E
- Kinder
TRAP! TRAP!
HASELAAR i llff B, air n Erf
GROKOPAriER
JOH. LEUKE-DIRKSLAKD
Draineerhuizen met Kraag
Een Huis melErfenTuiii
DE AMSTERDAMSCHE ®®©©©0|
Gebroken Oranje Pekoe
De beste Koffieboonen
a p. C. D. KOK
Pri
RooiMeriam „de ijijuemeid"
-Ml
KUIKENS en BROEDEIEREN
V erkoopingen
No. 3
Openbare
Verkooping
Openbare
Verkooping
TWl
Openbare
Verkooping
Land* en Tuinbouw.
DE ARBEID.
Beste en soliedste adres voor
Goud, Zilver, Horloges, Klok
ken en Pendules, Barometers
en Brillen
Levering van Brillen en Pin-
cenCz, ook op voorschrift
van H.H. Doctoren
Vakkundige Bediening!
26 Goudsche Wagenstraat 28 Rotterdam
OPGERICHT 1890
SPECUVLE ARDEELINGEN VOOR
KEU EK SCHOLD, H.H. PREOIKAMEn EU OflDERUlIJZEHS,
LEDESi VAK PATRliYIMM EU DE CHRISTELIJKE lUERKIYIAHSBOUD
Stoelen f 2,50, Looprekken
f 6,95, Ledikanten f 9,75,
Wiegen f 2,75.
Het adres voor Bedden,
Matrassen en Dekens
is en blijft toch
maar steeds
Botersloot 91, hoek Meent,
Telef. 9036, ROTTERDAM.
W. VERMEULEN,
H.H. Schilders!
prima prima
p. riemf 2.
p. pak van 3 riem f 5.50
W. Boekhoven Zn.
Sommelsdijk
Alle s
Dit nu
Si
jne
is
Diverse Ladders,
Stellingen, Verfwa
ren, Glas, Schilders-
gereedschappen en
Materialen
Wanneer
die naar he
gaan, de
hier niet, w
voegt hij er
cipelen te
voorgaat na;
zien zullen,
haar opdraa
me aan Petr
heen, zegt
dat Hij u
veel meer,
daarop afzo
hij met nar
heeft hem
medediscipe
hem te verb
gers, na Jez
discipelkrir
dan worden
kreet„De
en is van
Deze vers
alleen ten i
opstanding,
wordt daarv;
wordt ze
-yermeld in
'*le! zegt:
zien". Hoe
er verhandel
is echter
vermelding,
verschoonenc
met de Zijr
en Petrus
niet voorope
Maar al
verschijning
herinneren,
is, valt het
wat er tussc
deld is.
Het is
diep gevallen
zich openbaé
dagen gelede
heeft plaats
zijn gesmader
driemalen toe
king van zich
te voren betui
gerd te zullen w
aan Jezus geër
zullen verloocl
Hem sterven, f
uit de gedach
hij dien blik
verwijt. Bitterl
nog waren zij
Ach, kon hij
om in schuk
Hem uit te st<
te vernemen, t
geven was. Zi
verlangen, om
te ontmoeten.
Kan het on
Jezus zich aller
Eerder dan a
of een der an
had Hem het
was zoo diep
Hem allen ver
had Hem verlc
bij de zijne te
Jezus tot hem
end en tot Hei
ten met de v
verandert en Z
voor broodsgebrek waren ze bewaard en h ij
moest hen betalen, zal 'k maar zeggen «uit
het kabinet«, niet van de verdienste»des»
jaars gelukkig waren er bétere jaren ge»
weest, waarin bij wat had kunnen overs
leggen.
Wie nu van zijn leven 'n «rekensom» maakt,
noemt dit dwaas.
Maar dat kan ik niet nazeggen.
Omdat er nog zoo iets is, dat men den
»goddelijken factor« noemen kan. Die hier
werkt als een »verborgen zegen» en het ginds
in een «doorboorden buidel» geeft. Wie iets
van de »hoogere« door de liefde van Chris»
tus geheiligde rekenkunde kent, zal dit
verstaan.
Mijn plaats 'is meer dan verbruikt. Moge
er, trots al de moeiten»des»levens en smarten*
dezer»aarde deze dagen toch in ons aller
ziel klinken een jubelend:
«Christus is opgestaan
UITKIJK.
