voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
van Mm
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
ié
No. 2988
ZATERDAG 9 FEBRUARI 1924
38ste JAARGANG
Reclames Mededeelingen.
VfelU£AEIftS-
APPfcRT 144
Op den Uitkijk.
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers
EERSTE BLAD.
„Klein" en „Dun"
£cheerappara-
ROTTERDAM.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
ja, dat was nu echt „klein"
Zooals ieder nu wel weet, heeft on
ze Regeering in haar „Memorie van
antwoord" nader haar bezuinigingsplan
nen uiteengezet.
En wat was nu voor velen een ver
rassing
Wel, dat de Regeering wat de be
zuinigingsplannen op den staatsdienst
betreft, wil zoeken 121/2 millioen op
onderwijs, 12V2 mill, op de Defensie
en 5 millioen op de andere Departe
menten.
De verrassing zit dan voor velen in
vet gedrukte.
De Bezuiniging op de Defensie.
Dus op Oorlog en op Marine.
Men keek daar gek van op.
Uit en terna had vooral „Het Volk"
de meening onder't volk verspreid, dat
wij nu eenmaal in den heer Colijn zoo'n
echten vechtjas en krachtpatser in 't
kabinet gekregen hadden, die stellig
op de inillitaire departementen geen
cent zou laten afdingendie daaren
tegen denk aan de Vlootweton
danks onzen nijpenden nood, de milli-
taire lasten nog wilde verzwaren.
Er was geen praten tegen
Men werd gewoon dood gekreten,
leder, die nog 'n mond voor Colijn
wilde opendoen werd ontvangen met
een geroep als dat der Efeziërs.
Waarom spraken we niet in dien tijd
Wel, omdat het spreken je eenvou
dig onmogelijk werd gemaakt, daarom
'liet
Wij voor ons wisten wel beter.
De „Vlootwet" is op de baan geko
men geheel zonder Colijn, die toen met
het Kabinet nog niets te maken had.
Ja, het besluit dat zij direct aan de or
de komen zou, werd genomentoen
mr. De Geer nog minister wasdie
ging immers óm dat besluit juist weg
Dat de heer Colijn niet was tégen
bezuiniging op Oorlog en Marine wis
ten we allang. Wie den heer Colijn
kende wist ook dat hij van meening
waswij kunnen hetzelfde defensie
resultaat krijgen, terwijl het ons aan
merkelijk minder kost.
Ten overvloede lag daar nog zijn
Kamerrede van '22 waaruit men wel
duidelijk opmaakte dat hij anti-militai-
rist zou geworden zijn, wat hij natuur
lijk krachtig tegenspreken moest, doch
waarvan dan toch staan bleef, dat de
heer Colijn van meening was Ook van
Leger en Vloot kan een zeker bedrag
voor de „bezuiniging" worden gehaald.
Wie 't anders zei, die loog.
Maar „het" loog dan ook in de na
jaarsdagen van het jaar 1923, in Ne
derland. 't Heeft nog erger gelogen,
dan dat het van den winter heeft ge
sneeuwd.
En nu kwam dan dit I
De nadere uiteenzetting:
Twaalf en 'n half millioen op Leger
en Vloot
Let nu vooral op „Het Volk"
Eerst begint dit blad met, onder de
leuze „Niks gedaan een uiteenzetting
te geven van wat de Regeering wil
zegt dan aan 't eind„Nu hebben
we jullie zoowat het voornaamste ver
teld",
Maar zwijgt over die 12ll2 millioen
Dat hoeven de lezers niet te weten
Zoo'n klein, klein peulschilletje
De moeite van noemen niet waard
Hoogstwaarschijnlijk zouden de le-
zers van ons „roode" dagblad trou
wens hebben gedacht„dat moet een
fout zijnDat kan eenvoudig niet
Wat Ruys en Colijn en die andere
scherpslijpers van de Vlootwet zouden
op de militaire uitgaven willen bezui
nigen, twaalf en een half millioen
Het kan niet zijn
En dan zou het vragen regenen.
En dan moest de redactie van „Het
Volkkomen en zeggen„Waarde
mede-proletaren met en zonder bont
kraag of hoogen hoed, gij vergist u 1
het is wel degelijk zoo: 12V2 mill-op
Leger en Vloot
Daarin had ze weinig zin.
Dus zweeg ze als een trappist.
Was dit niet „klein" en „dun"?
