Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
IN HOC SIGNO YINCES
No. 2945
WOENSDAG 12 SEPTEMBER 1923
38STE JAARGANG
Uit de Pers.
Gemeenteraad,
Buitenland.
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers.
Ïïigesondeiï Stiakken
I
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Vs »Daf 's Heeren zegen op U daal!«
't Schoonste moment der gansche huldiging.
Aangrijpend voor wie er van leest.
Onvergetelijk voor wie er bij mocht zijn
Toen daar op den historischen Dam in 's
Lands hoofdstad, na al het gezang en gejuich
der tienduizenden, als de Koningin zich van
't balcon in 't paleis wil terugtrekken, een
psalm aangeheven werd
Even, schuchter, door enkelen ingezet
Dra door velen overgenomen
Straks uit duizenden kelen aanzwellend tot
een machttg gezang, zooals in geen kerk nog
geklonken had
Dat 's Heeren zegen op u daal',
Zijn gunst uit Sion u bestraal
Hij schiep 't heelal Zijn Naam ter eer,
Looft, looft nu aller heeren Heer.
De uitlandsche journalisten, die veel heb;
en meegemaakt, tot in de uiterste hoeken
'des aardbodems, zullen toch nog even heb*
ben opgekeken, dunkt me zoo en dat mo*
ment hebben «vastgehouden®. Wij zijn toch,
als we zoo den aardbodem eens overzien,
neenin niets een beter volk dan andere
maar toch nog wel een door God rijk geze*
gend volk' dat we in zoo groote menigte nog
voor onze vorsten kunnen psalmzingen.
Een bede voor haar uitzingen
Die God genadiglijk verhoore
En eere aan onze vrouwen en meisjes, die
bij haar vaandels staande in 't midden van
het Damsterrein, als we 't wel begrepen, den
zang 't eerst hebben aangeheven het heerlijk
vrouwelijk enthousiasme, dat de leiding neemt
als mannelijke nuchterheid en schuchterheid
te laat komen zou.
De vrouw op haar plaats 1
V Giro*Janboel.
p Als een particuliere bankinstelling het ge*
waégd had, om met haar klanten om te sprin*
gen, gelijk thans bij onze Post de cheque* en
girodienst doet, zij zoude een klap gekregen
hebben, die ze in vele maanden niet te boven
kwam
En aangezien men in dézen tijd niet veel
«klappen® hebben kan, kón het haar onder*
gang we?, zijn.
Maar de »Post« kan niet ondergaan.
Kan zelfs geen «verliezen® lijden
Het »Rijk« maakt al 't kromme recht
En nu zeggen we allerminst, dat .onze Post
het daarop laat aankomenzij zal zelf ook
wel overvallen, overrompeld zijn en geen raad
weten met den vloéd van chèques en giro*
biljetten en reclames en telegrammen, die het
Centrale Kantoor, dat sinds 24 Aug. in Den
Haag werkt, overstroomt,
Maar dit alles neemt niet weg
Een particuliere bankinstelling zou dit niet
overkomen zijn, dat ze 8 en 10 en 14 dagen
de menschen op hun geld laat wachten en
officieus smeektoch, ga toch voorloopig mij
met uw klandisie v o o r b ij
't Is een leerzame bijdrage tot het vraagstuk
Staat of Particulier
Oordeelen Gods.
Vreeselijk is de ramp in Japan.
Overdrijven de berichten niet en de waar*
heid bleek totnogtoe in dit geval telkens bóven
de berichten uit te gaan, dan zijn er niet minder
dan 500,000 dooden en zijn de stoffelijke ver*
liezen naar evenredigheid.
Besèffen wij, wat dit zeggen wil?
Ook wat de Heere God hierin deed?
Neen, élke gedachte alsof zij ginds gróóter
zondaars waren dan wij allen, moet bij den
wortel worden afgesneden Jezus Zelf heeft
daartegen met het voorbeeld van den toren
van Siloam eens en voor goed gewaarschuwd.
Dit echter wil de Heere zeggen, dat is
bijbelsch, tot ons en tot alle natiën der aarde
«Bekeert u, opdat gij niet insgelijks vergaat
Worde die roepstem tot bekeering verstaan 1
V De ouderdom geëerd.
