«ML ADELAAR" ak. :zen. w Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. IN HOG SIGNO VINCES No. 2995 WOENSDAG 5 MAART 1924 39ste JAARGANG •ouwen rERKEN ïr Co DUIF' r Uit de Pers. Ingezonden. .wssfcr Rotterdam magazijn, om- gesorteerd in tukken, Por» naten, enz. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers ROTTERDAM waardige Kwaliteiten en open maken. um 48, MMl T 06 VOORT en tegen n naf f 300 el. 5436 iïERDAIÏI, Telef. 7282 mreilles xlf f 1,20 otterdam De Onderwereld, DEKEfl CADEAU V Stem uit de praktijk. Schetsen uit het Noorden. z r -i «Mn ejrtdBF' n beslissiifj EIT Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. ed van Bedden, een kijkje in het STEEG fïO.- 29.— en hooger 75.— en hooger f 7.50 enz. 10HS DLKEtl CADEAU Eén milliard. Dat beteekent duizend millioen. En al zijn dit nu »maar« Belgische francs, ryaarvan er tegenwoordig acht a negen in den gulden gaan, dan is het tóch als »bezuiniging« nog een som, die niet blijft beneden hetgeen onze Nederlandsche regeering bezuinigen wil. 't Is in België al net als hier. Alleen rekent men daar in francs. Voor 1924 zijn er de uitgaven geraamd op 8332 millioen en de inkomsten op 6687 mil* lioen. Reken het nu zelf maar nal Met dat milliard is men er nog niet eens, if maar men hoopt op een toeneming der rijks middelen en komt op die manier, als 't een J beetje meeloopen mag, tot de sluitende be f In.voting Maar dan moet 't mes er ook in. Net precies als bij ons. Eén milliard moeten de uitgaven naar om* ag men ziet dus, dat wij 't waarlijk alléén niet zijn dat de Regeering de «bezuiniging® piet uitgevonden heeft, om het volk te plagen, ïhaar dat ze ook bij »buurman« als beslist noodzakelijk wordt voorgesteld. Moge dit weer ter leering zijn. en diamant i= en Deurkozijnen, outen Binten, 3000 Ite, ijzeren Hekken, aardige kwal is Veeren bedden, ïdkoopst adres 25.—, en hooger. anten vanaf f 10.—. ardige kwaliteiten. S "9® 'n Eerlijke sovjet=man. VadertjesStaat werkt altijd duur. Daarom moeten we hem maar zooveel mos gelijk aan zijn eigen werk laten en zoo weinig mogelijk de vingers laten steken in 't leven en 't werken der maatschappij. Lees b.v. eens aandachtig het volgende bes richt Kamenew heeft op het congres van sovs jets een voordracht gehouden over de ons bevredigende resultaten van den staatshandel der sovjets. Ter illustratie besprak hij de stijging van den prijs van lucifers van af het moment dat het doosje de fabriek had verlaten tot het oogenblik, dat het in de handen van een boer is beland. Nemen wij aan, dat de prijs van het doosje op het oogenblik, dat het de fabriek heeft verlaten, 100 bedraagt, zeide Kamenew. Het doosje gaat van de fabriek naar de trust en van de trust naar het syndicaat. Op het moment, dat het doosje het syndicaat verlaat, kost het reeds 195. Daarna gaat het doosje naar den Centrosojoes (Centrale van coöperatieve vers eenigingen) en bij het verlaten hiervan kost het reeds 207. Daarna wordt het naar het governementskantoor gestuurd en kost het 215 hiervandaan wordt het gestuurd naar het arrondissementskantoor en kost 313; er volgt een reis naar het districtsbureau en de de prijs stijgt tot 407 tenslotte belandt het in het dorp en de boer betaalt voor het doosje 527. Zou 't niet véél beter, èn goedkooper zijn, als we de lucifersfabrieken maar gezond tegen elkaar laten concurreeren zouden we dan niet de beste en goedkoopste lucifers krijgen En staat het in verreweg de meeste gevallen met andere producten niet precies net zoo Vadertjehoud uw handen thuis Staatsloterij. In het »Huisgezin«, een r.k. dagblad wordt over de