voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
m I
f
Antirevolutionair
Orgaan
Sta i
Ijk.
IN HOG SIGNO VINCES
DERDE BLAD
No. 3006
ZATERDAG 12 APRIL 1924
39STE JAARGANG
|«ngen,|
ideelti
Gemengd Nieuws.
J d. v C. BaJ
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers
DE ARBEID.
Gemeenteraad.
!i
iM:
ben de vorigej
en daarbij pj
gevangen 75|
I werden verjJ
lland.
..(./Si
i
van de WeJ
I 27 m
PD.
jKoole en J. p0l
Jrreman 33 jaj|
I ongeh. 83 j.
IEL.
Cornells, 2. ,f
^is Bakker j.^
luwaal j.d, 24 d
JGE.
ïemeenteraad i
[lag 14 April
thandeling
en mededeelinA
O. L. School!
Begeving.
roer grond.
iders van Somm]
J belanghebbend]
J Maandag, 14 M
J uur, ten gem eed
Ie besteden aetl
fen op eene a,ml
Ikgracht van del
legen grond I
i'angen dadel ijk J
Ie den Burgemee
Ini a.s.
4e geheele massa]
IjvingsbiljettenJ
rie dezer ge meel
In de aanbestedi]
I tingen kunnen 1
[924.
pders voornoeu
]DER, Burger
lefaris
aÜMMELSDlJK,
April.
(1 j., beiden veelal
gens het vervoef
den Min. van Bi),
ifgesloten ge bied,
n klauwzeer
P- v. L., 39 jan
Ien A. S., 30 j, vi
ke laatste verklaj
ïn vervoerd te hel
|ar de Dirkslandsd
hij f 35 ontvang
Idat hier een ernsl
gelegd. Niettegel
dig staatstoezicb
)ied geyaarlijffl
bekl. dit e,
linke straf is hierd
50 dagen hechter!
vonnis gewezen,
den 26 jaar en fin
iis, wordt ten last
'n met een verbrao
deze voldoende
[Verlaten. »Zijnrecll
In jaar meesterkneèj
pn man, die z'n
rde allang niet, maïi
Irbij, al weet iketi
pt al 'n poos spraii
een concurrente!»
It, dat ze Willend
bleef de oude zial
Is hij gaat, moetjt
itraks de besten hen
Ivan Daniël Henntj
t Verlaten peinzen!!;,™
an zijn
Mleen je benfnW*
He zaak van HennfjB
borg en Verlaten en| 'H
|én« iM
fi blijft voortpeinzea!
en, Suus vraagt!
en aardig stuk gel
Ive vermogen in;
lig bijgepast
Ikkelijk uit?«
er nu direct uitgl
onder kleerscheuren
Ihet deed
|n, Jacobus Verlaten'
lolang de zaak 'tno?
Tft vrouw en kinde'
[Ie fabriek fopt g"'1
u zullen we eindelij'
pen slaan de vraag
I, maar wat jij doen
die de zaak, de
gezin redden kunt.-
fvan Boven J£
porg heeft zich alsj«
jn het toe, je kun'
ken, óf jé kunt hen1
|t vertrek,
ziel.
aij de [»witte dame5
opnieuw het Schrift
*>Met welke mate gl
n worden
(Wordt vervolgd
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent F ij vooruitbetaling.
BUITENLAND bii vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Al wat er is werkt, rust is er niet, nergens
De starren, die hoog boven ons hoofd flon»
keren in stille tinteling rüsten niet, zij zweven
langs hare banen door de wijdheden van het
heelal
De aarde die wij bewonen is niet in rust,
zij wentelt om hare polen van het begin der
dagen
Diep in haar ingewand werkt het vuur als
in een geweldige oven en op hare oppervlakte
is alles leven en vertier.
Zelfs in de diepten der zeeën, in den dom
keren nacht der wateren, waar de stralen der
zon niet gaan, is er nog een leven van dui»
zenden planten, die hun bladeren en stengels
en ranken óp laten drijven in den donkeren
waternacht, en tusschen die duizenden planten
spelen de duizenden waterdieren vroolijk hun
dartel spel en daar azen de zeegedrochten
hongrig naar buit
En zien wij rondom ons in het vroolijke
licht van den dag 1 Daar groeien de duizen»
den, duizenden planten en daar arbeiden de
duizenden dieren rusteloos voort!