Een schoone trek in 't openbaar optreden
onzer Vorstin is, dat zij den ouderdom weet
te eeren en daar ook ditmaal bewijs van gaf.
Lange jaren terug bezocht ze Beets.
Toen zij in Utrecht kwam en de grijze hoog*
leeraar, naar de sprake ging, méér van zich
wilde vergen, dan zijn lichaam toeliet en hij
zijn opwachting wilde maken bij zijn jonge
koningin.
Dat mocht niet, liet zij weten.
En toen ging zij zelf tot hém.
Thans ook weer, zonder ophef, zoo stille*
kens even glippend uit de officieele rij, be*
zocht ze in Den Haag, met den Prins en de
Prinses, zoowel den stokouden V an Karne*
beek, den vader van den tegenwoordigen
minister, als den hoogbejaarden L o h m a n,
wiens zon nu zéér ver ten ondergang is ge*
neigd.
Zoo eerde zij den ouderdom.
En wij weten het te eeren en te waardeeren
in onze Koningin, die haar trouwe dienaren
ook in den hoogen ouderdom niet vergeet.
De »Standaard« schrijft in een hoofdartikel
over het feest van ons volk het volgende
HET JUBELFEEST.
Nu de Amsterdamsche feestdagen ten einde
spoeden, schijnt het niet ongepast om een
enkele opmerking te maken naar aanleiding
van wat in de Hoofdstad gebeurde.
In de laatste jaren toch is in ons land een
anti=monarchaIe propaganda gevoerd, waarvan
op luiden toon werd verzekerd, dat zij gewei*
dig vat op de bevolking had. Er waren er
dan ook die meenden, dat de begrooting in
de Hoofdstad van niet overwegende beteeke*
kenis wezen zoudat men er van maken moest
wat er nu eenmaal van te maken wasdoch
dat alles 't stempel dragen zou van «Kunst*
en Vliegwerk«.
Men heeft gewerkt met der tijden nood
met de moeilijkheden waarin ook Nederland
verkeertom een dumper op de feestvreugde
te zetten, en al 't mogelijke gedaan in strooi*
biljet, in courantenartikel en in meeting om
de beteekenis van dit Oranjefeest te verkleinen.
En wat hebben we nu aanschouwd
Wel, 't scheen alsof heel het volk er behoefte
aan had om een antwoord te geven op al die
donkere voorspellingen een antwoord, zoo
ondubbelzinnig, zóó duidelijk, dat het niet
misverstaan kan worden.
De herdenking van de inhuldiging van
H.M. de Koningin is uitgegroeid tot een ge*
weldige manifestatietot een ontroerende
uiting van hulde en trouw, door heel het
Volk aan zijn Koningin gebracht.
Na wat vooraf was gegaan, moest dit blijk*
baar komen't was niet te bedwingen men
had 't er nu eens op gezet om H.M. te doen
zien met eigen oogen, hoe het de band is
tusschen Oranje en Nederland.
Natuurlijk brengen we hier niet bij in re*
kening het niet altijd sympathieke straatrumoer,
het potsenmakerswerk, dat ons afscheidelijk
schijnt van openbare feesten. Dat behoort
onder de posten, die we afschrijven. Maar de
schitterende ontvangst door alle rangen en
standen uit de bevolking der Hoofdstad heeft
een te waardig, een te ernstig karakter gedra*
gen, dan dat de beteekenis daarvan ook maar
door iemand zou worden miskend.
De troon der Oranjes, dat is wel heel dui*
delijk gebleken, wankelt nietde anti*monar*
chale propaganda heeft niet veel uitgewerkt.
Want wel nimmer is de uiting van gehecht*
heid zóó overweldigend geweest als in deze
dagen in Amsterdam is aanschouwd. Ouderen
onder ons, die de herinnering nog meedragen
aan wat onder den laatsten Koning werd be*
leefd, ze moesten tot de erkentenis komen,
dat de dagen van deze week niet onder doen
voor de schoonste, die zij bij openbare feesten
in het verleden hebben doorleefd.
Natuurlijk overschatten we niet.
