Buitenland. Gemengd Nieuws. Ingezonden Stukken de plechtigheid veel, maar men moet in de pers niet doen, of 't nu es iets extra's zal zijn of 't g e w o o n, als we »maar« komen voor de Zondagsche prediking des Woords en den dienst der gebeden maar zoo»zoo is, doch n u, Kroningsfeest, buitengewoon, de moeite waard te aanschouwen Z o o is onze calvinistische zede niet. Onze Koningin en het vloeken. In «Het Zoeklicht« deelt de heer A von Steiger de volgende anecdote mede uit de jeugd onzer Koningin, toen Zij als jong meisje met haar Moeder meerdere jaren achtereen 's zomers eenigen tijd in Zwitserland, niet ver van Spiez aan het meer van Thun doorbracht. Herhaaldelijk lieten de Koningin»Moeder en de Prinses zich over het meer roeien om te Marlingen of elders van het natuurschoon te genieten. Maar ziet, eens op den terugtocht, begint het plotseling op een ontzettende manier te waaien en niet lang daarna breekt er een zwaar onweer Iqs. De roeiers, ruwe dorpsbe» woners, die anders niet voor een kleintje ver» vaard zijn, vreezen dat het wel eens verkeerd zou kunnen loopen. Daar begint me een van beiden in zijn angst voor zijn hooge passagiers den anderen roeier uit te vloeken, dat hij zich meer moet inspannen, eerst nog binnensmonds maar hij vergeet spoedig alles om zich heen in zijn strijd om intijds den oever te bereiken. Het opspelen en vloeken wordt al luider en luider, totdat eindelijk onze kleine Koningin van haar bankje, waar zij tot nu toe stil ineen» gedoken had gezeten, de mannen luid en duidelijk toespreekt: «Mannen, schamen jullie je niet zulke vreeselijke woorden te zeggen, z o o te vloeken in onze nabijheid En als je je niet schaamt voor ons, schaam je je dan niet voor God, Die je hoort en je op die manier zeker niet zal helpen Het hoeft met gezegd, dat de mannen da» nelijk zwegen en in stille bewondering keken naar dat Koninginnetje, dat zoo moedig haar stem liet hooren tegen den bulderenden wind in. Gelukkig kwamen ze ten slotte veilig en wel met hun kostbaren last aan het veilige strand aan. Een politieschandaal De hoofdcommissaris van politie te Batavia, de heer C. van R., is, in verband met ernstige vermoedens tegen zijn beleid en zijn financieel beheer, Zaterdagochtend geschorst. (De heer Van R. was vroeger inspecteur van politie te 's»Gravenhage). Aan De Courant wordt uit Weltevreden gemeld «Groot opzien is hier gewekt door de ont» dekking van een uitgebreid politieschandaal, dat zijn vertakkingen moet hebben over ge» heel Java. In verband met een aantal anonieme brieven werd een onderzoek ingesteld naar de admi» nistratie bij de politie. Men vond, dat er ernstige fraude was gepleegd met de loonstaten. Het tekort moet in de honderdduizenden loopen. Bovendien kwam aan het licht, dat er in de benedenstad van Batavia een ware politie»ter» reur heerscht. Bordeelen en speelholen hebben zich de medewerking en bescherming van de politie weten te verzekeren. Ook hebben dezelfde schuldigen zich bezig» gehouden met opiumsmokkelen.« Het blad meldt ten slotte, dat de hoofd» commissaris en eenige ondergeschikten gear» resteerd zijn. Kleinzielige pruttelarij. Het hoofd van een groot gezin jubileert, en alle leden van dat gezin vieren feest blij omdat zij nu toonen kunnen hun liefde en waardeering voor de jubileerende. Maar nu is er een oude oom in de familie, een eerste klas pruttelaar, die heelemaal niet begrijpen kan, waarom z'n mede»familieleden nu zoo blij zijn, en daarover in een hoekje zit te mopperen, zoekend naar een aanmer» king op al dat feestbetoon. Aan dien ouden oom hebben we gedacht zoo dikwijls we in de feestweek Het Volk hebben gelezen, dat ook op zijn wijze ver» slag deed van de feestvieringen. Klonk daarin een toon van dankbaarheid omdat de s. d. a. p. in die vijf en. twintig jaar van H. M.'s regeering zich in rust en vrede heeft