voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden. goot den Joiéog Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES Twee Bladen. No. 3032 ZATERDAG 12 JULI 1924 39ste JAARGANG ft Wo BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Adinitiistratie franco toe te zenden aan de Uitgevers Dit nummer bestaat uit TWEEDE BLAD. Reclame~Mé|ieÜeeIingen. Kwellende pijnen in kiezen, Binnenland. Buitenland. Ingezonden Stukken Plaatselijk Nieuws. Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent b;j vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. |l DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f I.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. 2 Corinthe 6 17, 18. »Daarom, gaat uit het midden van hen, scheidt u af, zegt de Heere, en'raak niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aan* nemen. En Ik zal u tot een Vader zijn en gij zult Mij tot zonen en doch» teren zijn, zegt de Heere, de Ah machtige.« Het is zulk een uitnemend voorrecht, dat de genadestaat van Gods kinderen vast is. Dat komt-hiervan, dat de Heere Zijn Werk in stand houdt. Al ons heil vindt zijn oorsprong in Hem. 't Staat vast, omdat God niet verandert, omdat Hij ons vasthoudt. Hij is getrouw en werkt alles naar Zijn eeuwigen raad. Moesten wij onszelven bewaren, het ware met ons verloren, daar wij van onszelven tof geen ding bekwaam zijn en onze vijanden zoo machtig. Aan ons zeiven overgelaten, zouden wij God los laten en vergaan. Maar de Heere houdt ons vast; Hij laat niet varen het werk Zijner handen. Zeker, wij moeten God vasthouden. Leert de Schrift ons, dat God Zijn volk bewaart, dit gaat echter niet buiten Hem om. Zij zijn daarin niet lijdelijk. Maar 't is God, die kracht geeft om staande te blijven. Omdat Hij ons niet loslaat, laten wij Hem niet los. Daarom vermaant Hij ons en wekt ons op in Zijn kracht voort te varen. Bij de belofte van hulp voegt Hij een herinnering aan onze roe ping, gelijk in onze tekstwoorden. 2 Corinthe 6 is een hoofdstuk vol van vermaningen, noodig voor de Corin thische christenen, die geen heiligen waren. Wel waren zij vernieuwd naar het beeld Gods, maar toch kleefde de zonde hen nog aan. Hun was groote genade bewezen, daar hun het evangelie van Christus gepredikt was. De apostel spreekt de begeerte uit, dat 't niet te- vergeeis mocht zijn. Hij stelt zichzelven, die getrouw was onder alle verdruk kingen, tot een voorbeeld. Met nadruk vermaant hij geen ongelijk juk aan te trekken met de ongeloovigen, geen ge meenschap te hebben met de afgoden en de wereld, want er is geen overeen stemming tusschen geloovigen en on geloovigen, tusschen de kerk en de wereld. Vandaar zijn vermaningen in onzen tekst, zich van dé wereld af te scheiden. Ons Schriftwoord is een vrije aan haling van Jesaja 52 vs. 11, „Vertrekt, vertrekt, gaat uit van daar, raakt het onreine niet aan; gaat uit het midden van hen, reinigt u, gij die de vaten des Heeren draagt". Jesaja 52 ziet op de ver lossing uit de Babylonische ballingschap. Juda wordt opgewekt uit te gaan van de heidenen en naar zijn land terug te keeren. Zulk een vermaning was wel noodig, daar velen Jeruzalem vergeten hadden en zich in het land der vreem delingschap thuis gevoelden. Daarom drong de Heere er op aan Babel te ver laten. Vooral zij, die de vatert des Heeren droegen, de priesters, de leidslieden des volks, werden daartoe vermaand. Men moest de afgodische omgeving