Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden. IN HOG SIGNO V INGES No. 2951 WOENSDAG 3 OCTOBER 1923 38ste JAARGANG Bionenland. Issgesoaadeo Stukken Gemeenteraad. W. BOEKHOVEN ZONEN Uit de geschiedenis van Middelharnis als Visschersplaats. Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie inaandetE franco per post 75 cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENT1ËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTA AN VRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Adverteniiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Alle stukke si voor de Redactie bestemd, Advertentiëa en verdere Administratie, franco toe-te zenden aan de Uitgevers Dankbetuiging van H.M, de Koningin. Diep getroffen door de wijze waarop mijn Volk de herdenking mijner regeeringsaanvaar» ding met mij heeft gevierd, gevoel ik mij aan het einde der feestweken, die thans achter ons liggen, gedrongen aan allen, die, zoo hier als over land en zee, met woord en daad er toe hebben medegewerkt om deze gedachtenis» viering tot eene zoo gelukkige en onuitwisch» bare gebeurtenis in mijn leven te maken en waarvan ik zoovelen op andere wijze niet vermag te bereiken, nogmaals mijn hartgron» digen dank te betuigen. WILHELMINA. V De Islam en de Vrouw. De Bijbel... de Islam... en de Vrouw: 'ti Reiziger, die onlangs door 't Zuiden van Kanaan toog en met zijn gids, een gewezen politieofficier zat te keuvelen bij Hebron >nder den overouden eikenboom, die nóg '\iar Abraham is genoemd, al kan natuurlijk niemand zekerheid geven, dat d i t nu Abra» ham's eik« is geweest, kreeg o.a. 't gesprek ook op de positie der Vrouw, zoo onder de Christenen als onder den Islam. De gids verhaalde ter illustratie iets uit zijn praktijk bij de politie. Hij woonde naast 'n Arabier. 'n Aangenaam mensch in den omgang, met goede manieren, van aanzienlijke afkomst en zeer gezien bij zijn volk en daarbuiten. Dus niet de eerste de beste »bruut«. Hij had een lieve, jonge vrouw van wie hij veel hield. Maar, zoo verhaalde de gids Op een avond, toen ik thuiskwam, hoorde ik een vreeselijk gegil bij de bu» ren. Ik snelde erheen, maar vond de deur gesloten, ik trapte deze in en zag de jonge vrouw naakt op den grond liggen. Over haar stond haar echtgenoot, die haar met een zweep onbramhartig afranselde, haar rug was reeds bedekt met gapende wonden Ik greep de zweep, scheide hem van zijne ongelukkige vrouw, gaf hem een dracht slagen, dat hij er voor zijn leven genoeg aan had en bracht hem naar het politie» bureau. Daar bleek, dat de vrouw op straat even haar sluier had opgelicht en andere mannen haar gezien hadden. Hier» voor moest zij op dergelijke wijze boeten. Al laat ik nu ten vólle gelden, dat zij daar» mee tegen de Oostersche zede gezondigd had dan nóg, hoe duidelijk blijkt het niet uit al zulke voorbeelden, dat Christus alléén de ware «vrijmaking der Vrouw« heeft gebracht. 't Christendom eert in de Vrouw den Mensch. Mét den manmede»erfgenaam van Chris» tus Op uw Wachtpost. Thans blazen we alarm Zoolang de socialisten in hun pers hun leugenactie stegen de Vlootwet® voerden, kon» den we volstaan met aan te toonen hoe et gelogen werd en wordt. Daar zijn er maar ■weinigen onder ons, die geregeld die pers Hezen. Al zouden ze 't reeds laten om de wijze waar» op sommige schrijvers geregeld Gods Woord en het Christendom bezwadderen. De meeting van Zondag Och, daar hoefden wé heelemaal niet voor te waarschuwen onze menschen zijn gewoon den Dag des Heeren anders door te brengen. Maar nü klinke 't alarmsein. Thans, - ieder op zijn wachtpost. Want nu komt men