EN voor de Ziiidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO YINCES W! No. 3027 WOENSDAG 25 JUNI 1924 39STE JAARGANG Idorp J GILS Uit de Pers. BSi Nieters en DKOOP TEL. 31006 TEL. 11149 O AM EER [JZEN APÏER BT 55 EN 57 W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers Gemeenteraad. r - - I "u ?aarzamer fRIClTEIT teriliseeren ZIEN piglillLLfH ■alle metalen [n en prijzen IOOIRIJVEN HAARSPIT. SIKKELS ËAS SLANG GIETERS SPADEN HARKEN SCHOFFELS IGIETERS, kCHINES 'DRAAD ÏMAN OTTERDAM Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BÜ1TENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaajsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Vs Lohman en Kuyper. Enkele bladen van Links, moesten nu waar* lijk nog es weer probeeren of ze ons, anti* revolutionairen, niet konden prikkelen, door in hun artikelen over Lohman hèm uit te spelen tegen Kuyper. Alleen de N. R. C. deed 't andersom. Die bij 't sterven van Kuyper alléén stond Links als »groote pers«, die te klein was om den doode waardiglijk te eeren. N u werd op Kuypers graf een palm gelegd. »Toen Kuyper stierf, viel er een eik in 't woud« schrijft het blad. Thans, wou het zeg* gen, was 't lang zóó'n slag niet Zoo blijft dit blad maar »klein« Als 't maar tegen de »fijnen« gaat! Onder ons heeft niemand zich 1 a t en prik* kelen en onze gansche a.r. pers heeft Lohman in zijn groote verdienste erkend. Wil dit nu zeggen, dat we na hun dood, over 't geen tusschen Kuyper en Lohman in (schil lag, zullen zwijgen en er de spons (ver halen? In geenen deele. Straks als de graven wat begroeid zijn, kan zelfs meer ob* ctieve bespreking volgen. Op één punt wón Lohman 't van Kuyper Op het punt der schoolwetgeving. De verkregen oplossing, dat gaven we van meet af grif toe, is veel meer geweest in den geest van Lohman, dan in dien van Kuy* per. Doch zelfs een Schoolwet is er niet een der Meden en Perzen. En zou zelfs Lohman niet, nog vóór zijn dood, in meer dan één opzicht door de werking der Wet van '20 teleurgesteld zijn 'V Verstandige maatregel 't Voorkomt zeker tijdverlies, 't Geeft misschién eenige besparing Als n.l. de voorgenomen maatregel doorgaat, om de rente uit Ouderdoms* en Invaliditeits* fonds niet meer elke acht dagen, maar om de IfflÉkr weken te betalen Iw Maar of 't verstandig zou' zijn We lazen het volgende bericht Het Burgerlijk Armbestuur te Maastricht heeft aan den minister van arbeid een brief gericht, waarin dat bestuur er op wijst, dat de voorgenomen maatregel om Invaliditeits* en Ouderdomsrente niet meer wekelijks, doch om de vier weken uit te betalen, niet in het belang is te achten van die rente* trekkers wier rente hun eenige of nagenoeg eenige inkomst is. Een gevolg van dien maatregel zou zijn, dat de betrokkenen in kleine winkels op crediet zullen koopen, in afwachting der te ontvangen rente, met al de bekende nadeelige gevolgen daarvan, terwijl verder van deze kleine menschen, die van den eenen dag in den anderen leven, nog te verwachten is dat wanneer zij een voor hen betrekkelijk groot bedrag in han* den krijgen, de besteding hiervan niet altijd even doelmatig zal zijn. Daarom werd verzocht om van den voor* genomen maatregel af te zien, althans een weg te zoeken dat de rentetrekkers die ge* meld bestuur op het oog heeft, de rente wekelijks zullen kunnen blijven ontvangen. Hierin is heel wat waars. En er wordt niets in ten nadeele of tot ^.einachting der rentetrekkers gezegd. Maar t is een feitop hoogen leeftijd verzwakt óók de eertijds misschien zelfs zeer krachtige wil en moet men soms wel eens door een zacht hjntje zulke oudjes wat tegen