Staatsloterij als volgt geschreven: Zij is een speculatie op de speelzucht, zij wakkert die aan en zij doet het van over* heidswege. Dit is de groote grief. De Staat zelf, de overheid wekt het volk tot spelen op en moedigt dat aan. Het is beneden waardigheid der Overheid. Zeker, er bestaan heel wat erger vormen van spelenbij d; Staatsloterij blijft het netjes, men is gewaarborgd niet bedrogen te zullen worden enz. enz. Maar zet men de zaak principieel op, dan is de Staatsloterij een niet oirbaar bedrijf ■:n draagt ze niet bij tot opvoeding van let volk. 'Wij kunnen 't niet anders en niet beter zeggen en hopen van harte dat deze zienswij* ze onder de katholieken maar veel aanhangers vindt. Wij zijn in beginsel voor »vrijhandel«. Maar we maken er geen dogma van. En dat doet de liberalist. Nu nóg, in déze tijden, is 't opmerkelijk oe de liberale pers en hoe de vrijzinnige Kamerclub zoon béétje gaan begrijpen, dat er misschien, vanwege den moeilijken toestand des vaderlands allerlei harde maatregelen moe* ten worden geslikt, maar ze staan al tegader op hun achterste beenen, zoodra iemand ook maar, zelfs als noodmaatregel, de P van de »protectie« bepleiten wil. Dan roepen zij, twee uren lang: «Groot is de vrijhandel van den Staat der Nederlanden Of de praktijk ook zoo spreekt Wel, ik las in een der meest liberale kranten dit stuksken van een blijkbaar liberalen koop* Onze vertegenwoordiger in Noorwegen heeft jarenlang met succes orders geboekt. Nu schrijft hij woordelijk: «Die Zollsatze sind betrachtlich erhöht, um die Norwegi* sche Industrie zu ünterstützen, was auch in vielen Fallen gelüngen ist. Aus diesem Grunde ist er mir nicht möglich etwas zu verkaufen«. En als u dan ziet en leest wat, na Oos* tenrijk en Duitschland, thans door België en Frankrijk wordt ingevoerd, geloof ik toch niet te veel te zeggen, als ik beweer dat de industrie hier ten doode is opge* schreven. Tenminste de kleinindustrie, want de grootindustrie wordt gesteund met de belastingpenningen der overige bevolking. Toch «leve de vrijhandel«, en weg met de Protectie tegen de lage valuta's. Dat is nu 'n stem uit de praktijk. Zoo zijn er méér neenNederland is en blijft een land, dat in normale omstandig* heden op vrijhandel is aangewezen onze in* dustrie zal zich in den.regel 't best met vrij* handel ontwikkelen maar 't kan noodig worden, tot zelfbehoud, dat eenig deel des lichaams tijdelijk in een gipsverband gaat Zoo kan óók protectie noodzakelijk zijn. De gokziekte. Die is nog erger dan de griep. Het is een soort zielsmelaatschheid. En die sinds overoude tijden, met name ook ons volk, aantastwaartegen niet genoeg kan worden gewaarschuwd die al zoo meni* geen met vrouw en kinderen in de ellende heeft gebracht en die vooral ook in haar schijn* baar meer onschuldige vormen bestreden moet worden. Daarom zijn wij dan ook b v. zoo tegen de Staatsloterij. En nog altijd betreuren we het, dat er tegen de Broekhuisschandalen indertijd, hoe dan ook, niet op meer afdoende wijze is opgetreden. Altijd weer verschijnt die gokziekte in nieuwe vormen. Net als de griep ook doet. In hoofdzaak elk jaar hetzelfde beeld ver* toonende, verschilt zij in nevenverschijnselen. Zoo is 't met de gokziekte ook. Uit Z. VI. wordt aan 't »Hbl.