huis»aan»huis. Nu wordt elke volwassen man en elke vol» wassen vrouw aangeklampt om te teeke» n e n. Wéér een nieuw »volkspetitionement«. Net als voor kort tegen de zoogenaamde on» 'derwijsverslechtering. Nu gaat het «Tegen de Vlootwet«. En o, dat 1 ij k t zoo mooi Men zal u afvragen, of ge dan niet tegen den Oorlog zijt; of gij dat menschendooden niet allerverschrikkelijkst vindtof 't dan niet waar is, dat een de éérste moet zijnmen zal u voorrekenen hoeveel geld of gij per» soonlijk aan die 300 mill, meebetalen moet(!) men zal u spreken van Neêrlands roeping onder de natiën, om zich weerloos te maken men zal u vragenwat hebben w ij met die »Oost« te maken die is maar om kapitalisten te verrijken. Zóó zal het gaan en veel erger nog. Nu de Vlootwet aan de orde komt, hopen we haar ook nader te bezien, wat er van al deze dingen is. Maar intusschen, geen onzer teekene.— De roode vogelaar zit op 't vinketouw. Het vorige petitionement, tegen de Onder» wijsbederf(! ging nog uit van Links, maar thans is het de S, D. A. P. alléén. Ge wordt gevraagd tegen de »Vlootwet«. En wij behooren er voor te zijn. We zien wel later waarom. Maar weet wel: ge teekent vóór de S.D.A.P. Troelstra heeft op de meeting te Amsterdam j.l. Zondag ronduit geiegd Er is geen red» ding dan van het moderne proletariaater is geen redding dan van het socialisme Zóó beschouwt [dus de leiding daar ginds héél deze actie. Men vraagt u te teekenen tegen de «Vlootwet«. Dat reeds móógt gij niet, omdat ge 't vaderland niet weerloos te vondeling leggen moogt, noch in de Oost. Maar ge teekent indirect vóór de S.D.A.P. Let maar op Troelstra's woord. De wacht betrokken dus, broeders en zusters 1 Geen enkele naam van één der onzen die op de »roode« lijsten komen mag.— s,!' Ambtenaars=salarissen. De bladen staan vol met berichten en stukken Natuurlijk wenschen ook wij het betrokken onderdeel van 's ministers bezuinigingsplannen te bespreken en komen dan vanzelf ook op de kwestie van artikel 40, die de gemoe» deren zoozeer in beroering brengt. Daar mag men niet overheen loopcn. Dwazer besluit heeft nooit eenige Regeering genomen, dan toen de ónze met een «Eeuwig Edict® plechtig ging verzekeren Voor aller toekomsten toekomst, o ambtenarenwat er ook gcbeure, verzéker ik u, dat uw salaris zooals het op 1 Juli '22 was, nóóit vermin» derd worden zal. Maar die woorden staan er. Daar hebben de ambtenaren gelijk in. Alleen vergeten zij in hun stukken t e zeer, dat we met elkaar geen kinderen zijn en dat ook zij wel begrijpen, hoe de Regeering niet betalen kan van het Tekort. Als staatsburgers moeten zij dus niet hoofd voor hoofd, niaar als groep óók weten te zeggen, waar onze Regeering dan die 30 millioen vandaan moet halen, waarop zij met art. 40 in de linkerhand, de rechter» hand leggen. «Halen waar 't z i t«, zei men vroeger. Doch hiermee zullen we 't met elkaar wel eens zijn dat het op 't oogenblik nérgens meer zit en dat we met elkaar er zoo goed en zoo kwaad mogelijk moeten trachten door te komen, hoe hard dit ook is. Want het is voor allen hard. 't Onderscheid is alleen in 't privaat bedrijf hebben de meesten hun knauw al be et. Met dit verschil, dat daar 't meeste leed bin» nenshuis gedragen is en wordtmen merkt er zoo niets van. De Girosverwarring. Een sterk staaltje Ten bewijze hoe noodig het is, dat spoe» dig verandering komt in den hopeloozen toestand bij den Girodienst, noemt het »Hbl.