voor de Zuidhollandsehe en Zeeuwsche Eilanden*
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO YINCES
No. 2937
WOENSDAG 15 AUGUSTUS 1923
38ste JAARGANG
w.
Alle stuklcen voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te eenden aan de Uitgevers
Minister van Finantiën.
Land- en Tuinbouw.
iwfirwBw?m
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
BOEKHOVEN ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202
Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f I.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
arjaiMssagaaii
Even was het een «los gerucbt«.
Toen nam het vasten vorm aan.
En weldra stond het als zekere waarheid in
de krantDe heer H. Colijn treedt in het
kabinetsRuys en dat wel als minister van fis
nan tien.
Terecht noemt de »N.R.C.« dit een daad
van moed.
In eén moeilijk tijdperk, op een van de aller»
moeilijkste oogenblikken, belast de heer Colijn
zich met wat zonder eenige'tegenspraak thans
het gewichtigste, maar ook het moeilijkste de,
partement heeten mag.
Een daad van moed, ongetwijfeld.
Men moet hier echter dieper graven.
't Is ook een daad van hoog plichtsgevoel.
Ook de heer Colijn heeft tenslotte slechts
menschelijke kracht en beschikt slechts over
menschelijke middelen. Ook hij zal moeten
afwachten, of 't hem gelukken zal zijn plan»
nen te verwezenlijken en het land te redden
uit het ergste finantieele moeras, waarin het
nog ooit verzonken lag, sinds het een konink»
rijk is.
Ook zijn beleid zou kunnen falen.
En als hij zich op dit moment afzijdig ge»
houden had, wijl hij geen financier is, maar
man van de defensie en voorts van handel
en nijverheid, niemand zou 't hem kwalijk
hebben kunnen nemen.
Hij werd echter gevraagd, gezocht.
Van 't begin dezer crisis af.
God gaf hem bovendien een zeer helder
oordeel en een vlug en goed inzicht in de
verhoudingenhij had reeds vele maanden
lang bepaalde financieele lijnen getrokken,
waarlangs het regeeringsbeleid zich behoorde
te bewegen, thans opgeroepen om zijn
meening dan ook zelf te verwezenlijken
mocht hij niet achterblijven, meende hij.
Hij gaat, waar plicht hem roept.
Maar niet in den moed van eigenkracht, dat
weten weEn onze God beschame zijn, ons
»stil betrouwen« niet.
Des heeren Colijn's program ligt klaar.
In dat opzicht hoeven we niet te wachten»
Wel wat de bizonderheden, de uitvoering
aangaat, maar de heer Colijn is genoegzaam
«oude rot«, zooal niet geboren in 't se»
rail, dan toch voor jaren er al gekomen
hij zal voor September in 't land is niet
in bizonderheden treden en daarmee de Pers
die op de loer ligt, eenige kostelijke weken
schenken, om hem bij voorbaat af te breken.
De uitvoering, die komt later.
De bizonderheden volgen straks.
Maar, als we zeiden, de hoofdzaak kennen
■we. En uit ons antirevolutionair program van
actie, zooals het door onze partij, onder lei»
ding van Colijn, verleden jaar is aangenomen
e n uit hetgeen hij in woord en geschrift, nu
vele maanden lang niet heeft opgehouden te
betoogen.
Het evenwicht moet hersteld.
Blijvende en jaarlijks wederkeerende tekor»
fien sleepen ons naar den afgrond en eenmaal
op de helling aan 't rollen, is er schier geen
houden meer aan.
Uitgaven en inkomsten moeten tegen elkaar
opwegen.
Verzwaring van belastingen is onmogelijk.
Want wil er nog toekomst zijn voor land
(en volk, zoo moet ook nieuwe kapitaalvor»
anrng weer mogelijk worden gemaakt.
Ingrijpende bezuinigingen zijn dusnoodig.
Feitelijk is 't woord «ingrijpend nog veel
te zacht. »Ontstellend« zou beter passen.
Maar de booze zweer der »tekorten« is zoo
diep ingevreten, dat slechts een geneesmeester
die tot been en botten toe snijden durft, kans
heeft om het kwaad de baas te worden.
Ziedaar de meening van Colijn.
Z ooals hij deze niet nu pas heeft geformu»
'eerd, tnaar ze reeds vele maanden lang op
alle manier heeft verkondigd.
