch waarlijk niet in 't spel
De groote Vijand.
Het communisme b 1 ij f t gevaarlijk.
Men stelle zich niet gerust, door enkel te
Ietten op Nederland, waar het weinig ge*
wicht in de schaal legt totnogtoe.
Wij zijn tenslotte een klein volk.
En de historie leert, dat ons lot ten zeer*
ste beïnvloed wordt, door wat in de groote
landen om ons heen gebeurt en 'tisontegen*
zeggelijk, dat na het vijfde MoskouscheCon*
gres der zoogenaamde derde, of bolsje
wistische «internationale® de pogingen tot
Wereld*Revolutie weer krachtig worden her*
nieuwd.
In Duitschland takelt 't socialisme af.
Daar z ij n »rooden«, die tot andere en be*
tere gedachten komen, maar een groot deel
van wat de S.D.A.P, verlaat, valt het com*
munisme ten buit.
In Frankrijk is 't niet anders.
Ook daar wijst alles er op, dat de commu*
nisten, die bij de jongste verkiezingen reeds
zulk een vooruitgang boekten en met een
vijftig man in de Kamer gekomen zijn, hun
uiterste best gaan doen, om ook het Fransche
volk dronken te maken met den communis*
tischen wijn.
En wat tegenweer zal er zijn
Daar, waar men sinds overlang reeds God
verliet
"f Het plan.
't Communistisch plan is duidelijk.
Overal, in alle kringen, werkplaatsen, fa*
brieken enz. moeten «communistische cellen
gebouwds als men dit noemt, d w.z. kernen
gevormd van mannen, die blindelings opvol*
gen, wat Moskou beveelt. Zoo moet, zegt b.v.
de Fransche »Humanité« een macht van 100.000
arbeiders en boeren in Frankrijk worden ge*
vormd, als voorhoede van het proletariaat in
de komende veldslagen van het proletariaat
tegen het kapitalisme.
We lazen over dit plan
«Het plan is duidelijk, constateert de
»Temps«. De C. P, wil een gevechtsgroep
van ÏOO.DOO man vormen, waarmede zij
hoopt alles mee te sleuren op den dag, waar*
op gepoogd zal worden de macht te ver*
overen ter invoering van dictatuur van het
proletariaat. Daartoe moeten «cellen® ge*
vormd, het verraad van de soc.*dem. wor*
den duidelijk gemaakt, evenals het bankroet
van het linkerbloc, het gevaar aangewezen
worden van oorlog tengevolge van het stre*
ven van het wereldimperialisme om de ar*
beiders tot slaven te maken. Wat hierbij de
aandacht verdient, is, zegt de Temps, dat
beproefd wordt in Frankrijk een stoottroep
te vormen, die eventueel handelt uitsluitend
op bevel van het buitenland, van Moskou.
Zullen in Frankrijk 100.000 boeren en ar*
beiders worden gevonden bereid zich blin*
delings te voegen naar den wil van de lei*
ders der Ille Internationale, óm zich op
buitenlandsch ^bevel te keeren tegen het
eigen land Mocht dit ongelooflijke moge*
lijk zijn, zoo besluit de Temps, dan zullen
die 100.000 bolsjewiki de verklaarde vijan*
den zijn van de overgroote meerderheid van
heel de natie, die alsdan tot heiligen plicht
zal hebben het vaderland te verdedigen
tegen degenen, die zijn politieke vernede*
ring en zijn nïoreele en materieele ruïne
willen.«
De vaderlandsliefde doet veel, dat is waar.
Maar ze zou zooveel sterker bolwerk
nog zijn, als de vreeze Gods er het cement
van was.
Bagger ais bemesting.
In het «Groninger Landbouwblad® deelt
dr. D. J. Ilissink het een en ander mede be*
treffende de waarde die bagger heeft voor de
bemesting.
Volgens zijn meening welke door andere
landbouwkundigen gedeeld wordt is bagger,
welke men alleen baggert om aan mest te
komen, geen goedkoope meststof. Onderzoe*
kingen hebben aan het licht gebracht, dat de
bagger ongeveer dezelfde samenstelling bezit
als de bovengrond van het land, waarin de
uitgebaggerde slooten liggen. Moet men toch
baggeren, in het belang van de waterberging
of van den waterafvoer, dan staat de zaak
anders.
In dat geval is het echter noodzakelijk het
materiaal op stikstof, fosforzuur, kali en kalk
te laten onderzoeken. Vooral het onderzoek
op het kalkgehalte is van groot belang. Baggers
bevatten n.l. in den regel in verschen toestand
sulfiden, die bij toetreding van de lucht oxydee*
ren tot sulfaten. Daaraan is de aanwezigheid
van zwavelzuur toe te schrijven, een stof, die
voor den plantengroei niet schadelijk is, zoo*
lang voldoende kalk aanwezig is, om het te
neutraliseeren. Aan die laatste voorwaarde nu
is lang niet altijd voldaan, hetgeen ook blijkt
uit het feit, dat de baggers veelal zuur reagee*
ren, sommige zelfs sterk zuur.