zichzelf be* schermen. t Is nu al zoolang per week goed gegaan Ons dunkt, als er geen bepaald ernstige re* dcnen ter verandering zijn, dan moet het voor* loopig zoo maar blijven. Werk der Beschaving. »Trek u uit Indië terug »Laat dat volk aan zichzelf over en maak net niet ongelukkig met uw zoogenaamde A estersche beschaving Zulke uitspraken hoort men soms. Niet van ónzen kant, maar er zijn dan toch menschen, die in het Nederlandsch bestuur over Indië niets anders zien dan onderdruk* king en exploitatie, om daarginds te halen •vat te halen is, ons Nederland, of liever een klein clubje Nederlandsche industrieelen en kapitalisten te verrijken ten koste der be vol* king daarginds. Overtuigen kan men die lieden nooit, doch is 't goed, af en toe de feiten te laten spreken. Daar hebt ge een land, ten opzichte waar* van wij ongetwijfeld heel wat hebben goed te maken Atjeh. Wat zou het zijn zónder ons Nog steeds 'n halve wildernis. 'n Onderdrukt volk, geregeerd door zich* zelf verrijkende grooten en in menig opzicht op zeer lagen trap van beschaving. En laat nu getuigen, wie er komt. Alom welvaart, beschaving, ontwikkeling. En 't is er Nederland waarlijk niet alleen om te doen te bevorderen datgene wat geld in 't laadje brengt, maar wel degelijk doet het, wat kan om groote, begeerlijke dingen voor Atjeh tot stand te brengen. Pas lazen we daar er 'n staaltje van. Zoo wordt thans met kracht doorgezet de stichting van een naar alle eischen des tijds ingericht gesticht voor krankzinnigen. Men schat hun aantal in Atjeh op 1200. De bevolking wist er geen raad mee. Behandelde hen als gevaarlijke beesten. Zoo vonden onze menschen er eens een, die jaar en dag. met een zwaren ketting aan een boomstronk in de open lucht vastgeklon* ken was geweest, zoodat hij weinig mensche* lijks meer had Anderen werden kromgesloten in 'n blok. En we zouden er niet voor willen instaan, dat soms niet erger dingen gebeurden. Nu wordt dit straks goeddeels verholpen. De Atjehers zelf zijn er ten zeerste mee ingenomen, wat geen wonder is, en men heeft 'n voorbeeld te meer dat de »Kompenie« ook wat bréngt en niet alleen belasting en diensten van de bevolking haalt. De Smokkel 'n Spoedwetje tegen dranksmokkel verscheen. Twee der voornaamste bepalingen zijn wel. dat de rechter den smokkelaar ook gevangenis* straf zal kunnen opleggen en ten tweede, dat het voertuig, waarmee gesmokkeld wordt, kan worden verbeurd verklaard. Ook loopen de grensbewoners, die den smokkelaar heimelijk helpen, heel wat gauwer tegen de lamp. Worde het spoedig ingevoerd En moge het verbetering brengen. Anders worden de oostgrenzen van ons land een waar slagveld en wordt Zuid*Limburg een jeneverpoel. 'Vs Spoor op Zondag. Onlangs antwoordde de Regeering op een vraag over den Zondagsdienst, dat zij dien niet bewonderde, maar wat zich ten vervoer aanbood, moest worden vervoerd. Had daar beslist recht op. Zoo noodig in vóór* en vervolg=treinen. We laten dit nu rusten. Doch wat lezen we nu Dat de Nederl. Spoorwegen dezen zomer, te beginnen met 15 Juni goedkoope retour= kaarten geven voor de lijn Rotterdam—Hoek van Holland, uitsluitend op Zondag. Dat is voor wie es met z'n familie'n daagje naar zee wil. Maar wat is nu 't geval. Op die manier lokt de Directie zélf ver* meerderd aanbod uit en als de menschen dan opkomen, zegt de Regeering: Ja, wat zich presenteert, moet vervoerd woiden, daar gaat niets af, ook al moet ik meer materieel in dienst stellen en wellicht meer menschen laten werken. En loopt het zoo'n vaart niet, Dan blijft toch deze onbillijkheid, dat wie om des beginsels wille zijn Zondag