Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. IN HOC SIGNO YINCES No. 2945 WOENSDAG 12 SEPTEMBER 1923 38STE JAARGANG Uit de Pers. Gemeenteraad, Buitenland. W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers. Ïïigesondeiï Stiakken I Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Vs »Daf 's Heeren zegen op U daal!« 't Schoonste moment der gansche huldiging. Aangrijpend voor wie er van leest. Onvergetelijk voor wie er bij mocht zijn Toen daar op den historischen Dam in 's Lands hoofdstad, na al het gezang en gejuich der tienduizenden, als de Koningin zich van 't balcon in 't paleis wil terugtrekken, een psalm aangeheven werd Even, schuchter, door enkelen ingezet Dra door velen overgenomen Straks uit duizenden kelen aanzwellend tot een machttg gezang, zooals in geen kerk nog geklonken had Dat 's Heeren zegen op u daal', Zijn gunst uit Sion u bestraal Hij schiep 't heelal Zijn Naam ter eer, Looft, looft nu aller heeren Heer. De uitlandsche journalisten, die veel heb; en meegemaakt, tot in de uiterste hoeken 'des aardbodems, zullen toch nog even heb* ben opgekeken, dunkt me zoo en dat mo* ment hebben «vastgehouden®. Wij zijn toch, als we zoo den aardbodem eens overzien, neenin niets een beter volk dan andere maar toch nog wel een door God rijk geze* gend volk' dat we in zoo groote menigte nog voor onze vorsten kunnen psalmzingen. Een bede voor haar uitzingen Die God genadiglijk verhoore En eere aan onze vrouwen en meisjes, die bij haar vaandels staande in 't midden van het Damsterrein, als we 't wel begrepen, den zang 't eerst hebben aangeheven het heerlijk vrouwelijk enthousiasme, dat de leiding neemt als mannelijke nuchterheid en schuchterheid te laat komen zou. De vrouw op haar plaats 1 V Giro*Janboel. p Als een particuliere bankinstelling het ge* waégd had, om met haar klanten om te sprin* gen, gelijk thans bij onze Post de cheque* en girodienst doet, zij zoude een klap gekregen hebben, die ze in vele maanden niet te boven kwam En aangezien men in dézen tijd niet veel «klappen® hebben kan, kón het haar onder* gang we?, zijn. Maar de »Post« kan niet ondergaan. Kan zelfs geen «verliezen® lijden Het »Rijk« maakt al 't kromme recht En nu zeggen we allerminst, dat .onze Post het daarop laat aankomenzij zal zelf ook wel overvallen, overrompeld zijn en geen raad weten met den vloéd van chèques en giro* biljetten en reclames en telegrammen, die het Centrale Kantoor, dat sinds 24 Aug. in Den Haag werkt, overstroomt, Maar dit alles neemt niet weg Een particuliere bankinstelling zou dit niet overkomen zijn, dat ze 8 en 10 en 14 dagen de menschen op hun geld laat wachten en officieus smeektoch, ga toch voorloopig mij met uw klandisie v o o r b ij 't Is een leerzame bijdrage tot het vraagstuk Staat of Particulier Oordeelen Gods. Vreeselijk is de ramp in Japan. Overdrijven de berichten niet en de waar* heid bleek totnogtoe in dit geval telkens bóven de berichten uit te gaan, dan zijn er niet minder dan 500,000 dooden en zijn de stoffelijke ver* liezen naar evenredigheid. Besèffen wij, wat dit zeggen wil? Ook wat de Heere God hierin deed? Neen, élke gedachte alsof zij ginds gróóter zondaars waren dan wij allen, moet bij den wortel worden afgesneden Jezus Zelf heeft daartegen met het voorbeeld van den toren van Siloam eens en voor goed gewaarschuwd. Dit echter wil de Heere zeggen, dat is bijbelsch, tot ons en tot alle natiën der aarde «Bekeert u, opdat gij niet insgelijks vergaat Worde die roepstem tot bekeering verstaan 1 V De ouderdom geëerd. Een