«ML
ADELAAR"
ak.
:zen.
w
Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
IN HOG SIGNO VINCES
No. 2995
WOENSDAG 5 MAART 1924
39ste JAARGANG
•ouwen
rERKEN
ïr Co
DUIF'
r
Uit de Pers.
Ingezonden.
.wssfcr
Rotterdam
magazijn, om-
gesorteerd in
tukken, Por»
naten, enz.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
ROTTERDAM
waardige Kwaliteiten
en open maken.
um
48, MMl T
06 VOORT
en tegen
n
naf f 300
el. 5436
iïERDAIÏI, Telef. 7282
mreilles
xlf f 1,20
otterdam
De Onderwereld,
DEKEfl CADEAU
V Stem uit de praktijk.
Schetsen uit het Noorden.
z
r
-i «Mn
ejrtdBF' n beslissiifj
EIT
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
W. BOEKHOVEN ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
ed van Bedden,
een kijkje in het
STEEG
fïO.-
29.— en hooger
75.— en hooger
f 7.50
enz.
10HS DLKEtl CADEAU
Eén milliard.
Dat beteekent duizend millioen.
En al zijn dit nu »maar« Belgische francs,
ryaarvan er tegenwoordig acht a negen in den
gulden gaan, dan is het tóch als »bezuiniging«
nog een som, die niet blijft beneden hetgeen
onze Nederlandsche regeering bezuinigen wil.
't Is in België al net als hier.
Alleen rekent men daar in francs.
Voor 1924 zijn er de uitgaven geraamd op
8332 millioen en de inkomsten op 6687 mil*
lioen.
Reken het nu zelf maar nal
Met dat milliard is men er nog niet eens,
if maar men hoopt op een toeneming der rijks
middelen en komt op die manier, als 't een
J beetje meeloopen mag, tot de sluitende be
f In.voting
Maar dan moet 't mes er ook in.
Net precies als bij ons.
Eén milliard moeten de uitgaven naar om*
ag men ziet dus, dat wij 't waarlijk alléén
niet zijn dat de Regeering de «bezuiniging®
piet uitgevonden heeft, om het volk te plagen,
ïhaar dat ze ook bij »buurman« als beslist
noodzakelijk wordt voorgesteld.
Moge dit weer ter leering zijn.
en diamant
i= en Deurkozijnen,
outen Binten, 3000
Ite, ijzeren Hekken,
aardige kwal is
Veeren bedden,
ïdkoopst adres
25.—, en hooger.
anten vanaf f 10.—.
ardige kwaliteiten.
S "9®
'n Eerlijke sovjet=man.
VadertjesStaat werkt altijd duur.
Daarom moeten we hem maar zooveel mos
gelijk aan zijn eigen werk laten en zoo weinig
mogelijk de vingers laten steken in 't leven
en 't werken der maatschappij.
Lees b.v. eens aandachtig het volgende bes
richt
Kamenew heeft op het congres van sovs
jets een voordracht gehouden over de ons
bevredigende resultaten van den staatshandel
der sovjets. Ter illustratie besprak hij de
stijging van den prijs van lucifers van af
het moment dat het doosje de fabriek had
verlaten tot het oogenblik, dat het in de
handen van een boer is beland. Nemen
wij aan, dat de prijs van het doosje op het
oogenblik, dat het de fabriek heeft verlaten,
100 bedraagt, zeide Kamenew. Het doosje
gaat van de fabriek naar de trust en van
de trust naar het syndicaat. Op het moment,
dat het doosje het syndicaat verlaat, kost het
reeds 195. Daarna gaat het doosje naar den
Centrosojoes (Centrale van coöperatieve vers
eenigingen) en bij het verlaten hiervan kost
het reeds 207. Daarna wordt het naar het
governementskantoor gestuurd en kost het
215 hiervandaan wordt het gestuurd naar
het arrondissementskantoor en kost 313; er
volgt een reis naar het districtsbureau en de
de prijs stijgt tot 407 tenslotte belandt het
in het dorp en de boer betaalt voor het
doosje 527.
Zou 't niet véél beter, èn goedkooper zijn,
als we de lucifersfabrieken maar gezond tegen
elkaar laten concurreeren zouden we dan
niet de beste en goedkoopste lucifers krijgen
En staat het in verreweg de meeste gevallen
met andere producten niet precies net zoo
Vadertjehoud uw handen thuis
Staatsloterij.
