iouuiers, i mb Benauwd «siroop iam Seri i loesiuinen Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. IN HOC SIGNO VINCES AKKEBY No. 3022 ZATERDAG 7 JUNI 1924 39STE JAARGANG m g et. loden *den on 11484 MANNING'S «SS a 1.30, r en vloeibaar ITER Co. LflGGEil.10 Cl IEILEI1. .59 Cl ïDRAAO p. Meier 1 et. r 0.25 VELD Jo. 17 W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers EERSTE BLAD. gy Vanwege het PINK- BIERFEEST zal ons a.s. Woensdagnummer NIET verschijnen. Eeuwigheidslicht Reclame-Mededeelingen. Land* en Tuinbouw. 11 smakend zacht t EERMIDDEL VIJGEN en plan* reid. Prijs f 1,45. INNING'S ibrieh - - Den Haag delging, ook van (akkerlakken, iz., door verkrijgbaar Fabriek 1TERDAM anssfraat 72 [KAPPEN model verwende Dames orteering Zijden buitengewoons zen zomer chaffen, doen ver* :eds te wenden tot lingen aangenomen >N, SomjneIsdijL( e'sa'J'iiv. -SöIJK SS VOOR line*, Motors en [ensmeer, Leder* vet. Teer per heele of per Liter. Bruine f 0,17 per Liter, raad leverbaar, bevelend,! SOMMELSDIJK IENEN: dienst Boekhandel van VEN Zn. - caria, Clivia's, a, Cineraria's, manden, Appel, ambozen, Roo- van «t» B A R N 1 S i, dat op lij cende een ampe- r Gas, iwerk, ■ffen enz. mzelfden gd astraat RT Bij inleves ring van 25 Vogeltjes 1 KNOT CADEAU Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent b<j vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. ii. (Slot). Nu de andere zijde bezien. De „wereld", en we hebben onlangs beschreven hoe we dat woord hier bedoelen, n.l. als de samenvatting der machten, die willen weerhouden de komst van het Koninkrijk Gods, Die wereld haat ook de kinderen- Ues-Koninkrijks. Is dat woord „haat" niet te hard In onzen tijd van allerlei „synthese" zijn er velen, die het met een zachter woord zouden willen doen. Het woord „haat" stoot zoo af En gij moet immers „lokken" Nu is dit laatste zeker waar De openbaring van het leven des Christens moet alzoo wezen, dat hij is een duidelijk leesbare brief-van-Christus En ook hun onderlinge verhouding en omgang moet de wereld tot een voor beeld zijn. En hun geloovig uitzicht op de toekomst moet zoo mogelijk de wereld tot jaloerschheid verwekken. En 't is het dagelijksch kruis, het is tot beschaming en 't is de schuldbe lijdenis van de kinderen-des-Koninkrijks dat ze in dit alles eiken dag zooveel te kort schieten en gedurig weer, altijd 'weer het bloed der verzoening over zich moeten inroepen. Zeker, daar moet „lokken" zijn. Een stuursch en norsch aangezicht, zoowel in letterlijk als figuurlijk opzicht, stoot af, wij hebben ons vriendelijk ie toonen in het midden der wereld en erkennen met grooten dank, hoe zeer die „haat" door Gods gemeene gratie wordt ingetoomd, zoodat in me nig opzicht niet slechts een dragelijk, maar vaak een aangenaam leven mo gelijk is. Doch dit is door temperende, weer houdende genade. Ge moet letten op het hart. Vanwaar de uitgangen des levens zijn. En dan is er tweeërlei levensrichting. Daar is een richting, die zich naar den Christus toebuigt, als de bloem naar de zon. Zijn woord is wet. En dat niet een „dwang"-wet, maar een gaarne gevolgde levenswet. Bij Hem voelt die richting zich thuis en hoe verder van hem verwijderd, hoe meer zij een gevoel heeft, of zij in balling schap leeft en heimwee komt in haar haar hart naar het vaderland, naar het Koninkrijk. De andere richting staat hier vlak tegenover. in vele variaties, het