schoone trek in 't openbaar optreden onzer Vorstin is, dat zij den ouderdom weet te eeren en daar ook ditmaal bewijs van gaf. Lange jaren terug bezocht ze Beets. Toen zij in Utrecht kwam en de grijze hoog* leeraar, naar de sprake ging, méér van zich wilde vergen, dan zijn lichaam toeliet en hij zijn opwachting wilde maken bij zijn jonge koningin. Dat mocht niet, liet zij weten. En toen ging zij zelf tot hém. Thans ook weer, zonder ophef, zoo stille* kens even glippend uit de officieele rij, be* zocht ze in Den Haag, met den Prins en de Prinses, zoowel den stokouden V an Karne* beek, den vader van den tegenwoordigen minister, als den hoogbejaarden L o h m a n, wiens zon nu zéér ver ten ondergang is ge* neigd. Zoo eerde zij den ouderdom. En wij weten het te eeren en te waardeeren in onze Koningin, die haar trouwe dienaren ook in den hoogen ouderdom niet vergeet. De »Standaard« schrijft in een hoofdartikel over het feest van ons volk het volgende HET JUBELFEEST. Nu de Amsterdamsche feestdagen ten einde spoeden, schijnt het niet ongepast om een enkele opmerking te maken naar aanleiding van wat in de Hoofdstad gebeurde. In de laatste jaren toch is in ons land een anti=monarchaIe propaganda gevoerd, waarvan op luiden toon werd verzekerd, dat zij gewei* dig vat op de bevolking had. Er waren er dan ook die meenden, dat de begrooting in de Hoofdstad van niet overwegende beteeke* kenis wezen zoudat men er van maken moest wat er nu eenmaal van te maken wasdoch dat alles 't stempel dragen zou van «Kunst* en Vliegwerk«. Men heeft gewerkt met der tijden nood met de moeilijkheden waarin ook Nederland verkeertom een dumper op de feestvreugde te zetten, en al 't mogelijke gedaan in strooi* biljet, in courantenartikel en in meeting om de beteekenis van dit Oranjefeest te verkleinen. En wat hebben we nu aanschouwd Wel, 't scheen alsof heel het volk er behoefte aan had om een antwoord te geven op al die donkere voorspellingen een antwoord, zoo ondubbelzinnig, zóó duidelijk, dat het niet misverstaan kan worden. De herdenking van de inhuldiging van H.M. de Koningin is uitgegroeid tot een ge* weldige manifestatietot een ontroerende uiting van hulde en trouw, door heel het Volk aan zijn Koningin gebracht. Na wat vooraf was gegaan, moest dit blijk* baar komen't was niet te bedwingen men had 't er nu eens op gezet om H.M. te doen zien met eigen oogen, hoe het de band is tusschen Oranje en Nederland. Natuurlijk brengen we hier niet bij in re* kening het niet altijd sympathieke straatrumoer, het potsenmakerswerk, dat ons afscheidelijk schijnt van openbare feesten. Dat behoort onder de posten, die we afschrijven. Maar de schitterende ontvangst door alle rangen en standen uit de bevolking der Hoofdstad heeft een te waardig, een te ernstig karakter gedra* gen, dan dat de beteekenis daarvan ook maar door iemand zou worden miskend. De troon der Oranjes, dat is wel heel dui* delijk gebleken, wankelt nietde anti*monar* chale propaganda heeft niet veel uitgewerkt. Want wel nimmer is de uiting van gehecht* heid zóó overweldigend geweest als in deze dagen in Amsterdam is aanschouwd. Ouderen onder ons, die de herinnering nog meedragen aan wat onder den laatsten Koning werd be* leefd, ze moesten tot de erkentenis komen, dat de dagen van deze week niet onder doen voor de schoonste, die zij bij openbare feesten in het verleden hebben doorleefd. Natuurlijk overschatten we niet. Wie de historie kent, weet dat de Volksgunst geen al te vasten bodem levert, waarop duur* zaam gebouwd worden