« gemeld In ZeeuwschsVlaanderen, West*Deel, kri* oelt het, om zoo te zeggen, van de biljard* kegelwedstrijden, waarvan er in elk dorp een of meer zijn ingericht, en waar ieder, groot en klein, arm en rijk aan deelneemt. Als prijzen worden uitgeloofd, een varken, fietsen, klokken, gramophoons, enz., zelfs geldprijzen van f 75. Er zijn spelers die er als het ware hun beroep van maken en van het eene dorp naar het andere trekken om te kunnen deelnemen, waardoor hun gezin er onder lijdt wegens de hooge uitgaven van de liefhebbers, die bovendien ook nog aan Bachus offeren. Op deze manier zijn in dit district reeds enkele duizenden guldens verspeeld. Meencnde, dat men hier te doen heeft met een hazardspel, heeft de marechaussee te Oostburg aldaar een inval gedaan en alles in beslag genomen, reglementen, kegels, lijsten der spelers, puntenboekjes, zelfs het geld. Het is ongetwijfeld zaak, om al zulke uit* wassen krachtig tegen te gaan, zoodra zij door de straffende hand der Overheid kunnen wor* den achterhaald. Men zegt dan spottend de Overheid be* kéért de menschen niet. Neen, dat kan zij niet. En daar gaat 't ook niet om 1 De geroutineerde en door de wol geverfde gokkers zullen altijd wel weer een middel vinden, om verder door te zieken. Maar 't gaat tegen de besmetting. Te zorgen dat die een zoo klein mogelijken voedingsbodem vindt en op zoo weinig mogelijk menschen vat krijgt. En dat is wel degelijk Overheidstaak. Zooals men wellicht reeds gelezen zal heb* ben is er ontdekt, dat er in Corle bij Winters* wijk petroleum in den grond zit. Wij lezen er het volgende van in het Hbl. Wij hebben melding gemaakt van de olie die bij Winterswijk was aangeboord. Men weet, dat daar de Rijksopsporingsdienst naar steenkolen zocht en voor dat doel tot groote diepte bijna 1300 M. had geboord. Dat boorgat bleef open liggen en daar is nu ook de olie aan den dag gekomen. Op welke diepte precies de pretroleum uit het gesteente te voorschijn komt, konden wij nietverne* men. maar wel kregen wij den indruk, dat de petroleum, die vrij licht is en groen ge* kleurd, gevonden wordt op een diepte, die een economische exploitatie zeer wel toelaat, enkele honderden meters De druk, waaronder de petroleum staat, is voor de winning blijkbaar gunstig. Bij spuitende bronnen gaat dikwijls zeer veel van het product verloren. Alleen zal de erva* ring moeten leeren, of de toeloop naar het boorgat voldoende groot is, om een produc* tie van eenige beteekenis te verkrijgen. De vraag komt aan de orde, of hier een concessie tot aardoliewinning zal worden verleend, dan wel de Staat zelf als exploi* tanGzal optreden. Wij behoeven niet te zeg* gen, dat wij dezen laatsten exploitatievorm niet den meest gelukkige achten. Het blijft ook na de vondst een kansquaestie en een vraagstuk van risico en die worden nog steeds het best en meest economisch opge» lost door het particulier initiatief met zijn belangenprikkel. Wij zouden niet gaarne overdreven ver* wachtingen wekken, maar de inlichtingen, die wij verkregen, geven ons toch den indruk dat zich hier een mogelijkheid van eenige beteekenis, ook voor onze internationale be» talingsbalans, heeft geopend. (LAPLAND II). Met de Lente breekt ook een drukken tijd aan voor de Laplanders. Het winterverblijf in het laagland wordt dan verlaten, wegens het groote gevaar dat ontstaat voor zijn kostbare kudde rendieren en wel door het optreden van verschillende soorten muggen en vliegen, waaronder de groote paardevlieg (Estrus ta* randi) die tot de meest gevreesde behoort. Bij voorkeur liggen deze insecten hun eieren in de huid der rendieren en de zich daaruit ontwikkelende larven veroorzaken het ziek worden en dikwijls den dood van dit voor hem zoo bij uitstek kostbare dier. Zelfs de kwelling die de steken dezer insecten mensch en dier aandoen is al voldoende om ze allen naar het hoogland te doen vluchten. Bij deze verhuizing wordt slechts het aller* noodzakelijkste