Binnenland.
Buitenland.
Gemeenteraad.
Rechtzaken.
Gemengd Nieuws.
Schetsen uit het Noorden.
Land- en Tuinbouw.
Uitkomst.
Ingebonden Stukken
stemming 'n weg wandelde, die daarheen
leidt, zal zoo min als ik de «redelij kheid«
toestemmen om op een »te jong« dien weg
plotseling tn verlaten. Er waren echter noch
andere redenen.
Maar die werden niet genoemd.
Voor den rechter want de zaak kwam
voor 't gerecht schijnen »zijn« ouders te
hebben laten doorschemeren, dat hun aan»
staande schoondochter hun niet meeviel. Tens
minste de rechter in zijn beslissing zeide dat
de ouders niet genoegzaam acht hadden ges
slagen op het karakter van hun schoondochs
ter, alvorens hun toestemming te geven tot
de verloving.
Daaruit kan men dus opmaken, dat de
ouders in het meisje karaktereigenschappen
hebben ontdekt, die hen tot verlovingsbreuk
dreven de rechter laat blijkbaar in 't midden
of die kijk op 't meisje juist is of niet.
Trouwens, dat i s maar niet zoo te beoors
deelen. Maar al ware het zoo, dan nóg zijn
die ouders, dunkt mij, zeer te veroordeelen
dat ze vier jaar laten voorbijgaan eer ze er
een einde aan maken, want vier jaar lang vers
bergt een meisje haar waar karakter niet
Ouders moeten wel bedenken, dat met
name als 't volwassen kinderen geldt, die nog
gaarne naar hen hooren, hun veranwoordes
lijkheid zéér groot is
Terwijl het tenslotte öök een vraag is
Of soms de Mammon in 't spel was
Want het eind der historie was, dat »hij«,
d.w.z. 'zijn ouders, tot een vrij aanzienlijke
schadeloosstelling veroordeeld werden r
was er soms 'n «betere® partij in 't zicht, waars
voor »hij« niet »te jong® werd geacht
Zulke overleggingen komen öök voor.
Nimmer onder ons?
UITKIJK.
Het is midden Juli en eigenlijk nu pas is
de zomer begonnen hier in Zweden. De ses
ringen zijn thans met bloemen versierd en
het water in de fjorden is warmer als het tot
op heden geweest is. De hotels aan de kust
worden bevolkt met badgasten en de villa's,
behoorende aan zakenmenschen uit de stad,
die den geheelen winter leeg stonden, vers
toonen nieuw leven.
Op de kade te Stockholm verdringen zich
de menschen die plaats zoeken op de vele
booten, die naar de open zee varen. Het is
aangenaam de brandend heete straten, dier
groote stad te kunnen verlaten en verfrissching
te kunnen vinden op het helder blauwe was
ter van het fjord, waar motorbooten zoemen
en de jeugd zich vermaakt met roeien en
zwemmen. Men eet zijn middagmaal met ges
not in de eetsalon op het dek, drinkt koffie
In de rooksalon en betreurt het dat de tijd
voorbij is, toen men een glas punch aan boord
van een plezierboot kon drinken, wat thans
door de wet verboden is. De open zee komt
in 't verschiet, men passeert allerhande pies
ziervaartuigen en handelsvaartuigen, die allen
met evenveel gejuich en hoedengezwaai bes
groet worden, want, hier op het water voelt
men zich als in een groote familie.
De boot legt aan op een plaats, opgevuld
met in zomercostuum gekleede dames en hees
ren, die in aantal toenemen op de heuvels
rondom. De aankomst der boot is eiken dag
een groote gebeurtenis. Men krijgt dan gasten
en nieuwtjes en post. Familievaders, met rugs
zakken en doozen gevolgd door familiemoes
ders en een sleep »kleingoed« gaan de loops
planken af, eenzame jonge mannen, die eenige
dagen in een hotel zullen wonen, waar miss
schien ook wel jonge dames zijn die zich
eenzaam gevoelen, volgen. Men heeft hier
zijn eigen leven naar eigen gewoonten en
ongewoonten.
Mannen op leeftijd leggen hier 's morgens
in hun nachthemd en pantoffels op het strand,
zich wonderlijk vreemd gevoelend in dit ats
mosfeer waar de mode nachthemden en pans
toffels voorschrijft, eten daar hun morgenmaal
en rooken hun eerste pijpje, om daarna een
verfrisschend badte nemen op de zandbans
ken daar buiten. Heele families in badcoss
tuum, voorzien van eetwaren in groote kors
ven en thermoflesschen zonder tal, vertrekken
in motorbooten, naar de holmen (zandbanken).
