Gemengd Nieuws. V er koopingen Marktberichten. Land- en Tninbouw. ring! In negen van de tien gevallen zijt gij het, die haar eerst verleidt, ten val brengt, dan haar in de ellende zitten laat door uw gevloekt verbod van onderzoek naar het va* derschap en als ze dan door ieder verstooten, van elk veracht, door niemand geholpen, eindelijk in dat voorportaal der hel aangeland zijn, dan komt gij wéér met uw farizeërs» gelaat en zegtZij hebben vrijwillig deze plaats gekozen, nu zullen wij er maar gebruik van maken ooken de Regeering dient te zorgen dat we er geen ongeluk van krijgen en moet ijverig toezicht houden, zooals ze rasterwerken leggen laat over 'n kelderingang en een rooster boven een riool Ik heb den bordeelhouder, die in de zaal was, zien sissen van haat vuisten werden gebalddaar waren er die als er geen politie bij geweest was, hem te lijf zouden zijn gegaan. Maar Pierson versaagde nimmer. En hij heeft vrucht op zijn werk gezien. De Overheid in ons land heeft op dit punt alle gekonkel en voorzichtig verdrag met de zonde afgesnedenbij landswet is het bor» deelbedrijf verbodenonderzoek naar het vaderschap is thans toegestaaneènerlei wet geldt voor man en vrouw. En wat de publieke meening betreft Neen, de zonde is niet minder geworden. Maar d i t is gewonnen Zij had zich weten te steken in 't gewaad eener eerbare vrouw zij had zich weten te laten reglementeeren en daardoor te wettigen en daar kwam een einde aan. Dat kleed werd haar afgerukt en zonde wordt weer door de Overheid als zonde erkend. Daartoe heeft Pierson's levenswerk véél toegebracht en bij zijn dood herdenken wij allereerst d i t deel van zijn publieken arbeid, waarop God zoo ongemeenen zegen geschon» ken beeft. UITKIJK. Wat elke maand te doen geeft. (2e helft Augustus). Nadruk verboden. De knollen zijn in het stoppelland gezaaid, het meest wel als nateelt der rogge. Zij wor» den toch, ofschoon ook wel op de klei, het meest op zandgrond geteeld. Daar is de vee» houderij belangrijk, weiden treft men er diks wijls weinig aan, en door middel van het vee kan men de producten van den akker zoo voordeelig mogelijk in geld omzetten. De knob len, of het »gruun«, zooals ze in den volkss mond heeten, hebben een ernstige concurens te gekregen in de serradella, en ook door den zeer toegenomen verbouw van voederbieten en mangels is de teelt der knollen, welke het land uitputten, en om den »knolIensmaak« der melk gevreesd zijn, afgenomen. Toch wer» den in 1920 nog 38593 H.A. met stoppelknol» len beteeld, het meest in Gelderland 12315 -HA. err Noordbraband met 10923 HA.daars na volgt Overijsel met 7369 H.A. De bemess ting kan zoowel met stab als met kunstmest geschieden is de voorvrucht goed bemest, dan kan men zaaien in den onbemesten stoppel, en geve men vóór het eggen 100—150 K.G. Chili per H.A. Was bemesting noodig, dan heeft men behalve kalizout 20 pet. (400 K.G.) en super (400 K.G.) voor het omploegen, bij het zaaien de helft Chili (75—100 K.G.)geges ven en geve men de rest voor het eggen. Dat eggen dient te geschieden als de knollen ens kele centimeters hoog zijn daardoor worden ze gedund, krijgen lucht en ruimte, waardoor men niet alleen loof, maar ook knollen kan oogsten. Daar zijn ook veehouders, die, om vroeg in den herfst groenvoeder te hebben met opzet dik zaaien en onder het knolzaad wat spurriezaad mengen.' In den tuin Ge hebt maandbloeiers (aards beien) en wilt daarvan voorttelen De beste krijgV ge van zaad. Pluk daartoe de grootste en mooiste aardbeien, die goed rijp zijn leg ze in een pot of een bakje en laat ze geheel verrotten. Wasch dan het zaad, dat overblijft wat uit, laat het in de zon drogen en zaai het direct. Het welriekend yiooltje en andere