voor de Zuidhollandsehe en Zeeuwsche Eilanden* Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO YINCES No. 2937 WOENSDAG 15 AUGUSTUS 1923 38ste JAARGANG w. Alle stuklcen voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te eenden aan de Uitgevers Minister van Finantiën. Land- en Tuinbouw. iwfirwBw?m Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f I.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. arjaiMssagaaii Even was het een «los gerucbt«. Toen nam het vasten vorm aan. En weldra stond het als zekere waarheid in de krantDe heer H. Colijn treedt in het kabinetsRuys en dat wel als minister van fis nan tien. Terecht noemt de »N.R.C.« dit een daad van moed. In eén moeilijk tijdperk, op een van de aller» moeilijkste oogenblikken, belast de heer Colijn zich met wat zonder eenige'tegenspraak thans het gewichtigste, maar ook het moeilijkste de, partement heeten mag. Een daad van moed, ongetwijfeld. Men moet hier echter dieper graven. 't Is ook een daad van hoog plichtsgevoel. Ook de heer Colijn heeft tenslotte slechts menschelijke kracht en beschikt slechts over menschelijke middelen. Ook hij zal moeten afwachten, of 't hem gelukken zal zijn plan» nen te verwezenlijken en het land te redden uit het ergste finantieele moeras, waarin het nog ooit verzonken lag, sinds het een konink» rijk is. Ook zijn beleid zou kunnen falen. En als hij zich op dit moment afzijdig ge» houden had, wijl hij geen financier is, maar man van de defensie en voorts van handel en nijverheid, niemand zou 't hem kwalijk hebben kunnen nemen. Hij werd echter gevraagd, gezocht. Van 't begin dezer crisis af. God gaf hem bovendien een zeer helder oordeel en een vlug en goed inzicht in de verhoudingenhij had reeds vele maanden lang bepaalde financieele lijnen getrokken, waarlangs het regeeringsbeleid zich behoorde te bewegen, thans opgeroepen om zijn meening dan ook zelf te verwezenlijken mocht hij niet achterblijven, meende hij. Hij gaat, waar plicht hem roept. Maar niet in den moed van eigenkracht, dat weten weEn onze God beschame zijn, ons »stil betrouwen« niet. Des heeren Colijn's program ligt klaar. In dat opzicht hoeven we niet te wachten» Wel wat de bizonderheden, de uitvoering aangaat, maar de heer Colijn is genoegzaam «oude rot«, zooal niet geboren in 't se» rail, dan toch voor jaren er al gekomen hij zal voor September in 't land is niet in bizonderheden treden en daarmee de Pers die op de loer ligt, eenige kostelijke weken schenken, om hem bij voorbaat af te breken. De uitvoering, die komt later. De bizonderheden volgen straks. Maar, als we zeiden, de hoofdzaak kennen ■we. En uit ons antirevolutionair program van actie, zooals het door onze partij, onder lei» ding van Colijn, verleden jaar is aangenomen e n uit hetgeen hij in woord en geschrift, nu vele maanden lang niet heeft opgehouden te betoogen. Het evenwicht moet hersteld. Blijvende en jaarlijks wederkeerende tekor» fien sleepen ons naar den afgrond en eenmaal op de helling aan 't rollen, is er schier geen houden meer aan. Uitgaven en inkomsten moeten tegen elkaar opwegen. Verzwaring van belastingen is onmogelijk. Want wil er nog toekomst zijn voor land (en volk, zoo moet ook nieuwe kapitaalvor» anrng weer mogelijk worden gemaakt. Ingrijpende bezuinigingen zijn dusnoodig. Feitelijk is 't woord «ingrijpend nog veel te zacht. »Ontstellend« zou beter passen. Maar de booze zweer der »tekorten« is zoo diep ingevreten, dat slechts een geneesmeester die tot been en botten toe snijden durft, kans heeft om het kwaad de baas te worden. Ziedaar de meening van Colijn. Z ooals hij deze niet nu pas heeft geformu» 'eerd, tnaar ze reeds vele maanden lang op alle manier