voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Antirevolutionair Orgaan IN HOG SIGNO VINCES No. 2933 WOENSDAG 1 AUGUSTUS 1923 38ste JAARGANG w. Uit de Pers. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers Schetsen uit het Noorden. Iitgjescstiden Stukke ra Land- en Tuinbouw. Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDI JK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- e% VRIJDAGMORGEN 10 uur. Schoolwet en Onderwijzer. Het is een teer puntje. En nu is 't aan den eenen kant wel waar, dat men teere puntjes nooit ruw moet aan* raken en dat is ook allerminst mijn bedoeling, maar aan den anderen kant moeten ze soms ook es blootgelegd, anders komt er op zulk een teere plek soms een zweer, die veel kwaad doet. 't Geldt de Schoolwet van 1920. En nu niet die Schoolwet in 't algemeen, maar de positie van onze bizondere onder* wijzers ten opzichte dezer wet. Die wet móét worden herzien. Dat staat voor ons vast. Dit is heel wat anders, 't moet eens even worden gezegd, dan een nieuwen schoolstrijd in 't leven te roepen, dat is onzerzijds nimmer gewild of beweerd. De o v e r z ij d e heeft daarmee bedreigd. 41 Vlak nadat de jongste wijzigingen in de Schoolwet van De Visser waren aangenomen, kort na het monstersadres der 600.000 (thans reeds vergeten, zoo weinig wist men eigenlijk waarom er werd petitioneerd,) toen is er een hartstochtelijke vergadering geweest van de openbare*school*mannen en daar is, als men weet, de leuze van een nieuwen schoolstrijd opgeheven. Enfin, het bleef er ook bij. Verder dan de schallende kreet kwam 't ook al niet. F.n de openbare onderwijzers zijn aan 't harrewarren onder elkaar, of ze nu voortaan voor »hoofd« zullen solliciteeren of nietof ze de kinderen vaderlandsche liederen zullen leeren of niet, maar om werkelijk dien aan* gjkondigden nieuwen schoolstrijd te beginnen, daar komen ze niet toe. Trouwens, daar zijn wij voor ons ook nooit bang voor geweest. Ons kent ons, en 't zou wel bij woorden blijven. Wat w ij begeeren is niet een hernieuwing van den Schoolstrijd, maar een herziening der Schoolwet en wel in dien zin, dat de wissel wordt verlegd. Nu rijden we in de richting der Staatsschool. En wij willen den kant der Vrije School uit. Wij hebben gegronde hoop, dat dit zal kunnen gaan bij minnelijke schikking. Dat is ons verre het liefst. En den strijd zullen w e aanvaarden, wanneer die ons opgedrongen wordt, doch d&n ontwijken we hem ook niet. Den strijd o m den strijd, minnen we niet. Wij roepen geen schoolstrijd uit. Het eenige is, dat wij het vredesverdrag willen herzien. Nu naderen wij het teere punt. Toen van die herziening onlangs in »Unie« en »Schoolraad« sprake kwam, men zal 't zich herinneren, rees daar uit de kringen onzer Christelijke onderwijzers eenig protest. En wie zijn oor te luisteren legt bij hun kring en leest wat in hun vakpers gesproken wordt, die weet dat dit protest ook wel door ande* ren wordt gedeeld. Wat die protestanten dan willen Neen, ze zijn niet tegen elke herziening der Wet van '20, maar ze manen tot groote voorzichtigheid en ze willen voorshands die wet zooveel mogelijk met rust laten. Nu zijn wij 't hiermee niet eens. Wij hebben leergeld betaald. Dat metsrusMaten beteekent in den regel rustig al vaster en vaster wortel laten schieten, ge ijk dit bijvoorbeeld met de Leerplichtwet is geschied, net zoolang tot wij er voor on* afzienbaren tijd mee opgeknapt zitten. Dat willen wij hier niet. En daarom zullen we die wet van'20 n i e t laten met rust. Dan wortelt zij te vast