vass te planten, die 's winters buiten overblijven, moeten nu verplant of gescheurd worden de verplante dragen rijker dan de niet verplante. De Cinerania's worden vaak, als ze uitges bloeid zijn, weggedaan. Dit behoeft niet. Wel echter krijgt men van nieuw zaad betere en grootete soorten, maar men kan ook als men wil, de oude planten nog gebruiken. Men zet ze dan 's zomers in een hoekje van den tuin bij elkaar en houd ze wat vochtigze zaaien dan zich zelf, zoodat er vele jonge plantjes komen die men kan oppotten ze bloeien dan in het voorjaar weer. Ook de oude plans ten groeien van onder uit, zoodat ze kunnen worden gescheurd en eveneens opgepot. Om den geheelen winter door kropsla te hebben moet onder glas worden gezaaidbroeigeel soort. De aarde zij vooral zuiver, anders vab len de plantjes wegvoorts goed vochtig het zaad mag maar even onder den grond komen, anders verstikt het licht. Na het zaas ien een raam opleggen en met een mat tegen de zon bedekken. In meloenens en komkoms merbakken, die leeg komen, kan postelein ges zaaid worden, 't zij voor direct gebruik of voor den inmaak. Grond goed omspitten en nat maken Men kan nog andijvie planten groote, dikke struiken mag men evenwel niet verwachten. De bruine boonen kunnen onges veer rijp zijn, pluk de stammen uit, doe er de bladeren af, bind eenige stammen met de wortels aan elkaar en hang ze, ;om wat te drogen aan latten of heggen. Nu en dan oms keeren is geraden. Als ze wat droog zijn, dan binnen brengen en op een droge plaats hans gen. Men kan ze ook dadelijk uitdorschen. Enkele appeU en peersoorten beginnen te rijs pen, hoofdzakelijk zijn het de zachte soorten. Behandel ze dus voorzichtig, pluk ze een voor een en leg ze uit alkander. De huiss vrouw zorgt veelal voor het zaaien van bloes men. Vele zaden rijpen nu almen plukte ze af, droge ze op een vel papier, beware ze in grauw papierzakken (met den naam van iedere zaadsoort op of in den zak I) en make ze in den a.s. winter schoon. Zuld°Afrika en de emigratie daarheen. In »Het Platteland« orgaan van den Chr. Boerens en Tuindersbond, geeft de bekende schrijver L. Penning, die onlangs ZuidsAfrika bezocht, de volgende schets: Voor mij ligt een photo. Er staan drie jonge mannen op, allen in de twintig. Op den achtejrs grond bevindt zich een havelooze woning. Dat is hun verblijf. Zij hebben die woning gehuurd en een brok land van duizend morgen er bij. Zij zullen nu gaan boeren, ver van hun vaders land; in een gebied, waar de zon, die in het Oosten opgaat, door het Noorden heen het Westen zoekt. Het is ZuidsAfrika het is Transvaal. En deze photo is genomen, toen zij hun boerderij bes gonnen, zoo ongeveer 40 jaar geleden. Ik wil de namen noemen dezer drie persos nenmisschien wekken die namen hier en daar, bij de oudere lezers, nog een echo. Het zijn Oosterhuis, Groningen, Pieter Schuurman, Haarlemmermeer, Gerrit Penning, Gorkum. De laatste is mijn broeder. Deze drie jonge mannen hebben in Transs vaal harde jaren gekend. Droog brood eten en zwarte koffie drinken daar hebben ze van weten te praten. Doch het waren mannen van stavast, met een onbuigzamen moed, palstaans ders. Zij vergaten de moeite en de ellende van het heden voor de toekomst. De plagen des lands gingen hen niet voors bijdroogte en hagel, runderpest en sprinks hanen troffen hen. En in den Boerenoorlog hingen zij den Mauser over den schouder, om mee te strijden aan de zijde van vrijheid en recht Die verschrikkelijke oorlog ging als een vers nielende wervelwind over het land, en zij kres gen er ruimschoots hun aandeel in. Toch niet versagen volhouden zij waren helden van den arbeid, en God kroonde hun vlijt. Het was in het vorig jaar, dat ik zei tot mijn vrouw: »Het wordt zoo zachtjes aan wel eens tijd, dat ik mijn broers Gerrit en Arie opzoek.