voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOG SIGNO VINCES
No. 2933
WOENSDAG 1 AUGUSTUS 1923
38ste JAARGANG
w.
Uit de Pers.
BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
Schetsen uit het Noorden.
Iitgjescstiden Stukke ra
Land- en Tuinbouw.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDI JK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- e% VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Schoolwet en Onderwijzer.
Het is een teer puntje.
En nu is 't aan den eenen kant wel waar,
dat men teere puntjes nooit ruw moet aan*
raken en dat is ook allerminst mijn bedoeling,
maar aan den anderen kant moeten ze soms
ook es blootgelegd, anders komt er op zulk
een teere plek soms een zweer, die veel kwaad
doet.
't Geldt de Schoolwet van 1920.
En nu niet die Schoolwet in 't algemeen,
maar de positie van onze bizondere onder*
wijzers ten opzichte dezer wet.
Die wet móét worden herzien.
Dat staat voor ons vast.
Dit is heel wat anders, 't moet eens even
worden gezegd, dan een nieuwen schoolstrijd
in 't leven te roepen, dat is onzerzijds nimmer
gewild of beweerd.
De o v e r z ij d e heeft daarmee bedreigd.
41 Vlak nadat de jongste wijzigingen in de
Schoolwet van De Visser waren aangenomen,
kort na het monstersadres der 600.000 (thans
reeds vergeten, zoo weinig wist men eigenlijk
waarom er werd petitioneerd,) toen is er een
hartstochtelijke vergadering geweest van de
openbare*school*mannen en daar is, als men
weet, de leuze van een nieuwen schoolstrijd
opgeheven.
Enfin, het bleef er ook bij.
Verder dan de schallende kreet kwam 't
ook al niet.
F.n de openbare onderwijzers zijn aan 't
harrewarren onder elkaar, of ze nu voortaan
voor »hoofd« zullen solliciteeren of nietof
ze de kinderen vaderlandsche liederen zullen
leeren of niet, maar om werkelijk dien aan*
gjkondigden nieuwen schoolstrijd te beginnen,
daar komen ze niet toe.
Trouwens, daar zijn wij voor ons ook nooit
bang voor geweest. Ons kent ons, en 't zou
wel bij woorden blijven.
Wat w ij begeeren is niet een hernieuwing
van den Schoolstrijd, maar een herziening
der Schoolwet en wel in dien zin, dat de
wissel wordt verlegd.
Nu rijden we in de richting der Staatsschool.
En wij willen den kant der Vrije School uit.
Wij hebben gegronde hoop, dat dit zal
kunnen gaan bij minnelijke schikking. Dat
is ons verre het liefst. En den strijd zullen
w e aanvaarden, wanneer die ons opgedrongen
wordt, doch d&n ontwijken we hem ook niet.
Den strijd o m den strijd, minnen we niet.
Wij roepen geen schoolstrijd uit.
Het eenige is, dat wij het vredesverdrag
willen herzien.
Nu naderen wij het teere punt.
Toen van die herziening onlangs in »Unie«
en »Schoolraad« sprake kwam, men zal 't
zich herinneren, rees daar uit de kringen onzer
Christelijke onderwijzers eenig protest. En wie
zijn oor te luisteren legt bij hun kring en
leest wat in hun vakpers gesproken wordt,
die weet dat dit protest ook wel door ande*
ren wordt gedeeld.
Wat die protestanten dan willen
Neen, ze zijn niet tegen elke herziening
der Wet van '20, maar ze manen tot groote
voorzichtigheid en ze willen voorshands die
wet zooveel mogelijk met rust laten.
Nu zijn wij 't hiermee niet eens.
Wij hebben leergeld betaald.
Dat metsrusMaten beteekent in den regel
rustig al vaster en vaster wortel laten schieten,
ge ijk dit bijvoorbeeld met de Leerplichtwet
is geschied, net zoolang tot wij er voor on*
afzienbaren tijd mee opgeknapt zitten.
Dat willen wij hier niet.
En daarom zullen we die wet van'20 n i e t
laten met rust. Dan wortelt zij te vast en zit
ze straks t e diep.
