Si I Zaterdag 17 Nov. 1923. No. 2964. Twee Bladen. tweede blad. telames SVSededeelingen. Gezisisvoogdfj fflHOOSIGNOOTSES Gemeenteraad. TAFEL- SCHEER- EN ZAKMESSEN Ingezonden Stukken Dit nummer bestaat uit Vergadering van den gemeenteraad van OOLTGENSPLAAT op Woensdag 14 Nov. des nam. om 3 uur. De Voorzitter is de loco burgemeester, de heer Donkersloot (a.r.) Na opening worden de notulen der vorige vergadering voorgelezen. Naar aanleiding dier notulen vraagt de heer L. A. HOBBEL (wild) het woord en zegt dat uit de notulen hem gebleken is dat de raad niet goed ingelicht is in zake het proces dat Spr. tégen de gemeente heeft aanhangig ge» maakt over zijn aanslag in de inkomstenbe» lasting. Er staat dat Spr. gereclameerd heeft dat is echtér niet waar, spr. heeft een verzoek» schrift ingediend. De VOORZITTER zegt dat de heer Hobbel tegen de notulen als zoodanig niet protesteert. Trouwens de heer Hobbel is tijdens de be= handeling van deze kwestie afwezig geweest, en kan dus tegen dit deel der notulen geen bezwaar maken. Beter ware het geweest dat de heer Hobbel gebleven was, dan had hij het verloop der behandeling dezer kwestie kun» nen mee maken. De heer HOBBEL (wild) vond het niet fair er bij te blijven Spr. meent echter dat wanneer de Raad goed ingelicht was geweest de uitslag der stemming waarschijnlijk precies anders om ware uitgevallen en inplaats van 8 tegen, 2 voor, 2 tegen 8 voor geweest zou zijn. De VOORZITTER antwoordt dat als de heer Hobbel meent dat er van misleiding sprake kan zijn, daar straks de tijd voor is om over te spreken, dan kan men zien hoe de raad over die kwestie denkt, thans is aan de orde de vaststelling der notulen. De heer HOBBEL zegt dat de beslissing (r J) gevallen is laat de raad nu dan ook proces aeeren. De heer WITTEWRONGEL (Arbeiders» groep) merkt op dat er in de notulen ver» zwegen wordt wie voor of tegen stemmen, spr. had gaarne dat een der groepen, 't zij de voor» of de tegenstemmers met name genoemd wordt, opdat blijkt wie voor of tegen stemmen De VOORZITTER ontwoordt dat het Kgele» ment van orde zegt dat in de notulen slechts den uitslag der gehouden stemmingen moet vermeld zijn. Spr. gelooft evenwel niet dat er bezwaar tegen is, dat aan het verlangen van den heer Wittewrongel wordt voldaan. De notulen worden ongewijzigd vastgestelt. Ingekomen is een schrijven van den com. der Koningin voor Zuid» Holland waarin be» richt wordt dat de Heer v. Putten Burge» meester dezer gemeente van 15 Nov. tot 1 Dec. zich met verlof buiten de gemeente mag ophouden. Dit schrijven wordt voor kennis» geving aangenomen. De gemeente van Texel bericht dat de ge» meente Ooltgensplaat aan haar verschuldigd is een bedrag van f 49.56 voor schoolgeld van een zoon van M. P. Moeilijker die in genoemde plaats de zeevaartschool bezoekt. V- Besloten wordt dit bedrag uit te trekken. De heer HOBBEL (wild) zegt in de courant gelezen te hebben dat er vele gemeenten pro» testeeren tegen de subsidie aan de R. H. B. S. ook spr. vindt die wet onbillijk en vraagt of er geen doen aan is, dat deze gemeente ook protesteert. De VOORZITTER zegt dat het eenige wat de gemeente doen kan is verzoeken de sub» sidie voor rekening van het rijk te nemen. Na eenige discussie wordt met gemeen goedvinden besloten den min' v. O. K. en W. te verzoeken de subsidie voor R. H. B. S. en Nijverheidsonderwijs voor rekening van het rijk te nemen. Deze morgen ontving de voorzitter een verzoekschrift van J. Kreeft om een strookje gemeente grond in gebruik te mogen nemen Besloten wordt dit toe te staan onder de vol» gende voorwaarde. Verzoeker krijgt het