Binnenland. Buitenland. Gemeenteraad. Rechtzaken. Gemengd Nieuws. Schetsen uit het Noorden. Land- en Tuinbouw. Uitkomst. Ingebonden Stukken stemming 'n weg wandelde, die daarheen leidt, zal zoo min als ik de «redelij kheid« toestemmen om op een »te jong« dien weg plotseling tn verlaten. Er waren echter noch andere redenen. Maar die werden niet genoemd. Voor den rechter want de zaak kwam voor 't gerecht schijnen »zijn« ouders te hebben laten doorschemeren, dat hun aan» staande schoondochter hun niet meeviel. Tens minste de rechter in zijn beslissing zeide dat de ouders niet genoegzaam acht hadden ges slagen op het karakter van hun schoondochs ter, alvorens hun toestemming te geven tot de verloving. Daaruit kan men dus opmaken, dat de ouders in het meisje karaktereigenschappen hebben ontdekt, die hen tot verlovingsbreuk dreven de rechter laat blijkbaar in 't midden of die kijk op 't meisje juist is of niet. Trouwens, dat i s maar niet zoo te beoors deelen. Maar al ware het zoo, dan nóg zijn die ouders, dunkt mij, zeer te veroordeelen dat ze vier jaar laten voorbijgaan eer ze er een einde aan maken, want vier jaar lang vers bergt een meisje haar waar karakter niet Ouders moeten wel bedenken, dat met name als 't volwassen kinderen geldt, die nog gaarne naar hen hooren, hun veranwoordes lijkheid zéér groot is Terwijl het tenslotte öök een vraag is Of soms de Mammon in 't spel was Want het eind der historie was, dat »hij«, d.w.z. 'zijn ouders, tot een vrij aanzienlijke schadeloosstelling veroordeeld werden r was er soms 'n «betere® partij in 't zicht, waars voor »hij« niet »te jong® werd geacht Zulke overleggingen komen öök voor. Nimmer onder ons? UITKIJK. Het is midden Juli en eigenlijk nu pas is de zomer begonnen hier in Zweden. De ses ringen zijn thans met bloemen versierd en het water in de fjorden is warmer als het tot op heden geweest is. De hotels aan de kust worden bevolkt met badgasten en de villa's, behoorende aan zakenmenschen uit de stad, die den geheelen winter leeg stonden, vers toonen nieuw leven. Op de kade te Stockholm verdringen zich de menschen die plaats zoeken op de vele booten, die naar de open zee varen. Het is aangenaam de brandend heete straten, dier groote stad te kunnen verlaten en verfrissching te kunnen vinden op het helder blauwe was ter van het fjord, waar motorbooten zoemen en de jeugd zich vermaakt met roeien en zwemmen. Men eet zijn middagmaal met ges not in de eetsalon op het dek, drinkt koffie In de rooksalon en betreurt het dat de tijd voorbij is, toen men een glas punch aan boord van een plezierboot kon drinken, wat thans door de wet verboden is. De open zee komt in 't verschiet, men passeert allerhande pies ziervaartuigen en handelsvaartuigen, die allen met evenveel gejuich en hoedengezwaai bes groet worden, want, hier op het water voelt men zich als in een groote familie. De boot legt aan op een plaats, opgevuld met in zomercostuum gekleede dames en hees ren, die in aantal toenemen op de heuvels rondom. De aankomst der boot is eiken dag een groote gebeurtenis. Men krijgt dan gasten en nieuwtjes en post. Familievaders, met rugs zakken en doozen gevolgd door familiemoes ders en een sleep »kleingoed« gaan de loops planken af, eenzame jonge mannen, die eenige dagen in een hotel zullen wonen, waar miss schien ook wel jonge dames zijn die zich eenzaam gevoelen, volgen. Men heeft hier zijn eigen leven naar eigen gewoonten en ongewoonten. Mannen op leeftijd leggen hier 's morgens in hun nachthemd en pantoffels op het strand, zich wonderlijk vreemd gevoelend in dit ats mosfeer waar de mode nachthemden en pans toffels voorschrijft, eten daar hun morgenmaal en rooken hun eerste pijpje, om daarna een verfrisschend badte nemen op de zandbans ken