heeft verkondigd. Onze partij brengt hier een offer. Op t «altaar»des»vaderlands«, om 't nu maar eens in een afgezaagde poëtische term te zeg» gen. Dat zijn we ons volkomen bewust. Reeds in 't jaar '18 opperde Kuyper de vraag, of in de hoogst moeilijke finantieele omstandigheden, die ook hij toén reeds voor» zag, het nu juist een antirevolutionair minis» ter zijn moest, die dat departement nam. Toén kwamen de «vette jaren« nog. Thans zijn deze achter den rug. Werd de positie nog vèèl moeilijker. Ondankbaarder taak i s er niet, dan thans op te treden als minister van finantiën. Wie mist wordt nagewezen als de man, die be» gon, maar niet voleindigen kon. Wie slaagt kan dit niet anders dan door honderdduizen» den finantieel achteruit te zetten, waardoor men zich nu juist geen vrienden maakt. En dit alles slaat natuurlijk terug op de partij, waartoe de man, die het ondernam behoort. Toch staat onze partij achter Colijn. Hij heeft onze volle sympathie! Omdat ten slotte land s»belang hooger gaat dan part ij»belang. Omdat, zoo iemand dan Colijn hier naar onze meening iets goeds bereiken kan. Omdat, ten slotte, in de om» standigheden voor ons o o k de leiding Gods spreekt. Zij 't dan ook hier Isrels God, die krachten geeft. Algemeene Vergadering van de Centrale Vereenigingen van Flakkeesche Land» bouwvereenigingen (Flakkeeschen Boerenbond) op Vrijdag 10 Au» gustus 1923 n.m. half4 uur, in hotel Spee te Sommelsdijk De Voorzitter opent de vergadering met de volgende woorden M. H.l Ik heet u welkom op onze Jaarvergadering. Door uitlandigheid van onzen voorzitter, is de leiding dezer vergadering aan mij opgedra» gen en roep ik uwe welwillendheid in om mij deze leiding gemakkelijk te maken. Uit het verslag zal u duidelijk worden wat er in onze vereeniging is omgegaan en hoe de toestand op dit oogenblik is. Zoo straks zal u van het hoofdbestuur een voorstel te behandelen wor» den voorgelegd om af te scheiden van de V. N. A., niet omdat het bestuur van meening is, dat eene vereeniging als de V. N. A., in deze tijden van reactie, geen reden van bestaan zoude hebben, integendeel is in de afgeloopen oorlogsjaren en de nasleep daarvan in meerdere gevallen bewezen, dat zij nuttig werkzaam was en moeilijke vraagstukken, den landbouw be» treffende bij de regeering aanhangig maakte en door haar initiatief resultaten bereikte, die zonder haar inmenging niet of zeer moeilijk zouden zijn bereiktde aandrang echter, door verschillende afdeelingen van den bond op het bestuur uitgeoefend, die meermalen lieten uitkomen, dat het lidmaatschap zou worden opgezegd, als de bond niet het lidmaatschap deed eindigen, deed het hoofdbestuur in hare laatste vergadering besluiten tot uwe vergade» ring te komen met een voorstel tot afscheiding. Het voortbestaan toch van den bond, met een zoo groot mogelijk ledental, achten wij van zooveel belang voor den landbouw in de toe» komst, dat wij ook afscheiding als de eenig mogelijke weg zién, om de eenheid in onzen bond te herstellen en te bewaren. De sinds 1921 algemeen ingetreden malaise op land» bouwgebied, gebiedt in elk opzicht, dat de landbouwers vereenigd blijven, omdat nog steeds de spreuk geldt «Eendracht maakt macht« en wij vereenigd veel gemakkelijker en vlugger resultaten zullen kunnen bereiken, dan dat een vereeniging afzonderlijk dit zou kunnen. Ik hoop, dat straks zal blijken, dat men daar» van ten volle overtuigd is en dat enkele ver» eenigingen, die reeds hun lidmaatschap op» zegden, daarop zullen terugkomen. Waar wij straks het genoegen zullen hebben de heer Smid, referendaris aan het Dep. van Landbouw, in ons midden te zien optreden, om een onderwerp te behandelen, dat in zoo nauw