1 och willen wij met aandacht luisteren naar
gezegd °°r Somm'ge onderwijzers wel wordt
Hun bezwaren zijn tweeërlei.
van" o e rte plaats zeggen ZÜ De plant
liik ster! onderwiJ's moet nu inner*
lyk sterk worden. We moeten nu wetenschap*
pehjken opvoedkundig vooruit.
kunde 'ti ™d-wijs*
kunde leerboeken enz. och 1 er is nog zooveel
dat gebeuren moet, wil onze christelijke school
wil ons christelijk schoolwezen komen waar
't zijn moet.
En als er nu weer strijd komt
Och, in den kruitdamp is er voor werken*
des*vredes vaak zoo weinig tijd
Daar zeggen uwij het volgende op.
Vooreerst herhalen weWij zoeken den
strijd niet. Nog minder vragen we, dat onze
onderwijzers vooraan in dien strijd zullen
staan a 1 s er dan strijd moet zijn. Er zullen
wel anderen zijn, die 't bevel voeren kunnen
en onze onderwijzers kunnen rustig aan hun
arbeid blijven
Want dat is zeker niet onmogelijk.
Terwijl b.v. de 80*jarige strijd in vollen gang
was, werden de universiteiien van Leiden en
Utrecht gesticht en begon men op te bouwen
een calvinistische wetenschap. Onze scholen
en onze onderwijzers staan er nu heel anders
voor dan vóór 1920 en a 1 s dan 't zwaard
onverhoopt moet gebruikt, kan 't werk van
de troffel ongestoord voortgaan.
Neen: dat zal wel loopen los!
Er is echter van de zijde der onderwijzers
een tweede bezwaar en daarmee raken we dan
»het teere punt«. Als men in een volgend
nummer zien zal.
V Wat oorlog kost.
Dat bleek weer eens in Engeland.
Als een goede bussines*regeering is het
Engelsche bewind, dadelijk na 't sluiten van
den vrede begonnen alle oorlogsvoor*
raden, nu niet meer noodig, die er op dat
moment waren, van de hand te doen.
Elders liet men ze verrotten en verteren
Hier brachten ze goed geld op.
Want op dit oogenblik is in 't geheel ver*
kocht voor ruim 640 mill, pond sterling (of
plm. 7500 millioen gulden 1) terwijl nog voor
een waarde van 10 mill, geen behoorlijk bod
werd gedaan.
Nu is dat 'n aardige ontvangst.
Maar toch kan 't niet anders, of ze is ver*
kregen door verkoop ver beneden de waarde.
er whs uiteraard veel oorlogstuig bij, dat
in vredestijd weinig waard is.
Of de wereld ook verarmd moet zijn
De N. Haagsche Courant schrijft over de
verkiezing der Eerste Kamer
Gisteren is de wanverhouding tusschen rech*
ter en linkerzijde in onzen Senaat weggenomen.
Zij heeft slechts kort geduurd.
Het verheugt ons, dat thans een meer reëele
verhouding is ontstaan.
Over den uitslag der verkiezing valt niet
veel te zeggen. Die stond van te voren vrij*
wel vast.
Onder de 19 leden der oppositie nemen de
sociaaldemocraten met 11 leden de sterkste
positie in. Zij hadden een fortuintje in de
zuider* en noordergroep en brachten het daar*
door inplaats van tot 9, gelijk sommigen be*
rekend hadden, tot 11 senatoren. Ook de
vrijz.sdemocraten, die met de soc.»dem. samen
deden, kwamen op 3 zetels, hoewel twee de
verwachting was. De Vrijheidsbond zag zich
versterkt met 4 zetels en kwam op 5. Zij had*
den van Noord* en Zuid=Holland meer ver*
wacht.
De antisrev. groep verkreeg de acht zetels,
waarop gehoopt was. In ZuidsHolland waar
A.R. en R.K. evenveel stemmen uitbrengen,
mankeerde één R.K. lid. Daardoor werd een
loting voorkomen en viel de restzetel onbe*
twist aan dè antisrev. toe.
De Chr.sHist. handhaafden zich op 7 zetels.
Het getal der R.K. senatoren daalde van 21
op 16.
