Buitenland.
Gemengd Nieuws.
Ingezonden Stukken
de plechtigheid veel, maar men moet in de
pers niet doen, of 't nu es iets extra's zal
zijn of 't g e w o o n, als we »maar« komen
voor de Zondagsche prediking des Woords
en den dienst der gebeden maar zoo»zoo is,
doch n u, Kroningsfeest, buitengewoon,
de moeite waard te aanschouwen
Z o o is onze calvinistische zede niet.
Onze Koningin en het vloeken.
In «Het Zoeklicht« deelt de heer A von
Steiger de volgende anecdote mede uit de
jeugd onzer Koningin, toen Zij als jong meisje
met haar Moeder meerdere jaren achtereen
's zomers eenigen tijd in Zwitserland, niet ver
van Spiez aan het meer van Thun doorbracht.
Herhaaldelijk lieten de Koningin»Moeder en
de Prinses zich over het meer roeien om te
Marlingen of elders van het natuurschoon te
genieten. Maar ziet, eens op den terugtocht,
begint het plotseling op een ontzettende manier
te waaien en niet lang daarna breekt er een
zwaar onweer Iqs. De roeiers, ruwe dorpsbe»
woners, die anders niet voor een kleintje ver»
vaard zijn, vreezen dat het wel eens verkeerd
zou kunnen loopen. Daar begint me een van
beiden in zijn angst voor zijn hooge passagiers
den anderen roeier uit te vloeken, dat hij zich
meer moet inspannen, eerst nog binnensmonds
maar hij vergeet spoedig alles om zich heen
in zijn strijd om intijds den oever te bereiken.
Het opspelen en vloeken wordt al luider en
luider, totdat eindelijk onze kleine Koningin
van haar bankje, waar zij tot nu toe stil ineen»
gedoken had gezeten, de mannen luid en
duidelijk toespreekt: «Mannen, schamen jullie
je niet zulke vreeselijke woorden te zeggen,
z o o te vloeken in onze nabijheid En als je
je niet schaamt voor ons, schaam je je dan
niet voor God, Die je hoort en je op die
manier zeker niet zal helpen
Het hoeft met gezegd, dat de mannen da»
nelijk zwegen en in stille bewondering keken
naar dat Koninginnetje, dat zoo moedig haar
stem liet hooren tegen den bulderenden wind
in. Gelukkig kwamen ze ten slotte veilig en
wel met hun kostbaren last aan het veilige
strand aan.
Een politieschandaal
De hoofdcommissaris van politie te Batavia,
de heer C. van R., is, in verband met ernstige
vermoedens tegen zijn beleid en zijn financieel
beheer, Zaterdagochtend geschorst.
(De heer Van R. was vroeger inspecteur van
politie te 's»Gravenhage).
Aan De Courant wordt uit Weltevreden
gemeld
«Groot opzien is hier gewekt door de ont»
dekking van een uitgebreid politieschandaal,
dat zijn vertakkingen moet hebben over ge»
heel Java.
In verband met een aantal anonieme brieven
werd een onderzoek ingesteld naar de admi»
nistratie bij de politie. Men vond, dat er ernstige
fraude was gepleegd met de loonstaten. Het
tekort moet in de honderdduizenden loopen.
Bovendien kwam aan het licht, dat er in de
benedenstad van Batavia een ware politie»ter»
reur heerscht. Bordeelen en speelholen hebben
zich de medewerking en bescherming van de
politie weten te verzekeren.
Ook hebben dezelfde schuldigen zich bezig»
gehouden met opiumsmokkelen.«
Het blad meldt ten slotte, dat de hoofd»
commissaris en eenige ondergeschikten gear»
resteerd zijn.
Kleinzielige pruttelarij.
Het hoofd van een groot gezin jubileert,
en alle leden van dat gezin vieren feest
blij omdat zij nu toonen kunnen hun liefde
en waardeering voor de jubileerende.
Maar nu is er een oude oom in de familie,
een eerste klas pruttelaar, die heelemaal niet
begrijpen kan, waarom z'n mede»familieleden
nu zoo blij zijn, en daarover in een hoekje
zit te mopperen, zoekend naar een aanmer»
king op al dat feestbetoon.
Aan dien ouden oom hebben we gedacht
zoo dikwijls we in de feestweek Het Volk
hebben gelezen, dat ook op zijn wijze ver»
slag deed van de feestvieringen. Klonk daarin
een toon van dankbaarheid omdat de s. d. a.
p. in die vijf en. twintig jaar van H. M.'s
regeering zich in rust en vrede heeft kunnen
ontwikkelen Mochten we daarin een toon
van blijdschap beluisteren als deze: hoe heerlijk
dat de vergissing van 1918 een vergissing
was anders zaten onze leiders nu waarschijn»
lijk in de gevangenis en kregen we een mil»
liard gulden voor één dollar Hoe wijs toch
heeit de Koningin, heeft de Regeering het
land bestuurd
Niets van dit alles.
