voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO YINCES ZATERDAG 26 JANUARI 1924 38ste JAARGANG EERSTE BLAD. Emigratie. Reclames Mededeelingen. Op den Uitkijk. W. BOEKHOVEN ZONEN Ajlë stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers Rheumatiek en Spierpijn LEEUWARDEN Land- en Tuinbouw. X' Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. D1ENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Over emigratie wordt weergesproken. En al zijn op 't oogenblik bijna overal op de wereld de vooruitzichten voor landverhuizing ongunstig, men kan er zeket; van zijn, zoodra die toestanden wat mogen verbeteren, zal de emigra tie in 't middelpunt van veler belang stelling komen te staan. Thans kunnen 't slechts énkelen zijn. We hebben den wereldtoestand te aanvaarden gelijk die is en ook de land verhuizer kan niet met zijn hoofd door den muur loopen. 't Kan lang zoo blijven gaan. 't Kan ook spoedig veranderen. A Want zeker is, dat er nog streken ter wereld genoeg zijn, die véél meer volks dragen kunnen, dan ze dóén, zoodra de wereld-omstandigheden zich maar zoo wijzigen, dat men landver huizers gebruiken kan. Daar bedoelen we dit mee. Neem b.v. de Vereen. Staten. Die [den Nederlander steeds 't eerst in de gedachten komen. Vast staan deze twee zaken Ten eerste, dat de bodem van „Ame rika" bij intensieve bebouwing nog wei meer opbrengen kan dan hij doet en ten tweede dat de Amerikaanse he nij verheid nog heel wat meer produceeren kan dan thans. Maar wat is het geval De wereld heeft geen koopkrachtige afnemers genoeg En zoodra dat zich ten goede wijzigt, f jjïn Amerika weer tienduizenden han- oen gebruiken, zoo in den landbouw, als in de nijverheid. Maar juist nii, in dezen tijd, hebben we te zorgen, dat zulk een betere toe stand ons niet overvalten daarom heb ben we b.v. met genoegen de totstand koming eenerEmigratie-Centralegezien. Ook voor ons christenvolk ligt hier een roeping. Men kan er op rekenen, als er betere toestanden komen, dat dan niet in de laatste plaats ons calvinistisch volks deel zijn zonen en dochteren voor emi gratie leveren zal. De historie leert dit genoeg. Veel heeft het Nederlandsche volk nooit aan emigratie en kolonisatie enz. gedaan maar wat het b.v. in Afrika en Amerika in de 18e en 19e eeuw tot stand bracht, is toch voor een aanmer kelijk deel door volk van calvinistischen huize geschied. Ik constateer slechts het feit, Er zou een artikel apart over te schrijven zijn. En daarom, ook thans, nu deze be sprekingen slechts nóg „theore tische" waarde hebben, juist thans moet deze zaak door ons worden ingedacht en voorbereid. Allerlei vragen rijzen dan. En wel in de eerste plaats deze Hoe de H. Schrift zelve tegenover dit vraag stuk staatwelke goddelijke ordinan tiën er zijn ook voor dit deel van ons natuurlijk leven. Gaan we op die vraag iets nader in. Babel's, spraakverwarring is bekend. Daar heeft de Heere eens voorgoed zijn goddelijk veto uitgesproken tegen over de menschelijke zucht om vooral toch het menschelijk geslacht als een heid saam te houden. Neen, zegt God, 't zal de veelheid zijn. De veelheid en de veelsoortigheid. En daarin wil hij verheerlijkt worden. Om langs dien weg al wat daar in "menschelijk geslacht schuilt naar voren en tot ontwikkeling te brengen, tot verheerlijking van Zijn Naam. En als daar dan ook de Fransche koning, gelijk men weet, de Hugenoo- ten uitdrijftals een deel dezer bal lingen, met een veel grooter volksdeel aan Hollanders, Friezen en Zeeuwen naar Zuid-Afrikaals zich daar Engel- schen doorheen mengen en er als thans aan 't gebeuren is, uit die vermenging een nieuwe, jonge, levenskrachtige natie ontstaat, dan schittert hierdoor te beter de majesteit van Hem, die zóó veel ontwikkelingsmogelijkheden