iouuiers,
i mb
Benauwd
«siroop
iam
Seri
i loesiuinen
Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
IN HOC SIGNO VINCES
AKKEBY
No. 3022
ZATERDAG 7 JUNI 1924
39STE JAARGANG
m g et.
loden
*den
on 11484
MANNING'S
«SS a 1.30,
r en vloeibaar
ITER Co.
LflGGEil.10 Cl
IEILEI1. .59 Cl
ïDRAAO p. Meier 1 et.
r 0.25
VELD
Jo. 17
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers
EERSTE BLAD.
gy Vanwege het PINK-
BIERFEEST zal ons a.s.
Woensdagnummer NIET
verschijnen.
Eeuwigheidslicht
Reclame-Mededeelingen.
Land* en Tuinbouw.
11 smakend zacht
t EERMIDDEL
VIJGEN en plan*
reid. Prijs f 1,45.
INNING'S
ibrieh - - Den Haag
delging, ook van
(akkerlakken,
iz., door
verkrijgbaar
Fabriek
1TERDAM
anssfraat 72
[KAPPEN model
verwende Dames
orteering Zijden
buitengewoons
zen zomer
chaffen, doen ver*
:eds te wenden tot
lingen aangenomen
>N, SomjneIsdijL(
e'sa'J'iiv.
-SöIJK
SS VOOR
line*, Motors en
[ensmeer, Leder*
vet.
Teer per heele of
per Liter. Bruine
f 0,17 per Liter,
raad leverbaar,
bevelend,!
SOMMELSDIJK
IENEN:
dienst
Boekhandel van
VEN Zn. -
caria, Clivia's,
a, Cineraria's,
manden, Appel,
ambozen, Roo-
van «t»
B A R N 1 S
i, dat op lij
cende een
ampe-
r Gas,
iwerk,
■ffen enz.
mzelfden
gd
astraat
RT
Bij inleves
ring van 25
Vogeltjes
1 KNOT
CADEAU
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent b<j vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
ii.
(Slot).
Nu de andere zijde bezien.
De „wereld", en we hebben onlangs
beschreven hoe we dat woord hier
bedoelen, n.l. als de samenvatting der
machten, die willen weerhouden de
komst van het Koninkrijk Gods,
Die wereld haat ook de kinderen-
Ues-Koninkrijks.
Is dat woord „haat" niet te hard
In onzen tijd van allerlei „synthese"
zijn er velen, die het met een zachter
woord zouden willen doen.
Het woord „haat" stoot zoo af
En gij moet immers „lokken"
Nu is dit laatste zeker waar
De openbaring van het leven des
Christens moet alzoo wezen, dat hij is
een duidelijk leesbare brief-van-Christus
En ook hun onderlinge verhouding en
omgang moet de wereld tot een voor
beeld zijn. En hun geloovig uitzicht
op de toekomst moet zoo mogelijk de
wereld tot jaloerschheid verwekken.
En 't is het dagelijksch kruis, het is
tot beschaming en 't is de schuldbe
lijdenis van de kinderen-des-Koninkrijks
dat ze in dit alles eiken dag zooveel
te kort schieten en gedurig weer, altijd
'weer het bloed der verzoening over
zich moeten inroepen.
Zeker, daar moet „lokken" zijn.
Een stuursch en norsch aangezicht,
zoowel in letterlijk als figuurlijk opzicht,
stoot af, wij hebben ons vriendelijk
ie toonen in het midden der wereld
en erkennen met grooten dank, hoe
zeer die „haat" door Gods gemeene
gratie wordt ingetoomd, zoodat in me
nig opzicht niet slechts een dragelijk,
maar vaak een aangenaam leven mo
gelijk is.
Doch dit is door temperende, weer
houdende genade.
Ge moet letten op het hart.
Vanwaar de uitgangen des levens zijn.
En dan is er tweeërlei levensrichting.
Daar is een richting, die zich naar
den Christus toebuigt, als de bloem
naar de zon. Zijn woord is wet. En
dat niet een „dwang"-wet, maar een
gaarne gevolgde levenswet. Bij Hem
voelt die richting zich thuis en hoe
verder van hem verwijderd, hoe meer
zij een gevoel heeft, of zij in balling
schap leeft en heimwee komt in haar
haar hart naar het vaderland, naar
het Koninkrijk.