gra» tis in gebruik tegen onderhoud en mag het niet bebouwen en moet het des gewenscht ten allen tijde ter beschikking der gemeente geven. De karreman C. v. d. V. vraagt met ingang van 1 Jan. 1924 ontslag. Eervol wordt het hem verleend. VOORZITTER stelt voor de instructie van den karreman te wijzigen. Hiertoe wordt met algemeene stemmen besloten. B. en W. stellen voor de benoeming en het ontslag van den karreman, voortaan niet aan en y maar aan den raad te laten. Schor» sching kan aan B. en W. overgelaten worden. mgerneene stemmen wordt art. 1 der in» structie dien overeenkomstig gewijzigd. ff a"- 2 vervalt de clausule dat de karreman ten voor eigen rekening kan doen bijstaan. n art. 3 vervalt de bepaling dat het onder» oud uer slooten tot het werk van den karre» man behoort. x, iwr*^"deling van art. 4 stelt de heer vNIEUWAAL (A.»R.) voor een circulaire tot inwoners te richten waarin wordt aange» r°nkgc*n ?at 2Ü hun medewerking verleenen net rein houden der wegen in de gemeente. De VOORZITTER zegt dat B. en W. in Ietj.®eeS e^n voorstel willen doen. Conform wordt met algemeene stemmen besloten. De heer DE VOS (Staatk. Geref.) zegt dat wordt vervoer van grint soms veel gemorst juin art' vrordt nog bepaald dat de vicaliën en w yer,voer^ worden op een uur door B. W. te bepalen. bebwina 5 worden de woorden «binnen de lating kan a T' geschraPt Door weg» burgemeester k?rreman °P instructie van den worden bun gemeenteopzichter verplicht te vervoeren bebouwde kom het afval scheliflT is^dat"^' ^3esPr°hen of het niet wen» veldwachter is katteman, onbezoldigd rijks» vindl h?t°t^ge^IaErfijkaadttditaniet aan' Spr' 8 arlyk, niet ieder is geschikt onbezoldigd rijksveldwachter te zijn. Art. 7 blijft onveranderd. Hierbij wordt den karreman opgedragen zich tegenover het pu» bliek voorkomend te gedragen. De heer WITTEWRONGEL (Arbeiders» groep) vindt het een mooi artikel. In art. 8 wordt de clausule ingebracht dat de karreman geen werkzaamheden aan de kaai tijdens de suikerbietencampagne behoeft te doen, behalve wanneer B. en W. het hem opdragen. In art. 9 wordt ingebracht de clausule dat de karreman de bevelen van den burgemeester en den gemeente*opzichter stipt heeft op te volgen. In art. 10 wordt geschrapt de bepaling dat de karreman een belooning geniet van f 350 per jaar. In art. 11 vervalt dat B. en W. ontslaan kunnen schorsing door B. en W. wordt later in den raad behandeld, waarop öf ontslag of ontheffing der schorsing volgt. De industrie wordt aldus vastgesteld. B. en W. worden gemachtigtigd sollicitanten op te roepen naar de betrekking van karreman op een jaarwedde van f 750. De sfraatmest mag de aan te stellen karreman voor eigen rekening verkoopen. Het paard moet hij zelf aanschaffen en onderhouden. Na eenige bespreking wordt hiertoe besloten. De instructie ligt ter secretarie ter inzage. De heer DE VOS (Staatk Geref.) stelt voor de raadszitting met gebed te openen. De heer WITTE WRONGEL(arbeidersgroep) heeft bezwaar tegen behandeling van het voor» stel in deze vergadering. Spr. stelt voor het uit te stellen, tot het reglement van orde wordt gewijzigd. Deze wijziging wil spr eerst doen plaats grijpen wanneer de nieuw be» noemde burgemeester is geïnstalleerd. De VOORZITTER zegt dat het reglement van orde van zeer ouden datum is en het gewenscht is, dat daar wijziging in gebracht wordt. Ook is het gewenscht, dat deze her» ziening onder leiding van den opvolger van den heer v. Putten plaats heeft. Een aanvulling als de heer dé Vos voorstelt kan evenwel ook thans plaats hebben. Wanneer de vergadering ge en bezwaar tegen behandeling van