Onze partij brengt hier een offer.
Op t «altaar»des»vaderlands«, om 't nu maar
eens in een afgezaagde poëtische term te zeg»
gen.
Dat zijn we ons volkomen bewust.
Reeds in 't jaar '18 opperde Kuyper de
vraag, of in de hoogst moeilijke finantieele
omstandigheden, die ook hij toén reeds voor»
zag, het nu juist een antirevolutionair minis»
ter zijn moest, die dat departement nam.
Toén kwamen de «vette jaren« nog.
Thans zijn deze achter den rug.
Werd de positie nog vèèl moeilijker.
Ondankbaarder taak i s er niet, dan thans
op te treden als minister van finantiën. Wie
mist wordt nagewezen als de man, die be»
gon, maar niet voleindigen kon. Wie slaagt
kan dit niet anders dan door honderdduizen»
den finantieel achteruit te zetten, waardoor
men zich nu juist geen vrienden maakt. En
dit alles slaat natuurlijk terug op de partij,
waartoe de man, die het ondernam behoort.
Toch staat onze partij achter Colijn.
Hij heeft onze volle sympathie!
Omdat ten slotte land s»belang hooger
gaat dan part ij»belang. Omdat, zoo iemand
dan Colijn hier naar onze meening iets goeds
bereiken kan. Omdat, ten slotte, in de om»
standigheden voor ons o o k de leiding Gods
spreekt.
Zij 't dan ook hier Isrels God, die krachten
geeft.
Algemeene Vergadering van de Centrale
Vereenigingen van Flakkeesche Land»
bouwvereenigingen (Flakkeeschen
Boerenbond) op Vrijdag 10 Au»
gustus 1923 n.m. half4 uur, in
hotel Spee te Sommelsdijk
De Voorzitter opent de vergadering met de
volgende woorden
M. H.l
Ik heet u welkom op onze Jaarvergadering.
Door uitlandigheid van onzen voorzitter, is
de leiding dezer vergadering aan mij opgedra»
gen en roep ik uwe welwillendheid in om mij
deze leiding gemakkelijk te maken. Uit het
verslag zal u duidelijk worden wat er in onze
vereeniging is omgegaan en hoe de toestand
op dit oogenblik is. Zoo straks zal u van het
hoofdbestuur een voorstel te behandelen wor»
den voorgelegd om af te scheiden van de
V. N. A., niet omdat het bestuur van meening
is, dat eene vereeniging als de V. N. A., in
deze tijden van reactie, geen reden van bestaan
zoude hebben, integendeel is in de afgeloopen
oorlogsjaren en de nasleep daarvan in meerdere
gevallen bewezen, dat zij nuttig werkzaam was
en moeilijke vraagstukken, den landbouw be»
treffende bij de regeering aanhangig maakte en
door haar initiatief resultaten bereikte, die
zonder haar inmenging niet of zeer moeilijk
zouden zijn bereiktde aandrang echter, door
verschillende afdeelingen van den bond op
het bestuur uitgeoefend, die meermalen lieten
uitkomen, dat het lidmaatschap zou worden
opgezegd, als de bond niet het lidmaatschap
deed eindigen, deed het hoofdbestuur in hare
laatste vergadering besluiten tot uwe vergade»
ring te komen met een voorstel tot afscheiding.
Het voortbestaan toch van den bond, met een
zoo groot mogelijk ledental, achten wij van
zooveel belang voor den landbouw in de toe»
komst, dat wij ook afscheiding als de eenig
mogelijke weg zién, om de eenheid in onzen
bond te herstellen en te bewaren. De sinds
1921 algemeen ingetreden malaise op land»
bouwgebied, gebiedt in elk opzicht, dat de
landbouwers vereenigd blijven, omdat nog
steeds de spreuk geldt «Eendracht maakt macht«
en wij vereenigd veel gemakkelijker en vlugger
resultaten zullen kunnen bereiken, dan dat
een vereeniging afzonderlijk dit zou kunnen.
Ik hoop, dat straks zal blijken, dat men daar»
van ten volle overtuigd is en dat enkele ver»
eenigingen, die reeds hun lidmaatschap op»
zegden, daarop zullen terugkomen.