Wie de historie kent, weet dat de Volksgunst
geen al te vasten bodem levert, waarop duur*
zaam gebouwd worden kan. Doch dat in Ne*
derland niet slechts sprake is van wufte Volks*
gunst, maar van een heiligen band tusschen
Vorstenhuis en Volk, dat is wel klaarlijk be*
wezen én in November 1918 èn nu in Sep*
tember 1923.
Wie maar even bedenkt, dat op deze blijde
dagen geen sprake is geweest van eenig mili*
tair vertoon dat men behoudens dan de
uitnemende ordemaatregelen door de politie
genomen de ontzaglijke massa zich vrij be*
wegen liet, gevoelt, dat hier iets werd gezien,
waar men in het buitenland niet aandenken
kan. Er was bij den intocht hier en daar schier
geen scheiding tusschen de Koningin en de
onderdanen.
We constateeren alleen het feitmaar het
is een feit van beteekenis, dat we met groote
vreugde vastleggen.
En wat Amsterdam te aanschouwen gaf,
werd in heel 't land gezien. De hartelijke deel*
neming in alle provincies van ons Vaderland
aan deze blijde herdenking, doet zien dat het
te Amsterdam gebeurde echt was. Er was dan
ook niets opgeschroefds in't kwam uit het
hart van het volken dit te kunnen neer*
schrijven in tijden als deze, is ons geen geringe
voldoening.
Want aanstonds houdt het feestgewoel op,
wordt het feestgewaad opgeborgenkeeren
we allen weer terug tot akker en koopman*
schap en komt de inderdaad grimmige wer*
kelijkheid aankloppen.
Dan zal het Nederlandsche volk te kampen
hebben tegen allerlei moeilijkheden, en zal
het er op aankomen de worsteling met Gods
hulp tot een goed eind te brengen. Dat zal
taaie volharding, krachtige inspanning eischen
van allen
En nu spreekt het vanzelf, dat de lasten
beter en williger worden gedragen de kracht
en het uithoudingsvermogen er niet minder
op worden, wanneer het bewustzijn levendig
is, dat we ons allen, als zonen en dochteren
van hetzelfde Vaderland, eendrachtig scharen
om den Troon als het gevoel van saamhoorig*
heid ons met het Vorstenhuis nauwer verbindt.
Het is de glorie van de Oranjes geweest,
dat zij in bange dagen zich kloek aan de
zijde van het Volk hebben geschaard. De Eerste
Willem en zijn Broeders hebben hun bloed
en hun bezittingen gegeven aan het verdrukte
Volk van Nederland en de Oranjes die na
hen kwamen en hun hooge roeping beseften,
hebben dat edele voorbeeld gevolgd.
Welnu, God heeft ons Volk deze leidslie*
den geschonken en bewaard. Door Hem re*
geeren de koningen der aarde en bij Zijn
genade draagt in Nederland een Oranje*Vorstin
nog de kroon.
Werd door de goede gunst onzes Gods
Oranje voor ons bewaard, aan de andere zijde
is het geen mindere gave aan ons land, dat
de Volksliefde voor H. M. de Koningin niet
doofde, maar lééft en nu op zoo schitterende
wijze tot grootsche uiting kwam.
Moge in de ernstige dagen die ons wachten,
het besef van dit schoone verband H.M. schra*
gen in het volbrengen van de hooge plichten
Haar opgelegd, en ons Volk steunen en ster*
ken om moedig vol te houden en vertrouwend
de offers te brengen, die noodig zullen zijn.
En worde het H.M. en ons Volk door Gods
gunst gegeven nog weer blijde en onbewolkte
dagen te zien aanbreken, waarin de welvaart
en de vrede in ons land samenwonen en een
blij en gelukkig Volk zich verheugt in het
bezit van een rijk door God gezegende Ko*
ningin.