is zoo. Daar zijn er, die voor den rabbi'van Nazareth grooten eerbied koesteren die zijn woorden overdenkendie hun eigen gevoelens gaarne toetsen aan zijn verheven leer, daar zijn anderen, die 't in blakende vijandschap zéggen en waar zij er de macht toe hebben, gelijk in Rusland, ook in praktijk bren gen „Weg met den Galileër Maar hierin komen allen overeen Die van deze levensrichting zijn Zij staan niet toe, dat Christus woord voor hen beslissend zou zijndat de wil van Jezus Christus, den Zoon des levenden Gods, zoude zijn het richt snoer, de norm van hun daden En toch, dat eischt die Christus. Wijl Hem gegeven is alle macht, in «en hemel en op de aarde Doch daar wil men niet aan. Men wil eigen meester zijn Dat geeft de botsingde haat. Eerst tusschen de wereld en den Christus en straks ook tusschen die wereld en de kinderen-des-Koninkrijks. Het is niet zoo, dat daar vér aan den overkant de eigenlijke haters staan en dat hoe dichterbij die haat al minder wordt en tenslotte onmerkbaar onder gaat en overgaat in liefde, zoodat er eigenlijl^ geen preciese grenslijn zou zijn tusschen de kinderen de wereld en die des Koninkrijks Zoo zouden velen 't wel willen. Zij kunnen zich dan dicht bij de onzichtbare grens ophouden en naar beide kanten vriend zijn. Maar zoo is 't nu eenmaal niet. Christus zélf heeft dat eens en voor goed afgesneden, toen Hij zeide Wie niet vóór Mij is, die is tegen Mij. En dat bewijst de historie. Neem maar dit ééne voorbeeld, Als het er dan eenmaal op aankomt, dan spreekt b.v. de partij, die zich zoo gaarne tooit met de kleuren der verdraagzaamheid; die hoog opheft de „vlag der liberaliteit; die nee! nee! geen „rooden" draad aan 't lijf liceft die netjes, ietwat deftig is en ook in politieken zin ieder 't zijne geven wil, dan smaakt zelfs zij van„dedoode vlieg, die de zalf des apothekers stin ken doet". En omdat dit nu zoo is Daarom hebben we, ook in den po litieken strijd, zulk een behoefte aan Eeuwigheidslicht. Anders was 't een onbegonnen werk. Wij toch blijven het „kleiire hoopken". Dat nooit de overhand hebben zal. Dat integendeelde Schrift spreekt duidelijk, hoe meer we naderen 't eind dezer bedeeling, steeds meer inschrom- pelen en terrein verliezen zal Een alle moed benemende gedachte Ja, zeker indien niet Indien we niet glanzen zagen het Eeuwigheidslicht en bij dat lichtjezus Christus aan 't einde aller dingen, ko mende uit het middelpunt Zijns Ko ninkrijks, met al Zijn heilige engelen, die in één laatsten, alles besiissenden veldslag, voor eeuwig over alle Zijne en onze vijanden triomfeeren zal. Die wetenschap verandert alles. Het zou lijken een verloren post; Als die eindbeslissing niet kwam, Nu zijn het in werkelijkheid de voor posten van het Koninkrijks Gods, die wij mogen bezet houden, totdat de Christus eenmaal dat Koninkrijk volko men uitbrengen zal. Zoo moeten we ons leven zien. Ook onze bemoeienis met de poli tiek. En moge dan eenmaal tot hen, die hier de schansen en transen bezet houden het woord klinken Over weinig zijl gij getrouw geweest, over veel zal ik u zetten Dan is, ook ons politieke leven, niet vruchteloos geweest. W. O. wee. Terecht schreef een der bladen De Crisis*tijd heeft O.W.ers èn O.W.eeërs gemaakt Menschen, die door den abnormalen tijd èn door de Regerings*maatregeien «binnen** kwamen èn anderen, die door dezelfde oor* zaken geheel geraakten aan lager wal en bij 't een, als bij 't ander is heel wat ongerechtig* heid gebeurd, méér dan nu nog kan worden uitgezocht, achterhaald en bestrafd. Laten we dankbaar zijn, dat het maatschap* pelijk leven zich weer vrij ontwikkelen kan. V Onze schande. 