DERDE BLAD
«HocaesOOTsEs
Zaterdag 28 Juni 1924.
No. 3028.
Uit de Pers.
FEUILLETON
Binnenland.
Markt b ericfiten.
Laiad* en Tuinbouw.
6) In de Geslachten.
Flakk. Boerenbond.
Oude Tonge 25 .Juni 1924
Herkingen
Aan de Tweede Kamer der Staten Gene»
raai te s*Gravenhage.
Geeft met verschuldigden eerbied te kens
nen. Het Centraal Bestuur van Flakkeesche
Landbouwvereenigingen (Flakk. Boerens
bond) Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit
laatst van 18 September 1913 (St.bl. No. 36.
dat het met belangstelling kennis nam van
het aan Uwe Kamer gerichtte advies van
den Bond van Kaasproducten te Gouda van
25 April 1924 inzake het ontwerp van Wet
tot Wettelijke regeling van de Coöperatieve
Vereenigingen, terwijl het gaarne instems
ming betuigd met de daarin naar voren ges
brachte bezwaren en U eerbiedig verzoekt
zoodanige wijzigingen te willen voorstellen
dat aan deze bezwaren wordt tegemoet ges
komen.
't Welk doende
Het Dagelijksch Bestuur van den
Flakkeeschen Boerenbond
De w.n. Voorzitter
w.g.) P. v. SCHOUWEN
De Seci'etaris
(w.g) A. KEIJZER
Bij dit adres was gevoegd een toelichting
welke in het kort hierop neerkomt op 5 Juli
1919 is een staatscommissie benoemd welke
tot taak was gesteld na te gaan of de wet op
de Coöperatie herziening behoefde, en zoo ja
welke het verslag van dit onderzoek is met
een memorie van toelichting Zijne Excelentie
den Minister van Justitie aangeboden en komt
hierop neerDe wet op de coöperatie is oors
spronkelijk voor beperkt v'ereenigingsleven
bedoeld, langzamerhand heeft zich dit leven
dermate uitgezet dat wetswijziging noodzakes
lijk werd, hoewel er mag worden bijgevoegd
dat deze wet toch de mogelijkheid bood dat
ze voor het uitgebreider en grooter worden
het coöperatieve leven nog altijd ruimte had
geboden, en nu zegt de commissie dat de
oude wet het vereenigingsleven in hare vrije ont=
wikkeling heeft belemmerd. Tal van vereenigin»
gen zullen bij het hooren van deze conclus
sie zeker paf staan. De commissie zegt verder
dat door de bestaande wet zelfs processen zijn
ontstaan, of dit nu een gevolg is van de Wet
als zoodanig dan wel door leemten en gebre»
ken in de statuten der coöperaties staat er
niet bij. Art. 7b. bepaald dat zoolang dè Sta*
tuten niet zijn openbaar gemaakt en de vereenU
ging niet is ingeschreven in het Handelsregis
ter het bestuur der vereeniging persoonlijk vers
antwoordelijk is voor hare handelingen, dit
wordt tegenover de leden eene onbillijkheid
geacht. Het is den laatsten tijd voorgekomen
dat de leden eener coöperatie genoeglijk de
voordeelen hadden geplukt maar bij een tegen»
valler het bestuur in den steek lieten en voor
de gevolgen lieten opdraaien, dit mag niet in
de hand worden gewerkt. Bestuursfunctieszijn
meestal niet, of onvoldoende gesalarieerde
volstrekt geen benijdenswaardige baantjes en
daaraan mag men zulke risico niet verbinden.
In Art-, 17 wordt gesproken van »/'aar« bij
uittreding van een lid, beter ware te spreken
van »boekjaar« dit laat' te is een afgerond ge»
heel, terwijl men in het eerste geval ook ka»
lenderjaren er voor kan lezen als dat in de
kraam te pas komt. De Art. 20 en 26 zijn
eveneens niet zonder bedenking althans niet
heel duidelijk. Van ingrijpenden aard is Art.