De andere richting staat hier vlak
tegenover.
in vele variaties, het is zoo.
Daar zijn er, die voor den rabbi'van
Nazareth grooten eerbied koesteren
die zijn woorden overdenkendie hun
eigen gevoelens gaarne toetsen aan
zijn verheven leer, daar zijn anderen,
die 't in blakende vijandschap zéggen
en waar zij er de macht toe hebben,
gelijk in Rusland, ook in praktijk bren
gen „Weg met den Galileër
Maar hierin komen allen overeen
Die van deze levensrichting zijn
Zij staan niet toe, dat Christus woord
voor hen beslissend zou zijndat de
wil van Jezus Christus, den Zoon des
levenden Gods, zoude zijn het richt
snoer, de norm van hun daden
En toch, dat eischt die Christus.
Wijl Hem gegeven is alle macht, in
«en hemel en op de aarde
Doch daar wil men niet aan.
Men wil eigen meester zijn
Dat geeft de botsingde haat.
Eerst tusschen de wereld en den
Christus en straks ook tusschen die
wereld en de kinderen-des-Koninkrijks.
Het is niet zoo, dat daar vér aan den
overkant de eigenlijke haters staan en
dat hoe dichterbij die haat al minder
wordt en tenslotte onmerkbaar onder
gaat en overgaat in liefde, zoodat er
eigenlijl^ geen preciese grenslijn zou
zijn tusschen de kinderen de wereld
en die des Koninkrijks
Zoo zouden velen 't wel willen.
Zij kunnen zich dan dicht bij de
onzichtbare grens ophouden en naar
beide kanten vriend zijn.
Maar zoo is 't nu eenmaal niet.
Christus zélf heeft dat eens en voor
goed afgesneden, toen Hij zeide Wie
niet vóór Mij is, die is tegen Mij.
En dat bewijst de historie.
Neem maar dit ééne voorbeeld,
Als het er dan eenmaal op aankomt,
dan spreekt b.v. de partij, die zich
zoo gaarne tooit met de kleuren der
verdraagzaamheid; die hoog opheft de
„vlag der liberaliteit; die nee! nee!
geen „rooden" draad aan 't lijf liceft
die netjes, ietwat deftig is en ook in
politieken zin ieder 't zijne geven wil,
dan smaakt zelfs zij van„dedoode
vlieg, die de zalf des apothekers stin
ken doet".
En omdat dit nu zoo is
Daarom hebben we, ook in den po
litieken strijd, zulk een behoefte aan
Eeuwigheidslicht.
Anders was 't een onbegonnen werk.
Wij toch blijven het „kleiire hoopken".
Dat nooit de overhand hebben zal.
Dat integendeelde Schrift spreekt
duidelijk, hoe meer we naderen 't eind
dezer bedeeling, steeds meer inschrom-
pelen en terrein verliezen zal
Een alle moed benemende gedachte
Ja, zeker indien niet
Indien we niet glanzen zagen het
Eeuwigheidslicht en bij dat lichtjezus
Christus aan 't einde aller dingen, ko
mende uit het middelpunt Zijns Ko
ninkrijks, met al Zijn heilige engelen,
die in één laatsten, alles besiissenden
veldslag, voor eeuwig over alle Zijne
en onze vijanden triomfeeren zal.
Die wetenschap verandert alles.
Het zou lijken een verloren post;
Als die eindbeslissing niet kwam,
Nu zijn het in werkelijkheid de voor
posten van het Koninkrijks Gods, die
wij mogen bezet houden, totdat de
Christus eenmaal dat Koninkrijk volko
men uitbrengen zal.
Zoo moeten we ons leven zien.
Ook onze bemoeienis met de poli
tiek.
En moge dan eenmaal tot hen, die
hier de schansen en transen bezet
houden het woord klinken Over weinig
zijl gij getrouw geweest, over veel zal
ik u zetten
Dan is, ook ons politieke leven, niet
vruchteloos geweest.