De oude oom pruttelt en zoekt aanmerkin»
gen. En omdat hij niets vinden kan, blaast
hij kleine dingen tot groote op. Donderdag»
avond bij den tocht met de gouden koets is
er op het Leidscheplein gedrang geweest. Vele
mcnschen zijn er bij flauw gevallen. De schuld
lag aan een samenloop van te betreuren om»
standigheden.
GelukkigDaar heeft de pruttelaar wat I
Twee kolom in Het Volk met z.g.n. onder»
hoofdjes als»de eerste slachtoffers«, en met
dit pathetische slot
«Met het hoera»geroep, dat opstijgt als de
gouden koets onder den baldakijn stil houdt,
vermengt zich het angstig gegil van vrouwen
en meisjes en het geschrei van verdwaalde
kinderen, die aan de hoede van een politie»
agent zijn toevertrouwd
Het Volk moet maar eens bij den Directeur
v. den Gezondheidsdienst informeeren, welk
type menschen onder de ilauwvallers be»
hooren.
Maar, er viel weer wat te pruttelen en daar
was het »oom« om te doen.
Van de vaandelhulde werd gezegd«ach,
een aantal onbeteekenende organisaties«.
Kan het ldeinzieliger
Er is maar één troost. In de geschiedenis
is het altoos zoo geweest.
Want immers in het verhaal van Israel's
eersten koning, in de vaderlandsche historie,
dus van menigen s. d. a. p.er lezen we reeds
«Toen juichte het gansche volk, en zij zei»
den De Koning leve
»Doch de kinderen Belials zeidenzoude
ons deze verlossen En zij verachten hem en
brachten hem geen geschenk.«
Doch en dit is een zeer behartenswaar»
dig woord er staat bij «doch hij (de Ko»
ning) was als doof.«
Reeds sehonken we teveel eer aan »oom's«
gepruttel. «De Stand.«
Einde van het lijdelijk verzet?
In politieke kringen te Brussel blijft, naar
de N. R. Ct. meldt, de indruk bestaan be»
rustend op inlichtingen uit Duitschland
dat men binnenkort van Duitschland een
mededeeling kan tegemoet zien en dat men
weldra het eind van het lijdelijk verzet in de
Roer kan verwachten.
In dit verband is misschien ook van be
teekenis hetgeen de Duitsche minister van
Binnenlandsche Zaken, Sollmann, verklaarde
aan een vrouwen»deputatie, welke hij ont»
ving.
De kern van den tegenwoordigen toestand
zoo zeide hij, is de noodzakelijkheid van een
vergelijk tusschen Frankrijk en Duitschland,
zulks natuurlijk in overleg met de overige
Entente»staten. Alles wat daarbuiten valt is
van later zorg.
»Vier jaar lang, aldus Sollmann, hebben wij
socialisten, er naar gestreefd deze gedachte
in Duitschland populair te maken. Ik wensch
niemand te beschuldigen. Wij weten, dat in
Duitschland fouten worden begaan, doch aan
den anderen kant heeft ons socialistiseh stre»
ven bij Frankrijk geen instemming gevonden.
De Fransche politiek heeft speciaal gedurende
de bezetting van het Roergebied de socialis»
ten niet hervormd tot pacifisten, doch tot
nationalisten. Indien niet geheel Europa in
gevaar wil gebracht worden, moeten wij nu
tot een zeer spoedig vergelijk met Frankrijk
komen. Slechts na langdurig overleg zijn de
socialisten in deze regeering getreden, en dan
nog met het vaste besluit, de Roerbezetting
tot een einde te brengen.
Mededeelingen van de Rijksregeering, en
in 't bijzonder van de Rijkskanselier hebben
de wereld getoond, dat er in de buitenland»
sche politiek een daadwerkelijke ommekeer
heeft plaatsgevonden. Wij zijn bereid en ge»
negen met de Entente, en speciaal met Frank»
rijk, nauwe overeenkomsten te sluiten, die
ons de zekerheid verschaffen, dat niet alleen
het Roergebied en het Rijnland, niet van
Duitschland zullen worden afgescheiden, doch
dat binnenkort ook in deze landen het Duit»
sche gezag weder zal zijn gevestigd. Wij zijn
ons er van bewust, dat dit niet door beraad»
slagingen en verdragen kan worden verwe»
zenlijkt, doch slechts door een groote inspan»
ning van het Duitsche economische leven.