11 daar breekt de commissie met het systeem
van ledenregisters waarin bij toe» en uittre»
ding het lid persoonlijk moet teekenen. Zij
motiveert deze opvatting door dit omslachtig
voor groote vereenigingen te noemen en zegt
dat het aanleiding tot chicane gaf. Hiertegen
wordt met kracht stelling genomen, het is
niet duidelijk waarom men het teekenen in
een ledenregister omslachtig kan noemen, noch
hoe daaruit chicane kan ontstaan, wanneer
zoo'n ledenregister goed wordt bijgehouden.
Wat zal er van terecht komen ivanneer de
noodige accuratesse ontbreekt, en de vereeni»
ging in ernstige moeilijkheden geraakt en de
leden met ruim geweten of zonder eergevoel
het zinkende schip willen verlaten, aan de
zekerheid van toe» en uittreding mogen nooit
overwegingen van omslachtigheid, en zeker
geen denkbeeldige afbreuk doen. Nooit krijgt
men beter zekerheid dan bij een eigen hana»
teekening. Vooral klemt dit bij uittredingen.
Het kan op een dag aankomen of een lid
een vol jaar langer verantwoordelijk blijft.
Dit heeft hij in zijn eigen hand door zijn ge»
dagteekende handteekening, bij onwil van de
zijde der vereeniging door den kantonrechter
dat is dan niet meer zoo, wanneer factoren,
postvertragen, zoek raken van brieven, of
niet moedwillig een rol gaan spelen.
En om dit nu te trachten te voorkomen
wordt in Art. 34 lid 3 het bestuur met zware
boeten bedreigd wanneer er in dien papier»
en paperassenwinkel over toe» en uittreding
iets niet, of niet goed bewaard is. Hier wordt
dus een fout van de kassier of een secretaris
met een onbillijkheid weggewerkt. De vraag
mag gesteld of het bestuur van een groote
vereeniging, of een leenbank verantwoorde»
lijk kan en behoort te worden gesteld voor
de ontvangst in boeken ordenen enz. van alles
wat betrekking heeft op toe» en uittreding
van leden. Men zal op deze wijze de bestuurs»
leden op de vlucht jagen. Art. 18 schept de
mogelijkheid een coöperatie op te richten zon»
der eenig individueele verantwoordelijkheid
der leden men zou dit immoreel kunnen
noemen. Wanneer iemand zaken begint en
het blijkt achteraf dat hij geen cetn bezat maar
slechts op den rug van argeloöze menschen
zaken deed om bij winst dit zelf op te strij»
ken en bij verlies de crediteuren naar hun
centen laat tluiten, dan noemt men dezulken
oplichters. En nu zou een coöperatie die naast
finantieele belangeh ook nog idealen nastreeft
alzoo mogen gaan handelen Een fatsoenlijk
man die een zaak begint steekt er zijn eigen
kapitaal in hetwelk dient om bij verlies zijn
verplichtingen te kunnen nakomen. Gaat me
coöpereeren dan doen de leden met elkaar
zaken men draagt samen het verlies, maar het
moet uitgesloten zijn dat men den afgeloo»
zen leverancier of geldschteter een artikel uit
de statuten kan voorleggen waaruit de ver»
antwoordelijkheid is uitgesloten. Tot nu wer»
den coöperaties in ons land vertrouwd dat
moet zoo blijven. Aan het slot wordt erkend
dat het geleverde werk der commissie waar»
deering verdient, doch dat alle voorgestelde
wijzigingen niet zijn te verdedigen.
Hooge productiecijfers.
In het «Friesch Landbouwblad® wordt mei»
ding gemaakt van een tweetal koeien met
hooge productiecijfers.
De eene koe, Lemstra III, gaf in de lactatie»
periode 21 Nov. 1920—13 Oct. 1921 8715 kg.
melk (vet gem. 3.46 pet., boter 327 kg 1in
de lactatie»periode 11 Juli 1922—9 Juni 1923
7609 kg. melk (vet gem. 3,57 pet., boter 295
kg.).
De tweede koe, Beintema II, gaf in de lactatie»
periode 1923/1924 (322 dagen) 9021 kg. melk
(vet gem 3.45 petboter 337 kg.).
Wij brengen in herinnering, dat een boter»
productie van ongeveer 150 kg. per ijaar voor
een koe van het zwartbonte ras het gemiddel»
de is.
Raak en scherp hekelt de »Maasbode« de
houding der roode volksmenners inzake het
Twentsche conflict.
