voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden,
Antirevolutionair
Orgaan
No. 2957
WOENSDAG 24 OCTOBER 1923
38STE JAARGANG
IN HOG SIGNO Y1NCES
Uit de Pers.
Binnenland.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiëa eai verdere Administratie, franco toe te zeaidess aatt de Bitgevers
V Uit votize Oost«,
Lanid- esa Tuinbouw.
Ingezonden Stukken
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
W. BOEKHOVEN ZONEN
SOMMELSD1JK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Thans mak genoeg.
Ze zijn vrijwel murw getreiterd
Plat geslagen koest gemaakt,
Ze durven, over 't algemeen geen kik meer
te geven en hebben 't hart niet meer dat ze
ook maar met één woord aantasten de Ma»
jesteit van den klasse»Onderwijzer
De «hoofden» op de Openbare School.
En nü mogen ze binnenkomen
Meer dan één afdeeling van den «Bond
van Nederl. Onderw.« van Ketelaar, Ossen»
dorp en Co. stelt voor thans ook de «hoof»
den» tot dien Bond toe te laten en 't Hoofd»
bestuur adviseert, dat daar weinig tégen en
veel vóór te zeggen is.
Nu 't »hoofd« is onthoofd,
Kan veilig de Bond vérhoofd
't Katwijksche adres.
Over deze kwestie vonden we inlichtingen
Jn het volgende stuksken van de N. H. Crt.
Te Amsterdam colporteerde men met de
adressen op straat en nam zelfs handteeke»
ningen van kinderen op. Tal van personen
beroemen er zich op, dat hun naam vijf,
zesmaal op de adressen voorkomt. In trei»
nen teekenden velen, omdat zij de zaak
ongeveer als een grapje opnamen. Mag men
sommige bladen gelooven, dan werden zelfs
Duitsche dienstmeisjes met drogredenen be»
wogen om te teekenen. En zoo is er meer.
Hoogstopmerkelijk is b.v. het volgende
adres, dat door een dertigtal Katwijkers
aan de Tweede Kamer werd gezonden
«Geven met verschuldigde eerbeid te ken»
nen
Ondergeteekenden allen ingezetenen van
Katwijk aan den Rijn, gemeente Katwijk
dat zij door den alhier gevestigden Rijks»
ambtenaar der directe belastingen aangezocht
tot onderteekening van het petitionnement
tegen de vlootwet, waarvan het ontwerp
binnenkort door U in behandeling wordt
genomen, daarbij door bedoelden ambtenaar
zoodanig zijn voorgelicht, als zouden de
de kosten uit de aanneming en uitvoering
evan genoemd wetsontwerp voortvloeiende,
door de Nederlandsche burgers in hunne
belastingen moeten worden opgebracht en
tot aanmerkelijke verhooging van dezelve
aanleiding geven
dat zij in goed vertrouwen op de juistheid
van deze voorlichting het petitionnement
hebben onderteekend
dat zij evenwel hierna overtuigd zijn ge»
worden dat de door bedoelden ambtenaar
gegeven voorstelling der zaken als onjuist
moet worden aangemerkt
weshalve zij U dringend verzoeken hune
onderteekening van genoemd petitionnement
als niet gedaan te willen beschouwen«.
Natuurlijk trok dit de aandacht.
Zeker, 't betreft slechts dertig namen
Maar dan alle dertig uit één dorp
En als men eens 't gansche land dóór kon
gaan onderzoeken hoe de namen onder 't adres
gekomen zijn, dan zou blijken hoezeer de
«roode» heeren hun kleur éér hebben aange»
daan rood van schaamte zouden zij staam.
Geen wonder, dat Troelstra nattigheid voel»
de 1
Hij nam dat adres maar niet zoo voor zoete»
koek aan hij zou eerst eens ter plaatse een
onderzoek laten instellen, zei hij.
't Was misschien goed, als wij ook eens
met dit adres wat steekproeven namen, hier
en ginds
»Stil heldendom^, zei ik bij mezelf.
Ik kén den gestorvene nietheb nooit van
hem gehoord, noch weet iets van zijn wedu»
we, maar wat ik van hem las deed zeggen
«Stil heldendom«.
Neen, groote daden zijn het niet.
En k zou er ook niets van weten, als 't
niet pas uit de Indische pers in een verscho»
len hoekje van onze groote bladen gekomen
was.