« Zij vond het ook. Het was veertig jaar ges leden, dat ik Gerrit op een mistigen morgen in Rotterdam aan boord had gebracht inder» daad! het werd zachtjes aan wel tijd, wantik had hem nooit weer gezien. Arie was nu reeds 38 jaar in Transvaal; hij was er landmeter, en had de familie in Neders land in 1896-bezocht. Hij zou een halfjaar blijven, maar vertrok reeds na zes a acht wes ken. 't Was hem hier te benauwd, zei hij. Ik begreep het niet, want het was zomer en de ramen stonden wijd open. »Gij zult het nóóit begrijpen«, was zijn ants woord«daarvoor moet ge eerst in Afrika zijn geweest met zijn wijde, wijde horizonien«. Zoo zou ik dan een reis naar ZuidsAfrika doen. Ik kon het aangename met het nuttige vereenigen en er een studiereis van maken. Doch toen ik zou vertrekken was het hart van mijn vrouw en van mijn kinderen toch bezwaard. «O dag der vreugdezei mijn vrouw: »als ge weer in gezondheid terug zijt!« »Wel«, was mijn vroolijk antwoord: het is beter, dat ge zoo spreekt, dan dat ge bij mijn terugkomst zoudt zeggen: O, dag der smart! Daar heb je hem weer Doch achter mijn vroolijkheid schuilde toch een diepen ernst. God had mijn weg gebaand; Hij zou mij veilig leiden over de groote was teren en ik wist, dat er veel voor mij werd gebeden. Ik reisde met de HollandsZuidsAfrikasIijn. Dat kon niet anders en mocht niet anders. Het is de drijvende brug tusschen Holland en Hollandsch ZuidsAfrika, en het is een natios nale plicht, die stoomvaartlijn zooveel mogelijk te steunen. Ik heb er ook geen spijt van gehad. Het eten was meer dan overvloedig; de bemanning was vriendelijk en welwillend en dit schip, de «Randfontein« was nog een stuk vaderland. De zee was rustig en kalm. Noch op dé heen* noch op de terugreis 'heb ik een spoor van zeeziekte gevoeld, en toen de Tafelberg mas jestieus boven den wijden horizont van den oceaan oprees, verstond ik, waarom voor een kleine drie eeuwen die pientere dokter uit Wijk bij Duurstede, die Jan Anthonie van Riebeek recht op dien Tavelberg aanstevende, en er een Nederlandsche kolonie stichtte. Zoo kwam ik te Kaapstad, na een zeereis van 28 dagen. Er waren nog zoo ongeveer twee etmalen sporens mee gemoeid, voordat ik mijn broeders kon bereiken. De plek, waar ik mijn broeder Gerrit onts moette, zal ik nooit vergeten. Het was dicht bij een bergbeek drie zware klipsteenen lagen er. En zijn vrouw, mijn schoonzuster die ik nog nooit gezien had, was bij hem. Zijn hart was ontroerd, en 't mijne ook, »Ou»boet, zei hij nou zal die bloed praat«. Hij was geheel een Afrikaner geworden. «Er is veel gebeurd, zei ik: sinds wij te Rotterdam afscheid namen«. »Baie veul, was zijn antwoord't zijn veertig jaren, ou=boet!« En zijn oogen werden vochtig. Nu kom ik op die photo terug. Ik heb alle drie personen bezocht. Ze zijn grootvaders thans; ze zijn eigenaren van groote boeren» plaatsen, die vrij en onbelast zijn, staan met eere bekend bij de Afrikaansche boeren, en geven een goed gerucht van het vaderland, van waar zij zijn gekomen. Ik reed in de auto van mijn broer door de wijde grasvelden van het Hoogeveld en vroeg: «Wat gebeurt er met dit gras?