Steenen voor brood.
Het Twentsche textiebconflict heeft zeven
weken langer geduurd dan noodig was.
Door de schuld van de roode volksmen»
ners, die hun volgelingen weer eens aan een
avontuur hebben gewaagd, wij wezen er
reeds op.
Ze wilden het onderste uit de kanmet
het bekende gevolg.
Terecht zegt het de »volkskrant« aldus:
Voor het eerst hadden de Twentsche in»
dustrieelen het hoofd gebogen en waren ze
tegemoet gekomen aan de eischen uit het
werkliedenkamp gesteld.
Dit was een, ook moreele, overwinning
voor de werklieden.
Indien Stenhuis verstandig en nuchter
ware geweest, had hij zich daarmee voor
heden vergenoegd.
Maar hij heeft zijn eigen kracht overschat,
öf hij heeft gehandeld onder den invloed
der communistische acjie.
En verder heet het daji nog
De heer Stenhuis heeft niets bereikt.
Indien dit een les voor hem is, kan hij
er uit leeren voor de toekomst.
Maar er kan ook nog iets bedorven wor»
den voor de toekomst.
Dan n.l. als Stenhuis, in plaats van in
zich zelf te keeren, een zondebok gaat zoe»
ken, zooals de communisten niet zullen
aarzelen hem tot hun zondebok te maken.
De Christelijke organisaties hebben zich
zelf niets te verwijtenzij hebben loyaal
gehandeld zooals verstandige menschen be»
taamt.
Maar indien Stenhuis, Kleerekooper en
anderen met hun goedkoopen spot op hen
blijven afgeven, zal het eenige resultaat zijn
bemoeilijking der samenwerking in de toe»
komst.
In 't Twentsche geval hebben Stenhuis
c.s. niet uitgemund dóór tactische bekwaam»
heid.
Zij kunnen onder dit opzicht beterschap
toonen, maar zij kunnen ook in hun fout
volharden en die verzwaren.
Afgewacht moet worden, welken kant de
heeren uit willen.
Afgewacht behoeft er al niet meer te wor»
den.
Zaterdagavond trekt de heer Kleerekooper
reeds van leer in «Het Volk®. Een «eere»
saluut« aan de stak (k) ers, die het onder zijn
commando zoo lang hebben volgehouden
(nota bene ze liepen bij bosjes weg en de
groep »wakkere mannen« slonk met den dag
maar daarnaast
En zij gaan de fabriek weer in, na door
«Kroeg, Kapitaal en Kerk« te zijn verraden
en verkocht.
Dezen zwaren gang door de fabriekspoort
maken wij met hen mede, in onze gedach»
ten. Weet het goed, makkers in Twenthe,
dat èlk van ons dezen gang met u mee»
maakt. Onze gedachte gaat voor u uit. Onze
bewondering is naast a. Onze dankbaarheid
volgt u. Smaad noch. vernedering kunnen
u genaken. Onze gedachten zijn om u heen
als een wacht om u te schutten en te eeren.
En zoo men u hoont, weet het wèl de
kroon, die pikt en pijnt, is het herkennings»
teeken van wie op verlossen uitging en de
voorhof der opstanding.
Met deze troostwoorden, met deze erger»
lijke profonatie moeter, de slachtoffers van
het roode driemanschap het maar doen.
Steenen voor brood, pok nu nog.
Maar de zondebok is' er.
De rechtsche vakbonden zijn de verraders,
in slavendienst van de Kerk
En achter een stroom van scheldwoorden
pogen de helden hun armzalige figuur te
maskeeren.
Zooals wij gelezen hebben heeft Prof.
Fabius na vijftien jaren zijn maandschrift
«Studiën en Schetsen« b.eëndigd.
Een verslaggeefster van het »Hbl.« heeft
den ouden principieelen voorvechter, naar
aanleiding hiervan eens geïnterviewd
Uit het interesant verlag dat zij van dit
onderhoud in haar blad gaf nemen we het
volgende over
«Acht sntwintig (aar lid van den Am»
sterdamschen gemeenteraad, twee en twin»
tig jaar zitting in de Staten van Noord»
Holland, een en veertig jaar professor. Dat
was mijn jeugd.