Waar wij straks het genoegen zullen hebben
de heer Smid, referendaris aan het Dep. van
Landbouw, in ons midden te zien optreden,
om een onderwerp te behandelen, dat in zoo
nauw verband staat met den landbouw, verzoek
ik u de discussies zooveel mogelijk te beperken,
opdat voldoende gelegenheid zij, deze voor»
dracht tot haar recht te doen komen.
M. H.in de hoop, dat het oude vertrouwen,
in de te bereiken resultaten van de onderlinge
samenwerking, het voortbestaan en de levens»
vatbaarheid van den bond van Flakkeesche
landbouwersvereenigingen zal mogelijk maken
en dit tot den bloei der vereeniging en tot
nut en voordeel van den Flakkeeschen land»
bouw zal kunnen strekken, open ik deze al»
gemeene jaarvergadering.
De notulen der vorige Algemeene Vergade»
ring worden vastgesteld.
Ingekomen is een schrijven van de Vereeni»
fing van Bietenverbouwers. Dit wordt voor
ennisgeving aangenomen.
Wegens periodieke verkiezing (aftreding van
den heer A. W. Keijzer) heeft er een stemming
plaats. Met algemeene stemmen (64) wordt de
heer Keijzer herkozen.
Aan de orde is de vaststelling der rekening
over het jaar 1923—1924. De heer P. D. Sieling
brengt namens de commissie belast met het
onderzoek verslag uit. De rekening is in orde.
Slechts maakt de commissie de opmerking, dat
in alles niet heelemaal volgens aen geest der
bezuiniging was te werk gegaan.
De VOORZITTER merkt op, dat tengevolge
van bijzondere kosten, gemaakt bij het
zilveren feest van den Bond, er onkosten zijn
gemaakt, die anders achterwege zouden zijn
gebleven.
De heer SIELING zegt, dat de commissie
daarmede rekening hield en zich daarom zoo
zacht mogelijk heeft uitgedrukt,
Met algemeene stemmen wordt de rekening
goedgekeurd. De rekening sluit in
ONTVANGSTEN.
Van 15 Afdeelingen de contributie
af 1,- per 10 H.Af 1594-
Gekweekte rente van kasgeld f 0,58
Goed slot van 1921—1922. f 241,615
De totale ontvangsten bedragen f 1836,19®
UITGAVEN.
Contributie aan de Vereeniging van
Ned. Akkerbouwersf 442,50
Tractement aan de Secretaris»Pen»
ningmeesterf 250,—
Reis» en verblijfkosten van het Be»
stuurf 355,10
Onkosten bij gehouden vergade»
ringen f 309,01
Telegrammen en telefonische ge»
sprekkenf 74,85
Briefport, zegels en bureaukosten f 95,77
Medailles en eereblijken f 122,10
Drukwerk en advertentiën f 138,83®
Onkosten ten behoeve de ploeg»
demonstratief 69,57
Beleg in de Boerenleenbank Her»
kingen de rente 1922 f 0,58
De totale uitgaven bedragen f 1858,31®
RECAPITULATIE.
De totale uitgaaf bedraagt f 1858 31®
De totale ontvangst bedraagt f 1836,19®
Kwaad slot f 22,12
De VOORZITTER deelt mede, dat twee
vereen, nalatig zijn geweest in de betaling
hunner contributie (Sommelsdijk en Herkin»
gen). Het bestuur stelt voor deze gelden op
de een of andere manier binnen te zien te
krijgen.
Na breede discussie wordt hiertoe besloten.
Het hoofdbestuur stelt voor tot afscheiding
van de V. N. A. over te gaan. De VOOR»
ZITTER betreurt, dat dit noodzakelijk is ge»
worden. Spr. zet uiteen, dat de V. N. A. een
belangrijke schadepost heeft te boeken.
Deze schadepost bedraagt f 18000 en is ont»
staan door een verloren procedure en een
mislukte aankoop van tractors. De boerenbond
alhier zal in deze schadepost een aandeel te
betalen hebben van f 4000. Het hoofdbestuur
stelt voor dit bedrag te betalen, indien zeker»
heid verkregen is, dat men dan overal af is.
Na breede discussie wordt hiertoe besloten.
Het bestuur stelt voor de contributie over
1922—1923 vast te stellen op f 1,— per H.A.
(hetzelfde bedrag als het vorige jaar).
Nieuwe Tonge stelt voor het te stellen op
70 cent. Ooltgensplaat ondersteunt dit voorstel.
