DERDE BLAD «HocaesOOTsEs Zaterdag 28 Juni 1924. No. 3028. Uit de Pers. FEUILLETON Binnenland. Markt b ericfiten. Laiad* en Tuinbouw. 6) In de Geslachten. Flakk. Boerenbond. Oude Tonge 25 .Juni 1924 Herkingen Aan de Tweede Kamer der Staten Gene» raai te s*Gravenhage. Geeft met verschuldigden eerbied te kens nen. Het Centraal Bestuur van Flakkeesche Landbouwvereenigingen (Flakk. Boerens bond) Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit laatst van 18 September 1913 (St.bl. No. 36. dat het met belangstelling kennis nam van het aan Uwe Kamer gerichtte advies van den Bond van Kaasproducten te Gouda van 25 April 1924 inzake het ontwerp van Wet tot Wettelijke regeling van de Coöperatieve Vereenigingen, terwijl het gaarne instems ming betuigd met de daarin naar voren ges brachte bezwaren en U eerbiedig verzoekt zoodanige wijzigingen te willen voorstellen dat aan deze bezwaren wordt tegemoet ges komen. 't Welk doende Het Dagelijksch Bestuur van den Flakkeeschen Boerenbond De w.n. Voorzitter w.g.) P. v. SCHOUWEN De Seci'etaris (w.g) A. KEIJZER Bij dit adres was gevoegd een toelichting welke in het kort hierop neerkomt op 5 Juli 1919 is een staatscommissie benoemd welke tot taak was gesteld na te gaan of de wet op de Coöperatie herziening behoefde, en zoo ja welke het verslag van dit onderzoek is met een memorie van toelichting Zijne Excelentie den Minister van Justitie aangeboden en komt hierop neerDe wet op de coöperatie is oors spronkelijk voor beperkt v'ereenigingsleven bedoeld, langzamerhand heeft zich dit leven dermate uitgezet dat wetswijziging noodzakes lijk werd, hoewel er mag worden bijgevoegd dat deze wet toch de mogelijkheid bood dat ze voor het uitgebreider en grooter worden het coöperatieve leven nog altijd ruimte had geboden, en nu zegt de commissie dat de oude wet het vereenigingsleven in hare vrije ont= wikkeling heeft belemmerd. Tal van vereenigin» gen zullen bij het hooren van deze conclus sie zeker paf staan. De commissie zegt verder dat door de bestaande wet zelfs processen zijn ontstaan, of dit nu een gevolg is van de Wet als zoodanig dan wel door leemten en gebre» ken in de statuten der coöperaties staat er niet bij. Art. 7b. bepaald dat zoolang dè Sta* tuten niet zijn openbaar gemaakt en de vereenU ging niet is ingeschreven in het Handelsregis ter het bestuur der vereeniging persoonlijk vers antwoordelijk is voor hare handelingen, dit wordt tegenover de leden eene onbillijkheid geacht. Het is den laatsten tijd voorgekomen dat de leden eener coöperatie genoeglijk de voordeelen hadden geplukt maar bij een tegen» valler het bestuur in den steek lieten en voor de gevolgen lieten opdraaien, dit mag niet in de hand worden gewerkt. Bestuursfunctieszijn meestal niet, of onvoldoende gesalarieerde volstrekt geen benijdenswaardige baantjes en daaraan mag men zulke risico niet verbinden. In Art-, 17 wordt gesproken van »/'aar« bij uittreding van een lid, beter ware te spreken van »boekjaar« dit laat' te is een afgerond ge» heel, terwijl men in het eerste geval ook ka» lenderjaren er voor kan lezen als dat in de kraam te pas komt. De Art. 20 en 26 zijn eveneens niet zonder bedenking althans niet heel duidelijk. Van ingrijpenden aard is Art. 11 daar breekt de commissie met het systeem van ledenregisters waarin bij toe» en uittre» ding het lid persoonlijk moet teekenen. Zij motiveert deze opvatting door dit omslachtig voor groote vereenigingen