het voorstebde Vos heeft, wil spr. het thans in bespreking brengen. De heer WITTEWRONGEL (arbeiders groep) stelt voor het uit te stellen. De heer DE VOS (Staatk. Geref.) stelt voor het nu te behandelen. Dit laatste voorstel wordt in stemmen ge» brachten aangenomen. Tegen stemden de H.H. Brinkman (arbeidersgroep), Hobbel (Wild), Wittewrongel (arbeidersgroep), Noordijk (Lib.) en Koning (Lib.). De heer DE VOS (Staatk. Geref.) zijn voor» stel toelichtend, zegt dat een enkele uitzon» dering daargelaten, alle gemeenten op ons eiland beseffen, dat het past, de raadszittingen met gebed te openen. Bij de installatie der raadsleden dezer gemeente heeft geen enkel lid bezwaar gemaakt tegen het afleggen van den eed, daarmede blijk gevende, dat zij allen een Almachtig Opperwezen, Die alle dingen be» stuurt; erkennen. Spr. noemt het consequent dat de raadsleden nu ook de hulp en den zegen inroepen van den Almachtige over de werk» zaamheden van den gemeenteraad. De heer WITTEWRONGEL (arbeiders» groep) is een andere meening toegedaan. Het gebed behoort niet in het openbaar te ge» schieden, zooals de pharizeërs deden. Spr. is geneigd zulk een openbaar gebed eer een ijdelijk gebruik van Gods Heiligen Naam te noemen. Spr. zal daarom tegen het voorstel stemmen. De Gemeenteraad is niet de plaats voor gebedsoefening, 't Gebed heeft in de binnenkamer plaats, en niet in het openbaar op uren dat het gecommandeerd wordt. Een ieder die bidt kiest daarvoor een tijdstip en plaats waar en wanneer hij daaraan het meeste behc e te heeft Een mensch is niet altijd genegen te bidden. Dat is een te ernstige zaak dan dat het zich zoo maar in het openbaar laat be» velen. De heer KONINGS (Lib.) verklaart het eens te zijn met den heer Wittewrongel. De heer VERMAAS (Roomsch Kath.) zegt dat deze zaak hem nog geheel vreemd is. Spr. weet niet wat er in een gebedsformulier voor de raadszittingen staan zou Spr. weet ook nog niet hoe zijn houding in deze te bepalen. Spr. zegt 's morgens bij het opstaan in Ge» meenschap met God te treden, Deze alles voor» legt wat spr. dien dag hoopt te verrichten. Over zijn werk vraagt hij Gods Zegen af. Spr. acht het overbodig nu ook nog eens afzonderlijk voor ieder werk te moeten bidden. Wanneer spr. aardappelen delft of ander werk doet, knielt hij niet eerst nog eens om daarover een aparte zegen te vragen. Dat doet spr. in eens, 's morgens bij het ontwa» ken. Zoo staat het ook met het werk dat spr. als raadslid doet. De usantie bij de Roomsch» Kath. is dan ook in vergadering slechts de Christelijke groet uit te spreken, die heel kort is en een algemeene vorm heeft. Spr. staat blanco tegenover het voorstebde Vos. De heer HOBBEL (wild) is het met den heer Vermaas eens. Bidden doet men thuis maar niet in 't land of op den openbaren weg of in de raadsvergaderingen. De heer WITTEWRONGEL (arbeiderspartij) betwijfelt het of alle voorstanders van het gebed in den raad thuis 's morgens zelf wel bidden. Wanneer allen dat deden zou spr. wat meer respect voor de christenen kunnen hebben. De VOORZITTER zegt zulke uitdrukkingen niet te mogen toelaten. De heer Wittewrongel weet niets van het private leven der voor» standers van het raadsgebed af om zoo te kunnen spreken, 't Is hier een beginselkwestie en dat moet het blijven. Persoonlijkheden moeten er buiten blijven. De heer WITTEWRONGEL (arbeiders» groep) wil, indien de voorzitter zijn uitdruk» king niet toelaatbaar acht, gaarne deze in» trekken. De heer HOBBEL (wild) zegt dat wij in een vrij land leven. De raadsleden mogen niet gedwongen worden te bidden. De heer KONINGS (Lib.) zegt dat de