Hij was «civiel»gezaghebber« in de Oost.
D.i. onderstesklas bestuursambtenaar.
Die met name op de buitenste buitenpos»
en werd gebruikt en zoo werd deze Keyser
naar Nieuw»Guinia gestuurd, twee dagen
soomens.de Digoelrivier op, om daar in de
wi ste wildernis en afgelegenste eenzaamheid
emi en der verspreide Guineesche koppen»
sne ers, met slechts enkele inlandsche politie»
mannen tot zijn dienst de orde te handhaven
gezag6 egCnwoordigen het Nederlandsche
'n Paar keer 's jaars is er contact met de
buitenwereld.
En verder is men er alléén op zijn een»
zame post.
H ij was er alleen met zijn vrouw
Ik ken ook haar niet, maar ik acht ook
haar een heldin. Met name toen haar man
ziek werd en dagenslang de koortsen zijn
lichaam sloopten en zij hem verpleegde en
zijn leven betwistte aan den dood, zónder
arts, zonder hulp alléén en het
tenslotte van den onverbiddelijken vijand
verliezen moest en haar doode met eigen
hand begroef steeds alléén
En toen wachtte tot na weken een gover»
mentsvaartuig de post bezocht en eindelijk
meenam de dappere vrouw, die niet had ge»
schroomd haar man zelfs tot hiér te volgen
en 't lijk van haren geliefde, dat nu op Am»
bon voorgoed 'n rustplaats vond.
Ik dacht zooWij hebben veel próathel»
den. Op «roode Zondagen» e. d. g. hebben
ze 't hoogste woord. Ook hebben we praat»
heldinnen, die staan op 't podium van
de spreekzaal voor de emancipatie der
vrouw
Maar hiér is echt «stil heldendom«.
Dat gelukkig nog véél gevonden wordt.
Niet het minst bij wie ons klein land
»groot« maken, daarginds in de verre Oost,
die onze »praathelden« te grijpen willen leg»
gen, voor wie er maar de hand naar uitstrek»
ken wil 1
Het ijzeren corset van Staatsbemoeiing
«Observator» schreef dezer dagen in de N.
Leidsche Crt.
In wat voor wereld leven wij toch
In een van de dorpen in den omtrek was
een huisvader met een groot gezin, maar
zooals het meer gaat een klein inkomen.
Zijn zaakje floreerde niet.
Slechts door de uiterste krachtsinspanning
gelukte het hem in het allernoodigste te voor»
zien.
En zoo geviel het, dat hij arbeid verrichte
op een bij de Arbeidswet verboden tijdstip.
Met het gevolg dat hij werd veroordeeld tot
f 10 boete.
Had de man het hoofd laten hangen en
de handen in den schoot gelegd, hij zou
ongetwijfeld een flink bedrag aan ondersteu»
ning hebben ontvangen.
Maar hij gaf er de voorkeur aan zelf de
handen uit de mouwen te steken met het ge»
volg dat hij veroordeeld werd en straks mis»
schien, daar hij niet bij machte is de boete
te betalen de doos indraait.
Een Arbeidswet is goed.
Maar het moest toch niet kunnen voor ko»
men dat op deze wijze een premie op het
nietsdoen werd gesteld.
Dat Jan Salie gesteund wordt, terwijl Jan
Courage in het kot ^aat I
Wanneer er binnen afzienbaren tijd geen
verandering ten gunste komt in de tactiek
van Minister Aalberse, staat het zeer te vree»
zen, dat het maatschappelijk leven in het
ijzeren corset van Staatsbemoeiing wordt dood»
gedrukt 1
Een versje op het antUVlootwet=petitionnement.
In de »Vrijheid«, het orgaan van den Vrij»
heidsbond, komt het volgende rijmpje voor
in verband met het petitionnement tegen de
Vlootwet
Men seint uit Castricum»Bakkum aan het
«Volk»
Zelfs de conservatiefste boeren en
tuinders zetten na eenige toelichting onzer»
zijds (van 't anti»Vlootwet»petitionnement),
graag hun hand
Wat is zelfs den «konservatiefste»
te Castricum»Bakkum het liefste
Welk woord voert te Castricum»Bakkum de
hand
op het roode papier van de lijst «Van het
Land«
Welk woord draagt dees'schit'rende rente
«Pas op man Ze wille je cente
Te Hoofddorp, te Slfedrecht, de Bilt en
Leerdam,
te Axel, Breda, Sappemeer en Veendam, ja,
zelfs te St. Anna»Parochie
loopt een S. D. A. P.»erig jochie
overtuigend te «petitionnemente».
