Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden.
IN HOG SIGNO V INGES
No. 2951
WOENSDAG 3 OCTOBER 1923
38ste JAARGANG
Bionenland.
Issgesoaadeo Stukken
Gemeenteraad.
W. BOEKHOVEN ZONEN
Uit de geschiedenis van Middelharnis
als Visschersplaats.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie inaandetE franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENT1ËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTA AN VRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Adverteniiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Alle stukke si voor de Redactie bestemd, Advertentiëa en verdere Administratie, franco toe-te zenden aan de Uitgevers
Dankbetuiging
van H.M, de Koningin.
Diep getroffen door de wijze waarop mijn
Volk de herdenking mijner regeeringsaanvaar»
ding met mij heeft gevierd, gevoel ik mij aan
het einde der feestweken, die thans achter ons
liggen, gedrongen aan allen, die, zoo hier als
over land en zee, met woord en daad er toe
hebben medegewerkt om deze gedachtenis»
viering tot eene zoo gelukkige en onuitwisch»
bare gebeurtenis in mijn leven te maken en
waarvan ik zoovelen op andere wijze niet
vermag te bereiken, nogmaals mijn hartgron»
digen dank te betuigen.
WILHELMINA.
V De Islam en de Vrouw.
De Bijbel... de Islam... en de Vrouw:
'ti Reiziger, die onlangs door 't Zuiden van
Kanaan toog en met zijn gids, een gewezen
politieofficier zat te keuvelen bij Hebron
>nder den overouden eikenboom, die nóg
'\iar Abraham is genoemd, al kan natuurlijk
niemand zekerheid geven, dat d i t nu Abra»
ham's eik« is geweest, kreeg o.a. 't gesprek
ook op de positie der Vrouw, zoo onder de
Christenen als onder den Islam.
De gids verhaalde ter illustratie iets uit zijn
praktijk bij de politie.
Hij woonde naast 'n Arabier.
'n Aangenaam mensch in den omgang, met
goede manieren, van aanzienlijke afkomst en
zeer gezien bij zijn volk en daarbuiten.
Dus niet de eerste de beste »bruut«.
Hij had een lieve, jonge vrouw van wie
hij veel hield.
Maar, zoo verhaalde de gids
Op een avond, toen ik thuiskwam,
hoorde ik een vreeselijk gegil bij de bu»
ren. Ik snelde erheen, maar vond de deur
gesloten, ik trapte deze in en zag de jonge
vrouw naakt op den grond liggen. Over
haar stond haar echtgenoot, die haar met
een zweep onbramhartig afranselde, haar
rug was reeds bedekt met gapende wonden
Ik greep de zweep, scheide hem van zijne
ongelukkige vrouw, gaf hem een dracht
slagen, dat hij er voor zijn leven genoeg
aan had en bracht hem naar het politie»
bureau. Daar bleek, dat de vrouw op
straat even haar sluier had opgelicht en
andere mannen haar gezien hadden. Hier»
voor moest zij op dergelijke wijze boeten.
Al laat ik nu ten vólle gelden, dat zij daar»
mee tegen de Oostersche zede gezondigd had
dan nóg, hoe duidelijk blijkt het niet uit
al zulke voorbeelden, dat Christus alléén de
ware «vrijmaking der Vrouw« heeft gebracht.
't Christendom eert in de Vrouw den Mensch.
Mét den manmede»erfgenaam van Chris»
tus
Op uw Wachtpost.
Thans blazen we alarm
Zoolang de socialisten in hun pers hun
leugenactie stegen de Vlootwet® voerden, kon»
den we volstaan met aan te toonen hoe et
gelogen werd en wordt. Daar zijn er maar
■weinigen onder ons, die geregeld die pers
Hezen.
Al zouden ze 't reeds laten om de wijze waar»
op sommige schrijvers geregeld Gods Woord
en het Christendom bezwadderen.
De meeting van Zondag
Och, daar hoefden wé heelemaal niet voor
te waarschuwen onze menschen zijn gewoon
den Dag des Heeren anders door te brengen.
Maar nü klinke 't alarmsein.
Thans, - ieder op zijn wachtpost.
Want nu komt men huis»aan»huis.
Nu wordt elke volwassen man en elke vol»
wassen vrouw aangeklampt om te teeke»
n e n.