daar buiten. Heele families in badcoss tuum, voorzien van eetwaren in groote kors ven en thermoflesschen zonder tal, vertrekken in motorbooten, naar de holmen (zandbanken). Een rustig hoekje aan de lijzijde, zon die niets kost, water dat verfrischt en het leven is volmaakt. De hotelgasten baden in zee en vormen schilderachtige groepen. Ze worden door de zon geblakerd aan armen en hals, komen rood en gezwollen in 't hotel terug en schreeuwen dan om vaseline en aardappelmeel wat niet helpt, tot ten slotte men op het goede idee komt naar de apotheek van Dalaro te teles phoneeren om de wereldberoemde zalf van Boek, die evenals asperine, overal goed voor is. Het kweeken van ziektevrij pootgoed. Een bekende aardappelenziektekundige Dr, J. Oortwijn Botjes te Oostwold (Gr.) heeft op den eersten aardappeldag, gehouden te Wageningen, een voordracht gehouden over «Onbekende factoren bij het kweeken van ziektevrij pootgoed«. Deze is nu onlangs vers schenen in het «Tijdschrift over Plantenzieks ten«, waardoor we in de gelegenheid zijn, er enkele losse grepen uit te doen, welke ges dachten en mededeelingen zeker belangrijk genoeg zijn voor ieder aardappelverbouwer, om er kennis van te nemen. Hoewel er verschil in levensduur is, kan men toch zeggen dat alle soorten degenerees ren, doch de symptomen van degeneratie zijn steeds dezelfde, die wij kennen als verschijn» selen van bladrol, mozaiek, krinkel of andere besmettelijke ziekten. Wij weten nu, dat be» smettelijke ziekten de oorzaak van degeneratie zijn en we hebben langzamerhand iets omtrent de verbreidiijg dezer ziekten leeren kennen. Wij zijn thans in staat een klein aantal stams men van achteruitgaande soorten ziektevrij te telen, wat we vroeger niet konden, tenminste zoolang we nog over een enkelen ziektevrijen knol beschikken. De Friezen zijn er door een nauwgezette selectie en een strenge controle in geslaagd de Eigenheimers jarenlang betrekkelijk gezond te houden en hetzelfde resultaat is ook hier en daar buiten Friesland bereikt. Goede resuls taten heeft men in sommige bedrijven ook verkregen bij de selectie van de Roode Star, de Bravo en de Zeeuwsche Blauwe. Door selecteurs, als Lembke, Petsch, Ebstors fer Saatgutgesellschaft, worden gezonde aards appelen van de soort Industrie afgeleverd, terwijl de oorspronkelijke kweeker van het ras hierioe niet meer in staat is. Zonder twijfel is er met selectie zeer veel te bereiken, maar er zijn ook teekenen, die er op wijzen, dat er aan de beteekenis der selectie ten slotte grenzen zijn gesteld en dat ook bij de beste methode van werken som5 mige rassen niet voortdurend in bepaalde streken geteeld kunnen worden, Als men thans gezonde Eigenheimers van de beste telers naar de Veenkoloniën brengt, dan zijn alle stammen na enkele jaren ziek geworden. Ze worden eerder ziek en erger ziek dan in den tijd toen ze voor het eerst op het proefveld te Sappemeer werden ge» teeld. Hetzelfde geldt ook voor de Paul Krtis gers. De groei van ziektevrije Paul Krügers is nog even krachtig als in de jaren toen deze soort het eerst werd verbouwd. Ook de op» brengst en het zetmeelgehalte is, voorzoover ik heb kunnen nagaan, niet achteruit ge» gaan. Degeneratie bij ziektevrije stammen is uiter» lijk niet waarneembaar. Men is licht geneigd hieruit de conclusie te trekken, dat, indien men thans een aantal volkomen gezonde Paul Krügers geteeld heeft, deze voor den land» bouw dezelfde beteekenis bezitten als een gelijk aantal stammen, dat 't eerst door Veen» huizen is voortgebracht. De vermeerdering zou immers op dezelfde wijze als vroeger kunnen plaats hebben en evenals toen zou na enkele jaren de helft van de Veenkoloniale aardappelvelden met Paul Krügers bezet kun» nen worden. Ik zou nu wel in staat zijn, een