medegenomen, de rest blijft onbeheerd in het winterkamp achter. De kleine voorwerpen worden in manden gepakt en deze op den rug der lastrendieren ge* plaatst. Zooveel mogelijk tracht hij den zee* kant te bereiken, niet alleen omdat daar geen insecten voorkomen, doch ook omdat een oude overlevering zegt dat de rendieren een* maal per jaar zeewater moeten drinken willen ze gezond blijven. Typisch is het wel dat bij aankomst alle dieren direct in zee loopen en het zeewater drinken doch nadien geen enkele maal meer gedurende den zomer. Hetschijnt ook dat het zoute water doodend werkt op de soms reeds in de huid der rendieren voor» komende larven van muggen en vliegen. De afstanden die een Laplander af moet leggen om de zeezijde te bereiken zijn soms geweldig groot. Tochten van meer dan 300 Kilometer behooren niet tot de zeldzaamste. Bij voorkeur vestigt hij zijn verblijf op een der voor de kust liggende eilanden. Het bij* eenhouden der kudde is dan gemakkelijker als wanneer hij verblijf houdt op het vaste land. De overtocht levert geen bezwaren opI daar de rendieren uitstekend zwemmen kun» nen. Het zomerwerk bestaat uit het melke. kaas maken, het verzorgen der jonge diere en de visch vangst. Dan is het een tijd *f' schaarste en ontbering voor hem, da^ir slachten van dieren dan onmogelijk is en 'uuk>-. melk zooveel mogelijk bij de kaasbereiding gebruikt wordt. Boter wordt niet bereid. Eensdeels is dit wel te wijten aan het ont* breken van brood doch anderdeels laat boter zich niet zoo gemakkelijk tot den winter be* waren. Is de hitte van den Zomer voorbij dan wordt den terugtocht naar het Winterverblijf aanvaart en eenmaal daar aangekomen, vangt den tijd van rust en ontspanning aan. Het eenige wat hem dan te doen staat is zijn tent opslaan en op zijn kudde passen. Als voor» naamste voedsel voor de rendieren dient dan het bekende leverkruid. Dikwijls ligt het diep onder de sneeuw bedolven, doch de natuur heeft de rendieren van breede hoeven voorzien, waarmede de sneeuw als het ware op zijde geschopt wordt. Dan is het de beste tijd om te slachten. Indien een Lap rijk is eet hij eiken dag versch vleesch, indien niet, slacht hij toch minstens twee a driemaal per week. De wij ze van dooden is zeer eenvoudig. Een lang mes wordt tot aan de hecht in de keel van het dier gestoken en blijft daar zitten tot hij dood is. Het verlies van bloed, dat door dit volk op zeer hoogen prijs wordt gesteld, wordt voorkomen, doordat het mes als stop dienst doet. Het bloed wordt zeer zorgvuldig be» waard en komt veelal bij feestelijke gelegen» heden op tafel. Men moet niet denken dat een Laplander den geheelen winter op dezelfde plaats blijft. Voortdurend trekt hij heen en weer. Het op* bouwen van zijn nieuwe woning kost niet veel tijd de sneeuw wordt wat weggeschopt, de palen der tent in een cirkel geplaatst, de toppen ervan vastgebonden en het vilte tent» kleed er om heen geslagen. De bodem wordt met dennentakken bedekt waarover dan een dek van rendierhuiden komt, die voor tafel, stoel en bed dienst doen. Het eenige meubi* lair is een ijzeren kookpot en een ijzeren of geel koperen emmer, die gebruikt wordt, om drinkwater in te bewaren. De vuurhaarcPbe* vindt zich midden in de tent en bestaat uit eenige groote steenen. Een opening in het dak dient om de rook uitweg te verleenen, die evenwel meestal binnen in de tent blijft, wegens het ontbreken van voldoende trek. De atmos* pheer is dan ook stikkend en voor een Europeaan onuitstaanbaar. Europeesche reizi* gers geven er dan ook de voorkeur aan liever buiten onder de boomen den