kan. Doch dat in Ne* derland niet slechts sprake is van wufte Volks* gunst, maar van een heiligen band tusschen Vorstenhuis en Volk, dat is wel klaarlijk be* wezen én in November 1918 èn nu in Sep* tember 1923. Wie maar even bedenkt, dat op deze blijde dagen geen sprake is geweest van eenig mili* tair vertoon dat men behoudens dan de uitnemende ordemaatregelen door de politie genomen de ontzaglijke massa zich vrij be* wegen liet, gevoelt, dat hier iets werd gezien, waar men in het buitenland niet aandenken kan. Er was bij den intocht hier en daar schier geen scheiding tusschen de Koningin en de onderdanen. We constateeren alleen het feitmaar het is een feit van beteekenis, dat we met groote vreugde vastleggen. En wat Amsterdam te aanschouwen gaf, werd in heel 't land gezien. De hartelijke deel* neming in alle provincies van ons Vaderland aan deze blijde herdenking, doet zien dat het te Amsterdam gebeurde echt was. Er was dan ook niets opgeschroefds in't kwam uit het hart van het volken dit te kunnen neer* schrijven in tijden als deze, is ons geen geringe voldoening. Want aanstonds houdt het feestgewoel op, wordt het feestgewaad opgeborgenkeeren we allen weer terug tot akker en koopman* schap en komt de inderdaad grimmige wer* kelijkheid aankloppen. Dan zal het Nederlandsche volk te kampen hebben tegen allerlei moeilijkheden, en zal het er op aankomen de worsteling met Gods hulp tot een goed eind te brengen. Dat zal taaie volharding, krachtige inspanning eischen van allen En nu spreekt het vanzelf, dat de lasten beter en williger worden gedragen de kracht en het uithoudingsvermogen er niet minder op worden, wanneer het bewustzijn levendig is, dat we ons allen, als zonen en dochteren van hetzelfde Vaderland, eendrachtig scharen om den Troon als het gevoel van saamhoorig* heid ons met het Vorstenhuis nauwer verbindt. Het is de glorie van de Oranjes geweest, dat zij in bange dagen zich kloek aan de zijde van het Volk hebben geschaard. De Eerste Willem en zijn Broeders hebben hun bloed en hun bezittingen gegeven aan het verdrukte Volk van Nederland en de Oranjes die na hen kwamen en hun hooge roeping beseften, hebben dat edele voorbeeld gevolgd. Welnu, God heeft ons Volk deze leidslie* den geschonken en bewaard. Door Hem re* geeren de koningen der aarde en bij Zijn genade draagt in Nederland een Oranje*Vorstin nog de kroon. Werd door de goede gunst onzes Gods Oranje voor ons bewaard, aan de andere zijde is het geen mindere gave aan ons land, dat de Volksliefde voor H. M. de Koningin niet doofde, maar lééft en nu op zoo schitterende wijze tot grootsche uiting kwam. Moge in de ernstige dagen die ons wachten, het besef van dit schoone verband H.M. schra* gen in het volbrengen van de hooge plichten Haar opgelegd, en ons Volk steunen en ster* ken om moedig vol te houden en vertrouwend de offers te brengen, die noodig zullen zijn. En worde het H.M. en ons Volk door Gods gunst gegeven nog weer blijde en onbewolkte dagen te zien aanbreken, waarin de welvaart en de vrede in ons land samenwonen en een blij en gelukkig Volk zich verheugt in het bezit van een rijk door God gezegende Ko* ningin. De Copie van Ingezonden Stukken die niet ge« plaatst zijn wordt niet teruggegeven. Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgeven Geachte Redactie Mag ik beleefd u plaatsing verzoeken voor het onderstaande In uw blad van den 18 Aug. j.l. wordt in het verslag van een vergadering van den Raad onzer gemeente, door uwe verslaggever mij als voorzitter in den mond gelegd, dat ik zoude hebben gezegd bij de bespreking verbouwing doktershuis 1 dat ik niet geloof dat de dokter erg meeleeft en meevoelt met zijn patiënten enz. Het is met het oog op deze zinsnede die door mij niet is uitgesproken dat ik verbetering vraag in dezen geest van dit verslag. De kwestie van het te verbouwen doktershuis is in die vergadering in den breede besproken, alle leden namen aan de discussie deel, doch de beschul* diging in bovengenoemde geest werd door mij noch door eene der andere leden geuit. U beleefd dankende voor de verleende plaatsruimte. Hoogachtend, Uw dw. dn. W. J. DONKERSLOOT Lz. [Gaarne nemen wij aan dat de heer Donker* sloot het niet zoo kras bedoeld heeft als door hem werd uitgesproken. Dat hij de betreffende passage uitgesproken heeft, is zeker, direct werd ze door ons opgeteekend en letterlijk is ze in ons verslag weergegeven. Ook wat het slot van het ingezonden stuk van den heer D. betreft moeten wij wijzen op een onjuistheid. De heer D. zal zich nog wel herinneren dat even vóór den aanvang der raadszitting, volgende op die, waarin bedoelde kwestie besproken is, door de raadsleden het verslag besproken is en een der leden bevestigde, dat inderdaad in den geest, zooals het verslag het weergeeft, door een der raadsleden gesproken is.] (Verslaggever.) Geachte Redactie l Mag ik zoo vrij zijn van U een klein plaatsje te vragen voor het volgende Bij voorbaat dank 1 Ik zou gevoeglijk kunnen beginnen met den titel «een oproep aan ouders van School* gaande kinderen op de Christelijke School« alhier. Ik heb namelijk gehoord dat het Bestuur dier school meent goed te doen om onze kin* deren op den dag dat er hier uiting zal gegeven worden aan de verknochtheid aan het huis van Oranje, de kinderen in de School te houden. Van de gelegenheid door het gemeentebe» stuur aangeboden om de kinderen te tracteeren wordt natuurlijk grif gebruik gemaakt, maar op straat mede gaan, in de rij der feestvierende menigte, mag niet. Ik vind deze houding zoo misselijk dat ik aan allen die het met mij eens zijn, voorstel om, als het Bestuur in die houding volhardt, gezamelijk een verzoek te doen aan den Heer Thielman Hoofd der Openbare School om onze kinderen in hun optocht mede te doen gaan. In de liefde voor Oranje zijn wij één. Het moment van den dag is voor de kinderen hun optocht door het dorp Zouden we daar onze kinderen van terug houden Neen en nogeens neen. Onze School is niet van het Bestuur, maar is van onsiouders, en wij, ouders, zullen weten wat wij op dien dag met onze kinderen zullen doen Zoo is mijn meening. Allen die dit met mij eens zijn, zende hun kaartje aan het Bureau van dit blad, onder het motto «Ouders®. De administratie van dit blad wel zal zoo goed willen zijn de inge* komen kaartjes mij ter hand te stellen. Ik wil liefst mijn naam niet noemen, want hij die het koetje bij de horens pakt, is door* gaans de gevlekte, en het loopt niet over mij maar over onze kinderen te doen feestvieren. U M. de R. nogmaals dankzeggende. Een ouder van schoolgaande kinderen op de Chr. School. Geachte Redactie Vergun mij s.v.p. voor het onderstaande een plaatsje in uw veel gelezen blad. Een waarschuwend woord aan de inwoners mijner gemeente. Het ligt al een paar weken op ons hart om mijn medesinwoners te waarschuwen tegen de verregaande goddeloosheden die straks ook in deze gemeente zullen plaats grijpen onder den naam van een Oranjefeest, doch waar de grond van is om eigen wellusten en begeer* lijkheden bot te vieren. Och gedenk toch hoe listig de duivel