aantal vol» komen gezonde Paul Krügers aan Veenhuizen te verschaffen, doch ik ben er zeker van, dat, indien hij deze op dezelfde wijze trachtte te vermeerderen als vroeger, deze poging op een volkomen fiasco zou uitloopen. Iets dergelijks is ook door Pethy»bridge beweerd ten opzichte van de gewone aard» appelziekte. Op dit oogenblik weten we niet, welke ras» sen we na selectie voor de cultuur kunnen behouden. Wij zien nu reeds een groot on» derscheid tuss chen de Eigenheimer, Bravo eenerzijds en de Paul Krüger. De Eigenheimer is thans door nauwkeurige selectie onze con» sumptieaardappel gebleven. Het zou een ramp zijn voor onzen landbouw als zij verdween. De Paul Krüger daarentegen heeft zijne be» teekenis als industrieaardappel verloren, daar hij tegenwoordig ook bij de beste selectie niet meer in het groot kan worden geteeld, ten» minste niet op onze zand en veengronden. Hoe andere soorten zich in de toekomst zullen gedragen, weten wij niet. Eerst jaren» lange ervaring zal op deze vraag antwoord kunnen geven. Op dit oogenblik bestaat er, naar mijn meening geen aanleiding tot pessi» mistische of optimistische beschouwingen. Op één ding kan ik echter nog wijzen. In» dien een ras als de Paul Krügers niet meer in het groot kan worden geteeld, dan kan de instandhoudiug van het ras toch van belang zijn. Kort geleden schreef mij de heer Dorst, dat van zijn talrijke kruisingen die tusschen Franschen en Paul Krüger het meest beloof» den. Noch de Franschen, noch de Paul Krüger hebben thans groote beteekenis als cultuur» gewassen, doch beide kunnen ze beteekenis hebben als onderplant voor nieuwe rassen. Er moet in de toekomst naar worden ge» streefd, dat rassen, welke blijk hebben gege» ven goede stamouders te zijn, zooveel moge» lijk in stand worden gehouden, opdat de kweeker ten allen tijde op deze rassen terug kan tasten. Een der doeleinden, die te Oost» wold worden nagestreefd, zal dan ook zijn het instandhouden van dergelijke rassen. De stippelstrepenziekte, die in den laatsten tijd in sterke mate in vroege aardappelen is opgetreden, komt volgens Bewley ook voor in wikken, erwten en tuinboonen en kan vol» gens hem van deze planten op tomaat en dus waarschijnlijk ook op aardappelen worden overgebracht. Het zou volstrekt niet vreemd zijn als mo» zaiek of bladrol van bepaalde cultuurgewas» sen op aardappelplanten konden overgaan. Want het is wel bekend dat een groot aan» tal cultuurgewassen en ook onkruiden aan ziekten lijden, die met bladrol en mozaiek van de aardappelplant groote overeenkomst vertoonen. Vooral is dit het geval met de mozaiekziekte. Deze wordt niet alleen aange» troffen op nagenoeg alle Solanaceeën, doch ook op planten, die geen verwantschap met den aardappel bezitten, zooals bieten, spina» zie, komkommer, roode klaver, rupsklaver, paardeboonen, suikerriet, gierst, mais. Wij weten thans dat de mozaiekziekte die op het eene geslacht van de familie der So» lanaceeën voorkomt, in vele gevallen ook op een ander geslacht kan overgaan. Onkruiden, die tot de familie der Nachtschaden behoo» ren kunnen een rol spelen bij de verbreiding der mozaiek en der bladziekte. Uit verschillende waarnemingen van Quan» jer, Koeslag, Dorst en mijzelf is gebleken, dat aardappels in de eene streek eerder ziek wor» den dan in de andere. Het is niet onmoge5 lijk, dat het voorkomen van bepaalde on» kruiden hierbij een rol speelt. In de kleistre» ken van Friesland, waar de aardappelen in mindere mate ziek worden dan in alle andere streken van ons land, is de grond in het al» gemeen buitengewoon rein van onkruid. Of de afwezigheid van onkruid en het weinig optreden der ziekte verband met elkaar hou» den is moeilijk te zeggen, maar wel meen ik er op aan te mogen dringen, dat op het