nacht door te brengen, zelfs bij de strengste koude, dan in de tent van een Lap. De Lap heeft er weinig last van, daar hij er van jongsaf aan gewend is. Een kenmerk evenwel van dit ras en dat der Eskimo's is dat ze zeer slechte en kanende oogen hebben, wat meer zijn oorzaak vindt in de scherpte der sneeuw alss in de rook. De Eskimo's stoken geen hout doch olie of traan dat geen rook verwekt, en toch lijden ze aan dezelfden kwaal. De invloed dei sneeuw het glinsteren op de oogen kan dus wel met eenige zekerheid als verwekker dezer kwaal be» schouwd worden. Zooals hierboven vermeld gebruikt de Lap in hoofdzaak vleesch, welke gewoon in water gekookt en waarvan het vet afgeschept wordt. Het smaakt als vet wild en wordt zonder brood of zout genuttigd. De eenige groente welke hij eet is de Angelika, die in groote hoeveelheden in 't wild groeit en voorts de vruchten der wilde boschbes en die der wilde moeibezie. Deze 'vruchten vallen in den Herfst niet af en blijven zeer goed onder de sneeuw bewaard en zijn in het begin der Lente zoet en week. Ze worden dan verzameld, met ge* stremde melk vermengd en in rendierblazen bewaard. De Laplanders behooren tot het Mongool* sche ras. Ze zijn middelmatig groot, breed geschouderd met klein gelaat, veruitstekende jukbeenderen, grooten mond, scherpe kin en zwart of bruinachtig haar. Het lichaam is sterk, gespierd, zeer beenig en is in staat de grootste vermoeienis en ontbering te dragen. Handen en voeten zijn klein, de stem zwak en onwel» luidend. Zijn gelaatskleur is van nature tamelijk helder, doch het aanhoudend blootgesteld zijn aan de rook, geeft het een donkerbruine tint. Zijn karakter verschilt zeer veel van dat zijner buren. Norsch, koel en zelfzuchtig is hij, gastvrijheid is hem onbekend. In den handel met Russische en Noorsche kooplieden is hij zeer listig, en voorzichtig. Nooit b.v. zal hij papieren geld aannemen. Moed bezit hij niets en toch is hij in staat met succes weerstand te bieden aan de gevaren waar» mede de elementen hem bedreigen. Liefde kent hij niet, het huwelijk is slechts een handels» onderneming, welke geheel op eigenbelang gebaseerd is. Eveneens ontbreekt voor ouders en kinderen. De zoorCn-- 4?"-<e _:„u (r. ioh-sJ zich zelf zoodra hiGjdzAcK... dochter jaloezi» anc' jiètii' O of e- t dT hij r Seibrdt>3SN t. verschillende streken een verschillende vorm hebben. Schitterde kleuren beminnen ze. Hun hu» welijkskleeding b.v. is van wol, versierd met roode, gele, witte, blauwe of groene zoomen. Men heeft de Lappen in verschillende groe* pen ingedeeld en wel in berglappen, Losch» lappen en vischlappen. Het verschil zit in de omstandigheden waaronder ze leven. Verliest een Lap zijn kudde rendieren, dan tracht hij aan het werk te komen bij een welke nog in het bezit daarvan is. Gelukt dat niet, dan is hij verplicht door middel van de visch» vangst in zijn levensonderhoud te voorzien. Zijn zwervend leven is dan uit. Dit soort lappen vindt men hoofdzakelijk op Russisch en Finsch gebied. Geheel zonder rendieren zijn ze evenwel nietvelen onder hen bezitten eenige tien» tallen dieren, doch in elk geval te weinig om daarvan uitsluitend te kunnen leven. In den zomer, geeft hij zijn kudde over in de hoede van een arme berglap, die er tegen een zekere vergoeding voor zorgt. Geheel hebben deze lappen hun nomade* leven noch niet opgegeven. In de meren en rivieren bevinden zich-onderscheidene soorten visschen, die op verschillende tijden en ver» schillende plaatsen voorkomen. Dit geeft hem aanleiding meermalen gedurende den zomer van woonplaats te veranderen. Op vele plaat* sen