HORT Antirevolutionair voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Orgaan No. 2956 ZATERDAG 20 OCTOBER 1923 38ste JAARGANG BOER Rotterdam Nieuws- ÏN HOG SIGNO VINCES EERSTE BLAD. Reclames Mededeeiingen. Op den Uitkijk. Uit de Pers. I *ING MAN DEL Rotterdam CHAPPEN relef. 9481 KAAT EN, Sommelsdyfc W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers Bezuiniging op Salarissen II. Laten we nu nuchter redeneeren. Er is, als alles blijft zoo 't is, op de Begrooting een tekort van 125 a 150 millioen. Nu wint men aan alles Ook aan 't hooren van zulke cijfers. En zoo is 't al gebeurd, dat op een onzer eigen vergaderingen, een onzer eigen mannen meendeHet loopt im mers zoo'n vaart nietDr. Kuyper zette in 1918 al zoo'n bedenkelijk gezicht en mompelde al van een afgrond, waar we naar toeginnen en zietwe staan nog recht overend Tegen 'n vréémde zeg ik 't niet; y a Maar tegen „eigen volk" durf ik op- T vierken, dat wie met zulke woorden luchthartig over zulke tekorten praat, bedenken moge hoe er geschreven staat „Gij zult den Heere, uw God niet ver zoeken Die „tekorten" móéten verdwijnen. En anders raakt 't met ons gedaan. Nu oordeele men zelf. Het staat op 't oogenblik zoo, dat van de 550 millioen, die 's jaars in de schatkist komt 250 millioen er aan salarissen weer uitgaat. Nu wordt die 550 millioen niet groo- ter, stellig den eersten tijd niet, want de daling der rijksinkomsten is pas goed begonnen nu kan toch ieder op zijn vinger narekenen, dat men géén 150 millioen bezuinigen kan en van de salarissen afblijven. Het gaat eenvoudig niet. Al gaat heel Nederland op z'n ach- KSte beenen staan het gaat niet. Men ""Itan, o jain cijfers de salarissen zoo laten. Maar dan krijgt men nooit een „sluitende begrooting"dan moet de bankbiljettenpers aan 't werkdan zèkt de gulden en dan hebben de salarissen den knauw tóch beet. Mét wat er dan op volgt Hierover kan geen verschil zijn: Er moet van het totaal der salarissen af. Niet omdat de ambtenaren zoo weel derig bezoldigd wordenniet omdat nu 't andere menschen kwalijk gaat, zij 't „ook maar eens moeten voelen" ook niet omdat het zoo makkelijk is van hun salarissen de sluitpost te maken voor de Begrooting Neen, niets van dit alies! Maar omdat wij allen, ons hééle volk, allen met eMar, nog maar net langs den rand van den afgrond kunnen komen Omdat we mèt elkaar het pak moeten dragen. En omdat het niet onbillijk is, dat ook de ambtenaar dit meedraagt, want i ^a,a* met den Staat als met een zaak de zaak „fout" gaat, krijgt de em ploye, ook met het mooiste contract, nog geen salariswaar niet is, verliest de keizer zijn recht. Nu vraagt Colijn 20 procent. Eén vijfde van de totaalsom. Nu geven we toe, dat vijfde deel kan op allerlei wijs gevonden worden. Um maar iets te noemen Men kan één vijfde der ambtenaren K"de' meer on's'aan en de overige ïer vijfden zooveel langer laten wer ken, dat t werk toch klaar komt. I p V?50rie wel te verstaan, zijn h Z0U niet 200 eenvoudig heeïeenrt°t echter in die richting een m*! kunnen sturen Is eerst°h fdit instemming vinden zou 't Jon? h eye"wicht hersteld, dan eetwiifeld i mPe ^oehornst wat zijn, on- derS a beid dan voor den mee'~ ueren aroeid ook meer loon uitk-pprpn Maar als middel-op-eens is 't im moreel, men kan niet behalve wat nu reeds afvloeit, een vijfde der ambte naren zoomaar zetten op straat Nu wordt ook dit gezegd „Bezuinig niet met het domme pot lood.". En daar voel ik iets voor. Men bedoelt daar tweeërlei mee. In de eerste plaats, dat het Bezoldigings besluit, zooals 't nu is, reeds lang niet naar alle kanten rechtvaardig werkt gaat men nu overal maar twintig pro cent afnemen dan maakt men de onge lijkheid nóg grooter „Herzie éérst dat Besluit!" Nu zal dit, vrees ik, niet veel baten, want verreweg de meeste verlangens zouden uitgaan naar verhooging van dit en verhooging van dat en daar kan de minister niet inkomen. Maar 't was toch goed deze zaak eens te