kunnen ontwikkelen Mochten we daarin een toon van blijdschap beluisteren als deze: hoe heerlijk dat de vergissing van 1918 een vergissing was anders zaten onze leiders nu waarschijn» lijk in de gevangenis en kregen we een mil» liard gulden voor één dollar Hoe wijs toch heeit de Koningin, heeft de Regeering het land bestuurd Niets van dit alles. De oude oom pruttelt en zoekt aanmerkin» gen. En omdat hij niets vinden kan, blaast hij kleine dingen tot groote op. Donderdag» avond bij den tocht met de gouden koets is er op het Leidscheplein gedrang geweest. Vele mcnschen zijn er bij flauw gevallen. De schuld lag aan een samenloop van te betreuren om» standigheden. GelukkigDaar heeft de pruttelaar wat I Twee kolom in Het Volk met z.g.n. onder» hoofdjes als»de eerste slachtoffers«, en met dit pathetische slot «Met het hoera»geroep, dat opstijgt als de gouden koets onder den baldakijn stil houdt, vermengt zich het angstig gegil van vrouwen en meisjes en het geschrei van verdwaalde kinderen, die aan de hoede van een politie» agent zijn toevertrouwd Het Volk moet maar eens bij den Directeur v. den Gezondheidsdienst informeeren, welk type menschen onder de ilauwvallers be» hooren. Maar, er viel weer wat te pruttelen en daar was het »oom« om te doen. Van de vaandelhulde werd gezegd«ach, een aantal onbeteekenende organisaties«. Kan het ldeinzieliger Er is maar één troost. In de geschiedenis is het altoos zoo geweest. Want immers in het verhaal van Israel's eersten koning, in de vaderlandsche historie, dus van menigen s. d. a. p.er lezen we reeds «Toen juichte het gansche volk, en zij zei» den De Koning leve »Doch de kinderen Belials zeidenzoude ons deze verlossen En zij verachten hem en brachten hem geen geschenk.« Doch en dit is een zeer behartenswaar» dig woord er staat bij «doch hij (de Ko» ning) was als doof.« Reeds sehonken we teveel eer aan »oom's« gepruttel. «De Stand.« Einde van het lijdelijk verzet? In politieke kringen te Brussel blijft, naar de N. R. Ct. meldt, de indruk bestaan be» rustend op inlichtingen uit Duitschland dat men binnenkort van Duitschland een mededeeling kan tegemoet zien en dat men weldra het eind van het lijdelijk verzet in de Roer kan verwachten. In dit verband is misschien ook van be teekenis hetgeen de Duitsche minister van Binnenlandsche Zaken, Sollmann, verklaarde aan een vrouwen»deputatie, welke hij ont» ving. De kern van den tegenwoordigen toestand zoo zeide hij, is de noodzakelijkheid van een vergelijk tusschen Frankrijk en Duitschland, zulks natuurlijk in overleg met de overige Entente»staten. Alles wat daarbuiten valt is van later zorg. »Vier jaar lang, aldus Sollmann, hebben wij socialisten, er naar gestreefd deze gedachte in Duitschland populair te maken. Ik wensch niemand te beschuldigen. Wij weten, dat in Duitschland fouten worden begaan, doch aan den anderen kant heeft ons socialistiseh stre» ven bij Frankrijk geen instemming gevonden. De Fransche politiek heeft speciaal gedurende de bezetting van het Roergebied de socialis» ten niet hervormd tot pacifisten, doch tot nationalisten. Indien niet geheel Europa in gevaar wil gebracht worden, moeten wij nu tot een zeer spoedig vergelijk met Frankrijk komen. Slechts na langdurig overleg zijn de socialisten in deze regeering getreden, en dan nog met het vaste besluit, de Roerbezetting tot een einde te brengen. Mededeelingen van de Rijksregeering, en in 't bijzonder van de Rijkskanselier hebben de wereld getoond, dat er in de buitenland» sche politiek een daadwerkelijke ommekeer heeft plaatsgevonden. Wij zijn bereid en ge» negen met de Entente, en speciaal met Frank» rijk, nauwe overeenkomsten te sluiten, die ons de zekerheid verschaffen, dat niet alleen het Roergebied en het Rijnland, niet van Duitschland zullen worden afgescheiden, doch dat binnenkort ook in deze landen het