in het menschelijk geslacht heeft gelegd. De opeenhooping is Zijn wil niet. De moderne wereldstad heeft meer overeenkomst met het beeld van Babel, dan van het nieuwe Jeruzalem „Maar de groote stad" kan en mag daarom, ik bedoel nu in 't algemeen óns wachtwoord niet zijn. „De wereld in behoort de toekomst te gaan. „Vervult de aardezegt God. Al lang vóór Babels torenbouw. Het is een zegen, die Hij Noach's geslacht meegeeft. Maar het is tevens een last, een or dinantie. Neen, wanneer het ons in ons eigen vaderland en op onze eigen plek moeilijk wordt, om te gewinnen ook maar op bescheiden wijze ons dagelijksch brood, en er is een redelijke kans om elders, in of buiten of ook ver van 't vader land in betere omstandigheden te gera ken, dan behoeven we waarlijk niet lang te overleggen of de zaak op zichzelf, in 't algemeen ook naar 's Heeren wil zou zijn. De Schrift is hier duidelijk genoeg. Natuurlijk, daarnaast en daarboven is dan het persoonlijk element. Dat moet ieder voor zichzelf met .zijn God uit maken. Daar kunnen motieven, zijn die Gods toorn opwekken die slechts men schelijk, aardsch en erger zijn. Met slagen of mislukken staat dit niet in onlosmakelijk verband, lees er Ps. 73 maar eens op na. Maar wie werkelijk in Gods gunst, in Zijn kracht zulk een zaak wil onder nemen, die zal haar niet slechts opjec- tief voor Gods Woord, maar ook sub jectief in het gebed en den verborgen omgang met God tot een goed einde moeten brengen. Hierover thans niet verder. Wel nog zij iets gezegd over zekere bedenkingen, die wel van onze zijde tegen emigratie worden ingebracht. 'n Goed punt voor De Visser en Colijn. De heer dr. Colenbrander in »De Gids« van Januari, prijst de wijze, waarop de minis» ters De Visser en Col ij n de beruchte zaak van 't Leidsch»academisch»ziekenhuis »op een achtermiddag«, na de noodige voorbereiding, tot een goed einde hebben gebracht. Men herinrert zich die zaak? 't Leek wel de slang»zonder»end. Nooit kwamen al die gebouwen klaar en elk jaar werd de bouwsom een, twee en meer millioen hooger. Toen werd eerst alles stop gezet. Daarop is het, om 't nu es populair te zeggen, zóó gegaan De ministers hebben laten uitrekenen hoe* veel ten allerhoogste het Rijk er nu nog voor geven kon. Toen zijn ze met een Rijksbouw» kundige naar Leiden gegaan. Lieten er de »bazen« van de Medische faculteit bij roepen en zeiden »Kijk es, heeren zooveel geld wil 't land nu nog missend i t is als u ziet ges bouwd hier staat m'neer de Rijksböuwmees» ter, zeggen jullie, die met en in dit Zie» kenhuis werken moet, nu niaar wat je voor dit geld het liefst gebouwd ziet, en wat het meest noodig is In enkele uren waren de heeren 't ééns. Noodzaak en gezond vèrstand, En dan komt men een heel eind 1 't Is te hopen, dat alle »objecten»van»bezui» niging« dit even professoraal begrijpen zullen als die heeren in Leiden, dan heeft minister Colijn makkelijk werk. 40 cent per regel Spoedige verlichting van de pijnen en weldra genezing door SanapiriniTabletten (Mijns hardt). Koker 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. "f «Televisie». Opsnijder, of wetenschappelijk man Hij i s hoogleeraarprof. Fournier Dalbe. En géén »Amerikaansch« professor b.v. in de biljarts of bokssport, neeneen ernstig Britsch geleerde van naam. Dus »opsnijder« kan hij moeilijk zijn. H ij méént het, als^hij zegt, dat<ie er zijn wetenschappelijken naam voor- zetten wil, dat nog dit jaar de televisie tot stand komt het draadloossvèrszien 1 Neen, kijk er niet vreemd van op. Het draadloos hóóren bestaat al. De muziek van den Franschen Eifeltoren wordt door duizenden, die een draadloos toes stel hebben, dagelijks op honderden mijlen afstands gehoord, waarom zou 't draadloos zién onmogelijk zijn 't L ij k t alleen wat vreemd. Men zet te Groningen z'n oogen voor een paar kijkglazen en ziet, wat er op 't zelfde oogenblik in 's Lands hoofdstad op den Dam gebeurt met duizend andere mogelijkhes den van dezelfde soort. 