Wéér een nieuw »volkspetitionement«.
Net als voor kort tegen de zoogenaamde on»
'derwijsverslechtering.
Nu gaat het «Tegen de Vlootwet«.
En o, dat 1 ij k t zoo mooi
Men zal u afvragen, of ge dan niet tegen
den Oorlog zijt; of gij dat menschendooden
niet allerverschrikkelijkst vindtof 't dan niet
waar is, dat een de éérste moet zijnmen
zal u voorrekenen hoeveel geld of gij per»
soonlijk aan die 300 mill, meebetalen moet(!)
men zal u spreken van Neêrlands roeping
onder de natiën, om zich weerloos te maken
men zal u vragenwat hebben w ij met die
»Oost« te maken die is maar om kapitalisten
te verrijken.
Zóó zal het gaan en veel erger nog.
Nu de Vlootwet aan de orde komt, hopen
we haar ook nader te bezien, wat er van al
deze dingen is.
Maar intusschen, geen onzer teekene.—
De roode vogelaar zit op 't vinketouw.
Het vorige petitionement, tegen de Onder»
wijsbederf(! ging nog uit van Links, maar
thans is het de S, D. A. P. alléén.
Ge wordt gevraagd tegen de »Vlootwet«.
En wij behooren er voor te zijn.
We zien wel later waarom.
Maar weet wel: ge teekent vóór de S.D.A.P.
Troelstra heeft op de meeting te Amsterdam
j.l. Zondag ronduit geiegd Er is geen red»
ding dan van het moderne proletariaater is
geen redding dan van het socialisme
Zóó beschouwt [dus de leiding daar ginds
héél deze actie. Men vraagt u te teekenen
tegen de «Vlootwet«. Dat reeds móógt gij
niet, omdat ge 't vaderland niet weerloos te
vondeling leggen moogt, noch in de Oost.
Maar ge teekent indirect vóór de S.D.A.P.
Let maar op Troelstra's woord.
De wacht betrokken dus, broeders en zusters 1
Geen enkele naam van één der onzen
die op de »roode« lijsten komen mag.—
s,!' Ambtenaars=salarissen.
De bladen staan vol met berichten en stukken
Natuurlijk wenschen ook wij het betrokken
onderdeel van 's ministers bezuinigingsplannen
te bespreken en komen dan vanzelf ook op
de kwestie van artikel 40, die de gemoe»
deren zoozeer in beroering brengt.
Daar mag men niet overheen loopcn.
Dwazer besluit heeft nooit eenige Regeering
genomen, dan toen de ónze met een «Eeuwig
Edict® plechtig ging verzekeren Voor aller
toekomsten toekomst, o ambtenarenwat er
ook gcbeure, verzéker ik u, dat uw salaris
zooals het op 1 Juli '22 was, nóóit vermin»
derd worden zal.
Maar die woorden staan er.
Daar hebben de ambtenaren gelijk in.
Alleen vergeten zij in hun stukken t e zeer,
dat we met elkaar geen kinderen zijn en dat
ook zij wel begrijpen, hoe de Regeering niet
betalen kan van het Tekort.
Als staatsburgers moeten zij dus niet
hoofd voor hoofd, niaar als groep óók
weten te zeggen, waar onze Regeering dan
die 30 millioen vandaan moet halen, waarop
zij met art. 40 in de linkerhand, de rechter»
hand leggen.
«Halen waar 't z i t«, zei men vroeger.
Doch hiermee zullen we 't met elkaar wel
eens zijn dat het op 't oogenblik nérgens
meer zit en dat we met elkaar er zoo goed
en zoo kwaad mogelijk moeten trachten door
te komen, hoe hard dit ook is.
Want het is voor allen hard.
't Onderscheid is alleen in 't privaat bedrijf
hebben de meesten hun knauw al be et.
Met dit verschil, dat daar 't meeste leed bin»
nenshuis gedragen is en wordtmen merkt
er zoo niets van.
De Girosverwarring.