ver laten en zich onttrekken aan wat haar verontreinigde. Dit nu wordt door den apostel op de Corinthische christenen toegepast, wier roeping't was zich van de heidenen en hun godsdienstige han delingen af te scheiden. Zij worden dringend vermaand daaraan niet deel te nemen, geen al te nauwe gemeenschap te hebben met de heidenen. Had men eenmaal met de afgoden gebroken, die breuk mrest tot het einde toe doorge voerd worden. Ziethier wat nog de roeping der kerk iszich af te scheiden van de wereld. Niet dat de Kerk zich geheel van de wereld moet afscheiden en alle aanra king met haar vermijden. Doch zoo, dat -zij, schoon in de wereld, nochtans niet van de wereld is. Die twee, kerk en wereld, laten zich niet vereenigen. De apostel wijst op de groóte tegenstelling van beiden. Kerk en wereld verhouden zich als gerech tigheid en ongerechtigheid, licht en duisternis, Christus en Belial, geloovi gen en ongeloovigen, de tempel Gods en die der afgoden. Zulk een vermaning was voor de Co rinthische christenen noodig, vanwege de gevaarlijke omgeving waarin zij ver keerden. DeCorinthiërs kenmerkten zich door een zekere onverschilligheid. Van de geestelijke dingen trokken zij zich weinig aanzij betoonden zich niet be paald vijandig tegen het christendom; zij vervolgden de belijders van Christus niet, maar zagen eerder medelijdend uit de hoogte op hen neder. Tusschen hen en de christenen was een al te nauwe aanraking. Daarin lag een veel grooter gevaar dan bij vervolging. Waren de christenen te Corinthe vervolgd, ze hadden vanzelf zich van de wereld afgezonderd gehou den en gewaakt tegen den vijand. Maar nu dreigde het gevaar van vermenging. Hoe licht konden zij door een te innige gemeenschap worden meegesleept en afgetrokken. Dat dit gevaar niet denk beeldig was, blijkt wel uit de geschie denis van Israël. Juda begon zich in Babel thuis te gevoelen. Daarom moest 't krachtig worden opgewekt om uit te gaan. Toch zijn velen nog gebleven. De 10 stammen zijn in de volken op gegaan. Het bloed der martelaren is het zaad der kerk geworden. De tijden van vervolging zijn voor de gemeente niet de slechtste geweest. Het grootste ge vaar voor de kerk is dat zij zich vermengt met de wereld, een ongelijk juk met haar aantrekt. Want dan heft de kerk de wereld niet tot haar op; integen deel, dan trekt de wereld de kerk tot haar neer. Zoo wordt de kerk der werel.d gelijkvormig. Daarom worden de Corinthische chris tenen geroepen zich van de wereld af te scheiden, met wereldsche vrienden te breken, geen huwelijksband met de ongeloovigen aan te knoopen, tegen de zonde te getuigen, zich onbesmet te bewaren van de wereld. Een moeilijk werk, zich aldus af te scheiden, waar bij offers gebracht moeten worden, 't Is mogelijk, dat wij daarbij onze huisge- nooten tegen ons krijgen en aardsche voordeelen moeten derven. Maar die een discipel van Jezus wil zijn, moet liever met alles en alles breken, dan zijn Hei land ontrouw te worden. Slot volgt HET HONDERDJARIG BESTAAN DER BEIDE REDDINGSMAAT» SCHAPPIJEN IN NEDERLAND. »Het Reddingswezen nan den Nederlandsche kust« aldus luidt de titel van een dezer dagen uitgekomen werk, waarop wij de aandacht vestigen nu beide in Nederland werkzame Reddingsmaatschappijen in November van dit jaar haar 100»jaiig bestaan zullen herdenken. De schrijver, de gepïnsionneerde Kapitein ter Zee G. F. G. Gobius, tracht blijkens zijn »Voorwoord« het Nederlandsche