In het »Huisgezin«, een r.k. dagblad wordt
over de Staatsloterij als volgt geschreven:
Zij is een speculatie op de speelzucht, zij
wakkert die aan en zij doet het van over*
heidswege.
Dit is de groote grief.
De Staat zelf, de overheid wekt het volk
tot spelen op en moedigt dat aan.
Het is beneden waardigheid der Overheid.
Zeker, er bestaan heel wat erger vormen
van spelenbij d; Staatsloterij blijft het
netjes, men is gewaarborgd niet bedrogen
te zullen worden enz. enz.
Maar zet men de zaak principieel op, dan
is de Staatsloterij een niet oirbaar bedrijf
■:n draagt ze niet bij tot opvoeding van
let volk.
'Wij kunnen 't niet anders en niet beter
zeggen en hopen van harte dat deze zienswij*
ze onder de katholieken maar veel aanhangers
vindt.
Wij zijn in beginsel voor »vrijhandel«.
Maar we maken er geen dogma van.
En dat doet de liberalist.
Nu nóg, in déze tijden, is 't opmerkelijk
oe de liberale pers en hoe de vrijzinnige
Kamerclub zoon béétje gaan begrijpen, dat
er misschien, vanwege den moeilijken toestand
des vaderlands allerlei harde maatregelen moe*
ten worden geslikt, maar ze staan al tegader
op hun achterste beenen, zoodra iemand ook
maar, zelfs als noodmaatregel, de P van de
»protectie« bepleiten wil. Dan roepen zij, twee
uren lang:
«Groot is de vrijhandel van den Staat der
Nederlanden
Of de praktijk ook zoo spreekt
Wel, ik las in een der meest liberale kranten
dit stuksken van een blijkbaar liberalen koop*
Onze vertegenwoordiger in Noorwegen
heeft jarenlang met succes orders geboekt.
Nu schrijft hij woordelijk: «Die Zollsatze
sind betrachtlich erhöht, um die Norwegi*
sche Industrie zu ünterstützen, was auch in
vielen Fallen gelüngen ist. Aus diesem
Grunde ist er mir nicht möglich etwas zu
verkaufen«.
En als u dan ziet en leest wat, na Oos*
tenrijk en Duitschland, thans door België
en Frankrijk wordt ingevoerd, geloof ik
toch niet te veel te zeggen, als ik beweer
dat de industrie hier ten doode is opge*
schreven. Tenminste de kleinindustrie, want
de grootindustrie wordt gesteund met de
belastingpenningen der overige bevolking.
Toch «leve de vrijhandel«, en weg met de
Protectie tegen de lage valuta's.
Dat is nu 'n stem uit de praktijk.
Zoo zijn er méér neenNederland is
en blijft een land, dat in normale omstandig*
heden op vrijhandel is aangewezen onze in*
dustrie zal zich in den.regel 't best met vrij*
handel ontwikkelen maar 't kan noodig
worden, tot zelfbehoud, dat eenig deel des
lichaams tijdelijk in een gipsverband gaat
Zoo kan óók protectie noodzakelijk zijn.
De gokziekte.
Die is nog erger dan de griep.
Het is een soort zielsmelaatschheid.
En die sinds overoude tijden, met name
ook ons volk, aantastwaartegen niet genoeg
kan worden gewaarschuwd die al zoo meni*
geen met vrouw en kinderen in de ellende
heeft gebracht en die vooral ook in haar schijn*
baar meer onschuldige vormen bestreden moet
worden.
Daarom zijn wij dan ook b v. zoo tegen
de Staatsloterij.
En nog altijd betreuren we het, dat er tegen
de Broekhuisschandalen indertijd, hoe dan ook,
niet op meer afdoende wijze is opgetreden.
Altijd weer verschijnt die gokziekte in nieuwe
vormen.
Net als de griep ook doet.
In hoofdzaak elk jaar hetzelfde beeld ver*
toonende, verschilt zij in nevenverschijnselen.
Zoo is 't met de gokziekte ook.
Uit Z. VI. wordt aan 't »Hbl.« gemeld
In ZeeuwschsVlaanderen, West*Deel, kri*
oelt het, om zoo te zeggen, van de biljard*
kegelwedstrijden, waarvan er in elk dorp
een of meer zijn ingericht, en waar ieder,
groot en klein, arm en rijk aan deelneemt.