Het zaad valt in den grond, het verzadigt
zich met vocht tot barstens toe, het zendt
worteltjes uit in de aarde om voedsel te vers
zamen, het schiet stengels uit die bladeren
dragen om in het licht der zon te ademen
en straks groeien in de geurige bloesems de
vruchten, die weder in de aarde liggen zullen
met het nieuwe leven in zich, dat zich haasten
zal naar ontplooiing, en weer zal het zaad
zich verzaden aan sappen en weer zoo
is er ook in het leven der planten een werken
altijd, een werken om te worden en dan weer
te vergaan.
Om ons heen zien wij het werken der duis
zenden dieren die de aarde bevolken In het
donker van den korf bouwt het bijke haar
raten om de wiegende kelkjes der bloes
men fladdert dë vlinder in het zonlicht
aan den slootkant in de vochtige aarde bouwt
de mier met lust aan hare woning en
als het stil is van den avond weeft de spin
aan hare webbe tusschen de bladeren der
hagendan bindt de vlugge veldmuis haar
kunsteloos nestje tusschen de wuivende graans
halmeneen schommelend wiegje voor haar
jongen.
Al wat er is werkt, rust is er niet, nergens
zelfs in het graf wriemelen de wormen en
daar haast zich de stof, die ééns ons lichaam
was, om tot ontbinding te geraken, om straks
weer in een nieuwen vorm van bestaan aan
het leven deel te hebben.
Alles om ons arbeidt, maar het is de arbeid
van de onbezielde stof, het is de arbeid der
onbewuste natuur 1
De starren die hoog boven ons hoofd glan»
sen in den stillen nacht als gouddroppels op
saffier zijn bollen, die wentelen en keeren
door de ongemeten ruimte, maar zij weten
van haar wentelen en van haar wandelen niet.
De bloemen in den dag vouwen hun bla»
deren open en toonen hun kleuren de zon
en zij spreien hun geuren in 't rond, maar
wat weten de bloemen van kleuren, die het
oog verrukken, of van roken, die de zinnen
streelen
Het bijke dat haar raten bouwt wéét niet
het bouwt aan haar kunstige cellen, zij draagt
die vol honig en legt hare eieren straks in
het voedzame zoet. Maar zou het dierke ook
weten waaróm het zoo rusteloos arbeidt, zou
het ook weten, dat er straks in die kleine cel»
letjes nieuw leven zal geboren worden, dat de
arbeid voort zal zetten als het oude bijke er
niet meer zijn zal, voor weer een ander kroost
a'S Z'^ om bonte bloemen gonst zou
zij dan weten, wie /den honig teelde in de
kleurige kelkjes en zou zij ook weten Wiens
adem om haar ruischt Maar dat alles wéét
het diertje nietHet wéét niet wat er gisteren
was, het wéét niet wat er morgen zijn zal,
het wéét niet van een geestelijke wereld die
achter de stof is Het weet alléén van het
heden, het vervult slechts de behoeften van
net oogenblik, het volgt den drang van he
instinct en daarom bouwt het zijn kunstige
raten.
Hoe anders is de arbeid van den mensch 1
Hij is zich zijn arbeid bewust. Hij arbeidt
roet een doel voor oogen méérder dan de
bevrediging van dadelijke behoefte en achter
de wereld der stof weet hij de Eeuwige ge»
dachte Gods.
Als de landman het zaad in de vore strooit,
als hij achter zich hoort het hijgen der moede
paarden die de egge door de kluiten slepen
om het zaad toe te dekken, dan ziet hij reeds
bet graan drijven op den zoelen zomerwind
In den zonnegloed. Dan ziet hij reeds het
zon geschitter op de staalblanke sikkels die
dat koren maaien en hij hoort hun helder
geluid in den vroolijken dag wegdrijven als
een zuiver oogstlied over de velden. En hoop»
vol wordt zijn tred en moedig zijn zaaiend
armbeweeg, want hij weet, dat het zóó zijn
zalde regendroppels zullen zijn landen nat
maken en de zon zal het zaad koesteren in
den grond en het welig doen opschieten. En
boven de zeilende wolken, verder dan de
lachende zon weet hij den Eeuwige, die Zijn
zegen gebied en zijn arbeidt bevrucht.
De mensch arbeidt, dat is zijn levenstaak.
Wanneer de Bijbelschrijver ons terugvoert
naar het begin aer dagen, dan verhaalt hij
ons, hoe God den mensch nam en hem zette
in den hof van Eden om dien te bouwen en
dien te bewaren.