« »Het wordt afgestookt«, was zijn antwoord «Waarom wordt er geen hooi van gemaakt? Of waarom wordt dit weiland niet tot mielies» land maisland bestemd «Omdat die hande ontbreek, om die lande te bewerk«. Zoo waren wij ineens op het punt der emi» gratie aangeland. «Gerrit, zei ik: waarom heb jij de menschen in Nederland nooit aangeraden, naar hier te komen «Omdat ik nie die verantwoordelijkheid wil dra nie«, was zijn antwoord. «Ik heb tal van Hollanders in dit land ont» moet, hernam ik: en allen maken het goed. Toch raden zij in 't algemeen niemand aan, om over te komen«. «Ik zeg jou ou»boet, dat het hier een wonder land is, vol tegenstellingen. En nie alle hout is timmerhout nie. Het boeren in dit land is heel wat anders dan in Holland«. En terwijl een glimlach over zijn gebruind gelaat ging, voegde hij er aan toe «Hier is ook menschen, die denkVeul varkens maak die spoeling dun«. Ik durf van de redactie geen meerdere ruimte te vragen, en daarom kan ik over de land» verhuizing naar Zuid=Afrika het voor en het tegen, de licht» en schaduwzijden in deze schets slechts weinig meer zeggen. Er is ruimte in ZuidsAfrika voor de boerenzonen van Ne» derland, doch de emigratie is als een teere plant, die met groote voorzichtigheid moet worden behandeld. Ik ken voorbeelden van Nederlandsche boeren, met kapitaal, dienaar ZuidsAfrika trokken, in verkeerde handen vielen, en hun al te groot vertrouwen duur hebben moeten bekoopen. Ik heb met tal van Afrikaansche boeren over de emigratie gesprokenik heb er met gene» raai Hertzog over gesproken. En wat ik ge hoord en vernomen heb wil ik gaarne mede» deelen. Ik stel mij beschikbaar, om voor de afdee» lingen van dezen Bond, die zulks wenschen. D.V. dezen herfst en winter een lezing te hou» den over ZuidsAfrika, in verband met de emi» gratie, in de hoop, dat deze bescheiden poging den band tusschen het Oude Nederland het Jonge Afrika moge versterken. Een voorzichtig geleide emigratie zal onder Gods onmisbaren zegen zoowel ons volk als het Hollandsch Afrikaansche volk ten goede komen. «Ousbroer, nu zal 't bloed spreken«.. Op de volgende scherpe wijze striemt de »N. Haagsche Crt.« de volksvoorlichting van het S.D.A.P.sche hoofdorgaan «Het Volk« Een schandaal «Het Volk« is al enkele weken lang bezig de bewuste lezers te vergasten op ergerlijk misleidende voorstellingen omtrent de Vloot» wet. Geregeld spreekt de redactie- van het Vlootwetschandaal en raakt niet uitgeput in het bedenken van dikke woorden om de ge» wetenloosheid der Nederlandsche Regeering aan de kaak te stellen, die den moed heeft te zeggen hetgeen zij voor ons land en Indië ter beveiliging noodig acht. 'n Mensch met gezond verstand begrijpt al vanzelf, wanneer hij «Het Yolk« leest, dat de socialistische antt»Vlootwet»propaganda niet echt, maar geweldig opgeschroefd is. Niet alzoo echter de bewuste proletariërs, lezers van het roode hoofdorgaan. Zij zijn zoo gewend, dat er voor hen gedacht wordt en buigen zoo onvoorwaardelijk voor de ex»cathedra»uitspraken in «Het Volk«, dat we gaarne aannemen, dat zij de geboden voor» lichting in allen ernst als juist aanvaarden en niet meer opmerken het verschil tusschen de listig»lasterlijke voorstellingen in Het Volk« en de werkelijkheid der feiten. Dat in «Het Volk« met vileine laster gewerkt wordt, zal ieder duidelijk zijn, als hij er kennis van neemt, dat zelfs de vacantiereis van H.M. de Koningin wordt uitgebuit om te betoogen, dat de Engelsche Regeering de onze dwingt om de bekende vlootplannen in een bepaalden vorm uit te voeren. Niet onwaarschijnlijk is de Volkredactie gewend om in eigen omgeving aan alle zijden te stuiten op leugen en bedrog, op laster en verdachtmaking de giftige klassenstrijdthe» orie brengt dat zoo mee. Zij vergist zich echter als zij meent nu ook overal met deze toege» paste theorie terecht te kunnen. Deze tactiek heeft wellicht succes onder de slaafsche aanhangers der klassenstrijdleer. Wij zullen echter het onze doen om het beter gezinde deel van het Nederlandsche volk naar juistheid in te lichten en het te wijzen op de schandalige wijze waarop «Het Volk« de sug» gestie van een Vlootwetschandaal tracht aan te kweeken. Natuurlijk zal «Het Volk« blijven liegen. Men vergeve ons dit harde woord, omdat het ditmaal het eenige juiste en het eenig passende is. Het is wel armoedig, dat de S.D.A.P. op deze wijze het verlies van haar politieke idealen moet maskeeren en noodgedwongen met beide handen het parasiteeren op de Vlootwetvoor» stellen aangrijpt, om politiek gewin te behalen. Dat op een na de grootste staatkundige partij in Nederland met dit vuil gewin genoe» gen neemt, is een uiterst bedenkelijk teeken van verwording. De »N. Haagsche Crt.