te noemen en zegt dat het aanleiding tot chicane gaf. Hiertegen wordt met kracht stelling genomen, het is niet duidelijk waarom men het teekenen in een ledenregister omslachtig kan noemen, noch hoe daaruit chicane kan ontstaan, wanneer zoo'n ledenregister goed wordt bijgehouden. Wat zal er van terecht komen ivanneer de noodige accuratesse ontbreekt, en de vereeni» ging in ernstige moeilijkheden geraakt en de leden met ruim geweten of zonder eergevoel het zinkende schip willen verlaten, aan de zekerheid van toe» en uittreding mogen nooit overwegingen van omslachtigheid, en zeker geen denkbeeldige afbreuk doen. Nooit krijgt men beter zekerheid dan bij een eigen hana» teekening. Vooral klemt dit bij uittredingen. Het kan op een dag aankomen of een lid een vol jaar langer verantwoordelijk blijft. Dit heeft hij in zijn eigen hand door zijn ge» dagteekende handteekening, bij onwil van de zijde der vereeniging door den kantonrechter dat is dan niet meer zoo, wanneer factoren, postvertragen, zoek raken van brieven, of niet moedwillig een rol gaan spelen. En om dit nu te trachten te voorkomen wordt in Art. 34 lid 3 het bestuur met zware boeten bedreigd wanneer er in dien papier» en paperassenwinkel over toe» en uittreding iets niet, of niet goed bewaard is. Hier wordt dus een fout van de kassier of een secretaris met een onbillijkheid weggewerkt. De vraag mag gesteld of het bestuur van een groote vereeniging, of een leenbank verantwoorde» lijk kan en behoort te worden gesteld voor de ontvangst in boeken ordenen enz. van alles wat betrekking heeft op toe» en uittreding van leden. Men zal op deze wijze de bestuurs» leden op de vlucht jagen. Art. 18 schept de mogelijkheid een coöperatie op te richten zon» der eenig individueele verantwoordelijkheid der leden men zou dit immoreel kunnen noemen. Wanneer iemand zaken begint en het blijkt achteraf dat hij geen cetn bezat maar slechts op den rug van argeloöze menschen zaken deed om bij winst dit zelf op te strij» ken en bij verlies de crediteuren naar hun centen laat tluiten, dan noemt men dezulken oplichters. En nu zou een coöperatie die naast finantieele belangeh ook nog idealen nastreeft alzoo mogen gaan handelen Een fatsoenlijk man die een zaak begint steekt er zijn eigen kapitaal in hetwelk dient om bij verlies zijn verplichtingen te kunnen nakomen. Gaat me coöpereeren dan doen de leden met elkaar zaken men draagt samen het verlies, maar het moet uitgesloten zijn dat men den afgeloo» zen leverancier of geldschteter een artikel uit de statuten kan voorleggen waaruit de ver» antwoordelijkheid is uitgesloten. Tot nu wer» den coöperaties in ons land vertrouwd dat moet zoo blijven. Aan het slot wordt erkend dat het geleverde werk der commissie waar» deering verdient, doch dat alle voorgestelde wijzigingen niet zijn te verdedigen. Hooge productiecijfers. In het «Friesch Landbouwblad® wordt mei» ding gemaakt van een tweetal koeien met hooge productiecijfers. De eene koe, Lemstra III, gaf in de lactatie» periode 21 Nov. 1920—13 Oct. 1921 8715 kg. melk (vet gem. 3.46 pet., boter 327 kg 1in de lactatie»periode 11 Juli 1922—9 Juni 1923 7609 kg. melk (vet gem. 3,57 pet., boter 295 kg.). De tweede koe, Beintema II, gaf in de lactatie» periode 1923/1924 (322 dagen) 9021 kg. melk (vet gem 3.45 petboter 337 kg.). Wij brengen in herinnering, dat een boter» productie van ongeveer 150 kg. per ijaar voor een koe van het