Als een kunstwerk was de Schepping voort»
gekomen uit de handen van den Almachtige,
en als een kunstwerk lag zij daar voor de
oogen van den verwonderden mensch. Die
Schepping was de zichtbare Goddelijke ge»
dachte. Die Schepping was volmaakt, zij be»
antwoorde aan hare bestemmingGod zag
haar en zij was goed, maar nochthans stond
zij aan het begin eener luisterrijke ontwik»
keling. Dit zou het werk zijn van den mensch
de gedachte Gods in Zijn Schepping be»
lichaamd na te sporen en na te denken, die
Schepping tot ontwikkeling te brengen en
uit te breiden, ziedaar zijn schoone taak die
hij op aarde te vervullen had en zijn heer»
lijke roeping, zijn arbeid waarvoor hem zoo
schoone krachten waren gegeven. Dat was
geen arbeid van zwoegen en zweeten, maar
dat was een arbeid van schoon geestelijk kun»
nen en willen zijn arbeid zou een doorgaande
verlustiging zijn geweest voor zijn mooie
menschenziel, die geschapen was naar het
beeld van den Eeuwigen God.
En als wij hem wandelen zien onder de
boomen van Eden, door wier bladeren de
zon gouden lichtplekken zaait op den groenen
grond met de lachende bloemen dan verstaat
hij, wat de waterval van verre murmelt en
het lied van den wind dat door de boom»
takken waait boven zijn hoofd. En als de
dieren voorbij hem gaan zooals soldaten gaan
voorbij het oog van een heerscher dan ver»
staat hij den aard die uit hun oogen zwiert
en hij noemt hunne namen.
Zie, zóó zou Adam arbeiden. Maar niet
alleen dat hij den trotschen tempel van Gods
Schepping zou volmaken en vermooien met
al zijn krachten, hij zou hem ook bewaren.
Daar buiten loerden demonische machten op
zijn gelukstaat, daar buiten beraamde een
zwarte hoop van harige duivelen een aanslag
om dien tempel in te dringen en zijn koning
in boeien te binden en dan te juichen met
een donkeren heilegrijns op hun duivels»
gezichten als God in het hart zou zijn gewond
door de ontrouw van Zijn zoon. Want Adam
zou de Schepping bewaren, maar niet door
haar te omsingelen met wallen en staketsels,
niet door het blanke zwaard te zwaaien of
den pijl te doen trillen van den boog, maar
alleen door geestkracht, als hij slechts het
goede wilde, als hij slechts vraagde wat den
wil zijns Vaders was, als zijn ziel slechts geen
gemeenschap had met de donkere gedachten
der duivelen, dan was die Schepping bewaard.
Maar Adam wilde het goede niet. Hij opende
de poorten wijd open voor de demonen, en
die hebben juichend hun voet in Edens hof
gezet, en als zij vertraden wat nog zoo jeug»
dig mo i was, schaterde hun hoongelach op
om den Zoon die zijn Vader verraden had,
en hun schateren steigerde hoog boven de
boomen en boven de blanke bergtoppen,
boven de wolken en boven de zon.
Het aardrijk zij om uwentwil vervloekt en
met smart zult gij daarvan eten alle de dagen
uws levens, ook zal het u doornen en distelen
voortbrengen en gij zult het kruid des velds
etenin het zweet uws aanschijns zult gij uw
brood verdienen, totdat gij tot de aarde we»
derkeert, dewijl gij daaruit genomen zijt, want
gij zijt stof en zult tot stof wederkeeren
Dat was de straf voor zijn ontrouw, dat was
de toorn Gods die hem trof, dat was de heer»
schappij des doods die hijzelve verkoren had.
Dat was de vloek van den Eeuwige die over
hem kwam als een wolk over een zomerdag,
dat was de vloek die over óns gekomen is.