« schrijft Onbevredigend antwoord. Op vragen van ons Tweede Kamerlid Dr. Scheurer betreffende de vertegenwoordiging der regeering bij de verbranding van het stoffelijk overschot van Louis Couperes, heeft minister De Visser geantwoord, dat niet de regeering zich daarbij had laten vertegen» woordigen. De minister had een persoonlijke uitnoo» diging ontvangen tot het bijwonen der ere» matie, doch moest bedanken. De chef der afdeeling Kunsten en Wetenschappen, die een dergelijke uitnoodiging had ontvangen, nam haar aan. Voordat deze naar Westerveld ver» trok, heeft hij hem verzocht namens hem een woord van deelneming te spreken. Nu de minister bovendien verklaarde, dat hij met zijn ambtgenooten van Binnenland» sche Zaken en van Justitie van gevoelen is, dat lijkverbranding een onwettelijke hande» ling is, kunnen we niet zeggen dat dit ant» woord ons geheel bevredigt. Bij de crematie toch is niet gebleken, dat namens den minister persoonlijk gesproken werd. Integendeel was de algemeene indruk, dat de bedoelde hoofdambtenaar het woord voerde qualitate qua. Het is zelfs zoo sterk, dat de verslagen in de dagbladen eenstemmig meldden dat mr. Duparc, de eerste spreker bij de crematie, «als vertegenwoordiger van de Regeering« uiting gaf aan de diepe smart, waarmede zij kennis genomen had van het overlijden van den grooten proza»schrijver Couperus. Twijfel is hier niet wel mogelijk. Het ministerieele antwoord schijnt ons dan ook niet geheel juist; het maakt sterk den indruk dat getracht is om misschien meer handig dan waar aan een begane vergissing een plausibele verklaring te geven. We be» wonderen deze houding des ministers niet. Maar zelfs indien wel het persoonlijke dei- handeling ware uitgekomen, wil het ons voor» komen, dat een raadsman der Kroon, die ook in zijn persoonlijk handelen voor alle dingen eerbied voor de wet heeft te toonen en be» hoort te vorderen, beter had gedaan zich van representatie te onthouden. Zulk een o.i. meer correcte houding zou de oplossing van een vraagstuk als dat der lijkverbranding minder moeilijk maken in dien zin, dat de voorstanders van de vrijheid tot het verbranden der lijken in hun argumen» tatie zich niet zouden kunnen beroepen op handelingen van officieele personen, waaruit allerminst afkeuring blijkt van een onwette» lijke practijk. We lezen in de »Standaard« De afgod van het perfectionisme. Van een onzer burgemeesters ontvingen we de volgende mededeeling Op de onlangs teruggezonden kaarten be» treffende de 10e volkstelling kwamen o.m. de volgende vragen voor Bij gehuwde vrouwen en dochters, d i e thuis inwonen: I. Welke werkzaamheden verricht zij ge» woonlijk II. En in welk bedrijf? III. Of verricht zij uitsluitend huiselijke diensten Bij veenarbeiders werd gevraagd I. Is hij b.v. turfbaggerman (korte turf), turfgrave* (lange turf), baggerdroogmaket (korte turf), turflegger (lange turf), handlan» ger? Bij scheepmakers werd gevraagd I. Welke werkzaamheden verricht hij ge» woonlijk II. Is hij b.v. draaier, afteekenaar, mach.» metaalbewerker, ijzerwerker, klinker hakker, vuurwerker, lasscher, scheepstimmerman, scheepsbeschieter, tuiger, verver, handlanger enz. Bij een jongen, die in een rijwielherstel» plaats