zwartbonte ras het gemiddel» de is. Raak en scherp hekelt de »Maasbode« de houding der roode volksmenners inzake het Twentsche conflict. Steenen voor brood. Het Twentsche textiebconflict heeft zeven weken langer geduurd dan noodig was. Door de schuld van de roode volksmen» ners, die hun volgelingen weer eens aan een avontuur hebben gewaagd, wij wezen er reeds op. Ze wilden het onderste uit de kanmet het bekende gevolg. Terecht zegt het de »volkskrant« aldus: Voor het eerst hadden de Twentsche in» dustrieelen het hoofd gebogen en waren ze tegemoet gekomen aan de eischen uit het werkliedenkamp gesteld. Dit was een, ook moreele, overwinning voor de werklieden. Indien Stenhuis verstandig en nuchter ware geweest, had hij zich daarmee voor heden vergenoegd. Maar hij heeft zijn eigen kracht overschat, öf hij heeft gehandeld onder den invloed der communistische acjie. En verder heet het daji nog De heer Stenhuis heeft niets bereikt. Indien dit een les voor hem is, kan hij er uit leeren voor de toekomst. Maar er kan ook nog iets bedorven wor» den voor de toekomst. Dan n.l. als Stenhuis, in plaats van in zich zelf te keeren, een zondebok gaat zoe» ken, zooals de communisten niet zullen aarzelen hem tot hun zondebok te maken. De Christelijke organisaties hebben zich zelf niets te verwijtenzij hebben loyaal gehandeld zooals verstandige menschen be» taamt. Maar indien Stenhuis, Kleerekooper en anderen met hun goedkoopen spot op hen blijven afgeven, zal het eenige resultaat zijn bemoeilijking der samenwerking in de toe» komst. In 't Twentsche geval hebben Stenhuis c.s. niet uitgemund dóór tactische bekwaam» heid. Zij kunnen onder dit opzicht beterschap toonen, maar zij kunnen ook in hun fout volharden en die verzwaren. Afgewacht moet worden, welken kant de heeren uit willen. Afgewacht behoeft er al niet meer te wor» den. Zaterdagavond trekt de heer Kleerekooper reeds van leer in «Het Volk®. Een «eere» saluut« aan de stak (k) ers, die het onder zijn commando zoo lang hebben volgehouden (nota bene ze liepen bij bosjes weg en de groep »wakkere mannen« slonk met den dag maar daarnaast En zij gaan de fabriek weer in, na door «Kroeg, Kapitaal en Kerk« te zijn verraden en verkocht. Dezen zwaren gang door de fabriekspoort maken wij met hen mede, in onze gedach» ten. Weet het goed, makkers in Twenthe, dat èlk van ons dezen gang met u mee» maakt. Onze gedachte gaat voor u uit. Onze bewondering is naast a. Onze dankbaarheid volgt u. Smaad noch. vernedering kunnen u genaken. Onze gedachten zijn om u heen als een wacht om u te schutten en te eeren. En zoo men u hoont, weet het wèl de kroon, die pikt en pijnt, is het herkennings» teeken van wie op verlossen uitging en de voorhof der opstanding. Met deze troostwoorden, met deze erger» lijke profonatie moeter, de slachtoffers van het roode driemanschap het maar doen. Steenen voor brood, pok nu nog. Maar de zondebok is' er. De rechtsche vakbonden zijn de verraders, in slavendienst van de Kerk En achter een stroom van scheldwoorden pogen de helden hun armzalige figuur te maskeeren. Zooals wij gelezen hebben heeft Prof. Fabius na vijftien jaren zijn maandschrift «Studiën en Schetsen« b.eëndigd. Een verslaggeefster van het »Hbl.