't Is me wel wat griezelig. Ik ga op die manier nog vreezen, dat de «Wetenschap» en de «Techniek» het nog zoos ver zullen brengen, dat ze zullen afzien en afs hooren wat de mensch in zijn meest verbors gen binnenkamer doet en overlegt. Zeker, 't i s zoover nog niet. En de professor, al is hij ontegenzeggelijk geen opstiijder, maar een wetenschappelijk man, heeft het v rsz i e n nog niet tot stand gebracht. Maar 't kan er best van komen Zelfs, als hij zegt, d it jaar: En dan zullen we ook daarin weer de f groote werken Gods bewonderen maar ons tóch afvragen, of het menschelijk geluk door dit alles vergroot en bevorderd wordt. Nadruk verbodei. Vandaag gaat 't over de politiek. Ja, hooggeachte, om met ouderwetsche do» minees, die zeker onwillekeurig aan Daniël dachten, te spreken «zeer gewenschte» lezeres, of ge nu leelijk kijkt of niet, over de po= litiek och mij deswege dit keer »overslaan« doet ge niet, daar zijt ge veel te goed voor. 't Zou niet verstandig zijn ook. De besten uwer begrijpen dit wel. En tot die »besten« behoort gij immers elk, hoofd»voor»hoofd 1 Zie, ik heb «den ouden Lohman« eens hoo» ren spreken op een volks»bijeenkomst, toen hij hoewel reeds tegen de zeventig, nog in zijn volle kracht was. 't Was daar 'n dooie, politieke boel. Doch naar Lohman kwam men nog. Temeer, omdat de deuren wijd waren open» gezet, het was een «coalitie«»avond en alie man en vrouw van Rechts, die lust had, kon vrijelijk binnentreden, waar druk gebruik van werd gemaaktLohman had een volle zaal. Nu wist hij wel, wat vleesch hij in de kuip, wat volk hij onder zijn gehoor had. Heel wat lijders aan politicophobie. Ziekelijk»schuwen op politiek gebied. En toen merkte hij zoo leukweg op «Ja, mijne hoorders! wij kunnen wel zeg» gen Ik wil niets met de poiitiek te maken hebben en dan verder doen als de struisvogel en steken den kop in 't zand, maar hierom is 't nog niet gezegd, dat die politiek nu ook niets met ons te maken heeftDat zult ge wel anders ondervindenEn als ge straks klaagt over de wetten des Lands en vraagt waarom is dit zóó en moet dat weer anders dan komt het zelfverwijtHadden we ons maar met de poliek bemoeid, toen 't er nog de tijd voor was Net precies, wat Groen ook zijn leven lang heeft gezegd. En daarom altijd «politiek» neen Net zoo min als altijd rijst»met»bessensap Ik kom er ook niet altijd mee I Geloof maar vrij, dat ik weieens blij ben, als Uitkijk nu weer es 'n stukje schrijven kan, dat over op» voedkundige of letterkundige of ook geeste» lijke dingen gaat. Terwijl ik dit schrijf, kwam de Kamer weer bijeen Voor 't eerst na de Crisis. En spreekt over de Crisis. En Troelstra heeft Zaterdag in Den Haag gezegd, dat thans de taak der socialisten o m. is, om «de boel op stelten« te zetten, schrijf dan eens over het nieuwe middel tegen de gevreesde suikerziekte, de insuline öf over de aanstaande vliegpogin» gen naar de Pool öf over eenig ander onder» werp overigens belangrijk genoeg om de aan» dacht te trekken. Dat gaat mij nu eenmaal slecht af. Vaak, 't is waar, draai ik me öm als ik 't politiek gedoe gadeslasoms zelfs breng ik den met »Imperial« goed gedrenkten neusdoek aan 't gelaat, het kan alles zoo klein, zoo taai, zefs goor zijn, ja geméén maar toch nög liever 't veld vol, politieke, doornen en distelen, dan dat er heelemaal niets groeit.