De Copie van Ingezonden Stukken die niet ge«
plaatst zijn wordt niet teruggegeven. Buiten
verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgeven
Geachte Redactie
Mag ik beleefd u plaatsing verzoeken voor
het onderstaande
In uw blad van den 18 Aug. j.l. wordt in
het verslag van een vergadering van den Raad
onzer gemeente, door uwe verslaggever mij
als voorzitter in den mond gelegd, dat ik zoude
hebben gezegd bij de bespreking verbouwing
doktershuis 1 dat ik niet geloof dat de dokter
erg meeleeft en meevoelt met zijn patiënten
enz. Het is met het oog op deze zinsnede die
door mij niet is uitgesproken dat ik verbetering
vraag in dezen geest van dit verslag. De kwestie
van het te verbouwen doktershuis is in die
vergadering in den breede besproken, alle leden
namen aan de discussie deel, doch de beschul*
diging in bovengenoemde geest werd door
mij noch door eene der andere leden geuit.
U beleefd dankende voor de verleende
plaatsruimte.
Hoogachtend,
Uw dw. dn.
W. J. DONKERSLOOT Lz.
[Gaarne nemen wij aan dat de heer Donker*
sloot het niet zoo kras bedoeld heeft als door
hem werd uitgesproken. Dat hij de betreffende
passage uitgesproken heeft, is zeker, direct werd
ze door ons opgeteekend en letterlijk is ze in
ons verslag weergegeven. Ook wat het slot
van het ingezonden stuk van den heer D. betreft
moeten wij wijzen op een onjuistheid. De heer
D. zal zich nog wel herinneren dat even vóór
den aanvang der raadszitting, volgende op
die, waarin bedoelde kwestie besproken is,
door de raadsleden het verslag besproken is
en een der leden bevestigde, dat inderdaad
in den geest, zooals het verslag het weergeeft,
door een der raadsleden gesproken is.]
(Verslaggever.)
Geachte Redactie l
Mag ik zoo vrij zijn van U een klein plaatsje
te vragen voor het volgende Bij voorbaat
dank 1
Ik zou gevoeglijk kunnen beginnen met
den titel «een oproep aan ouders van School*
gaande kinderen op de Christelijke School«
alhier.
Ik heb namelijk gehoord dat het Bestuur
dier school meent goed te doen om onze kin*
deren op den dag dat er hier uiting zal gegeven
worden aan de verknochtheid aan het huis
van Oranje, de kinderen in de School te
houden.
Van de gelegenheid door het gemeentebe»
stuur aangeboden om de kinderen te tracteeren
wordt natuurlijk grif gebruik gemaakt, maar
op straat mede gaan, in de rij der feestvierende
menigte, mag niet.
Ik vind deze houding zoo misselijk dat ik
aan allen die het met mij eens zijn, voorstel
om, als het Bestuur in die houding volhardt,
gezamelijk een verzoek te doen aan den Heer
Thielman Hoofd der Openbare School om
onze kinderen in hun optocht mede te doen
gaan.
In de liefde voor Oranje zijn wij één.
Het moment van den dag is voor de kinderen
hun optocht door het dorp
Zouden we daar onze kinderen van terug
houden Neen en nogeens neen.
Onze School is niet van het Bestuur, maar
is van onsiouders, en wij, ouders, zullen weten
wat wij op dien dag met onze kinderen zullen
doen
Zoo is mijn meening.
Allen die dit met mij eens zijn, zende hun
kaartje aan het Bureau van dit blad, onder
het motto «Ouders®. De administratie van dit
blad wel zal zoo goed willen zijn de inge*
komen kaartjes mij ter hand te stellen.
Ik wil liefst mijn naam niet noemen, want
hij die het koetje bij de horens pakt, is door*
gaans de gevlekte, en het loopt niet over mij
maar over onze kinderen te doen feestvieren.
U M. de R. nogmaals dankzeggende.
Een ouder van schoolgaande
kinderen op de Chr. School.
Geachte Redactie
Vergun mij s.v.p. voor het onderstaande
een plaatsje in uw veel gelezen blad.
Een waarschuwend woord aan de
inwoners mijner gemeente.
