Antirevolutionair
NESSEtt II ICHiREü
Orgaan
Yoor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
VAM DOORN
No. 2972
ZATERDAG i5 DECEMBER 1923
38STE JAARGANG
IN HOC SIGNO YINCES
t
EERSTE BLAD.
„Klein©:SchoolQesM
ta. 5eRr"^èf?dW0"gen "°"der
Rggiames Medesieelipgen.
Slim is n aüel
m lerlfOüiiü
Op den Uitkijk.
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën eis verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers
De Kwestie van de „kleine School
tjes"
„Dat is onderwqs", zegt ge.
Jawel, antwoord ik, maar 't is even
goed poliiek en in beide opzichten wil
2 ik iets van de „Kleine Schooltjes zeggen.
Wat er het onderwijs betreft
Ik ben waarlijk niet zoo bang van
die „kleine schooltjes" als vele man
nen van het vak en ook wel buiten
het vak.
Zelfs niet van de iénmans-school
Ik weet wel, dat dit in veler oor een
krassende paedagogische ketterij is,
doch dén maar een schoolastieke ketter
Mits-men mij goed versta!
Ik kan aan 't hoofd van zoo'n één-
mansschool lang niet iedereen gebrui
ken! 't Moet iemand zijn die er sin-
geriiere gaven voor heeft. Met een
eigen kijk op, het onderwijs. Die zich
weet te schikken naar den gang van 't
werk)
Iemand die kan geven en nemen.
Met een dubbele mate van liefde
voor zijn werk.
Dus niet de minste maar de meeste
onder de broederen, want het is wel
zwaarder voor een betrekkelijk kleine
éénmansschool, dan voor een zwaar
bezette klas te staan.
En ais er dan zoo iemand is
Dan moet hij hebben een groote mate
van vrijheid.
Dan moet tegen Sint Bureaucratius
worden gezegd van dien man blijf je èf.
Met een „leerplan", met een „rooster"
en met honderd van die dingen moét
men hem niet plagen.
Vooral geen „lijsten en staten"
Als ge hebt „de rechte man op de
rechte plaats", weldan zet ge dien
éénen man in hetkleine schooltje neer en
zegtMeesterziedaar de kinderen, die
God u ter verzorging geeftbreng ze
in hun leerjaren zoover als gij ze bren
gen kunt onder den zegen van God
En dan ben ik voor 't resultaat niet
bevreesd.
Maar nu de politieke kant.
Die ;,-kieirre schooltjes", zegt de libe
rale pers, zijn de financieele strop voor
ons land. En daar zijn die menschen
van Rechts, die „clerialen" de schuld
van!
Nu mag men daar eens om glimlachen
Maar op zijn tijd moeten zulke valsch
vuur blazers ook es op hun plaats
worden gezet.
En wat leeren dan de cijfers
Zooals de Staat ze telkens geeft?
Wel, dat er veel, en veel meer open
bare dan bizondere „kleine schooltjes"
zijn-
Dus, als men „Links" het aantal van
deze dingsigheidjes wil opruimen, laat
raen dan vooral toch een middel zoe
ken, om ervan de „openbare" soort heel
wat te sluiten.
Ja, maar (zegt men dan) de
vrijheid
t ^ie enkele „openbare" kindertjes
willen niet dwingen.
Moeten dan soms de kinders van de
Bijbelschool met dwang „onder de neu
traliteit" worden gebracht?
Als 't zoo is zeg het dan ronduit.
En als 't zoo niet is, houd dan ook
op met uw gezeur of begin bij uzelf
Neen, weet ge wat het is
Als die „kleine schooltjes" duur zijn
te duur, werp dan wat van uw op
voedkundige luxe ideëen over boord
en maak ze goeakooper!
't Lijkt soms wel een gekkenhuis.
Ik ben wel in schooltjes geweest en
dan stond daar b.v. 'n onderwijzeres,
'n flinke forsche zus, ja zelfs wel een
onderwijzer, een kerel als een boom,
voor 12 of lébeginkleutersenscharmin-
kelde daar dwars door heen, of-ie met
zichzelf geen raad wist.