voor» komen van pepaalde onkruiden en op het ziekelijk uiterlijk van onkruid of cultuurge» wassen meer dan thans gelet wordt Ik meen aan allen, die zich met selectie bezighouden, een raad te mogen geven, hun velden zoo» veel mogelijk onkruidvrij te maken. In ons land is het eerst voor Veenhuizen opgemerkt, dat onrijp geoogste poters de voor» keur kunnen verdienen boven rijp pootgoed Op het terrein van Veenhuizen moest een sloot gegraven worden door een veld Paul Krügers. Een deel van die aardappels werd daardoor vroeg gerooid en een deel laat in den herfst. Nu bleek het volgende jaar dat de vroeg gerooide poters bladrolvrije nako» melingen hadden voortgebracht terwijl dit met de laat gerooide niét het geval was. In het Engelsche tuinbouwblad de Garde» ners Chronicle van 1916 kan men den vol» genden zin vinden »Het gebruik van onrijpe poters is algemeen en het is twijfelachtig of er een enkele kwee» ker is, die niet vast overtuigd is van het voor» deel dat hieruit voortvloeid.« Op de aardappelenconferentie te Londen vermelde Sir Matthew Wallace, dat hij toe» vallig de waarde van onrijp pootgoed ont» dekt had en zegt als zijn ervaring »Het beste middel om productief zaadgoed te krijgen is om te rooien voor ziektever» schijnselen zichtbaar zijn ofom tijdig het loof af te maaien «Onrijp pootgoed is het ware«. Het is niet de al of niet rijpheid van het pootgoed op zichzelf, die in dezen beslissend is, zooals door de buitenlanders tot nu toe is aangenomen. Doch de beteekenis van het gebruik van onrijp pootgoed zit in het vroe» gere verbreken van het contact tusschen het besmette loof en den knol. Daarom kan ook het afsnijden van het loof effect hebben. Jaap. Dag Klaas, hoe staat het leven? Klaas. Wel man erg best en hoe gaat het met jou Jaap. Met mij uitstekend. Ik ben juist bij Kees geweest. Klaas. Hoe maakt onze oude schoolkama» raad het? Jaap. Och, wat zal ik zeggen. Nog net als 't vroeger ging. Door zijn gebrekkige rechterhand heeft hij zich nooit zóó kunnen weren als wij, en zijn zaakje heeft altijd maar juist zooveel verdien» ste qpgeleverd, dat hij leven kon. Hij ver» keert nu in de waan, dat hij van de invali» diteitswet rente kan gaan trekken. Ik ben im» mers altijd invalide geweest, redeneert hij, dus ik heb recht op rente. Klaas. En wat heb jij tegen hem gezegd Jaap. Natuurlijk heb ik hem op de hoogte gebracht, dat alleen menschen, in hetbezit van een rentekaart, als zij invalide werden en voor of door hen 150 zegels waren geplakt aanspraak op rente konden maken, doch dat hij, die altijd eigen baas geweest was, daarvoor niet in aanmerking kwam. Hij was dood ongeluk» kig dat kan je begrijpen. Klaas. Ja, dat snap ik. Maar is er dan hee» lemaal niets aan te doen, dat hij ook rente krijgt. Jaap. Ik weet maar éénen weg voor hem en dat is dat hij een vrijwillige ouderdoms» verzekering sluit. In deze verzekering wordt iedereen opgenomen. Vóór 3 December 1923 kan hij omdat hij op 3 December 1919 ouder was dan 35 jaar nog een goedkoope verzeke» ring sluiten voor f 0,39 per week. Klaas. Maar hoe kan hij dat opbrengen. Jaap. Luister eens, ik betaal f 0,19, jij een dubbeltje en Kees zelf ook een dubbeltje per week. Klaas. Hoe vindt je dat plan Jaap. Uitmuntend. Klaas. Kom Jaap laten we Kees eens gauw uit de put gaan helpen. De Zomertijd. De heer Braat, lid van de Tweede Kamer, heeft aan den minister van binnenlandsche zaken en landbouw de vraag gesteld of de minister bereid is, mede te deelen of de ge» gevens, bedoeld aan 't slot van 't antwoord op de vragen, betreffende den einddatum van den zomertijd, zijn ontvangen, en de vast» stelling van dien datum spoedig is tegemoet te zien Zilverbons. De Minister van Financiën brengt ter alge» meene kennis, dat, ingevolge het Kon. besluit