Nog arbeiden wij, maar hoedanig is onze
arbeid geworden 1
Nu niet meer een uitsluitend arbeiden met
den geest, nu niet meer een arbeiden alleen
omdat de ziel hunkert in te dringen in de
schoone goddelijke gedachte, nu een arbeiden
om het leven te rekken, moeizaam en slavend,
en de menschenziel vraagt vaak niet meer,
waar het lichaam moe is van het al te harde
werk. En als de ziel nog wél behoeften kent,
waar zij haar oorsprong nog verraadt, waar
zij nog vraagt naar den samenhang en het
wezen der dingen, waar zij nog hunkert te
weten het »vanwaar« en het »waaiheen« van
alles wat zij om zich ziet, waar zij nog tracht
door te dringen tot de kern van alles, daar
toont zij vaak een onmacht aan vermogens,
en daar kunnen ook haar kleinste wenschen
nog alleen door ijverigen arbeid, doorarbeid
in het zweet des aangezichts worden voldaan
en ook daar vindt de ziel de doornen en de
distelen welig groeien in haar hof.
Geestelijke arbeid, hoe weinig is de mensch»
heid daartoe nog in staat! Hoe Adam de
Schepping doorgrondde bewees hij, toen hij
den aard der dieren raamde en hun een naam
gaf. Hoe weinig is er overig gebleven van dit
vermogen tot begrijpen in liet gros der men»
schen. Hoe zouden zij de Schepping verstaan
die spreekt in het drijven van de maan aan
den nachtstillen hemel, in het fluisteren van
den wind en het ruischen van de zeehoe
zouden zij den schorren schreeuw verstaan
van den nachtuil in het geboomte of den
trillenden zang van den leeuwerik hoog in
de zonnige lucht. Hoe zouden zij God ver»
staan in Zijn eeuwige kracht en goddelijkheid
bij het luisteren naar die onbegrepen stemmen
der natuur, waar zij zelve aan elkander on»
begrepen voorbijgaan, als schepen die voorbij»
gaan op de zee
Adam gaf de dieren namen. Hij had hun
aard doorschouwd en hij vond woorden om
daarin de ziel der dieren te zeggen, maar hoe
weinigen zijn er, die nü nog wéér'kunnen
geven wat zij zien om zich heen in de natuur
zij kunnen praten over vogels en vlinders en
bloemen, maar hoe weinig leeft er in hun
woord een werkelijk geziene pracht, hoe wei»
nig leeft er in hun taal de werkelijk begrepen
Godsgedachte. Hoe zouden zij ook verklanken
wat buiten hen is, waar zij niet eens woorden
kunnen vinden, waar hun eigen ziel in trilt,
waar die ziel niet eens klanken kan geven om
daarin zacht van haar liefde te fluisteren, waar
zij niet eens woorden heeft waar heur smart
in schreeuwt, woorden waar heur toorn in
stormt, woorden waar heur hart in oplaait,
fel en rood.
Adam begreep, de mensch van nü worstelt
om te begrijpen en ijverig gaat zijn hunke»
rende ziel de verschijnselen na der dingen,
die zich voordoen aan zijn oog. Des men»
schen verlangen is hetzelfde gebleven hij wil
den oorsprong, den samenhang en.de bestem»
ming weten der dingen, die hij öm zich ziet.
En om dat te bereiken arbeidt hij, arbeidt
hij in het zweet zijns aangezichts, vermoeidt
hij zich met des nachts de starren te volgen
in haar gaan, speurt in het laboratorium naar
de wisseling der stof, vorscht de geheimen na
der natuur en de verschijnselen der dingen
gezien hebbende peinst hij met de hand onder
het moede hoofd en tracht te begrijpen, tracht
te doorzien
En hoé hij soms doorziet vraag hem
naar het ontstaan der dingen en hij zal u
antwoordenIn den beginne was er de ruimte
en de atoom, het kleinst denkbare, ondeelbare
stofje in den beginne was er de ruimte
en de atoom, en m de stilte van den eeuwigen
nacht daalden de stofjes neder in de wijde
oneindigheid, zij botsten tegen elkander, ver»
eenigden en vermengden zich, dat was
het begin van alle leven zoo ontstonden de
starren, die zich een baan kozen in de ruimte
om die te gaan door de eeuwigheden, zoo
groeide de aarde die wentelen ging om haar
polen, zoo bloeide het leven op in plant en
dier en mensch 1
Zoozeer verbergen zich de geheimen der
Schepping voor het menschelijk oog, dat hij
als het dier vaak niet meer weet dan alléén
van de materie, van de eeuwige stof, maar
van den Almachtige die de stof in het aanzijn
liep door zijn Goddelijk Woord, van den Al»
machtige die de stof ordende en bergen en
dalen, zeeën en wolken, boomen en kruiden
en dieren elk een plaats en een bestemming
gaf, van den Almachtige, die de kleurrijke
en ondanks de zonde nog zoo mooie Schep»
ping dagelijks onderhoudt, wéét de mensch
niet meer. Zelfs zijn ziel schijnt in hem stof
geworden, waar die ziel niet ééns meer schreeuwt
van eigen eeuwigheid en niet meer haakt naar
de Oneindigheid.