«En nu in mijn rijpere jeugd, maak ik
deel uit van den raad van State«
«Bevalt u die werkkring
«Zeker, de beraadslagingen zijn minder
rumoerig dan die van den Amsterdamschen
Raad, de sfeer is er kalmer. Het werk geeft
riiet altijd voldoeningook is bedenkelijk,
dat nu en dan wetten verschijnen met het
opschriftgehoord den Raad van State, of»
schoon dat lichaam over die wetten slechts
betrekkelijk is gehoord. Gelijk dit in sterke
mate het geval kan worden met de Lager
Onderwijswetimmers zag de Raad van State
wèl de thans ingetrokken voorstellen van den
minister van Ónderwijs, maar niet wat daar»
voor in de plaats trad. x
«Mijn werkkring is overigens naar mijn
zin, en Den Haagals woonplaats bevalt mij.
Ik geniet er van het natuurschoon, zooals
ik in Amsterdam van het stadschoon genoot.
En het slotstuk van het interview
Fabius, de hoogleeraar, de magistraat, de
publicist. Vijftien jaren lang heeft hij elke
maand een kring van belangstellenden ver»
gast, vermaakt, geërgerd. En nu is, deze
maa.nd, het laatste nummer van zijn «Stu»
dieën en Schetsen® verschenen.
't Is een dag verder Maandagavond.
Ze zitten in de serre gezellig bijeen Mama,
die 'n kous maast, ondanks haar hoogen
leeftijd heeft ze nog een vaste hand en ver
toont het steken»mozaïk geen enkele afwijking
tante Klasien wier hoofdpijn thans «weg en
verzwonden« is en die 't plaatselijk adver»
tentieblaadje voor den tienden keer aftuurt
en Wim, die niets doet, na de vele en veler»
lei bezigheden van den dag.
Want morgen vroeg trapt hij af.
't Is nu uitgezocht zomerweerde wegen
zijn nog wat gebonden na de regens der
vorige week de barometer gaat sinds Zondag»
morgen gestadig vooruithet «dagelijksch
weerbericht« maakt melding van een »hoog«,
dat zich juist op de rechte atmosferische plek
genesteld heeft, om ettelijke dagen gestadig,
mooi weèr te .mogen verwachten.
Dan is 't nü dus Wim's tijd.
't Ergste, dat hem overkomen kan op zijn
tocht, is een plaatselijke donderbuimaar
hiertegen is hij behoorlijk gewapend.
Tante vond z'n plan »uniek«.
«Je bent toch, hoop ik, voor mij niet thuis»
gebleven
«Stel u gerust tante lachte Wim.
«Maar je had je plan al gemaakt«, vertelde
je zoo even.
«Nu jaen toen we plotseling hoor»
den, dat kwam, toen heb ik 't natuurlijk
een dag of wat uitgesteld'k heb im»
mers al den tijd!
«Prachtig maar toch 't spijt me
«Och, tantepraat er niet overU hebt
mij 'n weldaad bewezen 1®
«Hè? wat blief je? 'n weldaad
«Welzeker, zie es aan als u niét ge»
komen was, dan zou ik al 'n dag of wat onder
weg geweest zijn en ik zou al die plasregens
van de laatste dagen op m'n rug hebben ge»
had! Nü heb ik hier, lekker droog, met 'n
fijne sigaar en 'n mooi boek, dien regen tegen
de ruiten hooren tikken en als ik nu morgen
ga, heb ik alle kans op mooi weer«.
Zóó hadden ze 't 's morgens bepraat.
Overdag had Wim 't druk gehad met zijn
toebereidselen, de fiets moest nagezien,
bagage gepakt, 's middags was hij naar 't bad
geweest en nu, alles gereed hebbende om
morgen vroeg op te stijgen, geniet hij stil
van 't vooruitzicht op zijn zwerftocht door 't
vaderland.
Tante Klasien vouwt haar krant op.
Plotseling schiet haar,iets te binnen.
«Vertel me nu toch es, Wim wal zijn eigen»
lijk je plannen?®
«Hoe bedoelt u, tante
«Wel, je gaat naar de academiemaar
ik weet waarlijk nog niet, waar je nu eigenlijk
voor studeeren gaatrechten
Wim kijkt nadenkend naar buiten.