Als prijzen worden uitgeloofd, een varken,
fietsen, klokken, gramophoons, enz., zelfs
geldprijzen van f 75. Er zijn spelers die er
als het ware hun beroep van maken en van
het eene dorp naar het andere trekken om
te kunnen deelnemen, waardoor hun gezin
er onder lijdt wegens de hooge uitgaven
van de liefhebbers, die bovendien ook nog
aan Bachus offeren.
Op deze manier zijn in dit district reeds
enkele duizenden guldens verspeeld.
Meencnde, dat men hier te doen heeft
met een hazardspel, heeft de marechaussee
te Oostburg aldaar een inval gedaan en alles
in beslag genomen, reglementen, kegels,
lijsten der spelers, puntenboekjes, zelfs het
geld.
Het is ongetwijfeld zaak, om al zulke uit*
wassen krachtig tegen te gaan, zoodra zij door
de straffende hand der Overheid kunnen wor*
den achterhaald.
Men zegt dan spottend de Overheid be*
kéért de menschen niet.
Neen, dat kan zij niet.
En daar gaat 't ook niet om 1
De geroutineerde en door de wol geverfde
gokkers zullen altijd wel weer een middel
vinden, om verder door te zieken. Maar 't gaat
tegen de besmetting. Te zorgen dat die een
zoo klein mogelijken voedingsbodem vindt
en op zoo weinig mogelijk menschen vat krijgt.
En dat is wel degelijk Overheidstaak.
Zooals men wellicht reeds gelezen zal heb*
ben is er ontdekt, dat er in Corle bij Winters*
wijk petroleum in den grond zit.
Wij lezen er het volgende van in het Hbl.
Wij hebben melding gemaakt van de olie
die bij Winterswijk was aangeboord. Men
weet, dat daar de Rijksopsporingsdienst naar
steenkolen zocht en voor dat doel tot groote
diepte bijna 1300 M. had geboord. Dat
boorgat bleef open liggen en daar is nu
ook de olie aan den dag gekomen. Op welke
diepte precies de pretroleum uit het gesteente
te voorschijn komt, konden wij nietverne*
men. maar wel kregen wij den indruk, dat
de petroleum, die vrij licht is en groen ge*
kleurd, gevonden wordt op een diepte, die
een economische exploitatie zeer wel toelaat,
enkele honderden meters
De druk, waaronder de petroleum staat,
is voor de winning blijkbaar gunstig. Bij
spuitende bronnen gaat dikwijls zeer veel
van het product verloren. Alleen zal de erva*
ring moeten leeren, of de toeloop naar het
boorgat voldoende groot is, om een produc*
tie van eenige beteekenis te verkrijgen.
De vraag komt aan de orde, of hier een
concessie tot aardoliewinning zal worden
verleend, dan wel de Staat zelf als exploi*
tanGzal optreden. Wij behoeven niet te zeg*
gen, dat wij dezen laatsten exploitatievorm
niet den meest gelukkige achten. Het blijft
ook na de vondst een kansquaestie en een
vraagstuk van risico en die worden nog
steeds het best en meest economisch opge»
lost door het particulier initiatief met zijn
belangenprikkel.
Wij zouden niet gaarne overdreven ver*
wachtingen wekken, maar de inlichtingen,
die wij verkregen, geven ons toch den indruk
dat zich hier een mogelijkheid van eenige
beteekenis, ook voor onze internationale be»
talingsbalans, heeft geopend.
(LAPLAND II).
Met de Lente breekt ook een drukken tijd
aan voor de Laplanders. Het winterverblijf in
het laagland wordt dan verlaten, wegens het
groote gevaar dat ontstaat voor zijn kostbare
kudde rendieren en wel door het optreden
van verschillende soorten muggen en vliegen,
waaronder de groote paardevlieg (Estrus ta*
randi) die tot de meest gevreesde behoort.
Bij voorkeur liggen deze insecten hun eieren
in de huid der rendieren en de zich daaruit
ontwikkelende larven veroorzaken het ziek
worden en dikwijls den dood van dit voor
hem zoo bij uitstek kostbare dier. Zelfs de
kwelling die de steken dezer insecten mensch
en dier aandoen is al voldoende om ze allen
naar het hoogland te doen vluchten.