Het ligt al een paar weken op ons hart om
mijn medesinwoners te waarschuwen tegen de
verregaande goddeloosheden die straks ook
in deze gemeente zullen plaats grijpen onder
den naam van een Oranjefeest, doch waar de
grond van is om eigen wellusten en begeer*
lijkheden bot te vieren. Och gedenk toch hoe
listig de duivel is om onder schoonklinkende
namen zijne dienaren af te trekken van alles
wat het welzijn hunner zielen aangaat en hen
onder den naam van geoorloofde feestvreugde
voor eeuwig in zijn macht te sleepen
Ge zegt wellicht«Maar zijt ge dan tegen
een feest als dit is, om te gedenken hoe de
Heere onze geliefde Vorstin 25 jaren gespaard
en bewaard heeft voor ons Nederland We
willen er kostelijk dit van zeggen. Gods wel*
daden mogen en moeten herdacht worden,
doch we vragen uZou dat het herdenken
van Gods Weldaden zijn, waar men 's morgens
ter kerk durft gaan, en (o verregaande godde*
loosheid) de rest van den dag doorbrengt,
ocfk diezelfde keikelijke menschen en allerlei
ijdel vermaak en genot, ten 2eIs dat het
herdenken van Gods weldaden, waar de kroe*
gen opgevuld zijn met menschen en zich dron*
ken drinken en alzoo ziel en lichaam komen
te verwoesten en als beesten over de straat
gaan, en ten 3eIs dat het herdenken van
Gods weldaden, waar men tot laat in den
nacht allerlei Godtergende en zedelooze liede*
ren langs straten en wegen loopt te zingen.
Het antwoordt is dunkt ons niet moeilijk.
Hierbij komt nog, gezien de treurige tijds*
omstandigheden, waar Gods slaande hand op
alles drukt op handel, nijverheid, landbouw,
ambachtswezen, enz. en alles kwijnt en met
lamheid geslagen is vanwege de rechtvaardige
oordeelen Gods uitgestort over een zinkend
land en volk. Och was er toch eens opmerking
en wederkeeren tot den Heere, daar gerechtig*
heid een volk verhoogt, maar de zonde een
schandvlek is der natie. Het is ook voor ons
onbegrijpelijk dat aan deze feesten zelfs per*
sonen meewerken die Zondags trouw opgaan
onder de waarheid, ja onder wie er zelfs zijn,
zoowel hier als elders, die eenig kerkelijk
ambt bekleeden.
O, verregaande dwaasheid, mocht de Heere
toth uwe blinde zielsoogen ontsluiten, om
niet langer twee heeren te dienen, maar door
Hem eens verwaardigd mocht worden om een
beslisten keuze te mogen doen tot Zijn eere
en uw eenig welzijn.
En gij jongelingen en jongedochters die in
deze dingen het leeuwenaandeel wel zult heb*
ben, zooals dat altoos is
Och laat ge nog waarschuwen door een
medejongeling in wiens harte het zelfde woont
wat bij U in daden openbaar komt, doch er
nog genadiglijk voor bewaart wordt. Gedenk
toch aan uwen Schepper in de dagen uwer
Jongelingschap, en denk er om dat God U
om alle deze dingen zal doen komen in het
gericht. Lees en herlees met aandacht die
vreeselijke geschiedenis (Dan. 5)mogelijk is
het ook uw lot, en mocht Gods Geest ze een
te sterk worden en verhinderen van deze
goddeloosheden mee te doen. Ge zou in den
dienst des Heeren veel meer genot vinden
dan in het ijdel en zondig vermaak van een
vergankelijke wereld. Hierbij zullen wij het
laten, daar we niet meer plaatsruimte durven
te vergen. Alleen nog dit. We weten zeer wel
door dit schrijven de gunst van velen te moeten
missen en wier gunst we misschien nu nog
deelen, en wel voornamelijk van diegenen
daar de waarheid van zegt, rijn te zijn in eigen
oogen, doch nog nooit van den drek der
zonde gewasschen te zijn, ja er zelfs niet eens
aan ontdekt te wezen, doch dat hindert niet.
De gunst Gods is veel meer waard dan de
gunst van een geheele wereld, en als we die
door genade mogen bezitten, dan valt alles
weg en heeft men niets op het oog dan de
Eere van zijn lieven Naam. Indien hier soms
mijn naam onder komt, let daar niet op, anders
krijgt een nietig menschenkind de eere die
God alleen toekomt. Wij hadden dit schrijven
gaarne van ons afgeschoven, doch werden er
zoo toe gedrongen, om mijn medereizigers
naar de eeuwigheid in 't kort te waarschuwen,
om toch in tijds eer God voor hun harten
een Borg voor hunnen (ook mijne) schuld te
zoeken, daar toch de wereld voorbij gaat met
al haar begeerlijkheid, maar die den wille
Gods doet, door Zijn lieven Geest, daartoe
bearbeid blijft tot in eeuwigheid.