Dat komt van die bureaucratische
„eenvormigheid"
„Die vloek van 't moderne leven".
Dan moet 'n „klein schooltje" net
precies worden ingericht als een groote
school. Met zes miniatuur-poppeklasjes.
Met nèt zoo'n leerplan. Nèt zoo'n „roos
ter", „de lof der zotheid" als men
't goed bekijkt.
En ja dctn moeten er „leerkrachten"
zijn naar 't aantal klasjes, niet naar 't
getal kinderen, en dan komt men
er toe om in een Achterhoeksch buurt-
schooltje met 50 leerlingen „drie" leer
krachten" te vragen
Papa Staat óf anders de „Gemeen
te" is 't, die betaalt en de kerkerman
netjes in zoo'n buurtschap loopen meest
vrij.
Ja, dat is in Winterswijk gebeurd.
En 't zal niet de éénige plaats zijn
In een buurtschap, met 53 leerlingen
op de O. L. S. was de derde „leerkracht"
heengegaan en de „buurt" adresseerde
aan den Raad om toch weer 'n derde
er bij.
Elke „kracht" 17 kindertjes; knus!
De Raad stond 't goedgunstig toe.
Wat later kwam een buurt met 37
leerlingen op haar O. L. S., óók om
haar „derde leerkracht" vragen.
Toen werd het de mannen van 't
bizonder onderwijs te gek.
Zij zeiden ronduit
„Als de Raad dit doet, komen wij
voor elk onzer scholen en er zijn
er wat in die groote gemeente óók
om „derde leerkrachten" en zoo vragen,
volgens de Wet
Tóén krabbelde de Raad terug.
Waar het onze mannen, vermoed ik,
net om te doen was.
VrageWié maken in zoo'n gemeente,
en de voorbeelden zijn voor't grijpen,
het onderwijs onnoodig duur?
OPPERT 144, ROTTERDAM
Oud vertrouwd adres
(ASSItl A-YAN YMKEMBURG'S'*
-•■levertr;
LEEUWARDEN-
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbu3 No. 2
ADVERTENT1ËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
«A.s. Zaterdag 15 deser hoopt de heer
iDe 'Wilde, lid van Gedeputeerde Staten
wan Z.eHoll., zijn 70sten verjaardag te
«herdenken. De anthrev. uit onze partij
«in Goeree en Overflakkee sijn aan dezen
«eminenten figuur veel verplicht en sul*
«ten er ongetwijfeld prijs op stellen, dat
«zij van dien gedenkwaardigen dag in
«zijn leven, vooraf hebben kennis geki-es
«gen.
f int willen die lieden van
Links dan toch?
--K
V Als voorheen.
Colijn is op den goeden weg
Dat blijkt vcor ons, anti's mee hieruit dat
net als vroeger men overal Kuypers onzicht*
bare hand in meende te zien, 't nu hém al
net eender vergaat.
Wil 't nog niet vlotten met de Crisis
Hij, en hij alleen heeft het gedaan, hij
zoekt eigen eerhij wil zelf de groote man
zijnde eerste in Nederland.
Net als men met Kuyper deed
V A dat juist
Zie, d i t begrijp ik nu niet
Er z ij n er zeer enkelen onder ons, die re*
deneeren zoo Het is toch maar een jammers
lijke fout geweest van de Regeering, dat zij
niet, vóór ze met de Vlootwet begon, heeft
onderzocht, óf ze nog wel op de volkomen
instemming van alle drie de groepen rekenen
kon.
Het z ij n er »zeer enkelen«.
Maar ik héb het zwart*op*wit gedrukt ges
zien.
Daarom is 'n kort.antwoord nuttig.
In 1922 is men met elkaar in zee gegaan
het vernieuwde kabinetsRuys en de clrie pars
tijen van Rechts)
In zee gegaanOp vast accoord. ÜSs
Dat hield óók in: De Vlootwet."j
Dr. Van Schaick heeft erkend, dat er toen
géén voorbehoud was en hij verdedigt
zich dan ook absoluut niet met een beroep
op het accoord, neenmaar met een beroep
op verandering van omstandigheden en vers
andering van zienswijze.