Bij deze verhuizing wordt slechts het aller*
noodzakelijkste medegenomen, de rest blijft
onbeheerd in het winterkamp achter. De
kleine voorwerpen worden in manden gepakt
en deze op den rug der lastrendieren ge*
plaatst. Zooveel mogelijk tracht hij den zee*
kant te bereiken, niet alleen omdat daar geen
insecten voorkomen, doch ook omdat een
oude overlevering zegt dat de rendieren een*
maal per jaar zeewater moeten drinken willen
ze gezond blijven. Typisch is het wel dat bij
aankomst alle dieren direct in zee loopen en
het zeewater drinken doch nadien geen enkele
maal meer gedurende den zomer. Hetschijnt
ook dat het zoute water doodend werkt op
de soms reeds in de huid der rendieren voor»
komende larven van muggen en vliegen.
De afstanden die een Laplander af moet
leggen om de zeezijde te bereiken zijn soms
geweldig groot. Tochten van meer dan 300
Kilometer behooren niet tot de zeldzaamste.
Bij voorkeur vestigt hij zijn verblijf op een
der voor de kust liggende eilanden. Het bij*
eenhouden der kudde is dan gemakkelijker
als wanneer hij verblijf houdt op het vaste
land. De overtocht levert geen bezwaren opI
daar de rendieren uitstekend zwemmen kun»
nen. Het zomerwerk bestaat uit het melke.
kaas maken, het verzorgen der jonge diere
en de visch vangst. Dan is het een tijd *f'
schaarste en ontbering voor hem, da^ir
slachten van dieren dan onmogelijk is en 'uuk>-.
melk zooveel mogelijk bij de kaasbereiding
gebruikt wordt. Boter wordt niet bereid.
Eensdeels is dit wel te wijten aan het ont*
breken van brood doch anderdeels laat boter
zich niet zoo gemakkelijk tot den winter be*
waren.
Is de hitte van den Zomer voorbij dan
wordt den terugtocht naar het Winterverblijf
aanvaart en eenmaal daar aangekomen, vangt
den tijd van rust en ontspanning aan. Het
eenige wat hem dan te doen staat is zijn tent
opslaan en op zijn kudde passen. Als voor»
naamste voedsel voor de rendieren dient dan
het bekende leverkruid. Dikwijls ligt het diep
onder de sneeuw bedolven, doch de natuur
heeft de rendieren van breede hoeven voorzien,
waarmede de sneeuw als het ware op zijde
geschopt wordt. Dan is het de beste tijd om
te slachten.
Indien een Lap rijk is eet hij eiken dag
versch vleesch, indien niet, slacht hij toch
minstens twee a driemaal per week. De wij ze
van dooden is zeer eenvoudig. Een lang mes
wordt tot aan de hecht in de keel van het
dier gestoken en blijft daar zitten tot hij dood
is. Het verlies van bloed, dat door dit volk
op zeer hoogen prijs wordt gesteld, wordt
voorkomen, doordat het mes als stop dienst
doet. Het bloed wordt zeer zorgvuldig be»
waard en komt veelal bij feestelijke gelegen»
heden op tafel.
Men moet niet denken dat een Laplander
den geheelen winter op dezelfde plaats blijft.
Voortdurend trekt hij heen en weer. Het op*
bouwen van zijn nieuwe woning kost niet
veel tijd de sneeuw wordt wat weggeschopt,
de palen der tent in een cirkel geplaatst, de
toppen ervan vastgebonden en het vilte tent»
kleed er om heen geslagen. De bodem wordt
met dennentakken bedekt waarover dan een
dek van rendierhuiden komt, die voor tafel,
stoel en bed dienst doen. Het eenige meubi*
lair is een ijzeren kookpot en een ijzeren of
geel koperen emmer, die gebruikt wordt, om
drinkwater in te bewaren. De vuurhaarcPbe*
vindt zich midden in de tent en bestaat uit
eenige groote steenen. Een opening in het dak
dient om de rook uitweg te verleenen, die
evenwel meestal binnen in de tent blijft, wegens
het ontbreken van voldoende trek. De atmos*
pheer is dan ook stikkend en voor een
Europeaan onuitstaanbaar. Europeesche reizi*
gers geven er dan ook de voorkeur aan liever
buiten onder de boomen den nacht door te
brengen, zelfs bij de strengste koude, dan in
de tent van een Lap. De Lap heeft er weinig
last van, daar hij er van jongsaf aan gewend
is. Een kenmerk evenwel van dit ras en dat
der Eskimo's is dat ze zeer slechte en kanende
oogen hebben, wat meer zijn oorzaak vindt
in de scherpte der sneeuw alss in de rook. De
Eskimo's stoken geen hout doch olie of traan
dat geen rook verwekt, en toch lijden ze aan
dezelfden kwaal. De invloed dei sneeuw het
glinsteren op de oogen kan dus wel met eenige
zekerheid als verwekker dezer kwaal be»
schouwd worden.