W. O. wee.
Terecht schreef een der bladen
De Crisis*tijd heeft O.W.ers èn O.W.eeërs
gemaakt
Menschen, die door den abnormalen tijd
èn door de Regerings*maatregeien «binnen**
kwamen èn anderen, die door dezelfde oor*
zaken geheel geraakten aan lager wal en bij
't een, als bij 't ander is heel wat ongerechtig*
heid gebeurd, méér dan nu nog kan worden
uitgezocht, achterhaald en bestrafd.
Laten we dankbaar zijn, dat het maatschap*
pelijk leven zich weer vrij ontwikkelen kan.
V Onze schande.
'n Duitscher, zekere Max Danthendey, las
ik in de N. R. C., is op Java geweest, heeft
er gereisd, hield er dagboek, van en gaf dit
thans uit.
't Schijnt niet héél belangrijk te zijn.
Maar mij trof één bizonderheid.
f
De schrijver zegt o.m. en 'k laat het maar
jn zijn taal staan
»Mann kann keinne flinf Minuten mit
einem Hollander sprechen, ohne dass er sagt
«Gott verdamm mich
Laat de man 't dan op z'n slechtst getrof*
fen hebben-
Is 't niet een nationale schande, die ons in
't aangezicht vliegt
40 cent per regel
Het spreekt van zelf dat wanneer Uw lucht
pijpen verstopt zijn, gij een gevoel van
benauwdheid krijgt, gepaard gaand met hij
gen en kortademigheid. Akker's Abdijsiroop
bezit door haar slijmopiosseixle werking de
eigenschap Uw luchtwegen te zuiveren van
slijm, c die zich op Uw borst heef'^vast-
gezet. Aanbevolen en geroemd bij bronchitis,
asthina,drogenscherpen of kuchenden hoest
[PINKSTEREN.]
«Al 't Heidendom zijn lof getuigen'
Dienstvaardig tot Zijn eer!**
Keere ik even terug tot jaren her.
Toen 'k was in mijn «rijpende jeugd**.
Dat ik tweemaal ter kerk ging, behoeft niet
gezegd; 't was allerminst mijn deugd, maar't
was in onze kringen zulk een vanzèlfsheid,
dat je aan thuisblijven niet dacht.
De zede, de gewoonte was aldus.
Hooger mag ik 't eerlijk niet aanslaan, doch
ook dat was iets.
Nu was dat kerkgaan vaak slechts «vorm**.
En menigmaal kwamen we er net precies
zoo uit, als we er heen gingen, laat ik 't maar
net zeggen zooals 't was en zooals 't bij zoo
velen onzer geweest is, wat we tot onze diepe
schaamte willen belijden, wanneer zich «nieuw
leven** in ons openbaren mocht.
Maar 't gebeurde toch ook, dat we luisterden.
Ons inspanden, om wat van de preek mee
te dragen. Waaruit dit voortkwam, laat ik
geheel onbeslist, wie zal narekenen de wer*
kingen van den Heiligen Geest in het zon*
daarshart? Dit weet ik, dat van onderscheiden
preeken die ik hoorde in mijn «rijpende jeugd**,
heugenis in mijn ziel hangen bleef, als was 't
alleen maar inzake een «interressante** uit*
spraak der Heilige Schrift.
Zoo weet ik best, dat ik altijd wat zat met
het Pinksterfeest.
Ja, het «feest van den Heiligen Geest**.
En de feiten van Lhnksterdag kende ik.
Maar wat die uitstorting nu eigenlijk be*
teekende voor de gemeente des Heeren welk
heilsleit het was naast de Vleeschwording, de
Opstanding en de Hemelvaart daar kwam
ik eerst heel wat later aan toe en omdat je
als jongen toch wat reëels wilde hebben, was
voor mij in dien tijd Pinksteren «het** feest
der Heidenzending en ik vond, de' dominees
moesten er maar heelemaal zoo'n Zendings*
feest van maken.
De Gemeente begreep het immers ook zoo.
Waar je de rest van 't jaar met moeite door
middel van busjes, knikkertjes enz. wat geld
voor de Zending moest zien los te krijgen,
daar bracht zij dat in één Pinkster*collecte
wel drievoudig bijeen.