en zit ze straks t e diep. 1 och willen wij met aandacht luisteren naar gezegd °°r Somm'ge onderwijzers wel wordt Hun bezwaren zijn tweeërlei. van" o e rte plaats zeggen ZÜ De plant liik ster! onderwiJ's moet nu inner* lyk sterk worden. We moeten nu wetenschap* pehjken opvoedkundig vooruit. kunde 'ti ™d-wijs* kunde leerboeken enz. och 1 er is nog zooveel dat gebeuren moet, wil onze christelijke school wil ons christelijk schoolwezen komen waar 't zijn moet. En als er nu weer strijd komt Och, in den kruitdamp is er voor werken* des*vredes vaak zoo weinig tijd Daar zeggen uwij het volgende op. Vooreerst herhalen weWij zoeken den strijd niet. Nog minder vragen we, dat onze onderwijzers vooraan in dien strijd zullen staan a 1 s er dan strijd moet zijn. Er zullen wel anderen zijn, die 't bevel voeren kunnen en onze onderwijzers kunnen rustig aan hun arbeid blijven Want dat is zeker niet onmogelijk. Terwijl b.v. de 80*jarige strijd in vollen gang was, werden de universiteiien van Leiden en Utrecht gesticht en begon men op te bouwen een calvinistische wetenschap. Onze scholen en onze onderwijzers staan er nu heel anders voor dan vóór 1920 en a 1 s dan 't zwaard onverhoopt moet gebruikt, kan 't werk van de troffel ongestoord voortgaan. Neen: dat zal wel loopen los! Er is echter van de zijde der onderwijzers een tweede bezwaar en daarmee raken we dan »het teere punt«. Als men in een volgend nummer zien zal. V Wat oorlog kost. Dat bleek weer eens in Engeland. Als een goede bussines*regeering is het Engelsche bewind, dadelijk na 't sluiten van den vrede begonnen alle oorlogsvoor* raden, nu niet meer noodig, die er op dat moment waren, van de hand te doen. Elders liet men ze verrotten en verteren Hier brachten ze goed geld op. Want op dit oogenblik is in 't geheel ver* kocht voor ruim 640 mill, pond sterling (of plm. 7500 millioen gulden 1) terwijl nog voor een waarde van 10 mill, geen behoorlijk bod werd gedaan. Nu is dat 'n aardige ontvangst. Maar toch kan 't niet anders, of ze is ver* kregen door verkoop ver beneden de waarde. er whs uiteraard veel oorlogstuig bij, dat in vredestijd weinig waard is. Of de wereld ook verarmd moet zijn De N. Haagsche Courant schrijft over de verkiezing der Eerste Kamer Gisteren is de wanverhouding tusschen rech* ter en linkerzijde in onzen Senaat weggenomen. Zij heeft slechts kort geduurd. Het verheugt ons, dat thans een meer reëele verhouding is ontstaan. Over den uitslag der verkiezing valt niet veel te zeggen. Die stond van te voren vrij* wel vast. Onder de 19 leden der oppositie nemen de sociaaldemocraten met 11 leden de sterkste positie in. Zij hadden een fortuintje in de zuider* en noordergroep en brachten het daar* door inplaats van tot 9, gelijk sommigen be* rekend hadden, tot 11 senatoren. Ook de vrijz.sdemocraten, die met de soc.»dem. samen deden, kwamen op 3 zetels, hoewel twee de verwachting was. De Vrijheidsbond zag zich versterkt met 4 zetels en kwam op 5. Zij had* den van Noord* en Zuid=Holland meer ver* wacht. De antisrev. groep verkreeg de acht zetels, waarop gehoopt was. In ZuidsHolland waar A.R. en R.K. evenveel stemmen uitbrengen, mankeerde één R.K. lid. Daardoor werd een loting voorkomen en viel de restzetel onbe* twist aan dè antisrev. toe. De Chr.sHist. handhaafden zich op 7 zetels. Het getal der R.K. senatoren daalde van 21 op 16. Van de kleine partijen had de plattelanders* bond, wien velen een 'n zetel hadden toege* dacht, geen succes. Evenmin de Staatkundig Geref. Partij. Zij steunden overal hun eigen