Van de kleine partijen had de plattelanders*
bond, wien velen een 'n zetel hadden toege*
dacht, geen succes. Evenmin de Staatkundig
Geref. Partij. Zij steunden overal hun eigen
lijst behalve in Utrecht, waar een hunner
twee leden blijkbaar zijn stem op de antirev.
lijst uitbracht, met geen anderen uitslag,
dan dat de stemmen verloren gingen voor het
Protestantsche deel der rechterzijde.
Wie de samenstelling der Eerste Kamer thans
vergelijkt met die van de Tweede, bemerkt
onmiddellijk, dat de verhoudingen der partijen
vrijwel op eikaar kloppen.
Mathematisch zijn we met ons nieuwe even*
redigheidsstelsel dus prachtig ^uitgekomen.
De Minister van Binnenlanclsche Zaken kan
zich zelf gelukwenschen met zulk een prestatie,
die hem temeer verheugen zal, wijl het niet
gemakkelijk is geweest om zoover te komen.
»De Vrije Westfries« driestart
Ergerlijke profanie.
»De Telegraaf® schrijft over wereldonder*
gang. Het blad steekt den draak met de men*
schen, die over de teekenen der tijden spreken,
en die in de huidige wereldverwarring het
naderend einde der wereld voorzien.
Ergerlijk profaan is zijn teekening van de
nieuwe aarde, die komen zal na de voleinding:
»I~Iet zal een deining zijn op deze over*
gegoten aarde als bij een internationalen
voetbalmatch. Daaraan doen de 144.000 uit*
verkorenen, die regelrecht naar God in den
Hemel varen, niet af. Waarom dit op den
kop af duizend gros moeten wezen vind
ik in de verslagen der redevoeringen niet
aangegeven. Natuurlijk vindt men achter
deze voorspelling den een of anderen Evan*
gelist. Want het is in strijd met elke redelijke
geloovige verwachting den Lieven Heer
voor te stellen bij de premiëering der deugd
als gehandicapt door zijn kantoorboek
van duizend folio's met slechts voor 144
namen per bladzijde«.
Zoo schrijft een «neutraal® blad.
Zoo schrijft een blad dat de pretentie voert
geen enkele godsdienstige overtuiging aan te
randen.
Zoo schrijft een blad, dat met zijn volks*
bijwagen «De Courant® nog op vele tafels in
Christelijke huisgezinnen wordt geduld.
Is het niet meer dan tijd het uit te bannen,
en alleen christelijke bladen in huis te ont*
vangen,?
Opdat onze eigen pers gelegenheid krijge
haar vleugels wijder uit te slaan.
Een reis van Amsterdam naar Scandinavië,
geschiedt op de snelste en meest aangename
wijze via Hamburg, Sassnitz en Trelleborg. In
ongeveer 40 uren kan men vanuit Amsterdam
de beide hoofdsteden van Zweden en Noor*
wegen bereiken. De verbinding over de Oost*
zee geschiedt door middel van veerbooten,
tusschen de Duitsche havenplaats Sassnitz op
het eiland Riigen en de Zuidelijkste stad in
Zweden, n.l. Trelleborg.
Reeds sedert het jaar 1824 is er een regel*
matige postverbinding tusschen laatstgenoem*
de landen geweest, doch dan van Stralsund
naar IJstad. Van Zweedsche zijde werd in 1865
de dienst verzet naar Malmö, welke toen van
meer beteekenis was vanuit handelsoogpunt
als IJstad. Slechts in den winter werd de dienst
ingekrompen tot 2 maal per week, in den
zomer voer men iedere dag. Vanaf 1 Mei 1897
werden passagiers en goederen vervoerd, en
werd er naar gestreefd om de Duitsche en
Zweedsche hoofdsteden op snelle wijze met
elkaar te verbinden. Reisde men in 1865 over
het traject Berlijn*Stockholm in den zomer
36'/2 uur en in den winter 55 uur, in 1897
werd dezelfde afstand in zomer* en wintertijd
in 22 uur afgelegd.