Een sterk staaltje
Ten bewijze hoe noodig het is, dat spoe»
dig verandering komt in den hopeloozen
toestand bij den Girodienst, noemt het »Hbl.«
het volgende staaltje van slordigheid:
Een groote instelling, wier tegoed bij den
Postchéque» en Girodienst zich gewoonlijk
tusschen f 25,000.en f 50,000 beweegt en
laatstgenoemd cijfer nooit aanmerkelijk over»
treft, had de vorige week een afrekening ont»
vangen met een creditsaldo van f 21,573.12,
zegge een goede twintig mille. Dit saldo kan
ongeveer juist zijn geweest, behoudens betrek»
kelijk ondergeschikte verschillen, die bij
den tegenwoordigen toestand van den Giro»
dienst nu eenmaal op den koop toe moeten
worden genomen. Zonder dat er noemenswaar»
l 1l afschrijvingen op de rekening kun»
nen hebben plaats gehad, aangezien bedoelde
instelling, evenals zoovelen, het gebruik van
.f\ .Ir, lenst thans zooveel mogelijk ver»
mijdt, is in het begin dezer week een nieuwe
afrekening ontvangen, welke opent met een
credietsaldo vorige rekening van f6.846,834.51,
oftewel een kleine zeven millioen gulden. De
directie van de bedoelde instelling behoort
gelukkig niet tot degenen die misbruik zul»
len maken van een dergelijke ongehoorde vrij»
gevigheid. Van de fout is dadelijk kennis ge»
geven aan de directie van den postcheque» en
Girodienst.
Verzoek aan Rekeninghouders,
Ter bespoediging van het opsporen van de
fouten welke in de administratie van den
postcheque» en girodienst zijn ontstaan, zal
dc^e dienst aan rekeninghouders per circulaire
het verzoek doen, daarbij behulpzaam te zijn
Aan alle rekeninghouders zal verzocht wor»
den, per keerende post aan den postcheque»
en girodienst te 's»Gravenhage opgave te doen
van hun saldo per 24 .Augustus 1923, volgens
de laatste, rechtstreeks van het postkantoor
(dus niet van het centraal kantoor te 's»Gra»
venhage), ontvangen opgave.
De postchéque» en girodienst hoopt op deze
wijze binnen enkele dagen in het bezit te zijn
van belangrijke contröle=materiaal, ter verge»
lijking met zijn administratie.
Een nieuw contrölesbureau voor het ver»
w erken van dit contróle»materiral word inge»
richt.
De postchéque» en girodienst zal sneller
dan voorheen zich met rekeninghouders in
verbinding kunnen stellen, omdat gisteren
een nieuw telegraafkantoor in het gebouw
van den postcheque» en girodienst aan het
Spaarneplein in den Haag in werking is ge»
treden.
De winterdienstcegeling der Spoorwegen.
De winterdienstregeling van de Ned. Spoor»
wegen zal met ingang van 7 October in wer»
king treden. Zooals gewoonlijk is de dienst»
regeling van tal van treinen eenigszins ver»
vroegd of vertraagd, hetgeen echter veelal een
kwestie is van enkele minuten. Over het al»
gemeen verschilt de zomerdienstregeling niet
in belangrijke mate van den a.s. winterdienst.
En vooral ingrijpende wijzigingen komen na»
genoeg niet voor. Slechts weinige treinen vallen
uitdaartegenover staat echter, dat er eenige
treinen ingelascht zijn, terwijl verschillende
aansluitingen min of meer gewijzigd zijn.
De Copie van Ingezonden Stukken die niet ge»
plaatst zijn wordt niet teruggegeven. Buiten
verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgeven
Mijnheer de Redacteur
Met verbazing las ik het tegenbericht in
het nummer van Zaterdag j.l. Als zou» de
vrouw van den heer A. P. de Graaf niet van
de fiets gevallen zijn, daarbij vermeldende dat
deze vrouw niet fietst en zij er dus niet afvallen
kan. Ik herhaal, mijnheer de Redacteur, dat
die vrouw wel op de fiets heeft gezeten, ik kan
dit met ooggetuigen bevestigen die gezien heb»
ben dat zij er op zat om het te leeren, haar
dienstbode was haar hierbij behulpzaam. Dus
uw correspondent treft in dezen geen schuld
van onnauwkeurigheid. Ik verklaar u dat ik
steeds nauwkeurig onderzoek of de berichten
op waarheid berusten voor ik ze u toezend.