Wat elke maand te doen geeft.
(2de- helft April.)
Nadruk verboden.
't Was een lange winter, een winter, die
voèr kostte. Gelukkig, dat de hooischuren en
bergen goed voorzien waren. Een maand ge*
leden verklaarden eenige landbouwers me,
dat ze toen nog meer hooi in voorraad had*
den, dan in den herfst 1922, toen de winter
nog moest beginnen. Maar de weitijd nadert,
en een «natte April«, met een zachte tempe»
ratuur, bevorderlijk aan den grasgroei, is dus
gewenscht. Wei en akker en hof vragen nu
werk. Eg nu uw grasland, schoffen uw winter*
gewassen en geer, waar een holle of slechte
stand van het gewas is wat Chilisalpeter als
overbemesting50. 100, 150 kilo per Hectare
naar behoefte, Breng in deze helft der maand
de aardappelen in den grond, de wortels en
suikerbieten, de mangels kool* of knolrapen.
De aardappelen groeit op bijna allen gecul*
tiveerden grond, mits goed gemest wordt. Na
rogge is op de zandgronden de aardappel de
beste vrucht. Op natten, zeer laag geleden
grond teelt men geen lekkere aardappelen
ze zijn dan zeepig en lijden licht aan de ge*
vreesde aardappelziekte. Voorts denke men er
aan, dat het gebruik van goede poters even
noodig of noodzakelijk is als eeli goede doel*
matige bemesting. Poters moeten voldoen aan
deze voorwaarden: le zij moeten raszuiver
zijn, dus niet vermengd met andere soorten
2e voorts uitsluitend goed gevormde, volkomen
gezonde struiken, die bij het rooien een be*
hoorlijke opbrengst van goed gevormde knol*
len geven met weinig kuil3e zij moeten
goed behandeld en doelmatig bewaard zijn;
4e een gemiddeld gewicht hebben van 25—45
gram. Het kweeken van ziektevrij pootgoed
is een zaak van het grootste belang. Iedere
aardappelverbouwer dient eigenlijk kennis te
nemen van het geschrift van Dr. J. Oortwijn
Botjes te Oostwold, hetwelk over dat onder*
werp handelt. Het is a f 0.54 fr. p. p. ver*
krijgbaar bij Gebr. Xan Langenhuysen, te Den
Haag. In den hof, spitten, zaaien, planten
is nu geregeld aan de orde. Sommigen spitten
reeds in den herfst den grond om, en dit is
uitstekend de grond vriest dan door en ver*
kruimelt, de lucht dringt meer door, zoo
noodig voor de levensfuncties der planten*
wortels en ook voor de omzetting van plan*
tenvoedsel in den bodemovertollig water
kan beter wegvloeien. Ook het mesten (met
stal* of privaatmest) is, voor den smaak en
de kwaliteit van aardappels en verschillende
groenten, beter in 't na dan voorjaar. Maar
wie dit verzuimde, doe het nu. Na het spit*
ten komt het zaaien. Gebruik zooveel moge*
lijk nieuw zaad dat is het veiligst. Zijn de
zaden schaarsch of duur zooals thans boo*
nen dan kan men soms overjarig zaad ge*
bruikenboonen en erwten behouden ge*
middeld 3 jaar hun kiemkracht, spinazie, kool,
komkommer, meloen, radijs 5 jaar, wortelen
4 a 5 jaar, bieten 6, witlof zelfs 10jaar;uien
prei, schorseneeren en zuring slechts 2 jaar.
Men houde zich evenwel aan den regel, om
oud raad slechts bij uitzondering te gebruiken.
Allerlei groentenzaden kan men' nu uit*
zaaien of leggenpeulen, doperwten, capu*
cijners en tuinboonen ook stam* en stoksnij*
boonen, ofschoon het de tijd daarvoor nog
niet isspinazie, raapstelen en slaboeren*
kool, als men die nog wil hebben voor het
vee voor keukengebruik zaaie men eerst in
Mei. Plant bloemkool en kropsla en zaai on*
der glas augurken en komkommers (om later
uit te planten), snijsla, postelein, spinazie, korte
Hoornsche wortels, met kropsla, bieten en
knollen. Verzuim vooral de sla niet van nu
af geregeld om de 3 weken uit te zaaien
't Is een gezonde groente (rauwe groene blad*
groenten bevatten de vitaminen, welke voor
't behoud der gezondheid onmisbaar zijn),
welke dagelijks als toespijs genuttigd moeten
worden. Aan te bevelen zijn o.a. de soorten
Zwart Duitsch, Zwarte Zeeuwsche en Graf
Zeppelin.