« het volgende staaltje van slordigheid: Een groote instelling, wier tegoed bij den Postchéque» en Girodienst zich gewoonlijk tusschen f 25,000.en f 50,000 beweegt en laatstgenoemd cijfer nooit aanmerkelijk over» treft, had de vorige week een afrekening ont» vangen met een creditsaldo van f 21,573.12, zegge een goede twintig mille. Dit saldo kan ongeveer juist zijn geweest, behoudens betrek» kelijk ondergeschikte verschillen, die bij den tegenwoordigen toestand van den Giro» dienst nu eenmaal op den koop toe moeten worden genomen. Zonder dat er noemenswaar» l 1l afschrijvingen op de rekening kun» nen hebben plaats gehad, aangezien bedoelde instelling, evenals zoovelen, het gebruik van .f\ .Ir, lenst thans zooveel mogelijk ver» mijdt, is in het begin dezer week een nieuwe afrekening ontvangen, welke opent met een credietsaldo vorige rekening van f6.846,834.51, oftewel een kleine zeven millioen gulden. De directie van de bedoelde instelling behoort gelukkig niet tot degenen die misbruik zul» len maken van een dergelijke ongehoorde vrij» gevigheid. Van de fout is dadelijk kennis ge» geven aan de directie van den postcheque» en Girodienst. Verzoek aan Rekeninghouders, Ter bespoediging van het opsporen van de fouten welke in de administratie van den postcheque» en girodienst zijn ontstaan, zal dc^e dienst aan rekeninghouders per circulaire het verzoek doen, daarbij behulpzaam te zijn Aan alle rekeninghouders zal verzocht wor» den, per keerende post aan den postcheque» en girodienst te 's»Gravenhage opgave te doen van hun saldo per 24 .Augustus 1923, volgens de laatste, rechtstreeks van het postkantoor (dus niet van het centraal kantoor te 's»Gra» venhage), ontvangen opgave. De postchéque» en girodienst hoopt op deze wijze binnen enkele dagen in het bezit te zijn van belangrijke contröle=materiaal, ter verge» lijking met zijn administratie. Een nieuw contrölesbureau voor het ver» w erken van dit contróle»materiral word inge» richt. De postchéque» en girodienst zal sneller dan voorheen zich met rekeninghouders in verbinding kunnen stellen, omdat gisteren een nieuw telegraafkantoor in het gebouw van den postcheque» en girodienst aan het Spaarneplein in den Haag in werking is ge» treden. De winterdienstcegeling der Spoorwegen. De winterdienstregeling van de Ned. Spoor» wegen zal met ingang van 7 October in wer» king treden. Zooals gewoonlijk is de dienst» regeling van tal van treinen eenigszins ver» vroegd of vertraagd, hetgeen echter veelal een kwestie is van enkele minuten. Over het al» gemeen verschilt de zomerdienstregeling niet in belangrijke mate van den a.s. winterdienst. En vooral ingrijpende wijzigingen komen na» genoeg niet voor. Slechts weinige treinen vallen uitdaartegenover staat echter, dat er eenige treinen ingelascht zijn, terwijl verschillende aansluitingen min of meer gewijzigd zijn. De Copie van Ingezonden Stukken die niet ge» plaatst zijn wordt niet teruggegeven. Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgeven Mijnheer de Redacteur Met verbazing las ik het tegenbericht in het nummer van Zaterdag j.l. Als zou» de vrouw van den heer A. P. de Graaf niet van de fiets gevallen zijn, daarbij vermeldende dat deze vrouw niet fietst en zij er dus niet afvallen kan. Ik herhaal, mijnheer de Redacteur, dat die vrouw wel op de fiets heeft gezeten, ik kan dit met ooggetuigen bevestigen die gezien heb» ben dat zij er op zat om het te leeren, haar dienstbode was haar hierbij behulpzaam. Dus uw correspondent treft in dezen geen schuld van onnauwkeurigheid. Ik verklaar u dat ik steeds nauwkeurig onderzoek of de berichten op waarheid berusten voor ik ze u toezend. Dat die vrouw niet weten wil dat zij er afge» vallen is of dat zij leert fietsen, daar heb ik als correspondent, geen