van 13 Maart 1923 (St.bl. no. 70) de ingetrok» ken zilverbons van f 2,50 (model 1915), als» mede de ingetrokken zilverbons van f 1, (model 1916), alsnog tot en met 31 December 1923 ter inwisseling kunnen worden aangeboden ten kantore van het agentschap van het mi» nisterie van financiën te Amsterdam (Heeren» gracht 344»42.) Desverlangd kunnen de bons per post aan bovenstaand adres worden gezonden met dui» delijke opgave van naam en adres van den afzender. Ter bevordering van een spoedige afdoening zullen de inzenders goed doen, bij de bons te voegen een behoorlijk gefranceerd en aan hem zelf geadresseerd formulier van een postwissel of wel een behoorlijk gefran» keera stortingsformulier van den postchèque» en girodienst, ten beloope van het bedrag der door hen ingezonden zilverbons. Uit het bovenstaande blijkt, dat de gele» genheid tot inwisseling niet meer wordt open» gesteld ten aanzien van de ingetrokken zil» verbons van f 1, f 2,50 en f 5 van den ouden vorm (model 1914) en dat op het oogenblik alleen nog in omloop zijn de zilverbons van f 1 en f 2,50 van het nieuwste type. Van de laatstbedoelde zilverbons, welke dus niet be» hoeven te worden ingewisseld, dragen de bons van f 1 de dagteekening van 1 Februari 1920, terwijl de bons van f 2,50 zijn gedagteekend 1 Juli 1918 of later. Ned. Mailboot door storm overvallen. De Nederlandsche mailboot »Volendam« van de Hollad»Amerika Lijn, die te Plymouth uit Amerika aankwam, meldde midden op den Oceaan door een hevigen storm te zijn over» vallen. De windsnelheid bedroeg ongeveer 100 Eng. mijlen per uur. De opgezweepte golven hielden het schip 4 uur lang bij de Iersche kust op. Luchtverkeer Nederland—Frankrijk. De minister van Buitenlandsche Zaken heeft aan den voorzitter der Tweede Kamer doen toekomen een afdruk van een op 2 Juli 1923 te Parijs onderteekende voorloopige schikking betreffende het luchtverkeer tusschen Neder» land en Frankrijk. Deze schikking omvat bepalingen waaraan de vliegeniers eiv vliegtuigen, die het verkeer tusschen de beide landen onderhouden, moe» ten voldoen en stelt regelen voor het vervoer van passagiers en goederen. Zoo moeten equipage en passagiers voorzien zijn van iden» teitsstukken en paspoorten als voor het ver» keer tusschen beide landen wordt vereischt, hetzij door 'de geldende algemeene wetten en voorschriften, hetzij door bijzondere beschik» kingen voor het luchtverkeer. Behalve in geval van nood moeten vliege» niers die zich naar een der beide landen willen begeven of deze willen verlaten, zichgedra» gen naar de geldende voorschriften voor het overschrijden der grens, terwijl zij bij landin» gen en opstijgingen alleen gebruik mogen ma= ken van de hiervoor aangegeven vliegvelden en vlieghavens. De vliegtuigen mogen geen wapenen, mu» nutie, gifgassen, ontplofbare stoffen of post» duiven vervoeren, terwijl ze zonder speciale vergunning van den staat, waartoe zij behoo» ren, geen toestellen voor draadlooze telefonie en telegrafie aan boord mogen hebben. De vliegtuigen mogen goederen en passa» giers tusschen beide landen vervoeren. Een uitzondering wordt echter gemaakt voor het binnenlandsch verkeer. Al deze transporten zijn onderworpen aan de geldende voorschriften. Brieven postpak» ketten mogen worden vervoerd, indien dien» aangaande tusschen de postadministraties der beide landen een overeenkomst bestaat Gevolgen der Roerbezetting. Uit Indië, Amerika en elders blijven berich» ten zich ophoopen, waaruit blijkt, welke ver» reikende gevolgen de toestand in het Roer» gebied heeft op den wereldhandel. Reeds blij» ven betrekkelijk weinig landen buiten den in» vloed daarvan en, zooals de Britsche premier in zijn jongste rede uiteenzette, hoe langer dé tegenwoordige toestand duurt, des te zwaarder