«Pas op man Ze wille je cente
Kalverstraat lijkt het wel «venten»
«Meneer sèg Colijn wil uws'cente
En ieder die dusdanig «toe wordt gelicht»
slaat de schrik om het hart, en, met angstig
gezicht,
en één hand op zijn vestzak, verricht hij
den toer
met de pen als een Castricum»Bakkum'»
sche boer
De Copie van Ingezonden Stukken die niet ge»
j plaatst zijn wordt niet teruggegeven. Buiten
verantwoordelijkheid van Redactie en UitgevaM
Wat elke maand te doen geeft.
(2e helft October).
Nadruk verboden.
Terwijl we dit schrijven een paar dagen
vóór medio October is men in de streek
mijner woonplaats nog druk aan 'taardap»
p e lrooien 2, 3 weken later dan anders. Het
beschot, dat men niet boven het middelma»
tige verwachtte, valt zeer mee Al zal er dus
niet die overvloed zijn als verleden jaar mensch
en vee zullen ruimschoots kunnen worden
gevoed. Het eerst komen de aardappels in
aanmerking behalve voor de menschen
ars voeder voor varkens. Zij kunnen gekookt
of gestoomd, het hoofdbestandeel van het
rantsoen vormen. Daarnaast dient gezorgd te
worden voor eiwit (karnemelk, wei, onder»
melk, vleeschmeel), inzonderheid voor jonge
varkens en vleeschvarkens. Voor jonge groei»
ende of drachtige dieren voege men nog wat
phosphorzure voederkalk toe. Nog veel is
er de laatste 14 dagen gegroeid: spurrie,
knolgroen, voederbieten. De laatste
vertoonen dit jaar overal, evenals de suiker»
bieten, een groot aantal »schieters«, die op
sommige velden in massa boven de andere
uitsteken het percentage wordt op wel 7 a
8 pCt. hier en daar zelfs op 10 pCt. geschat.
De suikerfabrieken willen deze niet aannemen
omdat zij moeilijk te verwerken zijn, en de
verbouwer wil niet te graag de scha lijden,
't Onderzoek deed zien, dat het suikergehalte
dezer zaadbieten niet veel minder is dan dat
der anderede bieten zijn echter niet zoo
zwaar. Deze »schieters« mee in te kuilen is
niet aan te bevelen. Over bietenvoede»
ring spieken we later. Thans willen we slechts
opmerken, dat er tegen het voederen van
h e e 1 e bieten geen overwegende bezwaren
bestaan dat de kwaliteit van het spek van
varkens, die gemest worden met bieten niet
veel minder is dan bij mesting met graan
wel is in 't algemeen het slachtverlies grooter.
Gaan we zoo inkuilen, dan zij men er op
bedacht, in den voedertijd de waterrijkste het
eerst, de waterarmsie het laatst te zullen op»
voerende eerste bederven toch het eerst.