Wij zijn bereid dit te doen, doch wij zijn
niet bereid, en dat zou geen enkele Duit»
sche regeering zijn, in te gaan op eenige
voorwaarde, die een verbrokkeling van het
Rijk zou beteekenen. Wij willen Frankrijk,
behalve de herstelkosten, ook iederen moge»
lijken waarborg tegen een nieuwen oorlog
aan den Rijn geven.
Afscheiding van Duitsche gebieden, in wel»
ken vorm dan ook, zullen wij niet toelaten.
leder lid van het tegenwoordige rijljskabi»
net is vrij van nationalisme. Wij zijn allen
Duitschers en wenschen de eenheid van het
Rijk, doch chauvinisme en ophitsingen zul»
len door ons worden tegengegaan en bestre»
den.
Wij erkennen de militaire nederlaag van
Duitschland in 1918 als een vaststaand feit,
en trekken daaruit onze conclusies.
Het is de plicht der Fransche regeering dit
feit, waaruit onze bereidwilligheid tot een
herstel naar de kracht van ons vermogen
voortspruit, niet door onnoodige ontmoedi»
gingen ondragelijk te maken. Waarom is dit
eigenlijk noodig, na de zware voorwaarden
voor den wapenstilstand van 1918 en het
vredesverdrag van 1918? Van de armzalige
woorden prestige en capitulatie kan het lot
van MiddelsEuropa afhangen, wanneer het
conflict maar steeds voortduurt. Het is on»
begrijpelijk, welk duurzaam voordeel Frank»
rijk in de verwarde toestanden, die het doet
voortduren, ziet. Het is de plicht van alle
vrienden van den vrede, de Fransche politiek
te leiden in de banen van een vergelijk. De
Duitsche regeering is vast besloten deze bui»
tenlandsche politiek voort te zetten en in het
binnenland met alle middelen, die den Staat
ten dienste staan, de agitatie van rechts en
links-tegen te gaan.
Alle energie moet echter wel te kort schie»
ten, wanneer in Duitschland de massa ver»
twijfeld raakt door de ineenstorting van het
economisch leven. Ook een leger en een
politiemacht kunnen tegen een honger van
millioenen menschen niets uitrichten.
Wij willen ons Duitsche vaderland redden
en Europa den vrede brengen dit is het stre»
ven der Rijksregeering.
De ontzettende ramp in Japan.
Uit Tokio wordt gemeld, dat de afdeelingen,
die zich met reddingswerk bezig houden, mede»
deeling van belangrijke vorderingen hebben
gedaan.
Mén is o.a. er in geslaagd een zekere fami»
lie del Carril te redden, vader, moeder en
dochters. Zij werden van onder de .ruïne van
het spoorwegstation te Tokio vandaan gehaald.
In een vreeselijken toestand hadden deze
slachtoffers vanaf den dag der groote
aardbeving gelegen, totdat men hen ten slotte
de reddende hand toestak.
Het «Europeesche« gedeelte van Tokio is
niet minder dan 30 voet weggezakt.
Tot het herstellen van beide stadsgedeelten
zijn reeds maatregelen getroffen
Tot Donderdag j.l. waren in Yoshima twee»
duizend dooden geborgen. In ITonjoku meer
dan 32 duizend.
Van de lagere scholen is niet één gespaard
gebleven. Niet minder dan 118 zijn totaal
versplinterd
Omtrent de buitenlandsche legaties kan thans
met zekerheid worden gemeld, dat de Ameri»
kaansche, Spaansche, en Fransche ambassades
alsmede de Chineesche, Braziliaansehe en Chi»
leensche legaties, in vlammen zijn opgegaan.
De Britsche, Duitsche en Belgische ambas»
sades zijn gedeeltelijk ingestort of verbrand.
Het hulpfonds van den Lord»Mayor van
Londen is nu 75,000 pond Sterling groot.
Het aantal slachtoffers te Yokohama is
officieel vastgesteld en bedraagt 23.000 dooden
en 40.000 gewonden. In het ITakone»district
zijn er 10,000 dooden.
Ontzettende bijzonderheden over de ramp te
Tokio en Yokohama.
Zaterdag heeft het s.s. «Empres of Canada«
1200 vluchtelingen uit Japan te Shanghai aan
wal gezet. En nu voelt men pas als van nabij
al het ontzettende van de gebeurtenissen in
het land van de Rijzende Zon.