'n Duitscher, zekere Max Danthendey, las ik in de N. R. C., is op Java geweest, heeft er gereisd, hield er dagboek, van en gaf dit thans uit. 't Schijnt niet héél belangrijk te zijn. Maar mij trof één bizonderheid. f De schrijver zegt o.m. en 'k laat het maar jn zijn taal staan »Mann kann keinne flinf Minuten mit einem Hollander sprechen, ohne dass er sagt «Gott verdamm mich Laat de man 't dan op z'n slechtst getrof* fen hebben- Is 't niet een nationale schande, die ons in 't aangezicht vliegt 40 cent per regel Het spreekt van zelf dat wanneer Uw lucht pijpen verstopt zijn, gij een gevoel van benauwdheid krijgt, gepaard gaand met hij gen en kortademigheid. Akker's Abdijsiroop bezit door haar slijmopiosseixle werking de eigenschap Uw luchtwegen te zuiveren van slijm, c die zich op Uw borst heef'^vast- gezet. Aanbevolen en geroemd bij bronchitis, asthina,drogenscherpen of kuchenden hoest [PINKSTEREN.] «Al 't Heidendom zijn lof getuigen' Dienstvaardig tot Zijn eer!** Keere ik even terug tot jaren her. Toen 'k was in mijn «rijpende jeugd**. Dat ik tweemaal ter kerk ging, behoeft niet gezegd; 't was allerminst mijn deugd, maar't was in onze kringen zulk een vanzèlfsheid, dat je aan thuisblijven niet dacht. De zede, de gewoonte was aldus. Hooger mag ik 't eerlijk niet aanslaan, doch ook dat was iets. Nu was dat kerkgaan vaak slechts «vorm**. En menigmaal kwamen we er net precies zoo uit, als we er heen gingen, laat ik 't maar net zeggen zooals 't was en zooals 't bij zoo velen onzer geweest is, wat we tot onze diepe schaamte willen belijden, wanneer zich «nieuw leven** in ons openbaren mocht. Maar 't gebeurde toch ook, dat we luisterden. Ons inspanden, om wat van de preek mee te dragen. Waaruit dit voortkwam, laat ik geheel onbeslist, wie zal narekenen de wer* kingen van den Heiligen Geest in het zon* daarshart? Dit weet ik, dat van onderscheiden preeken die ik hoorde in mijn «rijpende jeugd**, heugenis in mijn ziel hangen bleef, als was 't alleen maar inzake een «interressante** uit* spraak der Heilige Schrift. Zoo weet ik best, dat ik altijd wat zat met het Pinksterfeest. Ja, het «feest van den Heiligen Geest**. En de feiten van Lhnksterdag kende ik. Maar wat die uitstorting nu eigenlijk be* teekende voor de gemeente des Heeren welk heilsleit het was naast de Vleeschwording, de Opstanding en de Hemelvaart daar kwam ik eerst heel wat later aan toe en omdat je als jongen toch wat reëels wilde hebben, was voor mij in dien tijd Pinksteren «het** feest der Heidenzending en ik vond, de' dominees moesten er maar heelemaal zoo'n Zendings* feest van maken. De Gemeente begreep het immers ook zoo. Waar je de rest van 't jaar met moeite door middel van busjes, knikkertjes enz. wat geld voor de Zending moest zien los te krijgen, daar bracht zij dat in één Pinkster*collecte wel drievoudig bijeen. Pinksteren, feest van het «Heidendom**. Laten we dat even vasthouden. Al is 't dan niet de vólle Pinkstergedachte al nemen we meer 't gevolg voor de oorzaak, 't is toch ook onze overdenking op het Pink* sterfeest, hoe de wateren des Geestes niet be* sloten blijven binnen engen kring, maar al wijder, al