(Vervolg.)
Het aardrijk zij om uwentwil vervloekt en
met smart zult gij daarvan eten alle de dagen
uws levens, ook zal het u doornen en distelen
voortbrengen en gij zult het kruid des velds
eten in het zweet uws aanschijns zult gij uw
brood verdienen, totdat gij tot de aarde we*
derkeert Wat het zeggen wil
Dat de mensch zijn gelukstaat heeft ver*
loren, dat hij niet meer leeft uit het leven
dat uit God is, maar dat in hem woont de
dood, die zijn krachten sloopt. Ten dage als
gij daarvan eet zult gij den dood sterven. De
mensch hééft gegeten en de Dood is geko*
men, niet als een geweldenaar die alles in één
oogenblik vernielt, maar als een gifzwam die
langzaam voortwoekert en cel voor cel op*
vréét totdat straks alle leven zal zijn weggegaan.
Des menschen leven is één bange worsteling
geworden met den Dood en hij wéét Dien
als overwinnaar in het eind. Een worsteling,
want al? de Dood zijn lichaam teistert dan
arbeidt hij en wint voedsel om de verloren
levenskrachten weder aan te vullen en als er
invloeden zijn die den vijand van zijn leven
het voortgaan bevorderen dan ziet hij öm
naar middelen om hem te keer te gaan, daarom
kleedt hij zich, want de natuur heeft zich
tégen hem gekeerd, alles om hem is de bond*
genoot van den dood geworden.
Het aardrijk zij om uwentwil vervloekt 1
Hebben wij niet gezien hoe de landman zijn
akkers ploegde en zijn koren zaaide in de
versch geploegde kluiten. Hoe de regen kwam,
die den grond doorweekte en het zaad deed
zwellen, zoodat de groene halmpjes werden
gezien. Toen scheen de zon en de teere plantjes
wiesen op onder de zorg van den landman,
want waar het onkruid groeide daar was hij
en zijn handen roeiden het uit. Toen was het
koren dankbaar en als het golfde in den zo*
merwind in het zonnelicht dan scheen er over
dat golvende graanveld een glinsterende zonne
lach te gaan. En in de groeiende halmen wer*
den de aren geboren, die worstelden zich
straks uit hunne windselen, die hen weer*
hielden om naar het licht de zon te zien. En
als zij de zon zagen en den wind voelden
waaien langs haar teere kopjes, dan wuifden
zij vroolijk, want in zich voelden zij het leven
groeien, de korrels tarwe, die straks het loon
zouden zijn van hem die hen zoo trouw ver*
zorgd had. Toen was de landman vergenoegd,
en dankbaar zag hij op naar de zon en den
helderen hemel en in zijn hart voelde hij
innige dankbaarheid voor den goeden God
die het koren deed rijpen en zijn arbeid zou
loonen. En toen het koren rijp was scherpte
hij zijn sikkel en vroolijk maaide hij het graan,
terwijl de zon scheen en zijn sikkel zonne*
vonken ving en het koren ruischte bij den
sikkelslag. En hij bond het koren aan schoven
en plantte de schoven aan hoopen, opdat zij
drogen zouden in den wind^ En als hij over
zijn velden ging en zijn voeten door de stop*
pels ruischten dan mat hij met zijn oog hoe*
veel koren hij winnen zou, en hij dacht aan
wat hij daarvoor koopen zou en hij droomde
zijn schuren vol vee Maar de regen kwam
de zon verborg haar lachend gelaat achter
zwarte wolken, de wind loeide klagend om
zijn hoeve en als hij door zijn beregende ven*
sters uitkeek naar zijn akkers en naar de wol*
ken dan schudde hij droevig het hoofd, maar
nóg hoopte hij dat morgen de zon er weer
zijn zou en in stilte bad hij of de wolken