Blijve dat nu maar in zijn waarde of ons
waarde
Nuttloos hierover na te pleiten.
Maar dit staat dan toch wel* rotsvast.
Hij had dan tij dig moeten waarschuwen.
Neenzegt nu een zéér enkele, onbegrij:
pelijke antirevolutionairDe Regeering, dié
had, hand op 't onderteekend accoord, ons
derzoekend moeten navragen Zeghouden
jullie je nog welgaan je,;verlcden jaar geges
ven woord
Och, komzoo zet men toch de heele pos
litiek op haar kop.
$0 cent per regel.
KOOPT UW
BIJ
V Critiek.
Ja, dat kan raar gaan I
De heer T. v. Kooy, te Vlaardingen, schreef
onlangs een zeer lezenswaardige brochure,
waarin hij uiteenzette, wat het kenmerkende
was van Gereformeerd Schoolonderwijs.
Zijn brochure had een goede pers.
Hijzelf noodgedwongen, zocht saim
»De Standaard« betuigde haar hooge inges
nomenheid met het bedoelde geschrift
vond het een stuk levenservaring, reëel in
den goeden zin des woords«. Prof. Noordtzij
stemde van harte in mei het gunstig oors
deel van «De Standaard«. De heer Wirtz
schreef een vleiende aankondiging. «De
Rotterdammer» noemde het »een studie,
die verhelderend werken zal«. De heer Van
Andel oordeelde, dat er seen groote schat
voor denks en gemoedsleven» in lag. De
heer Drewes had «respect voor den arbeid,
die er achter zitook voor den denkarbeid«.
Niet waar, dat was 'n mooi getuigenis
En nog wel van onze «éérste lui«
Nu komt echter zekere heer Zwitser
ik kan het niet helpen, als gij hem niet kent
en heeft critiek.
Waar niets tegenveel vóór is.
't Moet niet altijd «mooi weer» zijn.
Maar die scribent ziet nu kans om in één
artikel deze brochure af te tuigen als«over*
bodig, mager, typisch, met onnoozele vondsten
opgesierd, vol zinledige frasen, arm aan gere*
formeerde vi*sie, zeer middelmatig, oppervlak*
kig, onnoozel«.
Zoo'n reuze*criticus
Maar de kunst van dit soort vivisectie
heeft*ie afgezien van Querido en andere groote
critici aan den overkanter is niets eigens
aanhet is zoo wanhopig ordinairMet
groote, dikke woorden weinig zeggen hi*
ha«ho 1
Jammer, dat zoo iets ook reeds onder ons
gevonden wordt.
Och, ga eens bij mannen als Groen en
Lohman en Fabius in de leer, gij 1 hoffelijk
criticus.
V' Aardig sommetje.
Ons werd 'n afdruk toegezonden van een
artikel, geschreven door den heer W. O. Kos*
ter op naam der Centr. Commissie voor Be*
zuiniging«.
Dóêl is »Bezuiniging« op de Staatsbegroo*
ting.
O.m. word onder handen genomen hoofd*
stuk III der Begrooting dat ruim 4 mill. gld.
groot is en de schrijver doet voorstellen, die
naar hij zegt voor onmiddellijke uitvoering
vatbaar zijn en een bezuiniging zouden bren*
gen op dit »kleine« hoofdstuk van f 433.002.
Hij zegt dan
«Hierdoor zou dit Hoofdstuk der Be*
grooting worden teruggebracht van
f 4,318,'99 tot f 3,885,797. Ook dit zeer
verlaagde cijfer zou om van vooroor*
logsche begootingen te zwijgen nog
50 pet. hooger zijn dan de uitgaven over
1918 en f 200,000 hooger dan de werke*
lijke uitgaven over 1919 hebben bedra*
gen.