Aan het onderzoek op stikstof, fosforzuur,
kali en kalk zou dr. H. tevens een onderzoek
van het hooi, vooral op fosforzuur willen
verbinden. In het hooi van slechte plekken
in laagveengronden zijn gehalten aan fosfor*
zuur gevonden van 0.1—0.2 pCt. en in hooi
van minder slechte plekken van 0.4—0.5|pCt.
Volgens den onderzoeker Tacke moet men bij
een fosforzuurgehalte van minder dan 0.65
pCt. reeds proeven met een fosforzuur*bemes*
ting nemen. Bij een gehalte van 0.1—0.2 pCt.
in het hooi kan men met zekerheid zulk een
bemesting aanraden. Door een oordeelkundige
bemesting stijgt de hooiopbrengst niet alleen,
maar verkrijgt het product ook een betere
samenstelling. Hooi met slechts 0.5—0.6 pCt.
kalk (dat waren de kalkgehalten van het slechte
hooi) en 0.1—0.2 pCt. fosforzuur veroorzaakt
licht rachitis en oefent verder in het bijzon*
der een nadeeligen invloed op de melkproduc*
tie.
Het weer.
«Wat voor weer zouden we krijgen is een
dagelij ksche' vraag en vooral, nu het weer zoo
slecht is.
Uit de weekkaartjes blijkt, dat boven de
Noordzee een depressie ligt en zoolang deze
op die plaats blijft, houden wij slecht weer.
In een onderhoud met het U. D. noemde
Dr. Cannegieter van het" meteorologisch In*
stituut te De Bilt het in het geheel niet ab*
normaal, dat het den laatsten tijd zoo heeft
geregend.
Augustus is over het algemeen de maand,
waarin de meeste regen valt, zelfs gedeel*
te van den totaahregenval over een geheel
jaar. Verleden jaar was het de eerste 14 dagen
van Augustus ook uitstekend weer, maar in
de tweede helft van de maand werd het weer
ook telkens beïnvloed door voorbijtrekkende
depressies. Het centrum van de depressie, die
zich van IJsland uit naar het Zuid*Oosten
verplaatste naar de Noordzee, bezorgde ons
die vele regen. En zoolang deze depressie
daar blijft, zoolang is er overal regen. Voor
het landbouwbedrijf is het van belang te we*
ten, welk weer te verwachten is. De vorst kan
in één nacht het zaad in den grond of de
bloesems van de vruchtboomen dooden, een
steeds aanhoudende en overvloedige regen
kan den oogst verwoesten, een hagelbui kan
het werk van weken en maanden ongdaan
maken.
Regen en koude belemmeren den land*
bouwer om de werkzaamheden op het land
te verrichten, terwijl groote warmte onderschei*
dene producten tijdens de verzending kan
doen bederven.
Het weer kan dus grooten invloed op de
uitkomsten van het landbouwbedrijf uitoe*
fenen. Maar ook op het lichamelijke en op
het geestelijke welzijn van de menschen werkt
het goede en het slechte weer in. Aanhou*
dende regen verwekt sombere stemmingen,
terwijl zonnig weer de geestkracht verhoogt.
Het zou voordeelig zijn, indien een weers*
voorspelling zelfs op korten tijd mogelijk
was. Daardoor zou men in staat zijn, bijtijds
zijn maatregelen, voor zooverre deze in zijn
belang zijn, te nemen. Zoo zal het van groote
waarde zijn, er op voorbereid te zijn, te weten
of er vorst komt of niet, of, al is het dan
ook maar slechts één dag van te voren, voor*
al in den oogsttijd, er veel of aanhoudende
regen te verwachten is. De afhankelijkheid
van het landbouwbedrijf van het weer is reeds
in de oude tijden aanleiding geweest om te
trachten het weer te voorspellen.. Er zijn tal
van gezegden, zoog. boerenregelen, welke
als gevolg van waarnemingen, weervoorspel*
lingen weergeven.
Deze zoog. weerkundige regelen berusten
niet op wetenschappelijke onderzoekingen en
waarnemingen en daardoor zijn zij voor het
grootste deel onzeker.
Zulke boerenregels zijn o.a.Januari droog,
de boer rijkFebruari droog, overal gras
regen in Februari, vult den graanzolder het
water van April maakt het vee vet; Mei ta*
melijk droog, graan voor iedereen Mei nat,
veel stroo en weinig graan regenachtige win*
ter, overvloedige zomer. Wanneer een ring
de zon omgeeft, komt er regen. Wanneer de
maan, die als «regenmaker® een grooten rol
speelt, door een ring omgeven is, komt er
slecht weer.
Ook de schippers hebben rijmpjes, waarnaar
zij te werk gaan, zooals b.v.
«Een kring om de maan.
Die kan vergaan,
Maar een kring om de zon,
Daar schreien vrouw en kind'ren om».
Een ander rijmpje is
«Zonnetje rood,
Binnen drie dagen Oostenwind,
Of regen in de sloot.®
En:
«Meeuwen op het land,
Storm achter de hand«.
Met behulp van den baromeeter en den ther*
mometer tracht men ook wel het weer te
voorspellen. Staat 't kwik van den barometer
hooger dan de gemiddelde stand is, dan
is droog weer, staat het lager, dan is regen
te verwachten. Een langzaam stijgen van het
kwik gedurende eenige dagen, wijst op droog
weer, een langzaam dalen op aanhoudend