verband staat met den landbouw, verzoek ik u de discussies zooveel mogelijk te beperken, opdat voldoende gelegenheid zij, deze voor» dracht tot haar recht te doen komen. M. H.in de hoop, dat het oude vertrouwen, in de te bereiken resultaten van de onderlinge samenwerking, het voortbestaan en de levens» vatbaarheid van den bond van Flakkeesche landbouwersvereenigingen zal mogelijk maken en dit tot den bloei der vereeniging en tot nut en voordeel van den Flakkeeschen land» bouw zal kunnen strekken, open ik deze al» gemeene jaarvergadering. De notulen der vorige Algemeene Vergade» ring worden vastgesteld. Ingekomen is een schrijven van de Vereeni» fing van Bietenverbouwers. Dit wordt voor ennisgeving aangenomen. Wegens periodieke verkiezing (aftreding van den heer A. W. Keijzer) heeft er een stemming plaats. Met algemeene stemmen (64) wordt de heer Keijzer herkozen. Aan de orde is de vaststelling der rekening over het jaar 1923—1924. De heer P. D. Sieling brengt namens de commissie belast met het onderzoek verslag uit. De rekening is in orde. Slechts maakt de commissie de opmerking, dat in alles niet heelemaal volgens aen geest der bezuiniging was te werk gegaan. De VOORZITTER merkt op, dat tengevolge van bijzondere kosten, gemaakt bij het zilveren feest van den Bond, er onkosten zijn gemaakt, die anders achterwege zouden zijn gebleven. De heer SIELING zegt, dat de commissie daarmede rekening hield en zich daarom zoo zacht mogelijk heeft uitgedrukt, Met algemeene stemmen wordt de rekening goedgekeurd. De rekening sluit in ONTVANGSTEN. Van 15 Afdeelingen de contributie af 1,- per 10 H.Af 1594- Gekweekte rente van kasgeld f 0,58 Goed slot van 1921—1922. f 241,615 De totale ontvangsten bedragen f 1836,19® UITGAVEN. Contributie aan de Vereeniging van Ned. Akkerbouwersf 442,50 Tractement aan de Secretaris»Pen» ningmeesterf 250,— Reis» en verblijfkosten van het Be» stuurf 355,10 Onkosten bij gehouden vergade» ringen f 309,01 Telegrammen en telefonische ge» sprekkenf 74,85 Briefport, zegels en bureaukosten f 95,77 Medailles en eereblijken f 122,10 Drukwerk en advertentiën f 138,83® Onkosten ten behoeve de ploeg» demonstratief 69,57 Beleg in de Boerenleenbank Her» kingen de rente 1922 f 0,58 De totale uitgaven bedragen f 1858,31® RECAPITULATIE. De totale uitgaaf bedraagt f 1858 31® De totale ontvangst bedraagt f 1836,19® Kwaad slot f 22,12 De VOORZITTER deelt mede, dat twee vereen, nalatig zijn geweest in de betaling hunner contributie (Sommelsdijk en Herkin» gen). Het bestuur stelt voor deze gelden op de een of andere manier binnen te zien te krijgen. Na breede discussie wordt hiertoe besloten. Het hoofdbestuur stelt voor tot afscheiding van de V. N. A. over te gaan. De VOOR» ZITTER betreurt, dat dit noodzakelijk is ge» worden. Spr. zet uiteen, dat de V. N. A. een belangrijke schadepost heeft te boeken. Deze schadepost bedraagt f 18000 en is ont» staan door een verloren procedure en een mislukte aankoop van tractors. De boerenbond alhier zal in deze schadepost een aandeel te betalen hebben van f 4000. Het hoofdbestuur stelt voor dit bedrag te betalen, indien zeker» heid verkregen is, dat men dan overal af is. Na breede discussie wordt hiertoe besloten. Het bestuur stelt voor de contributie over 1922—1923 vast te stellen op f 1,— per H.A. (hetzelfde bedrag als het vorige jaar). Nieuwe Tonge stelt voor het te stellen op 70 cent. Ooltgensplaat ondersteunt dit voorstel. In stemming gebracht wordt het voorstel van het bestuur aangenomen met 31 tegen 26 stem» men en twee blanco. Dan is aan de orde het verslag over het jaar 1922—9123. Dit verslag is van den vol» genden inhoud Ons verslag over het 26e jaar van het be» staan