EN
voor de Ziiidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO YINCES
W!
No. 3027
WOENSDAG 25 JUNI 1924
39STE JAARGANG
Idorp
J GILS
Uit de Pers.
BSi
Nieters en
DKOOP
TEL. 31006
TEL. 11149
O AM
EER
[JZEN
APÏER
BT 55 EN 57
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers
Gemeenteraad.
r
- -
I
"u
?aarzamer
fRIClTEIT
teriliseeren
ZIEN
piglillLLfH
■alle metalen
[n en prijzen
IOOIRIJVEN
HAARSPIT.
SIKKELS
ËAS
SLANG
GIETERS
SPADEN
HARKEN
SCHOFFELS
IGIETERS,
kCHINES
'DRAAD
ÏMAN
OTTERDAM
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling.
BÜ1TENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaajsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Vs Lohman en Kuyper.
Enkele bladen van Links, moesten nu waar*
lijk nog es weer probeeren of ze ons, anti*
revolutionairen, niet konden prikkelen, door
in hun artikelen over Lohman hèm uit te
spelen tegen Kuyper.
Alleen de N. R. C. deed 't andersom.
Die bij 't sterven van Kuyper alléén stond
Links als »groote pers«, die te klein was om
den doode waardiglijk te eeren.
N u werd op Kuypers graf een palm gelegd.
»Toen Kuyper stierf, viel er een eik in 't
woud« schrijft het blad. Thans, wou het zeg*
gen, was 't lang zóó'n slag niet
Zoo blijft dit blad maar »klein«
Als 't maar tegen de »fijnen« gaat!
Onder ons heeft niemand zich 1 a t en prik*
kelen en onze gansche a.r. pers heeft Lohman
in zijn groote verdienste erkend.
Wil dit nu zeggen, dat we na hun dood,
over 't geen tusschen Kuyper en Lohman in
(schil lag, zullen zwijgen en er de spons
(ver halen? In geenen deele. Straks als de
graven wat begroeid zijn, kan zelfs meer ob*
ctieve bespreking volgen.
Op één punt wón Lohman 't van Kuyper
Op het punt der schoolwetgeving.
De verkregen oplossing, dat gaven we van
meet af grif toe, is veel meer geweest in
den geest van Lohman, dan in dien van Kuy*
per. Doch zelfs een Schoolwet is er niet een
der Meden en Perzen. En zou zelfs Lohman
niet, nog vóór zijn dood, in meer dan één
opzicht door de werking der Wet van '20
teleurgesteld zijn
'V Verstandige maatregel
't Voorkomt zeker tijdverlies,
't Geeft misschién eenige besparing
Als n.l. de voorgenomen maatregel doorgaat,
om de rente uit Ouderdoms* en Invaliditeits*
fonds niet meer elke acht dagen, maar om de
IfflÉkr weken te betalen
Iw
Maar of 't verstandig zou' zijn
We lazen het volgende bericht
Het Burgerlijk Armbestuur te Maastricht
heeft aan den minister van arbeid een brief
gericht, waarin dat bestuur er op wijst, dat
de voorgenomen maatregel om Invaliditeits*
en Ouderdomsrente niet meer wekelijks,
doch om de vier weken uit te betalen, niet
in het belang is te achten van die rente*
trekkers wier rente hun eenige of nagenoeg
eenige inkomst is. Een gevolg van dien
maatregel zou zijn, dat de betrokkenen in
kleine winkels op crediet zullen koopen, in
afwachting der te ontvangen rente, met al
de bekende nadeelige gevolgen daarvan,
terwijl verder van deze kleine menschen,
die van den eenen dag in den anderen leven,
nog te verwachten is dat wanneer zij een
voor hen betrekkelijk groot bedrag in han*
den krijgen, de besteding hiervan niet altijd
even doelmatig zal zijn.
Daarom werd verzocht om van den voor*
genomen maatregel af te zien, althans een
weg te zoeken dat de rentetrekkers die ge*
meld bestuur op het oog heeft, de rente
wekelijks zullen kunnen blijven ontvangen.
Hierin is heel wat waars.