De veerbooten hebben een grootte van 3060
ton en zijn c.a. 100 Meters lang. In gewone
gevallen gaat de geheele trein aan boord. Het
maximum aantal passagieis dat meegevoerd
kan worden bedraagt niet minder als 1700.
Deze verbinding is van de grootste betee*
kenis voor Zweden, daar ze als eenige natuur*
lijke en snelle verbindingsweg tusschen Scan*
dinavie en het Continent, Zweden tot een
transitoland voor Noorwegen en Finland
maakt. Het aantal passagiers dat vervoerd werd
over de Oostzee in het jaar 1898 bedroeg 19255
en in het jaar 1913 96802, terwijl voor goederen
deze getallen resp. 3363 en 133997 waren.
De reis over de Oostzee is kort van duur,
n.l. 4 uur. In Malmö splitst zich de trein. Een
gedeelte gaat Noordwaarts naar Gothenburg
en Christiania, het andere gedeelte gaat naar
Stockholm en Helsingfors, dus Oostwaarts.
Gothenburg en Stockholm zijn ongetwijfeld
wel de voornaamste steden in Zweden. Eerst*
genoemde met een zielental van nog geen
230000 is de voornaamste uitvoerhaven, terwijl
Stockholm met zijn l/2 millioen inwoners de
eer heeft als hoofdstad te mogen fungeeren,
doch daarenboven bekend staat als de mooiste
en duurste stad uit geheel Europa.
In welke periode van de wereldgeschiedenis
de Götha alf het eerst de aandacht van den
koophandel getrokken heeft is moeilijk met
zekerheid te zeggen. Een feit is het evenwel
dat het grootste voordeel van zulk een breede
waterweg reeds vroeg geapprecieerd werd. Het
begin van deze rivier is in Zweden zelf te
zoeken, doch haar belangrijkheid begint eigen*
lijk pas in het meer van Vanern, waar ze bij
Trolhattan de beroemde watervallen vormt.
Daarna glijdt ze kalm door vruchtbare vlakten
naar de Noordzee. De beteekenis van deze
gemakkelijke en groote weg naar het binnen*
land werd dan ook in de vroegere tijden in*
gezien, waarbij nog kwam dat haar ingang
door een uitgestrekte archipel van rotsachtige
eilandjes beschut werd. Het achterland was
rijk aan wild en visch en vooral huiden vorm*
den een waardevol handelsartikel en de Noord*
zee lag dichtbij.
Onderzoekingen hebben aangetoond dat het
land in de oudste tijden bewoond werd door
een ras dat zich zelf Zweden noemde, en van
welke de tegenwoordige bewoners direct af*
stammen. Ten opzichte van dit is Zweden
eenig in haar soort onder de Europeesche
landen, daar alle andere in meerdere of min*
dere mate aan landverhuizingen onderworpen
geweest zijn. De Zweden hebben dus immer
hetzelfde land bewoond. Deze inwoners nu
waren zeelieden, en in .de nabijheid van
Gothenburg op de z. g. Skerries kan men nog
de overblijfselen vinden van de eerste neder*
zettingen, van waaruit later de Vikingen hun
befaffmde oorlogs* eh ontdekkingstochten aan*
vingen.
Gedurende de middeltijden werden herhaal*
delijk pogingen aangewend om een stad te
vormen te LÜDÖSE, eenige mijlen stroom*
opwaarts van het tegenwoordige Gothenburg.
De in de nabijheid liggende steden begrepen
het groote voordeel dat deze stad kon trekken
uit zulk een gunstige ligging en, vreezende
dat hun eigen handel er door benadeeld zou
worden, vielen ze haar aan en poogden ze te
vernietigen, wat in den oorlog van 1611 ook
werkelijk gelukte. Ze werd toen verbrand en
verrees niet meer uit haar asch. Tegelijkertijd
werden ook Alfsburg aan den mond der rivier
en het door Koning Karei XII gestichte stadje
op de plaats waar het tegenwoordige Gothen*
burg ligt, vernietigd, zoodat toen het gevaar
dat in zulke concurrenten zat voorloopig van
de baan was.