verder, al hooger de gansche aarde doorvochtigen, totdat 't Evangelie des Ko* ninkrijks gepredikt zal zijn aan alle plaatsen en totdat alle natiën, volken, rassen, talen en tongen mêe zullen bijdragen in de samen* stelling van die groote schare, welke niemand tellen kan en die staan zal voor den troon des Lams. «Al 't heidendom [zal] Zijn lof getuigen, Dienstvaardig tot Zijn eer«. Zöö wordt van Salomo, Davids zoon getuigd. En ze kwamen naar Jeruzalem uit alle stre* ken des hemels, met geschenken en hulde» betoon, om den machtigen zoon van David de eer té geven, die hem toekwam en hem te huldigen als den hoogsten Koning der aarde. «Meer dan Salomo is hier Zóó zullen ze komen, uit alle volkeren der aarde, van alle taal, onder alle hemelstreken weg, van allerlei huidskleur, de meest ont» wikkelde heidenen en de fetisch=dienaars, de voorname Brahmaan uit Indië, zoo goed als de Dajaks van Borneo en de Papoea's van NieuwsGuinea, «uit allen geslachte**, om den grooten Zoon van David, wien gegeven is alle macht in den hemel en op de aarde, hulde te brengen en eerj Wij weten, dat dit niet geldt hoofd voor hoofd. Integendeel, hoe verder de wateren des Geestes voortvloeien over de aarde, hoe hooger ook de stroom van zonde en afval en vijand» schap en ongerechtigheid opstuwen zal, om kon het zijn het werk des Geestes geheel te vernietigen. 't Zal er mee gaan als vaak met den vrucht» boom. Daar komen in de lente soms vele duizen* den bloesems aan. Maar verreweg de meeste van die bloesems komen nooit tot ontwikkeling. De nachtvorst gaat er over en bevriest ze, of straks slaat de stormwint ze af, of ze rotten en schrompelen weg door inwendig kankerzeerslechts een klein procent van al die bloesems worden vrucht en worden straks ingezameld en in de jChuur gebracht. Maar om dat betrekkelijk weinige was het te doen. Om die in 't getal niet zoo groote oogst, vergeleken n.l. met wat eens bloeide, om die voort te brengen, was al die bloesempracht noodig. Zoo zal 't ook onder de natiën gaan. De duizenden zullen de prediking hóóren. De enkelen zullen haar ten harte nemen. Maar om die enkelen is het te doen. Zij re* presenteeren hun gansche volk de rest rekent niet mee, wordt straks uitgehouwen en in het vuur geworpen, omdat ze op zoo groote za* ligheid geen acht geslagen hebben, maar de Kerk des Heeren, die zal opbloeien «uit al 't Heidendom**. Zij, die zongen den lof der valsche goden Die allerlei stelsels van religie hebben uitge» dacht en het op alle mogelijke manier hebben beproefd om «den toorn der goden** te ver» zoenen en de «booze geesten** gunstig te stem» men of met de «hoogere wereld** in gemeen* schap te komen. Zij zullen hun dwaze uitvindsels laten staan Komen zullen ze, uit alle streken der aarde. En zullen 's Heeren lof verkondigen. Die vijanden waren van Christus' kruis Hem gram en Zijn werk vijandig; Of gansch onkundig waren, verzonken in diepe duisternis Zij zullen komen met haast, door den Hei» ligen Geest, Dienstvaardig tot Zijn eer. Dat gedenken we op ons Pinksterfeest. Zij het ons, die immers zonder eenige ver» hoovaardiging, alléénlijk wijl het den Drieëeni» gen God en den Heiligen Geest heeft goed» gedacht «van oud Gods volk« heeten mogen, zij het óns een aansporing dat wij door dat «Heidendom** niet beschaamd gemaakt worden in het verkondigen van Zijn lof en het dienst» vaardig-Mijn tot Zijn eer. FLAKKEESCHE