Duit» sche gezag weder zal zijn gevestigd. Wij zijn ons er van bewust, dat dit niet door beraad» slagingen en verdragen kan worden verwe» zenlijkt, doch slechts door een groote inspan» ning van het Duitsche economische leven. Wij zijn bereid dit te doen, doch wij zijn niet bereid, en dat zou geen enkele Duit» sche regeering zijn, in te gaan op eenige voorwaarde, die een verbrokkeling van het Rijk zou beteekenen. Wij willen Frankrijk, behalve de herstelkosten, ook iederen moge» lijken waarborg tegen een nieuwen oorlog aan den Rijn geven. Afscheiding van Duitsche gebieden, in wel» ken vorm dan ook, zullen wij niet toelaten. leder lid van het tegenwoordige rijljskabi» net is vrij van nationalisme. Wij zijn allen Duitschers en wenschen de eenheid van het Rijk, doch chauvinisme en ophitsingen zul» len door ons worden tegengegaan en bestre» den. Wij erkennen de militaire nederlaag van Duitschland in 1918 als een vaststaand feit, en trekken daaruit onze conclusies. Het is de plicht der Fransche regeering dit feit, waaruit onze bereidwilligheid tot een herstel naar de kracht van ons vermogen voortspruit, niet door onnoodige ontmoedi» gingen ondragelijk te maken. Waarom is dit eigenlijk noodig, na de zware voorwaarden voor den wapenstilstand van 1918 en het vredesverdrag van 1918? Van de armzalige woorden prestige en capitulatie kan het lot van MiddelsEuropa afhangen, wanneer het conflict maar steeds voortduurt. Het is on» begrijpelijk, welk duurzaam voordeel Frank» rijk in de verwarde toestanden, die het doet voortduren, ziet. Het is de plicht van alle vrienden van den vrede, de Fransche politiek te leiden in de banen van een vergelijk. De Duitsche regeering is vast besloten deze bui» tenlandsche politiek voort te zetten en in het binnenland met alle middelen, die den Staat ten dienste staan, de agitatie van rechts en links-tegen te gaan. Alle energie moet echter wel te kort schie» ten, wanneer in Duitschland de massa ver» twijfeld raakt door de ineenstorting van het economisch leven. Ook een leger en een politiemacht kunnen tegen een honger van millioenen menschen niets uitrichten. Wij willen ons Duitsche vaderland redden en Europa den vrede brengen dit is het stre» ven der Rijksregeering. De ontzettende ramp in Japan. Uit Tokio wordt gemeld, dat de afdeelingen, die zich met reddingswerk bezig houden, mede» deeling van belangrijke vorderingen hebben gedaan. Mén is o.a. er in geslaagd een zekere fami» lie del Carril te redden, vader, moeder en dochters. Zij werden van onder de .ruïne van het spoorwegstation te Tokio vandaan gehaald. In een vreeselijken toestand hadden deze slachtoffers vanaf den dag der groote aardbeving gelegen, totdat men hen ten slotte de reddende hand toestak. Het «Europeesche« gedeelte van Tokio is niet minder dan 30 voet weggezakt. Tot het herstellen van beide stadsgedeelten zijn reeds maatregelen getroffen Tot Donderdag j.l. waren in Yoshima twee» duizend dooden geborgen. In ITonjoku meer dan 32 duizend. Van de lagere scholen is niet één gespaard gebleven. Niet minder dan 118 zijn totaal versplinterd Omtrent de buitenlandsche legaties kan thans met zekerheid worden gemeld, dat de Ameri» kaansche, Spaansche, en Fransche ambassades alsmede de Chineesche, Braziliaansehe en Chi» leensche legaties, in vlammen zijn opgegaan. De Britsche, Duitsche en Belgische ambas» sades zijn gedeeltelijk ingestort of verbrand. Het hulpfonds van den Lord»Mayor van Londen is nu 75,000 pond Sterling groot. Het aantal slachtoffers te Yokohama is officieel vastgesteld en bedraagt 23.000 dooden en 40.000 gewonden. In het ITakone»district zijn er 10,000 dooden. Ontzettende bijzonderheden over de ramp te Tokio en Yokohama. Zaterdag heeft het s.s. «Empres of Canada« 1200 vluchtelingen uit Japan te Shanghai aan wal gezet. En nu voelt men pas als van nabij al het