« heeft den ouden principieelen voorvechter, naar aanleiding hiervan eens geïnterviewd Uit het interesant verlag dat zij van dit onderhoud in haar blad gaf nemen we het volgende over «Acht sntwintig (aar lid van den Am» sterdamschen gemeenteraad, twee en twin» tig jaar zitting in de Staten van Noord» Holland, een en veertig jaar professor. Dat was mijn jeugd. «En nu in mijn rijpere jeugd, maak ik deel uit van den raad van State« «Bevalt u die werkkring «Zeker, de beraadslagingen zijn minder rumoerig dan die van den Amsterdamschen Raad, de sfeer is er kalmer. Het werk geeft riiet altijd voldoeningook is bedenkelijk, dat nu en dan wetten verschijnen met het opschriftgehoord den Raad van State, of» schoon dat lichaam over die wetten slechts betrekkelijk is gehoord. Gelijk dit in sterke mate het geval kan worden met de Lager Onderwijswetimmers zag de Raad van State wèl de thans ingetrokken voorstellen van den minister van Ónderwijs, maar niet wat daar» voor in de plaats trad. x «Mijn werkkring is overigens naar mijn zin, en Den Haagals woonplaats bevalt mij. Ik geniet er van het natuurschoon, zooals ik in Amsterdam van het stadschoon genoot. En het slotstuk van het interview Fabius, de hoogleeraar, de magistraat, de publicist. Vijftien jaren lang heeft hij elke maand een kring van belangstellenden ver» gast, vermaakt, geërgerd. En nu is, deze maa.nd, het laatste nummer van zijn «Stu» dieën en Schetsen® verschenen. 't Is een dag verder Maandagavond. Ze zitten in de serre gezellig bijeen Mama, die 'n kous maast, ondanks haar hoogen leeftijd heeft ze nog een vaste hand en ver toont het steken»mozaïk geen enkele afwijking tante Klasien wier hoofdpijn thans «weg en verzwonden« is en die 't plaatselijk adver» tentieblaadje voor den tienden keer aftuurt en Wim, die niets doet, na de vele en veler» lei bezigheden van den dag. Want morgen vroeg trapt hij af. 't Is nu uitgezocht zomerweerde wegen zijn nog wat gebonden na de regens der vorige week de barometer gaat sinds Zondag» morgen gestadig vooruithet «dagelijksch weerbericht« maakt melding van een »hoog«, dat zich juist op de rechte atmosferische plek genesteld heeft, om ettelijke dagen gestadig, mooi weèr te .mogen verwachten. Dan is 't nü dus Wim's tijd. 't Ergste, dat hem overkomen kan op zijn tocht, is een plaatselijke donderbuimaar hiertegen is hij behoorlijk gewapend. Tante vond z'n plan »uniek«. «Je bent toch, hoop ik, voor mij niet thuis» gebleven «Stel u gerust tante lachte Wim. «Maar je had je plan al gemaakt«, vertelde je zoo even. «Nu jaen toen we plotseling hoor» den, dat kwam, toen heb ik 't natuurlijk een dag of wat uitgesteld'k heb im» mers al den tijd! «Prachtig maar toch 't spijt me «Och, tantepraat er niet overU hebt mij 'n weldaad bewezen 1® «Hè? wat blief je? 'n weldaad «Welzeker, zie es aan als u niét ge» komen was, dan zou ik al 'n dag of wat onder weg geweest zijn en ik zou al die plasregens van de laatste dagen op m'n rug hebben ge» had! Nü heb ik hier, lekker droog, met 'n fijne sigaar en 'n mooi boek, dien regen tegen de ruiten hooren tikken en als ik nu morgen ga, heb ik alle kans op mooi weer«. Zóó hadden ze 't 's morgens bepraat. Overdag had Wim 't druk gehad met zijn toebereidselen, de fiets moest nagezien, bagage gepakt, 's middags was hij naar 't bad geweest en nu, alles gereed hebbende om morgen vroeg op te stijgen, geniet hij stil van 't vooruitzicht op zijn zwerftocht door 't vaderland. Tante Klasien vouwt haar krant op. Plotseling schiet haar,iets te binnen. «Vertel me nu toch es, Wim wal zijn eigen» lijk je plannen?