en smartelijker zal de uitwerking worden ge» voeld, om de eenvoudige reden, dat er geen afzonderlijke eenheid is in het industrieele leven der wereld. De vermindering van den handel in het Roergebied heeft bijvoorbeeld een zichtbare uitwerking op de telegrammen tusschen Liver» pool en Calcutta en tusschen Liverpool en Valparaiso. Chili is b.v. niet in staat, nitraten te verkoopen aan Duitschland, zoodat zijn nationale handel ernstig getroffen wordt, en vele andere landen gevoelen, dat hetzelfde proces terugwerkt op hun handelswaren. De premier Baldwin noemde het geval van Indië, hetwelk een der grootste bevolkingen heeft van alle landen der wereld, en nu verstoken is vdn zijn gewone markten in Centraal Europa voor rijst, jute, zaden en huiden. Eigenaardig zijn de terugwerkingen, dat Centraal Europa niet de Indische goederen krijgt, die het be» hoeft, terwijl Indië armer is, en de producten, die het verlangt, niet kan koopen van Lanca» shire, en de molens in laatstgenoemd district stilstaan en er minder ruwe katoen wordt ge» vorderd van verwijderde streken, dit die pro» duceeren. De bezetting van het Roergebied beteekent dus, dat een deel van de handels» machine der wereld heeft opgehouden te functi» oneeren. Zwemtocht over het Kanaal. Dezer dagen is het voor de derde maal een zwemmer gelukt om het Kanaal over te zwem» men. De Amerikaan Henry Sullivan verliet Dover Zondagavond om 5 uur 22 en kwam te Calais aan Tand Maandagavond om 9 uur 7. Hij is dus 27 uur en 45 minuten in het water geweest, gedurende welken tijd hij een afstand aflegde van 90 kilometer of ongeveer 56 Engelsche mijlen. De zee was kalm en de temperatuur van het water warm. De Fransche mailboot voor Dover ontmoette hem Maandagmorgen om 6 uur ongeveer zes mijl van Kaap Grisnez. Om 4.15 n.m. zagen de opvarenden van de «Maid of Orleans® hem anderhalve mijl van Kaap Blanche ten Oosten van Calais. Het laatste deel van den tocht was zeer zwaar, daar een krachtige Noord»Westenbries het water in beroering bracht. Sullivan vor» derde dan ook slechts langzaam. Het was de zevende poging van den zwem» mer om het Kanaal over te komen. In 1913, als 21»jarige jongeling, is hij al begonnen, maar in 1913, 1920 en 1921 heeft hij steeds ontijdig op moeten geven. Slechts twee andere zwemmers waren er dusver geslaagd het kanaal over te komen sedert de eerste poging, nu 50 jaar geleden Captain Webb en Thomas Burgess. Sullivan had zeer te kampen gehad met stroomingen in de laatste mijl, waarover hij vier uur deed. Zijn tijd is aanmerkelijk latigef dan van ka» pitein Webb (21 uren 45 min.) en Burgess (23 uren 40 min.) Calvin Coolidge en zijn zoon. President Calvin Coolidge geniet in de Ver. Staten de reputatie, dat hij een buitengewoon gesloten man is, die slechts zelden en dan nog altijd kort en krachtig spreekt. Diezelfde geringe spraakzaamheid, gepaard met groote onverstoorbaarheid, schijnt reeds thans 't deel te zijn van Calvin Coolidge Jr. Deze sinjeur van veertien jaar werkt op de tabaksplantage van den heer Dickinson Day, waar hij belast is met het tot bundels binden van gedroogde tabaksbladen. Die plantage ligt bij Hatfield in Massachusetts en de jonge Calvin rijdt iederen dag op de fiets van zijn ouderlijk huis naar de plantage. Op den dag dat zijn vader president was geworden, ging de knaap als gewoonlijk naar de plantage waar hij voor 9 uur hard werk 3.50 dollar verdient. »Wel« zei de eigenaar, de heer Day, tot den jongen »Je vader is dus nu president Calvin Jr. antwoordde droog: «Ja mijnheer! Ik geloof het wel. In welke schuur wilt u mij vandaag laten werken Verslag van het verhandelde in den Gemeenteraad van OUDDORP op Woensdag 8 Augustus 1923. Aanwezig alle leden. De Vergadering werd op gebruikelijke wijze door