»'k Geloof niet, dat er een advocaat in mij
schuilt, tantezegt hij met 'n glimlach.
«Nuja!of je in de praktijk
wilt gaan is van later zorg. Me dunkt, als je
eerst den titel maar hebtIk had het er laatst
met je oom nog overhij heeft nog al
invloed, ook bij de bureaux in Den Haag
hij wil je wel voorthelpen, als 't zoo na is
maar 'n titel van meester»in»de»rechten heb je
noodig, als je wat worden wilten och
die is zoo moeilijk niet te halen, wordt er
altijd gezegd.
't Is heel mooi van oom, - maar die
studie trekt me héél niet aan.«
«'Wat dan Medicijnen
Wim schudt ontkennend het hoefd.
«Ik denk in de theologie te studeeren®,
zegt hij even later, opzettelijk langzaam, ter»
wijl hij langs tante heen naar buiten kijkt,
't Was merkwaardig, tante te zien
Totnogtoe heeft ze heel gewoon, op .den
weinig betoonden conversatie»toon het besprek
met Wim gevoerd, maar nu ineens krijgt ze
'n schrikze veert overeind in haar stoel
zet zich strak en schrap, kijkt Wim onder»
zoekend aan, of»ie 't nu méént dan wel haar
in 't ootje neemt
«Je zegt daarje wilt
«Studeeren in de theologie, tante«, ant»
woordt Wim die haar nu met zijn groote,
blauwe oogen openhartig aanziet en toch ook
wel schik heeft in tantes plotselinge schrik,
of liever verbijstering, die niet grooter had
kunnen zijn, wanneer hij als zijn voornemen
had aangekondigd, onder de menscheneters
te willen gaan, om hen te leeren voetballen.
«In de theologie«, herhaalt hij. «Tenminste,
als mama het goed vindt«.
Mevrouw Vrugte kijkt hem met 'n blijden
blik aan, doch zegt niets.
Ze hebben 't over dit onderwerp den laat»
sten tijd meer dan eens gehad, samen, en
grootmama wéét een weinig wat er omgaat
in Wim's hart; kent iets van zijn bezwaren
en is eigenlijk zelf aangenaam verrast, dat
Wim tegenover zijn tante met zooveel beslist»
heid voor zijn studiekeus uitkomt.
Maar 't stemt haar dankbaar en blij 1
Tante Klasien kan den blik niet van Wim
afgewend krijgen
Zij begrijpt dit verschijnsel niet.
Hij is toch 'n volkomen gaaf exemplaar
van het mannelijk geslacht; op een leeftijd
gekomen dat men toch 'n min of meer hel»
deren blik in zijn toekomst krijgen gaat,
hij heeft zoo heelemaal niets van een dweper
wat i s»ie niet 'n gezellige, vroolijke jongen
geweest, de dagen aat zij hier isen nu
ineens dit
«Maar je schertst er toch mee
Wim's gelaat betrekt een weinig.
«Me dunkt, tanteik gaf u geen enkele
reden, om dit van me te denken! Ik heb
op 'n ernstige vraag een eerlijk antwoord ge»
geven't zou van slechten smaak getuigen
om van zoo iets 'n grapje te maken«.
Tante zit uit het veld geslagen.
«Kunt gij ons zeggen«, hebben wij ge»
vraagd aan het slot van dit boeiende on»
derhoud, «aan welken arbeid gij voortaan
uw tijd wenscht te geven
»Neen«.
«Zult gij uwen publicistischen arbeid ge»
héél staken
«Ik zal ook in de toekomst van tijd tot
tijd behoefte hebben, mij te uiten, 't Kan
zijn, dat ik af en toe eens een tijdschrift»
artikel lever«.
De Graafschapper driestart
Vereenzaamd.
De openbare school is niet meer de school
waaraan de natie gehecht is.
Niet alleen zij, die voor hun kinderen Chr.
onderwijs verlangden, hebben zich van haar
afgewend ook zij, die van zóódanig onder»
wijs niet willen weten, doch hun kroost even»
min toevertrouwen aan socialistische volksop»
voeders.
De afbrokkeling gaat al verder.