overzien. In de tweede plaats wordt opgemerkt, dat een gelijk procent zeer ongelijk werkt. Een kinderloos gezin draagt het vrij makkelijk. Maar hoe grooter gezin, hoe zwaarder druk. Ook is er tenslotte zeker minimum, waar toch eigenlijk niets meer af kan en dat bij 20 procent vermindering naar beneden toe, zou worden over schreden. Me dunktde minister rekent daar mee, voorzoover hij dit kan. En wel door te beginnen met 10 procent. Hij redeneert zóóMet minder dan 10 procent komt stellig geen mensch er af. Die neem ik dus vast. En hoe ik dan de rest over ieder afzonderlijk omsla, dat zullen we zoo zorgvuldig mogelijk 't volgende jaar nagaan. Dat is toch niet „het domme pot lood" Wie zich stelt op 't standpunt van den minister, en dat doen wij, dat er op alles ernstig moet worden bezuinigd en bekort, die zal ziende op een tekort van 150 millioen, stellig biet zeggen, dat de minister zoo onbesuisd te werk gaat. Met kleine middelen komt men er niet. GEERE GORZEN met te DEN BOMMEL, ter ren (1 November 1923— erskamer te den Bommel. bij den Secretaris van ïarnis. jofdopzichter A. SMITS Dijkring Flakkeev- De Voorzitter, A. A. MIJS. vakken) Draadnagels sdelijke ïachines, ornulzen e Magazijnen van 20329 Billijke prezen rdam 16728 Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. werker M. van der/^ul zijn Zondagnamidó. V botterdam aangereden stgenoemde is met ins het Ziekenhuis opgeno* lie aan het linkerbeen erbonden te zijn, huis» aufïeur van de autobus houden. ie bladen melden, dat R., die nabij Emmerik Nederlandsche grens Nederlandschen grens* uden en ter beschik* itoriteiten gesteld. Het mmerik teruggestuurd, aldaar opgesloten. Hij eer 50 Duitsche meisjes jen gebracht en te heb* racht van een Neder* dien hij steeds te ehuis ontmoette. De hans Van G., daar hij aan handel in meisjes ikt. Zondag zijn twee jgermolen Normandië ikte personen herkend, nan en een Belg. Nog aangespoeld. ire Belgique uit Brugge ling van den onlangs contrabande aan den ndschen schoener Zee* ran de Nederlandsche 's werden de 9 vluch* loch zonder succes. boord van 't schip jwaar wordt op ruim amd. van het Hollandsche laag is een kistje met ten nadeele van J. aasmerk. Dezer dagen :ctie, in samenwerking :ndaal een partij zware genomen. Deze was enst aangekomen en De partij was te Rot* comstig van een firma lagneming geschiedde ederrechtelijk gebruik partij was uit Rotter* lvisiteur gesignaleerd. Jffen. Te Zoeterwoude oohtje van den land* van zijn vader door lij liep. ernstige brand* d is ernstig. zonder dat de totéal-^ en' boven ging, Som weer naar V Schande voor wie Als je 'r maar naar wijst Naar hun 5000 pop per jaar, Dan stuiven de Kamerleden van de S. D. A. P. overend als 'n beer, dien men van z'n jongen berooven wil 1 De Chr. Hist, korten zichzelf tien procent, 'n Mooi voorbeeld en 'n goed begin. Al hadden ze misschien weieens aan de an* dere partijen kunnen vragen Jonges. wie doet er mee? Niemand vroeg wat aan de S. D. A. P. We kijken nog maar en wachten af. Daar valt me »Het Volk« uit »Dat nooit k zei Van Speyck Nu »de lucht in« gaat de fractie voorloo* pig nog nietdaar zijn we niet bang voor, 't eenige zou zijn, dat A. B. K. nog es weer 'n bérg bestijgen gaat; »Hand op buul« houden dus, zooals de Groninger zegt. »Cente in je zakis 't wachtwoord. Goed, maar als dan es van die tien procent die ze de Regeering niet gunnen die er toch maar kanonnen voor koopt weduwen en weezen werden bedacht «Het Volk« zelf brengt ons op 't idee. De Regeering krijgt er van langs, omdat ze volgens de Grondwet nog geen pensioen voor weduwen en weezen van Kamerleden uitkeert en in opperste verontwaardiging schrijft »Het Volk» »De weduwe van Willem Helsdingen 1 ij d t armoede Niet»zou armoede lijden«. Neen»lijdt armoe«'t is 'n feit. Dat is een schandaal, zeg ik. 