werkzaam was en pas 14 jaaroud, werd gevraagd I. Welke werkzaamheden verricht hij ge» woonlijk II. Is hij b.v. draaier, boorder, fraiser, slij» per bankwerker, koperslager, monteur, vuur» werker, nikkelaar, lakker, handlanger enz. Bij stokers aan de gasfabriek werd gevraagd I. In welke afdeeling oefent hij zijn be» roep uit? II. Is hij b.v stoker bij de watergasberei» ding, koolgasbereiding, amoniakbereiding enz III. Of is hij bedrijfsstoker Bij een suikerbakkersknecht werd gevraagd I. Welke werkzaamheden verricht hij ge» woonlijk II. En wat is het bedrijf van zijn werk» gever (gepreciseerd) Bij een kistenmaker werd gevraagd I. Welke werkzaamheden verricht hij ge» woonlijk II. Is hij b.v. pakkistenmaker, sigarenkis» tenmaker doodkistenmaker enz. Bij naaisters werd gevraagd I. Is zij naaister van damesbovenkleeding, heerenbovenkleeding, ondergoederen (linge» ries) II. Of is zij verstelnaaister (z.g. huisnaai» ster) III. Of modiste, b.v. costuumnaaister, hoe» denmaakster Hier heeft men een der voorbeelden, waar» aan de onmatige groei van ons beambtenwe» zen te danken is. Er zijn ongeveer 1.400.000 gezinnen in ons land. Als men nu van alle huisvrouwen en van alle inwonende dochters in ons land wil weten welke werkzaamheden zij zoo al in huis verrichten, dan kan men nog wel eenige duizenden ambtenaren meer aanstellen. Laten onze moeders en dochters zelf maar eens het rijtje afloopen. En dan alle jongens van 14 jaar van wie onderzocht moet worden of zij draaier zijn, of boorder, fraiser, slijper, bankwerker, koper» slager, monteur, vuurwerker, nikkelaar, dan wel handlanger enz. We dachten dat met de 4 millioen leerplicht» kaarten het toppunt al bereikt was, maar we hebben ons vergist. Zeiden we te veel, toen we een» en andermaal uitdrukking gaven aan de vrees, dat we aan het perfectionisme te gronde zouden gaan Fn dat alles bij een tekort op den g e w o» nen dienst dat naar de bladen gemeld hebben niet ver van de 150 millioe n lijft Het Leidsche Ziekenhuis. De Telegraaf doet weer eens eenige mededeelingen over toestan» den bij den befaamden bouw van het Leid» sche Ziekenhuis»gebouwencomplex. Er werken thans geen 40 arbeiders meer. Over de toestanden bij den bouw. in de laatste jaren wordt het volgende verteld Er heerschte bij deze onderneming in den oorlogstijd een systeem van geknoei en mal» versatie, dat van groot tot klein tot een soort gewoonterecht was ontaard. Het begon met den thans gearresteerden rijksbouwmeester V. Deze liet in een tijd, dat toevallig eenige timmerlieden vrij waren, door deze mannen een serre bouwen, die niet voor het ziekenhuis was bestemd. De serre werd keurig afgewerkt, van glas voorzien en door arbeiders van het Academisch ziekenhuis naar Den Haag getransporteerd en daar aan een particuliere woning geplaatst. De materialen van deze serre waren rijksmaterialen, bestemd voor den ziekenhuisbouw. En de loonen wer» den genoteerd op den loonstaat van het Rijk Hiermede was het hek van den dam. Opzichters en bazen begonnen, nu zij het kunstje van den hoogsten chef eenmaal afge» keken, hadden, aan de arbeiders allerlei par» ticuliere werkzaamheden op te dragen. Hoe hooger de positie was, die de opdrachtgever innam des te omvangrijker was de opdracht. Er is meer dan één arbeider bereid en in staat om te getuigen, dat op de terreinen van den ziekenhuisbouw geheele ameublementen werden gemaakt, die niet voor het ziekenhuis waren bestemd en later in de stad aan een opgegeven adres werden bezorgd. Men ontzag zich zelfs niet de timmerlieden tegen St. Ni» colaastijd schilderijlijsten en bouwdoozen te laten vervaardigen Al deze extra werkzaam» heden werden verricht in de zagerij. En als eenmaal per week de