heeft hij een gebrekkige hut gebouwd, welke niet veel beschutting tegen regen en wind biedt. Gedurende den wintertijd woont hij in zijn vaste woning ergens aan een uit* gestrekt binnenmeer en voorziet de jacht in zijn levensbehoeften, daar het visschen dan onmogelijk is. Hiermede zal ik eindigen met over dit halfwilde volk aan Europeesch uiterste Noor* dergrenzen te schrijven en kan men in het algemeen wel van hun zeggen, dat ze niet* tegenstaande hun vele gebreken en tekortko* mingen niet slechter zijn dan de volken van het bovengenoemde werelddeel. Nijverheidsschool te Middelharnis. Blijkens in dit no. voorkomende advertentie, is de inschrijving voor de nieuwe cursus van leerlingen der Dagschool geopend van a.s. Maandag 10 tot en met Vrijdag 14 Maart. Een korte maar belangrijke mededeeling voor die ouders welke het plan hebben hunne jongens een vakschoolopleiding te laten volgen, vindt hier een plaats. Verleden jaar toch waren wij eenigszins huiverig voor de gevolgen van een mogelijke zeer groote toeloop van nieuwe leerlingen, omdat op 't moment dat we de inschrijving voor de nieuwe cursus openden nog niet vast» stond, dat de nieuwe leeraren, welke we reeds lang behoefden, benoemd zouden kunnen wor* den waardoor, mocht dit laatste niet gebeu» ren, de toch reeds overvulde klassen geen groote toeloop van nieuwe leerlingen zouden gedoogen, waardoor als noodzakelijk gevolg weer een belangrijke afvloeiing zou moeten plaats vinden. Dit is gelukkig niet noodig ge» bleken. Door de nog tijdige benoeming van nieuwe leerkrachten, konden wij alle leerlin* gen houden niet alleen, maar kunnen wij nu aan alle aanvragen om plaatsing voor vol» doende geschikte leerlingen gevolg geven. En niet alleen dat we aan alle aanvragen om plaatsing zullen» kunnen voldoen, we zijn in staat onze leerlingen daarbij, voor wat de ijzerbewerking betreft, meer definitief in be* paal/^ rir' "£yg, hetzij voor smeden c.a., hetzij 1 n3T;,5 ,W;.tebankwerken, voor te bereiden, beu-,A r j ..;'jVrbij alle ouders oc,Ver* de lkanë te letteR*f.» £lad., P< aUt^vbezorgdlv^.. *- el, onsatkèv en van dezen'v-rijvj e v\Tn singst, j"'dt vV er o, 24 rung- het jaar -cliceerd. Uit en nesten»»' afdeelingen zeer geV->eclroe Koop: ÏK j hblice'en ond1^'.''"! Alleen an üci j. :o is toch versch 7 j woord villen we nu e gelieêi s een slecht ''-.-u gelukkei.als wii i sc' Nicc» zei. Hun kleV Sa{^r aaandél. tbwee. barre khmaai in die dragen beide s^t(i:. Ma. rendierhuiden, len kleed. Aan h nen uit een stuk inplaats van kou hooi, wat goedkoi awlsTDesch nen hebben kort het bovenbeen va een veelkleurige gen ze een breej zich eenige zakke het bewaren van Op het hoofd d ïveel van chipper S. ■«Het Ui-r, v. 0 ■flWjkjJboft vi °- of het op- laboreert aan overvlo - *1,1 ii uvcrviucu. Naast R,:.; er jg belofte. OnzestiS f'""")F,''.on7 ->**•»-'r'tSs*aj d,bjuS-stukleveL mj -oonen, partij k ''"Men in ook ge-jj, \BO\A f' 9 >sm Is-se onnen, partij Roe ved* ,n,' »evc'Uit héV Een :n. beirV ifYidbr-* voorhanden in den handel Tem nneer ®k" e" By°uterVjdoo%^f :volm :com bf tn van n%n N _1 iViVi,'oh A- V %i. I J.:, eoorcP' Vrrfyaardi; opgevuld en worden aan )or middel van en middel dra» gordel, waarin dienende voor •ijp, tabak etc. tsen die in de I locifte'-y m tuiging, met de A juist daaro v°'ijkeT"A*silt etuigen digd'-"ten"'? "'en w. A. 3 ,Een kng.Tjfra-- .del deonc< (jjp - t, «-■ n ®m ï'Een nauwe öh van den Mi.oster, Vl pogingen om het «SHBkJsblon'if>r voortreffelijk mogelij,, maker kracht tot verwezenlijking, zoo i

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1924 | | pagina 1