weer weg wilden gaan. Maar de regen hield
aan, dagen en dagen, en de wind klaagde om
zijn hoeve en door de natte boomtakken en
door de koren garven die op het veld stonden
nat en ineengedoken als oude mannetjes, van
de wolken die maar niet weg wilden drijven
en van de zon die maar niet komen wou
En toen eindelijk na dagen de zon kwam en
de wolken wegdreven en de lucht weer blauw
werd toen stond de landman bij zijn akkers
en zijn handen rustten moedeloos in zijn zak*
ken en de rookwolkjes uit zijn pijp kringelden
langzaam op in de heldere lucht. Daar lagen
zijn akkers, die hij gezaaid en gemaaid had,
nog stond het koren aan hoopen, maar uit
de zwartgeregende aren groeide het nieuwe
leven op kleine groene halmpjes die trilden
in den koelen najaarswind Toen is die
landman weggegaan want hij voelde tranen
in zijn keel en hij vraagdeis dat nu Wet
loon voor mijn zwoegen
De aarde zij om uwentwil vervloekt
Hebben wij den arbeider niet gezien die naar
den avond worstelde om dan zijn magere
handen op te houden voor het karige loon
waar hij ternauwernood zijn honger mee stillen
kan en den honger van zijn vrouw en kin*
deren. Hebben wij den arbeider niet gezien
die naar arbeid vraagde, maar die zich óm»
keerde met de stomme klacht in zijn oog
daar is voor mij niet
Met smart zult gij daarvan eten, totdat gij
tot de aarde wederkeert "Wij hebben
den oude gezien met op zijn dor gelaat het
geheimzinnige spijkerschrift van den tijd daarin
gebeiteld dewijl gij stof zijt en tot stof
zult wederkeeren.
Zoo is dan alle arbeid van karakter veran*
derd en onderworpen aan de heerschappij
des doods. Niet het arbeiden zelve is de straf
voor zijn zonde, maar in zijn arbeid wordt
hèm die straf opgelegd. Het is voor een ko*
ning geen schande te regeeren en zich te
verdiepen in de vraagstukken die de welvaart
en de ontwikkeling van zijn rijk aangaan,
maar het is voor hem vernederend om sla»
venarbeid te doen en zich te bukken naar de
aarde' bij de herinnering aan vroegere kracht
en majesteit.
De mensch heeft de Schepping door zijn
zonde gebracht onder de heerschappij van
Satan, maar door nacht en eeuwen zal God
nochthans Zijn raadsplan volenden en Zijn
Schepping die bestemming geven die zij had
in Zijn eeuwige gedachte. Die bestemming
ligt niet in den tijd maar in de eeuwigheid
en zij zal zich organisch ontwikkelen uit de
dingen die nü zijn. Het leven dat de mensch
op aarde leeft, leeft hij niet los van zijn
eeuwige bestemming, maar zijn leven op
aarde is als 't ware de voorbereiding, waarin
hij rijpt voor de dagen der eeuwigheid. Daar*
om was het noodig dat de mensch niet on*
derging in zijn arbeid voor het dagelijksch
brood, daarom was het noodig dat de Schep»
ping zelve niet vernietigd worden zou door
de zonde en daarom gaf God Zijn gemeene
gratie, die de werking van de zonde temperde
en ontwikkeling mogelijk maakte ten goede,
daarom gaf hij Zijn gemeene gratie die ook
den lichamelijken arbeid van den mensch ver»
lichten zou en hem met die geestelijke krach»
ten toe zou rusten, die hem de middelen zou*
den doen ontdekken om dien arbeid te ver»
gemakkelijken en hem in staat zouden stellen
om de Schepping nochthans te bouwen, opdat
de Eeuwige Bouwmeester ook in den zondigen
arbeid des menschen nog zou worden gróót
gemaakt.