den Voorzitter geopendwaarna de Secretaris de notulen der vorige vergadering las, welke onveranderd werden goedgekeurd" Aan de orde ingekomen stukken a. Een schrijven van Mej. D. Suman, in» houdende dankbetuiging van de aan haar toegekende gratificatie. b. Terugzending van Ged. Staten omtrent de goedgekeurde posten van af» en over» schrijving op de Gemeentebegrooting. c. Missieve als boven omtrent de nieuwe gemaakte verordening voor het houden van veemarkten, met bijvoeging voor aan te bren» gen gewenschte wijziging. Al deze stukken werden voor kennisgeving aangenomen. d. Schrijven van het Ministerie van Onder» wijs om de eertijds besproken post van uit» gave groot f 364.04 als kostenden prijs tot bijdrage voor deze Gemeente voor het geno» ten onderwijs van leerlingen aan de Hoogere Burgerschool. Werd medegedeeld om deze post te doen plaatsen óp de onvoorziene uit» gaven. B. en W. stellen voor om dit voor kennis» geving aan te nemen. De heer KL WESTHOEVE verzet zich hier» tegen op grond, dat hij. het onbillijk acht. De VOORZITTER meent, dat het thans vrijwel onvruchtbaar zou zijn om hier daar» over eene discussie te houden, omdat wij thans geroepen zijn om de wet te doen uitvoeren, en deze hier niet in bespreking kunnen nemen. WESTHOEVE meent, dat een woord van protest thans op zijn plaats is. De VOORZITTER ziet de wenschelijkheid, laat staan de nuttigheid, van zulk een protest thans niet in, omdat het hier niet ter goede plaatse is. De heer KL VOOGD voegt Westhoeve toe, dat wij gebonden zijn aan de wet, welke vrij» heid van Onderwijs verleend. Wordt alzoo overeenkomstig voorstel van B. en W. besloten. e. Overschrijving van een post van ont» vangst en uitgaven op de gemeenterekening ten gevolge de uitvoering van de landarbei» derswet. Daar dit slechts een formeel karakter draagt stellen B. en W. voor dit ook voor kennisgeving aan te nemen. f. Een schrijven van den Nationalen bond tegen Alcoholisme waarin wordt aangedrongen om ter gelegenheid van de a.s. jubileumfeesten een tapverbod te doen uitvaardigen. De VOORZITTER meent dit schrijven voor kennisgeving te doen aannemen, gezien dat thans de regeling dezer feestelijkheden te dezer plaatse in handen is genomen door leden van onzen Raad, en dat de genomen plannen geen vrees geven voor buitensporigheden. De Heeren M. GRINWIS en KL WEST» HOEVE spraken de wenschelijkheid eerst uit om een tapverbod in te voeren wat bestreden werd door den heer J. Sandifort. Deze zegt dat het al zeer onbillijk zou zijn tegen over die menschen welke ook een deel van hun bestaan moeten vinden bij dergelijke gelegen» heden en dat die menschen toch ook voor zware lasten zitten. Hij vindt, het een over» bodig iets om dat te doen invoeren. Na eene nog onverkwikkende gedachtenwisseling werd met vier tegen drie stemmen besloten om voor dien dag het tapverbod te doen handhaven. Enkele leden spraken nog van de noodza» kelijkheid tot winkelsluiting omdat vele win» keiiers in gewonen tijd tot laat ha sluitings» tijd van de herbergen nog open zijn tot verkoop van den portwijn. Er wordt nu weer opnieuw gedellibereerd en door den heer KI. Westhoeve voorgesteld, dat het maar beter was om na vijf uur 's»avonds de herbergen geheel te doen sluiten. De heer J. Sandifort meent, dat als de winkels en grossiers toch doorgaan tot verkoop van den Port, deze dan daarbij wel zullen varen. Zoo ontstaat weer eenegëdach» tenwisseling over de te houden feestelijkheden en de Voorzitter meent dat diep dag toch in geen geval onopgemerkt moge voorbijgaan. De heer Kr. VOÖGD ziet niet in dat er een ernstige drang is tot feestviering, en kwa» lificeert dat al het gedoe dat er over gemaakt wordt, toch maar »poppekasH is. De VOORZITTER laat deze qitdrukking niet passeeren, en geeft