rijksbouwmeester V. op het werk kwam, dan werden de onderhanden zijnde meubelen even weggestopt. Eenmaal per week, op Vrijdag kwam de rijksbouwmees» ter V. inspecteeren. En dan was alles in orde. Doch niet alleen op het terrein werd voor particulieren gewerkt. Ook in de stad werden graag allerhande karweitjes als schilderwerk, witten en kleine reparaties verricht, natuurlijk in den tijd en voor rekening van den zieken» huisbouw. Die extra werkzaamheden waren zoo gewoon geworden, dat de arbeiders er een zegswijze op nahielden om aan te duiden, dat er weerj^ wat gebeurde. «Weet je niks riepen zij elkander toe. En dat beteekende, dat de vrager weer iets wist, maar de opdracht had gekregen «van niks te weten«. Een arbeider, die in het bijzijn van zijn chefs wat al te vaak «weet je niks had geroepen, zoodat men bevreesd was, dat hij al te veel wist, werd van het terrein gehaald en kreeg als uitsluitende taak «het ketelhuis aan te vegen«. Met deze verheffende taak was de volslagen bouwvakarbeider van Maandag tot Zaterdag bezig. En als hij 's Maandags weer op het werk kwam, werd hem opnieuw opgedragen het ketelhuis aan te vegen. Het meerendeel der arbeiders bevreesd voor de boterham, deed wat hun opgedragen werd door de verantwoordelijke chefs en vroeg niet verder. In de tijden van brandstof» en voedsel» schaarschte zijn de terreinen van het Acade» misch ziekenhuis gebruikt ter tegemoetkoming aan deze nood. Er werden machines aange» schaft voor brikettenfabricage, de bouwarbei» ders werden belast met het persen en afwer» ken der briketten, die in zakken verpakt bui» ten de distributie om bij de chefs werden bezorgd. Ook had men een volledige varkens» mesterij, die uitstekende resultaten afwierp. Dat geheele partijen steigerhout tot brandhout verzaagd werden en gratis onder de chefs werden gedistribueerd is te midden van al deze feiten slechts een kleinigheid. Met de expeditie van brandstof, meubelen en vleesch werden meestal de Katwijkers belast, omdat men die minder in de stad kende. Ook met de aangevoerde materialen werd, juist in den tijd, dat bouwmaterialen als zand, grint, cement en steenen hun gewicht in goud waard waren, op een eigenaardige manier om» gesprongen. Het trok de bijzondere aandacht derarbei» ders, dat bij de lossing van schuiten met ma» terialen de gevulde wagens soms een andere richting namen, dan die welke naar den zie» kenhuisbouw leiden. Zoo gingen wagens met steenen of cement, gevuld uit de schuiten, die materialen voor het ziekenhuis aanvoer» den, vaak naar particuliere bouwwerken in de stad. Het zou wellicht de moeite loonen na te gaan, in hoeverre in de boeken deze materiaabdistributie terug te vinden is. Zoo verklaren de arbeiders, belast met het verwer» ken der materialen, dat zij vaak langer dan noodig was, op den nieuwen aanvoer wachten, omdat de geladen wagens wat zij noemden «den verkeerden kant« waren uitgegaan. Ook kunnen de arbeiders verklaren, dat meerdan eens cement uit den voorraad van den zieken» huisbouw op wagens werd geladen en buiten de poort verdween naar particuliere bouw» werken in de stad. Het zijn alweer de boeken, die moeten uitwijzen, in hoeverre van deze vrijgevigheid in een tijd van materialennood aanteekening is gehouden. Ook met het kruiwerk werd allesbehalve de zuinigheid betracht. Was er weinig werk, dan kwamen de arbeiders met de paarden toch op het terrein, ieder vervoerde op zijn beurt 'n vrachtje op het terrein en de beta» lingslijsten pareerden de posten«één dag werk voor man en paard«. Dat arbeiders bij den ziekenhuisbouw ingeschreven, elders te werk werden gesteld, maar 's Zaterdags bij den ziekenhuisbouw hun weekloon haalden, behoorde niet tot de uitzonderingen. Zoo zijn