Dat die vrouw niet weten wil dat zij er afge»
vallen is of dat zij leert fietsen, daar heb ik
als correspondent, geen rekening mee te hou»
den. Met dank voor de plaatsing.
Uw Correspondent te Middelharnis.
Vergadering van den Raad der Gemeente
STAD AAN 'T HARINGVLIET op
Vrijdag 28 September 1923 des nam.
half zeven.
Present met den Voorzitter alle leden.
Na opening der vergadering met gebed
worden de notulen der vorige vergadering
gelezen en onveranderd goedgekeurd.
Aan de orde
Een verzoek om een bijdrage in de kosten
van de Districts»Arbeidsbeurs wordt voor ken»
nisgeving aangenomen evenals de mededeeling
dat de Rijksvergoeding voor het geven van
vervolgonderwijs is vastgesteld op f 310.
Uit een overzicht der gasfabriek over de
maanden Mei—juni dezes jaars blijkt van een
tekort groot f 2529.665. Notificatie.
Hondenbelasting.
Een suppletoir kohier wegens hondenbelas»
ting wordt opgemaakt voor vier honden tot
een bedrag groot zes gulden.
Een verzoek van B. om vrijstelling van het
betalen van hondenbelasting aangezien hij
een hondje heeft gekocht voor een ander, die
daarna weigerde het te nemen, wordt voor
kennisgeving aangenomen, wijl verzoeker zich
dan maar moet trachten te verstaan met zijn
lastgever.
Verzoek lantaarn Zevenster.
Wordt besloten overeenkomstig het verzoek
van adressanten een lantaarn in de Zevenster
te laten branden.
Gemeenschappelijke regeling.
Wordt besloten met intrekking van de in
een vorige vergadering -ontworpen gemeen»
schappelijke regeling inzake de wederzijdsche
toelating van kinderen op de openbare scholen
een nadere regeling met Oude Tonge vast te
stellen, waarbij de vergoeding zal worden be»
rekend naar denzelfden maatstaf als is aange»
geven in het derde lid van artikel 104 der
L. O. wet 1920.
Assurantie gemeentegebouwen.
Met het oog op de aanzienlijke wijziging
gekomen in bouwmaterialen en loonen wordt
besloten de assurantiebedragen van verschil»
lende gebouwen te herzien.
Gemeentebegrooting 1924.
Bij monde van den heer L. Braber Bzn.
wordt rapport uitgebracht en overeenkomstig
het voorstel der commissie besloten de be»
grooting vast te stellen gewone ontvangsten
en uitgaven op f 43837,055 en de buitenge»
wone ontvangsten op f 10615,425 en de uit»
gaven op f 100Q0.— De Voorzitter zegt de
commissie dank voor onderzoek en rapport.
Gratificatie Rijksveldwachter.
Wordt besloten de Rijksveldwachter die 11
dezer alhier heeft dienst gedaan een gratificatie
te verleenen.
Woningbouw enz. van der Welle.
Wordt besloten met intrekking van het in
de laatste vergadering beslotene, aan v. d. Welle
verlof te verleenen om voor A. van Neuren
een schuurtje te bouwen in de Burgemeester
Sterkstraat op den rooilijn van de schuur van
Nipius, onder voorwaarde evenwel, dat aldaar
nog twee huizen worden gebouwd, zooals
oorspronkelijk was toegezegd.
Verzoek grond Stoof.
Voor het bouwen van een loods, noodig
voor de plaatsing van een autobus ten behoeve
van de Rotterdamsche Tram, wordt een stukje
grond gevraagd, voorheen gebezigd voor mest»
vaalt.
Wordt besloten hierop 'niet in te gaan en
bedoeld stuk grond voor zichzelf te behouden.
De peeaarde zal worden gebruikt ten be»
hoeve van het gemeentelijk bouwterrein en
daartoe worden verzameld voor de stoof nabij
den ingang van het Nachtgors.
Niets meer te behandelen zijnde, sluit de
Voorzitter de vergadering.
De vorige week kon men in ons blad vol»
gend berichtje lezen
«Door de firma dewed. A. C. Kolff en Zonen
is de vischsloep «Oranje Nassaue verkocht aan
een reederij te Maassluis. Dit was de eenig
overgebleven \ischsloep«.