En er wordt niets in ten nadeele of tot
^.einachting der rentetrekkers gezegd. Maar
t is een feitop hoogen leeftijd verzwakt óók
de eertijds misschien zelfs zeer krachtige wil
en moet men soms wel eens door een zacht
hjntje zulke oudjes wat tegen zichzelf be*
schermen.
t Is nu al zoolang per week goed gegaan
Ons dunkt, als er geen bepaald ernstige re*
dcnen ter verandering zijn, dan moet het voor*
loopig zoo maar blijven.
Werk der Beschaving.
»Trek u uit Indië terug
»Laat dat volk aan zichzelf over en maak
net niet ongelukkig met uw zoogenaamde
A estersche beschaving
Zulke uitspraken hoort men soms.
Niet van ónzen kant, maar er zijn dan toch
menschen, die in het Nederlandsch bestuur
over Indië niets anders zien dan onderdruk*
king en exploitatie, om daarginds te halen
•vat te halen is, ons Nederland, of liever een
klein clubje Nederlandsche industrieelen en
kapitalisten te verrijken ten koste der be vol*
king daarginds.
Overtuigen kan men die lieden nooit,
doch is 't goed, af en toe de feiten te laten
spreken.
Daar hebt ge een land, ten opzichte waar*
van wij ongetwijfeld heel wat hebben goed
te maken Atjeh.
Wat zou het zijn zónder ons
Nog steeds 'n halve wildernis.
'n Onderdrukt volk, geregeerd door zich*
zelf verrijkende grooten en in menig opzicht
op zeer lagen trap van beschaving.
En laat nu getuigen, wie er komt.
Alom welvaart, beschaving, ontwikkeling.
En 't is er Nederland waarlijk niet alleen
om te doen te bevorderen datgene wat geld
in 't laadje brengt, maar wel degelijk doet
het, wat kan om groote, begeerlijke dingen
voor Atjeh tot stand te brengen.
Pas lazen we daar er 'n staaltje van.
Zoo wordt thans met kracht doorgezet de
stichting van een naar alle eischen des tijds
ingericht gesticht voor krankzinnigen.
Men schat hun aantal in Atjeh op 1200.
De bevolking wist er geen raad mee.
Behandelde hen als gevaarlijke beesten.
Zoo vonden onze menschen er eens een,
die jaar en dag. met een zwaren ketting aan
een boomstronk in de open lucht vastgeklon*
ken was geweest, zoodat hij weinig mensche*
lijks meer had
Anderen werden kromgesloten in 'n blok.
En we zouden er niet voor willen instaan,
dat soms niet erger dingen gebeurden.
Nu wordt dit straks goeddeels verholpen.
De Atjehers zelf zijn er ten zeerste mee
ingenomen, wat geen wonder is, en men
heeft 'n voorbeeld te meer dat de »Kompenie«
ook wat bréngt en niet alleen belasting en
diensten van de bevolking haalt.
De Smokkel
'n Spoedwetje tegen dranksmokkel verscheen.
Twee der voornaamste bepalingen zijn wel.
dat de rechter den smokkelaar ook gevangenis*
straf zal kunnen opleggen en ten tweede, dat
het voertuig, waarmee gesmokkeld wordt, kan
worden verbeurd verklaard.
Ook loopen de grensbewoners, die den
smokkelaar heimelijk helpen, heel wat gauwer
tegen de lamp.
Worde het spoedig ingevoerd
En moge het verbetering brengen.
Anders worden de oostgrenzen van ons land
een waar slagveld en wordt Zuid*Limburg een
jeneverpoel.
'Vs Spoor op Zondag.
Onlangs antwoordde de Regeering op een
vraag over den Zondagsdienst, dat zij dien
niet bewonderde, maar wat zich ten vervoer
aanbood, moest worden vervoerd.
Had daar beslist recht op.
Zoo noodig in vóór* en vervolg=treinen.
We laten dit nu rusten.
Doch wat lezen we nu
Dat de Nederl. Spoorwegen dezen zomer,
te beginnen met 15 Juni goedkoope retour=
kaarten geven voor de lijn Rotterdam—Hoek
van Holland, uitsluitend op Zondag.
Dat is voor wie es met z'n familie'n daagje
naar zee wil.
Maar wat is nu 't geval.
Op die manier lokt de Directie zélf ver*
meerderd aanbod uit en als de menschen dan
opkomen, zegt de Regeering: Ja, wat zich
presenteert, moet vervoerd woiden, daar gaat
niets af, ook al moet ik meer materieel in
dienst stellen en wellicht meer menschen laten
werken.