ontzettende van de gebeurtenissen in het land van de Rijzende Zon. Er is in Yokohama slechts één schok ge» voeld en de groote handelsstad was in 30 sec. met den grond gelijk gemaakt. Menschen, die het gebeuren vanuit zee zagen, vertellen, dat de stld in gloed stond alsof het een vulkaan was. De petroleumtanks aan den heuvelkant barstten open en millioenen tonnen aardolie werden in de haven uitgestort. De zee werd een vuurmassa en duizenden menschen, die in het water waren gesprongen, kwamen om. In de straten vielen de electrische geleidingen omlaag en taUoce personen werden door den stroom gedood. De gevangenen ontsnapten en sloegen onmiddellijk, te midden der verwar» ring, aan het plunderen en moorden men zegt, dat hun slachtoffers zeer talrijk zijn. Kapitein Swain, van de Canadian Pacific, werden beide beenen verpletterd doordat het huis instortte, maar hij bleef de redders, blanken en Japan» ners, voortdurend aanvuren, zoodat nog velen uit de puinhoopen konden worden gered. Overal ontstonden kuilen, waarin een auto» mobiel geheel^zou kunnen verdwijnen en de wegen werden als opengereten. En dagen lang hing over de stad de verstikkende, walgelijke geur van verbrand menschenvleesch. Maar in aie afgrijselijke atmosfeer werkten Britsche matrozen en Japanners samen en verrichtten daden van bovenmenschelijke zelfopoffering. Vreeselijk bleek ook al spoedig het volslagen gebrek aan drinkwater. De tallooze gewonden hadden een hartverscheurend gekerm aange» heven, doch vergeefs En daar tusschen door knalden de schoten van de soldaten, die jacht maakten op de ellendelingen, die roofden en moorden temidden der verschrikking. Tot zelfs de laagste koelies deden meer dan hun plicht. Een man stond te midden der vlammen .en hielp vrouwen en kinderen ontvluchten, tot hij door den rook verstikt neerviel. Vol afschuw nog leest men het Edgar— Allan—Poesverhaal, dat een der geredde da» mes, Miss Couts, deed Een tramwagen stond onbewegelijk op de rails, en toen we naderbij kwamen, zagen we dat alle passagiers dood waren. Zij zaten op de banken, allen in na» tuurlijke houdingen. Een vrouw had haar arm uitgestrekt en een geldstuk in de vingers, als wilde zij juist voor haar rit betalen. Sommi» gen glimlachten, anderen keken strak voor zich uit. Allen waren op slag gedood door prompte electrocutie. Een Amerikaansche overlevende uit Karna» koera beschrijft de vloedgolf, die uit de zee opsteegRegelrecht naderde zij de Groote Boeddha aan den voet van Dajboetsoe, een der meest bekende heilige plaatsen in Japan, maar sloeg daar neer en kwam niet verder. Een »ama« (kindermeid) bleef met een bui» tenlandsch kindje op het hoofd, een dag en een nacht in het water staan. Een andere droeg haar last twee dagen lang, tot zij haar mees» teres had weergevonden, De correspondent te Tokio van «Central New«, mr. Egger, heeft tijdens de ramp een tocht gemaakt door het getroffen gebied. Hij was juist bezig, zich te scheren, toen de ca» tastrophe plaats vond. Hij sprong van het bal» con op het vooruitspringend dak van de eerste verdieping, nog met het scheermes in zijn hand. Aan alle kanten stortten de huizen in. Hij keerde weer naar zijn woning terug, kleedde zich aan en ging naar de stad. Van het Kasoemigaschi»paleis waren groote gedeelten ingestort. Het dak van een groot restaurant van drie verdiepingen in het een» trum van Tokio lag plat op den grond en de rest van het gebouw stond in lichtelaaie dit is waarschijnlijk hat begin van den grooten brand geweest. Wonderlijkerwijze was het lm» perial»Hotel, een massief steenen gebouw, ge» heel intact gebleven. Door de aardbeving zelf is ongeveer 80 der moderne constructies onaangetast gebleven, maar zij zijn later dik» wijls een prooi der vlammen geworden. In een met menschen overbelasten Ford ging het toen naar Yokohama, daar de wakkere journalist