® «Hoe bedoelt u, tante «Wel, je gaat naar de academiemaar ik weet waarlijk nog niet, waar je nu eigenlijk voor studeeren gaatrechten Wim kijkt nadenkend naar buiten. »'k Geloof niet, dat er een advocaat in mij schuilt, tantezegt hij met 'n glimlach. «Nuja!of je in de praktijk wilt gaan is van later zorg. Me dunkt, als je eerst den titel maar hebtIk had het er laatst met je oom nog overhij heeft nog al invloed, ook bij de bureaux in Den Haag hij wil je wel voorthelpen, als 't zoo na is maar 'n titel van meester»in»de»rechten heb je noodig, als je wat worden wilten och die is zoo moeilijk niet te halen, wordt er altijd gezegd. 't Is heel mooi van oom, - maar die studie trekt me héél niet aan.« «'Wat dan Medicijnen Wim schudt ontkennend het hoefd. «Ik denk in de theologie te studeeren®, zegt hij even later, opzettelijk langzaam, ter» wijl hij langs tante heen naar buiten kijkt, 't Was merkwaardig, tante te zien Totnogtoe heeft ze heel gewoon, op .den weinig betoonden conversatie»toon het besprek met Wim gevoerd, maar nu ineens krijgt ze 'n schrikze veert overeind in haar stoel zet zich strak en schrap, kijkt Wim onder» zoekend aan, of»ie 't nu méént dan wel haar in 't ootje neemt «Je zegt daarje wilt «Studeeren in de theologie, tante«, ant» woordt Wim die haar nu met zijn groote, blauwe oogen openhartig aanziet en toch ook wel schik heeft in tantes plotselinge schrik, of liever verbijstering, die niet grooter had kunnen zijn, wanneer hij als zijn voornemen had aangekondigd, onder de menscheneters te willen gaan, om hen te leeren voetballen. «In de theologie«, herhaalt hij. «Tenminste, als mama het goed vindt«. Mevrouw Vrugte kijkt hem met 'n blijden blik aan, doch zegt niets. Ze hebben 't over dit onderwerp den laat» sten tijd meer dan eens gehad, samen, en grootmama wéét een weinig wat er omgaat in Wim's hart; kent iets van zijn bezwaren en is eigenlijk zelf aangenaam verrast, dat Wim tegenover zijn tante met zooveel beslist» heid voor zijn studiekeus uitkomt. Maar 't stemt haar dankbaar en blij 1 Tante Klasien kan den blik niet van Wim afgewend krijgen Zij begrijpt dit verschijnsel niet. Hij is toch 'n volkomen gaaf exemplaar van het mannelijk geslacht; op een leeftijd gekomen dat men toch 'n min of meer hel» deren blik in zijn toekomst krijgen gaat, hij heeft zoo heelemaal niets van een dweper wat i s»ie niet 'n gezellige, vroolijke jongen geweest, de dagen aat zij hier isen nu ineens dit «Maar je schertst er toch mee Wim's gelaat betrekt een weinig. «Me dunkt, tanteik gaf u geen enkele reden, om dit van me te denken! Ik heb op 'n ernstige vraag een eerlijk antwoord ge» geven't zou van slechten smaak getuigen om van zoo iets 'n grapje te maken«. Tante zit uit het veld geslagen. «Kunt gij ons zeggen«, hebben wij ge» vraagd aan het slot van dit boeiende on» derhoud, «aan welken arbeid gij voortaan uw tijd wenscht te geven »Neen«. «Zult gij uwen publicistischen arbeid ge» héél staken «Ik zal ook in de toekomst van tijd tot tijd behoefte hebben, mij te uiten, 't Kan zijn, dat ik af en toe eens een tijdschrift» artikel lever«. De Graafschapper driestart Vereenzaamd. De openbare school is niet meer de school waaraan de natie gehecht is. Niet alleen zij, die voor hun kinderen Chr. onderwijs verlangden, hebben zich van haar afgewend ook zij, die van zóódanig onder» wijs niet willen weten, doch hun kroost even» min toevertrouwen aan socialistische volksop» voeders. De afbrokkeling gaat al verder. Behalve een