Pinksteren, feest van het «Heidendom**.
Laten we dat even vasthouden.
Al is 't dan niet de vólle Pinkstergedachte
al nemen we meer 't gevolg voor de oorzaak,
't is toch ook onze overdenking op het Pink*
sterfeest, hoe de wateren des Geestes niet be*
sloten blijven binnen engen kring, maar al
wijder, al verder, al hooger de gansche aarde
doorvochtigen, totdat 't Evangelie des Ko*
ninkrijks gepredikt zal zijn aan alle plaatsen
en totdat alle natiën, volken, rassen, talen en
tongen mêe zullen bijdragen in de samen*
stelling van die groote schare, welke niemand
tellen kan en die staan zal voor den troon
des Lams.
«Al 't heidendom [zal] Zijn lof
getuigen,
Dienstvaardig tot Zijn eer«.
Zöö wordt van Salomo, Davids zoon getuigd.
En ze kwamen naar Jeruzalem uit alle stre*
ken des hemels, met geschenken en hulde»
betoon, om den machtigen zoon van David
de eer té geven, die hem toekwam en hem
te huldigen als den hoogsten Koning der aarde.
«Meer dan Salomo is hier
Zóó zullen ze komen, uit alle volkeren der
aarde, van alle taal, onder alle hemelstreken
weg, van allerlei huidskleur, de meest ont»
wikkelde heidenen en de fetisch=dienaars, de
voorname Brahmaan uit Indië, zoo goed als
de Dajaks van Borneo en de Papoea's van
NieuwsGuinea, «uit allen geslachte**, om
den grooten Zoon van David, wien gegeven
is alle macht in den hemel en op de aarde,
hulde te brengen en eerj
Wij weten, dat dit niet geldt hoofd voor
hoofd.
Integendeel, hoe verder de wateren des
Geestes voortvloeien over de aarde, hoe hooger
ook de stroom van zonde en afval en vijand»
schap en ongerechtigheid opstuwen zal, om
kon het zijn het werk des Geestes geheel te
vernietigen.
't Zal er mee gaan als vaak met den vrucht»
boom.
Daar komen in de lente soms vele duizen*
den bloesems aan.
Maar verreweg de meeste van die bloesems
komen nooit tot ontwikkeling. De nachtvorst
gaat er over en bevriest ze, of straks slaat de
stormwint ze af, of ze rotten en schrompelen
weg door inwendig kankerzeerslechts een
klein procent van al die bloesems worden
vrucht en worden straks ingezameld en in de
jChuur gebracht.
Maar om dat betrekkelijk weinige was het
te doen.
Om die in 't getal niet zoo groote oogst,
vergeleken n.l. met wat eens bloeide, om die
voort te brengen, was al die bloesempracht
noodig.
Zoo zal 't ook onder de natiën gaan.
De duizenden zullen de prediking hóóren.
De enkelen zullen haar ten harte nemen.
Maar om die enkelen is het te doen. Zij re*
presenteeren hun gansche volk de rest rekent
niet mee, wordt straks uitgehouwen en in het
vuur geworpen, omdat ze op zoo groote za*
ligheid geen acht geslagen hebben, maar de
Kerk des Heeren, die zal opbloeien «uit al 't
Heidendom**.
Zij, die zongen den lof der valsche goden
Die allerlei stelsels van religie hebben uitge»
dacht en het op alle mogelijke manier hebben
beproefd om «den toorn der goden** te ver»
zoenen en de «booze geesten** gunstig te stem»
men of met de «hoogere wereld** in gemeen*
schap te komen.
Zij zullen hun dwaze uitvindsels laten staan
Komen zullen ze, uit alle streken der aarde.
En zullen 's Heeren lof verkondigen.
Die vijanden waren van Christus' kruis
Hem gram en Zijn werk vijandig;
Of gansch onkundig waren, verzonken in
diepe duisternis
Zij zullen komen met haast, door den Hei»
ligen Geest,
Dienstvaardig tot Zijn eer.
Dat gedenken we op ons Pinksterfeest.