is om onder schoonklinkende namen zijne dienaren af te trekken van alles wat het welzijn hunner zielen aangaat en hen onder den naam van geoorloofde feestvreugde voor eeuwig in zijn macht te sleepen Ge zegt wellicht«Maar zijt ge dan tegen een feest als dit is, om te gedenken hoe de Heere onze geliefde Vorstin 25 jaren gespaard en bewaard heeft voor ons Nederland We willen er kostelijk dit van zeggen. Gods wel* daden mogen en moeten herdacht worden, doch we vragen uZou dat het herdenken van Gods Weldaden zijn, waar men 's morgens ter kerk durft gaan, en (o verregaande godde* loosheid) de rest van den dag doorbrengt, ocfk diezelfde keikelijke menschen en allerlei ijdel vermaak en genot, ten 2eIs dat het herdenken van Gods weldaden, waar de kroe* gen opgevuld zijn met menschen en zich dron* ken drinken en alzoo ziel en lichaam komen te verwoesten en als beesten over de straat gaan, en ten 3eIs dat het herdenken van Gods weldaden, waar men tot laat in den nacht allerlei Godtergende en zedelooze liede* ren langs straten en wegen loopt te zingen. Het antwoordt is dunkt ons niet moeilijk. Hierbij komt nog, gezien de treurige tijds* omstandigheden, waar Gods slaande hand op alles drukt op handel, nijverheid, landbouw, ambachtswezen, enz. en alles kwijnt en met lamheid geslagen is vanwege de rechtvaardige oordeelen Gods uitgestort over een zinkend land en volk. Och was er toch eens opmerking en wederkeeren tot den Heere, daar gerechtig* heid een volk verhoogt, maar de zonde een schandvlek is der natie. Het is ook voor ons onbegrijpelijk dat aan deze feesten zelfs per* sonen meewerken die Zondags trouw opgaan onder de waarheid, ja onder wie er zelfs zijn, zoowel hier als elders, die eenig kerkelijk ambt bekleeden. O, verregaande dwaasheid, mocht de Heere toth uwe blinde zielsoogen ontsluiten, om niet langer twee heeren te dienen, maar door Hem eens verwaardigd mocht worden om een beslisten keuze te mogen doen tot Zijn eere en uw eenig welzijn. En gij jongelingen en jongedochters die in deze dingen het leeuwenaandeel wel zult heb* ben, zooals dat altoos is Och laat ge nog waarschuwen door een medejongeling in wiens harte het zelfde woont wat bij U in daden openbaar komt, doch er nog genadiglijk voor bewaart wordt. Gedenk toch aan uwen Schepper in de dagen uwer Jongelingschap, en denk er om dat God U om alle deze dingen zal doen komen in het gericht. Lees en herlees met aandacht die vreeselijke geschiedenis (Dan. 5)mogelijk is het ook uw lot, en mocht Gods Geest ze een te sterk worden en verhinderen van deze goddeloosheden mee te doen. Ge zou in den dienst des Heeren veel meer genot vinden dan in het ijdel en zondig vermaak van een vergankelijke wereld. Hierbij zullen wij het laten, daar we niet meer plaatsruimte durven te vergen. Alleen nog dit. We weten zeer wel door dit schrijven de gunst van velen te moeten missen en wier gunst we misschien nu nog deelen, en wel voornamelijk van diegenen daar de waarheid van zegt, rijn te zijn in eigen oogen, doch nog nooit van den drek der zonde gewasschen te zijn, ja er zelfs niet eens aan ontdekt te wezen, doch dat hindert niet. De gunst Gods is veel meer waard dan de gunst van een geheele wereld, en als we die door genade mogen bezitten, dan valt alles weg en heeft men niets op het oog dan de Eere van zijn lieven Naam. Indien hier soms mijn naam onder komt, let daar niet op, anders krijgt een nietig menschenkind de eere die God alleen toekomt. Wij hadden dit schrijven gaarne van ons afgeschoven, doch werden er zoo