Behalve een stuk van het denkend deel der
natie, schijnt nu ook het vrij»denkende deel
haar den rug te willen toekeeren.
In de dezer dagen gehouden vergadering
van de vrijdenkersvereeniging «De Dageraad«,
die vroeger zoo vurig de openbare school
vereerde, werden thans ernstige klachten over
haar geuit.
Niet over den geest die daar heerscht.
Ware dit het geval, dan zou er misschien
reden zijn tot verheugenis.
Maar over de schoolsche methode, die de
aanraking met het leven te zeer deed missen
en de school in een drilschool deed ontaar»
den.
Arme openbare school
Steeds meer vereenzaamd.
Invordering van Belastingen.
Naar aanleiding van een schrijven van het
R K. Vakbureau aan den minister van Finan»
ciën over de inning van belastingen van werk»
loozen heeft de minister geantwoord, dat de
ontvangers bevoegd zijn minder dan het vast»
gesteld maximum te doen inhouden of tijde»
lijk algeheel uitstel van betaling te verkenen,
terwijl de directeurs der directe belastingen,
enz. zelfs bevoegd zijn om op grond van on»
vermogen den aanslag geheel of gedeeltelijk
kwijt te schelden.
De toepassing van deze voorschriften ten
aanzien van bepaalde gevallen moet aan de
betrokken ambtenaren worden overgelaten.
Het Vakbureau heeft het antwoord van den
Minister ter kennis gebracht van de Directeurs
en ontvangers der Directe Belastingen en hun
verzocht bij de invordering met de in vele
gezinnen zonder eigen schuld ontstane moei»
lijkheden ernstig rekening te willen houden
door, indien noodig, den aanslag geheel of
gedeeltelijk kwijt te schelden, ofwel het tijdstip
van de inning der belastinggelden te verschui»
ven, ofwel de wekelijks te innen bedragen
zoodanig te verlagen, dat redelijkerwijze kan
worden aangenomen, dat bedoelde gezinnen
niet al te zeer getroffen worden.
Sociaaldemocratische kapitalisten.
Het is een bekend verschijnsel, dat de heeren
die altijd heftig op het kapitaal afgeven, in
de practijk zeer groote vereerders van den
Mammon zijn.
Als alle anderen een deel van hun inkomsten
moeten opofferen of vrijwillig afstaan, zegt
een 'socialistisch Kamerlid, die mét niètsdoen,
als ambtenaar op wachtgeld ook nog een slor»
dige f 1000 in zijn zak steekt, dat hij van zijn
armzalige f 5000 geen cent missen kan. En van
den wachtgeldspensioentrekker uit Zaandam
zwijgen we maar.
In Duitschland 'n zelfde verschijnsel. Daar
hebben de soc.»dem. kans gezien zich in de vier,
vijf jaren, dat ze meeregeeren, het brandmerk
der curruptie te drukken. Machthebbers en
hun vriendjes \Y'steri zich telkens weer te be
voordeelen. Soms op een wijze, dat de straf»
rechter er aan te pas kwam.
Ook in België krijgen de heeren den smaak
te pakken. In de «Haagsche Post® wordt n.l.
het volgende medegedeeld
«Natuurlijk houdt het Belgische parlement
zich niet uitsluitend bezig met de herstelkwestie.
De Belgische afgevaardigden interesseeren zich
in niet geringe mate voor hun eigen toekomst.
Voor den oorlog ontvingen deze heeren een
vergoeding van 4000 francs. De invoering van
het algemeen kiesrecht op 21»jarigen leeftijd
heeft het salaris der afgevaardigden doen ver»
driedubbelen Zij hebben thans niet minder
dan 12,000 francs jaarlijks plus gratis reizen
op alle lijnen. Maar de heeren vinden, dat
dit niet genoeg is. Enkele dagen geleden heb»
ben enkele natuurlijk socialistische afge»
vaardigden in een geheime zitting, voorgesteld
om de wedde te verhoogen. Daar de grond»
wet hun salaris vaststelt, hebben zij een ver»
Maar ze kan er niet over zwijgen.