In stemming gebracht wordt het voorstel van
het bestuur aangenomen met 31 tegen 26 stem»
men en twee blanco.
Dan is aan de orde het verslag over het
jaar 1922—9123. Dit verslag is van den vol»
genden inhoud
Ons verslag over het 26e jaar van het be»
staan onzer Vereeniging minder optimistisch
dan wij dat zouden wenschen.
Het vertrouwen dat door de afdeelingen
steeds in zoo ruime mate aan het Bestuur
werd geschonken, is dit jaar niet onverdeeld
geweestzelfs moeten wij hier tot onzen spijt
aan toevoegen, dat 2 onzer Afdeelingen hun
lidmaatschap hebben opgezegd. Naar het
schijnt, staat dit in verband met ons lidmaat»
schap der V. N. A. en de moeilijkheden die
wij daarmede ondervinden.
In de vorige Zomervergadering werd in de
vacature Overdorp de eerst»ondergeteekende
tot Voorzitter gekozenallerminst kon hij
vermoeden voor welk finantieel probleem wij
in verband met de V. N. A. zouden worden
geplaatst, en zeer stelt het ons teleur, dat die
Afdeelingen in plaats mede naar de oplos»
sing te zoeken, ons dadelijk den rug toe»
keeren.
Het vorig jaar hadden wij het genoegen
ter gelegenheid van ons 25»jarig bestaan onzen
oud»Voorzitter, den heer J. van der Koogh
met de heeren Dr. F. E. Posthuma en Dr. J
van den Hoek, resp. oud»Minister en Direc»
teur»Generaal van den Landbouw in ons
midden te hebben.
Met uwe toestemming mochten wij twee
verguld»zilveren medailles beschikbaar stellen
voor de keuring van «Fokkersbelang®, welke
werden toegekend aan de heeren A. A. Mijs
te Sommelsdijk en L. Slis te Oude Tonge.
Met de Besturen van de Vereenigingen van
Aardappel» en Fruithandelaren hielden wij
besprekingen om, ter bevordering van de ge»
meenschappelijke belangen, tot eene betere
sorteering en aflevering van het product te
geraken. Door het eenzijdige standpunt waar»
op die besturen zich plaatsten, kon geen
overeenstemming worden bereikt.
Nog werden pogingen aangewend om voor»
al de Schokkererwten beter te zuiveren en
dit -belangrijke exportsartikel een beter voor»
komen te geven.
Aan de verschillende bonden van ambachts»
lieden werden vertogen gericht, om hunne
tariéven méér in overeenstemming te brengen
met de prijzen welke zij thans voor hunne
grondstoffen betalen. Het resultaat hiervan is
echter niet in evenredigheid tot de nood»
zakelijkheid.
Door het Dagelijksch Bestuur van de ge»
meente Dordrecht werden wij uitgenoodigd
tegenwoordig te willen zijn bij de opening
van de aldaar gestichte Rijkslandbouwwinter»
school, aan welke uitnoodiging wij gevolg
gaven.
Voorts organiseerden wij een Ploegdemon»
straffe, welke niet geheel tot haar recht kwam
door het buitengewoon ongunstige weer.
Bij de Regeering drongen wij aan op po»
gingen tot weder openstelling van de grenzen
van Frankrijk, welk land onzen vee»invoer
had verboden, in verband met het destijds
hier te lande heerschende mond» en klauwzeer.
Het bij de Staten»Generaal aanhangig ge»
maakte ontwerp tot wijziging der Jachtwet
had onze volle aandacht, terwijl wij ter zake
het ontwerp Zomertijd ons in een adres tot
de Eerste Kamer wendden en dit hooge Staats»
lichaam verzochten dat ontwerp aan te nemen
een nadien in Flakkee gehouden enquete gaf
ons de zekerheid dat wij in uwen geest had»
den gehandeld.
Eindelijk richtten wij een adres tot de Re»
geering waarin wij haar verzochten den invoer
van levend vee uit een sanitair oogpunt te
verbieden.
Wij hopen dat het wantrouwen in het
streven van het Bestuur geen grooter afmetin»
gen zal aannemen, doch het oude vertrouwen
als eertijds onvoorwaardelijk zal worden
gegeven, opdat wij met de noodige lust de
belangen van onzen Bond zullen kunnen blij»
ven behartigen.