mensch lang niet altijd genegen is te bidden. De VOORZITTER zegt niet namens B. en W. maar alleen namens zich zelf te spreken als hij het volgende zegt. De kwestie van het gebed in de raadsver» gaderingen is in Anti»Rev. kringen niet nieuw. Op de kiesvereenigingen is ze vele malen besproken en aan alle kanten bezien. Spr. is persoonlijk vóór het gebed in de raadsverga» dering en dat wel uit principieele overwegin» gen. Dat spr. tot hiertoe altijd gezwegen heeft over deze kwestie, vindt zijn oorzaak in prac» tische bezwaren, die thans evenwel vervallen zijn. Spr. is niet genegen deze practische be» zwaren den raadsleden voor te leggen, spr. houdt deze voor zich. Spr. kan thans heel goed meegaan met het voorstel van den heer de Vos. Zeer juist heeft de heer de Vos op» gemerkt dat de raadsleden door het uitspre» ken van de eed beleden hebben te gelooven in een Opperwezen van wien wij afhankelijk zijn. Wanneer wij nu dat Opperwezen als raad in gebed aanroepen dan doen wij niets anders dan de hulpe en de zegen van Hem afvragen over het werk dat wij als raad doen. Een formuliergebed kan daar heel goed voor geschikt zijn. Wanneer men spr. vraagt of wij den zegen Gods over het werk, dat de raad als^ plaatselijke overheid te verrichten heeft, hebben af te vragen, dan antwoordt spr'. vol» mondig »Ja«, ook al vindt deze meening veel bestrijding en al wordt deze meening pharizeïstisch genoemd. Het gebed in den raad is geen novum van onzen tijd. Integendeel, onze voorvaderen kenden niet anders dan het gebed in de vergaderingen der regeering. Eerst later toen nieuwe geestesstroomingen doorbraken werd het afgeschaft. En het in voe» ren van het gebed in onze raadszittingen is niet anders dan een herstelling van wat een» maal was. De heer HOBBEL (wijd) zegt dat de Tweede Kamer rechts is, waarfem is daar het gebed niet ingevoerd. De VOORZITTER zegt hierop niet te zul» len antwoorden. Maar veronderstel eens dat de Tweede Kamer hierin faalde is dit dan een argument voor den raad van Ooltgensplaat om eveneens te falen De heer VERMAAS (R. Kath.) zegt dat de Roomsch»Kath. niet gewend zijn de openbare vergaderingen met gebed te openen. Zij volstaan met den christelijken»groet. Spr. bidt 's morgens bij het opstaan. Dat is spr. gebed voor den geheelen dag. De VOORZITTER vraagt den heer Ver» maas waarom men in R. Kath. vergaderingen de christen»groet bezigt. De heer VERMAAS (R. Kath.) zegt dat er de erkenning van het Opperwezen in ligt en een zegen elkander toegewenscht wordt. De VOORZITTER zegt dat het dit juist is wat het gebed in den raad bedoelteen erkenning van het Opperwezen. En nu is het logisch, dat men in een paar bewoordingen dit Opperwezen een zegen afvraagt voor de werkzaamheden. Men moet dit niet verwarren met het persoonlijk gebed. Wanneer men 's morgens bij het aanvangen der werkzaamheden bidt, doet men dat als individu, maar wanneer men in de raadszitting bidt treedt het indi» vidueele op den achtergrond, dan is de ver» houding anders. Dan stelt zich niet de individu tegenover het Opperwezen maar de raad als O verheidscollege Meent men voor zijn persoon bij 't werk te moeten bidden dan ligt het ook in de lijn dat men er voor is dat de raad bidt voor hij zijn werk aanvangt. De heer 40 cent per regel. SINDS MÉÉR DAN EEN EEUW KOOPT MEN bij VAN DOORN 18 Oppert 144ROTTERDAM Specialiteit PAARDENSCHA» REN KOEIENSCHAREN Vermaas mag dus het werk van de raad niet vereenzelvigen met zijn persoonlijk werk. Hier ligt een groot onderscheid. Het voorstel»de Vos wordt in stemming gebracht. Vóór stemden de H.H. Donkersloot (A.R.), Waling (A.R.), Jacobs (Roomsch»Kath.) v. Nieuwaal (A.R.), de Vos (Staatk. Geref.), tegen stemden de H.H. Brinkman (arbeiders» groep) Hobbel (wild), Witterwongel (arbei dersgroep) Noordijk (lib.), Konings (lib.), blanco stemde de heer Vermaas (Roomsch Kath.) De stemmen staakten. In de rondvraag wijst de heer v. NIEUWAAL (A.R.) op de rommel op den dijk op een zekere plaats. De VOORZITTER zegt onderzoek toe. De heer NOORDIJK (lib.) komt nog eens terug op de uitlating van den heer Hobbel bij den aanvang der vergadering gedaan, dat de raad misleid zou zijn. Spr. wenscht dat de heer Hobbel verklaiing geeft. De VOORZITTER is blij dat de heer Noor» dijk hierover begint. Hij haalt de woorden uit spr.'s mond. Spr. eischt, dat de heer Hobbel öf zijn aantijging waar maakt, öf zijn verwijt terug trekt. De heer HOBBEL (wild) doet dit laatste nooit. De VOORZITTER zegt in de vorige raads» zitting niet anders dan de stukken heeft laten spreken Spr. heeft zich bepaald tot de objec» tieve feiten, Geheel in het voetspoor van den pas afgetreden voorzitter heeft spr. zich ge» heel onthouden aan persoonlijkheden. Spr. doet een beroep op den raad. Wanneer de heer Hobbel zijn verwijt niet intrekt, dan zal spr. een uitspraak van den raad uitlokken en dan trekt spr. zich in 't minst meer iets aan van hetgeen de heer Hobbel zegt. Het is heel gemakkelijk iemand met een groot woord af te maken, maar men moet zijn beweren met bewijzen staven. De heer HOBBEL (Wild) ontkent den voor» zitter beledigd te hebben. De VOORZITTER antwoordt dat de heer Hobbel gezegd heeft wanneer de vergadering beter was ingelicht de stemming juist anders» om was uitgevallen. De.heer HOBBEL (Wild) acht dit waarschijn» lijk. De heer WITTEWRONGEL (arbeiders par» tij) vindt het heelemaal niet waarschijnlijk. De bescheiden zijn stuk voor stuk voorgele» zen en de beslissing zou ook thans niet anders zijn. De discussie wordt eenigen tijd op deze wijze voortgezet. En het slot is dat de heer Hobbel zijn verwijt aan den voorzitter intrekt, érkent zich verkeerd te hebben uitgedrukt. De VOORZITTER verblijdt zich hierover en zegt dat een hartelijke samenwerking thans weer mogelijk is. Na nog enkele opmerkingen van raadsle» den words de openbare zitting gesloten. Indien wij er van overtuigd zijn, dat het God liefhebben bovenal en den naaste als zichzelven een eisch is, die op ons rust en wij dit beschouwen als een heilige levenswet dan zal het voor ons niet genoeg zijn, om dat zonder meer te erkennen, doch zal er een ernstig streven van ons dienen uit te gaan, om dit in de prakiijk van het leven toe te passen. Zeer zeker is het zich wijden aan de taak van de gezins»voogdij, daartoe ook een schoone gelegenheid. Immers is door de inwerking treding op _1 November 1922 van de nieuwe wet betref» fênde den kinderrechter en de onder»toezicht» stelling van minderjarigen de mogelijkheid geopend voor particulieren, zoowel mannen als vrouwen om daadwerkelijk mede te wer» ken aan het behoud van jongens en meisjes die, uit welke oorzaak dan ook, met zedelij» ken of lichamelijken ondergang bedreigd wor» den. Deze kunnen door den kinderrechter voor den tijd van ten hoogste één jaar onder toezicht worden gesteld, welke termijn telkens met een jaar kan worden verlengd tot aan de meerderjarigheid toe. Dé persoon, die bij beschikking van den kinderrechter tot ondertoezichtstelling aan» gewezen wordt, noemt men gezinsvoogd. Die gezinsvoogd wordt ook aangewezen, indien bij strafrechtelijke vervolging van een minder» jarige, die echter den leeftijd van 18 jaar reeds bereikt heeft en dus niet door den kinderrechter wordt berecht, maar