Daarom is de handenarbeid van nü niet
meer de handenarbeid wat die was voor
eeuwen. Dat is het werk geweest van den
menschelijken geest, die zich met dien arbeid
heeft bezig gehouden en op een hooger peil
gebracht. Die ontwikkeling ging langzaam. In
het begin der eeuwen, toen er nog weinig
menschen waren, was er niets dat den mensch
bij zijn arbeid ten dienste stond. Moest hij
een vracht van de eene plaats naar de andere
brengen, wat restte hem dan die op zijn
schouders te nemen en te torschen naar de
plaats waar hij haar hebben wilde Maar
toen zag hij het dier en wist dat het sterker
was dan hij en hem kon helpen bij zijn ar»
beid met zijn spierkracht en hij toomde het
ros en leerde dep kemel gaan op zijn maat»
geluid. Moest hij een stroom oversteken, wat
schoot er anders voor hem over dan zich te
werpen in den vloed en de wateren met zijn
armen te klieven. Totdat hij leerde dat hout
op water dreef en hem dragen kon. Zoo ging
het langzaam voorwaarts. En waar ééns de
dragers gingen met den last op hunne hoof»
den, daar ging straks de kemel door het mulle
woestijnzand, en waar ééns de kemel ging
door het mulle woestijnzand daar ratelt nü
de spoortrein met zijn slierende rookpluim
over. zijn ijzeren baan. Waar ééns de mensch
zich bevend waagde op het dobberende plankje
waar de golven over spoelden, daar roeide
hij weldra de lichte kano over de golvende
wateren. Straks bouwde hij zich een galei
door vele riemen gedreven, straks zou hij
zich een schip bouwen met een mast en aan
dien mast zou hij de zeilen binden en in die
zeilen zou de wind waaien, zoo zou hij varen
over de wijde zee. Want niet langer ook was
hij gebonden aan de kusten, hij dorst zich
wagen waar de kusten waren vér, vér weg,
waar hij niets meer zag dan wielend water,
want nü waren de starren zijn leidslieden
over de eenzaamheid der watervlakte en de
kompasnaald dreef, die wéés hem waar het
Noorden was. En waar onze voorvaderen nog
maanden en maanden noodig hadden om naar
Indië te zeilen, daar bouwen wij ons ont»
zachelijke schepen als drijvende dorpen en
de rcuzige machines wentelen de schroeven
óm en öm, zoo varen wij in weinig tijds héél
de wijde aarde om.
Zoo heeft zich ondanks de zonde de Schep»
ping nog kunnen ontwikkelen en zoo heeft
zich het menschelijk leven nog kunnen ver»
rijken en vermooien. Daarom is de arbeid
ook onder de menschen verdeeld. Onze be*
hoeften zijn vele en velerlei en moeilijk kan
de mensch zelf in al die behoeften voorzien.
Hij heeft brood noodig en vruchten en vleesch
om zich te voeden, hij heeft kleederen noo»
dig om zich voor de koude te hoeden en
schoeisel om zijn voeten te beschermen in
het gaan. En om zich voedsel te winnen en
kleeding en schoeisel te verschaffen zou hij
het land moeten bouwen en het vee moeten
hoeden. Hij zou het gewonnen koren tot meel
moeten malen en het meel tot brood moeten
bakken. Hij zou zijn schapen moeten scheren
en hun wol bereiden, van die wol zou hij
zich een kleed moeten weven. Zélf zou hij
een schaap moeten nemen en dat slachten om
het vleesch te kunnen eten en de huid zou
hij moeten zoden en looien en uit het leder
zich schoeisel vervaardigen. Zie, we kunnen
ons voorstellen dat-het heel in het begin zoo
geweest is, maar Jang kon dit toch niet duren
dan zou de mensch in zijn arbeid zijn onder*
gegaan en dan zouden de menschelijke be»
hoeften alleen op de meest primitieve wijze
zijn vervuld geworden. Nü heeft elk een be»
roep en elk tracht er naar om het eigen aan*
gewezen werk zoo goed en zoo mooi moge*
lijk af te leveren en dat onze schoenen zoo
gemakkelijk aan onze voeten zitten en onze
jas zoo chique kleedt, dat hebben wij daaraan
te danken, dat elk mensch een eigen taak op
aarde heett gekregen. Daardoor wordt onze
arbeid aantrekkelijk omdat we steeds vooruit»
gang zien in wat we voortbrengen en daar»
door ook wordt onze arbeid op aarde dermate
verlicht dat er tenminste nog tijd, zij het dan
ook vaak ül te weinig, overblijft om te be»
steden aan de ontwikkeling van onze ziel.