Te ver gaat de bezuiniging dus waar*
lijk niet. Maar zij zou een flinke stap
zijn in de richting van een sluitende be*
grooting bij normale belastingen.
Het volk heeft recht te verwachten, dat
deze stap worde gedaan.»
Wij kurfnen dit niet beoordeelen.
Maar vragen ons wel afis 't niet zaak,
om de gansche Begrooting met dezelde criti*
sche blik na te zien
V 'n Waar woord.
't Is een woord van mr. Marchant.
De N. H. Crt. ving het op
«Mr. Marchant heeft nog eens zijn licht
laten schijnen over den politieken toestand.
Thans in de Residentie.
't Was weer van begin tot eind negatief.
Niemand weet het of doet iets goed. Luisterde
men slechts naar de vrijz.*dm. adviezen, dan
ware het vaderland gered. Rechts moet maar
ministeries leveren, dan kan de heer Marchant
aan den gang blijven ze om te gooien, 't Zaakje
overnemen kan hij toch niet, erkende hij.
Intusschen was er een opmerking van den
heer Marchant, die volkomen juist was. Hij
hoopte, dat de crisis spoedig beëindigd moge
worden, daar iederen dag, dat de hoogstnoodige
bezuiniging wordt uitgesteld ons millioenen
kost, waardoor de gaafheid van den gulden
en daarmee onze volkswelvaart ernstig in
gevaar worden gebracht.
Dat is een waar woord en aller aandacht
waardig«.
Wij kunnen het ook zóó zeggen
Er mag in kleinigheden es wat verschil zijn,
maar wie ons vaderland redden wil van den
financieelen ondergang, die moet gaan den
weg*van*Colijn.
Geen enkele andere weg werd aangewezen
Troelstra's doolpad uitgezonderd.
Maar nu gaat 't net als met Giro.
Reeds op 26 Sept., lazen we in 't «Rapport»
van de Ned. Bank, was het min. Colijn, die
den eenig overgebleven weg weesZet alles
stop 1 Maar neen, dat was weer te radicaal
men sukkelde nog een weekje voort, kwam
nog dieper in den put en.moest er toen
aan gelooven 1
Moet het nu wederom zoo gaan
V «Kop en steert«.
Lloyd George, het vroolijke, oolijke lach*
gezicht, de kleine toovenaar uit Wales, is met
den stembusstrijd in z'n kracht.|
Te hopen, dat hij die niet overschat.
Zijn vaderland heeft zulke mannen noodig
en wat hij nu presteert, is paardewerk.
Maar hij heeft van die onbetaalbare zetten
«Labour», och, daar zijn wel knappe kop*
pen bij en kerels, met wie land te bezeilen
is. Maar de »£oode«, de socialistische kern
van »Labour«, dié verknoeit het altijd weer.
Op die socialisten heeft George 't niet be*
grepen.
Die »roode« groep, zegt hij, is heel vecht*
lustig, heftig en ruw, net als eenkroko*
dil:
»Niets dan bek en staart
D i e teekening kan wel eens krijgen histo*
rische duurzaamheid
Nadruk verboden,
- f i
Al sinds jaren heb ik twee boeken
Dikke zware folianten zijn het.
jt Formaat van een grooten huisbijbel en
dan zeker wel een mansvuist dik. Ze dateeren
uit de zeventiende eeuw, en zijn gedrukt, 't
eene tenminste bijna geheel, met de bekende
oude »Duitsche« letter.
Het zijn twee «strijdschrijvers».
Zooals men in onze dagen met éènvels*
brochuretjes elkaar te lijf gaat, zoo deed men
't destijds met dergelijke folianten. Ze zijn
van den bekenden Trigland en van den
niet minder bekenden Uitenbogaard en be*
handelen de algemeene, provinciale en locale
kerkgeschiedenis in het tijdperk der remon*
stranten
Oef 1 zegt de lezer en gaapt.