toe gedrongen, om mijn medereizigers naar de eeuwigheid in 't kort te waarschuwen, om toch in tijds eer God voor hun harten een Borg voor hunnen (ook mijne) schuld te zoeken, daar toch de wereld voorbij gaat met al haar begeerlijkheid, maar die den wille Gods doet, door Zijn lieven Geest, daartoe bearbeid blijft tot in eeuwigheid. U Mijnheer de Redacteur dankend voor de verleende plaatsruimte, teeken ik, N. H. BEVERSLUIS, Zandpad, Middelharnis. Vergadering van den Raad der gemeente Rockanje op Dinsdag 4 Sept. Voorz. Dr. Rambonnetj De VOORZITTER gaat allereerst over tot beëediging als raadslid van de heeren K. Nieuw* land, C. Beijer, M. Oudwater, L. Trouw. D. Luijendijk, C. Klok en W. Rietdijk. Daarna worden de notulen gelezen en vast* gesteld. De VOORZITTER spreekt een woord van welkom tot de leden en legt er den nadruk op, dat de besten de plaatsen van weth. behoo* ren te bezetten.] Tot wethouders worden, na stemming en herstemming, gekozen de heeren K. Nieuwland en D. Luijendijk. Beiden nemen de benoeming aan. Onder dankbetuiging voor de vele bewezen diensten wordt aan L. Goudswaard, met ingang van 1 Oct. a.s. eervol ontslag verleend als onderwijzer. Eenige ingekomen, niet belangrijke stukken worden voor kennisgeving aangenomen, De VOORZITTER doet de rondvraag, waar* van TROUW gebruik maakt en te kennen geeft, dat het hem onaangenaam aandeed, dat de voorz de bekende spreker in de vorige vergadering te veel vrij liet De VOORZITTER en de RAAD verklaren dat zij geenszins de woorden, welke door den afgetreden weth. werden gesproken, wenschen te onderstrepen. TROUW bespreekt nog de wenschelijkheid van opheffing der gezondheidscommissie en verzoekt B. en W. te willen onderzoeken, wanneer de 5 jarige bestaansperiode alfoopt aan welk verzoek zal worden voldaan. Na eenige bespreking wordt z.h.s. de raadzaal aan de onderafd. «Voorne en Putten® van den Ned. Bond van gem. ambt. afgestaan, voor het houden van haar eerstvolgende le« denvergadering. Sluiting. Het Griekscbltaliaansch conflict. Het conflict tusschen Griekenland en Italië schijnt gunstiger te verloopen dan aanvanke* lijk vermoed werd. Italië heeft zijn scherpste eischen wat in* gebonden. Volgens inlichtingen, in journalistieke krin* gen ontvangen, zou de nota nu de volgende voorwaarden aan Griekenland stellen lo. de Grieksche vloot zal in de Piraeus eer bewijzen aan een divisie van de Italiaan* sche vloot, die in de haven zal binnenloopen, gevolgd door een Fransch en een Engelsch oorlogsschip. De vlaggen van de drie mogend* heden zullen gesalueerd worden met 21 kanon* schoten. Alle schepen van de geallieerden zullen daartegen zonder te salueeren binnen* stoomen. 2o. het houden van een uitvaartplechtigheid in de katholieke kerk in tegenwoordigheid van de regeering. De stoomschepen in de haven zullen gedurende deze plechtigheid de vlag halfstok voeren 3o. bij het aan boord brengen van de lijken te Prevesa zal de militaire eer bewezen worden. 4o. Griekenland zal 50 millioen lire storten als waarborg voor de betalingen, die het zal moeten doen 5o. er zal een internationale commissie be* noemd worden, om toezicht te houden op het Grieksche onderzoek, onder voorzitting van een Japanner. Op twee punten wijkt deze nota van de door Italië al gestelde voorwaarden af. De Raad gelast de Grieksche regeering niet de moordenaars nog voor het onderzoek ter dood te laten brengen en verzacht de vernedering, die voor Griekenland zou gelegen zijn in

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1923 | | pagina 1