Daar zijn bietenbouwers, die hiermee reeds
rekening houden, door twee soorten of varië»
teiten te verbouwen ook neemt men voeder»
én suikerbieten. De eigenlijke zaaitijd van
rogge is voorbijtot half Octoberevenwel
kan men nog heel goed na dezen winter rog»
ge zaaien, als de vorst uitblijft, zelfs tot in
Januari. Toch blijve men steeds gedachtig aan
het oude boerenspreekwoord «Zaai rogge
in het stof entarweinhetslijk!«
Rogge op nat land gezaaid, mislukt dikwijls
kan men dus zaaien tusschen 5 en 15 Octo»
ber, dan late men dit niet na
In den tuinOok hier is de laatste weken
nog veel gegroeid boonen, kool andijvie. Al
mogen er niet veel pootboonen zijn, omdat
de eerste legsels zijn mislukt, de boonenoogst
is rijk genoeg, zoowel de keuken als voor de
inmaak. De andijvie binde men bij droog weer
op bij gunstig weer krijgt men dan nog mal»
sche gele harten. Worden de kooien geoogst,
dan hange men ze op aan de stronk, op een
koele, doch vorstvrije, droge plaats, in kelder
of schuur. Men neme ter bewaring de groote,
vaste ongekneusde kooien. Af en toe nazien
en de rotte plekjes wegsmijten. Ook kan men
als men er veel heeft, de kooien inkuilen, op
een hooge droge plaats in den tuin; destronk
moet boven de aarde uitsteken en wordt bij
strenge vorst met ruigte of stroo gedekt. Vóór
het inkuilen neme men de grootste buiten»
bladeren weg. Het ooft moet nu, zoo dit
nog niet is geschied, geplukt wordenniet
schudden, en voorzichtig plukken, vooral als
het kostbaar fruit is en of het lang bewaard
moet worden niet in de mand gooien of
onvoorzichtig omstorten. De pluktijd is er,
als de vruchten beginnen te druipen val»
len), niet eerbij d-oog weer 1 Hebt ge nog
spinazie, leg dan bij vorst en scherpe wind,
wat droge bladeren, een licht dek er over ter
beschutting. Pluk telkens de grootste bladeren
af, de kleinen groeien dan nog, als het niet
vriestzoo kunt gij ze den winter overhou»
den, in 't voorjaar begint de groei weer.
B i o c o 1 i, een soort bloemkool, welke in
April of Mei gezaaid en later ln goeden grond
geplant is, moet nu naar binnen worden ge»
bracht en in een kouden bak onder glas wor»
den geplaatst.
Huismoeder, als gij Hyacinten op wa»
ter in bloei wilt trekken, denk er dan aan, als
deze maand ten einde loopt. Ge kent de pa»
tent bloembollen»glazen, welke daartoe dienen.
Vul ze met 'zuiver regenwater, het onderste
van den bol moet het water raken. Met een
ijzerdraadje of koordje kan men den bol recht
houden. Zet glas met bol een week of
vier op een donkere plaats, de bol krijgt dan
krachtige wortels. Daarna brengt ge ze in 't
licht; het glas aanvullen als het water ver»
dampt.
Geachte Redactie
Vergun me nog een enkel woord naar aan»
leiding van het laatste »7e leerjaar« van Ge»
meentebeheer in Uw blad van 20 dezer.
Het komt me voor, dat Gemeentebeheer
niet zakelijk blijft en uit het oog verliest dat
een mondeling meedeelen van een standpunt
niet vervangen kan wat door de pers publiek
is gemaakt. Het is hier geen persoonlijke kwestie
maar een die verder reikt, en wel zoover als
de »Maas« lezers telt.
Daar zijn, naar aanleiding van het beweren
dat, als gevolg van de invoering van het 7e
leerjaar, de kinderen een jaar langer de school
moeten bezoeken, dan het geval zou geweest
zijn indien dit niet ware ingevoerd, verwij»
tingen gedaan, die niet op haar plaats waren.
Ridderlijk zou het nu geweest zijn, als Ge»
meentebeheer had erkend dat hij zich had
vergist. Dit siert elk mensch, en hij zou zich
kunnen vleien met de gedachte dat zelfs Ho»
merus eens sliep. Van «practische beteekenis«
zou dit ongetwijfeld voor Gemeentebeheer
zijn, want ook hem is wellicht niets mensche»
lijks vreemd. Ridderlijk ware het, want een
onwaarheid handhaven is veel erger dan een
vergissing begaan. Nu gaat Gemeentebeheer
uitvluchten zoeken en spreken van »martelen«
maar hij weet zeer goed dat 't niet de vraag
is of het practisch nut heeft, ook niet of het
onder alle omstandigheden te handhaven is,
doch het loopt hier alleen over de vraag wat
de wet zegt, en dan is hetgeen door Gemeente»
beheer is beweerd onwaar.
Het is een niet te ontkennen feit, dat de
de invoering van het 7e leerjaar niet van in»
vloed is op den duur van het schoolgaan,
aangezien de kinderen 7 jaren de school moeten
bezoeken, als gevolg van de wijziging der
Leerplichtwet.
Ten slotte nog dit. Indien Gemeentebeheer
er prijs op stelt onder een pseudoniem te
schrijven, wil ik niet onkiesch zijn, door te
onderzoeken wie die schrijver is, en eveneens
heeft hij er zich van te onthouden om na te
gaan wie inzender K. is. K.