BOERENBOND. Algemeene Vergadering van 30 Mei 1924. Voorzitter de heer P. van Schouwen welke de vergadering opent met een woord van welkom aan de talrijke opgekomenen doch in het bijzonder welkom heet den heer Bijlevelt, ons adviseerend Hoofdbestuurslid die hier» mede toont dat zijn belangstelling voor Flak* kee nog even groot is als vroeger. De Notulen worden na lezing goedgekeurd. De VOORZITTER brengt rapport uit van de werkzaamheden van de reorganisatiecom» missie waarop besloten werd een Hoofdbe* stuursvergadering te houden welke voorstelde om den boerenbond maar op te heffen. De heer SIËLING zegt dat in de 27 jaren dat de Bond bestaat er veel en goed werk door hem is gedaan terwijl van ontbinding nooit sprake is geweest omdat er nog zooveel te doen in het verschiet ligt, het gaat hier eigen» lijk alleen om dat de heer Koert zijn ontslag nam, was die niet tusschentijds er uit geloopen dan had alles zijn gewonen loop genomen en was het weer terecht gekomen. De VOORZITTER zegt dat bij hem nooit de bedoeling heeft bestaan om den bond te ontbinden doch de omstandigheden brengen nu mee om de organisatie fe reorganiseeren. De heer SIËLING zegt dat de geschiedenis met V.N.A. altijd een onaangename is geweest, doch het verzet der afdeeling ging nooit tegen den Bond noch tegen het Bestuur ten tijde dat de heeren van der Koogh en Overdorp Voorzitter waren zijn er óók wel eens onplei* zierige dingen gebeurd doch de verhoudingen met de Voorzitters als zoodanig was toch ook altijd goednu komt daar nog bij dat de Directeur Generaal van den Landbouw prijs stelt op het voortbestaan van onzen Bond waarvan ze weten dat er heel de vlottende boerenbevolking van Flakkee in zit en waar* door adressen en verzoeken aan de Regeering veel grooter waarde hebben uit Flakkee dan b.v. uit Zeeland, wanneer de Minister een adres krijgt uit Zeeland van de Zeeuwsche Maatij. van Landbouw, dan vragen ze zich op 't Departement af, of ook de Ned. Boe» renbond en de Christelijke Boeren» en Tuin» dersbond er mee zullen accoord gaan, daar is in Flakkee geen sprake van. Zou een reor» ganisatie nuttig zijn voor onzen bond dan wil spreker daar gaarne aan medewerken, doch den ouden Bond opheffen daaraan werkt hij nooit mee. De VOORZITTER zegt, we zitten zonder voorzitter en niemand wil het zijn. De heer SNIJDER zegt dat er wel degelijk een voorzitter te krijgen is terwijl hij in overweging geeft er een te benoemen dan kan die de leiding nemen voor de hïr» kiezing der Statuten bovendien 3 maanden na het ontslag van den heer Koert had er al een andere moeten zijn. De VOORZITTER zegt dat het niet op de convocatie staat, bovendien neemt het geheele bestuur zijn ontslag zoodat die verkiezingen tegelijk kunnen gebeuren. De heer VAN PAASSCHEN zegt hier geen voorzitter te kunnen benoemen, het gaat hier over ontbinden of reorganiseeren. De heer WARNAER vraagt of de commissie haar meening zeggen wil. Melissant is zeer optimistisch doch het groote bezwaar bij ons is dat de bond uit te hetorogéne personen bestaat, hij is uitgegroeid tot een vereeniging waarvan de groote meerderheid bestaat uit menschen die behalve hun landbouwbelang ook nog andere belangen hebben, b.v. kooplui als anderszins, hij bewondert den vice=voorzitter die er altijd zijn schouders onder heeft gezet terwijl de heer Koert de vergadering niet meer kon leiden. De heer SIËLING zegt dat de heer Warnaer zich