Er is in Yokohama slechts één schok ge»
voeld en de groote handelsstad was in 30 sec.
met den grond gelijk gemaakt. Menschen, die
het gebeuren vanuit zee zagen, vertellen, dat
de stld in gloed stond alsof het een vulkaan
was. De petroleumtanks aan den heuvelkant
barstten open en millioenen tonnen aardolie
werden in de haven uitgestort. De zee werd
een vuurmassa en duizenden menschen, die in
het water waren gesprongen, kwamen om. In
de straten vielen de electrische geleidingen
omlaag en taUoce personen werden door den
stroom gedood. De gevangenen ontsnapten en
sloegen onmiddellijk, te midden der verwar»
ring, aan het plunderen en moorden men zegt,
dat hun slachtoffers zeer talrijk zijn. Kapitein
Swain, van de Canadian Pacific, werden beide
beenen verpletterd doordat het huis instortte,
maar hij bleef de redders, blanken en Japan»
ners, voortdurend aanvuren, zoodat nog velen
uit de puinhoopen konden worden gered.
Overal ontstonden kuilen, waarin een auto»
mobiel geheel^zou kunnen verdwijnen en de
wegen werden als opengereten. En dagen lang
hing over de stad de verstikkende, walgelijke
geur van verbrand menschenvleesch. Maar in
aie afgrijselijke atmosfeer werkten Britsche
matrozen en Japanners samen en verrichtten
daden van bovenmenschelijke zelfopoffering.
Vreeselijk bleek ook al spoedig het volslagen
gebrek aan drinkwater. De tallooze gewonden
hadden een hartverscheurend gekerm aange»
heven, doch vergeefs En daar tusschen door
knalden de schoten van de soldaten, die jacht
maakten op de ellendelingen, die roofden en
moorden temidden der verschrikking. Tot zelfs
de laagste koelies deden meer dan hun plicht.
Een man stond te midden der vlammen .en
hielp vrouwen en kinderen ontvluchten, tot
hij door den rook verstikt neerviel.
Vol afschuw nog leest men het Edgar—
Allan—Poesverhaal, dat een der geredde da»
mes, Miss Couts, deed Een tramwagen stond
onbewegelijk op de rails, en toen we naderbij
kwamen, zagen we dat alle passagiers dood
waren. Zij zaten op de banken, allen in na»
tuurlijke houdingen. Een vrouw had haar arm
uitgestrekt en een geldstuk in de vingers, als
wilde zij juist voor haar rit betalen. Sommi»
gen glimlachten, anderen keken strak voor
zich uit. Allen waren op slag gedood door
prompte electrocutie.
Een Amerikaansche overlevende uit Karna»
koera beschrijft de vloedgolf, die uit de zee
opsteegRegelrecht naderde zij de Groote
Boeddha aan den voet van Dajboetsoe, een
der meest bekende heilige plaatsen in Japan,
maar sloeg daar neer en kwam niet verder.
Een »ama« (kindermeid) bleef met een bui»
tenlandsch kindje op het hoofd, een dag en
een nacht in het water staan. Een andere droeg
haar last twee dagen lang, tot zij haar mees»
teres had weergevonden,
De correspondent te Tokio van «Central
New«, mr. Egger, heeft tijdens de ramp een
tocht gemaakt door het getroffen gebied. Hij
was juist bezig, zich te scheren, toen de ca»
tastrophe plaats vond. Hij sprong van het bal»
con op het vooruitspringend dak van de eerste
verdieping, nog met het scheermes in zijn hand.
Aan alle kanten stortten de huizen in. Hij
keerde weer naar zijn woning terug, kleedde
zich aan en ging naar de stad.
Van het Kasoemigaschi»paleis waren groote
gedeelten ingestort. Het dak van een groot
restaurant van drie verdiepingen in het een»
trum van Tokio lag plat op den grond en de
rest van het gebouw stond in lichtelaaie
dit is waarschijnlijk hat begin van den grooten
brand geweest. Wonderlijkerwijze was het lm»
perial»Hotel, een massief steenen gebouw, ge»
heel intact gebleven. Door de aardbeving zelf
is ongeveer 80 der moderne constructies
onaangetast gebleven, maar zij zijn later dik»
wijls een prooi der vlammen geworden.