Mijnheer de Redacteur
't Hoofdbestuur van »'t Hoefijzerverbond«
heeft groote plannen. Het koloniehuis te Nun»
speet toch vraagt om vernieuwing. Dit tehuis,
ingericht voor winterverblijf en voor langdurig
verblijf, komt te kort in inrichtingen in plaats»
ruimte. Nu zijn er plannen gemaakt om een
nieuw koloniehuis te bouwen, dat aan gestelde
eischen voldoet. Een groot bedrag is nu reeds
bijeen, maar een groot bedrag ontbreekt nog
ook. Er is nu eene commissie gevormd onder
eere voorzitterschap van baronesse Mackay»
Hoeuff en deze commissie zal trachten 't ont»
brekende bedrag bijeen te krijgen. De afdee»
lingen vraagt ze daartoe om medewerking.
Laat Middelharnis nu niet achterblijven Onze
kinderen kunnen ook zoodanige hulp noodig
hebben en kunnen dan ook in Nunspeet te»
recht. Vele kleintjes toch maken één groote.
't Bestuur van Middelharnis nu opperde 't
plan, te trachten een bazar te houden en 't
batig saldo voor de helft af te staan aan
Nunspeet en voor de andere helft aan onze
eigen afdeeling. Zoo'n bazar zou dan opge»
luisterd worden door muziek. Nu komt onze
vraag wié wil er nu iets afstaan voor 't goede
doel, in den vorm van 'n vaasje, handwerkje,
enz. en wie wil er iets voor maken 't Komt voor
een deel onze Middelharnissche kinderen ten
goede, dus een woord van opwekking is niet
overbodig. Allen nu, die ie(s willen bijdragen,
in welken vorm dan ook, worden beleefd
verzocht naam en adres of eventueele bijdra»
gen op te geven of af te dragen aan een der
onderstaande bestuursleden, de dames
v. PAASSCHEN-v. d. Blink
Hobbemastraat
BUIJSSE—Kodde, Stationsweg
Secretaresse
P.S. Bijdragen van buiten de genfeente zijn
ook hartelijk welkom I
Een veeg teeken
Geachte Redactie
Mogen wij U voor het onderstaande een
bescheiden plaatsje verzoeken Bij voorbaat
onzen dank.
Het is naar aanleiding van het ingezonden
stuk van den heer J. v. d. Sterre, dat wij ons
verplicht gevoelen één en ander op te merken
en recht te zetten. Immers, hij zet de bazuin
aan den mond om de Chr. onderwijzers te
waarschuwen voor afglijden van het beginsel,
en reeds heeft hij de verflauwing der grenzen
geconstateerd.
Nu is het zijn goed recht, met ons van
meening te verschillen omtrent het lidszijn
van het Onderwijzersgezelschap. Maar dat hij
daarbij de 24 aangesloten Chr. O. en O. al
dadelijk van beginselverzaking beschuldigt,
gaat wel wat al te ver. Wij weten evenwel,
dat hij het gc«d bedoelt en daarom zullen we
hi t hem niet al te euvel beduiden.
Toch komt het ons voor, dat wij zijn argu»
menten eens wat nader moeten bezien. En
dan blijkt terstond, dat er misvatting in het
spel is bij den geachten inzender aangaande
het doel van het Ond. Gezelschap. Dit beoogt
niet anders, dan 1 maal per jaar een verga»
dering te beleggen tot het bespreken van
paedagogische kwesties. En nu is elke groep
afzonderlijk, de »Groote«, de »Unie« (deze is
er ook nogde »Bond«, en het »N.O.G.«
niet bij machte zoo'n vergadering met een
spreker van buiten te organiseeren. Daarom
doen wij samen met eerbiediging van eikaars
meening, maar niet met prijsgeven van onze
beginselen. Nemen we daarbij het werk uit
handen van onze eigen organisaties Immers
neen Evenmin als de collega's van het Open»
baar Onderwijs genoeg hebben aan het Ond.
Gez., hebben wij dat. Wij hebben en houden
daarbij onze eigen (vak)vereenigingen, waar
wij onderwijsaangelegenheden behandelen niet
van algemeenen aard. En wanneer de afdee»
lingen hiervan mochten «slapen», dan is dat
de schuld der leden die het noodige rugge»
merg blijken te ^missen om, ze in stand te
houden. Trouwens, de malaise in de afd. van
de »Groote« dagteekent reeds van vóór de
oprichting van het Ond. Gez. en kan dus
niet het gevolg hiervan zijn.