Een rustig hoekje aan de lijzijde, zon die
niets kost, water dat verfrischt en het leven
is volmaakt.
De hotelgasten baden in zee en vormen
schilderachtige groepen. Ze worden door de
zon geblakerd aan armen en hals, komen rood
en gezwollen in 't hotel terug en schreeuwen
dan om vaseline en aardappelmeel wat niet
helpt, tot ten slotte men op het goede idee
komt naar de apotheek van Dalaro te teles
phoneeren om de wereldberoemde zalf van
Boek, die evenals asperine, overal goed voor is.
Het kweeken van ziektevrij pootgoed.
Een bekende aardappelenziektekundige Dr,
J. Oortwijn Botjes te Oostwold (Gr.) heeft
op den eersten aardappeldag, gehouden te
Wageningen, een voordracht gehouden over
«Onbekende factoren bij het kweeken van
ziektevrij pootgoed«. Deze is nu onlangs vers
schenen in het «Tijdschrift over Plantenzieks
ten«, waardoor we in de gelegenheid zijn, er
enkele losse grepen uit te doen, welke ges
dachten en mededeelingen zeker belangrijk
genoeg zijn voor ieder aardappelverbouwer,
om er kennis van te nemen.
Hoewel er verschil in levensduur is, kan
men toch zeggen dat alle soorten degenerees
ren, doch de symptomen van degeneratie zijn
steeds dezelfde, die wij kennen als verschijn»
selen van bladrol, mozaiek, krinkel of andere
besmettelijke ziekten. Wij weten nu, dat be»
smettelijke ziekten de oorzaak van degeneratie
zijn en we hebben langzamerhand iets omtrent
de verbreidiijg dezer ziekten leeren kennen.
Wij zijn thans in staat een klein aantal stams
men van achteruitgaande soorten ziektevrij te
telen, wat we vroeger niet konden, tenminste
zoolang we nog over een enkelen ziektevrijen
knol beschikken.
De Friezen zijn er door een nauwgezette
selectie en een strenge controle in geslaagd
de Eigenheimers jarenlang betrekkelijk gezond
te houden en hetzelfde resultaat is ook hier
en daar buiten Friesland bereikt. Goede resuls
taten heeft men in sommige bedrijven ook
verkregen bij de selectie van de Roode Star,
de Bravo en de Zeeuwsche Blauwe.
Door selecteurs, als Lembke, Petsch, Ebstors
fer Saatgutgesellschaft, worden gezonde aards
appelen van de soort Industrie afgeleverd,
terwijl de oorspronkelijke kweeker van het ras
hierioe niet meer in staat is.
Zonder twijfel is er met selectie zeer veel
te bereiken, maar er zijn ook teekenen, die
er op wijzen, dat er aan de beteekenis der
selectie ten slotte grenzen zijn gesteld en dat
ook bij de beste methode van werken som5
mige rassen niet voortdurend in bepaalde
streken geteeld kunnen worden,
Als men thans gezonde Eigenheimers van
de beste telers naar de Veenkoloniën brengt,
dan zijn alle stammen na enkele jaren ziek
geworden. Ze worden eerder ziek en erger
ziek dan in den tijd toen ze voor het eerst
op het proefveld te Sappemeer werden ge»
teeld. Hetzelfde geldt ook voor de Paul Krtis
gers.
De groei van ziektevrije Paul Krügers is
nog even krachtig als in de jaren toen deze
soort het eerst werd verbouwd. Ook de op»
brengst en het zetmeelgehalte is, voorzoover
ik heb kunnen nagaan, niet achteruit ge»
gaan.
Degeneratie bij ziektevrije stammen is uiter»
lijk niet waarneembaar. Men is licht geneigd
hieruit de conclusie te trekken, dat, indien
men thans een aantal volkomen gezonde Paul
Krügers geteeld heeft, deze voor den land»
bouw dezelfde beteekenis bezitten als een
gelijk aantal stammen, dat 't eerst door Veen»
huizen is voortgebracht. De vermeerdering
zou immers op dezelfde wijze als vroeger
kunnen plaats hebben en evenals toen zou
na enkele jaren de helft van de Veenkoloniale
aardappelvelden met Paul Krügers bezet kun»
nen worden.