Zooals hierboven vermeld gebruikt de Lap
in hoofdzaak vleesch, welke gewoon in water
gekookt en waarvan het vet afgeschept wordt.
Het smaakt als vet wild en wordt zonder
brood of zout genuttigd. De eenige groente
welke hij eet is de Angelika, die in groote
hoeveelheden in 't wild groeit en voorts de
vruchten der wilde boschbes en die der wilde
moeibezie. Deze 'vruchten vallen in den Herfst
niet af en blijven zeer goed onder de sneeuw
bewaard en zijn in het begin der Lente zoet
en week. Ze worden dan verzameld, met ge*
stremde melk vermengd en in rendierblazen
bewaard.
De Laplanders behooren tot het Mongool*
sche ras. Ze zijn middelmatig groot, breed
geschouderd met klein gelaat, veruitstekende
jukbeenderen, grooten mond, scherpe kin en
zwart of bruinachtig haar. Het lichaam is sterk,
gespierd, zeer beenig en is in staat de grootste
vermoeienis en ontbering te dragen. Handen
en voeten zijn klein, de stem zwak en onwel»
luidend. Zijn gelaatskleur is van nature tamelijk
helder, doch het aanhoudend blootgesteld zijn
aan de rook, geeft het een donkerbruine tint.
Zijn karakter verschilt zeer veel van dat
zijner buren. Norsch, koel en zelfzuchtig is
hij, gastvrijheid is hem onbekend. In den
handel met Russische en Noorsche kooplieden
is hij zeer listig, en voorzichtig. Nooit b.v.
zal hij papieren geld aannemen. Moed bezit
hij niets en toch is hij in staat met succes
weerstand te bieden aan de gevaren waar»
mede de elementen hem bedreigen. Liefde
kent hij niet, het huwelijk is slechts een handels»
onderneming, welke geheel op eigenbelang
gebaseerd is. Eveneens ontbreekt
voor ouders en kinderen. De zoorCn-- 4?"-<e
_:„u (r. ioh-sJ
zich zelf zoodra hiGjdzAcK...
dochter
jaloezi»
anc' jiètii'
O of
e-
t dT
hij
r Seibrdt>3SN
t.
verschillende streken een verschillende vorm
hebben.
Schitterde kleuren beminnen ze. Hun hu»
welijkskleeding b.v. is van wol, versierd met
roode, gele, witte, blauwe of groene zoomen.
Men heeft de Lappen in verschillende groe*
pen ingedeeld en wel in berglappen, Losch»
lappen en vischlappen. Het verschil zit in de
omstandigheden waaronder ze leven. Verliest
een Lap zijn kudde rendieren, dan tracht hij
aan het werk te komen bij een welke nog
in het bezit daarvan is. Gelukt dat niet, dan
is hij verplicht door middel van de visch»
vangst in zijn levensonderhoud te voorzien.
Zijn zwervend leven is dan uit. Dit soort
lappen vindt men hoofdzakelijk op Russisch
en Finsch gebied.
Geheel zonder rendieren zijn ze evenwel
nietvelen onder hen bezitten eenige tien»
tallen dieren, doch in elk geval te weinig om
daarvan uitsluitend te kunnen leven. In den
zomer, geeft hij zijn kudde over in de hoede
van een arme berglap, die er tegen een zekere
vergoeding voor zorgt.
Geheel hebben deze lappen hun nomade*
leven noch niet opgegeven. In de meren en
rivieren bevinden zich-onderscheidene soorten
visschen, die op verschillende tijden en ver»
schillende plaatsen voorkomen. Dit geeft hem
aanleiding meermalen gedurende den zomer
van woonplaats te veranderen. Op vele plaat*
sen heeft hij een gebrekkige hut gebouwd,
welke niet veel beschutting tegen regen en
wind biedt. Gedurende den wintertijd woont
hij in zijn vaste woning ergens aan een uit*
gestrekt binnenmeer en voorziet de jacht in
zijn levensbehoeften, daar het visschen dan
onmogelijk is.