volk zoo vol», ledig mogelijk in te lichten omtrent al wat be* trekking heeft op het reddingswezen aan de Nederlandsche kust, de lage kust, die Zooveel te vertellen heeft van strijd en overwinning, en in ruimeren kring de aandacht van alle klassen der maatschappij te vestigen op de daden van'moed en zelfopoffering door zijn zonen van de zee verricht. Voorts zegt hij in zijn »Voorwoord« Nog maar enkele maanden scheiden ons van het tijdstip waarop het eeuwfeest der beide redding* maatschappijen zal worden herdacht. Té hopen is het dat .in die jubileumdagen iedere Neder» lander hef zich tof plicfjt zal rekenen uiting te geven aan gevoelens van dankbaarheid jegens die beide lichamen voor het grootsche werk dat door hen in den loop dier honderd jaren is tot stand gébracht en door daden te toonen hoezeer op prijs wordt gesteld de eer» volle plaats die het Nederlandsche reddingswe» zen heeft weten in te nemen in de rij der sta» ten van Europa die omspoeld zijn door de zee, terwijl hij in zijn »Naschrift« aldus eindigt: »LIebben wij in dit werk er op gewezen, hoe door de besturen der beide reddingsmaat* schappijen na bijkans honderd jaren van on= versaagden arbeid, geheel belangloos en op zulk eene krachtige en voortvarende wijze dé zaak der redding is onder handen genomen, met welk een doodsverachting het nimmer ge» noeg te waardeeren werk der redding door de mannen langs de kust is en nog steeds wordt verricht, zoo willen wij hier een eere» saluut niet onthouden aan die stoere eenvou» dige mannen die zoo menig menschenleven onder de meest benarde en moeilijke omstan» digheden hebben gered. Wij herdenken -ook hier die mannen van Onze kust, wier namen niet in de geschiedboe» ken zijn vermeld, zij die gevallen zijn in den eeuwenouden strijd tegen de golven, terwijl ze op redding uit waren. Terecht zeide de heèr P. E. Tegelberg, de voorzitter van het bestuur der Noord» en Zuid» Hollands'che Redding»Mijv bij de uitreiking, in April 1924 in een plecntige bijeenkomst te Amsterdam aan de beide reddingsmaatschap» e 40 cent per' regel tanden en aangezicht, verdrijft men door Sanapirin-Tabletten (Mijnhardt) Koker 75 ct. Bij apoth. en drogisten. pijen, van de Gouden, de Ruijtermedaille, dat de meeste hulde toekomt aan de mannen van de kuststations, de moedige redders. Zij toch zijn de mannen v^tn de daad, niet van het woord. Zij vragen niet naar bewondering of dank, maar in hun oogen tintelt slechts een lichtsprank van voldoening, als zij kunnen vertellen van levens, die door hen aan de macht der golven zijn ontrukt. Een eeuw van opbouwend werk ligt-bijkans achter onsveel is tot stand gebracht niette» genst.iande ook de alles ontwrichtende oorlog 19J4/T8 niet weinig van de krachten van allen dieN toen aan het reddingswezen verbonden waren, heeft gevergd. Maar ook stijgende blijven de nooden. Daarom, Nederland, werkt mede, ieder naar zijn vermogen, om de beide particuliere red» dingmaatschappijen, hun grootsche taak té ver» lichten steunt hen om het materieel volmaakt te doen blijven, om het personeel dat de kracht gaat missen om met de reddingsboot uit te gaan, een goeden ouden dag te bezor» gen. Steunt nu nog meer dan vroeger, nu de nooden zooveel grooter zijn, het reddingswe» zen aan de Nederlandsche kust. Mogen de beide maatschappijen hierdoor in staat gesteld worden om voort te gaan op den weg, die zij gedurende een eeuw op zulk eene schitterende