lijst behalve in Utrecht, waar een hunner twee leden blijkbaar zijn stem op de antirev. lijst uitbracht, met geen anderen uitslag, dan dat de stemmen verloren gingen voor het Protestantsche deel der rechterzijde. Wie de samenstelling der Eerste Kamer thans vergelijkt met die van de Tweede, bemerkt onmiddellijk, dat de verhoudingen der partijen vrijwel op eikaar kloppen. Mathematisch zijn we met ons nieuwe even* redigheidsstelsel dus prachtig ^uitgekomen. De Minister van Binnenlanclsche Zaken kan zich zelf gelukwenschen met zulk een prestatie, die hem temeer verheugen zal, wijl het niet gemakkelijk is geweest om zoover te komen. »De Vrije Westfries« driestart Ergerlijke profanie. »De Telegraaf® schrijft over wereldonder* gang. Het blad steekt den draak met de men* schen, die over de teekenen der tijden spreken, en die in de huidige wereldverwarring het naderend einde der wereld voorzien. Ergerlijk profaan is zijn teekening van de nieuwe aarde, die komen zal na de voleinding: »I~Iet zal een deining zijn op deze over* gegoten aarde als bij een internationalen voetbalmatch. Daaraan doen de 144.000 uit* verkorenen, die regelrecht naar God in den Hemel varen, niet af. Waarom dit op den kop af duizend gros moeten wezen vind ik in de verslagen der redevoeringen niet aangegeven. Natuurlijk vindt men achter deze voorspelling den een of anderen Evan* gelist. Want het is in strijd met elke redelijke geloovige verwachting den Lieven Heer voor te stellen bij de premiëering der deugd als gehandicapt door zijn kantoorboek van duizend folio's met slechts voor 144 namen per bladzijde«. Zoo schrijft een «neutraal® blad. Zoo schrijft een blad dat de pretentie voert geen enkele godsdienstige overtuiging aan te randen. Zoo schrijft een blad, dat met zijn volks* bijwagen «De Courant® nog op vele tafels in Christelijke huisgezinnen wordt geduld. Is het niet meer dan tijd het uit te bannen, en alleen christelijke bladen in huis te ont* vangen,? Opdat onze eigen pers gelegenheid krijge haar vleugels wijder uit te slaan. Een reis van Amsterdam naar Scandinavië, geschiedt op de snelste en meest aangename wijze via Hamburg, Sassnitz en Trelleborg. In ongeveer 40 uren kan men vanuit Amsterdam de beide hoofdsteden van Zweden en Noor* wegen bereiken. De verbinding over de Oost* zee geschiedt door middel van veerbooten, tusschen de Duitsche havenplaats Sassnitz op het eiland Riigen en de Zuidelijkste stad in Zweden, n.l. Trelleborg. Reeds sedert het jaar 1824 is er een regel* matige postverbinding tusschen laatstgenoem* de landen geweest, doch dan van Stralsund naar IJstad. Van Zweedsche zijde werd in 1865 de dienst verzet naar Malmö, welke toen van meer beteekenis was vanuit handelsoogpunt als IJstad. Slechts in den winter werd de dienst ingekrompen tot 2 maal per week, in den zomer voer men iedere dag. Vanaf 1 Mei 1897 werden passagiers en goederen vervoerd, en werd er naar gestreefd om de Duitsche en Zweedsche hoofdsteden op snelle wijze met elkaar te verbinden. Reisde men in 1865 over het traject Berlijn*Stockholm in den zomer 36'/2 uur en in den winter 55 uur, in 1897 werd dezelfde afstand in zomer* en wintertijd in 22 uur afgelegd. De veerbooten hebben een grootte van 3060 ton en zijn c.a. 100 Meters lang. In gewone gevallen gaat de geheele trein aan boord. Het maximum aantal passagieis dat meegevoerd kan worden bedraagt niet minder als 1700. Deze verbinding is van de grootste betee* kenis voor Zweden, daar ze als eenige natuur* lijke en snelle verbindingsweg tusschen Scan* dinavie