'k Heb Willem Helsdingen al vóór dertig jaar als socialist gekend en voor zijn partij was hij 'n sieraad dat zijn weduwe armoe* de 1 ij d t, is een schandaal Voor de mannen van de S. D. A. P. Onze weduwen, durf ik zeggen, hebben't niet breed, maar »armoede« lijden ze niet. Zij worden knap. Wij krijgen knappe meesters en juffrouwen op school. Behalve in de "vakken van ,t gewoon lager onderwijs, zullen ze voortaan ook examen moeten doeD in de beginselen der Fransche, der Engelsche en der Duitsche taal. Dat wordt niet mis, réken maar 1 Want ,t is met examens zóó, in den loop der jaren nemen de eischen altijd toe. En al is 't niet direct, al gauw zal blijken, dat die »beginselen« niet zoo héél ver achter de eischen der gewone »taal«*acten voor de drie mo* derne talen blijven. Dan komt daarbij de wiskunde. Dat zal wel zoo worden, dat voor 't on* derwijzers«examen straks gevraagd wordt' wat voor dit vak dertig jaar geleden voor de Hoofdacte werd geëischt. Zoo ziet men't gaat de hoogte in. 't Wordt voor de gewone onderwijzers*acte een examen van [vier dagen straks, dat zegt iets. 't Zal dan o.i. ook wel spoedig blijken, dat velen dit program op hun achttiende jaar niet onder de knie kunnen hebben en de leef* tijdsgrens van 't komen in school wordt van* zelf wat verlengd. Dichter bij 20, dan bij achttien. Wat we stellig geen ramp achten. 't Zal langzamerhand wel móéten worden Lagere School plus drie jaar »mulo«, plus vier jaren »kweek«. Wil men tenminste van al die vakken behoorlijk iets terecht brengen en zich niet tevreden stellen met den schijn 1 40 cent per regeL Splits uw school. Maar wat dan noodzakelijk wordt! Een geheele hervorming van ons lager on* derwijs. Tal van »leerkrachten«, met name meisjes, komen nooit uit boven het tweede of hoog* stens derde leerjaar op school. Wat ter we* reld moeten ze daar toch met al die geleerd* heid doen Knip twee jaar van de lagere school af. Laat die beginnen op 8 a 8'/2*jarigen leef* tijd en breng de kinders vóór dien tijd op een eenvoudige voorbereidende school, zoo* als ook nog weer pas in de »Stand.« werd bepleit. En in die school »eenvoudige« juffrouwen. Die 'n «eenvoudiger opleiding kregen. Maar met kinderen leerden omgaan. Hen werkelijk «voorbereiden» voor de la* gere school en die niet zelf door al te veel geleerdheid topzwaar geworden zijnde, al te ver van die kleuters zijn komen af te staan. Nadruk verbodea. Ditmaal gaan we mee op huisbezoek. Neen, niet met dominee en ouderling al is het voor vele streken weer de traditio* neele tijd om »rondgang« te doen en al zóu ik wel eens 'n hartig woordje willen schrijven over zekere »vragenlijst«, die men in een groot dorp in Holland ten grondslag leggen gaat aan 't huisbezoek. De naad wordt je uit de kous gevraagd Ook over allerlei huiselijke bijzonderheden, waarvan ik het begrijpen kan dat deze of gene ze onder 't oog des Heeren met de eigen huis* genooten alléén afwerken wil en 't geheel deed me denken aan de lijst met honderd dertig vragen, die 'n inspecteur ergens in Limburg de hoofden van scholen ter invul* ling toezond. Maar ik raak hier op glad ijs En daarom stap ik er gauw af. Neen, ik bedoel het ijverige huisbezoek, door de mannen der S. D. A. P. bij de goê* gemeente afgelegd, om haar te doen teekenen op 'n anti*Vlootwet*adres. Ik kan hiervan uit ervaring spreken. Al deed ik niet zélf de ervaring op. Maar er woont »ergens« ik geef opzette* telijk géén nadere aanduiding van persoon of woonplaats een arbeider, die er mij over schreef. Zoomaar, in zijn eenvoudigheid. Niet, om 't in de krant te zetten. Hij woont daar tusschen bijna uitsluitend »rooden«, dus ieder begrijpt, dat hij nogal eens aan de ooren getrokken wordt en dat de «leugens van de Vlootwet« in vollen over* vloed over hem worden uitgestort. Van die «leugens» gesproken. Hier in mijn woonplaats, wordt een spre* ker tegen de »Mootwet« aldus aanbevolen Arbeiders! de regeering wil een vloot bouwen van uw loon; moedersl zij wil een vloot bouwen van uw huis* houdgeld!» Toen heb ik bij mezelf gezegd «Die vuil is, dat hij nog vuil worde 