wijze hebben bewandeld. Hieraan behoeven wij niets toe te voegen. Het zal ieder duidelijk zijn dat ons gewest zich niet onbetuigd mag houden, om zijn aan» deel op waardige wijze.bij te dragen in het nationaal huldeblijk, dat aan de beidereddings* maatschappijen bij de viering van hun honderd» jarig bestaan zal worden aangeboden. Voor het eiland Goedereede en Overflakkee is een .plaatselijk comité opgericht waarvan de heer j. J. Slis te Middelharnis, voorzitter, de heer, C- Warnaer, G Lijn te Tffrksland vice=voorzitter en de heer L. J. den Hollander Burgemeester te Middelharnis, secretaris»pen» ningmeester is. Late, wanneer dezer dagen een beroep op de offervaardigheid onzer eilandbewoners ge» daan zal worden, niemand zich onthouden, naar vermogen een bijdrage af te zonderen 1 De rijwielbeiasting. Zeer waarschijnlijk zal de wet op de rijwiel» belasting met i Augustus a.s. ingaan, meldt het Vaderland. Is dit zoo, dan zullen 15 Juli de plaatjes reeds bij de postkantoren verkrijgbaar zijn. De plaatjes zijn reeds aan die kantoren toe» gezonden. De regeering heeft er totaal 1.700,000 laten aanmaken. Natüurlijk rekent rgen niet op zoo» veel rijwielen. Hoofden vah gezinnen, die volgens art. 1, eerste lid van de wet, vrijgesteld zijn van de belasting, krijgen een plaatje, waar een rond gat in geslagen is. Artikel 1, eerste lid, zegt, dat hoofden van gezinnen, die niet aangesla» gen zijn in de Rijksinkomstehbelasting en die hun rijwiel voor bun bedrijf of beroep noodig hebben, de belasting niet verschuldigd zijn. Tegen 1 Augustus moeten diegenen, die meenen daarvoor in aanmerking te komen, op formulieren, die bij de ontvanger der ac= cijnzen te verkrijgen zijn, een verzoek indie» nen. De vrijgestelden ontvangen ook een strook, met afdruk van het kantoorstempel, wat als bewijs dient, dat zij werkelijk'vrijgesteld zijn. Voor dienstrij wielen worden plaatjes beschik» baar gesteld, waarin een vijfpuntige ster gesla» gen is. Gewone rijwielen, die door middel van een hulpmotor voortbewogen worden zullen voor» taan vrijgesteld worden van personeele belas» ting, maar vallen onder deze wet. Daarvoor moet dus ook een, plaatje gekocht worden. Slechts korten tijd na het in werking treden van de wet zullen de ambtenaren waarschu» wen. Daarna zullen bekeuringen worden opge» maakt. Iedere ontvanger is bevoegd zulk een zaak met den bekeurde af te doen binnen 2 maal 24 uur. Den bekeurde-zal een boete opgelegd worden, die hem niet vrijstelt van de belasting. Personen, die tijdelijk in ons land komen, krijgen een kaart, nadat zij zich gelegitimeerd hebben. Het is wenschelijk dat de kaart zicht» baar gedragen wordt. Verplicht is het niet. Wel is het verplicht op elk verzoek van den bevoegden ambtenaar de kaart te toonen. Op Zon» en feestdagen zullen aan menschen, die slechts één dag over de grens komen, geen kaarten worden uitgereikt. Het rijwielmerk moet met de daarop voor* komende teekening naar buiten, naar alle zij» den goed zichtbaar worden bevestigd, óf aan de balhoofdbuis, óf aan een der buizen van het stuur, óf aan de bovenhuis van het frame, binnen 15 c.m. van het stuur. Wij kunnen een verblijdend bericht mee» deelen aan allen die belang stellen in de Anti» revolutionaire' Staatkunde. Er is een eigen or* gaan voor hen op komst Te beginnen met 1 October a.s. zal de Dr. A. Kuyper»Stichting een maandelijksch Tijd» schrift doen uitgeven, getiteldAntirevoluti onaire