Zij het ons, die immers zonder eenige ver»
hoovaardiging, alléénlijk wijl het den Drieëeni»
gen God en den Heiligen Geest heeft goed»
gedacht «van oud Gods volk« heeten mogen,
zij het óns een aansporing dat wij door dat
«Heidendom** niet beschaamd gemaakt worden
in het verkondigen van Zijn lof en het dienst»
vaardig-Mijn tot Zijn eer.
FLAKKEESCHE BOERENBOND.
Algemeene Vergadering van 30 Mei 1924.
Voorzitter de heer P. van Schouwen welke
de vergadering opent met een woord van
welkom aan de talrijke opgekomenen doch in
het bijzonder welkom heet den heer Bijlevelt,
ons adviseerend Hoofdbestuurslid die hier»
mede toont dat zijn belangstelling voor Flak*
kee nog even groot is als vroeger.
De Notulen worden na lezing goedgekeurd.
De VOORZITTER brengt rapport uit van
de werkzaamheden van de reorganisatiecom»
missie waarop besloten werd een Hoofdbe*
stuursvergadering te houden welke voorstelde
om den boerenbond maar op te heffen.
De heer SIËLING zegt dat in de 27 jaren
dat de Bond bestaat er veel en goed werk
door hem is gedaan terwijl van ontbinding nooit
sprake is geweest omdat er nog zooveel te
doen in het verschiet ligt, het gaat hier eigen»
lijk alleen om dat de heer Koert zijn ontslag nam,
was die niet tusschentijds er uit geloopen dan
had alles zijn gewonen loop genomen en was
het weer terecht gekomen.
De VOORZITTER zegt dat bij hem nooit
de bedoeling heeft bestaan om den bond te
ontbinden doch de omstandigheden brengen
nu mee om de organisatie fe reorganiseeren.
De heer SIËLING zegt dat de geschiedenis
met V.N.A. altijd een onaangename is geweest,
doch het verzet der afdeeling ging nooit tegen
den Bond noch tegen het Bestuur ten tijde
dat de heeren van der Koogh en Overdorp
Voorzitter waren zijn er óók wel eens onplei*
zierige dingen gebeurd doch de verhoudingen
met de Voorzitters als zoodanig was toch ook
altijd goednu komt daar nog bij dat de
Directeur Generaal van den Landbouw prijs
stelt op het voortbestaan van onzen Bond
waarvan ze weten dat er heel de vlottende
boerenbevolking van Flakkee in zit en waar*
door adressen en verzoeken aan de Regeering
veel grooter waarde hebben uit Flakkee dan
b.v. uit Zeeland, wanneer de Minister een
adres krijgt uit Zeeland van de Zeeuwsche
Maatij. van Landbouw, dan vragen ze zich
op 't Departement af, of ook de Ned. Boe»
renbond en de Christelijke Boeren» en Tuin»
dersbond er mee zullen accoord gaan, daar
is in Flakkee geen sprake van. Zou een reor»
ganisatie nuttig zijn voor onzen bond dan
wil spreker daar gaarne aan medewerken, doch
den ouden Bond opheffen daaraan werkt hij
nooit mee.
De VOORZITTER zegt, we zitten zonder
voorzitter en niemand wil het zijn.
De heer SNIJDER zegt dat er wel degelijk
een voorzitter te krijgen is terwijl hij in
overweging geeft er een te benoemen
dan kan die de leiding nemen voor de hïr»
kiezing der Statuten bovendien 3 maanden
na het ontslag van den heer Koert had er al
een andere moeten zijn.
De VOORZITTER zegt dat het niet op de
convocatie staat, bovendien neemt het geheele
bestuur zijn ontslag zoodat die verkiezingen
tegelijk kunnen gebeuren.
De heer VAN PAASSCHEN zegt hier geen
voorzitter te kunnen benoemen, het gaat hier
over ontbinden of reorganiseeren.
De heer WARNAER vraagt of de commissie
haar meening zeggen wil. Melissant is zeer
optimistisch doch het groote bezwaar bij ons
is dat de bond uit te hetorogéne personen
bestaat, hij is uitgegroeid tot een vereeniging
waarvan de groote meerderheid bestaat uit
menschen die behalve hun landbouwbelang
ook nog andere belangen hebben, b.v. kooplui
als anderszins, hij bewondert den vice=voorzitter
die er altijd zijn schouders onder heeft gezet
terwijl de heer Koert de vergadering niet meer
kon leiden.