niet met reizen en baden doorbrengt en dan door de week een dag loon dervende es uitbreekt om met de zijnen naar zee te gaan, den vollen prijs betaalt en van geen goedkoop retour genieten mag. Keurt de regeering dit zoo goed Soepel. Ook min. Colijn is soepel. Hij heeft 't meermalen al getoond. Nu ook weer met de t a b a k. Was de eerste opzet, om 15 millioen méér uit de tabaksaccijns te halen, hij heeft voor de vele klachten een open oor gehad en stelt zich nu bij nota van wijziging met een aanmerkelijk geringer bedrag, n.l. negen millioen tevreden. Natuurlijk moeten die zes millioen op andere wijze gezocht. Nieuwe zorg voor den minister Straks nieuwe reden tot klacht 't Is géén dankbaar baantje minister van Financiën te zijn, vooral niet, wanneer men op elke gegronde klacht acht geven wil. In verband met hef bezoek der Koninklijke familie dit jaar aan Lapland, geeft het »Hbl.« een mooie beschrijving van de middernachtzon aldaar Geen eigenaardiger gewaarwording is er onder vele merkwaardige, die het reizen in Lapland in u doet opstaan, dan die gewekt door het licht, dat niet sterft. Het is een soort roes. Gij -gevoelt u onvermoeibaar. Slaap is een overwonnen kwaad. En wanneer dan de rede al eens een overwinning behaalt en gij voor de ramen de dikke, donkere lancaster* gordijnen nederhaalt, die den dag moeten buiten sluiten, dan duurt die overwinning in den regel maar kort. De wind beweegt even het gordijn en daar stroomt een gulpende golf van licht naar binnen, de kamer is er vol van en in dit glorieuze schijnsel kunt gij niet blijven doezelen, althans ik vermocht dat niet. De eerste maal, dat ik deze sensatie sterk gevoelde was op een avond in Tornea. Ik zat te schrijven voor het raam van mijn ho* telkamer, niet denkend om den tijd, immers in het stille licht, dat over het water hing was niets,'dat herinnerde aan. tijd. Te mid* dernacht was het licht daar nog even sterk als uren tevoren en achter het raam aan de andere zijde van de kamer was de-dageraad, de kleurschittering voor zonsopgang Maar wat is de vreugde van een alleenge* noten roes tegenover die in gezelschap van een aantal anderen in even orgiatische stem* mingDaar in den trein, die zonder lichten om een uur of elf des avonds Boden verliet om d:n nacht in te stoomen daar waren wij betrekkelijk velen in aantal en niet een, die zich ontrukken kon of wilde aan de inwer* king van deze merkwaardige sensatie. Voor de vensters in den gang van den wagen ver* drongen de menschen elkaar. Het licht op de berkenbosschen daarbuiten, meenden ze, moest toch bleeker worden. Iets moest toch herinneren aan middernacht. Maar niets ge* schiedde en toen in Gellivare de eerste Lap* lander aan den trein voor eenige oogenblik* ken de aandacht had afgeleid van het licht* wonder, toen scheen een stralende zon ineens ons coupévenster binnen. De middernachtzon zelf was, althans de eerste maal toen ik die zag van den Luos* savara, eenigszins een teleurstelling. Mijn ver5 wachtingen waren te hoog gespannen wellicht toen ik op den top van dezen bij Kiruna ge* legen berg aankwam. Ik had althans iets an* ders verwacht. De zon te middernacht is niet het vurige wonder van des middags, men kan er zonder bezwaar in staren. Ze staat daar boven den horizon, zelfs vrij ver daarboven, maar voor een klein uur althans was toen ik móet er bijvoegen, dat het de laatste week was, dat de middernachtzon zichtbaar was van dit punt de glorie van de zon wat getaand Niet in kleur, maar in kracht. De middernachtzon maakt den indruk van een langdurigen zonsopgang in den herfst. De hemel neemt de prachtige tinten aan