Staatkunde. Orgaan van de Dr. A. Kuy* per»Stichting. Ter bevordering van de studie der Antirevolutionaire beginselen. De Redactie van dit Orgaan wordt gevormd door de HeerenIT. Colijn, Prof. Mr. A. Anema, Dr. E. J. Beumer, Mr. IT. A. Dam» brink, Mr. V. IT. Rutgers, J. Schouten, Dr. J. Severijn, Mr. IT. Dooyweerd. De bedoeling is dat dit Orgaan populair» wetenschappelijk, de actueele vraagstukken zal behandelen welke van beteekenis geacht kun» nen worden voor de Antirevolutionaire partij. Naast Hoofdartikelen, en een Wetenschap pelijke rubriek, meer bepaald bestemd voor de studie der Antirevol. beginselen, zal ook in elk nummer worden opgenomen een Practisch Staatkundige rubriek, voor de behandeling van de vragen van den dag. Terwijl een vaste rubriek Vraag en Antwoord gelegenheid geven zal aan alle abonné's, om met allerlei vragen uit het practische leven tot de redactie te komen. Aan de uitvoering van dit Maandel, Orgaan zal ook typografisch alle zorg worden besteed terwijl de abonnementsprijs werd gesteld op f 4.— per jaar. De H'eer J. H. Kok te Kampen zal de uit» gever zijn. De tragedie vaii Europa. Aldus is de titel van een boek van Francesco Nitti, dat dezer dagen zal verschijnen, naar de Romeinsche correspondent van het »Berl. Tag,« meldt. Daarin verklaart de oud»premier, dat een onderzoek naar de schuld aan den oorlog vroeger of later moest plaats hebben. De geheele waarheid moet worden gezegd. Het gaat hier niet alleen om een moreel bedrog, maar om een werkelijke vervalsching op grond van kapitalistische belangen. De geheele, op de ruïne van Duitschland gerichte politiek met bezettingslegers, bezetting van het Ruhr* gebied enz., met de schaamteloos voor de Fransche grootindustrie en politiek werkende commissie van herstel, was slechts mogelijk op grond van de historische en moreele ver» valsching door art. 231 van het vredesverdrag. Niet alleen Lloyd George, maar alle mannen van eer, zelfs die het verdrag onderteekenden, beginnen zich thans onbehagelijk te gevoelen ten opzichte van dat artikel Wanneer eens alles bekend zal zijn, zullen de volken zich in hun haat keeren tegen de politici, die, vaak door leugens en bedrog cynisch de grootste tragedie van de wereld voorbereidden. En Nitti besluit Gisteren nog scjieen het dwaas een eindè te maken aan de heistelpolitiek, de organen vanhet grootindustrieele bedrog zooals de C. v. H., op te heffen, de bezettingslegers af te schaffen, de onrechtvaardige verdragen te herzien, de rechten der volken en normale levensverhoudingen te herstellen thans i de vrede nog geen feit, maar de intellectueelen ten minste hopen er op en meer en meer ver» breidt zich de gedachte van vrede onder de groote massa, aan wie de toeko ust behoort. De MountsEverest expeditie. In een ontroerend verhaal, dat in de Times opgenomen is, heeft de leider de Everest=ex» peditie het over den dood van Mallorz en Irvine, waarvan de juiste omstandigheden nog niet bekend zijn. Ofschoon het nooit bewezen kan worden, zijn hun makkers van meening dat deze beide bergbeklimmers werkelijk den top bereikt hebben. In een hoofdartikel zegt de Times, dat zij het laatst gezien werden op een hoogte van 28.227 voet, door een scheur in den mist, waardoor de hoogste top van de Everest verscheen. Zij verschenen heel in de hoogte als twee kleine stippen op de sneeuw, steeds hooger klimmende naar den top. Toen verdween het heele gezicht weer in een wolk. Volgens kolonel Norton is de waarschijnlijkste oorzaak van hun dood, dat zij op weg zijnde naar beneden, naar het hoogstgelegen kamp toe, door de duisternis overvallen zijn en pijn» loos overleden in"de een of andere schuilplaats tusschen de rotsen. De Copie van Ingezonden Stukken die niet g«« plaatst zijn wordt niet teruggegeven. Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgeval Geachte Heer Redacteur 1 Mag ik U nog eens beleefd verzoeken om een plaatsje in Uw blad. Bij voorbaat dank Geachte Reflector! ITet doet mij genoegen dat wij het zoo eens zijn over de Langstraatkwestie. Wij zijn beiden overtuigd dat alle kinderen gelijk moeten worden behandeld en ik ben nu ook niet pessimistisch meer, doch overtuigd dat het zal gebeuren. En dit is voor mij toch de hoofdzaak. Wij zouden dus verder kunnen zwijgen, ware het niet dat mijn zegsman zich beklaagde over Uwe uitdrukking, als zou hij onjuiste inlichtingen hebben gegeven. Een geluk is, dat hij zich niet tot kranten» geschrijf bekwaam acht, anders begon hij ook. Intusschen waarde reflector, die inlichtingen waren wél juist. Hoe zou anders o.m. die correspondent van O.E. er toe komen om in zijn blad van 5 Juli o.a. te schrijven: »De 'vergadering besloot echter tot het hou» den van een feest, terwijl ook in Langstraat met lijsten zal worden gewerkt en daarna zal men uitmaken of Langstraat meedoet Eindelijk dfeel ik ter geruststelling mede dat ik steeds de vergaderingen bezoek, (de bewuste verg. was ik verhinderd door familie»aange» legenheden) en ik hoop dan ook met Reflector: de volgende vergadering te bezoeken en daar te vernemen dat het Schoolfeest er uitstekend voor staat. Hoogachtend, A. B. C. Z. Ooltgensplaat, 9 Juli 1924. SOMMELSDIJK.se Mej. C. W. de Mooij alhier slaagde voor het examen Rijksnormaal» lessen te Hellevoetsluis. 4!' Van 20 Februari tot 20 Mei 1924 is voor de macht van het Kleine, Halve stui» versvereeniging voor on» en minvermogende lijders aan vallende ziekten, stichting Bethesda Sarepta Meer en Bosch Haarlem*Heemstede in de volgende plaatsen op Flakkee opgebracht te den Bommel f 25,45, Dirksland, 53,18, Goe» dereede f 35,45, Middelharnis f 37,40, Oude Tonge f 14,85, Sommelsdijk f 49,25 .en Stad aan 't Haringvliet f 9,40. De beide weegbruggen dezer gemeente zijn voor de a.s. suikerbieteucampagne goed» gekeurd. Tegen een drietal jongens is proces»ver» baal opgemaakt wegens baldadigheid (het las» tig vallen van een tweetal fietsrijdsters). Het zoontje van B. v. d. N. werd door een fietsrijder uit Middelharnis zoodanig aan» gereden, dat geneeskundige hulp moest wor» den ingeroepen. Ook in deze gemeente zijn reeds ver» scheidene landarbeiders werkloos. MIDDELHARNIS. Woensdag is door de gemeente»veldwachters alhier met medewerking van den gemeentesveldwachter uit Nieuwe Tonge een persoon aangehouden afkomstig uit Middelburg, die nog een maand gevange» nisstraf te goed had. Des middags is hij door den gemeentesveldwachter Dirx naar Rotter» dam overgebracht. Onze dorpsgenoot de heer W. Vroegin» deweij Lz. heeft mef gunstig gevolg zijn over» gangsexamen afgelegd van de 4de naar de 5e klasse aan het Gymnasieum te Doetinchem. De landbouwersknecht IT. Tijl zou meteen wagen geladen met koolasch bij de gasfabriek wegrijden doch de paarden weigerden en lie» pen achteruit, zoodat zij met wagen en al

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1924 | | pagina 1