Zie dat is er overig gebleven van het oor»
spronkelijk menschelijk arbeiden. Wél heeft
zijn geest in den loop der tijden wonderen
verricht, wél heeft het menschelijk denken
veel ontraadseld, wat vol geheimen was, maar
toch hoeveel vragen zijn er niet, waarover
hij zich moede peinst en het hoofd schudt
en zegtik weet het niet. En dan hoe wei»
nigen zijn er wier geestelijke kracht groot en
sterk genoeg is om met éénige vrucht werk»
zaam te zijn en bij hoevelen, helaas, sterven
de krachten der ziel nog voor haar volle ont»
plooiïng bij den moeizamen arbeid waartoe
zij gedoemd zijn voor hun dagelijksch brood.
(Wordt vervolgd).
Meevaller. Aan den hoofdinspecteur van
de directe belastingen te Amsterdam is een
bedrag van f 8833.50 toegezonden, wegens te
weinig betaalde plaatselijke inkomstenbelasting
over de belastingjaren 1921»1922 en 1923=1924
Verkeersongeval. De 88=jarige W., verpleeg»
de in het Oude Mannen» en Vrouwenhuis te
Middelburg, die een auto niet hoorde aan»
komen en overreden werd' is aan de gevol»
gen daarvan in het gasthuis overleden.
Bedrog. De politie te Hamburg heeft drie
Nederlandsche kooplieden, Simon van Buu»
ren, Roelof Beun en Gerard Bergers, geare»
steerd wegens bedrog op groote schaal. Zij
hadden namelijk talrijke slachtoffers gemaakt
door het verkoopen van zwartgeverfde geiten»
vellen voor Alaska»vossen. Een groot bedrag
aan Duitsch en vreemd geld, dat zij bij zich
droegen, is in beslag genomen.
Gearresteerd. Te Alphen aan den Rijn is
Zaterdag gearresteerd H. J. K., ondernemer
van een loterijkantoor aldaar, K. was sedert
eenige weken voortvluchtig. Hij is naar het
huis van bewaring in Den Haag overgebracht.
Na door den officier van justitie te zijn ge»
hoord, is hij echter op vrije voeten gesteld.
De bedrukte drukker.
Mijn drukker leefde in droeven druk,
Want het drukken drukte hem weining
druk,
't Waar geen bedrukte drukker,
Viel 't drukken maar wat drukker.
Aldus redeneerde de oud=Hollansche dich»
ter Constantijn Huygens, niet denkende dat
dit rijmpje eens van toepassing zou zijn op
een drukker te Amsterdam, dje het slachtoffer
werd van een tragischen samenloop van om»
standigheden en dienstengevolge op het bureau
Leidscheplein in een cel werd opgesloten. De
Tel. vertelt daarvan als volgt.
De drukker, dien we nu op het oog heb»
ben, was droef omdat er weinig te drukken
viel, wat niet wegnam, dat hij in zijn vrije
uren tóch drukte. Hij drukte des avonds,
wanneer de drukte op straat wat geluwd was,
namelijk zijn neus tegen het raam van een
der woningen in de Hondecoeterstraat. En
zijn gedrukte stemming week door dit druk»
ken, aangezien hij dan door een kier van het
gordijn een meisje zag, dat hem zéér welge»
vallig was.
Deze drukkende drukker, die eiken avond
op hetzelfde uur in de stille straat verscheen
trok natuurlijk de aandacht van de omwonen»
den, die op hun beurt hun gezichten tegen
de ruiten drukten om het verdachte ver»
schijnsel waar te nemen. En misschien zou
dit gedruk in de Hondecoeterstraat des avonds
laat nog hebben voortgeduurd, wanneer er
niet iets gebeurd was. Zondagmiddag namelijk
wisten insluipers zich tot het bewuste buis
toegang te verschaften en drukten daar voor
een waarde van f 1100 »achterover«. Dit be»
zorgde de politie veel drukteer werden
proces»verbalen opgemaakt en vingerafdruk»
ken genomen. En de bedrukte drukker, die
van deze drukle in de middaguren niets af»
wist, verscheen des avonds op dezelfde klok
en drukte weer zijn neus tegen het glas. Maar
de buren, die al op het gedruk hadden ge»
wacht, belden de politie op en de drukker
werd overgebracht. Hij ontkende, dat de
f 1100 zou hebben achterovergedrukt en be»
kende ten slotte, waarom hij zich daar eiken
avond in de buurt ophield.