minstens vergist met wat hij hier zegt. Spreker heeft altijd den heer van Schouwen wel degelijk vertrouwd even goed als het ge» heele bestuur, doch door de langdurige ziekte en het overlijden van den heer Overdorp; tóén den duur dier vacature eer de heer Koert gekozen was, tóén weer het bedanken van den heer Koertzijn oorzaak dat geen vaste leiding was, een voorzitter zit er toch zeker veel beter in dan een plaatsvervanger, dat is dan ook de reden dat de Afd. Melissant nooit aanmerkingen heeft gemaakt, terwijl landbouw en handel best samen kunnen gaan van de visschers die er in Stellendam in die Afdeeling zitten hebben we nooit last gehad want dat bestuur kwam bijna nooit op de vergaderingen, die nam altijd bij voorbaat al genoegen met wat hier besloten werd. De VOORZITTER zegt volkomen accoord te gaan met wat de heer Sieling heeft gezegd, een voorzitter zit beter in de zaken, omdat hij er ook de verantwoordelijkheid voor draagt, terwijl hij inderdaad nooit iets van wantrou* wen heeft bemerkt. De heer MIJS zegt dat de commissie niet meer bestaat, hij is hier als belangstellend toehoorder doch wil er als het bestuur hem dat vraagt wel zijn meening van zeggen, het is een misverstand wanneer de gedachte ingang zou vinden dat het bestuur met de commissie zou hebben aangestuurd op ontbinding van den Boerenbond, hij persoonjijk zou het bepaald jammer vinden als de Bond wegging en er niets beters voor in de plaats kwam, de bedoeling is een krachtige vereeniging te krij» gen, het bestuur heeft zijn plicht gedaan, niemand die daar ooit aan heeft getwijfeld, doch nu verklaart het bestuur dat het een schip bestuurt dat per slot van rekening niet meer in een veilige haven te brengen is, en door de moeite die er gekomen is door allerlei elementen welke niet in een landbouworgani» satie behooren heeft de heer Koert een mooie kans waargenomen om er uit te komen, wij moeten een vereeniging hebben van bonafide boeren, er zijn thans groote belangen waaraan een bonafide landbouwer bij de tegenwoordige samenstelling niet kan medewerken, wij be= sloten om den bond te ontbinden en uit deze organisatie over te brengen in een nieuwe vereeniging de keurtroepen. Toen wij de boe» ren in Oost=Flakkee wilden steunen die door de staking ernstige schade hadden geleden, kon dat niet door de kleine boeren die daar geen belang bij hadden en in verscheidene Afdeelingen de meerderheid hebben. Melissant maakt blijkbaar een mooie uitzondering, doch hier in Middelharnis en Sommelsdijk hebben we 3 landbouwvereenigingen en op een ver» gadering kan een bonafide boer niets zeggen als het over groote zaken gaat omdat je morgen op straat of in het land becritiseerd wordt, en nu dacht spreker dat Melissant met voor» stellen zou gekomen zijn om den bond te reorganiseeren, met de verkiezing van een voorzitter zijn we niet klaar. De heer SIELING antwoordt dat er in zijn Afd. wel gesproken is over reorganiseeren, waar ze best met kan meegaan als die tenminste verbeteringen inhoudt, doch de bord is nu nog net als vroeger toen we de tobberij met de V.N.A. niet hadden, entoen hebben we mooie en goede dingen tot stand gebracht, wanneer we een flinke voorzitter hebben kan dat weer, de kleine boeren heb» ben nooit last veroorzaakt of nooit iets van algemeen belang tegengewerkt of afgestemd j •ri ■Mi

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1924 | | pagina 1