van den morgen en de zon zelf is diep inkarnaat en goudgeel. Den tweeden maal genoot ik de vreugde van dezen stralenden dageraad dieper. Dat was van den Dundret bij Gellivare. Het was eerst vrij bewolkt geweest, maar tegen twaal* ven brak de zon door en nu doorvoelde ik de vreugde van een zonsopgang heel sterk. In den regel is het phenomeen zoo kort, dat men van de glorieuze kleuren daar aan den hemel nog niet lang genoeg heeft genoten, of daar de zon zelf, die door het licht alles overstraalt. Hier duurde de dageraad een uur of anderhalf, voordat de kleuren weken voor het lichte blauw van den vroegen morgen. DE KERKGRACHT TE SOMMELSDIJK Nu in verschillende bladen over bovenge* noemde kerkgracht zooveel stof is opgejaagd en Heemschut op advies van wel aesthetisch voelende, doch daarom nog lang geen aesthe* tischsarchitectonisch ontwikkelde menschen zich heeft laten beïnvloeden, alles in 't werk stellen om het besluit van den Gemeenteraad van Sommelsdijk tot demping der gracht, die daar reeds mede is aangevangen, weer onge* daan te maken, wensch ik, zoowel als architect als lid van de Gezondheidscommissie ook mijn stem te moeten laten hooren. In verband daarmede heb ik aan den Bur* gemeester van Sommelsdijk inzage gevraagd van alle stukken, op dit onderwerp betrek* king hebbende, welke deze mij welwillend ter beschikking heeft gesteld. Na inzage der betreffende stukken consta* teer ik als eerste frappante bijzonderheid, dat reeds in 1887 een verzoekschrift tot demping, onderteekend door alle omwonenden van deze beruchte kerkgracht bij den Gemeenteraad Sommelsdijk is ingekomen en dat in denjare 1924 nog steeds dit zoogenaamde historisch monument bestaat. Als tweede bijzonderheid vind ik in de betreffende stukken vermeld, dat bij epidemiën, welke ook Sommelsdijk bij tijden hebben ge* teisterd, juist de bewoners om deze kerkgracht het ernstigste te lijden hebben gehad. Eindelijk werd, bij schrijven van den Hoofd* inspecteur van de Volksgezondheid, gehoord het advies van de Gezondheidscommissie, in 1909 reeds bij het Gemeentebestuur op dem* ping aangedrongen. Laten we nu de zaak objectief uit architec* tonisch, aesthetisch en hygiënisch oogpunt be* kijken. Daartoe formuleer ik de volgende vragen. 1. Heeft inderdaad deze gracht uit aesthe* tisch en architectonisch oogpunt die waarde, welke de voorvechters er aan toekennen 2. Welke zijn degevaren, ook uithygiënisch oogpunt aan het bestaan of voortbestaan van deze gracht verbonden 3. Is het mogelijk, de watervoorziening, toe* en afvoer van deze gracht zoodanig te verbeteren, dat dit met 't oog op plaatselijke toestand en financiën, op redelijke gronden uitvoerbaar geacht moet worden 4. Conclusie. -Hoewel we de vraag sub één niet geheel ontkennend willen beantwoorden, gezien het oorspronkelijke plan en aanleg, speelt ze toch een uiterst ondergeschikte rol in het aesthetisch en in 't geheel geen rol in het architectonisch element.. Het is juist de typische bouworde van kerk en toren, temidden van of omlijst door kerkhof, statige boomen enz., een ring van huizen, welke beide elementen beheerschen, en is 't m.i. mogelijk, mits in handen van een inderdaad goed architect, het geheel met uit* schakeling van deze gracht tot een hooger aesthetisch geheel op te voeren, dan met de stinksloot alias kerkgracht. Het is mij, hoewel ik gedurende 16 jaren de gelegenheid heb gehad deze kerkgracht te zien, niet gelukt ooit zelfs maar onder een matige bekoring te komen van deze gracht. Wel van kerk en den toren met kerkhof en statige boomenring, alles in concentrische plant* structuur, doch nimmer van