Maar men kan om zoo iets niet
blijven zwijgen
Er zijn meer kranten in Nederland.
Zoodat, de lui hooren het toch.
En dies kwam „Het Volk" een paar
dagen later op deze zaak terug, maar
let nu op hoe
Ja, 't was zoo van die 12^ millioen.
Maar, en dat was 't verschrikkelijke
de Regeering vond die 12V2 mill, door
Effiency
Ik denk, dat menig eenvoudig lezer
van „Het Volk" toen de vuist heeft
gebald en gezegd: „Die gemeene Re
geering toch Door effiencyis 't
niet verschrikkelijk? Is't niet doortrapt
gemeen
Ze weten niet wat Effiency is.
Maar een schurk is het vast.
'n Uitbuiter'n Lijfelijke broer van
Mammom en Belial.
Wie 't dan nader leest en overdenkt,
die begrijpt dat de Regeering het zoe
ken wil in ander behéér, andere op
leiding, vereenvoudiging enz. enz.
het rechte zullen we straks wel van
haar te hooren krijgen.
Maar daarna brult alwéér „Het Volk"
„Wat? Twaalf en een half mill, be
zuinigen en dan Leger en Vloot nóg
even sterk laten als ze zijn Vreese-
lijk
'n Gewoon mensch zou zeggen dat
dit juist mooi is
Met minder geld bereiken hetzelfde
resultaat
De S.D.A.P. niet alzoo.
Leger en Vloot moeten kapot. Daar
is 't om te doen. En daarom: Twaalf
en 'n half millioen niks gedaan.
Is 't niet klein en dun
Vs Fijnenhaat.
Die kunnen ze niet bedwingen.
Dat is nu wel zeker, dat het land in groote
meerderheid achter onze Regeering staat, als
zij voor »afvloeiïng« bij 's Lands dienst aller»
eerst in aanmerking brengt de gehuwde
ambtenares, die geen kostwinster is.
Men voelt en proeft de billijkheid.
Wij voor ons jubelen er niet over.
We voelen zelfs hoe lam het voor zulke
dames is.
Maar w ij kunnen 't niet helpen, dat men
in steeds ruimer kring ook buiten ons erf
om, gaat zeggen «Dan is 't maar beter, om
ook in normale tijden de ambtenares direct
bij huwelijk te ontslaan dan weten die trou»
wens ook waar ze aan toe zijn
Net, wat w ij steeds hebben gezegd.
Dat voelt de tegenstander ook wel.
Hij móét in z'n binnenste erkennen »De
fijnen hebben gelijk gehad«.
Maar dat juist prikkelt hem.
En zoo s ot F. b.v. in de »Telegraaf« dat
thans »de griffermeerde taktiek 'n oogenblik
van vrijen armslag heeft».
Dat is 't wat de man niet zetten kan.
Dan nog liever een communist.
V Raadsleden opgepast.
N.l. inzake 't bewaarschoobonderwijs.
Schier alle bewaarscholen op ons eiland
gaan [van de Gemeenten uit en waar dit niet
zoo ]is, ontvangen de bewaarscholen wellicht
subsidie uit de Gemeentekas.
Dat klopt straks om «meer geld« aan.
De »Bond« van Ossendorp was er als de
kippen bij, zoodra hij hoorde dat de Regeering
den Iagere»school»leeftijd 'n jaar opschoof
»Vraag gij nu, bewaarscholendat de gemeente
dat jaar de kinderen langer op de bewaar»
school houdt
Op zichzelf niets tegen.
Mits dan tegelijk ook de toelatingsleeftijd
voor de bewaarschool met 'n jaar wordt
verhoogd
Dan kost het geen cent meer.
't »Materiaal« op de bewaarschool wordt
beter.
En de kleintjes kunnen over 't algemeen
bést 'n jaartje langer dan nu bij moeder thuis
blijven, eer ze naar de bewaarschool gaan.
Student, burger en boer.
Jhr. De Geer, de vorige minister van Fi»
nanciën, sprak te Groningen voor de studen»
ten, die hem uitgenoodigd hadden, over het
Geld en zei daarbij o.a. de volgende kernach»
tige woorden, die behalve door studenten ook
door allerlei ander soort van menschen kunnen
begrepen en mogen ter harte genomen worden
»Men kan in dollars speculeeren, maar
men kan niet in dollars zich assureeren.