De heer SIËLING zegt dat de heer Warnaer
zich minstens vergist met wat hij hier zegt.
Spreker heeft altijd den heer van Schouwen
wel degelijk vertrouwd even goed als het ge»
heele bestuur, doch door de langdurige ziekte
en het overlijden van den heer Overdorp;
tóén den duur dier vacature eer de heer Koert
gekozen was, tóén weer het bedanken van
den heer Koertzijn oorzaak dat geen vaste
leiding was, een voorzitter zit er toch zeker
veel beter in dan een plaatsvervanger, dat is
dan ook de reden dat de Afd. Melissant nooit
aanmerkingen heeft gemaakt, terwijl landbouw
en handel best samen kunnen gaan van de
visschers die er in Stellendam in die Afdeeling
zitten hebben we nooit last gehad want dat
bestuur kwam bijna nooit op de vergaderingen,
die nam altijd bij voorbaat al genoegen met
wat hier besloten werd.
De VOORZITTER zegt volkomen accoord
te gaan met wat de heer Sieling heeft gezegd,
een voorzitter zit beter in de zaken, omdat
hij er ook de verantwoordelijkheid voor draagt,
terwijl hij inderdaad nooit iets van wantrou*
wen heeft bemerkt.
De heer MIJS zegt dat de commissie niet
meer bestaat, hij is hier als belangstellend
toehoorder doch wil er als het bestuur hem
dat vraagt wel zijn meening van zeggen, het
is een misverstand wanneer de gedachte ingang
zou vinden dat het bestuur met de commissie
zou hebben aangestuurd op ontbinding van
den Boerenbond, hij persoonjijk zou het
bepaald jammer vinden als de Bond wegging
en er niets beters voor in de plaats kwam, de
bedoeling is een krachtige vereeniging te krij»
gen, het bestuur heeft zijn plicht gedaan,
niemand die daar ooit aan heeft getwijfeld,
doch nu verklaart het bestuur dat het een
schip bestuurt dat per slot van rekening niet
meer in een veilige haven te brengen is, en
door de moeite die er gekomen is door allerlei
elementen welke niet in een landbouworgani»
satie behooren heeft de heer Koert een mooie
kans waargenomen om er uit te komen, wij
moeten een vereeniging hebben van bonafide
boeren, er zijn thans groote belangen waaraan
een bonafide landbouwer bij de tegenwoordige
samenstelling niet kan medewerken, wij be=
sloten om den bond te ontbinden en uit deze
organisatie over te brengen in een nieuwe
vereeniging de keurtroepen. Toen wij de boe»
ren in Oost=Flakkee wilden steunen die door
de staking ernstige schade hadden geleden,
kon dat niet door de kleine boeren die daar
geen belang bij hadden en in verscheidene
Afdeelingen de meerderheid hebben. Melissant
maakt blijkbaar een mooie uitzondering, doch
hier in Middelharnis en Sommelsdijk hebben
we 3 landbouwvereenigingen en op een ver»
gadering kan een bonafide boer niets zeggen
als het over groote zaken gaat omdat je morgen
op straat of in het land becritiseerd wordt,
en nu dacht spreker dat Melissant met voor»
stellen zou gekomen zijn om den bond te
reorganiseeren, met de verkiezing van een
voorzitter zijn we niet klaar.
De heer SIELING antwoordt dat er in zijn
Afd. wel gesproken is over reorganiseeren,
waar ze best met kan meegaan als die
tenminste verbeteringen inhoudt, doch de
bord is nu nog net als vroeger toen we de
tobberij met de V.N.A. niet hadden, entoen
hebben we mooie en goede dingen tot stand
gebracht, wanneer we een flinke voorzitter
hebben kan dat weer, de kleine boeren heb»
ben nooit last veroorzaakt of nooit iets van
algemeen belang tegengewerkt of afgestemd
j
•ri
■Mi