en het Continent, Zweden tot een transitoland voor Noorwegen en Finland maakt. Het aantal passagiers dat vervoerd werd over de Oostzee in het jaar 1898 bedroeg 19255 en in het jaar 1913 96802, terwijl voor goederen deze getallen resp. 3363 en 133997 waren. De reis over de Oostzee is kort van duur, n.l. 4 uur. In Malmö splitst zich de trein. Een gedeelte gaat Noordwaarts naar Gothenburg en Christiania, het andere gedeelte gaat naar Stockholm en Helsingfors, dus Oostwaarts. Gothenburg en Stockholm zijn ongetwijfeld wel de voornaamste steden in Zweden. Eerst* genoemde met een zielental van nog geen 230000 is de voornaamste uitvoerhaven, terwijl Stockholm met zijn l/2 millioen inwoners de eer heeft als hoofdstad te mogen fungeeren, doch daarenboven bekend staat als de mooiste en duurste stad uit geheel Europa. In welke periode van de wereldgeschiedenis de Götha alf het eerst de aandacht van den koophandel getrokken heeft is moeilijk met zekerheid te zeggen. Een feit is het evenwel dat het grootste voordeel van zulk een breede waterweg reeds vroeg geapprecieerd werd. Het begin van deze rivier is in Zweden zelf te zoeken, doch haar belangrijkheid begint eigen* lijk pas in het meer van Vanern, waar ze bij Trolhattan de beroemde watervallen vormt. Daarna glijdt ze kalm door vruchtbare vlakten naar de Noordzee. De beteekenis van deze gemakkelijke en groote weg naar het binnen* land werd dan ook in de vroegere tijden in* gezien, waarbij nog kwam dat haar ingang door een uitgestrekte archipel van rotsachtige eilandjes beschut werd. Het achterland was rijk aan wild en visch en vooral huiden vorm* den een waardevol handelsartikel en de Noord* zee lag dichtbij. Onderzoekingen hebben aangetoond dat het land in de oudste tijden bewoond werd door een ras dat zich zelf Zweden noemde, en van welke de tegenwoordige bewoners direct af* stammen. Ten opzichte van dit is Zweden eenig in haar soort onder de Europeesche landen, daar alle andere in meerdere of min* dere mate aan landverhuizingen onderworpen geweest zijn. De Zweden hebben dus immer hetzelfde land bewoond. Deze inwoners nu waren zeelieden, en in .de nabijheid van Gothenburg op de z. g. Skerries kan men nog de overblijfselen vinden van de eerste neder* zettingen, van waaruit later de Vikingen hun befaffmde oorlogs* eh ontdekkingstochten aan* vingen. Gedurende de middeltijden werden herhaal* delijk pogingen aangewend om een stad te vormen te LÜDÖSE, eenige mijlen stroom* opwaarts van het tegenwoordige Gothenburg. De in de nabijheid liggende steden begrepen het groote voordeel dat deze stad kon trekken uit zulk een gunstige ligging en, vreezende dat hun eigen handel er door benadeeld zou worden, vielen ze haar aan en poogden ze te vernietigen, wat in den oorlog van 1611 ook werkelijk gelukte. Ze werd toen verbrand en verrees niet meer uit haar asch. Tegelijkertijd werden ook Alfsburg aan den mond der rivier en het door Koning Karei XII gestichte stadje op de plaats waar het tegenwoordige Gothen* burg ligt, vernietigd, zoodat toen het gevaar dat in zulke concurrenten zat voorloopig van de baan was. Gustaaf Adolf evenwel, een vorst die zich zoowel in vrede als in oorlog wist te onder* scheiden, bevorderde de voorspoed van zijn land, en had de overtuiging dat Zweden een vrijen uitweg naar de Noordzee moest hebben. Hij concentreerde toen al zijn krach* ten op een plaats welke thans de eerste is onder alle steden in Zweden, n.l. het tegen* woordige Gothenburg. De stad ligt aan den mond der Göta alf en wordt beschut door