Ik zou nu wel in staat zijn, een aantal vol»
komen gezonde Paul Krügers aan Veenhuizen
te verschaffen, doch ik ben er zeker van, dat,
indien hij deze op dezelfde wijze trachtte te
vermeerderen als vroeger, deze poging op een
volkomen fiasco zou uitloopen.
Iets dergelijks is ook door Pethy»bridge
beweerd ten opzichte van de gewone aard»
appelziekte.
Op dit oogenblik weten we niet, welke ras»
sen we na selectie voor de cultuur kunnen
behouden. Wij zien nu reeds een groot on»
derscheid tuss chen de Eigenheimer, Bravo
eenerzijds en de Paul Krüger. De Eigenheimer
is thans door nauwkeurige selectie onze con»
sumptieaardappel gebleven. Het zou een ramp
zijn voor onzen landbouw als zij verdween.
De Paul Krüger daarentegen heeft zijne be»
teekenis als industrieaardappel verloren, daar
hij tegenwoordig ook bij de beste selectie niet
meer in het groot kan worden geteeld, ten»
minste niet op onze zand en veengronden.
Hoe andere soorten zich in de toekomst
zullen gedragen, weten wij niet. Eerst jaren»
lange ervaring zal op deze vraag antwoord
kunnen geven. Op dit oogenblik bestaat er,
naar mijn meening geen aanleiding tot pessi»
mistische of optimistische beschouwingen.
Op één ding kan ik echter nog wijzen. In»
dien een ras als de Paul Krügers niet meer
in het groot kan worden geteeld, dan kan de
instandhoudiug van het ras toch van belang
zijn. Kort geleden schreef mij de heer Dorst,
dat van zijn talrijke kruisingen die tusschen
Franschen en Paul Krüger het meest beloof»
den. Noch de Franschen, noch de Paul Krüger
hebben thans groote beteekenis als cultuur»
gewassen, doch beide kunnen ze beteekenis
hebben als onderplant voor nieuwe rassen.
Er moet in de toekomst naar worden ge»
streefd, dat rassen, welke blijk hebben gege»
ven goede stamouders te zijn, zooveel moge»
lijk in stand worden gehouden, opdat de
kweeker ten allen tijde op deze rassen terug
kan tasten. Een der doeleinden, die te Oost»
wold worden nagestreefd, zal dan ook zijn
het instandhouden van dergelijke rassen.
De stippelstrepenziekte, die in den laatsten
tijd in sterke mate in vroege aardappelen is
opgetreden, komt volgens Bewley ook voor
in wikken, erwten en tuinboonen en kan vol»
gens hem van deze planten op tomaat en dus
waarschijnlijk ook op aardappelen worden
overgebracht.
Het zou volstrekt niet vreemd zijn als mo»
zaiek of bladrol van bepaalde cultuurgewas»
sen op aardappelplanten konden overgaan.
Want het is wel bekend dat een groot aan»
tal cultuurgewassen en ook onkruiden aan
ziekten lijden, die met bladrol en mozaiek
van de aardappelplant groote overeenkomst
vertoonen. Vooral is dit het geval met de
mozaiekziekte. Deze wordt niet alleen aange»
troffen op nagenoeg alle Solanaceeën, doch
ook op planten, die geen verwantschap met
den aardappel bezitten, zooals bieten, spina»
zie, komkommer, roode klaver, rupsklaver,
paardeboonen, suikerriet, gierst, mais.
Wij weten thans dat de mozaiekziekte die
op het eene geslacht van de familie der So»
lanaceeën voorkomt, in vele gevallen ook op
een ander geslacht kan overgaan. Onkruiden,
die tot de familie der Nachtschaden behoo»
ren kunnen een rol spelen bij de verbreiding
der mozaiek en der bladziekte.
Uit verschillende waarnemingen van Quan»
jer, Koeslag, Dorst en mijzelf is gebleken, dat
aardappels in de eene streek eerder ziek wor»
den dan in de andere. Het is niet onmoge5
lijk, dat het voorkomen van bepaalde on»
kruiden hierbij een rol speelt. In de kleistre»
ken van Friesland, waar de aardappelen in
mindere mate ziek worden dan in alle andere
streken van ons land, is de grond in het al»
gemeen buitengewoon rein van onkruid. Of
de afwezigheid van onkruid en het weinig
optreden der ziekte verband met elkaar hou»
den is moeilijk te zeggen, maar wel meen ik
er op aan te mogen dringen, dat op het voor»
komen van pepaalde onkruiden en op het
ziekelijk uiterlijk van onkruid of cultuurge»
wassen meer dan thans gelet wordt Ik meen
aan allen, die zich met selectie bezighouden,
een raad te mogen geven, hun velden zoo»
veel mogelijk onkruidvrij te maken.