U Mijnheer de Redacteur dankend voor de
verleende plaatsruimte,
teeken ik,
N. H. BEVERSLUIS,
Zandpad, Middelharnis.
Vergadering van den Raad der gemeente
Rockanje op Dinsdag 4 Sept.
Voorz. Dr. Rambonnetj
De VOORZITTER gaat allereerst over tot
beëediging als raadslid van de heeren K. Nieuw*
land, C. Beijer, M. Oudwater, L. Trouw. D.
Luijendijk, C. Klok en W. Rietdijk.
Daarna worden de notulen gelezen en vast*
gesteld.
De VOORZITTER spreekt een woord van
welkom tot de leden en legt er den nadruk
op, dat de besten de plaatsen van weth. behoo*
ren te bezetten.]
Tot wethouders worden, na stemming en
herstemming, gekozen de heeren K. Nieuwland
en D. Luijendijk. Beiden nemen de benoeming
aan.
Onder dankbetuiging voor de vele bewezen
diensten wordt aan L. Goudswaard, met ingang
van 1 Oct. a.s. eervol ontslag verleend als
onderwijzer.
Eenige ingekomen, niet belangrijke stukken
worden voor kennisgeving aangenomen,
De VOORZITTER doet de rondvraag, waar*
van TROUW gebruik maakt en te kennen
geeft, dat het hem onaangenaam aandeed,
dat de voorz de bekende spreker in de vorige
vergadering te veel vrij liet
De VOORZITTER en de RAAD verklaren
dat zij geenszins de woorden, welke door den
afgetreden weth. werden gesproken, wenschen
te onderstrepen.
TROUW bespreekt nog de wenschelijkheid
van opheffing der gezondheidscommissie en
verzoekt B. en W. te willen onderzoeken,
wanneer de 5 jarige bestaansperiode alfoopt
aan welk verzoek zal worden voldaan.
Na eenige bespreking wordt z.h.s. de raadzaal
aan de onderafd. «Voorne en Putten® van
den Ned. Bond van gem. ambt. afgestaan,
voor het houden van haar eerstvolgende le«
denvergadering.
Sluiting.
Het Griekscbltaliaansch conflict.
Het conflict tusschen Griekenland en Italië
schijnt gunstiger te verloopen dan aanvanke*
lijk vermoed werd.
Italië heeft zijn scherpste eischen wat in*
gebonden.
Volgens inlichtingen, in journalistieke krin*
gen ontvangen, zou de nota nu de volgende
voorwaarden aan Griekenland stellen
lo. de Grieksche vloot zal in de Piraeus
eer bewijzen aan een divisie van de Italiaan*
sche vloot, die in de haven zal binnenloopen,
gevolgd door een Fransch en een Engelsch
oorlogsschip. De vlaggen van de drie mogend*
heden zullen gesalueerd worden met 21 kanon*
schoten. Alle schepen van de geallieerden
zullen daartegen zonder te salueeren binnen*
stoomen.
2o. het houden van een uitvaartplechtigheid
in de katholieke kerk in tegenwoordigheid
van de regeering. De stoomschepen in de
haven zullen gedurende deze plechtigheid de
vlag halfstok voeren
3o. bij het aan boord brengen van de lijken
te Prevesa zal de militaire eer bewezen worden.
4o. Griekenland zal 50 millioen lire storten
als waarborg voor de betalingen, die het zal
moeten doen
5o. er zal een internationale commissie be*
noemd worden, om toezicht te houden op
het Grieksche onderzoek, onder voorzitting
van een Japanner.
Op twee punten wijkt deze nota van de
door Italië al gestelde voorwaarden af. De
Raad gelast de Grieksche regeering niet de
moordenaars nog voor het onderzoek ter dood
te laten brengen en verzacht de vernedering,
die voor Griekenland zou gelegen zijn in