onzer Vereeniging minder optimistisch dan wij dat zouden wenschen. Het vertrouwen dat door de afdeelingen steeds in zoo ruime mate aan het Bestuur werd geschonken, is dit jaar niet onverdeeld geweestzelfs moeten wij hier tot onzen spijt aan toevoegen, dat 2 onzer Afdeelingen hun lidmaatschap hebben opgezegd. Naar het schijnt, staat dit in verband met ons lidmaat» schap der V. N. A. en de moeilijkheden die wij daarmede ondervinden. In de vorige Zomervergadering werd in de vacature Overdorp de eerst»ondergeteekende tot Voorzitter gekozenallerminst kon hij vermoeden voor welk finantieel probleem wij in verband met de V. N. A. zouden worden geplaatst, en zeer stelt het ons teleur, dat die Afdeelingen in plaats mede naar de oplos» sing te zoeken, ons dadelijk den rug toe» keeren. Het vorig jaar hadden wij het genoegen ter gelegenheid van ons 25»jarig bestaan onzen oud»Voorzitter, den heer J. van der Koogh met de heeren Dr. F. E. Posthuma en Dr. J van den Hoek, resp. oud»Minister en Direc» teur»Generaal van den Landbouw in ons midden te hebben. Met uwe toestemming mochten wij twee verguld»zilveren medailles beschikbaar stellen voor de keuring van «Fokkersbelang®, welke werden toegekend aan de heeren A. A. Mijs te Sommelsdijk en L. Slis te Oude Tonge. Met de Besturen van de Vereenigingen van Aardappel» en Fruithandelaren hielden wij besprekingen om, ter bevordering van de ge» meenschappelijke belangen, tot eene betere sorteering en aflevering van het product te geraken. Door het eenzijdige standpunt waar» op die besturen zich plaatsten, kon geen overeenstemming worden bereikt. Nog werden pogingen aangewend om voor» al de Schokkererwten beter te zuiveren en dit -belangrijke exportsartikel een beter voor» komen te geven. Aan de verschillende bonden van ambachts» lieden werden vertogen gericht, om hunne tariéven méér in overeenstemming te brengen met de prijzen welke zij thans voor hunne grondstoffen betalen. Het resultaat hiervan is echter niet in evenredigheid tot de nood» zakelijkheid. Door het Dagelijksch Bestuur van de ge» meente Dordrecht werden wij uitgenoodigd tegenwoordig te willen zijn bij de opening van de aldaar gestichte Rijkslandbouwwinter» school, aan welke uitnoodiging wij gevolg gaven. Voorts organiseerden wij een Ploegdemon» straffe, welke niet geheel tot haar recht kwam door het buitengewoon ongunstige weer. Bij de Regeering drongen wij aan op po» gingen tot weder openstelling van de grenzen van Frankrijk, welk land onzen vee»invoer had verboden, in verband met het destijds hier te lande heerschende mond» en klauwzeer. Het bij de Staten»Generaal aanhangig ge» maakte ontwerp tot wijziging der Jachtwet had onze volle aandacht, terwijl wij ter zake het ontwerp Zomertijd ons in een adres tot de Eerste Kamer wendden en dit hooge Staats» lichaam verzochten dat ontwerp aan te nemen een nadien in Flakkee gehouden enquete gaf ons de zekerheid dat wij in uwen geest had» den gehandeld. Eindelijk richtten wij een adres tot de Re» geering waarin wij haar verzochten den invoer van levend vee uit een sanitair oogpunt te verbieden. Wij hopen dat het wantrouwen in het streven van het Bestuur geen grooter afmetin» gen zal aannemen, doch het oude vertrouwen als eertijds onvoorwaardelijk zal worden gegeven, opdat wij met de noodige lust de belangen van onzen Bond zullen kunnen blij» ven behartigen. Het Dagelijksch Bestuur voornoemd, J. KOERT Mz„ Voorzitter. A. W. KEIJZER, Secretaris. In de rondvraag wordt door een lid voor» gesteld, dat het bestuur stappen zal doen bij de regeering om den zomertijd niet 7 October maar reeds 1 September te doen eindigen. De meeste leden verheffen zieh tegen dit voorstel, omdat het