rekening mee te hou» den. Met dank voor de plaatsing. Uw Correspondent te Middelharnis. Vergadering van den Raad der Gemeente STAD AAN 'T HARINGVLIET op Vrijdag 28 September 1923 des nam. half zeven. Present met den Voorzitter alle leden. Na opening der vergadering met gebed worden de notulen der vorige vergadering gelezen en onveranderd goedgekeurd. Aan de orde Een verzoek om een bijdrage in de kosten van de Districts»Arbeidsbeurs wordt voor ken» nisgeving aangenomen evenals de mededeeling dat de Rijksvergoeding voor het geven van vervolgonderwijs is vastgesteld op f 310. Uit een overzicht der gasfabriek over de maanden Mei—juni dezes jaars blijkt van een tekort groot f 2529.665. Notificatie. Hondenbelasting. Een suppletoir kohier wegens hondenbelas» ting wordt opgemaakt voor vier honden tot een bedrag groot zes gulden. Een verzoek van B. om vrijstelling van het betalen van hondenbelasting aangezien hij een hondje heeft gekocht voor een ander, die daarna weigerde het te nemen, wordt voor kennisgeving aangenomen, wijl verzoeker zich dan maar moet trachten te verstaan met zijn lastgever. Verzoek lantaarn Zevenster. Wordt besloten overeenkomstig het verzoek van adressanten een lantaarn in de Zevenster te laten branden. Gemeenschappelijke regeling. Wordt besloten met intrekking van de in een vorige vergadering -ontworpen gemeen» schappelijke regeling inzake de wederzijdsche toelating van kinderen op de openbare scholen een nadere regeling met Oude Tonge vast te stellen, waarbij de vergoeding zal worden be» rekend naar denzelfden maatstaf als is aange» geven in het derde lid van artikel 104 der L. O. wet 1920. Assurantie gemeentegebouwen. Met het oog op de aanzienlijke wijziging gekomen in bouwmaterialen en loonen wordt besloten de assurantiebedragen van verschil» lende gebouwen te herzien. Gemeentebegrooting 1924. Bij monde van den heer L. Braber Bzn. wordt rapport uitgebracht en overeenkomstig het voorstel der commissie besloten de be» grooting vast te stellen gewone ontvangsten en uitgaven op f 43837,055 en de buitenge» wone ontvangsten op f 10615,425 en de uit» gaven op f 100Q0.— De Voorzitter zegt de commissie dank voor onderzoek en rapport. Gratificatie Rijksveldwachter. Wordt besloten de Rijksveldwachter die 11 dezer alhier heeft dienst gedaan een gratificatie te verleenen. Woningbouw enz. van der Welle. Wordt besloten met intrekking van het in de laatste vergadering beslotene, aan v. d. Welle verlof te verleenen om voor A. van Neuren een schuurtje te bouwen in de Burgemeester Sterkstraat op den rooilijn van de schuur van Nipius, onder voorwaarde evenwel, dat aldaar nog twee huizen worden gebouwd, zooals oorspronkelijk was toegezegd. Verzoek grond Stoof. Voor het bouwen van een loods, noodig voor de plaatsing van een autobus ten behoeve van de Rotterdamsche Tram, wordt een stukje grond gevraagd, voorheen gebezigd voor mest» vaalt. Wordt besloten hierop 'niet in te gaan en bedoeld stuk grond voor zichzelf te behouden. De peeaarde zal worden gebruikt ten be» hoeve van het gemeentelijk bouwterrein en daartoe worden verzameld voor de stoof nabij den ingang van het Nachtgors. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. De vorige week kon men in ons blad vol» gend berichtje lezen «Door de firma dewed. A. C. Kolff en Zonen is de vischsloep «Oranje Nassaue verkocht aan een reederij te Maassluis. Dit was de eenig overgebleven \ischsloep«. Een simpel berichtje, dat echter voor de ouderen onder ons heel wat inhield. Reeds jaren was Middelharnis geen visschers» plaats meer, maar de enkele sloep die het nog bezat, hield toch de herinnering levendig aan wat het dorp eenmaal geweest is. En nu niets meer, dat op vroegere glorie in zake de visscherij wijst Wij achten het hier op zijn plaats nu ook de laatste visscherssloep verdwenen is, iets te vertellen over wat eenmaal de hoofdbron van bestaan van Middelharnis geweest is. De hoofdbron van bestaan, inderdaad want luistert naar het getuigenis dat gecommiteerde Raden van de Staten van Holland en West» Friesland in 1757 bij hun advies omtrent de verlenging van de haven hebben gegeven Middelharnis is een Plaats die desselfs op= komt, 'accres en voorspoed, is verschuldigt aan de vischvangst, en vooral van versche Visch, waarmeede importante Commercie, zoo op het Rijk van Engeland, als op Braband werd gedreeven, en deese plaats is daardoor onder Gods zegen zoo talrijk van Inwoon ders en tot zoo een florisante staat tot hiertoe, gebracht, als moogelijk geen een Plaats in gansch Nederland werd gevonden Dat Middelharnis eens een der eerste visschersplaatsen was, dankte het voornamelijk wel aan de ligging, welke onder de toenmalige omstandigheden bij uitstek gunstig was voor de visscherij. Immers was Middelharnis de eenige plaats in Hollind vanwaar »ter occasie van het zoute water, eenige levendige zeevisch met natteof bunschuitenzoo na Braband als elders werd vervoerde. Gedurende de 18e eeuw was Middelharnis rijk tengevolge den vischvangst. De visscherij gaf bedrijvigheid en vertier, er was een leven» dige handel in visch en ieder, zoowel am» bachtëman als winkeldoende, werkman als handelaar had er in meer of mindere mate belang bij. Reeds van het ontstaan van het dorp af aan schijnt men de visscherij beoefend te hebben. In den aanvang werden slechts kleine vaar» tuigen gebruikt met welke men zich bij dag onder de Goereesche kust, op zee begaf, 's avonds keerde men altoos weer terug. Later kwamen echter de bezanen en gaffelschuiten in de vaart. In 1708 waren er 21 gaffelschuiten in 1751 24, in 1795 52, in 1798 29, in 1804 27 en ih 1823 12. Op 9 Juli 1597 werd er op het dorpshuis te Middelharnis een vergadering gehouden, alwaar verschillende autoriteiten aanwezig wa» ren. Het doel dezer samenkomst was tot de oprichting te geraken van een vischafslag. Alle aanwezigen waren doordrongen van het groote belang om «alhier in reijn te brengen een afslach van vissche«. Een jaar later kwamen de »Conditien ende Voorwaerdene tot stand. De uitgeloofde pachtpenningen moesten overeenkomstig de bepalingen van het contract, dat tusschen het gemeentebestuur en de vis» schers gesloten was, besteed worden ten be» hoeve van de haven en den Oosthavendam. In. de 16e eeuw bezat Middelharnis een haven die Noordwaarts liep en de lengte had van 100 roeden. In een octrooi van Philips II 8 April 1567 heette het o.m. van deze haven dat zij bequam was totte zeevaert, tot boots ende bootschepen, oock deur die schoone aencomende diepte van dien, seeckere buys» sen in de winter comen nemen heure berge» nisse, wesende noch seer bequaem om alle freijnen aldaer vercocht zijnde op alle andere aevenen te mogen voeren, soo in Brabant, Hollant als Seelant®. Maar in 't laatst der 16e eeuw kwam er in dezen gunstigen toestand van de haven een wending, ze verzandde langzamerhand. De bevaarbaarheid liet spoedig veel te wen» schen over en Vooral in betrekking tot de vischschepen kwamen er groote moeilijkheden. Nu meende men door de oprichting van een vischafslag afdoende maatregelen gevon» den te hebben om de haven op de vereischte diepte te houden. Waarschijnlijk hoopte het gemeentebestuur, dat de polder zich bereid verklaren