Een simpel berichtje, dat echter voor de
ouderen onder ons heel wat inhield.
Reeds jaren was Middelharnis geen visschers»
plaats meer, maar de enkele sloep die het nog
bezat, hield toch de herinnering levendig aan
wat het dorp eenmaal geweest is. En nu niets
meer, dat op vroegere glorie in zake de visscherij
wijst
Wij achten het hier op zijn plaats nu ook
de laatste visscherssloep verdwenen is, iets te
vertellen over wat eenmaal de hoofdbron van
bestaan van Middelharnis geweest is.
De hoofdbron van bestaan, inderdaad want
luistert naar het getuigenis dat gecommiteerde
Raden van de Staten van Holland en West»
Friesland in 1757 bij hun advies omtrent de
verlenging van de haven hebben gegeven
Middelharnis is een Plaats die desselfs op=
komt, 'accres en voorspoed, is verschuldigt
aan de vischvangst, en vooral van versche
Visch, waarmeede importante Commercie, zoo
op het Rijk van Engeland, als op Braband
werd gedreeven, en deese plaats is daardoor
onder Gods zegen zoo talrijk van Inwoon
ders en tot zoo een florisante staat tot hiertoe,
gebracht, als moogelijk geen een Plaats in
gansch Nederland werd gevonden
Dat Middelharnis eens een der eerste
visschersplaatsen was, dankte het voornamelijk
wel aan de ligging, welke onder de toenmalige
omstandigheden bij uitstek gunstig was voor
de visscherij. Immers was Middelharnis de
eenige plaats in Hollind vanwaar »ter occasie
van het zoute water, eenige levendige zeevisch
met natteof bunschuitenzoo na Braband als
elders werd vervoerde.
Gedurende de 18e eeuw was Middelharnis
rijk tengevolge den vischvangst. De visscherij
gaf bedrijvigheid en vertier, er was een leven»
dige handel in visch en ieder, zoowel am»
bachtëman als winkeldoende, werkman als
handelaar had er in meer of mindere mate
belang bij.
Reeds van het ontstaan van het dorp af aan
schijnt men de visscherij beoefend te hebben.
In den aanvang werden slechts kleine vaar»
tuigen gebruikt met welke men zich bij dag
onder de Goereesche kust, op zee begaf, 's
avonds keerde men altoos weer terug. Later
kwamen echter de bezanen en gaffelschuiten
in de vaart.
In 1708 waren er 21 gaffelschuiten in 1751
24, in 1795 52, in 1798 29, in 1804 27 en ih
1823 12.
Op 9 Juli 1597 werd er op het dorpshuis
te Middelharnis een vergadering gehouden,
alwaar verschillende autoriteiten aanwezig wa»
ren. Het doel dezer samenkomst was tot de
oprichting te geraken van een vischafslag.
Alle aanwezigen waren doordrongen van het
groote belang om «alhier in reijn te brengen
een afslach van vissche«. Een jaar later kwamen
de »Conditien ende Voorwaerdene tot stand.
De uitgeloofde pachtpenningen moesten
overeenkomstig de bepalingen van het contract,
dat tusschen het gemeentebestuur en de vis»
schers gesloten was, besteed worden ten be»
hoeve van de haven en den Oosthavendam.
In. de 16e eeuw bezat Middelharnis een
haven die Noordwaarts liep en de lengte had
van 100 roeden. In een octrooi van Philips
II 8 April 1567 heette het o.m. van deze haven
dat zij bequam was totte zeevaert, tot boots
ende bootschepen, oock deur die schoone
aencomende diepte van dien, seeckere buys»
sen in de winter comen nemen heure berge»
nisse, wesende noch seer bequaem om alle
freijnen aldaer vercocht zijnde op alle andere
aevenen te mogen voeren, soo in Brabant,
Hollant als Seelant®.
Maar in 't laatst der 16e eeuw kwam er in
dezen gunstigen toestand van de haven een
wending, ze verzandde langzamerhand.
De bevaarbaarheid liet spoedig veel te wen»
schen over en Vooral in betrekking tot de
vischschepen kwamen er groote moeilijkheden.