[Ik] wijs u op de vele onzekere factoren, die
ook in het economisch leven van Amerika
aanwezig zijn. Wie van den gulden naar
den dollar vlucht, verwisselt het ééne risico
voor het andere, volgens sommigen zelfs
het kleinere risico voor het grootere, maar
bouwt zich zeker geen vrijstad, waar de
Nemesis (d.i. de »wraak« uit Hand. 27) der
jongste wereldgeschiedenis geen toegang
heeft».
Nogeens, men kan aan inkleeding en
woordengebruik hooren, dat het voor sin.,
tellectueelen» is.
Maar 't is ook voor den boer begrijpelijk.
En voor den burger ook. En voor allen
is 't de overweging waard.
40 cent per regel
23
'Vs Schoolgeld.
Onze zonderlinge schoolgeld»regeling viel
zelfs een [buitenlander op. Dr. Henry Beets,
die Nederland verleden jaar bezocht en op
de Synode van Utrecht was, schreef «indruk»
ken» in de Amerikaansche pers, welke door
de Utr. Kerkbode worden vertaald.
Wij knippen er dit stuksken uit:
De armen worden meer begunstigd in
soifcmige opzichten althans dan de midden»
standi, die toch den ruggegraat des volks
vormt. Iemand wiens jaarlijks inkomen on=
geveer f 10.000 is, vertelde ons, dat hij meer
dan f 500 schoolgeld voor ieder zijner kin»
deren moest betalen, 'die aan een rijksinrich»
ting ^studeerden. Maar de dochter van een
politieagent, die naast zijn dochter zat, en
dezelfde opleiding genoot, kreeg onderwijs
en boeken kosteloos. Alles voor de studeeren»
den kosteloos te geven lijkt me billijker
dan zulk een groot onderscheid te maken
tusschen den eenen burger en den anderen
Wat zouden onze menschen denken van
f 500,— onderwijsgeld voor één kind
Neen, niet gratis'; dat is van den regen
in den drop
Maar overigens, nietwaar de Amerikaan
heeft goed rondgekeken en één van de softer»
niën op onderwijsgebied raak aangetikt 1
Nadruk veibodea.
Een kijfachtige huisvrouw
Ieder weet er van mee te spreken, al wensch
ik al mijn lezers toe niet uit eigen ervaring,
want 't is een chronische huiskwaal waarvoor
nog géén serum gevonden werd. 1
Eigenaardig is, zoo'n kijfster kan men 't
nooit naar den zin maken.
't Is steeds óf te lang óf te breed.
Niet zuur óf niet zoet genoeg.
Uit hoofde van haar grammoedig karakter,
dat onder den invloed eener verhoogde gal»
afscheiding staat, zal ze niet prijzen, of »dank
jezeggen, maar altijd afkammen en »snuiven«.
Ik weet toch van vroeger van een,
Gelukkig ver buiten m'n familie,
Die had een vroolijke, opgeruimde, joviala
man, met een »sanguinisch« karakter, als ze
dat noemen ik begrijp nog nooit ter wereld
hoe die man aan zoo'n vrouw gekomen is!
of liever ik begrijp het wél, want ze moet in
'r jeugd 'n echt Madonna»gezichtje gehad heb»
ben, natuur is grillig
De man was al haast »middelbaar« van
leeftijd
Maar kon als 'n kind nog vroolijk zijn.
Nu was 't hem gebeurd, dat»ie in z'n zaak
'n héél goeden dag "had gehad en, zoo móést
nu eenmaal de blijdschap bij hem afvloeien
thuis gekomen maakt»ie 'n paar bokkespron»
gen door de kamer, vergeet voor 'n oogenblik
watvrouw»ie»hééft, pakt 'r om d'r middel en,
rutsch zingt hij »Lang zal ze leven
Woédend gooit ze hem van zich af.
'n Stroom van boosheid baant zich pad.
«Ongare gekPias I Ben je niet wijs
En zoo gaat het door, als een emmer koud
water over een lekker warm gestoofden rug
wat den man die wel weet dat»ie daar toch
niet tegenop kan, ijlings in z'n schulp doet
kruipen, al 't plezier is er voor hem af, en
hij is blij, als de avondpost hem z'n krant
brengt, waarachter hij schuil kan gaan.
's Avonds wil hij 'n »goed woord» spreken.
Zóó moeten ze niet ter ruste gaan
»Kom, vrouwzegt hij, »vergeet het nu
maar weer, ik dééd wat mai, maar 't was toch
m'n eigen vrouw, niet?»