door den Politierechter of de Rechtbank, de Rechter te zijnen aanzien ondertoezichtstelling uitspreekt Bij ontstentenis, bij ziekte of langdurige af» wezigheid kan de gezinsvoogd vervangen worden bij beschikking van den kinderrechter. De gezinsvoogd staat tusschen den kinder» rechter en het kind met zijne omgeving, waar over hij de gezinsvoogdij uitoefent en is ver plicht zoowel met het kind als met het gezin waartoe het behoort zooveel mogelijk op de hoogte te blijven. Zijn taak is tweeledig. Ten eerste heeft hij toezicht te houden op de hem toebetrouwde minderjarige en ten tweede dient hij invloed uit te oefenen op de gezins»verhoudingen. Hij tracht bij de uitoefening zijner taak een op vertrouwen gegronden band te leggen, zoowel met het kind als met het gezin. Hij streeft zooveel doenlijk naar een goede verstandhouding met den wettelijken vertegen» woordiger (ouder of voogd) van het kind en bevordert alles wat tot het geestelijk, lichame» lijk en toekomstig stoffelijk welzijn van het kind kan strekken. Hij tracht de opvoeding in de goede rich» ting te leiden en brengt den kinderrechter met alles op de hoogte, wat voor hem van belang kan zijn. "Indien de gezinsvoogd meent, dat daartoe termen aanwezig zijn, kan hij den kinderrechter verzoeken een onderzoek te laten instellen naar de geestelijke of lichamelijke gesteldheid van het kind en kan de kinderrechter alsdan het kind voor den tijd van 3 maanden in een observatiehuis doen opnemen. Ook kan de gezinsvoogd aandringen op het leeren van een ambacht, in welk geval de kosten bijv. voor het aanschaffen van gereed» schappen enz., mits deze volstrekt noodzake» lijk zijn en de ouders niet in staat zijn ze geheel of gedeeltelijk te dragen en de kinder» rechter die goedkeurt, ten laste van den Staat kunnen worden gebracht. Bij onwil of opzettelijke tegenwerking van hem die de ouderlijke macht of de voogdij over een onder toezicht gesteld kind uitoe» fent, kan uitzetting uit de ouderlijke macht of voogdij volgen. Tot dezen ingrijpenden maatregel zal wel niet spoedig worden over» gegaan. Tiet spreekt vanzelf, dat het, met het oog op de groote verscheidenheid, niet mogelijk is alle maatregelen op te sommen, die een ge» zinsvoogd in het belang van het hem toe» vertrouwde kind kan treffen. Slechts de voor» naamste werden hier genoemd. Bij aanstelling van een gezinsvoogd worden de rechters be» voegdheden en verplichtingen nader omschre» ven. Het doel van het instituut, de gezinsvoogdij is dus niet de geheele opvoeding van 't kind over te nemen, doch met den wettelijken ver» tegenwoordiger (ouder of voogd) door een goede verstandhouding samen te wqrken tot heil van het kind, dat blijken gaf sterke nei» gingen tè bezitten om den verkeerden weg op te gaan en dreigde een jeugdige misdadiger te worden. De taak van gezinsvoogd vereischt toewij» ding. Zich te geven aan een taak die ten doel heeft jonge levens van verkeerde paden terug te brengen en te leiden op den rechten weg is een voortreffelijk werk. Wie hiervan overtuigd is, zal, wanneer hij hiertoe wordt aangezocht, zich eene benoe» ming door den kinderrechter tot gezinshoofd, waarmede reeds een begin gemaakt is in verschillende plaatsen, laten welgevallen. Terecht is beweerd dat ons land met de eerste kinderwetten eenige jaren aan de spits der Europeesche naties gestaan heeft. Het is echter noodig, dat aan deze materie de volle aandacht geschonken -blijft en wij evenals de Amerikanen door de schrikbarende toename van de criminaliteit der jeugd ons steeds meer intensief met het vraagstuk der bestrijding gaan bezighouden. Moge de volle medewerking worden ver» leend aan het Instituut de Gezinsvoogdij, tot welzijn der Maatschappij. De Copie van Ingezonden Stukken die niet ge» plaatst zijn wordt niet teruggegeven.—Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevani M. de Redacteur! Gaarne een plaatsje voor onderstaand. Bij voorbaat dank. Zendingsweek 11—18 November. Uit Oegstgeest is van het Zendingsbureau het verzoek gekomen, om de week van 11— 18 November te doen zijn een week van Gebed, toewijding en offer, ten behoeve van de Zending. «Moest dat weer uit Oegstgeest komen »Hct komt uit Oegstgeest, daarom doen wij er niet aan!« Soortgelijke vragen en opmerkingen hoor ik in gedachten. Ja, lezers, dat verzoek komt uit Oegstgeest Weet gij wel, dat daar op de Zendingsschool, die met het Bureau één leven vormt, worden opgeleid de zendelingen voor den Gerefor* meerden Zendingsbond, het Nederl. Zend. Ge» nootschap, de Utr. Zend. Vereeniging, de Ned. Zend. Ver., het Java-Comité, de Doopsgezinde Zending, de Broedergemeente te Zeistdat de Zendingsschool opleidt hulppredikers voor de Indische Kerk en ook de Vereeniging tot opleiding van evangelisten van haar gebruik maakt. Om aUen te bereiken, moet dus zulk een verzoek wel van Oegstgeest uitgaan I Om U te bereiken, geachte lezers, schrijf ik dit ingezonden. Mogelijk was het bericht in an» dcre Chr. bladen U ontgaan. Gebed, toewij* ding en offer. Is die volgorde niet mooi Wanneer wij geleerd hebben te bidden »Uw Kcni krijk kome«, dan moet de toewijding vanzelf komen en natuurlijk volgt dan 't offer. (A. C. K. te Z.) Misschien zien de meesten Uwer naar dat offer. Wilt dan bedenken, dat een offer voor de Zending niet veel waarde heeft zonder toe» wijding en dat toewijding, ware oprechte toewijding niet bestaan kan zonder gebed. Voor alles des Heeren aangezicht gezocht 1 Is het niet daarom, dat ook de Zendingsweek op Zondag begint? Heeft dit niet wat te zeggen ook tot onze Leeraars Dominee's Godsdienstonderwijzers, wilt in Uw gebed te midden der gemeente de zaak der Zending gedenken, mocht het zijn met nóg meer heiligen drang dan op andere Zondagen Zondagsschoolleiders, ook op Uw harte zij de zaak der Zending gebonden, opdat gij met Uw kinderen de komst van Christus' Koninkrijk gedenkt! Onder» wijzers, de week die voor U ligt, moge zijn een tijdperk, waarin gij bij uitstek mét de kinderen tot God nadert in den gebede om Hem te vragen: »Uw licht schijne, o Heere«. En dan vertelt gij ook wel een Zen» dingsverhaal. Dat wekt de liefde zoo op. Gebed, toewijding, offer. Ook een offer Zendingswerk is geen philantropie (menschen» min). Een gift aan de Zending is geen aal» moes. Wanneer Christus ons verwaardigt me» dearbeider van Zijn arbeiders te zijn, dan is het ons toch immers een vreugde aan deze roepstem gehoor te geven Gebed, toewijding, offer. De Heere geve, dat we »trouw« zijn, ook hierin. Ouddorp (Z.»H.) J. TANIS, Ond. Chr. Sch. [Deze oproep voor Zendingsgebed, Zendings toewijding en Zendingsoffer, dien wij van harte steunen, moet niet verward worden met de opwekking voor de Internationale Zending, die op 't oogenblik van twee Haagsche col» portrices op het eiland Goeree en Overflak» kee uitgaat. Deze dames bieden lectuur aan die er op 't eerste gezicht onschuldig, neen voortreffelijk uitziet Ze schermen met het schoone woord »Zending«, voegen er wat antipapisme bij als ze merken met een Protestant te- spreken. 