Het Dagelijksch Bestuur voornoemd,
J. KOERT Mz„ Voorzitter.
A. W. KEIJZER, Secretaris.
In de rondvraag wordt door een lid voor»
gesteld, dat het bestuur stappen zal doen bij
de regeering om den zomertijd niet 7 October
maar reeds 1 September te doen eindigen.
De meeste leden verheffen zieh tegen dit
voorstel, omdat het beschouwd werd mosterd
na den maaltijd te zijn. Beter is het een vol»
gend jaar den strijd tusschen de stad en het
platteland voort te zetten.
De heer NIEUWENHUIJZEN brengt ter
sprake de steun, die den boerenbond kan ver»
leenen, wanneer een deel van het eiland, zooals
jongstleden Oost»Flakkee, getroffen wordt door
een staking.
De VOORZITTER deelt mede, dat het be»
stuur zich tegen ingrijpen van den bond in
deze zaak verklaart, omdat de samenstelling
van den bond dit feitelijk niet gedoogt. De
overige leden sluiten zich bij de meening van
het bestuur aan.
Dan wordt het huishoudelijk gedeelte van
de vergadering gesloten en geeft de Voorzitter
het woord aan den WelEd. Gestrengen Heer
J. Smid, Oud»Referendaris aan het Departement
van Landbouw, met het onderwerp«Hef
vraagstuk der waardevastheid van het geld in
verband met den landbouw.«
Spreker begint met op te merken, dat onder
waardevastheid van het geld niet is te ver»
staan het gelijk blijven van alle prijzen, maar
wel van het prijsniveau. Dit prijsniveau staat
onder den invloed van de hoeveelheid circu»
leerende geldeenheden. Wie daaraan mocht
twijfelen, heeft slechts het oog op het nabu»
rige Duitschland te richten.
De waardedaling van het geld aldaar, is
vooral daarom zoo noodlottig, wijl zij de
verhouding tusschen schuldeischer en schul»
denaar verstoort en oorzaak is, dat het deel
der bevolking, wiens bezit bestaat uit obli»
gaffes, met behulp der geldmakende overheid
wordt uitgeplunderd door het andere volks»
deel. De daardoor ontstaande toestanden stel»
len duidelijk in hét licht, dat de verzekering
van de waardevastheid van het geld een
sociaal probleem is van de eerste orde. In
eene geordende maatschappij mag het niet
mogelijk zijn, dat het eene individu wille»
keurig van het door arbeid en spaarzaamheid
vergaarde wordt beroofd ten bate van anderen.
Na gewezen te hebben op de wegen, waar»
langs men tot een meer waardevast ruilmid»
del zou kunnen komen, staat spreker stil bij
een drietal praktische vragen, welke dit pro»
bleem raken en voor den landbouw van be»
teekenis zijn .-
le. de schommelingen der waarde van het
geld als oorzaak van landbouwcrisissen
2e. de goudclausule in hypotheekakten
3e. de zoogenaamde veiligstelling van den
gulden.
Wanneer men de geschiedenis van den
landbouw gedurende ruim eene eeuw nagaat,
zegt hij, ziet men eene afwisseling van lang»
durige perioden van hooge prijzen met als
gevolg voorspoed en slapende rijk worden
van sommigen en van daarop volgende lang»
durige tijdperken van malaise met als gevolg
het al werkende arm worden van anderen.
Bij deze afwisseling van tijden van voorspoed
en malaise spelen veranderingen in de waarde
van het geld eene groote rol en men zou
ongetwijfeld in den landbouw wel gezonder
toestanden hebben, wanneer het geld waarde»
vast was. Het zoo netelige pacht vraagstuk
zou daardoor voor een belangrijk deel eene
oplossing hebben1 gevonden en landbouwers
met weinig kapitaal zouden met veel meer
vertrouwen gebruik kunnen maken van het
hypothecair crediet bij den aankoop van land.
De in deze tijden opgedane ervaring heeft
geleerd, dat, zoolang de overheid- de macht
heeft willekeurig geld te maken, dat als wettig
betaalmiddel moet worden aanvaard, men
voorzichtig moét zijn met belegging van zijn
vermogen in obligatiën. Het doordringen van
het besef daarvan za! tengevolge hebben, dat
geldbeleggers liever land koopen dan geld op
hypotheek te verstrekken op landerijen. Dit
zal er toe leiden, dat de toch reeds sterke
concurrentie, welke de landbouwer, die een
bedrijf wil koopen, ondervindt van den geld»
beleggenden kapitalist, wordt verzwaard. Daar
dit ongewenscht is te achten, rijst de vraag,
of het, zoolang de waardevastheid van het
geld nief is verzekerd, niet in het belang zou
zijn zoowel van schuldeischer als van schul»
denaar, dat hypothecaire schulden werden
losgemaakt van het onbetrouwbare geld.