»Ja, dat moest er nog bijkomen, dat je 'n
ander met je vingers aanraakte«, snibde zij,
«altijd die aanstellerij
De man zuchtte en at zijn pap.
Toen hij nu den volgenden avond wéér
naar huis ging en wederom vroolijk was, om»
dat God het werk zijner handen zoo zegende,
dacht hij bij zichzelf«Harmen, oude jongen
wees nu voorzichtig bij de vrouwze heeft
de laatste dagen de bokkepruik op en dat is,
omdat haar zuster weer 'n kleine gekregen
heeft en jullie blijft maar kinderloos, maar dat
is toch Gods bestel en daar moeten wij ons
aan onderwerpen, niet maarenfin! als je dat
weet en begrijpt, dan kun je d'r véél vergeven
en 't gaat gelukkig wel weer over en dan
komen er ook wel tijden, dat ze 'r berouw
van heeft en 't wat goed wil maken ook,
Maar, Harmen, ouë jongen
Je wéét het nu, ze kan 'r op 't oogenblik
niet tegen, als" je wat vroolijk benthoud
daar rekening mee als je bij haar komt
Maar jahoe gaat dat
Wie z'n natuur en z'n stemming gewéld
aandoet, die wordt onnatuurlijk. En zoo ver»
ging het Harmen ook.
Plechtstatig, stijf, zei hij z'n vrouw goeden
avond.
De woorden kwamen er afgemeten uit.
Dwaas»langzaam zette hij zich op z'n stoel.
Vroeg hij iets, dan ging 't op een graftoon
't leek de supersbas wel.
Zelfs als hij zich den neus snoot, zou wie
't hoordezich onwillekeurig hebben omgewend
om te zien wie daar zóó wanhopig snóót
Wél moet de mensch zijn natuur, zoo
goed als zijn tong met een breidel bewaren,
maar ongestraft haar u i t d r ij v e n, dat gaat
niet. En de genade reinigt en heiligt en ver»
edelt in Christus dan ook wel de natuur, maar
geeft er ons geen andere voor in de plaats.
Ik kan me begrijpen, dat 't potsierlijk was.
Ja, prikkelend voor wie 't aanzag.
En na een poos, gaf zich dan ook het op»
gekropte gemoed der huisvrouw lucht«Zit
daar aan toch niet met zoo'n opgemaakt be»
grafenisgezicht't Lijkt wel of je uit steen
geslagen bent, óók lekker voor 'n vrouw,
om daar 'n heelen avond tegen aan te zitten
kijken
Toen liep de man in arren moede er uit.
Kwam dien avond bij mij en klaagde zijn
nood. Waarop ik hem zoogoed en zoo kwaad
ik kon, heb getroost.
Nu spreekt men wel over de «kijfachtige
huisvrouw«, maar ik verzeker u, zulk soort van
mannen zijn er ook en ik hoop maar van harte,
dat geen onzer kinderen er ooit als zijn leer»
aar of onderwijzer mee in aanraking komt,
want hun adem gaat als een koude wind over
teer spruitsel heen.
Ze kunnen zoo zéér doen, zoo wónden
'n Dominee stond op z'n eerste standplaats
en 't gebeurde meermalen, als»ie 's Maandags»
morgens, gelijk vaak te doen gebruikelijk is,
de gemeente es inging, dat»ie bij 't thuiskomen
door zijn vrouw ontvangen werd met de op»
merking «O, je bent zeker weer bij ouderling
Kijfstra geweest
Dat zag ze wel aan z'n gezicht.
Kijfstra was de meest geziene en meest in»
vloedrijke ouderling in de gemeente, die vele
goede eigenschappen had, maar toch ook wel
wat een zure betweter was, wiens lijfspreuk
was: «Het is goed, dat de mensch het juk in
zijn jeugd draagten daarom moest je het
vooral ook een jongen dominee niet te
gemakkelijk maken op zijn pad.
Als dan ook dominee zoo 's Maandagsmor»
gens een kop koffie kwam drinken en wat
over de belangen der gemeente kwam praten,
dan leunde Kijfstra na eenigen tijd wat achter»
over in zijn rieten stoel en begon dan «Wel
'n aardig preekje, gister Dan hield hij
even op, deed 'n paar keeren pfpfuit zijn
pijp en dan kwam het«Maar
Het was wat érg voorwerpelijk geweest.