En nu weten we wel dat de ontwikkeling
in alles, vaak het tegenovergestelde werkt van
wat ze moest, ook de gaven van Gods ge»
meene gratie worden vaak misbruikt, maar
hier begint de taak van den Christen om te
getuigen en te arbeiden om de verhouding
der dingen weder te brengen in de door God
gewilde banen.
De mensch arbeidt, dat is zijn plicht. Dat
is hij verschuldigd aan zijn eigen lichaam,
want zonder dat hij arbeidende zijn brood
verdient, zal dat lichaam niet leven. Dat is
hij verschuldigd aan zijn ouders, aan zijn
vrouw en zin kinderen, dat is hij verschul*
digd aan allen voor wier lichamelijk welzijn
hij zorgen moet. Dat hij arbeidt eischt van
hem de menschelijke maatschappij, want de
instandhouding dier maatschappij eischt arbeid,
en de luiaard die zijn werk schuwt en vadsig
neerligt en nochthans leeft, hééft dat nutte»
looze leven ten koste van het zweet, dat af*
druipt van de gelaten zijner'werkende mede*
menschen. Dat hij arbeidt is hij verschuldigd
aan zijn eigen ziel, want zonder dat hij ar*
beidt zal die ziel zijn als een bloem die ge»
boren werd in de eeuwige schaduw van een
overhangende rots, daar geen zonnestralen
zijn die heur des morgens wakker kussen uit
haar bloemendroom en daar geen zonnestra*
len zijn die des avonds van haar afscheid
nemen met een glimlach als van roode lippen,
daar geen regendroppels zijn die heurnatma»
ken en daar geen vlinders zijn die öm haar
dansen en geen bijtjes die voor haar zingen
van het woud dat zoo mooi is. En zij treurt
op haar stengel en verschrompelt en straks
slaapt zij vergeten in heur overschaduwd graf.
Zoo zal de ziel zijn van den mensch, die niet
arbeidt, zij zal leven maar het leven missen.
En zal die mensch zijn hoofd fier kunnen
dragen in kloeke mannelijkheid, zal hij zich»
zeiven kunnen achten, waar hij weet dat zijn
dagen doelloos voorbijgaan als avondwolkjes
die voorbijgaan en geen regen geven. Als hij
des morgens opstaat is er niets dat hem wacht
en dat zijn zorgen behoeft en zijn liefde
vraagt en als hij slapen gaat kan geen vol»
doening hem blij maken over het werk dat
hij heeft verricht. Zoo zal zijn leven heen*
gaan zonder licht en zonder warmte en hij
zal sterven troosteloos, na een nutteloos leven.
De mensch arbeidt, arbeidt biddende voor
zijn dagelijksch brood, maar hij doet méér
dan dat. In het zweet uws aanschijns zult gij
uw brood verdienen, de mensch werd gezet
aan arbeid voor het brood om daarmede zijn
leven te spijzen, maar naast het bevelarbeidt
voor uw brood, bleef het Goddelijk gebod
van krachtgij zult Mijne Schepping bouwen
en bewaren. De Schepping is den mensch ge*
geven en zooals men d_e roos niet wegwerpt
die men van zijn vriend ten geschenke ont»
vangt, maar hare roodheid bewondert en hare
geuren proeft, zoo zal ook de mensch de
wonderen van de Schepping nasporen mei
de krachten en gaven die hem gegeven zijn
en hij zal zich verlustigen in hare pracht. De
Schepping bevat een schat van krachten waar-,
van zijn ziel nog niet weet, die zal hij aan
het licht brengen opdat elk ze zien moge en
de Eeuwige Schepper in Zijn werk verheerlijkt
worde. En bewaren hoe moeilijk is die
taak geworden. Men kan de schatten van een
tempel die zij in haar gewelven bergt gemak»
kelijk bewaren voor een vijand die buiten de
muren is. Maar die vijand is binnengedrongen
en toch als die vijand bloeddorstig
omgaat en zijn armen brullend omvatten wat
de Eeuwige Bouwmeester zoo schoon heeft
geschapen, om dat neer te rukken en te ver»
brijzelen, dan moet hij dien razenden vijand
te keer gaan, dan moet hij nog redden wat
te redden isalles wat God hem in Zijn ge»
meene gratie nog gelaten of hem nog geschon»
ken heeft. Gods Schepping is geen schip ge»
worden zonder zeilen en zonder roer, een
spel voor wind en golven, waarvan de be»
manning gebonden ligt op het dek, zoodat
zij niet reppen kan de handen om met de
zee te kampen en den wind om schip en la»
ding te redden. Gij zult den hof bouwen en
bewaren, bouwen en bewaren. J. K.