De le onderget. gaat dan ook van ganscher
harte mee met den inzender, als hij oproept
om te ijveren voor het lidmaatschap der «Ver»
eeniging«, ja hij heeft al pogingen gedaan zijn
afdeeling uit haar slaap te wekken. Deed de
inzender dat ook al
En de 2e onderget. wil gaarne de collega's
wijzen op de »Unie«, die steeds op de bres
staat voor de vakbelangen der onderwijzers.
Hoe de inzender kan spreken van wegmof»
feling der Chr. beginselen, is ons een raadsel.
Hoe gaat dat dan Worden wij minder Christe»
lijk door die vergadering te bezoeken, en zijn
we principieeler Calvinist, wanneer wij ons
separeeren Laat de inzender nog eens over»
denken, wat de heer Colijn zei in zijn be»
roemde Leeuwarder rede «Voor het afzonde»
ringsprincipe blijft mijne bewondering bene»
den het matige. Wij onttrekken ons wel aan
andere invloeden, doch we sluiten tegelijk
anderen van onzen invloed uit.« Hebben wij
als Chr. O. en O. niets kunnen leeren van
de rede van Prof. Casimir over Jan Ligthart?
De inzender vrage het eens aan de bezoekers
en het antwoord zal niet twijfelachtig zijn.
Wanneer hij verder beweert, dat Chr. spre»
kers water in hun wijn moeten doen, dan
geeft hij weer blijk, het karakter der vereeni»
ging niet te kennen. Zij kunnen hun beginsel
even positief belijden als de voorstanders van
het Op. Ond. het hunne. Geenerlei beperkin»
gen worden hun opgelegd. Daarvoor staat
het Bestuur borg. Dit bestaat uit 3 leden van
het Op. Ond., 3 van het Chr. Ond. en 1 van
het R.»K. Ond. Waar nu de groote meerder»
heid van de leden der vereeniging het Op.
Ond. dient, kan toch niet gezegd worden,
dat onze invloed in het Bestuur te gering is.
Wij kunnen daarbij meedeelen, dat de samen»
werking in het Bestuur tot dusverre op de
meest aangename wijze heeft plaats gehad.
Wat ten slotte de meening van den inzender
betreft aangaande het verschil tusschen de
vroegere arrondissementsvergadering en de
huidige bijeenkomsten, wij moeten eerlijk
zeggen, dit niet te begrijpen. Samenwerking
is volgens den inzender op dit terrein ver»
keerd. Evenwel, vroeger deed hij mee, omdat
hij geen verantwoordelijkheid droeg. Vreemd
standpuntHet komt ons voor, dat het abso»
luut geen verschil maakt, of een schoolopziener
dan wel een Bestuur de zaak in elkaar zet.
Wij komen dus tot de conclusie, dat we het
ééne (ijveren voor eigen organisaties) kunnen
doen en het andere (lid zijn van het Ond
Gez.) niet behoeven na te laten.
P. DE ZEEUW,
A. VAN ECK,
Bestuursleden.
Sommelsdijk, 22—10—'23.
UIT DE KAMER.
De vlootwet.
Zooals we reeds schreven werden de de»
batten over de Vloot»wet ingeluid door een
interpellatie=Troelstra over het ontwerp. Deze
interpellatie is geen groot succes geweest voor
de S. D. A. P. Troelstra stond in het parle»
ment geheel anders te oreeren dan hij in zijn
volksvergaderingen placht te doen. 't Was geen
«donderen en bliksemen« zooals de S. D. A.
P.'esche termen luiden. Integendeel, de rede
van Troelstra was heel kalm, zelfs mat. 't
Spreekt van zelf, dat een rededaar in onze
Kamer er anders voor staat dan in een volks»
vergadering. Hij moet er ieder woord wikken
en wegen, terwijl onder het volk zoo nauw
niet wordt gekeken. Men gelooft hét er al
gauw
Fel is de regeering en inzonderheid Minis»
ter Colijn in 't verdere verloop der Kamer»
zittingen bestreden, 't Kwam over't algemeen
nog al op 't zelfde neer. De voornaamste