meende, vandaar uit naar Londen te kunnen seinen. Maar buiten de stad bleken alle bruggen verwoest en de wegen onberijd» baar. Daarom ging de heer Egger te voet ver» der. Overal was het dood, ellende en verwoes» ting. Al spoedig kwam hij in een dichten stroom van vluchtelingen, die allen op weg waren naar Yokohama. Doch daar bleek de toestand nog erger dan in Tokio. In Kawasah, zeven mijlen van Yokohama, had de reiziger drie bananen kunnen koopen, maar in Yokohama was er niets te krijgen. Drie uur lang kon hij 's nachts rusten op een geïmproviseerd bed op het perron van een stationnetje in een der voorsteden, doch voortdurend waren de aard» schokken nog zoo hevig, dat er van werkelijk rusten niet veel kwam. In het centrum der stad, die volkomen is verwoest, vond de ver» slaggever afdeelingen van reddingbrigades, die aan weerszijden van de straat honderden dooden aan het opstapelen waren een ster» vende moeder, haar zuigeling tegen zich aan geklemd, lag in de goot. Ambulances reden de lijken naar alle richtingen weg. De corres» pondent kon nog juist door een boot met vreemdelingen worden opgenomen daar zakte hij ineen, uitgeput door gebrek aan voedsel. Aan boord van 't stoomschip speelden zich ook hartroerende tooneelen af, maar al spoe» dig werd koers gezet naar Kobe, om den ge» slonken voorraad levensmiddelen aan te vul» len. Van af de boot zag men de kust in rook en vlammen gehuld. Draadloos seinen bleek onmogelijk, daar de regeeringstelegrammen, die hulp organiseerden, elkaar onophoudelijk volgden. Nog vóór de boot de haven aandeed, moest er een kinderlijkje over boord worden gezetde moeder had nu haar geheele gezin yerloren en was volslagen krankzinnig. De politieautoriteiten deelden mede, dat tot nu toe van 32564 lijken, die in het militair kleedingdepot en het Honfoziekenhuis zijn geschouwd, de idenditeit werd vastgesteld. Een groot aantal menschen werd gedood, doordien de vluchtelingen, die boven op de spoorwegwagons medereden, in den Usuitunnel te Karoeisawa van de wagens werden geslin» gerd en gedood. Het officieel vastgestelde aantal slachtoffers te Yokohama bedraagt 23000 dooden en 40.000 gewonden. In het Hakonedistrict werden 10.000 dooden geteld. (Reuter.) Op zijn zeer bijzondere pikante manier geeft «Uitkijk» in 't «Friesch Dagbl« een ver» gelijking van de «vreedzamer bezetting door Italië .van een stuk van Griekenland 'k zit in mijn eigen kamer, in m'n eigen huis. Komt, buiten, buurman aangestormd. Het is bij wijze van vergelijking, want in werkelijkheid heb ik de beste buren, die men zich denken kan, vreedzaam en geschikt, maar deze stormt met een van woede verwrongen gelaat op mijn deur af, trapt die in, beert door den gang, werpt mijn kamerdeur open en schreeuwt mij toe »Er uit Perplex kijk ik den man aan. De goudsche pijp valt me uit den mond. Hij staat reeds bij mijn stoel. Rukt die heen en weer»Er uit »Man 1» roep ik «wat móét je?« »Jij er uit en ik er inzegt hij. «Ik zou je wel lekker danken »Dan góói ik je er eenvoudig uit «Kerel, wat mankeert je toch »M ij n grootvader zegt hij zoo heb ik gelezen, had vóór honderd jaar hier op deze zelfde plek 'n schuurtje staan die plek was dus van hém ze is dus nu van m ij, met al wat er op staaten nu j ij er af en er uit of ik sla je te prak De vent is veel sterker dan ik. Dies klem ik me vast aan m'n stoel. Maar hij beukt me net zoo lang op m'n handen tot ik met een schreeuw van pijn loslaten móétik sla m'n voeten om een sporthij trapt ze stuk de sport namelijk sleurt mij uit m'n stoel, sleept me door de kamer, dat m'n hoofd botst tegen de deur» spijl, 't bloed loopt me langs m'n gelaat en tenslotte slingert hij me als 'n pakje vuil goed in m'n tuin, waar ik half versuft liggen blijf. Dan zet hij zich in m ij n kamer. En neemt plaats in m ij n stoel. Neemt van 't rekje een schoone