In een met menschen overbelasten Ford ging
het toen naar Yokohama, daar de wakkere
journalist meende, vandaar uit naar Londen
te kunnen seinen. Maar buiten de stad bleken
alle bruggen verwoest en de wegen onberijd»
baar. Daarom ging de heer Egger te voet ver»
der. Overal was het dood, ellende en verwoes»
ting. Al spoedig kwam hij in een dichten stroom
van vluchtelingen, die allen op weg waren
naar Yokohama. Doch daar bleek de toestand
nog erger dan in Tokio. In Kawasah, zeven
mijlen van Yokohama, had de reiziger drie
bananen kunnen koopen, maar in Yokohama
was er niets te krijgen. Drie uur lang kon hij
's nachts rusten op een geïmproviseerd bed
op het perron van een stationnetje in een der
voorsteden, doch voortdurend waren de aard»
schokken nog zoo hevig, dat er van werkelijk
rusten niet veel kwam. In het centrum der
stad, die volkomen is verwoest, vond de ver»
slaggever afdeelingen van reddingbrigades,
die aan weerszijden van de straat honderden
dooden aan het opstapelen waren een ster»
vende moeder, haar zuigeling tegen zich aan
geklemd, lag in de goot. Ambulances reden
de lijken naar alle richtingen weg. De corres»
pondent kon nog juist door een boot met
vreemdelingen worden opgenomen daar zakte
hij ineen, uitgeput door gebrek aan voedsel.
Aan boord van 't stoomschip speelden zich
ook hartroerende tooneelen af, maar al spoe»
dig werd koers gezet naar Kobe, om den ge»
slonken voorraad levensmiddelen aan te vul»
len. Van af de boot zag men de kust in rook
en vlammen gehuld. Draadloos seinen bleek
onmogelijk, daar de regeeringstelegrammen,
die hulp organiseerden, elkaar onophoudelijk
volgden. Nog vóór de boot de haven aandeed,
moest er een kinderlijkje over boord worden
gezetde moeder had nu haar geheele gezin
yerloren en was volslagen krankzinnig.
De politieautoriteiten deelden mede, dat tot
nu toe van 32564 lijken, die in het militair
kleedingdepot en het Honfoziekenhuis zijn
geschouwd, de idenditeit werd vastgesteld.
Een groot aantal menschen werd gedood,
doordien de vluchtelingen, die boven op de
spoorwegwagons medereden, in den Usuitunnel
te Karoeisawa van de wagens werden geslin»
gerd en gedood.
Het officieel vastgestelde aantal slachtoffers
te Yokohama bedraagt 23000 dooden en 40.000
gewonden. In het Hakonedistrict werden 10.000
dooden geteld. (Reuter.)
Op zijn zeer bijzondere pikante manier
geeft «Uitkijk» in 't «Friesch Dagbl« een ver»
gelijking van de «vreedzamer bezetting door
Italië .van een stuk van Griekenland
'k zit in mijn eigen kamer, in m'n eigen
huis.
Komt, buiten, buurman aangestormd.
Het is bij wijze van vergelijking, want in
werkelijkheid heb ik de beste buren, die men
zich denken kan, vreedzaam en geschikt, maar
deze stormt met een van woede verwrongen
gelaat op mijn deur af, trapt die in, beert
door den gang, werpt mijn kamerdeur open
en schreeuwt mij toe »Er uit
Perplex kijk ik den man aan.
De goudsche pijp valt me uit den mond.
Hij staat reeds bij mijn stoel.
Rukt die heen en weer»Er uit
»Man 1» roep ik «wat móét je?«
»Jij er uit en ik er inzegt hij.
«Ik zou je wel lekker danken
»Dan góói ik je er eenvoudig uit
«Kerel, wat mankeert je toch
»M ij n grootvader zegt hij zoo heb
ik gelezen, had vóór honderd jaar hier op
deze zelfde plek 'n schuurtje staan die plek
was dus van hém ze is dus nu van m ij,
met al wat er op staaten nu j ij er af
en er uit of ik sla je te prak
De vent is veel sterker dan ik.
Dies klem ik me vast aan m'n stoel.
Maar hij beukt me net zoo lang op m'n
handen tot ik met een schreeuw van pijn
loslaten móétik sla m'n voeten om een
sporthij trapt ze stuk de sport namelijk
sleurt mij uit m'n stoel, sleept me door de
kamer, dat m'n hoofd botst tegen de deur»
spijl, 't bloed loopt me langs m'n gelaat en
tenslotte slingert hij me als 'n pakje vuil goed
in m'n tuin, waar ik half versuft liggen blijf.
Dan zet hij zich in m ij n kamer.
En neemt plaats in m ij n stoel.
Neemt van 't rekje een schoone Goudsche
pijp en rookt van ra ij n tabak, 'n glimlach
op 't gelaat.
Mijn andere buren scholen saam voor 't
huis.
«Wat is hier te doen vragen ze verbaasd.
«Heelemaal niéts is »M u s s o 1 i n i« 's
antwoord.