(Wordt vervolgd).
Veiling op Dinsdag 22 April 1924, in het
logement van J. Legierse te Oude Tonge en
Afslag op Dinsdag 29 April 1924, in het
logement van A. P. de Weerd aldaar, beide
dagen des avonds 7 uur (zomertijd) van Een
huis, no. 10, met tuin aan den Molendijk te
Oude Tonge, groot 254 centiaren, ten verzoeke
van den heer P. N. van der Drift c.s. aldaar.
Notaris VAN 1SPELEN.
Veiling op Woensdag 23 April 1924, in het J
logement A. Buijs te Achthuizen en
Afslag op Woensdag 30 April 1924, in het
logement van P. J. Henning aldaar, beide
dagen des avonds 7 uur (zomertijd), van Een
huis, schuur en erf aan den Galatbeschendijk
te Achthuizen, ten verzoeke van de Erven
Mej. de Wed. G. van Oorschot aldaar.
In perceelen en combinatiën.
Notaris VAN ISPELEN.
Op Woensdag 23 April 1924 te Dirksland,
ter herberge van J. Keu velaar, bij veiling en
Op Woensdag 30 April 1924, te Dirksland
ter herberge van H. van den Doel, bij afslag,
beide dagen 's nam. half 5 uur (Zomertijd)
vanEen op besten winkelstand staand en
goed onderhouden Woon* en Winkelhuis,
waarin sedert vele jaren met succes een Brood*
en Banketbakkerij en handel in Kruideniers»
waren wordt uitgeoefend met erf en grond,
te Dirksland, aan den Straatdijk, kad. Sectie
B no. 1666. groot 1 Are 12 centiaren. Dade*
lijk te aanvaarden. Ten verzoeke van den
Heer Joh. Koster te Dirksland.
Notaris VAN DER SLUYS.
Openbare vrijwillige verkooping op Do
derdagen 24 April en 1 Mei 1924, v.m. 11 uur'
(Zomertijd) in het koffiehuis «het Wapen van
Zuid»Holland«, bij veiling en afslag van
Een huis bevattende 4 woningen teZuidland, 'jj
aan het Hoofd, groot 2 aren 26 c.a. en een
tuin, aldaar in den Kerkhoek nabij den Molen,
groot 13 aren 14 c.a.
Notaris C. LOEFF.
Donderdag 1 Mei te Goedereede 's namid»
dags 2,30 uur (zomertijd) om contant geld.
a. aan de Haven, ten verzoeke van den heet
G. Tanis, van scheepsafbraak, als balken van
4 tot 14 Meter bij 53 X 24, planken van 4
tot 12 M. bij 30 X 8, van 4„ tot 14 M. bij
30 X 6 en van 3 tot 8 M. bij 15 X 6, palen
van 1.75 tot 3 M. bij 15 X 15, masten en
rondhout van 9 tot 14 M., een kajuit lang
7.70 M., breed 2.75 M. en hoog 2.05 M. Voorts
kompassen, lantaarns, vlaggen, tonnen, enz.
enz. b. aan de Achterstraat, bij de schuur van
den heer P. v. d. Wende Tz., van zware palen,
planken, bascule met gewichten, trappen, hek*
ken, varkensbakken, zeef, zakken, bietensnijder,
geeselpaard, karn, slazaaddorschzeil, taskleed,
eenige bollehorren, enz. enz.
Notaris VAN DEN BERG. j
Zaterdag 3 Mei bij inzet en Zaterdag 10 Mei
bij afslag, telkens des avonds 7 uur (Zomertijd)
te Ouddorp, in het Logement van Akershoek,
van een perceel bouwland te Ouddorp, aan
den Kooiweg, zeer geschikt voor bouwterrein,
groot 47,10 aren of 308 Roeden Voornsche
Maat, in 3 koopen en massa. Dadelijk te aan*
vaarden. Ten verzoeke van de Weduwe A.
Berkenbosch c. s..
Notaris VAN DEN BERG.