In ons land is het eerst voor Veenhuizen
opgemerkt, dat onrijp geoogste poters de voor»
keur kunnen verdienen boven rijp pootgoed
Op het terrein van Veenhuizen moest een
sloot gegraven worden door een veld Paul
Krügers. Een deel van die aardappels werd
daardoor vroeg gerooid en een deel laat in
den herfst. Nu bleek het volgende jaar dat
de vroeg gerooide poters bladrolvrije nako»
melingen hadden voortgebracht terwijl dit met
de laat gerooide niét het geval was.
In het Engelsche tuinbouwblad de Garde»
ners Chronicle van 1916 kan men den vol»
genden zin vinden
»Het gebruik van onrijpe poters is algemeen
en het is twijfelachtig of er een enkele kwee»
ker is, die niet vast overtuigd is van het voor»
deel dat hieruit voortvloeid.«
Op de aardappelenconferentie te Londen
vermelde Sir Matthew Wallace, dat hij toe»
vallig de waarde van onrijp pootgoed ont»
dekt had en zegt als zijn ervaring
»Het beste middel om productief zaadgoed
te krijgen is om te rooien voor ziektever»
schijnselen zichtbaar zijn ofom tijdig het loof
af te maaien
«Onrijp pootgoed is het ware«.
Het is niet de al of niet rijpheid van het
pootgoed op zichzelf, die in dezen beslissend
is, zooals door de buitenlanders tot nu toe
is aangenomen. Doch de beteekenis van het
gebruik van onrijp pootgoed zit in het vroe»
gere verbreken van het contact tusschen het
besmette loof en den knol. Daarom kan ook
het afsnijden van het loof effect hebben.
Jaap. Dag Klaas, hoe staat het leven?
Klaas. Wel man erg best en hoe gaat het
met jou
Jaap. Met mij uitstekend. Ik ben juist bij
Kees geweest.
Klaas. Hoe maakt onze oude schoolkama»
raad het?
Jaap. Och, wat zal ik zeggen. Nog net als
't vroeger ging.
Door zijn gebrekkige rechterhand heeft hij
zich nooit zóó kunnen weren als wij, en zijn
zaakje heeft altijd maar juist zooveel verdien»
ste qpgeleverd, dat hij leven kon. Hij ver»
keert nu in de waan, dat hij van de invali»
diteitswet rente kan gaan trekken. Ik ben im»
mers altijd invalide geweest, redeneert hij, dus
ik heb recht op rente.
Klaas. En wat heb jij tegen hem gezegd
Jaap. Natuurlijk heb ik hem op de hoogte
gebracht, dat alleen menschen, in hetbezit van
een rentekaart, als zij invalide werden en voor
of door hen 150 zegels waren geplakt aanspraak
op rente konden maken, doch dat hij, die
altijd eigen baas geweest was, daarvoor niet
in aanmerking kwam. Hij was dood ongeluk»
kig dat kan je begrijpen.
Klaas. Ja, dat snap ik. Maar is er dan hee»
lemaal niets aan te doen, dat hij ook rente
krijgt.
Jaap. Ik weet maar éénen weg voor hem
en dat is dat hij een vrijwillige ouderdoms»
verzekering sluit. In deze verzekering wordt
iedereen opgenomen. Vóór 3 December 1923
kan hij omdat hij op 3 December 1919 ouder
was dan 35 jaar nog een goedkoope verzeke»
ring sluiten voor f 0,39 per week.
Klaas. Maar hoe kan hij dat opbrengen.
Jaap. Luister eens, ik betaal f 0,19, jij een
dubbeltje en Kees zelf ook een dubbeltje per
week.
Klaas. Hoe vindt je dat plan
Jaap. Uitmuntend.
Klaas. Kom Jaap laten we Kees eens gauw
uit de put gaan helpen.
De Zomertijd.
De heer Braat, lid van de Tweede Kamer,
heeft aan den minister van binnenlandsche
zaken en landbouw de vraag gesteld of de
minister bereid is, mede te deelen of de ge»
gevens, bedoeld aan 't slot van 't antwoord
op de vragen, betreffende den einddatum van
den zomertijd, zijn ontvangen, en de vast»
stelling van dien datum spoedig is tegemoet
te zien
Zilverbons.