de reeds genoemde archipel van z.g. scheren. Het uiterste punt ervan is het eilandje Vinga, welke niet meer als 17 Kilometers van de stad ligt. Het ver* schil in ebbe en vloed bedraagt niet meer als 2'/a decimeter, wat beteekend dat de stad ten allen tijde met schepen te bereiken is. Ongelijk aan alle Zweedsche havens, is de rivier nooit dichtgevroren gedurende den winter. Handel en industrie nemen een eerste plaats in. Bijna het geheel scheeptvaartverkeer voor Noord Europa trekt ze tot zich. De natuurlijke rijk* dommen rondom de stad zelf, als bosschen, en ertsbergen, met de onberekenbare waarde aan waterkracht, werken het onstaan van een industrie waarvoor Zweden wereld*beroemd is in de hand. Het Göta kanaal, die door geheel Zweden van Oost naar "West loopt eindigt in Gothen* burg. Twee derde deel van deze waterweg is door de natuur gevormd, een derde deel is door kunst ontstaan. Door middel van 65 schutsluizen worden de schepen tot een hoogte van 91'/2 Meter boven zeepeil gebracht, waarna ze langzaam aan weer naar het zeepeil terug* zinken. Het idee om zulk een merkwaardig kanaal te graven, werd in de 16de eeuw door Bisschop Brast naar voren gebracht, en vond waarschijnlijk zijn aanleiding in het heffen der zware belastingen door de Denen in de Sond. Het werk werd aangevangen onder de regeering van Koning Karei IX (1592—1611) en langzaam aan voortgezet, tot dat in 1832 deze reusachtige onderneming voltooit was. Zelfs gedurende den tijd, dat Koning Karei XII zijn beroemde oorlogen voerde, ging het werk toch door. Het bevindt zich in het schoonste gedeelte van Zweden, waar men de merkteekenen van Zweedsche cultuur vanaf de oudste tijden tot op heden nog vindt. Bij Trolhattan, waar zich een der grootste kracht* stations der wereld bevind, voortbrengende niet minder dan 165000 Turbine paardekrach* ten per uur, vindt men de eerste schutsluizen. Deze werken electrisch, terwijl de booten 7 Meter in elke sluis rijzen. Het water wordt er van onder ingelaten tot een hoeveelheid van 110000 Liter per seconde, zoodat spoedig een groote hoogte bereikt wordt. In aansluiting aan dit prachtige kanaal, vindt men een net van spoorwegen, die zich uitstrekken tot Finland en Rusland. Tusschen het Finse en het Zweedsche gouvernement wordt heden ten dage Onderhandeld over de mogelijkheid om verbooten in te stellen over de Botnische golf, waardoor het traject rondom, zou komen te vervallen en dus een aanzien* lijke besparing in tijd noodig voor een reis van Finland naar Gothenburg zou beteekenen. Zulk een overeenkomst zou voor Gothenburg van onschatbare waarde zijn. De uitbreiding van Gothenburg is dus verzekerd, waardoor ze zonder twijfel van meer beteekenis voor den Noordschen handel als Kopenhagen thans is, zal worden. K. DUITSCHE MIDDERNACHTZENDING. De leider der Duitsche Middernachtzending, Dr. Adolf Muller, bericht, dat bij de huidige groote duurte niet te denken valt aan nieuwe uitbreiding van den arbeid tegen de onzede* lijkheid in Duitschland. Hij schrijft»Waar we echter niet aan uit* breiding van onzen arbeid kunnen denken, zijn we Gode dankbaar dat het bestaande kan worden behouden. Tegen 1 October worden nu wettelijk alle bordeelen in Duitschland opgeheven. En daar* mee is een onzer voornaamste eischen vervuld! Nu moet echter temeer de Christelijke lief* dadigheid de vrijkomende meisjes en vrouwen te hulp komen. Wij moeten nu onzen arbeid vervolgen, zooals de broeders in Holland sedert 1911 deden. Overal waar we kunnen moeten we tehuizen oprichten voor meisjes