met ernst te kennen, dat hier in den Raad daar zoo niet over ge» sproken mag worden. Met de zelfde meerderheid van stemmen wordt aangenomen om dan na 5 uur 's na» middags de herbergen te doen sluiten, waarbij thans daarmede het tapverbod vervalt. Hierna worden de rekeningen en begroo. tingen van het Algemeen Armbestuur ter tafel gebracht en ter inzage gesteld. De geloofsbrieven der gekozen Raadsledeu onderzocht en in orde bevonden. Aangesteld werd nu voor schoonhoudster van het Gemeentehuis Mej. Adr. Mastenbroek Ld., met ingang van 1 Sept. Niets meer aan de orde zijnde sluit de Voorzitter de vergadering. De Copie van Ingezonden Stukken die niet ge» plaatst''zijn wordt niet teruggegeven. Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevm Geachte Redactie Jy/ Ondergeteekende, voorzitter van het Muziek» gezelschap »tot Nut en Genoegen« te Melis» sant, moet opkomen tegen de beschuldiging van de verslaggever van Onze Eilanden, als zoude er naijver, en nog weleen soort slechte naijver bestaan van de leden onzer vereeni» ging, ten opzichte van het Muziekgezelschap te Dirksland. Misschien doelt de verslaggever op de behaalde prijzen, bij gelegenheid van het concours te Dinteloorcf; opgemerkt moet worden, dat beide vèreenigingen in verschil» lende afdeelingen mededongen en dus volstrekt piet tegenover elkander stonden, zoodat van naijver geen sprake kan zijn. Over en weer komt men op elkanders repetities, meermalen werden onderling instrumenten geleend, zoo» dat ook van vijandschap tusschen de twee zustervereenigingen moeilijk sprake kan zijn. Dat er onder de daders veel leden onzer ver» eeniging waren, zal de naaste toekomst moeten leeren voor het oogenblik vind ik de bewe» ring van den verslaggever, op zijn minst ge» nomen, zeer voorbarig, wellicht zal later blijken dat diens beschuldiging een schandelijke leugen is. En al ware het zelfs waar, dat er meerdere^ leden bij de vechtpartij betrokken zijn, nu JH men dan wel de geheéle vereeniging voor her gebeurde aansprakelijk stellen? Waf gebeurd is, laat ondergeteekende in het middenook wil hij niet ingaan op het» geen de naaste aanleiding van net gebeurde geweest is. Zijns inziens zal later blijken, dat het gebeurde, hoewel niet te billijken, dan toch wel te verklaren is. Met dank voor de plaatsing, noem ik mij, Hoogachtend, Uw dstw., J. NAGTEGAAL. Melissant, 9 Augustus 1923. RECHTBANK TE ROTTERDAM. Faillissementen, Uitgesproken: Rotterdam, 8 Augustus. G. van Beuzekom, drogist te Oude Tonge pnrator mr. W. J. C. A. Nijgh, Middelnarnis. Geëindigd: G. Warning, te Zuiuland. Meisje levend verbrand. Terwijl de woon» wagenbewoner S. te Dedemsvaart met zijn vrouw afwezig was, wilde een dochtertje van 12 jaar pap van de kachel zetten, toen plot» seling haar kleeren vlam vatten. In een oog» wenk stond 't meisje in lichte laaie. Omringd door vlammen vloog ze den wagen uit en den weg op. De brugwachter die den hope» loozen toestand van het meisje zag, wierp haar in de sloot, waarna de vlammen spoedig doofden. Geneeskundige hulp was weldra aan» wezig, doch het meisje overleed kort daarna. Een 14»jarig zusje, dat pogingen had aange» wend, de vlammen te dooven, bekwam ernstige brandwonden. Het ongeluk. Toen de wandelaar de Beek» straat te Arnhem inkwam zag hij een op» loopje. Hij was niet groot van gestalte en trachtte dus zijn blikken tusschen de lichamen der nieuwsgierigen door te-boren! Opeens zag hij hettwee op de straat ge» strekte beenen, twee schoenen die krampach» tig heen en weer bewegen. Een ongeluk. De wandelaar tuurde de Beekstraat af naar den verkeersagent en besloot hulp te halen. Hij verwonderde zich over' dit gebrek aan initiatief bij zijn medemenschen.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1923 | | pagina 2