De Minister van Financiën brengt ter alge»
meene kennis, dat, ingevolge het Kon. besluit
van 13 Maart 1923 (St.bl. no. 70) de ingetrok»
ken zilverbons van f 2,50 (model 1915), als»
mede de ingetrokken zilverbons van f 1, (model
1916), alsnog tot en met 31 December 1923
ter inwisseling kunnen worden aangeboden
ten kantore van het agentschap van het mi»
nisterie van financiën te Amsterdam (Heeren»
gracht 344»42.)
Desverlangd kunnen de bons per post aan
bovenstaand adres worden gezonden met dui»
delijke opgave van naam en adres van den
afzender. Ter bevordering van een spoedige
afdoening zullen de inzenders goed doen, bij
de bons te voegen een behoorlijk gefranceerd
en aan hem zelf geadresseerd formulier van
een postwissel of wel een behoorlijk gefran»
keera stortingsformulier van den postchèque»
en girodienst, ten beloope van het bedrag der
door hen ingezonden zilverbons.
Uit het bovenstaande blijkt, dat de gele»
genheid tot inwisseling niet meer wordt open»
gesteld ten aanzien van de ingetrokken zil»
verbons van f 1, f 2,50 en f 5 van den ouden
vorm (model 1914) en dat op het oogenblik
alleen nog in omloop zijn de zilverbons van
f 1 en f 2,50 van het nieuwste type. Van de
laatstbedoelde zilverbons, welke dus niet be»
hoeven te worden ingewisseld, dragen de bons
van f 1 de dagteekening van 1 Februari 1920,
terwijl de bons van f 2,50 zijn gedagteekend
1 Juli 1918 of later.
Ned. Mailboot door storm overvallen.
De Nederlandsche mailboot »Volendam«
van de Hollad»Amerika Lijn, die te Plymouth
uit Amerika aankwam, meldde midden op den
Oceaan door een hevigen storm te zijn over»
vallen. De windsnelheid bedroeg ongeveer 100
Eng. mijlen per uur. De opgezweepte golven
hielden het schip 4 uur lang bij de Iersche
kust op.
Luchtverkeer Nederland—Frankrijk.
De minister van Buitenlandsche Zaken heeft
aan den voorzitter der Tweede Kamer doen
toekomen een afdruk van een op 2 Juli 1923
te Parijs onderteekende voorloopige schikking
betreffende het luchtverkeer tusschen Neder»
land en Frankrijk.
Deze schikking omvat bepalingen waaraan
de vliegeniers eiv vliegtuigen, die het verkeer
tusschen de beide landen onderhouden, moe»
ten voldoen en stelt regelen voor het vervoer
van passagiers en goederen. Zoo moeten
equipage en passagiers voorzien zijn van iden»
teitsstukken en paspoorten als voor het ver»
keer tusschen beide landen wordt vereischt,
hetzij door 'de geldende algemeene wetten en
voorschriften, hetzij door bijzondere beschik»
kingen voor het luchtverkeer.
Behalve in geval van nood moeten vliege»
niers die zich naar een der beide landen willen
begeven of deze willen verlaten, zichgedra»
gen naar de geldende voorschriften voor het
overschrijden der grens, terwijl zij bij landin»
gen en opstijgingen alleen gebruik mogen ma=
ken van de hiervoor aangegeven vliegvelden
en vlieghavens.
De vliegtuigen mogen geen wapenen, mu»
nutie, gifgassen, ontplofbare stoffen of post»
duiven vervoeren, terwijl ze zonder speciale
vergunning van den staat, waartoe zij behoo»
ren, geen toestellen voor draadlooze telefonie
en telegrafie aan boord mogen hebben.
De vliegtuigen mogen goederen en passa»
giers tusschen beide landen vervoeren. Een
uitzondering wordt echter gemaakt voor het
binnenlandsch verkeer.
Al deze transporten zijn onderworpen aan
de geldende voorschriften. Brieven postpak»
ketten mogen worden vervoerd, indien dien»
aangaande tusschen de postadministraties der
beide landen een overeenkomst bestaat
Gevolgen der Roerbezetting.
Uit Indië, Amerika en elders blijven berich»
ten zich ophoopen, waaruit blijkt, welke ver»
reikende gevolgen de toestand in het Roer»
gebied heeft op den wereldhandel. Reeds blij»
ven betrekkelijk weinig landen buiten den in»
vloed daarvan en, zooals de Britsche premier
in zijn jongste rede uiteenzette, hoe langer dé
tegenwoordige toestand duurt, des te zwaarder
en smartelijker zal de uitwerking worden ge»
voeld, om de eenvoudige reden, dat er geen
afzonderlijke eenheid is in het industrieele
leven der wereld.