de vuile poel, betiteld met den wijdschen naam van kerk* gracht. Het tegendeel is waar, deze gracht heeft juist doorloopend ieder aesthetisch gevoel, dat de vorengenoemde elementen in mij opwek* ken, op zijn ergst geschokt. Werkelijk aesthetisch genot toch wordt nauw* keurig begrensd door volkomen harmonie en waar deze harmonie door de hierna te noes men omstandigheden ten eenenmale ontbreekt, zijn de voorvechters reeds op een zeer glibberig pad. Onooglijk, smal, stilstaand in diverse voor water absoluut onaesthetische kleuren van vuil, rood bessensap tot inktzwarte mod* derkleuren, was het met zijn pestwalm en daardoor onafscheidelijk ook ziektekiemen ver* spreidend vermogen, juist in staat ieder aesthe* tisch genot oogenblikkelijk op zijn allerhevigst te schokken en de harmonie te verstoren, welke noodzakelijk als grondslag van een wer* kelijk aesthetisch geheel moet vastgehouden worden. Is het aesthetisch element sub één dus op de aangevoerde gronden negatief te noemen, de hygiënische factoren vragen nog erger om verdwijning, want deze gracht wordt ook ge* bruikt als faecaliën*reservoir der omwonen* den. Het is dus ontdaan van zijn wijdschen naam kerkgracht, in technischen zin niets meer en ook niets minder dan een open riool. Daarbij is ieder stilstaand water, en zeker een als boven omschreven, een kweek* en broed* plaats van de zoo gevreesde malariamuggen. Is eindelijk de stank, welke geregeld uit deze poel opstijgt, op zichzelf al onaangenaam, on* aesthetisch en onhygiënisch, ze sluit onom* stootbaar in de aanwezigheid van tal van ziektekiemen, welke meening gesteund wordt door de verklaring, afgelegd in de mij ter in* zage verstrekte stukken, dat juist bij epidemiën onder de omwonenden de ergste gevallen voor* kwamen en percentsgewijze de meeste slacht* offers vielen. Er blijft dus op al deze gronden van een loftuiting uit aesthetisch oogpunt en van een verdediging om haar voortbestaan te red* den, niets over. Immers aan werkelijk aesthe* tisch schoon mogen toch zoovele en zulke ernstige gebreken niet kleven. Dan kan men alles wel aesthetisch gaan noemen. Daarom, schoenmaker, houd je ook op dit terrein bij je leest, anders voert het degenen die op dit terrein niet voldoende onderlegd zijn, zoo vaak tot razernij. Nu komt echter de vraag aan de orde: is een en ander zoodanig te verbeteren, dat in* derdaad het voortbestaan van deze gracht als in volkomen harmonie met het geheel ge* handhaafd moet blijven. De hedendaagsche stand van de techniek is van dien aard, dat het een dwaasheid zou genoemd mogen worden, wanneer we deze vraag ontkennend zouden beantwoorden. Ook dit vraagstuk kan absoluut opgelost worden, maar de kosten, aan de totale tech* nische voorziening verbonden, zouden blijken niet in redelijk verband te staan met het dan te verkrijgen aesthetisch en hygiënisch effect en zou er van de draagkracht van een ge« meente als de gemeente Sommelsdijk m.i. wel te veel gevorderd worden. Ook dit zijn argu* menten, welke bij het den vrijen teugel laten van idealen niet uit het oog mogen worden verloren. Tot slot moeten we ten overvloede opmerken, dat reeds 3/4 van deze gracht door bouw is gedempt. Zoo naderen wij punt 4. Conclusie. Overdenkende de hiervoor geleverde pun* ten, komen We tot de conclusie, dat het oor* spronkelijk aesthetisch element, dat in de kerk* gracht bij den aanleg van deze plaats heeft voorgezeten, niet meer in zijn oorspronkelijken vorm gehandhaafd mag blijven in onze eeuw, een eeuw welke in hare aesthetica ook de wetten van harmonie, kleur en hygiëne wenscht geëerbiedigd te zien. Een moderne oplossing