«Niets dan een volmaakt vreedzame
bezetting waar jullie niemendal mee
te maken hebben bonjour 1«
Nieuw onrecht.
Professor J. de Louter schrijft in het Ut»
rechtsch Dagblad
Das ist der Fluch der bösen Tat,
Dass sie fortzeugend immer Böses
muss gebaren. Schiller.
«Italië volgt Frankrijk's voorbeeld. Musso»
lini toont zich een ijverig leerling van Poin»
caré. Ziedaar de verbijsterde tijding, welke het
zieke lichaam van Europa door een nieuwen
schok doet rillen.
Het Balkan»schiereiland, eeuwenoude Ba»
kermat van moord en onheil, trekt weder al»
Ier aandacht naar Zuid»Europa zooals in 1914
naar Serajewo in Bosnië, thans naar Epirus,
met het jongste lid van den Volkenbond, het
onherbergzaam Albanië als verbindingsschakel.
Een nieuw ultimatum, door een machtigen
aan een zwakke staat dreigend toegezonden,
een nieuwe verontschuldiging met verregaan»
de tegemoetkoming, gevolgd door eene hoog»
hartige afwijzing met dreigend gebaar. Een
nieuwe gewelddaad met aanranding der terri»
toriale onschendbaarheid, een der meest fun»
damenteele rechten van souvereine staten
in vollen vrede Elders rumor in casa met
voorloopige rangschikking van voor» en te»
genstanders, dreigende wolken en felle blik»
'semflitsen
Waarop moet dit uitloopen
Wij weten het niet en wagen ons niet aan
voorspellingen. Doch wél weten wij, dat de
leidslieden der wereld niet wijzer, de harts»
tochten der menigte niet kalmer zijn geworden
sedert de wereldoorlog zijne vreeselijke lessen
heeft verkondigddat de Volkenbond de in»
ternationale verhoudingen niet heeft gezui»
verd en veredeld, dat hij even weinig zijne
eigen leden als nietleden tegen plotselinge
aanvallen behoedt en zijn aanzien en invloed
alleen tegen werkloozen weet te handhaven
dat zijn aanhangers beschaamd zijne tegen»
standers, helaas, versterkt en vermeerderd wor»
denen dat de illusie van een wereldvolken»
bond tot handhaving van den vrede evenals
de talrijke voorafgaande in een bodemloos
verleden dreigt te verzinken. Dit verhoede
God 1
Aan de teleurstellende reeks verschijnselen
van den jongsten tijd op theoretisch enprac»
tisch gebied van het eerste was iknogon»,
langs getuige in de vergaderingen van het
Institut de Droit international te Brussel
die zwakheid eener». geringschatting ander»
zijds aanduiden, sluit zich onverwachts de
bezetting en beschieting van Corfu in vollen
vrede m.a.w. de eigenmachtige aanranding
van hetgeen voor een staat hetzelfde is als
voor den mensch zijn lichaam door een
anderen Staat, medelid en zelfs medestichter
van den Volkenbond, die zich beleedigd of
benadeeld achteen daad van eigenrichting
derhalve in den meest typischen vorm met
volkomen verwaarloozing van alle vreedzame
middelen tot beslechiing door tusschenkomst
van derden, door arbitrage of rechtspraak,
overeenkomstig de besluiten der Vredescon»
ferenties of de bepalingen van het grondver»
drag van den Volkenbond. Ziedaar de vrucht
van de politiek van Frankrijk sedert 1919.
welke zich beroemd uitsluitend in dienst te
staan van Recht en Gerechtigheid 1
Men wane niet, dat de Balkan verre licht
en ons niet aangaat. Straks wordt een aan»
leiding gezocht en gevonden om door andere
adepten van Poincaré het lot van Corfu toe
te passen op Limburg of Zeeuwsch»Maanderen«.
De Copie van Ingezonden Stukken die niet ge«
plaatst zijn wordt niet teruggegeven. Buiten
verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgeva
Brielle, Sept. 1923.
Geachte Redactie,
Daar 3 October het 50»jarig bestaan der
Geuzenstichting zal worden gevierd, dacht het
ons goed daar even de aandacht op te ves»
tigen van de in» en omwoners van Brielle.