stuk van het denkend deel der natie, schijnt nu ook het vrij»denkende deel haar den rug te willen toekeeren. In de dezer dagen gehouden vergadering van de vrijdenkersvereeniging «De Dageraad«, die vroeger zoo vurig de openbare school vereerde, werden thans ernstige klachten over haar geuit. Niet over den geest die daar heerscht. Ware dit het geval, dan zou er misschien reden zijn tot verheugenis. Maar over de schoolsche methode, die de aanraking met het leven te zeer deed missen en de school in een drilschool deed ontaar» den. Arme openbare school Steeds meer vereenzaamd. Invordering van Belastingen. Naar aanleiding van een schrijven van het R K. Vakbureau aan den minister van Finan» ciën over de inning van belastingen van werk» loozen heeft de minister geantwoord, dat de ontvangers bevoegd zijn minder dan het vast» gesteld maximum te doen inhouden of tijde» lijk algeheel uitstel van betaling te verkenen, terwijl de directeurs der directe belastingen, enz. zelfs bevoegd zijn om op grond van on» vermogen den aanslag geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden. De toepassing van deze voorschriften ten aanzien van bepaalde gevallen moet aan de betrokken ambtenaren worden overgelaten. Het Vakbureau heeft het antwoord van den Minister ter kennis gebracht van de Directeurs en ontvangers der Directe Belastingen en hun verzocht bij de invordering met de in vele gezinnen zonder eigen schuld ontstane moei» lijkheden ernstig rekening te willen houden door, indien noodig, den aanslag geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden, ofwel het tijdstip van de inning der belastinggelden te verschui» ven, ofwel de wekelijks te innen bedragen zoodanig te verlagen, dat redelijkerwijze kan worden aangenomen, dat bedoelde gezinnen niet al te zeer getroffen worden. Sociaaldemocratische kapitalisten. Het is een bekend verschijnsel, dat de heeren die altijd heftig op het kapitaal afgeven, in de practijk zeer groote vereerders van den Mammon zijn. Als alle anderen een deel van hun inkomsten moeten opofferen of vrijwillig afstaan, zegt een 'socialistisch Kamerlid, die mét niètsdoen, als ambtenaar op wachtgeld ook nog een slor» dige f 1000 in zijn zak steekt, dat hij van zijn armzalige f 5000 geen cent missen kan. En van den wachtgeldspensioentrekker uit Zaandam zwijgen we maar. In Duitschland 'n zelfde verschijnsel. Daar hebben de soc.»dem. kans gezien zich in de vier, vijf jaren, dat ze meeregeeren, het brandmerk der curruptie te drukken. Machthebbers en hun vriendjes \Y'steri zich telkens weer te be voordeelen. Soms op een wijze, dat de straf» rechter er aan te pas kwam. Ook in België krijgen de heeren den smaak te pakken. In de «Haagsche Post® wordt n.l. het volgende medegedeeld «Natuurlijk houdt het Belgische parlement zich niet uitsluitend bezig met de herstelkwestie. De Belgische afgevaardigden interesseeren zich in niet geringe mate voor hun eigen toekomst. Voor den oorlog ontvingen deze heeren een vergoeding van 4000 francs. De invoering van het algemeen kiesrecht op 21»jarigen leeftijd heeft het salaris der afgevaardigden doen ver» driedubbelen Zij hebben thans niet minder dan 12,000 francs jaarlijks plus gratis reizen op alle lijnen. Maar de heeren vinden, dat dit niet genoeg is. Enkele dagen geleden heb» ben enkele natuurlijk socialistische afge» vaardigden in een geheime zitting, voorgesteld om de wedde te verhoogen. Daar de grond» wet