En loopt het zoo'n vaart niet,
Dan blijft toch deze onbillijkheid, dat wie
om des beginsels wille zijn Zondag niet met
reizen en baden doorbrengt en dan door de
week een dag loon dervende es uitbreekt om
met de zijnen naar zee te gaan, den vollen
prijs betaalt en van geen goedkoop retour
genieten mag.
Keurt de regeering dit zoo goed
Soepel.
Ook min. Colijn is soepel.
Hij heeft 't meermalen al getoond.
Nu ook weer met de t a b a k. Was de eerste
opzet, om 15 millioen méér uit de tabaksaccijns
te halen, hij heeft voor de vele klachten een
open oor gehad en stelt zich nu bij nota van
wijziging met een aanmerkelijk geringer bedrag,
n.l. negen millioen tevreden.
Natuurlijk moeten die zes millioen op andere
wijze gezocht.
Nieuwe zorg voor den minister
Straks nieuwe reden tot klacht
't Is géén dankbaar baantje minister van
Financiën te zijn, vooral niet, wanneer men
op elke gegronde klacht acht geven wil.
In verband met hef bezoek der Koninklijke
familie dit jaar aan Lapland, geeft het »Hbl.«
een mooie beschrijving van de middernachtzon
aldaar
Geen eigenaardiger gewaarwording is er
onder vele merkwaardige, die het reizen in
Lapland in u doet opstaan, dan die gewekt
door het licht, dat niet sterft. Het is een soort
roes. Gij -gevoelt u onvermoeibaar. Slaap is
een overwonnen kwaad. En wanneer dan de
rede al eens een overwinning behaalt en gij
voor de ramen de dikke, donkere lancaster*
gordijnen nederhaalt, die den dag moeten
buiten sluiten, dan duurt die overwinning
in den regel maar kort. De wind beweegt
even het gordijn en daar stroomt een gulpende
golf van licht naar binnen, de kamer is er
vol van en in dit glorieuze schijnsel kunt gij
niet blijven doezelen, althans ik vermocht
dat niet.
De eerste maal, dat ik deze sensatie sterk
gevoelde was op een avond in Tornea. Ik
zat te schrijven voor het raam van mijn ho*
telkamer, niet denkend om den tijd, immers
in het stille licht, dat over het water hing
was niets,'dat herinnerde aan. tijd. Te mid*
dernacht was het licht daar nog even sterk
als uren tevoren en achter het raam aan de
andere zijde van de kamer was de-dageraad,
de kleurschittering voor zonsopgang
Maar wat is de vreugde van een alleenge*
noten roes tegenover die in gezelschap van
een aantal anderen in even orgiatische stem*
mingDaar in den trein, die zonder lichten
om een uur of elf des avonds Boden verliet
om d:n nacht in te stoomen daar waren wij
betrekkelijk velen in aantal en niet een, die
zich ontrukken kon of wilde aan de inwer*
king van deze merkwaardige sensatie. Voor
de vensters in den gang van den wagen ver*
drongen de menschen elkaar. Het licht op
de berkenbosschen daarbuiten, meenden ze,
moest toch bleeker worden. Iets moest toch
herinneren aan middernacht. Maar niets ge*
schiedde en toen in Gellivare de eerste Lap*
lander aan den trein voor eenige oogenblik*
ken de aandacht had afgeleid van het licht*
wonder, toen scheen een stralende zon ineens
ons coupévenster binnen.
De middernachtzon zelf was, althans de
eerste maal toen ik die zag van den Luos*
savara, eenigszins een teleurstelling. Mijn ver5
wachtingen waren te hoog gespannen wellicht
toen ik op den top van dezen bij Kiruna ge*
legen berg aankwam. Ik had althans iets an*
ders verwacht. De zon te middernacht is niet
het vurige wonder van des middags, men kan
er zonder bezwaar in staren. Ze staat daar
boven den horizon, zelfs vrij ver daarboven,
maar voor een klein uur althans was toen
ik móet er bijvoegen, dat het de laatste week
was, dat de middernachtzon zichtbaar was
van dit punt de glorie van de zon wat
getaand Niet in kleur, maar in kracht. De
middernachtzon maakt den indruk van een
langdurigen zonsopgang in den herfst. De
hemel neemt de prachtige tinten aan van den
morgen en de zon zelf is diep inkarnaat en
goudgeel.