Nu meende men door de oprichting van
een vischafslag afdoende maatregelen gevon»
den te hebben om de haven op de vereischte
diepte te houden. Waarschijnlijk hoopte het
gemeentebestuur, dat de polder zich bereid
verklaren zou om in 't vervolg tegen uitkee»
ring van de pachtpenningen van den vischafslag
de haven zoodanig te onderhouden, dat deze
voor de vischschepen bevaarbaar zou zijn.
Hierin werd men echter teleurgesteld, waarop
besloten werd de gelden in de dorpskas te
storten. Dit is gebeurd, maar van een uitdie»
pen van de haven kwam niets. Het doel van
de oprichting van den vischafslag scheen mis»
lukt en tusschen de jaren 1600—1610 hadden
er geen verpachtingen plaats.
Met 1611 brak echter een nieuw tijdvak aan.
Er kwam tusschen polder en gemeentebestuur
een overeenkomst tot stand, waarbij het onder»
houd van de haven en den havendam ójaren
werd opgedragen aan de gemeente, die gedu»
rende die jaren van den polder er jaarlijksche
subsidie zou ontvangen groot f 300. Hierop
werd het werk tot uitdieping der haven on»
middellijk ter hand genomen. Ei werd een
kapitaal geleend van 375 ponden, Vlaamsch
tegen 62/3 en nog enkele andere baten wist
men te vinden zoodat de vischafslag wefler
verpacht kon worden.
Tot 1856, twee en een halve eeuw dus was
Middelharnis hierop onafgebroken infl't bezit
van een vischafslag.
Van welk groot belang deze vischafslag voor
Middelharnis geweest is moge blijken uit het
feit dat het geheele Goereesche gat werd gere»
kend te behooren tot het territoir van Middel»
harnis.
Een oogenblik scheen het, dat men een con»
current zou krijgen in Hellevoetsluis, waar
krachtens octrooi van de Staten van Holland
en West Friesland 17 Sept. 1740 ook een visch»
afslag werd opgericht. De moeilijkheden wer»
den echter opgelost doordat Middelharnis met
Hellevoetsluis een contract aanging waarbij
de exploitatie van dien vischafslag aan Middel»
harnis werd opgedragen. Tot 1806 heeft deze
overeenkomst gegolden. Hierdoor behield
Middelharnis de alleenheerschappij over het
Goereesche gat.
In den Franschen tijd leed de visscherij groot
nadeel. De visscherij van Middelharnis kwijnde
De zee werd onveilig door de verschillende
oorlogen. Men trachtte het bedrijf nog in stand
te houden door het voeren van de Deensche
vlag, maar op den duur baatte dit weinig.
In 1813 verminderde het aantal gaffelschuiten
tot op de helft. In dezen tijd werd door de
regeering een premie ingesteld voor den bouw
van visscherssloepen. Deze werd in 1857 weer
geheel opgeheven.
Ook de afscheiding van Belgie in 1850 be»
teekende voor de visscherij een ware ramp.
In dien tijd toch, toen de sloepen nog bijna
geregeld te Middelharnis kwamen, werd de
versche visch voor het grootste gedeelte naar
Belgie vervoerd. Later is dat veranderd. De
schepen liepen meestal te IJmuiden binnen,
soms ook te Nieuwdiep, waar de visch ver»
kcrcht werd en vervoerd naar het binnenland
of naar Duitschland,
Over den aanvoer van visch te Middelharnis
in haar bloeitijd, lezen we in het bekende
werk van den heer B. Boers over de geschie»
den is van Flakkee het volgende
«Zeer belangrijk was somwijlen de vangst
in korten tijd. Zoo werden in de maand Januari
1745 op éénen dag aangevoerd, behalve veel
andere visch, 9000 Kabeljaauwen welke in 5
dagen gevangen waren.
In het jaar 1747 werden aan het vischkan»
toor aangegeven van 1 Nov. 1796 tot 17 April
1797—36000 levende Kabeljaauwen, 445,660
levende schelvisschen, daarenboven door
vreemde visschers 20,076 levende kabeljaauwen
en 172,665 levende schelvisschen.
In 167 dagen waren dus aan het vischkan»
toor aangegeven 56076 levende kabeljaauwen
en 618,325 levende schelvisschen.
In het jaar 1835 zijn van 1 November tot
15 December aangebracht ruim 250,000 schel»
visschen.