De politie liet hem op vrije voeten en
voortaan drukt de drukker alleen nog maar
overdag. N. R. Crt.
Geraamte gevonden. Bij het graven van een
greppel langs den nieuwen Duinweg bij Ju»
lianadorp, ten zuiden van Den Helder is een
geraamte van een mensch gevonden. In den
schedel werden twee looden kogels gevonden
ook werden een plaat van een koppelriem en
eenige koperen knoopen gevonden.
Het grootste aquarium ter wereld. Een uit»
muntend ingericht aquarium is in de Londen»
sche dierentuinen geopend. De kosten van
bouw en inrichting bedroegen 54.000 pond
sterling. De visschen moesten uit alle deelen
van de wereld komen.
Reuzenbrug. Over de haven van Sydney
(Australië) zal een boogbrug van reusachtige
afmetingen gebouwd worden. De voornaamste
doorgang is één enkele boog van 1650 voet
spanning. De totale lengte van den stalen boog
en de oprijbogen zal 3770 voet bedragen.
De boog wordt 450 voet hoog en zal bij hoog
water nog 170 voet boven den spiegel hangen,
zoodat er zelfs voor groote schepen nog vol»
doende ruimte is om er onder door te varen.
Deze brug zal verreweg de grootste boog»
brug ter wereld worden, daar de grootste,
thans bestaande boog slechts 1000 voet om»
spant. De totale spanning wordt alleen door
de bruggen over den Firth of Forth en te
Quebec overtreffen.
Lijk herkend. Zooals gemeld, is Vrijdag j.l.
in de rivier de Mark onder Princenhage een
lijk gevonden van een vrouw. Uit de initialen
A. F., welke op de kleeren van het slachtoffer
gemerkt stonden, kon de Politie van Princen»
hage de identiteit der vrouw niet vaststellen.
Dinsdag werd echter door de politie uit Oos»
terhoud het lijk herkend als te zijn van zekere
Antonetta Fr., oud 60 jaren, aldaar woonachtig.
Hevige vechtpariij. Tusschen een drietal
logeergasten van het Logement Daesner te
Oldenzaal heeft Dinsdag een hevige vecht»
partij plaats gehad. Een zekere R. werd zoo»
danig toegetakeld, dat hij bijna onherkenbaar
was, De ruziemakers zijn in arrest gesteld.
Gewetensgeld. Bij eenige rijksontvangers is
weer f 31.566.53 gestort wegens te weinig be»
taalde belasting.
Textielarbeiders. Talrijke textielarbeiders, die
over de grens arbeiden en vóór de uitsluiting
te Enschedé werkzaam waren, zijn aan de
fabrieken, te Gronau, die druk werk hebben,
aangenomen. Ook zijn daar verschillende Hol»
landers, ongeorganiseerden, te werk gesteld.
Verdronken. Dinsdag is het 9=jarig zoontje
van de wed. Z. te Stadskanaal, van een brug
over het Boerendiep gevallen en verdronken.
Branden. Te Budel zijn Zondag huis, schuur
en stalling van den landbouwer M. afgebrand.
Verzekering dekt de schade.
Te Borculo brandde de woning van G.
J. en W. Sprokkereef aan den Lichtenhorst
geheel af. Het vee werd bijtijds gered. De
oorzaak is onbekend.
Dinsdagnacht zijn te Veldhoven, in het
gehucht Zonderwijk, twee arbeiderswoningen
afgebrand, welke bewoond, werden door J.
Mensch en v. d. Linden, schoenmaker. Niets
werd gered. De oorzaak is onbekend. De be»
woners die door een voorbijganger, die den
rook uit het dak zag opstijgen, gewaarschuwd
werden, konden zich met moeite redden. De
brandspuit heeft de omliggende huizen weten
te sparen. De afgebrande huizen waren met
riet bedekt.
Door onbekende oorzaak ontstond Dins»
dag brand in de papierfabriek »de Stinkmolen«
van de Gebr. van Delden te Noord Apeldoorn.