Spreker komt hier tot het vraagstuk der
goudclausule in hypotheekakten. Naar het
hem- toeschijnt heeft de Broederschap van
Notarissen in Nederlland in dezen ten on»
rechte eene afwijzende houding aangenomen.
Wel kleeft aan de goudclausule voor den
schuldenaar een gevaar, waaraan men hem
niet mag blootstellen, doch dit bezwaar is
gemakkelijk te ontwijken door te bepalen,
dat bij het gebruik maken van de goudclau»
sule als aflossing niet meer mag worden ge»
eischt dan een in de akte vastgesteld deel
der waarde van het verbonden goed.
Spreker komt thans tot het derde puntde
veiligstelling van den gulden. Men heeft hier
te lande blijk gegeven van zeer weinig eco»
nomisch inzicht door den openbaren dienst
definitief geheel in te richten op het tijdens
den oorlog en de eerste jaren daarna ontstane
abnormale prijspeil. Nu dit prijspeil weer
spoedig tot dat van 1914 zal zijn gedaald, is
Holland in last. Spreker heeft in 1919 reeds
voorspeld, dat het zoo zou loopen. Men zal
nu weer terug moeten tot een budget, niet
zoo heel veel verschillend van dat van 1913.
Daarvoor is inkrimping van verschillende
diensten en vermindering van salarissen en
loonen onvermijdelijk. Deinst men daarvoor
terug, dan zal men de biljettenpers moeten
laten werken. Nu is hetwelmerkwaardig.dat
zij, die van de waardedaling van het geld
vooral de dupe zouden worden, behooren
tot dezelfde kringen als zij, die het meeste
bezwaar hebben tegen inkrimping der uitgaven
n.l. de ambtenaren. De landbouwers daartegen,
die wel het meest van versobering van den
overheidsdienst overtuigd zijn, zouden, voor-
loopig althans, slechts voordeel trekken van
de vermindering der waarde van het geld.
loch hoopt spreker, dat het gezonde verstand
de landbouwende bevolking haar, ondanks
die tijdelijke voordeelen, zal aanzetten tot
het geven van krachtigen steun aan hen, die
meenen, dat beperking de uitgaven en niet
de biljettenpers ons uit de moeilijkheden moet
helpen, waarin wij ons door verkeerd inzicht
hebben gedompeld.
Op Zaterdag 11 dezer stelde het bestuur den
geleerden spreker in de gelegenheid een groot
stuk van Flakkee en enkele boerderijen te zien.
De vice»voorzitter, de EdelAchtbare heer
van Schouwen, vergezeld van den secretaris,
reden van 't Hotel Spee te Sommelsdijk, door
Nieuwe Tonge en vervolgens door 't stakings»
gebied te Oude Tonge naar de boerderij van
den heer Job Mijs te Achthuizen, waar met
de auto een rondtoer werd gemaakt door deze
groote boerderij en na ook de schuur te heb»
ben bezichtigd vertrok men door den Bommel,
langs Stad aan 't Haringvliet, Middelharnis,
Sommelsdijk en Dirksland, naar de boerderij
van den heer L. J. Schilperoord te Melissant,
waar langs de graanvelden een wandeling werd
gemaakt en van hieruit naar de boerderij van
den heer L. Warnaer te Melissantook hier
werd de boerderij met zijne electrische instal»
laffe bezichtigd en het machinaal zichten en
binden van het graan in o&genschouw genomen
Deze vergadering behoort ook thans weer
tot het verleden, terwijl door een uitmuntende
organisatie ook nu weer is gebleken, dat men
bij den Flakkeeschen Boerenbond het nuttige
met het aangename prachtig weet te combi»
neeren en meteen de gelegenheid weet te
benutten om van elders komende gasten een
indruk mee te geven van ons schoone en
vruchtbare eiland, zeer zeker niet tot schade
van zijne bevolking in het algemeen en van
den landbouw in het bijzonder.