De vermindering van den handel in het
Roergebied heeft bijvoorbeeld een zichtbare
uitwerking op de telegrammen tusschen Liver»
pool en Calcutta en tusschen Liverpool en
Valparaiso. Chili is b.v. niet in staat, nitraten
te verkoopen aan Duitschland, zoodat zijn
nationale handel ernstig getroffen wordt, en
vele andere landen gevoelen, dat hetzelfde
proces terugwerkt op hun handelswaren. De
premier Baldwin noemde het geval van Indië,
hetwelk een der grootste bevolkingen heeft
van alle landen der wereld, en nu verstoken
is vdn zijn gewone markten in Centraal Europa
voor rijst, jute, zaden en huiden. Eigenaardig
zijn de terugwerkingen, dat Centraal Europa
niet de Indische goederen krijgt, die het be»
hoeft, terwijl Indië armer is, en de producten,
die het verlangt, niet kan koopen van Lanca»
shire, en de molens in laatstgenoemd district
stilstaan en er minder ruwe katoen wordt ge»
vorderd van verwijderde streken, dit die pro»
duceeren. De bezetting van het Roergebied
beteekent dus, dat een deel van de handels»
machine der wereld heeft opgehouden te functi»
oneeren.
Zwemtocht over het Kanaal.
Dezer dagen is het voor de derde maal een
zwemmer gelukt om het Kanaal over te zwem»
men. De Amerikaan Henry Sullivan verliet
Dover Zondagavond om 5 uur 22 en kwam
te Calais aan Tand Maandagavond om 9 uur
7. Hij is dus 27 uur en 45 minuten in het
water geweest, gedurende welken tijd hij een
afstand aflegde van 90 kilometer of ongeveer
56 Engelsche mijlen. De zee was kalm en de
temperatuur van het water warm.
De Fransche mailboot voor Dover ontmoette
hem Maandagmorgen om 6 uur ongeveer zes
mijl van Kaap Grisnez. Om 4.15 n.m. zagen
de opvarenden van de «Maid of Orleans®
hem anderhalve mijl van Kaap Blanche ten
Oosten van Calais.
Het laatste deel van den tocht was zeer
zwaar, daar een krachtige Noord»Westenbries
het water in beroering bracht. Sullivan vor»
derde dan ook slechts langzaam.
Het was de zevende poging van den zwem»
mer om het Kanaal over te komen. In 1913,
als 21»jarige jongeling, is hij al begonnen,
maar in 1913, 1920 en 1921 heeft hij steeds
ontijdig op moeten geven.
Slechts twee andere zwemmers waren er
dusver geslaagd het kanaal over te komen
sedert de eerste poging, nu 50 jaar geleden
Captain Webb en Thomas Burgess. Sullivan
had zeer te kampen gehad met stroomingen
in de laatste mijl, waarover hij vier uur deed.
Zijn tijd is aanmerkelijk latigef dan van ka»
pitein Webb (21 uren 45 min.) en Burgess
(23 uren 40 min.)
Calvin Coolidge en zijn zoon.
President Calvin Coolidge geniet in de Ver.
Staten de reputatie, dat hij een buitengewoon
gesloten man is, die slechts zelden en dan
nog altijd kort en krachtig spreekt. Diezelfde
geringe spraakzaamheid, gepaard met groote
onverstoorbaarheid, schijnt reeds thans 't deel
te zijn van Calvin Coolidge Jr. Deze sinjeur
van veertien jaar werkt op de tabaksplantage
van den heer Dickinson Day, waar hij belast
is met het tot bundels binden van gedroogde
tabaksbladen. Die plantage ligt bij Hatfield
in Massachusetts en de jonge Calvin rijdt
iederen dag op de fiets van zijn ouderlijk huis
naar de plantage. Op den dag dat zijn vader
president was geworden, ging de knaap als
gewoonlijk naar de plantage waar hij voor 9
uur hard werk 3.50 dollar verdient.
»Wel« zei de eigenaar, de heer Day, tot
den jongen »Je vader is dus nu president
Calvin Jr. antwoordde droog:
«Ja mijnheer! Ik geloof het wel. In welke
schuur wilt u mij vandaag laten werken
Verslag van het verhandelde in den
Gemeenteraad van OUDDORP op
Woensdag 8 Augustus 1923.