Zij hebben misschien al zoo erg gejubileerd
met onze Koningin, dat het wellicht moeilijk
valt zulks nog meer te doen. Wij zouden
vragen, doet het toch nu eens op heel be»
scheiden voet met de weezen dezer stichting
op dien 3e Octoberdag. U zult er werkelijk
geen spijt van hebben. Niet dat gij er zoo»
veel zult eten of drinken, dit is toch bijzaak,
maar daar kunt, gij zien wat er met samen»
werking te verkrijgen is, daar de Stichting
ook mede door de liefdegaven van in» en
omwoners van Brielle is kunnen blijven be»
staan, ja in die 50 jaren menig mensch in de
maatschappij heeft mogen brengen die daar»
van een nuttig lid is geworden, en wie men»
schelijker wijze gesproken anders als gesneu»
velden voor die maatschappij waren geweest.
Hopende dat door velen aan deze roepstem
mag worden gehoor gegeven en alzoo ook
voor de kinderen en het Bestuur deze 3 Oc»
toberdag een gezellige mag worden teekent zich
Namens het Bestuur der
Geuzenstichting te Brielle
H. H1LDEBRAND
Binnenvader.
In de wachtkamer van den dokter
van den Raad van Arbeid.
Ka. Zoo Jaap ook al op het spreekuur
van den dokter?
Jaap. Ja, Ka, ik heb gevraagd of ik in een
sanatorium verpleegd kan worden. Maar daar»
toe moet ik eerst onderzocht worden.
Ka. Maar Jaap, waar moeten je vrouw en
je kinderen van leven, als jij niet werkt.
Jaap. Je begrijpt Ka, dat ik daarover ook
heb zitten tobben. Ik hoop nu echter op een
uitkeering voor mijn kinderen.
Ka. Welke uitkeering
Jaap. De uitkeering, die de Rijksverzeke»
ringsbank kan verleenen aan kinderen bene»
den de 14 jaar van een in een inrichting op»
genomen verzekerde. Die uitkeering kan ook
worden gegeven aan een invalide echtgenoote
of een echtgenoote die den 60»jarigen leeftijd
bereikt heeft. Ze kan gaan tot 3/3 van het
bedrag, dat aan de verzekerde zou zijn toe»
gekend, indien deze bij zijn opneming recht
op invaliditeitsrente had gehad.
Ka. Gunst van die uitkeering had ik nog
nooit gehoord.
Jaap. Kijk eens, daar heb je Klaas ook,
wat zou die hier moeten doen, die heeft im»
mers al een rente.
Ka. In denk, dat hij voor 't zelfde doel ge»
komen is als wij. Hij zal ook onderzocht
moeten worden.
Jaap. Maar de man ziet er zoo best uit, dat
ik zou zeggen je hoort hier niet. Ik zal 't
hem eens vragen.
Zeg, Klaas, wat kom jij hier doen
Klaas. Tegen den dokter zeggen, dat ik
beter ben.
Jaap. En je had een rente.
Klaas. Ja, maar die was tijdelijk en boven
verwachting ben ik zoo gauw beter en nou
verdien ik mijn centen maar liever zelf, dan
rente te trekken.
Jaap. Of je gelijk hebt.
Ka. Heeft het jou veel moeite gekost om
die rente te krijgen.
Klaas. Heelemaal niet. Ik heb natuurlijk
met mijn renteboekje aangetoond, dat er voor
mij 150 zegels geplakt waren en ik heb rente
moeten aanvragen, want ze brengen 't niet op
je stoel thuis.
Ka. En toen
Klaas. En toen ben ik door den dokter
hier onderzocht en na een paar weken kreeg
ik mijn rente
Ka. Ik dacht, dat je die rente nu je heele
leven hield.
Klaas, 't Zou wat moois worden, beter zijn
en rente trekken dat is te dwaas om los te
loopen. Maar weet je wanneer je ze voor je
heele leven krijgt.
Ka. Neen.
Klaas. Als je er zoo beroerd aan toe ben
als Jan de verversknecht. Hij kan van de
rheumatiek niets meer doen en beter worden
kan hij niet meer. Nou die heeft een rente
voor zijn heele leven.
Ik word geroepen» ik wensch jelui het beste.
Grijs haar. De laatste rage in Parijs is de
grijs haar»mode. De mode van de »polka»kop»
jes«, die 'n tijd lang de vrouwenwereld in
een bakvischjeskostschool herschiep, schijnt
plotseling te hebben afgedaan om plaats te
maken voor een »modenieuwtje« met een
meer ernstig cachet. Was het tot dusver zaak
er zoo jong mogelijk uit te zien, nu is «de
vrouw die geliefd en geleden« heeft het be»
geerde type. En haar attribuutéén grijze
haarlok tusschen de andere donkere golven.
Eén zoo'n grijze lok staat interessant, wekt
gedachten op aan dien éénen nacht van hevi»
ge smart, waarin zij ontstond Of aan
uren van ernstige studieen dan beteekent
die lok intelligentie.