En hij hoopt van ganscher harte, dat ik
geen artikel schrijven ga over 't geen in die
boeken staat, want din slaat hij me dit keer
over. Hij zij gerust jen vertoorne zich niet,
als ik zeg, dat deze boeken wanneer hij er
zoo over denktte goed voor hem zijn
Mondkost voor wien die proeven kan
En de getrouwe lezeres, Jdie mischien vraagt
of ik niet liever een dames*geschiedenisje ge*
ven zou, zij geantwoord, dat ze dit krijgt aan
't jslot van mijn stuk, als ze de moeite doen
wil om het ten einde toe dóór te lezen.
Ik berg mijn boeken weer weg.
,k Wou ze maar even laten zien.
Om met dit voorbeeld aan te toonen, hoe
gansch anders de dagen, waarin we n u leven
zijn, dan de dagen*der*vaderen én hoe heel
anders gezegde »vaderen« zich geestelijk ge*
neerden, dan w ij gewoon zijn te doen.
De andere tijd brengt andere zede.
Thans verviel men in 't andêre uiterste,
'n Boek is alleen nog maar voor studie.
Wie eens ergens wat over lezen en weten
wil, die grijpt jnaar de dunne brochure al*
leen de »roman« maakt hierop een uitzonde*
ringdaarbij is dikte nog steeds een aanbe*
veling en sommige uitgevers weten dit zóó
goed, dat zij als bij sommige edelsteenen de
prijzen regelen volgens de kwadraten van
omvang en gewicht[tweemaal zooveel »ro*
man«, vier maal zooveel »geld«, enzoovoort.
Maar overigens is het de brochure.
Tijd voor 'n bóek is er niet.
Zelfs in den winter vaak niet, 't is zelfs
jammer dat de week maar zes weeksavonden
heeft, zóó is men met allerlei vergaderingen,
cursussen enz. bezet.
Ook de uitgevess weten dit.
En wie 't nog waagt een boek, dat niet
is een vertelling, verhaal, roman enz. in 't
licht te geven, maar dat over eenig histo*
risch, wetenschappelijk, politiek, godsdienstig
onderwerp gaat, die laat hét hoe «popu*
lair« 't overigens moge geschreven zijn liefst
in afleveringen verschijnen, opdat de lezer of
kooper*in=hope niet bij voorbaat worde afge*
schrikt door het «dikke boek«.
Ja, ik héb me laten vertellen
Dat zelfs »inleiders«, ja »redenaars«, die
over eenig onderwerp in besloten kring het
woord moeten voeren, wél een dikke »bron«
als veiligheidsmaatregel en als consciëntie*
stiller leggen binnen 't bereik van hun hand
maar ten principale hun kennis over het
te bespreken onderwerp opdoen uit een paar
dunne, gezellige brochuretjes.
Zelfs Kamerleden, fluistert men soms.
Doch laat ik hier niet verder gaan
«Houd het Parlement hóógspaar deszelfs
leden en wie zijn neus schendt, die schendt
zijn aangezicht en 't kan tenslotte ook alle*
maal wel kwaadsprekerij zijn, zooals van dien
dominee uit mijn jongen tijd, wien men ver*
weet, dat hij zijn preek letterlijk uit
Van Oosterzee had overgenomen, en die met
de stukken afdoende bewees, dat hij ze voor
drie vierden uit een oude »Stuivers«*editie
overgeschreven had.
«Kort» wil men het vooral hebben.
»Krachtig«, dat is minder noodig.
Zelfs van de krant vraagt men dit.
Nu, een krant, wel te verstaan en dagblad
dat als regel «lange stukken« geeft is mijn
vriend ook niet. 't Lijkt me zelfs met den
aard van een »dagblad« één*dags*vlieg in strijd.
Maar 'n énkele keer mag ik het.
Zooals iemand bij enkele gelegenheden, of
's Zondags, in jacquet gaat met gestreepte
broek, zoo zeg ik. moet 'n enkele keer de
krant óók »gekleed« zijn.
En dan is 'n groot artikel niet erg,
Méér is- het op zijn plaats in een weekblad,
immers dit legt men in den regel eens weg
en neer tot men er es rustig voor kan «zit*
ten«.