Aanwezig alle leden. De Vergadering werd
op gebruikelijke wijze door den Voorzitter
geopendwaarna de Secretaris de notulen
der vorige vergadering las, welke onveranderd
werden goedgekeurd"
Aan de orde ingekomen stukken
a. Een schrijven van Mej. D. Suman, in»
houdende dankbetuiging van de aan haar
toegekende gratificatie.
b. Terugzending van Ged. Staten omtrent
de goedgekeurde posten van af» en over»
schrijving op de Gemeentebegrooting.
c. Missieve als boven omtrent de nieuwe
gemaakte verordening voor het houden van
veemarkten, met bijvoeging voor aan te bren»
gen gewenschte wijziging. Al deze stukken
werden voor kennisgeving aangenomen.
d. Schrijven van het Ministerie van Onder»
wijs om de eertijds besproken post van uit»
gave groot f 364.04 als kostenden prijs tot
bijdrage voor deze Gemeente voor het geno»
ten onderwijs van leerlingen aan de Hoogere
Burgerschool. Werd medegedeeld om deze
post te doen plaatsen óp de onvoorziene uit»
gaven.
B. en W. stellen voor om dit voor kennis»
geving aan te nemen.
De heer KL WESTHOEVE verzet zich hier»
tegen op grond, dat hij. het onbillijk acht.
De VOORZITTER meent, dat het thans
vrijwel onvruchtbaar zou zijn om hier daar»
over eene discussie te houden, omdat wij thans
geroepen zijn om de wet te doen uitvoeren,
en deze hier niet in bespreking kunnen nemen.
WESTHOEVE meent, dat een woord van
protest thans op zijn plaats is.
De VOORZITTER ziet de wenschelijkheid,
laat staan de nuttigheid, van zulk een protest
thans niet in, omdat het hier niet ter goede
plaatse is.
De heer KL VOOGD voegt Westhoeve toe,
dat wij gebonden zijn aan de wet, welke vrij»
heid van Onderwijs verleend. Wordt alzoo
overeenkomstig voorstel van B. en W. besloten.
e. Overschrijving van een post van ont»
vangst en uitgaven op de gemeenterekening
ten gevolge de uitvoering van de landarbei»
derswet. Daar dit slechts een formeel karakter
draagt stellen B. en W. voor dit ook voor
kennisgeving aan te nemen.
f. Een schrijven van den Nationalen bond
tegen Alcoholisme waarin wordt aangedrongen
om ter gelegenheid van de a.s. jubileumfeesten
een tapverbod te doen uitvaardigen.
De VOORZITTER meent dit schrijven voor
kennisgeving te doen aannemen, gezien dat
thans de regeling dezer feestelijkheden te dezer
plaatse in handen is genomen door leden van
onzen Raad, en dat de genomen plannen geen
vrees geven voor buitensporigheden.
De Heeren M. GRINWIS en KL WEST»
HOEVE spraken de wenschelijkheid eerst uit
om een tapverbod in te voeren wat bestreden
werd door den heer J. Sandifort. Deze zegt
dat het al zeer onbillijk zou zijn tegen over
die menschen welke ook een deel van hun
bestaan moeten vinden bij dergelijke gelegen»
heden en dat die menschen toch ook voor
zware lasten zitten. Hij vindt, het een over»
bodig iets om dat te doen invoeren. Na eene
nog onverkwikkende gedachtenwisseling werd
met vier tegen drie stemmen besloten om voor
dien dag het tapverbod te doen handhaven.
Enkele leden spraken nog van de noodza»
kelijkheid tot winkelsluiting omdat vele win»
keiiers in gewonen tijd tot laat ha sluitings»
tijd van de herbergen nog open zijn tot verkoop
van den portwijn. Er wordt nu weer opnieuw
gedellibereerd en door den heer KI. Westhoeve
voorgesteld, dat het maar beter was om na
vijf uur 's»avonds de herbergen geheel te doen
sluiten. De heer J. Sandifort meent, dat als
de winkels en grossiers toch doorgaan tot
verkoop van den Port, deze dan daarbij wel
zullen varen. Zoo ontstaat weer eenegëdach»
tenwisseling over de te houden feestelijkheden
en de Voorzitter meent dat diep dag toch in
geen geval onopgemerkt moge voorbijgaan.
De heer Kr. VOÖGD ziet niet in dat er
een ernstige drang is tot feestviering, en kwa»
lificeert dat al het gedoe dat er over gemaakt
wordt, toch maar »poppekasH is.
De VOORZITTER laat deze qitdrukking
niet passeeren, en geeft met ernst te kennen,
dat hier in den Raad daar zoo niet over ge»
sproken mag worden.