Goudsche pijp en rookt van ra ij n tabak, 'n glimlach op 't gelaat. Mijn andere buren scholen saam voor 't huis. «Wat is hier te doen vragen ze verbaasd. «Heelemaal niéts is »M u s s o 1 i n i« 's antwoord. «Niets dan een volmaakt vreedzame bezetting waar jullie niemendal mee te maken hebben bonjour 1« Nieuw onrecht. Professor J. de Louter schrijft in het Ut» rechtsch Dagblad Das ist der Fluch der bösen Tat, Dass sie fortzeugend immer Böses muss gebaren. Schiller. «Italië volgt Frankrijk's voorbeeld. Musso» lini toont zich een ijverig leerling van Poin» caré. Ziedaar de verbijsterde tijding, welke het zieke lichaam van Europa door een nieuwen schok doet rillen. Het Balkan»schiereiland, eeuwenoude Ba» kermat van moord en onheil, trekt weder al» Ier aandacht naar Zuid»Europa zooals in 1914 naar Serajewo in Bosnië, thans naar Epirus, met het jongste lid van den Volkenbond, het onherbergzaam Albanië als verbindingsschakel. Een nieuw ultimatum, door een machtigen aan een zwakke staat dreigend toegezonden, een nieuwe verontschuldiging met verregaan» de tegemoetkoming, gevolgd door eene hoog» hartige afwijzing met dreigend gebaar. Een nieuwe gewelddaad met aanranding der terri» toriale onschendbaarheid, een der meest fun» damenteele rechten van souvereine staten in vollen vrede Elders rumor in casa met voorloopige rangschikking van voor» en te» genstanders, dreigende wolken en felle blik» 'semflitsen Waarop moet dit uitloopen Wij weten het niet en wagen ons niet aan voorspellingen. Doch wél weten wij, dat de leidslieden der wereld niet wijzer, de harts» tochten der menigte niet kalmer zijn geworden sedert de wereldoorlog zijne vreeselijke lessen heeft verkondigddat de Volkenbond de in» ternationale verhoudingen niet heeft gezui» verd en veredeld, dat hij even weinig zijne eigen leden als nietleden tegen plotselinge aanvallen behoedt en zijn aanzien en invloed alleen tegen werkloozen weet te handhaven dat zijn aanhangers beschaamd zijne tegen» standers, helaas, versterkt en vermeerderd wor» denen dat de illusie van een wereldvolken» bond tot handhaving van den vrede evenals de talrijke voorafgaande in een bodemloos verleden dreigt te verzinken. Dit verhoede God 1 Aan de teleurstellende reeks verschijnselen van den jongsten tijd op theoretisch enprac» tisch gebied van het eerste was iknogon», langs getuige in de vergaderingen van het Institut de Droit international te Brussel die zwakheid eener». geringschatting ander» zijds aanduiden, sluit zich onverwachts de bezetting en beschieting van Corfu in vollen vrede m.a.w. de eigenmachtige aanranding van hetgeen voor een staat hetzelfde is als voor den mensch zijn lichaam door een anderen Staat, medelid en zelfs medestichter van den Volkenbond, die zich beleedigd of benadeeld achteen daad van eigenrichting derhalve in den meest typischen vorm met volkomen verwaarloozing van alle vreedzame middelen tot beslechiing door tusschenkomst van derden, door arbitrage of rechtspraak, overeenkomstig de besluiten der Vredescon» ferenties of de bepalingen van het grondver» drag van den Volkenbond. Ziedaar de vrucht van de politiek van Frankrijk sedert 1919. welke zich beroemd uitsluitend in dienst te staan van Recht en Gerechtigheid 1 Men wane niet, dat de Balkan verre licht en ons niet aangaat. Straks wordt een aan» leiding gezocht en gevonden om door andere adepten van Poincaré het lot van Corfu toe te passen op Limburg of Zeeuwsch»Maanderen«. De Copie van Ingezonden Stukken die niet ge« plaatst zijn wordt niet teruggegeven. Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgeva Brielle, Sept. 1923. Geachte Redactie, Daar 3 October het 50»jarig bestaan der Geuzenstichting zal worden gevierd, dacht het ons goed daar even de aandacht op te ves» tigen van de in» en omwoners van Brielle. Zij hebben misschien al zoo erg gejubileerd met onze Koningin, dat het wellicht moeilijk valt zulks nog meer te doen. Wij zouden vragen, doet het toch nu eens op heel be» scheiden voet met de weezen dezer stichting op dien 3e Octoberdag. U zult er werkelijk geen spijt van hebben. Niet dat gij er zoo» veel zult eten of drinken, dit is toch bijzaak, maar daar kunt, gij zien wat er met samen» werking te verkrijgen is, daar de Stichting ook mede door de liefdegaven van in» en omwoners van Brielle is kunnen blijven be» staan, ja in die 50 jaren menig mensch in de maatschappij heeft mogen brengen die daar» van een nuttig lid is geworden, en wie men» schelijker wijze gesproken anders als gesneu» velden voor die maatschappij waren geweest. Hopende dat door velen aan deze roepstem mag worden gehoor gegeven en alzoo ook voor de kinderen en het Bestuur deze 3 Oc» toberdag een gezellige mag worden teekent zich Namens het Bestuur der Geuzenstichting te Brielle H. H1LDEBRAND Binnenvader. In de wachtkamer van den dokter van den Raad van Arbeid. Ka. Zoo Jaap ook al op het spreekuur van den dokter? Jaap. Ja, Ka, ik heb gevraagd of ik in een sanatorium verpleegd kan worden. Maar daar» toe moet ik eerst onderzocht worden. Ka. Maar Jaap, waar moeten je vrouw en je kinderen van leven, als jij niet werkt. Jaap. Je begrijpt Ka, dat ik daarover ook heb zitten tobben. Ik hoop nu echter op een uitkeering voor mijn kinderen. Ka. Welke uitkeering Jaap. De uitkeering, die de Rijksverzeke» ringsbank kan verleenen aan kinderen bene» den de 14 jaar van een in een inrichting op» genomen verzekerde. Die uitkeering kan ook worden gegeven aan een invalide echtgenoote of een echtgenoote die den 60»jarigen leeftijd bereikt heeft. Ze kan gaan tot 3/3 van het bedrag, dat aan de verzekerde zou zijn toe» gekend, indien deze bij zijn opneming recht op invaliditeitsrente had gehad. Ka. Gunst van die uitkeering had ik nog nooit gehoord. Jaap. Kijk eens, daar heb je Klaas ook, wat zou die hier moeten doen, die heeft im» mers al een rente. Ka. In denk, dat hij voor 't zelfde doel ge» komen is als wij. Hij zal ook onderzocht moeten worden. Jaap. Maar de man ziet er zoo best uit, dat ik zou zeggen je hoort hier niet. Ik zal 't hem eens vragen. Zeg, Klaas, wat kom jij hier doen Klaas. Tegen den dokter zeggen, dat ik beter ben. Jaap. En je had een rente. Klaas. Ja, maar die was tijdelijk en boven verwachting ben ik zoo gauw beter en nou verdien ik mijn centen maar liever zelf, dan rente te trekken. Jaap. Of je gelijk hebt. Ka. Heeft het jou veel moeite gekost om die rente te krijgen. Klaas. Heelemaal niet. Ik heb natuurlijk met mijn renteboekje aangetoond, dat er voor mij 150 zegels geplakt waren en ik heb rente moeten aanvragen, want ze brengen 't niet op je stoel thuis. Ka. En toen Klaas. En toen ben ik door den dokter hier onderzocht en na een paar weken kreeg ik mijn rente Ka. Ik dacht, dat je die rente nu je heele leven hield. Klaas, 't Zou wat moois worden, beter zijn en rente trekken dat is te dwaas om los te loopen. Maar weet je wanneer je ze voor je heele leven krijgt. Ka. Neen. Klaas. Als je er zoo beroerd aan toe ben als Jan de verversknecht. Hij kan van de rheumatiek niets meer doen en beter worden kan hij niet meer. Nou die heeft een rente voor zijn heele leven. Ik word geroepen» ik wensch jelui het beste. Grijs haar. De laatste rage in Parijs is de grijs haar»mode. De mode van de »polka»kop» jes«, die 'n tijd lang de vrouwenwereld in een bakvischjeskostschool herschiep, schijnt plotseling te hebben afgedaan om plaats te maken voor een »modenieuwtje« met een meer ernstig cachet. Was het tot dusver zaak er zoo jong mogelijk uit te zien, nu is «de vrouw die geliefd en geleden« heeft het be» geerde type. En haar attribuutéén grijze haarlok tusschen de andere donkere golven. Eén zoo'n grijze lok staat interessant, wekt gedachten op