De brand is ontstaan in een met riet gedekte
houten papierloods, waarin een groote voor»
raad ter verzending gereed liggend bordpapier
en 4 vaten olie aanwezig waren. Dit gebouw
met zijn ganschen inhoud ging geheel in
vlammen op. De schade bedraagt vele duizen»
den guldens. En deze zou veel grooter geweest
zijn als de wind welke thans Zuidwestelijk
was uit andere richting ware gekomen, in welk
geval van het groot complex gebouwen bijna
geheel van hout opgetrokken en dagteekenend
van 1787, weinig zpu zijn overgebleven. Alles
was op beurspolis tegen brandschade verzekerd.
Smokkelarij. Op de Wadden achter Wester»
nieland (Gr.) zijn Maandag 20 bussen met spi»
ritus, elk 10 L. inhoudend, in beslag genomen.
Ontevreden brievenbestellers. Voor het hoofd»
postkantoor te Amsterdam werd Dinsdag een
betooging gehouden door een groep postbe»
stellers, die niet tevreden zijn met de op 1
Maart 1.1. ingevoerde nieuwe dienstregeling,
welke voorschrijft dat op twee dagen in de
week drie bestellingen moeten worden ver»
richt om het maximumaantal werkuren van
51 per week te bereiken. Zij verklaarden niet
tot overleg bereid te zijn, alvorens de regeling
van de drie bestellingen per dag ongedaan
werd gemaakt.
Ongelukken. Bij een mijnongeluk te Vaals
is de mijnwerker A. P., wonende in deze ge»
roeente om het leven gekomen.
De metselaar H. Z., die Dinsdag op kar»
wei was bij een vischhandelaar te Hilvaren»
beek, beging de onvoorzichtigheid om, terwijl
hij op een steiger stond, eerst met de eene
en daarna met de andere hand aan een elee»
trische geleiding te raken. Hetzelfde oogenblik
kreeg de man den stroom door het lichaam
en wrong zich in allerlei bochten. Zijn gelaat
begon reeds van kleur te veranderen ten tee»
ken dat de ongelukkige den dood zeer dicht
nabij was. Degenen die het vreeselijk schouw»
spel bijwoonden trachtten den stroom af te
sluiten doch voor dit gebeurd was slaagde
de metselaar erin zich van den draad los te
maken. In bewusteloozen toestand werd hij
opgenomen.
De 21»jarige W. S. te Zwolle is de vorige
week komen te vallen doordat kinderen iets
tusschen de spaken van zijn rijwiel wierpen.
Het stuur kwam met zoon kracht tegen de
maagstreek dat de maag scheurde. Dinsdag»
nacht is hij aan de gevolgen*overleden.
\ERGADERING van den gemeente»
raad van OUDE TONGE op Donder»
dag 10 April des voorm. half 11 uur.
De Burgemeester v. SCHOUWEN opent
de vergadering, waarna de notulen worden
voorgelezen en ongewijzigd vastgesteld.
Van Ged. St. zijn eenige goedkeuringen
over genomen raadsbesluiten ingekomen.
De kas van den gemeentesontvanger is nage»
zien en in orde bevonden.
De raad van Koudum vraagt adhaesie betui»
fing aan een adres aan de regeering betreffende
et middelbaar en nijverheidsonderwijs. Wordt
voor kennisgeving aangenomen.
De gezondheidscommissie van Middelharnis
bracht een rapport uit betreffende den toestand
der woningen in deze gemeente. Zij adviseert
op grond van haar rapport 42 woningen onbc»
woonbaar te verklaren en 137 woningen te
verbeteren. Slechts drie arbeidswoningen zijn
voldoende. Aan vele woningen ontbreken
zelfs privaten of zijn door bewoners zelf getim»
merd. Bij sommige woningen zijn gedeelten
onbewoonbaar, terwijl vele woningen doorlek»
ken en andere gebreken vertoonen. Ook
ben verscheidene woningen in hun onm
lijke nabijheid varkenshokken of zijn
ontoegankelijk. B. en W. stellen voor ovej.
komstig het rapport 42 arbeidswoningen o>
woonbaar te verklaren. En zonder toestemr
van B. en W. deze woningen niet te
bewonen en dan u tslu'tend dooringez
De heer v. SCHOUWEN (V.B-.) zeit aat
de heer Osseweier woningen zet, misschien
is het gewenscht dat zoovele woningen telkens
ontruimd worden als er nieuwe gebouwd
worden, immers dan komt er opschuiving.
M