Naar menschelijke berekening is het niet mogelijk een veiliger waarborg te vinden tegen de wissel»
valligheden des levens, dan een verzekering bij de Amsterdamsche.
De soliditeit van de Amsterdamsche is onbetwistbaar.
De tarieven zijn billijk en kunnen worden aangepast aan elke finantieele verhouding.
Iedere belarigstellende kan op aanvrage in het bezit komen van zeer volledige gegevens omtrent het
zakelijk beleid van de Amsterdamsche Mij. v. Levensverzekering, Amsterdam, N. Spiegelstraat 17.
Inspecteur L. HUIZINGH Tuindorp a/d HiUedijk Voorde 61 ROTTERDAM
Dr. H. NANNING's
Een helder blijvende Kinawijn
2.60 p. fl. b. Apoth. en Drogisten
HORLOGEMAKER
EN GOUDSMID
lste kwaliteit werken. Laagste
prijs noteering. Eigen werkplaats.
een geurige, lekkere kop Thee, zeer krachtig, dus ook werkelijk
voordeelig in 't gebruik, PER HALF POND 70 CENT.
keurig lekker, per pond f 1.16, bij 5 pond 1.11 per pond.
Zeer en zeer billijk.
m m'r
H oofa»agent voor lOEREE en OVERFLAKKEE de Heer P. H.
BOEKHOVEN te Middel hands.
Nieuwste Meubeltrapnaaimachines met
1 en 2 deurtjes aangekomen.
Ziet de prijzen.
Hipstraat 42„Telefoon 2176rotterdaiyi
door NOTARIS J. VAN ISPELEN te
OUDE TONGE bij veiling op Woens*
dag 23 April 1924 in het logement van
A. BUIJS te ACHTHUIZEN, en bij
afslag op Woensdag 30 April 1924 in het
logement van P. J. HENNING aldaar;
beide dagen des avonds 7 uur (zomer*
tijd) ten verzoeke van de Erven Mej.
de Wed. G. van Oorschot te Achthuizen
van24400
linULLnnil UL ISUIbI B aan £jen Galatheschen diik inAchthui*
aan den Galatheschen dijk in Achthui*
zen onder Ooltgensplaat Kad. Sectie B
no. 12ö7 groot 12 A. 99 c.A. In drie
perceelen en gecombineerd.
Nadere inlichtingen te bekomen bij
genoemden Notaris.
te bekomen van Prima Legstamme n
Wit Leghorn t ja d Meer.
Wit Loopeend
Wit Leghorn l stam Ouwehand
beperkt aantal i en Welleman
Kuikens 50, Eieren 12, Poelen 60 ct.
Zwart Leghorn l Kuikens 60
Engelsche stam Kievil i Eieren 15.
Lichte Sussex 75 en 20 cent.
Rhode Island Reds
Zwart Minorca p antw hetaald
Witte Wiandotthe s'v'p' antw' hetaald
G. C. v. d. HOEK, Middelharnis
lste KWALITEIT
Vroege bestellingen gewenscht.
door NOTARIS J. VAN ISPELEN te
OUDE TONGE bij veiling op Dinsdag
22 April 1924 in het logement van j.
Legierse te Oude Tonge en bij afslag
op Dinsdag 29 April 1924 in het loge*
ment van A. P. de Weerd aldaar beide
dagen des avonds 7 uur (zomertijd) ten
verzoeke van den heer P. N. v. d.
DRIFT c.s. te Oude Tonge, van
aan den Molendijk te Oude Tonge kad.
Sectie C. No. 1441 groot 2 Aren 54 c.A
Nadere inlichtingen geeft genoemdet
Notaris. 243$
Deze Coura
ABONNEME
BUITENLAf
AFZONDER
„er
rei
op Zaterdag 26 April 1924 des namid*
dags 3 uur (zomertijd) ten verzoeke en
ten huize van dhr. P. N. v. d. DRIFT aan
den Molendijk te Oude Tonge om con*
tant geld van
door Notaris
Oude Tonge.
J. VAN
ISPELEN te
24399
MELISSANT
Levert lste klas ROOMBOTER te*
gen scherp concurreerende prijs. Voor
H.H. Veefokkers is wekelijksch verkrijg*
baar ONDERMELK. Prijs billijk.
Aanbevelend,
P. NAGTEGAAL
aar