't Zijn niet anders dan geschriften van de 7e dags»adventisten een secte, waarbij Gere» formeerd of rechtzinnig Flakkee niet de minste behoefte gevoelt zich aan te sluiten. Menig eenvoudig vrouwtje of meer ont» wikkelde man werd reeds verschalkt. Met de Zending, zooals wij die verstaan, het rijke Evangelie van Jezus Chr. brengen aan blinde Heidenen heeft het werk dezer dames niets te maken. Men zij op zijn hoede en koope niets. Red.] Mijnheer de Redacteur Mag ik s. v. p. een plaatsje als ingezonden in Uw blad Bij voorbaat mijn dank. Naar aanleiding van het Raadsverslag van de gemeente Stellendam, waar in voorkomt een schrijven van de bewoners v. d. »Nieu» we weg« waarin wordt aangedrongen op verbetering van dien weg. B. en W stelden voor aan dit verzoek te voldoen, daar, als zij op nakoming van het contract moeten wach» ten, die toestand zoo wel zal blijven. Gelukkig dat het raadslid Vogelaar het ge» daan wist te krijgen om een commissie te be» noemen, die met den eigenaar nog eens van gedachten kon wisselen. Daar ik vrees dat dit weer een aanslag op de gemeentekas worden zal, ben ik, ondergeteekende, zoo vrij even die toestand van dien weg te bespreken. Dat land daar in kavel 20 (nog al enkele Geme» ten) is in erfpacht uitgegeven door den heer J. C. Goekoop te Goedereede. Zoo, dat elk erfpachtnemer vijf cent per roe meer moet be» talen (dan de oorspronkelijke prijs), waarvoor dan de erfpacjitgever die bedoelde weg zou verharden en onderhouden. Maar jawel, geen aanleg, geen onderhoud, maar wel betalen. Dan moesten zij een grepje leggen, later moesten zij een steenen goot leggen enz. Maar zoo» doende gespeculeerd op de oneenigheid van die bewoners en tot heden niets verricht. Nu zou ik zoo zeggen er is wel iets aan te doen door de gemeente, als J. C. Goekoop van al de achterstallige jaren de meer geïnde erfpacht aan de gemeente betaalde, om den weg flink aan te leggen. En dat die erfpacht» nemers in "t vervolg dan hun vijf cent per roe aan de gemeente betaalden voor onder» houd van dien weg. Dat komt mij voor, de eenige oplossing te zijn die goed is. Maar het is feitelijk een particuliere zaak, waar de gemeente geheel buiten staat en be» hoeft dan ook vanzelf daar niet voor op te treden, nog minder voor te betalen. A. BLOKLAND. Mijnheer de Redacteur Er is iets wat zeer de aandacht vraagt, en wat gaat om het behoud eensmenschenleven, want ofschoon het Levensverzekeringbedrijf in de laatste jaren ook op ons eiland op rui» me schaal is uitgebreid, zoo meen ik dat al» le verzekerden ook evenwel liefst een hoogen ouderdom wenschen te bereiken, deze kans is volgens mijn inziens en ondervinding ech» ter zeer gering voor hen, die per fiets den Molendijk moeten passeeren vanaf den Bom» mei tot aan de hofstede van den Heer Ros» molen en het stukje schaapweg vanaf het station den Bommel tot aan den Bondswijzer. Het is niet dat de reizigers daar alleen zijn bloot» gesteld dat hun kleederen zullen worden ge» kleurd met een moddermengsel, dat is heusch niet zoo erg, doch dat juist met die dijk te passeeren zijn leven aan een zijde draadje hangt is een feit dat nooit wedersproken kan worden. Zouden de betrokken autoriteiten van Den Bommel het ook niet nuttiger oordeelen om die afrastering van dat afschrikwekkend scherpe prikkeldraad te laten vervangen door eene minder gevaarlijke afheining? Of zal men op Den? Bommel eerst het kalf laten verdrinken alvorens men de put dempt Velen met mij zullen hopen en verwachten dat dit schrijven aanleiding zal geven tot het voorkomen van ernstige ongelukken U Mijnheer de Red. nogmaals dankend voor deze opname. Teeken lk met hoogachting Uw dw. dn. A. BAART Controleur R. V. S. Middelharnis 16 Nov. '23. [Van redactie»wege verkort.]

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1923 | | pagina 3