aan dien éénen nacht van hevi» ge smart, waarin zij ontstond Of aan uren van ernstige studieen dan beteekent die lok intelligentie. Jongen vrouwen behoeven dus niet langer wanhopig te staren naar heur eerste grijze haar, die zij op een kwaden morgen bij het kappen ontdekken zullen. Het zal een goede morgen zijn, wanneer zij deze ontdekking doen Allelrei. Van dien Taubmann den hoogleeraar uit Saksen, in de 16e eeuw, las ik n o g een anecdote, die ik hier afschrijven wil. Er komty^j wel één zinnetje Duitsch in voor, maar ik" wil wedden, dat jullie hoofd voor hoofd in staat zijn, om het te vertalen, ook al heb je nooit Duitsch geleerd. ik vond de historie zoo verteld Tijdens een galamaaltijd werd Taubmann door de omzittenden een beetje in het ootje genomen. Speciaal kardinaal Clesel vond er zijn genoegen in voortdurend zoogenaamde aardigheden te verzinnen ten koste van den eenvoudigen geleerde. Taubmann deed alsof de grapjes volslagen langs hem gingen. Op een gegeven oogenblik echter zeide hij, zich tot het gezelschap wen» dend «Wer kann 150 Esel mit einem Worte schrei» ben Niemand bleek het raadsel te kunnen op» lossen. Toen nam de hoogleeraar een papiertje en zette daarop, onder daverend gelach van alle gasten C Lesel. (Fr. Dagbl.) Een 100-jarige. De weduwe J. Heide te 't Meer bij Heerenveen is Donderdag, 100 jaar geworden. j. Rijwieldief en oplichter. De bloemistenknecht uit Sassenheim, die uit Leiden en omstreken een 17»tal rijwielen had weten te ontvreemden en in de stedelijke bank van leening te belees nen vóór het misdrijf aan 't licht kwam, bleek bij onderzoek ook nog iemand te Oegstgeest voor een bedrag van f 400 te hebben opge» licht. Incident bij een optocht. Op een der recla» mewagens in een stoet, welke door de gemeente Voorhout trok, werd een smidsbedrijf in wer» king voorgesteld. Plotseling ontplofte hierop een gasreservoir, waardoor de geheele opstelling uit elkaar sloeg. Een der inzittenden werd zoo ernstig gewond, dat overbrenging naar het ziekenhuis te Lei» den noodig bleek. Nog drie anderen personen sloegen bewusteloos tegen den grond. Te vroeg. De burgemeester van Usquert (Gr.) heeft een tweede vergadering van den nieuwen raad bijeengeroepen, waar Dinsdag j.l. alle raadsleden wegbleven wegens het vroege uur (9 uur 's morgens), tegen 10 Sep» tember, 's avonds 7 uur. Onder een rijwiel. Een achtjarig zoonije van een inwoner van Aalsmeer geraakte, toen hij Maandagmorgén uit school hwam, onder een rijwiel, met het treurig gevolg, dat hij enkele oogenblikken daarna overleed. De goede kamer. Een nijvere huisvrouw te Naarden bezit een goede kamer, een kamer die, volgens oude huisvrouwelijke gewoonte te goed is om te bewonen. Dezer dagen even hier binnengaand, trof ze niet de stille stof» fige rust die gemeenlijk in «goede kamers» heerscht, doch vloer, meubels, tapijt en gor» dijnen waren in onafgebroken, krioelende be» weging. Millioenen vliegende mieren hadden de geheele kamer veroverd en in donkerbrui» ne kleur gezet. De huisvrouw zelve stond een oogenblik bewegingloos, doch kreeg spoedig haar bezinning terug. Ze vloog naar het kip» penhok en sloot haar kloek met tien kuikens in de kamer op. Binnen een uur had dit rei» nigingsmiddel zulk een uitwerking, dat een kan petroleum voldoende was voor de «na» behandeling». (Hld). Een nobele S. D. A. P.-er. Namens het da» gelijks bestuur der Friesche gemeente Leeuw» arderadeel stelde de Burgemeester, de heer Jansonius, soc.»dem., voor H.M. de Koningin een gelukwensch te zenden met haar jubileum wat natuurlijk bij den Gèmeenteraad instem» ming vond. («Tijd»). Nachtvorst. Uit Hoogezand bericht men, dat het de laatste nachten erg heeft gevroren zoodat de late boonen»oogst zeer heeft gele» den. Enkele veldjes waren zwart gevroren.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1923 | | pagina 2