- Want dat is de dood in de pot Zoo heeft zich dan het Kabinet»Ruys, na vele Crisis»weken, wederom aan de Kamer voorgesteld en wie geregeld z'n krant leest, zelfs wie er af en toe in neust, weet wel dat een der grootste punten van geschil dit is, of we nu hebben een parlementair of een ko= ninklijk kabinet. Maar hiér ben ik niet zeker van Of alle lezers goed en helder inzien, wat er met deze woorden wel wordt bedoeld en daarom zal ik zoo vrij zijn bij dit punt, dat voor ons politieke leven van groote beteekenis is, wat uitvoeriger stil te staan. Wat is een «parlementair» kabinet? En wat verstaat men onder een »koninklijk« ministerie Laten we eerst es even nagaan, wat deze woorden niet beteekenen. Natuurlijk niet, dat het eerste door het Parlement en het laatste door de Koningin zou worden aangesteld. Dat is geheel met de feiten in strijd. Elk kabinet stelt de Koningin aan. Het Parlement, noch ook een der Kamers afzonderlijk, heeft daarover ook maar iets te zeggen De Koning(in) benoemd of ontslaat ministers naar welgevallen. Wil het dan soms zeggen, dat een «parle» mentair« kabinet wél van dezelfde, politieke kleur is als de meerderheid in de Tweede Kamer, terwijl dit met een »Koninklijk« kabi» net niet zoo is Ook dit kan niet juist zijn. Het kabinet»Heemskerk b.v. in zijn eerste periode van 1907 tot 1909, heeft geregeerd met een Kamersmeerderheid die Links was, terwijl toch het kabinet zelf verklaarde te wil» len regeeren volgens de beginselen, die leefden in de Rechterzijde. En het kabinet»Cort v. d. Linden, dat men »liberaal« noemen kan had zeer stellig géén »liberale« meerderheid, ja zelfs als men »Links« tegenover »Rechts« plaatste, kon men nog maar moeilijk zeggen, dat dit kabinet een meerderheid in de Kamer had. Toch was nóch het kabineUHeemskerk, nóch dat van Cort een «koninklijk» kabinet en laten we er maar dadelijk bijzeggen het ka» binet-Ruys is het ook niet, ik kan me ten» minste niet voorstellen, dat na de historie, die ons land doorleefd heeft 1866—1869 met «den ouden Heemskerk« en de zijnen, er nog één enkel antirevolutionair staatsman wezen zou, die in een »koninklijk« kabinet plaats nam. Grben's schim rechts, die van Kuyper links, Zouden hem des nachts op zijn leger geen oogenblik met rust laten Mannen als Colijn en Heemskerk gaan niet zitten in een »ko» ninklijk« kabinet. Wat is dan zulk een »koninklijk« kabinet? Wel 1 ik stel mij voor, als we eens, dés neen een koninklijk kabinet hadden, dat zijn leider aldus tot de Tweede Kamer spreken zou «Mijne heeren 1 Zie, hier zijn wij De Ko» ningin heeft gezegd, dat wij ministers moeten zijn en als gehoorzame onderdanen doen we natuurlijk, wat Zij zegt. Wij zullen regeeren, zooals Zij 't ons voorschrijft. Kunnen we 't daarbij met u, mijne heeren goed vinden, 't zal ons aangenaam zijn. Maar zoo niet en stemt gij onze voorstellen af, wel! wij zullen alevel geen entslag vragen en er ons niets van aantrekken, want wij hebben in 't eind niets aan u te vragende Koningin heeft ons aangesteld en wij volgen haar, niet uw bevel Zie, dat is een »koninklijk« kabinet. Kan het met de Kamer, best 1 Maar kan 't niet, dan maar zonder. En dan als 't niet hooger of lager wil, die Kamer maar net zoo vaak ontbonden tot de Kiezers 't ook zat worden en honderd man naar 't Binnenhof sturen, die 't dan in vrede met die stoelverkleefde ministers maar op een accoordje gooien. Maar ieder vóélt dan toch ÊlSchaf dan het Parlement maar af. Van het «gemeen overleg« tusschen de Kroon en de Staten»Generaal blijft dan heel weinig over de Kroon kiest den trein en wijst de richting aan en de Kamer mag meerijden of op 't perron blijven staan, net naar zij wil. Antirevolutionair is dii niet. Calvinistisch wel allerminst. «Het Calvinisme zeiden Groen en Kuy» per, juist in die critieke, straks genoemde ja» ren is oorsprong en waarborg van onze constitutioneele vrijheden«. En daarom hoefde men waarlijk niet be» ducht te zijn, dat