Met de zelfde meerderheid van stemmen
wordt aangenomen om dan na 5 uur 's na»
middags de herbergen te doen sluiten, waarbij
thans daarmede het tapverbod vervalt.
Hierna worden de rekeningen en begroo.
tingen van het Algemeen Armbestuur ter tafel
gebracht en ter inzage gesteld.
De geloofsbrieven der gekozen Raadsledeu
onderzocht en in orde bevonden.
Aangesteld werd nu voor schoonhoudster
van het Gemeentehuis Mej. Adr. Mastenbroek
Ld., met ingang van 1 Sept.
Niets meer aan de orde zijnde sluit de
Voorzitter de vergadering.
De Copie van Ingezonden Stukken die niet ge»
plaatst''zijn wordt niet teruggegeven. Buiten
verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevm
Geachte Redactie Jy/
Ondergeteekende, voorzitter van het Muziek»
gezelschap »tot Nut en Genoegen« te Melis»
sant, moet opkomen tegen de beschuldiging
van de verslaggever van Onze Eilanden, als
zoude er naijver, en nog weleen soort slechte
naijver bestaan van de leden onzer vereeni»
ging, ten opzichte van het Muziekgezelschap
te Dirksland. Misschien doelt de verslaggever
op de behaalde prijzen, bij gelegenheid van
het concours te Dinteloorcf; opgemerkt moet
worden, dat beide vèreenigingen in verschil»
lende afdeelingen mededongen en dus volstrekt
piet tegenover elkander stonden, zoodat van
naijver geen sprake kan zijn. Over en weer
komt men op elkanders repetities, meermalen
werden onderling instrumenten geleend, zoo»
dat ook van vijandschap tusschen de twee
zustervereenigingen moeilijk sprake kan zijn.
Dat er onder de daders veel leden onzer ver»
eeniging waren, zal de naaste toekomst moeten
leeren voor het oogenblik vind ik de bewe»
ring van den verslaggever, op zijn minst ge»
nomen, zeer voorbarig, wellicht zal later blijken
dat diens beschuldiging een schandelijke leugen
is. En al ware het zelfs waar, dat er meerdere^
leden bij de vechtpartij betrokken zijn, nu JH
men dan wel de geheéle vereeniging voor her
gebeurde aansprakelijk stellen?
Waf gebeurd is, laat ondergeteekende in
het middenook wil hij niet ingaan op het»
geen de naaste aanleiding van net gebeurde
geweest is. Zijns inziens zal later blijken, dat
het gebeurde, hoewel niet te billijken, dan
toch wel te verklaren is.
Met dank voor de plaatsing, noem ik mij,
Hoogachtend,
Uw dstw.,
J. NAGTEGAAL.
Melissant, 9 Augustus 1923.
RECHTBANK TE ROTTERDAM.
Faillissementen,
Uitgesproken:
Rotterdam, 8 Augustus. G. van Beuzekom,
drogist te Oude Tonge pnrator mr. W. J.
C. A. Nijgh, Middelnarnis.
Geëindigd:
G. Warning, te Zuiuland.
Meisje levend verbrand. Terwijl de woon»
wagenbewoner S. te Dedemsvaart met zijn
vrouw afwezig was, wilde een dochtertje van
12 jaar pap van de kachel zetten, toen plot»
seling haar kleeren vlam vatten. In een oog»
wenk stond 't meisje in lichte laaie. Omringd
door vlammen vloog ze den wagen uit en
den weg op. De brugwachter die den hope»
loozen toestand van het meisje zag, wierp
haar in de sloot, waarna de vlammen spoedig
doofden. Geneeskundige hulp was weldra aan»
wezig, doch het meisje overleed kort daarna.
Een 14»jarig zusje, dat pogingen had aange»
wend, de vlammen te dooven, bekwam ernstige
brandwonden.
Het ongeluk. Toen de wandelaar de Beek»
straat te Arnhem inkwam zag hij een op»
loopje.
Hij was niet groot van gestalte en trachtte
dus zijn blikken tusschen de lichamen der
nieuwsgierigen door te-boren!
Opeens zag hij hettwee op de straat ge»
strekte beenen, twee schoenen die krampach»
tig heen en weer bewegen.
Een ongeluk.
De wandelaar tuurde de Beekstraat af naar
den verkeersagent en besloot hulp te halen.
Hij verwonderde zich over' dit gebrek aan
initiatief bij zijn medemenschen.