zou om in 't vervolg tegen uitkee» ring van de pachtpenningen van den vischafslag de haven zoodanig te onderhouden, dat deze voor de vischschepen bevaarbaar zou zijn. Hierin werd men echter teleurgesteld, waarop besloten werd de gelden in de dorpskas te storten. Dit is gebeurd, maar van een uitdie» pen van de haven kwam niets. Het doel van de oprichting van den vischafslag scheen mis» lukt en tusschen de jaren 1600—1610 hadden er geen verpachtingen plaats. Met 1611 brak echter een nieuw tijdvak aan. Er kwam tusschen polder en gemeentebestuur een overeenkomst tot stand, waarbij het onder» houd van de haven en den havendam ójaren werd opgedragen aan de gemeente, die gedu» rende die jaren van den polder er jaarlijksche subsidie zou ontvangen groot f 300. Hierop werd het werk tot uitdieping der haven on» middellijk ter hand genomen. Ei werd een kapitaal geleend van 375 ponden, Vlaamsch tegen 62/3 en nog enkele andere baten wist men te vinden zoodat de vischafslag wefler verpacht kon worden. Tot 1856, twee en een halve eeuw dus was Middelharnis hierop onafgebroken infl't bezit van een vischafslag. Van welk groot belang deze vischafslag voor Middelharnis geweest is moge blijken uit het feit dat het geheele Goereesche gat werd gere» kend te behooren tot het territoir van Middel» harnis. Een oogenblik scheen het, dat men een con» current zou krijgen in Hellevoetsluis, waar krachtens octrooi van de Staten van Holland en West Friesland 17 Sept. 1740 ook een visch» afslag werd opgericht. De moeilijkheden wer» den echter opgelost doordat Middelharnis met Hellevoetsluis een contract aanging waarbij de exploitatie van dien vischafslag aan Middel» harnis werd opgedragen. Tot 1806 heeft deze overeenkomst gegolden. Hierdoor behield Middelharnis de alleenheerschappij over het Goereesche gat. In den Franschen tijd leed de visscherij groot nadeel. De visscherij van Middelharnis kwijnde De zee werd onveilig door de verschillende oorlogen. Men trachtte het bedrijf nog in stand te houden door het voeren van de Deensche vlag, maar op den duur baatte dit weinig. In 1813 verminderde het aantal gaffelschuiten tot op de helft. In dezen tijd werd door de regeering een premie ingesteld voor den bouw van visscherssloepen. Deze werd in 1857 weer geheel opgeheven. Ook de afscheiding van Belgie in 1850 be» teekende voor de visscherij een ware ramp. In dien tijd toch, toen de sloepen nog bijna geregeld te Middelharnis kwamen, werd de versche visch voor het grootste gedeelte naar Belgie vervoerd. Later is dat veranderd. De schepen liepen meestal te IJmuiden binnen, soms ook te Nieuwdiep, waar de visch ver» kcrcht werd en vervoerd naar het binnenland of naar Duitschland, Over den aanvoer van visch te Middelharnis in haar bloeitijd, lezen we in het bekende werk van den heer B. Boers over de geschie» den is van Flakkee het volgende «Zeer belangrijk was somwijlen de vangst in korten tijd. Zoo werden in de maand Januari 1745 op éénen dag aangevoerd, behalve veel andere visch, 9000 Kabeljaauwen welke in 5 dagen gevangen waren. In het jaar 1747 werden aan het vischkan» toor aangegeven van 1 Nov. 1796 tot 17 April 1797—36000 levende Kabeljaauwen, 445,660 levende schelvisschen, daarenboven door vreemde visschers 20,076 levende kabeljaauwen en 172,665 levende schelvisschen. In 167 dagen waren dus aan het vischkan» toor aangegeven 56076 levende kabeljaauwen en 618,325 levende schelvisschen. In het jaar 1835 zijn van 1 November tot 15 December aangebracht ruim 250,000 schel» visschen.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1923 | | pagina 1