er vele eigenaardigheden bij den bouw van het Academisch Ziekenhuis te Lei» den, die door de gewoonte als vanzelfsprekend aanvaard waren tot het groote tekort eindelijk deed ingrijpen met als eerste gevolg, de arrestatie van den verantwoordelijken leider De commissie, die een en ander te onderzoe» ken krijgt, heeft geen benijdenswaardige taak Examen=bokken. Wie zich in deze warme dagen te zeer mocht ergeren aan de blunders der schooljeugd trooste zich met volgende bloemlezing uit examenwerk op de Orley Farm School te Harrow De leuze der Fransche revolutie wasVrij» heid, gelijkheid en zwakte («infirmity). Koning Arthur maakte een ronde tafel en zat in het midden daarvan. Water is gesmolten stoom. Tennyson maakte een gedicht over Koning Arthur dat Duizend en een Nacht heette. Twee misdaden, waarop doodstraf stond, waren moord en zelfmoord. Ergerlijke nalatigheid. Een bejaard viouwtje te Beverwijk ging op 3 Mei haar plicht ver» vullen en stemmen voor den gemeenteraad. Komt uw man nog stemmen vraagt de voorzitter van stembureau 1, de burgemeester. De vrouw vraagt ontdaan, of burgemeester dan niet weet, dat haar man overleden is?, Eenigen tijd later komt iemand van d^ï Secretarie vragen, waarom haar man niet is wezen stemmen en dezer dagen kreeg zij door de politie een proces»verbaal thuisgebracht, voor haar 31 Dec. 1922 gestorven echtgenoot. Bij de komst van een nieuwe brandspuit besloot een dorpsburgemeester zijn toespraak tot de spuitgasten aldusMoge zij zijn als een oude jongejuffrouw «Steeds bereid, maar nooit geroepen.« Openbare Vrijwillige Verkooping van Elf huizen met erf en een perceel Bouwland te Sommelsdijk. Op Dinsdag, 14 Augustus 1925bij Inzet. Op Dinsdag, 21 Augustus 1923 bij Afslag, telkens des avonds 7 uur (zomertijd) in het Hotel Spee te Sommelsdijk. Voor de Erven van den Heer Anth. Kor» teweg Kz. aldaar. Notaris VAN BUURFN. Openbare Vrijwillige Verkooping. Op Don» derdag, 16 Augustus 1923, in het hotel Ge» luk te Oude Tonge- bij Inzet. Op Donderdag, 23 Augustus 1923 in het Hotel Legierse aldaar bij afslag, telkens des nam. 3 uur (zomertijd) van Onroerende Goederen, bestaande uit huis met tuin; bouw» en tuinland te Oude Tonge behoorende tot de nalatenschap van den heer Abr. van Prooijen aldaar. Notarissen VAN 1SPELEN en VAN BUU» REN Verhuring bij inschrijving oin te beweiden tot 25 Nov. a.s. Van 4»75»50 H.A. nagras onder Simonshaven aan den Hoogeweg, tegen Wel» vliet. Inschrijvingsbiljetten gesloten in te leveren vóór of op Zaterdag 18 Augustus 1923, ten kantore van ondergeteekende te Zuidland, alwaar inlichtingen versterkt worden. Notaris C. LOEFF. MIDDELHARNIS. Centrale Veiling voor Goeree en Overtlakkee Veiling van Woensdag 15 Aug. 1923 Blauwp. aardapp. f 9— p. 100 K.G. Juliana's f 8,10 p. 100 K.G. Dubb. prinsessen f 56 tot f57 p. 100 K.G. Stamsnijb. f46 tot f49 per 100 K.G. Postelein f 21,70 per 100 K.G. Suikerperen f 22,60 per 100 K.G. Zoete appelen f20.70 per 100 K.G. Kerswick f6,— tot fl2,9Q per 100 K.G. Earlij Victoria f 15.50 per 100 K.G. Druiven f53 tot f 56 p. 100 pond. Tomaten f 19— per 100 pond. Krozen f 15,— per 100 pond. Bloemkool f 8,70 tot f 22.40 per 100 stuks. Meloenen f41,— tot f52,— per 100 stuks. Perziken 3e soort f 2,10 per 100 stuks. Peen f 10,— tot f 16,70 per 100 bos. Kroten f 6,30 per 100 bos. ROTTERDAM, 14 Augustus 1923, Op de heden in ons Veilingslokaal, Delft» schestraat 43, gehouden Veiling, werden de volgende prijzen besteed Kipeieren5.75 tot f 8.30 Idem (klein)tot Idem extra zwtot Eendeieren7.— tot 7.40 Ganseierentot Kalkoeneieren tot Kievitseierentot Middelprijs Aanvoer 241000 stuks. DE ROTTERDAMSCHE VEILING.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1923 | | pagina 2