«Dusje wiltdominee worden
Ze heeft wat moeite, om 't woord uit te
spreken. Niet, dat ze op zichzelf iets tegen
den persoon heeft, of tegen zijn ambt, maar
't lijkt haar zóó absurd, dat de laatste Vrugte,
de man die den naam moet ophouden en 't
geslacht voortplanten'n dominees»
carrière zoeken zal, dat ze 't woord zelf met
moeite over haar lippen schuiven kan.
Wim is nu weer uiterst kalm.
«Jais daar wat tégen, tante
«Tégenwat zal ik zeggen
tégen
Ze weet eigenlijk zelf niet, hoe ze uit haar
woorden komen zal.
Wim vindt steeds meer vermaak in tante's
verwarring, maar houdt zich volkomen ernstig,
ja zelfs een tikje geraakt.
«De vraag is toch duidelijk, tante?
U kijkt me aan, of ik met de meest wan»
hopige en schrikvvekkende plannen ten op»
zichte van mijzelf rondloopwaren we
roomsch, dan kon u niet bezorgder kijken,
als ik, de laatste mannelijke afstammeling
der Vrugte's mijn voornemen te kennen gaf
om in een klooster te gaanof mis»
schien, als we roomsch waren zou u dat toe»
juichen
«Kun je begrijpen' Stel je voor: in 'n
klooster zegt tante verontwaardigd, tegen
antipapisme is ze nooit geheel immuun ge»
weest.
En dan, terugkeerend met haar gedachten,
voegt ze 'r aan toe «Maar wat j ij wilt, lijkt
me niet veel beter
«Pardon, tante 't verschil is groot.»
»'n Vrugte als dominee«, mort tante.
Wim doet, ofsie haar niet hoort.
»'t Verschil is groot«, spint hij den draad
verder. «De monnik gaat u i t de wereld, i k
hoop er in te blijven en zóó den Heer te
dienen. De monnik sluit zich op in zijn cel,
binnen dikke muren, i k hoop op een
ruime pastorie met groote ramen, veel licht
andering voorgesteld in de verhuizings» eri
vacantiegelden. Maar het voorstel is niet in
stemming gebrachthet is naar een commissie
verwezen en negen tienden der kiezers hoopt,
dat dit een beleefde vorm van afwijzen is. De
politiek schijnt meer en meer een beroep te
worden en de socialisten willen er graag een
lucratief baantje van maken. Als de Belgische
socialistische afgevaardigden eenmaal op de
parlementaire banken zijn neergestreken, geven
zij hun beroep eraan. Zij koesteren nog slechts
één wensch, het baantje van afgevaardigde of
Senaatslid te combineeren met dat van burgt
meester of schepen. L'appétit vient en mar.»
geant
Zoo probeeren ook in België de kapitaal»
haters er zooveel mogelijk van in de wacht
te sleepen niet alleen, maar bederven boven»
dien de politiek door zich zelf allerlei emo»
lümenten toe te stoppen.
De hoeders voor de belangen der gemeen»
schap, willen er ook graag zooveel mogelijk
van plukken.
De meest geraffineerde kapitalist kan hun
motieven niet verbeteren.
(»N. Haagsche Crt.«)
Lohman en de eenheid.
Minister H. Colijn herdenkt in het week»
blad «De Amsterdammer® De Savornin Loh»
man
«Vier dagen voor zijn sterven had ik,
daartoe door hem aangezocht, nog het voor»
recht een onderhoud van ongeveer anderhalf
uur met hem te hebben. Een onderhoud dat
nagenoeg geheel liep over de politieke toe»
standen ten onzentin het verleden, het
heden en de toekomst, En ook toen weer,
als zoo vaak vroeger, trof mij het verlangen
naar eenheid van hetgeen niet noodzakelijker»
wijze gescheiden moest blijven.
Zoo kan men verstaan, dat de indruk, dien
men van Lohman kreeg, soms gedeeld moest
zijn.
Wie hem heeft zien toornen tegen wat hij
onrecht achttewie hem met vuur zag op»
komen voor dat hóógste volksgoed de vrij»
heidwie de volharding mocht gadeslaan
waarmee hij op hoop tegen hoop den kamp
bleef voeren, die ziet in hem den nimmer
moeden strijder alleen.
Maar wie het voorrecht had hem wat intiemer
te kennen en nu en dan een blik in het hart
kon slaan, wist dat er in Lohman ook een o,
zoo zachtmoedig Christen tot uiting kon ko»
men.