Den tweeden maal genoot ik de vreugde
van dezen stralenden dageraad dieper. Dat
was van den Dundret bij Gellivare. Het was
eerst vrij bewolkt geweest, maar tegen twaal*
ven brak de zon door en nu doorvoelde ik
de vreugde van een zonsopgang heel sterk.
In den regel is het phenomeen zoo kort, dat
men van de glorieuze kleuren daar aan den
hemel nog niet lang genoeg heeft genoten,
of daar de zon zelf, die door het licht alles
overstraalt. Hier duurde de dageraad een uur
of anderhalf, voordat de kleuren weken voor
het lichte blauw van den vroegen morgen.
DE KERKGRACHT TE
SOMMELSDIJK
Nu in verschillende bladen over bovenge*
noemde kerkgracht zooveel stof is opgejaagd
en Heemschut op advies van wel aesthetisch
voelende, doch daarom nog lang geen aesthe*
tischsarchitectonisch ontwikkelde menschen
zich heeft laten beïnvloeden, alles in 't werk
stellen om het besluit van den Gemeenteraad
van Sommelsdijk tot demping der gracht, die
daar reeds mede is aangevangen, weer onge*
daan te maken, wensch ik, zoowel als architect
als lid van de Gezondheidscommissie ook mijn
stem te moeten laten hooren.
In verband daarmede heb ik aan den Bur*
gemeester van Sommelsdijk inzage gevraagd
van alle stukken, op dit onderwerp betrek*
king hebbende, welke deze mij welwillend
ter beschikking heeft gesteld.
Na inzage der betreffende stukken consta*
teer ik als eerste frappante bijzonderheid, dat
reeds in 1887 een verzoekschrift tot demping,
onderteekend door alle omwonenden van deze
beruchte kerkgracht bij den Gemeenteraad
Sommelsdijk is ingekomen en dat in denjare
1924 nog steeds dit zoogenaamde historisch
monument bestaat.
Als tweede bijzonderheid vind ik in de
betreffende stukken vermeld, dat bij epidemiën,
welke ook Sommelsdijk bij tijden hebben ge*
teisterd, juist de bewoners om deze kerkgracht
het ernstigste te lijden hebben gehad.
Eindelijk werd, bij schrijven van den Hoofd*
inspecteur van de Volksgezondheid, gehoord
het advies van de Gezondheidscommissie, in
1909 reeds bij het Gemeentebestuur op dem*
ping aangedrongen.
Laten we nu de zaak objectief uit architec*
tonisch, aesthetisch en hygiënisch oogpunt be*
kijken.
Daartoe formuleer ik de volgende vragen.
1. Heeft inderdaad deze gracht uit aesthe*
tisch en architectonisch oogpunt die waarde,
welke de voorvechters er aan toekennen
2. Welke zijn degevaren, ook uithygiënisch
oogpunt aan het bestaan of voortbestaan van
deze gracht verbonden
3. Is het mogelijk, de watervoorziening,
toe* en afvoer van deze gracht zoodanig te
verbeteren, dat dit met 't oog op plaatselijke
toestand en financiën, op redelijke gronden
uitvoerbaar geacht moet worden
4. Conclusie.
-Hoewel we de vraag sub één niet geheel
ontkennend willen beantwoorden, gezien het
oorspronkelijke plan en aanleg, speelt ze toch
een uiterst ondergeschikte rol in het aesthetisch
en in 't geheel geen rol in het architectonisch
element.. Het is juist de typische bouworde
van kerk en toren, temidden van of omlijst
door kerkhof, statige boomen enz., een ring van
huizen, welke beide elementen beheerschen,
en is 't m.i. mogelijk, mits in handen van een
inderdaad goed architect, het geheel met uit*
schakeling van deze gracht tot een hooger
aesthetisch geheel op te voeren, dan met de
stinksloot alias kerkgracht.
Het is mij, hoewel ik gedurende 16 jaren
de gelegenheid heb gehad deze kerkgracht te
zien, niet gelukt ooit zelfs maar onder een
matige bekoring te komen van deze gracht.
Wel van kerk en den toren met kerkhof en
statige boomenring, alles in concentrische plant*
structuur, doch nimmer van de vuile poel,
betiteld met den wijdschen naam van kerk*
gracht.