hun salaris vaststelt, hebben zij een ver» Maar ze kan er niet over zwijgen. «Dusje wiltdominee worden Ze heeft wat moeite, om 't woord uit te spreken. Niet, dat ze op zichzelf iets tegen den persoon heeft, of tegen zijn ambt, maar 't lijkt haar zóó absurd, dat de laatste Vrugte, de man die den naam moet ophouden en 't geslacht voortplanten'n dominees» carrière zoeken zal, dat ze 't woord zelf met moeite over haar lippen schuiven kan. Wim is nu weer uiterst kalm. «Jais daar wat tégen, tante «Tégenwat zal ik zeggen tégen Ze weet eigenlijk zelf niet, hoe ze uit haar woorden komen zal. Wim vindt steeds meer vermaak in tante's verwarring, maar houdt zich volkomen ernstig, ja zelfs een tikje geraakt. «De vraag is toch duidelijk, tante? U kijkt me aan, of ik met de meest wan» hopige en schrikvvekkende plannen ten op» zichte van mijzelf rondloopwaren we roomsch, dan kon u niet bezorgder kijken, als ik, de laatste mannelijke afstammeling der Vrugte's mijn voornemen te kennen gaf om in een klooster te gaanof mis» schien, als we roomsch waren zou u dat toe» juichen «Kun je begrijpen' Stel je voor: in 'n klooster zegt tante verontwaardigd, tegen antipapisme is ze nooit geheel immuun ge» weest. En dan, terugkeerend met haar gedachten, voegt ze 'r aan toe «Maar wat j ij wilt, lijkt me niet veel beter «Pardon, tante 't verschil is groot.» »'n Vrugte als dominee«, mort tante. Wim doet, ofsie haar niet hoort. »'t Verschil is groot«, spint hij den draad verder. «De monnik gaat u i t de wereld, i k hoop er in te blijven en zóó den Heer te dienen. De monnik sluit zich op in zijn cel, binnen dikke muren, i k hoop op een ruime pastorie met groote ramen, veel licht andering voorgesteld in de verhuizings» eri vacantiegelden. Maar het voorstel is niet in stemming gebrachthet is naar een commissie verwezen en negen tienden der kiezers hoopt, dat dit een beleefde vorm van afwijzen is. De politiek schijnt meer en meer een beroep te worden en de socialisten willen er graag een lucratief baantje van maken. Als de Belgische socialistische afgevaardigden eenmaal op de parlementaire banken zijn neergestreken, geven zij hun beroep eraan. Zij koesteren nog slechts één wensch, het baantje van afgevaardigde of Senaatslid te combineeren met dat van burgt meester of schepen. L'appétit vient en mar.» geant Zoo probeeren ook in België de kapitaal» haters er zooveel mogelijk van in de wacht te sleepen niet alleen, maar bederven boven» dien de politiek door zich zelf allerlei emo» lümenten toe te stoppen. De hoeders voor de belangen der gemeen» schap, willen er ook graag zooveel mogelijk van plukken. De meest geraffineerde kapitalist kan hun motieven niet verbeteren. (»N. Haagsche Crt.«) Lohman en de eenheid. Minister H. Colijn herdenkt in het week» blad «De Amsterdammer® De Savornin Loh» man «Vier dagen voor zijn sterven had ik, daartoe door hem aangezocht, nog het voor» recht een onderhoud van ongeveer anderhalf uur met hem te hebben. Een onderhoud dat nagenoeg geheel liep over de politieke toe» standen ten onzentin het verleden, het heden en de toekomst, En ook toen weer, als zoo vaak vroeger, trof mij het verlangen naar eenheid van hetgeen niet noodzakelijker» wijze gescheiden moest blijven. Zoo kan men verstaan, dat de indruk, dien men van Lohman kreeg, soms gedeeld moest zijn. Wie hem heeft zien toornen tegen wat hij onrecht achttewie hem met vuur zag op» komen voor dat hóógste