van de oorspron* kelijke gedachte, in deze een gracht, is wel mogelijk, maar zou bij inderdaad algeheele technische hygiënische oplpssing tot te groote finantieele offers voor de gemeente Sommels* dijk leiden, terwijl daarbij nog lang niet vast staat, gezien de opgedane en gerijpte ervaring, dat daarna nog tal van bewoners uit den omtrek hunne afvalproducten, bestaande uit alles en nog wat, tot zelfs versleten bedden toe, in den nacht er in zouden blijven depo* neeren. Ik breng dan ook een woord van dank aan het Gemeentebestuur van Sommelsdijk, dat deze gezien de geschiedenis en de ernstige klachten, c.a. vanaf 1887 en wat er verder sindsdien over in het midden is gebracht in den jare 1924 tot demping van deze gracht heeft besloten, waarbij ik den hartgrondigen wensch uitspreek, dat Heemschut, gevoelig als ze is voor grondige bezwaren, zoowel als de autoriteiten, welke verder door haar in het geweer zijn geroepen, gezien de in dit stuk vermelde feiten, zich van verdere tegen* stand zullen onthouden. Tot besluit geef ik het Gemeentebestuur van Sommelsdijk in overweging door een een* voudig doch ernstig bestudeerd architectonisch ontwerp, dat aansluit op het karakter van dit dorpsgedeelte ter plaatse, nu inderdaad iets harmonisch tot stand te brengen. Hoewel ook dit uiteraard geld zal kosten, zullen de financieele offers, daaraan besteed, van blijvende waarde uit aesthetisch en hygië* nisch oogpunt kunnen worden, het gemeente* bestuur tot eer en de bewoners en bezoekers tot genot kunnen strekken. CHR. F. HOSSEN. Middelharnis, 22*6*'24. VERGADERING van den Gemeente* raad van STAD AAN 'T HARING* VLIET, op Vrijdag 20 Juni 1924 des n.m. half zeven. Afwezing den I Heer L. Braber J.Lzn. zon* der kennisgeving. Na opening der vergadering met gebed wor* den de notulen der vorige vergadering gelezen en overanderd goedgekeurd. Naar aanleiding van de voorgelezên notu* len deelt de VOORZITTER mede, dat er een conferentie is gehouden inzake een wijziging in de gemeenschappelijke regeling, betreffende de uitvoering der Vleeschkeuringswet, waarna verdere voorstellen overwogen worden. Ingekomen stukken. Een beschikking van den Minister van On* derwijs enz., waarbij de Rijksvergoeding ex art. 56 L.O.=wet 1920, ten bedrage van f8453, is teruggebracht tot f 7953 het proces*verbaal van kasopneming bij den gemeente*ontvanger waaruit blijkt dat alles in orde is bevonden een staat van uitkeering aan deze gemeente wegens geheven inkomstenbelasting en opeen* ten op de R. I.*belasting, waaruit blijkt dat deze gemeeute nog te vorderen heeft f 529.92, evenals een van de Personeele belasting tot een bedrag van f 17.87 welke stukken voor kennisgeving worden aangenomen. Hondenbelasting. Het door B. en W. opgemaakte kohier der hondenbelasting over 1924 wordt door den Raad vastgesteld tot een bedrag groot f 124.50. Rekening Weeshuis. De rekening van het weeshuis, dienst 1923, wordt door de H.H. Braber Bz. en Elvé na* gezien en in orde bevonden en op voorstel der commissie besloten deze vast te stellen in ontvangst op f 452.50, in uitgaaf op f548.05, sluitende alzoo met een nadeelig saldo groot f 93.55. Begrooting Gezondheidscommissie. De begrooting van de gezondheidscommissie over 1925 wordt nagezien en in orde bevon* den en besloten het door deze gemeente ver* schuldigde op de begrooting van 1925 uit te trekken, zijnde f 29.81. Bouwen Dijkhof. Naar aanleiding van een ingekomen, ver* zoek van v. d. Gevel om woningen te mogen bouwen op het Dijkhof is door B. en W. aan I i I 1 m J 'I. .:r I

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1924 | | pagina 1