en vrouwen, die anders een groot gevaar opleveren voor onze maat* schappij Dat we daaibij weten, de hulp te mogen verwachten van onze Hollandsche vrienden, maakt ons den strijd licht en getroost gaan we onzen weg«. Aan de zenders van gaven voor de D.M.Z. in antwoord op het Hollandsch nummer van de »Chr. Volkswacht® van 1 Juli zij gemeld' dat tot heden (25 Juli) aan Dr. Muller ver* zonden is f 425. Aan verantwoording der ga* ven per advertentie valt niet te denken wegens de hooge kosten Aan de gevers hartelijk dank Wie nog niets inzond ten behoeve uer Duit* sche Midd. Zending, en toch wel van plan was dit te doen, kan zijn of haar gave storten op Postrek. 51273 van J. van Westenbrugge, H. e. Chr. School te Zwolle. De Copje van Ingezonden Stukken die niet ge» plaatst zijn wordt niet teruggegeven.—Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevert Aan de Redactie der Maas* en Scheldebodc. Geachte Redactie In het laatste No. van Uw blad komt een bericht voor geschreven door ds. J. v. Nes, overgenomen uit het bijv. van het Ger. Zen* dingsblad. Op het aardige verhaaltje wil ik geen critiek uitoefenen. Verwondering wekte het echter bij mij, dat gij het noodig achtte niet alleen het verhaaltje over te ne* men, doch hieraan toe te voegen het»Lezer, verstaat gij, wat wij met deze mededeeling bedoelen Gij zegt het niet, maar duidelijk beteekent het een opwekking tot uwe lezers om hen aan te sporen, de practijken van Ds. van N. na te volgen en hunne Joodsche medebur* gers lastig te vallen, met pogingen hen van net geloof der vaderen afvallig te maken. Hierdoor, geachte Red., voelen wij ons, Joden, die Uw blad geregeld lezen, zeer ge* griefd en bijna zeker meen ik te kunnen schrijven, dat velen Uwer geloofsgenooten eveneens hun afkeuring over zulk een advies zullen uitspreken. Ik vertrouw, dat dit ingezonden het door mij gewenschte gevolg zal hebben, n.l. dat in den vervolge door U bij het op» of over* nemen van dergelijke artikeltjes, rekening ge* houden zal worden met de godsdienstige ge» voelens van al, dus ook Uw Joodsche, lezers. Hoogachtend, D. SLAGER, Israël. Leeraar, Middelhatnis. [De geachte inzender vergist zich als hij meent dat door ons de zin «Lezer verstaat gij wat wij met deze mededeeling bedoelen aan het bewuste stukje is toegevoegd. Zooals het stukje in ons blad stona, was het geheel overgenomen uit het Geref. Zendings* blad. Red.] De Landbouw*Onderlinge. Het is den laatsten tijd voorgekomen dat leden van de Landbouw*Onderlinge in enkele plaatsen onbekend waren, tot wien ze zich moesten wenden bij een voorkomend ongeval of ook om inlichtingen voor een of ander. Dit is op den duur behalve omslachtig ook tijdroovend, waarom het ons gewenscht voor* komt het bestuur, zooals het thans is samen* gesteld in de P. O. C. «Overfiakkee® te pu* bliceeren. Algemeen Voorzitter is den Edel* Achtbaren Heer P: van Schouwen, burge* meester te Oude Tonge en leden zijn de heeren M. Peekstok te Sommelsdijk. A. A. Mijs Dk. Joppe Czn. J. Timmers Middelharnis S. Zeedijk J. A. Slis Dzn. Jb. Koert Czn. Stad aan 't Haringvliet. J G. Bom P. G. Jacobs den Bommel. Joh. Hobbel Ooltgensplaat. iac. Jacobs Jzn. Achthuizen. van Es Nzn. Oude Tonge. Job. Prince J. van Paasschen Nieuwe Tonge. D. van Weel Herkingen. C. Warnaer G.Lzn. te Dirksland. Jan de Bonte P. D. Sieling Melissant. W. van Eek Stellendam. T. Lodder Czn. Goedereede. C. A. Vogel J. Breen Pzn. Ouddorp. J. Lodder J.Czn, A. W, Keijzer Melissant, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1923 | | pagina 1