Jongen vrouwen behoeven dus niet langer
wanhopig te staren naar heur eerste grijze
haar, die zij op een kwaden morgen bij het
kappen ontdekken zullen.
Het zal een goede morgen zijn, wanneer
zij deze ontdekking doen
Allelrei. Van dien Taubmann den hoogleeraar
uit Saksen, in de 16e eeuw, las ik n o g een
anecdote, die ik hier afschrijven wil. Er komty^j
wel één zinnetje Duitsch in voor, maar ik"
wil wedden, dat jullie hoofd voor hoofd in
staat zijn, om het te vertalen, ook al heb je
nooit Duitsch geleerd.
ik vond de historie zoo verteld
Tijdens een galamaaltijd werd Taubmann
door de omzittenden een beetje in het ootje
genomen. Speciaal kardinaal Clesel vond er
zijn genoegen in voortdurend zoogenaamde
aardigheden te verzinnen ten koste van den
eenvoudigen geleerde.
Taubmann deed alsof de grapjes volslagen
langs hem gingen. Op een gegeven oogenblik
echter zeide hij, zich tot het gezelschap wen»
dend
«Wer kann 150 Esel mit einem Worte schrei»
ben
Niemand bleek het raadsel te kunnen op»
lossen. Toen nam de hoogleeraar een papiertje
en zette daarop, onder daverend gelach van
alle gasten C Lesel.
(Fr. Dagbl.)
Een 100-jarige. De weduwe J. Heide te 't
Meer bij Heerenveen is Donderdag, 100 jaar
geworden. j.
Rijwieldief en oplichter. De bloemistenknecht
uit Sassenheim, die uit Leiden en omstreken
een 17»tal rijwielen had weten te ontvreemden
en in de stedelijke bank van leening te belees
nen vóór het misdrijf aan 't licht kwam, bleek
bij onderzoek ook nog iemand te Oegstgeest
voor een bedrag van f 400 te hebben opge»
licht.
Incident bij een optocht. Op een der recla»
mewagens in een stoet, welke door de gemeente
Voorhout trok, werd een smidsbedrijf in wer»
king voorgesteld.
Plotseling ontplofte hierop een gasreservoir,
waardoor de geheele opstelling uit elkaar sloeg.
Een der inzittenden werd zoo ernstig gewond,
dat overbrenging naar het ziekenhuis te Lei»
den noodig bleek. Nog drie anderen personen
sloegen bewusteloos tegen den grond.
Te vroeg. De burgemeester van Usquert
(Gr.) heeft een tweede vergadering van den
nieuwen raad bijeengeroepen, waar Dinsdag
j.l. alle raadsleden wegbleven wegens het
vroege uur (9 uur 's morgens), tegen 10 Sep»
tember, 's avonds 7 uur.
Onder een rijwiel. Een achtjarig zoonije van
een inwoner van Aalsmeer geraakte, toen hij
Maandagmorgén uit school hwam, onder een
rijwiel, met het treurig gevolg, dat hij enkele
oogenblikken daarna overleed.
De goede kamer. Een nijvere huisvrouw te
Naarden bezit een goede kamer, een kamer
die, volgens oude huisvrouwelijke gewoonte
te goed is om te bewonen. Dezer dagen even
hier binnengaand, trof ze niet de stille stof»
fige rust die gemeenlijk in «goede kamers»
heerscht, doch vloer, meubels, tapijt en gor»
dijnen waren in onafgebroken, krioelende be»
weging. Millioenen vliegende mieren hadden
de geheele kamer veroverd en in donkerbrui»
ne kleur gezet. De huisvrouw zelve stond een
oogenblik bewegingloos, doch kreeg spoedig
haar bezinning terug. Ze vloog naar het kip»
penhok en sloot haar kloek met tien kuikens
in de kamer op. Binnen een uur had dit rei»
nigingsmiddel zulk een uitwerking, dat een
kan petroleum voldoende was voor de «na»
behandeling».
(Hld).
Een nobele S. D. A. P.-er. Namens het da»
gelijks bestuur der Friesche gemeente Leeuw»
arderadeel stelde de Burgemeester, de heer
Jansonius, soc.»dem., voor H.M. de Koningin
een gelukwensch te zenden met haar jubileum
wat natuurlijk bij den Gèmeenteraad instem»
ming vond.
(«Tijd»).
Nachtvorst. Uit Hoogezand bericht men,
dat het de laatste nachten erg heeft gevroren
zoodat de late boonen»oogst zeer heeft gele»
den.
Enkele veldjes waren zwart gevroren.