Het tegendeel is waar, deze gracht heeft
juist doorloopend ieder aesthetisch gevoel, dat
de vorengenoemde elementen in mij opwek*
ken, op zijn ergst geschokt.
Werkelijk aesthetisch genot toch wordt nauw*
keurig begrensd door volkomen harmonie en
waar deze harmonie door de hierna te noes
men omstandigheden ten eenenmale ontbreekt,
zijn de voorvechters reeds op een zeer glibberig
pad.
Onooglijk, smal, stilstaand in diverse voor
water absoluut onaesthetische kleuren van
vuil, rood bessensap tot inktzwarte mod*
derkleuren, was het met zijn pestwalm en
daardoor onafscheidelijk ook ziektekiemen ver*
spreidend vermogen, juist in staat ieder aesthe*
tisch genot oogenblikkelijk op zijn allerhevigst
te schokken en de harmonie te verstoren,
welke noodzakelijk als grondslag van een wer*
kelijk aesthetisch geheel moet vastgehouden
worden.
Is het aesthetisch element sub één dus op
de aangevoerde gronden negatief te noemen,
de hygiënische factoren vragen nog erger om
verdwijning, want deze gracht wordt ook ge*
bruikt als faecaliën*reservoir der omwonen*
den. Het is dus ontdaan van zijn wijdschen
naam kerkgracht, in technischen zin niets meer
en ook niets minder dan een open riool.
Daarbij is ieder stilstaand water, en zeker een
als boven omschreven, een kweek* en broed*
plaats van de zoo gevreesde malariamuggen.
Is eindelijk de stank, welke geregeld uit deze
poel opstijgt, op zichzelf al onaangenaam, on*
aesthetisch en onhygiënisch, ze sluit onom*
stootbaar in de aanwezigheid van tal van
ziektekiemen, welke meening gesteund wordt
door de verklaring, afgelegd in de mij ter in*
zage verstrekte stukken, dat juist bij epidemiën
onder de omwonenden de ergste gevallen voor*
kwamen en percentsgewijze de meeste slacht*
offers vielen.
Er blijft dus op al deze gronden van een
loftuiting uit aesthetisch oogpunt en van
een verdediging om haar voortbestaan te red*
den, niets over. Immers aan werkelijk aesthe*
tisch schoon mogen toch zoovele en zulke
ernstige gebreken niet kleven. Dan kan men
alles wel aesthetisch gaan noemen. Daarom,
schoenmaker, houd je ook op dit terrein bij
je leest, anders voert het degenen die op dit
terrein niet voldoende onderlegd zijn, zoo
vaak tot razernij.
Nu komt echter de vraag aan de orde: is
een en ander zoodanig te verbeteren, dat in*
derdaad het voortbestaan van deze gracht als
in volkomen harmonie met het geheel ge*
handhaafd moet blijven.
De hedendaagsche stand van de techniek
is van dien aard, dat het een dwaasheid zou
genoemd mogen worden, wanneer we deze
vraag ontkennend zouden beantwoorden.
Ook dit vraagstuk kan absoluut opgelost
worden, maar de kosten, aan de totale tech*
nische voorziening verbonden, zouden blijken
niet in redelijk verband te staan met het dan
te verkrijgen aesthetisch en hygiënisch effect
en zou er van de draagkracht van een ge«
meente als de gemeente Sommelsdijk m.i. wel
te veel gevorderd worden. Ook dit zijn argu*
menten, welke bij het den vrijen teugel laten
van idealen niet uit het oog mogen worden
verloren. Tot slot moeten we ten overvloede
opmerken, dat reeds 3/4 van deze gracht door
bouw is gedempt.
Zoo naderen wij punt 4. Conclusie.
Overdenkende de hiervoor geleverde pun*
ten, komen We tot de conclusie, dat het oor*
spronkelijk aesthetisch element, dat in de kerk*
gracht bij den aanleg van deze plaats heeft
voorgezeten, niet meer in zijn oorspronkelijken
vorm gehandhaafd mag blijven in onze eeuw,
een eeuw welke in hare aesthetica ook de
wetten van harmonie, kleur en hygiëne wenscht
geëerbiedigd te zien.