1« Ik vertel dus, wat dien arbeider overkwam in m ij n woorden, maar z a k e 1 ij k is 't pre* cies zoo als die arbeider 't mij schreef, niet om het te verbreiden, doch omdat hij graag over een paar punien nog eenig licht had, dat dan naar ik hoop tegelijk wel ontstoken zal worden. Op 'n avond zit hij rustig in huis. Heeft bezoek van iemand uit 't dorp, over de een of andere zaak. De man is, als 90 pro* cent daar, »rood« en al gauw zitten ze mid* den in de polttiek. Gelukkig, dat de anti* revolutionair «krant leest« en dus zoo'n beelje weet, wat er in de wereld te koop is. Maar ze komen je tegenwoordig met zoo véél aan boord ik zou «onze menschen« raden, om niet altijd tegenover die «rooden» voor elk gat een spijker te willen zoeken. Vandaag hebben ze 't over de Vlootwet. Morgen over de kleine splits*schooltjes. Dan over het inkomen der Kroon. Voorts weer over het leger, over de klasse* justitieje komt aan geen eind. Men moet ook es zeggen kunnen «Hoor es vriend 1 jullie willen elk zijn eigen geloof laten, niet? Goed, laat mij dan 't m ij n e dit weet ik, dat Marx en Christus nooit zullen samen stemmen. En als dan maar, Dit moet er noodzakelijk bij Onze belijdenis door een sierlijken levens* wandel in 't midden der wereld mag worden gekroond, dan zullen ze ons misschien hun boosheid in 't gezicht uitspuwen, maar achter onzen rug zullen ze nóg moeten getuigen 't is tóch 'n kerel, waar 'k respect voor heb We móéten soms wel »debatteeren.« Mogen en kunnen niet steeds zwijgen. Maar het getuigen, in woord en voor* beeld, moet hoofdzaak zijn wij en de onzen «leesbare brieven van Christus«. 't Gesprek is in vollen gang Komt binnen 't hoofd van de school. Van de openbare school natuurlijkiets anders is daar ter plaatse niet. Hij legt 'n papier op tafel en zegt «Hier heb ik het petitionnement tegen de Vlootwetwil je dat even teekenen «En waarom moet ik dat teekenen «Wel, dat is immers allemaal weggegooid geld «Och, u weet wel, het zijn ministers van mijn kleurik heb van die dingen wel niet zooveel verstand, maar ik kan niet gelooven, dat de ministers zoover mis zullen zijn, om al dat geld maar in 't water te gooien Toen kwam er wat los 1 't Bekende, oude liedje«, schrijft mijn ar* beider. Enkele punten breng ik naar voren. «Daar heb je nu ons leger«, zei de man van de teekenlijst «Dat leger is door Colijn zelf indertijd zoo gemaaktdie heeft er zijn Legerwet doorge* kregen en wat is 't gevolg dat we een leger hebben van niemendal en dat volgens Col ij n z'n eigen uitdrukking heelemaal niets te ^beduiden h e e f t.« Daar had mijn man nooit van gehoord Nu, dat wil ik wel gelooven. Want het is een groote leugen, dat Colijn zoo iets gezegd zou hebben. Integendeel, Colijn heeft er, te* recht 1 gedurig op gewezen, wat een zegen 't voor ons land was, dat we in 1914, bij de mobilisatie, over een leger te beschikken had* den, dat zooveel sterker was dan voorheen. Daar wees deze arbeider dan ook op. «Lariemeende de huisbezoeker. Hij had er de bewijzen van, dat ook in 1914 ons leger gewoonweg een nul in 't cijfer was en wist o.a. 'n Schout bij Nacht te noemen, die dit ook had betuigd. De waarheid, die reeds zoo vaak met de stukken is aangetoond, is deze dat in 't begin dezer eeuw de Duitsche generale staf haar plan zóó had gemaaktDwars door ons Limburg heen, over Roermond, België in en zoo naar Frankrijk. Maar hoe sterker ons leger werd, hoe meer dat plan zich wijzigde, tot von Moltke in 1914 zijn reuzenlegers om Zuid*Limburg heen perste, omdat hij o n s leger niet als een gedurige bedreiging in zijn flank hebben wou Er waren toch al vijanden genoeg Om op die Vloot terug te komen «Die Vloot aldus de hoofdonderwijzer* propagandist die is nergens anders voor, dan om de groote Petroleum*Maatschappijen te beveiligeu dus ten behoeve van het groot* kapitaal, waar Colijn ook bij hoort.