Hiermede zal ik eindigen met over dit
halfwilde volk aan Europeesch uiterste Noor*
dergrenzen te schrijven en kan men in het
algemeen wel van hun zeggen, dat ze niet*
tegenstaande hun vele gebreken en tekortko*
mingen niet slechter zijn dan de volken van
het bovengenoemde werelddeel.
Nijverheidsschool te Middelharnis.
Blijkens in dit no. voorkomende advertentie,
is de inschrijving voor de nieuwe cursus van
leerlingen der Dagschool geopend van a.s.
Maandag 10 tot en met Vrijdag 14 Maart. Een
korte maar belangrijke mededeeling voor die
ouders welke het plan hebben hunne jongens
een vakschoolopleiding te laten volgen, vindt
hier een plaats.
Verleden jaar toch waren wij eenigszins
huiverig voor de gevolgen van een mogelijke
zeer groote toeloop van nieuwe leerlingen,
omdat op 't moment dat we de inschrijving
voor de nieuwe cursus openden nog niet vast»
stond, dat de nieuwe leeraren, welke we reeds
lang behoefden, benoemd zouden kunnen wor*
den waardoor, mocht dit laatste niet gebeu»
ren, de toch reeds overvulde klassen geen
groote toeloop van nieuwe leerlingen zouden
gedoogen, waardoor als noodzakelijk gevolg
weer een belangrijke afvloeiing zou moeten
plaats vinden. Dit is gelukkig niet noodig ge»
bleken. Door de nog tijdige benoeming van
nieuwe leerkrachten, konden wij alle leerlin*
gen houden niet alleen, maar kunnen wij nu
aan alle aanvragen om plaatsing voor vol»
doende geschikte leerlingen gevolg geven.
En niet alleen dat we aan alle aanvragen
om plaatsing zullen» kunnen voldoen, we zijn
in staat onze leerlingen daarbij, voor wat de
ijzerbewerking betreft, meer definitief in be*
paal/^ rir' "£yg, hetzij voor smeden c.a., hetzij
1 n3T;,5 ,W;.tebankwerken, voor te bereiden,
beu-,A r j ..;'jVrbij alle ouders oc,Ver* de
lkanë te letteR*f.» £lad.,
P< aUt^vbezorgdlv^.. *-
el, onsatkèv en van dezen'v-rijvj
e v\Tn
singst,
j"'dt vV
er o, 24 rung-
het jaar
-cliceerd. Uit
en nesten»»' afdeelingen
zeer geV->eclroe
Koop: ÏK j
hblice'en ond1^'.''"!
Alleen
an üci j. :o
is toch versch 7 j
woord
villen we nu e
gelieêi s een slecht ''-.-u
gelukkei.als wii i sc' Nicc» zei.
Hun kleV Sa{^r aaandél. tbwee.
barre khmaai in die
dragen beide s^t(i:. Ma.
rendierhuiden,
len kleed. Aan h
nen uit een stuk
inplaats van kou
hooi, wat goedkoi awlsTDesch
nen hebben kort
het bovenbeen va
een veelkleurige
gen ze een breej
zich eenige zakke
het bewaren van
Op het hoofd d
ïveel van
chipper S.
■«Het Ui-r, v. 0 ■flWjkjJboft vi °-
of het op- laboreert aan overvlo
- *1,1 ii uvcrviucu.
Naast R,:.; er jg belofte. OnzestiS
f'""")F,''.on7 ->**•»-'r'tSs*aj d,bjuS-stukleveL
mj -oonen, partij k ''"Men in ook ge-jj,
\BO\A
f'
9
>sm
Is-se
onnen, partij
Roe
ved* ,n,'
»evc'Uit héV
Een :n.
beirV
ifYidbr-*
voorhanden in den
handel
Tem
nneer ®k" e" By°uterVjdoo%^f
:volm
:com
bf
tn
van
n%n N
_1 iViVi,'oh A-
V %i.
I J.:,
eoorcP'
Vrrfyaardi;
opgevuld
en worden aan
)or middel van
en middel dra»
gordel, waarin
dienende voor
•ijp, tabak etc.
tsen die in de
I locifte'-y
m
tuiging,
met de A
juist daaro
v°'ijkeT"A*silt
etuigen digd'-"ten"'?
"'en w.
A. 3 ,Een kng.Tjfra--
.del deonc< (jjp
- t, «-■ n ®m ï'Een nauwe öh
van den Mi.oster, Vl
pogingen om het «SHBkJsblon'if>r
voortreffelijk mogelij,, maker
kracht tot verwezenlijking, zoo
i