Een moderne oplossing van de oorspron*
kelijke gedachte, in deze een gracht, is wel
mogelijk, maar zou bij inderdaad algeheele
technische hygiënische oplpssing tot te groote
finantieele offers voor de gemeente Sommels*
dijk leiden, terwijl daarbij nog lang niet vast
staat, gezien de opgedane en gerijpte ervaring,
dat daarna nog tal van bewoners uit den
omtrek hunne afvalproducten, bestaande uit
alles en nog wat, tot zelfs versleten bedden
toe, in den nacht er in zouden blijven depo*
neeren.
Ik breng dan ook een woord van dank aan
het Gemeentebestuur van Sommelsdijk, dat
deze gezien de geschiedenis en de ernstige
klachten, c.a. vanaf 1887 en wat er verder
sindsdien over in het midden is gebracht
in den jare 1924 tot demping van deze gracht
heeft besloten, waarbij ik den hartgrondigen
wensch uitspreek, dat Heemschut, gevoelig
als ze is voor grondige bezwaren, zoowel
als de autoriteiten, welke verder door haar in
het geweer zijn geroepen, gezien de in dit
stuk vermelde feiten, zich van verdere tegen*
stand zullen onthouden.
Tot besluit geef ik het Gemeentebestuur
van Sommelsdijk in overweging door een een*
voudig doch ernstig bestudeerd architectonisch
ontwerp, dat aansluit op het karakter van dit
dorpsgedeelte ter plaatse, nu inderdaad iets
harmonisch tot stand te brengen.
Hoewel ook dit uiteraard geld zal kosten,
zullen de financieele offers, daaraan besteed,
van blijvende waarde uit aesthetisch en hygië*
nisch oogpunt kunnen worden, het gemeente*
bestuur tot eer en de bewoners en bezoekers
tot genot kunnen strekken.
CHR. F. HOSSEN.
Middelharnis, 22*6*'24.
VERGADERING van den Gemeente*
raad van STAD AAN 'T HARING*
VLIET, op Vrijdag 20 Juni 1924 des
n.m. half zeven.
Afwezing den I Heer L. Braber J.Lzn. zon*
der kennisgeving.
Na opening der vergadering met gebed wor*
den de notulen der vorige vergadering gelezen
en overanderd goedgekeurd.
Naar aanleiding van de voorgelezên notu*
len deelt de VOORZITTER mede, dat er een
conferentie is gehouden inzake een wijziging
in de gemeenschappelijke regeling, betreffende
de uitvoering der Vleeschkeuringswet, waarna
verdere voorstellen overwogen worden.
Ingekomen stukken.
Een beschikking van den Minister van On*
derwijs enz., waarbij de Rijksvergoeding ex
art. 56 L.O.=wet 1920, ten bedrage van f8453,
is teruggebracht tot f 7953 het proces*verbaal
van kasopneming bij den gemeente*ontvanger
waaruit blijkt dat alles in orde is bevonden
een staat van uitkeering aan deze gemeente
wegens geheven inkomstenbelasting en opeen*
ten op de R. I.*belasting, waaruit blijkt dat
deze gemeeute nog te vorderen heeft f 529.92,
evenals een van de Personeele belasting tot
een bedrag van f 17.87 welke stukken voor
kennisgeving worden aangenomen.
Hondenbelasting.
Het door B. en W. opgemaakte kohier der
hondenbelasting over 1924 wordt door den
Raad vastgesteld tot een bedrag groot f 124.50.
Rekening Weeshuis.
De rekening van het weeshuis, dienst 1923,
wordt door de H.H. Braber Bz. en Elvé na*
gezien en in orde bevonden en op voorstel
der commissie besloten deze vast te stellen in
ontvangst op f 452.50, in uitgaaf op f548.05,
sluitende alzoo met een nadeelig saldo groot
f 93.55.
Begrooting Gezondheidscommissie.
De begrooting van de gezondheidscommissie
over 1925 wordt nagezien en in orde bevon*
den en besloten het door deze gemeente ver*
schuldigde op de begrooting van 1925 uit te
trekken, zijnde f 29.81.
Bouwen Dijkhof.
Naar aanleiding van een ingekomen, ver*
zoek van v. d. Gevel om woningen te mogen
bouwen op het Dijkhof is door B. en W. aan
I
i
I
1
m
J
'I. .:r I