beschouwd werd mosterd na den maaltijd te zijn. Beter is het een vol» gend jaar den strijd tusschen de stad en het platteland voort te zetten. De heer NIEUWENHUIJZEN brengt ter sprake de steun, die den boerenbond kan ver» leenen, wanneer een deel van het eiland, zooals jongstleden Oost»Flakkee, getroffen wordt door een staking. De VOORZITTER deelt mede, dat het be» stuur zich tegen ingrijpen van den bond in deze zaak verklaart, omdat de samenstelling van den bond dit feitelijk niet gedoogt. De overige leden sluiten zich bij de meening van het bestuur aan. Dan wordt het huishoudelijk gedeelte van de vergadering gesloten en geeft de Voorzitter het woord aan den WelEd. Gestrengen Heer J. Smid, Oud»Referendaris aan het Departement van Landbouw, met het onderwerp«Hef vraagstuk der waardevastheid van het geld in verband met den landbouw.« Spreker begint met op te merken, dat onder waardevastheid van het geld niet is te ver» staan het gelijk blijven van alle prijzen, maar wel van het prijsniveau. Dit prijsniveau staat onder den invloed van de hoeveelheid circu» leerende geldeenheden. Wie daaraan mocht twijfelen, heeft slechts het oog op het nabu» rige Duitschland te richten. De waardedaling van het geld aldaar, is vooral daarom zoo noodlottig, wijl zij de verhouding tusschen schuldeischer en schul» denaar verstoort en oorzaak is, dat het deel der bevolking, wiens bezit bestaat uit obli» gaffes, met behulp der geldmakende overheid wordt uitgeplunderd door het andere volks» deel. De daardoor ontstaande toestanden stel» len duidelijk in hét licht, dat de verzekering van de waardevastheid van het geld een sociaal probleem is van de eerste orde. In eene geordende maatschappij mag het niet mogelijk zijn, dat het eene individu wille» keurig van het door arbeid en spaarzaamheid vergaarde wordt beroofd ten bate van anderen. Na gewezen te hebben op de wegen, waar» langs men tot een meer waardevast ruilmid» del zou kunnen komen, staat spreker stil bij een drietal praktische vragen, welke dit pro» bleem raken en voor den landbouw van be» teekenis zijn .- le. de schommelingen der waarde van het geld als oorzaak van landbouwcrisissen 2e. de goudclausule in hypotheekakten 3e. de zoogenaamde veiligstelling van den gulden. Wanneer men de geschiedenis van den landbouw gedurende ruim eene eeuw nagaat, zegt hij, ziet men eene afwisseling van lang» durige perioden van hooge prijzen met als gevolg voorspoed en slapende rijk worden van sommigen en van daarop volgende lang» durige tijdperken van malaise met als gevolg het al werkende arm worden van anderen. Bij deze afwisseling van tijden van voorspoed en malaise spelen veranderingen in de waarde van het geld eene groote rol en men zou ongetwijfeld in den landbouw wel gezonder toestanden hebben, wanneer het geld waarde» vast was. Het zoo netelige pacht vraagstuk zou daardoor voor een belangrijk deel eene oplossing hebben1 gevonden en landbouwers met weinig kapitaal zouden met veel meer vertrouwen gebruik kunnen maken van het hypothecair crediet bij den aankoop van land. De in deze tijden opgedane ervaring heeft geleerd, dat, zoolang de overheid- de macht heeft willekeurig geld te maken, dat als wettig betaalmiddel moet worden aanvaard, men voorzichtig moét zijn met belegging van zijn vermogen in obligatiën. Het doordringen van het besef daarvan za! tengevolge hebben, dat geldbeleggers liever land koopen dan geld op hypotheek te verstrekken op landerijen. Dit zal er toe leiden, dat de toch reeds sterke concurrentie, welke de landbouwer, die een bedrijf wil koopen, ondervindt van den geld» beleggenden kapitalist, wordt verzwaard. Daar dit ongewenscht is te achten, rijst de vraag, of