Ruys of een ander in de Kamer zeggen zou: «Ja, heerende Koningin heeft ons ge* huurd Zeker, H.M. weigerde het ontslag. Waarmee Zij, na zooveel weken Crisis, be» slist gehandeld heeft overeenkomstig den wensch van een groot dëel van ons volk. Dat weigeren was Haar daad. Doch nu was 't Kabinet niet lijdelijk. Het zei niet«Omdat de Koningin niet wil, móéten we wel aanblijven, want het had ook anders kunnen besluiten en zijn verzoek, dringender nog, kunnen herhalen. Dat deden deze mannen niet. Zij bleven vrijwillig op hun post. En dat is alleen mogelijk, doordat zij, ge» lijk ze 27 October meenden dat ontslag op hun weg lag, nu in Januari, na zooveel we» ken Crisis, zélf ook achtten dat ze niet langer moesten aanhouden. Dat is hun vrijwillig besluit. 'n «Koninklijk» kabinet zijn ze niet. Ook al is de verhouding tot de partijen in de Kamer veel losser geworden, van deze ministers mag niet anders gewacht dan dat zij slechts zullen regeeren «in gemeen overleg« met de Staten»Generaal. En als dit onverwacht hokt Dan zullen zij de eersten zijn, om te trach» ten dit «gemeen overleg« weer langs norma» len weg heisteld te krijgen. Laten we daarom het kabinet met volle vertrouwen tegemoet gaan. En wat de »bezuiniging« betreft Laten we nu vooral ook es afwachten, wat nadere uitwerking min. Colijn met zijn ambt» genooten straks geeft. Dit ééne staat vaster dan ooit 't Mes moet er diep, zeer diep in. Doch dit geef ik toe, dan is 't nóg lang niet onverschillg hoe en waar het mes er in gezet wordt. En nu zei de heer Zijlstra nog pas te Gro» ningen Vergeten we vooral niet, dat die 10 zijn een voorloopige maatregel, omdat de bezuiniging niet wachten kan. Doch dat on» middellijk daarna de Regeering gaat werken aan de definitieve bezuiniging, waarin zeer sterk ook met de behoeften zal gerekend worden. Dat vond steeds onder ons, anti's, véél in» stemming. Natuurlijk, als 't zóó gaat, zal'er Links een dubbel hyenagehuil opgaanWatzal 't ka» binet nu óók al breken met dien grondregel der rechtvaardigheid gelijke belooning voor gelijke prestaties? maar dan hebben wij op onze post te zijn Dat is echt »Links«. »Gelijke« prestaties is al een leugen. Die bestaan eenvoudtg niet. Voor zijn pres» taties alleen zou den eenen ambtenaar ofon» derwijzer al tweemaal zooveel toekomen als den ander. Maar een echt christelijke gedachte is, om vooral ook te rekenen met de behoefte. Veel meer nog dan in de arbeiders»wereld kan dit in praktijk worden gebracht bij ambtenaars e.d.g,, die nog weer in andere verhouding staan tot de Overheid dan de arbeider staat tot zijn patroon. En voor deze zoo echt chris» telijkspolitieke gedragslijn staat juist thans de kans schooner dan ooit. Mits wij thans, volkomen eendrachtig zijn. De groote lijn weten te vatten. De zware ernst van den tijd voelen. En, elk voor zich, begrijpen dat we allen «onS verlies te nemen« hebben en nog duizend redenen hebben, om God te danken voor wat ons nog boven anderen gelaten wordtUITKIJK. Is het al of niet gewenscht, het mond» en klauwzeer te schrappen van de lijst der besmettelijke veeziekten. De Zuid»Hollandsche Bond van Veehan delaren heeft Maandagmiddag, onder voor» zitterschap van den heer M. de Haas, een druk bezochte buitengewone algemeene vergadering gehouden, in hoofdzaak ter behandeling van bovenstaande vraag. De voorzitter heet allen welkom. In de groote opkomst zie ik, zoo zegt hij, een be» wijs, dat gij belang stelt in het wel en wee van onzen Nederlandschen veestapel in het algemeen en in dat van den veehandel in het bijzonder. U allen zult wel kunnen en wii» len begrijpen, dat de Zuid»Hollandsche Bond van veehandelaren er niet zoo opeens toe ge» 1

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1924 | | pagina 1