volksgoed de vrij» heidwie de volharding mocht gadeslaan waarmee hij op hoop tegen hoop den kamp bleef voeren, die ziet in hem den nimmer moeden strijder alleen. Maar wie het voorrecht had hem wat intiemer te kennen en nu en dan een blik in het hart kon slaan, wist dat er in Lohman ook een o, zoo zachtmoedig Christen tot uiting kon ko» men. En zoo ligt er over dat leven dat wegvlood een glans van eenvoud, van toewijding, van trouw, van eerlijkheid, onverzettelijkheid en adeldom, die ontroert. Een leven dat als een lijn van licht zal blijven stralen, Een leven dat jongere geslachten tot ge» lijke beginseltrouw en gelijke zelfopoffering oproept«. De Koningin naar Tilburg. Naar de Msb.» mededeelt, is de koningin voornemens om in den loop der maand September een bezoek te brengen aan Tilburg, teneinde aldaar de officieele onthulling van het Willem II»standbeeld te kunnen bijwonen. »De Standaard®. De heer A. Oostra, tot nog toe adjunct directeur van «De Standaard« is tot directeur- benoemd van het hoofdorgaan der Anti»Rev. Partij in de plaats van wijlen den heer S. Bakker. MIDDELHARNIS. Centrale veiling voor Goeree en Overflakkee. Veiling van Woensdag 25 Juni 1924. Postelein f 4,— tot f 7,10 per 100 K.G. Peulen f 15,70 per 100 pond. Bloemk. Ie f 6,70 tot f 11,80 p. lOOstuks Bloemk. 2e f 4,— tot f 6,70 p. 100 stuks. Bloemkool 3e f 2,10 tot f 3,40 p. lOOstuks. Kropsla f 0,25 tot f 1,50 per 100 krop. Peen f 12,— per 100 bos. Selderij f 2,— per 100 bos. Aardbeien f 24,10 tot 26,50 per 100 pond. Boereboter f 1,08 per pond. ROTTERDAM, 24 Juni 1924 Op de heden in ons Veilingslokaal, Delft» schestraat 43, gehouden Veiling, werden de volgende prijzen besteed Kipeieren f Idem (klein) Idem extra zw. Eendeieren Ganseieren Kalkoeneieren Kievitseieren Middenprijs f Aanvoer 225000 stuks. DE ROTTERDAMSCHE VEILING en lucht en altijd met de buitenwereld in gemeenschap. .En Hij houdt plotseling op. «Wat wil je zeggen®-, vraagt tante. «Janu, u moogt 't ook wel weten Héél in 't verschiet, als ik den ganschen, langen weg eens heh afgelegd, dan hoop ik u nog eens te kunnen verrassen met 'n aller» liefst aangetrouwd nichtje«mama® zegt wel, dat ik meisjesschuw ben, maar »mama« is oud en jonge harten kent ze toch maar half De oude mevrouw kijkt hem glimlachend en vertrouwelijk aan. Maar tante Klasien is niet bevredigd. «Zié je dan niet, Wim! dat daar geen toekomst voor je in zitwat moet dat worden.dominee!?..... 'n Klein traktement en als je aanstaande vrouw geen mansinkomen aan kapitaal meebrengt, is 'tje leven lang armoe troef Tante kijkt haar moeder aan, of ze haar hulp inroepen wil. Mama is, nu jaóók »fijn«, maar die kent toch het leven! Maar mevrouw Vrugte zwijgt. Het is nü de ure van Wim. 't Duurt eenige oogenblikken, eer Wim antwoord geeft. Maar dan spreekt hij zacht, aarzelend, tóch weer met roerende zeker» heid «Tante! 't is op mijn leeftijd moeielijk om zoo iets te zeggenmaar nu u me pèrst, nu mag ik 't niet zwijgen u is bezorgd voor mijn toekomst en ik éér dat maar mijn toekomst is dan het best verzekerd, wanneer ik, geloovig, gewillig, met blijdschap, ga in den weg, waarin ik in m'n hart gevoel dat God mij hebben wil Tante Klasien haalt de schouders op. Het is een afgedane zaak Zij heeft gewaarschuwd, toen 't tijd was. (Wordt vervolgd.) 6.10 tot 8.70 -.- tot -.- tot 6.— tot 6.65 tot tot -.— tót

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1924 | | pagina 9