het, zoolang de waardevastheid van het geld nief is verzekerd, niet in het belang zou zijn zoowel van schuldeischer als van schul» denaar, dat hypothecaire schulden werden losgemaakt van het onbetrouwbare geld. Spreker komt hier tot het vraagstuk der goudclausule in hypotheekakten. Naar het hem- toeschijnt heeft de Broederschap van Notarissen in Nederlland in dezen ten on» rechte eene afwijzende houding aangenomen. Wel kleeft aan de goudclausule voor den schuldenaar een gevaar, waaraan men hem niet mag blootstellen, doch dit bezwaar is gemakkelijk te ontwijken door te bepalen, dat bij het gebruik maken van de goudclau» sule als aflossing niet meer mag worden ge» eischt dan een in de akte vastgesteld deel der waarde van het verbonden goed. Spreker komt thans tot het derde puntde veiligstelling van den gulden. Men heeft hier te lande blijk gegeven van zeer weinig eco» nomisch inzicht door den openbaren dienst definitief geheel in te richten op het tijdens den oorlog en de eerste jaren daarna ontstane abnormale prijspeil. Nu dit prijspeil weer spoedig tot dat van 1914 zal zijn gedaald, is Holland in last. Spreker heeft in 1919 reeds voorspeld, dat het zoo zou loopen. Men zal nu weer terug moeten tot een budget, niet zoo heel veel verschillend van dat van 1913. Daarvoor is inkrimping van verschillende diensten en vermindering van salarissen en loonen onvermijdelijk. Deinst men daarvoor terug, dan zal men de biljettenpers moeten laten werken. Nu is hetwelmerkwaardig.dat zij, die van de waardedaling van het geld vooral de dupe zouden worden, behooren tot dezelfde kringen als zij, die het meeste bezwaar hebben tegen inkrimping der uitgaven n.l. de ambtenaren. De landbouwers daartegen, die wel het meest van versobering van den overheidsdienst overtuigd zijn, zouden, voor- loopig althans, slechts voordeel trekken van de vermindering der waarde van het geld. loch hoopt spreker, dat het gezonde verstand de landbouwende bevolking haar, ondanks die tijdelijke voordeelen, zal aanzetten tot het geven van krachtigen steun aan hen, die meenen, dat beperking de uitgaven en niet de biljettenpers ons uit de moeilijkheden moet helpen, waarin wij ons door verkeerd inzicht hebben gedompeld. Op Zaterdag 11 dezer stelde het bestuur den geleerden spreker in de gelegenheid een groot stuk van Flakkee en enkele boerderijen te zien. De vice»voorzitter, de EdelAchtbare heer van Schouwen, vergezeld van den secretaris, reden van 't Hotel Spee te Sommelsdijk, door Nieuwe Tonge en vervolgens door 't stakings» gebied te Oude Tonge naar de boerderij van den heer Job Mijs te Achthuizen, waar met de auto een rondtoer werd gemaakt door deze groote boerderij en na ook de schuur te heb» ben bezichtigd vertrok men door den Bommel, langs Stad aan 't Haringvliet, Middelharnis, Sommelsdijk en Dirksland, naar de boerderij van den heer L. J. Schilperoord te Melissant, waar langs de graanvelden een wandeling werd gemaakt en van hieruit naar de boerderij van den heer L. Warnaer te Melissantook hier werd de boerderij met zijne electrische instal» laffe bezichtigd en het machinaal zichten en binden van het graan in o&genschouw genomen Deze vergadering behoort ook thans weer tot het verleden, terwijl door een uitmuntende organisatie ook nu weer is gebleken, dat men bij den Flakkeeschen Boerenbond het nuttige met het aangename prachtig weet te combi» neeren en meteen de gelegenheid weet te benutten om van elders komende gasten een indruk mee te geven van ons schoone en vruchtbare eiland, zeer zeker niet tot schade van zijne bevolking in het algemeen en van den landbouw in het bijzonder.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1923 | | pagina 1