« Hoe geméén, en hoe dóm Colijn heeft uit den treure gezegd, dat hij reeds sinds geruimen tijd met geen vezeltje meer aan eenige Petroleum*Maatschappij vast zit en altijd door wordt toch maar 't gemoed des volks vergiftigd met te doen, alsof Colijn feitelijk zijn eigen zak beveiligen wil. Wat een leugen en verdachtmaking 't Zal pog zoover komen, dat men van een minister vraagtDoe je brandkast ,es open en laat ons eerst es zien, waar je zooal «aan* deelen« of «obligaties» van hebt, dat we je narekenen kunnen en in de gaten houden Als wij dat es bij Troelstra's brandkast pro* beerden Wat zou er een lawaai opgaan daarginds 1 Waarlijk, zulke wereld.-maatschappijen, daar zijn zulke internationale belangen mee ver* bonden de vossen eten wel de kippen, doch niet elkaar op 1 Waar dan dit nog bijkomt 't Eene oogenblik heet hetJe krijgt immers toch een snertvloot en 't andere oogenblik lijkt die vloot dan toch wel weer in staat om de Petroleum*Maatschappijen te verdedigen Doch ik ga maar weer verder «Vóór de verkiezingen aldus de halsstar* rige aanhouder durfde jullie regeering niet met 't Vlootplan komen en nu ineens wel Nota bene: het plan is, meen ik, al van 't jaar '12; 'tis nooit hegraven geweest; de Re* geering is er vóór de verkiezingen mee bij de Kamer geweest, waar het toen op voorstel van dr. Nolens werd uitgesteld, maar de Regeering bleef het handhaven, het werd niet ingetrokken het lag met de verkiezingen bij de Kamer op tafel, net zoo goed als nu thans echter zegt de Regeeringverder uit* stel neem ik niet meer voor mijn rekening. Zöö wordt dan 't volk ingelicht! Ten slotte kwam er nog dit: «Die Colijn van jullie is ook een mooie 1 Verleden jaar nog moest er, zeide hij, ook op de militaire uitgaven bezuinigd worden en nü doetsie met de Vlootwet mee Ja, zeker is hij «een mooie.« De Vlootwet acht hij noodzakelijk voor de verdediging van Indië, maar uit den treure is 't nu al voorgerekend, dat deze Vlootwet geen méérdere lasten op 'tmoederland legt. En daarnaast wil Colijn nog steeds bezuiniging ook op de militaire uit* gaven. Die worden niet buitengesloten. Dat zit in de allereerste v ij f t i g millioen van het Bezuinigingsplan, die op den Staatsdienst moeten worden bezuinigd en waar de Landsverdediging ook het hare toe moet b ij dragen. Dat is nóg de meening van Colijn. En zoo goed ais hij Onderwijs en Arbeid net zoo lang achter de broek zitten zal, tot de bezuiniging er is, even goed zal hij het de Landsverdediging doen. Ziedaar de waarheid tegenover al die leugens. UITKIJK. Alles voor niets. De N. Prov. Gron. Ct. gaf de volgende lezenswaardige »Kroniek« In Hutchinsons fraaien roman «This Freedom« wordt een eigenaardige figuur ten tooneele gevoerd, mr. Simcox, die rentenier geworden, zich verveelde, maar door een gelukkigen inval weer werk en genot wist te verkrijgen. Als zakeman was hij een drukke post gewend. Maar toen hij zich uit de zaken had teruggetrokken, ging de post hem gere* geld voorbij. Hij hoorde den vluggen stap van den brievenbesteller, hij luisterde scherp naar zijn heen en weer bewegen over de straat en het klik klak van de brievenbus bij zijn buren was hem een pijnigende klank. Want daar was de post bij zijn deur. Zou hij stilstaan, zou hij den brievenbus ook bij hem vullen Neen, voorbij. Alweer voorbij. Het was niet om uit te houden. Maar hij vond er wat op. Hij wist de post te dwingen ook naar zijn deur de schreden te richten, ook zijn huis te vullen, keer op keer. En met welk een rijk genot sorteerde hij de dagelijksche verrassingen. Ook bracht steeds nieuwen inval hem nieuwe winst. Hoe hij dit alles bereikte Wel, zegt de schrijver, men vindt in de moderne dagbladen tal van advertenties die u aanbieden «something fornothing«, iets voor niets. Men smeekt, u te mogen begun* stigen. Iets voor nietsbijv.vraagt catalo* gus, wordt franco toegezonden, monsters worden gratis toegezonden. Bestelt proef enz. enz. Op de advertenties nu begon mr. Simcox

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1923 | | pagina 1