'n Anderen keer toch wel wat eenzijdig ge»
moedelijk.
Soms waren er wat veel bloempjes gestrooid
dan weer was 't wat dróóg. Den eenen keer
heette hetwe moeien vooral bedenken, dat
de kinderkens ook in de kerk zitten en dat
er af en toe ook een kruimsken van 's Heeren
tafel voor hén moet vallen, later weer
Dominee moet er vooral om denken, dat de
kerk geen zondagsschool is, waar
Meester en juffrouw op school ondergaan
hetzelfde lot.
Den eenen keer laten ze de kinders zoolang
op 't zelfde eten kauwen, tot er geen smaak
meer aan is en dan weer vliegen ze er over
heen, dat de kinders hen niet bijhouden kun»
nen.
Den eenen dag zijn ze veel te familiaar.
Den anderen weer zoo »stief« als 'n bok
of zoo trotsch als 'n prinses.
Ook de krantenschrijver ontkomt niet aan
de kijfzucht.
't Is óf veel te «hoog», de eenvoudige man
kan er niet bij, óf ook, hij schrijft, of»ie
't aan de laagste klassen duidelijk maken moet.
Hij is nu eens afgemeten en deftig, dan weer
moet»ie niet zulke laagvloersche grappen en
grollen verkoopen. Enzoovoort
Eén ding is bij dit alles gelukkig
Wat ik teekende is uitzondering
met de groote meerderheid der menschen is
bést op te schieten Zegt het, ter bemoediging,
voort
En daarmee moet min. Colijn zich ook maar
troosten
Want hij doet al eenzelfde ervaring op.
Eerst was hetDie man is s t ij f.
Hij wil Kamer en Natie ringelooren, koeie»
neeren hij komt daar met een lange zweep
aangestapt, laat die knallen en zegt«Nu zal
ik jullie eens bezuinigen Gaat maar eens in
de positie staan
Hij kwam daar met z'n »plan«.
En zeide «Asjeblieft, en gauw
Zóó moet hetpraatjes vullen geen gaatjes
houden jullie dus maar je mond en neem al
deze voorstellen aan, dan kan het vaderland
nog net worden gered.
Zie, zoo werd het ons volk voorgsteld.
Uitspreken liet men Colijn niet.
Zoodra hij in zijn «Millioenen»nota« met
z'n cijfers en z'n plannen kwam, verhief zich
al dadelijk dat geschrei tegen hem en gelijk
men hem uitteekende, zoo geloofde het volk,
dat hij was
En zie, nu bleek het anders.
Nu sprak Colijn gematigd en duidelijk.
En waarlijkWéér niet goed.
»N u spreekt hij zegt de een. «Waarom
sprak hij verleden jaar zoo niet, dan was er
misschien niet zóó'n herrie gekomen in 't
land
Dat de schreeuwers van verleden jaar door
hun gekrijsch de schare ophitsten en geen
nadere verklaring wilden afwachten, ver»
zwijgt men.
Nog gekker deed Dresselhuys.
Zoo'n verwaanden oudsliberalen kwastel»
jorum zou men door elkaar willen schudden
«Verleden jaar», zegt hij, «had ik hoop».
«Colijn kwam toen als de sterke man.
En zoo een hadden we net noodig. Maar n u
staat hij te weifelen. Hij wil praten en over»
leggen. Doet, of=ie in 't eind niet meer zeker
is van z'n zaak. Ik ga vreezen, dat diezelfde
Colijn in 't eind nog een zwakkeling zal zijn
I s 't nu niet, om razend te worden?
Om uit te roepen, dat 't ook nooit goed
is
Als het meervoudig huwelijk geoorloofd
ware, dan wenschte ik dien «Dres» tien kijf»
achtige huisvrouwen tegelijk toe, die hij 't
nooit naar den zin maken kan. Maar Colijn
moet ook maar denken de groote meerder»
heid is zoo niet, daar is in den regel mee te
praten. En de voorteekenen zijn er al, dat 't
gezond verstand wederkeert bij ons volk.'...
Nu ben ik in 't laatst alwéér even in de
politiek geraakt.
Enfin, 't was mijn bedoeling niet.
Ik wilde maar zeggen Wij, christenen, met
name moeten trachten elkaar het leven zoo
aangenaam mogelijk te maken op deze booze
wereld. Want daar mankeert nog zoo vaak
wat aan
UITKIJK.