En zoo ligt er over dat leven dat wegvlood
een glans van eenvoud, van toewijding, van
trouw, van eerlijkheid, onverzettelijkheid en
adeldom, die ontroert.
Een leven dat als een lijn van licht zal
blijven stralen,
Een leven dat jongere geslachten tot ge»
lijke beginseltrouw en gelijke zelfopoffering
oproept«.
De Koningin naar Tilburg.
Naar de Msb.» mededeelt, is de koningin
voornemens om in den loop der maand
September een bezoek te brengen aan Tilburg,
teneinde aldaar de officieele onthulling van
het Willem II»standbeeld te kunnen bijwonen.
»De Standaard®.
De heer A. Oostra, tot nog toe adjunct
directeur van «De Standaard« is tot directeur-
benoemd van het hoofdorgaan der Anti»Rev.
Partij in de plaats van wijlen den heer S.
Bakker.
MIDDELHARNIS.
Centrale veiling voor Goeree en Overflakkee.
Veiling van Woensdag 25 Juni 1924.
Postelein f 4,— tot f 7,10 per 100 K.G.
Peulen f 15,70 per 100 pond.
Bloemk. Ie f 6,70 tot f 11,80 p. lOOstuks
Bloemk. 2e f 4,— tot f 6,70 p. 100 stuks.
Bloemkool 3e f 2,10 tot f 3,40 p. lOOstuks.
Kropsla f 0,25 tot f 1,50 per 100 krop.
Peen f 12,— per 100 bos.
Selderij f 2,— per 100 bos.
Aardbeien f 24,10 tot 26,50 per 100 pond.
Boereboter f 1,08 per pond.
ROTTERDAM, 24 Juni 1924
Op de heden in ons Veilingslokaal, Delft»
schestraat 43, gehouden Veiling, werden de
volgende prijzen besteed
Kipeieren f
Idem (klein)
Idem extra zw.
Eendeieren
Ganseieren
Kalkoeneieren
Kievitseieren
Middenprijs f
Aanvoer 225000 stuks.
DE ROTTERDAMSCHE VEILING
en lucht en altijd met de buitenwereld in
gemeenschap. .En
Hij houdt plotseling op.
«Wat wil je zeggen®-, vraagt tante.
«Janu, u moogt 't ook wel weten
Héél in 't verschiet, als ik den ganschen,
langen weg eens heh afgelegd, dan hoop ik
u nog eens te kunnen verrassen met 'n aller»
liefst aangetrouwd nichtje«mama®
zegt wel, dat ik meisjesschuw ben, maar
»mama« is oud en jonge harten kent ze toch
maar half
De oude mevrouw kijkt hem glimlachend
en vertrouwelijk aan.
Maar tante Klasien is niet bevredigd.
«Zié je dan niet, Wim! dat daar geen
toekomst voor je in zitwat moet
dat worden.dominee!?..... 'n Klein
traktement en als je aanstaande vrouw geen
mansinkomen aan kapitaal meebrengt, is 'tje
leven lang armoe troef
Tante kijkt haar moeder aan, of ze haar
hulp inroepen wil.
Mama is, nu jaóók »fijn«, maar die
kent toch het leven!
Maar mevrouw Vrugte zwijgt.
Het is nü de ure van Wim.
't Duurt eenige oogenblikken, eer Wim
antwoord geeft. Maar dan spreekt hij zacht,
aarzelend, tóch weer met roerende zeker»
heid
«Tante! 't is op mijn leeftijd moeielijk om
zoo iets te zeggenmaar nu u me
pèrst, nu mag ik 't niet zwijgen u is
bezorgd voor mijn toekomst en ik éér dat
maar mijn toekomst is dan het best verzekerd,
wanneer ik, geloovig, gewillig, met blijdschap,
ga in den weg, waarin ik in m'n hart gevoel
dat God mij hebben wil
Tante Klasien haalt de schouders op.
Het is een afgedane zaak
Zij heeft gewaarschuwd, toen 't tijd was.
(Wordt vervolgd.)
6.10 tot 8.70
-.- tot -.-
tot
6.— tot 6.65
tot
tot -.—
tót