Gustaaf Adolf evenwel, een vorst die zich
zoowel in vrede als in oorlog wist te onder*
scheiden, bevorderde de voorspoed van
zijn land, en had de overtuiging dat Zweden
een vrijen uitweg naar de Noordzee moest
hebben. Hij concentreerde toen al zijn krach*
ten op een plaats welke thans de eerste is
onder alle steden in Zweden, n.l. het tegen*
woordige Gothenburg.
De stad ligt aan den mond der Göta alf
en wordt beschut door de reeds genoemde
archipel van z.g. scheren. Het uiterste punt
ervan is het eilandje Vinga, welke niet meer
als 17 Kilometers van de stad ligt. Het ver*
schil in ebbe en vloed bedraagt niet meer als
2'/a decimeter, wat beteekend dat de stad ten
allen tijde met schepen te bereiken is. Ongelijk
aan alle Zweedsche havens, is de rivier nooit
dichtgevroren gedurende den winter. Handel
en industrie nemen een eerste plaats in. Bijna
het geheel scheeptvaartverkeer voor Noord
Europa trekt ze tot zich. De natuurlijke rijk*
dommen rondom de stad zelf, als bosschen,
en ertsbergen, met de onberekenbare waarde
aan waterkracht, werken het onstaan van een
industrie waarvoor Zweden wereld*beroemd
is in de hand.
Het Göta kanaal, die door geheel Zweden
van Oost naar "West loopt eindigt in Gothen*
burg. Twee derde deel van deze waterweg is
door de natuur gevormd, een derde deel is
door kunst ontstaan. Door middel van 65
schutsluizen worden de schepen tot een hoogte
van 91'/2 Meter boven zeepeil gebracht, waarna
ze langzaam aan weer naar het zeepeil terug*
zinken. Het idee om zulk een merkwaardig
kanaal te graven, werd in de 16de eeuw door
Bisschop Brast naar voren gebracht, en vond
waarschijnlijk zijn aanleiding in het heffen
der zware belastingen door de Denen in de
Sond. Het werk werd aangevangen onder de
regeering van Koning Karei IX (1592—1611)
en langzaam aan voortgezet, tot dat in 1832
deze reusachtige onderneming voltooit was.
Zelfs gedurende den tijd, dat Koning Karei
XII zijn beroemde oorlogen voerde, ging het
werk toch door. Het bevindt zich in het
schoonste gedeelte van Zweden, waar men de
merkteekenen van Zweedsche cultuur vanaf
de oudste tijden tot op heden nog vindt. Bij
Trolhattan, waar zich een der grootste kracht*
stations der wereld bevind, voortbrengende
niet minder dan 165000 Turbine paardekrach*
ten per uur, vindt men de eerste schutsluizen.
Deze werken electrisch, terwijl de booten 7
Meter in elke sluis rijzen. Het water wordt
er van onder ingelaten tot een hoeveelheid
van 110000 Liter per seconde, zoodat spoedig
een groote hoogte bereikt wordt.
In aansluiting aan dit prachtige kanaal,
vindt men een net van spoorwegen, die zich
uitstrekken tot Finland en Rusland. Tusschen
het Finse en het Zweedsche gouvernement
wordt heden ten dage Onderhandeld over de
mogelijkheid om verbooten in te stellen over
de Botnische golf, waardoor het traject rondom,
zou komen te vervallen en dus een aanzien*
lijke besparing in tijd noodig voor een reis
van Finland naar Gothenburg zou beteekenen.
Zulk een overeenkomst zou voor Gothenburg
van onschatbare waarde zijn. De uitbreiding
van Gothenburg is dus verzekerd, waardoor
ze zonder twijfel van meer beteekenis voor
den Noordschen handel als Kopenhagen thans
is, zal worden. K.
DUITSCHE
MIDDERNACHTZENDING.
De leider der Duitsche Middernachtzending,
Dr. Adolf Muller, bericht, dat bij de huidige
groote duurte niet te denken valt aan nieuwe
uitbreiding van den arbeid tegen de onzede*
lijkheid in Duitschland.
Hij schrijft»Waar we echter niet aan uit*
breiding van onzen arbeid kunnen denken,
zijn we Gode dankbaar dat het bestaande kan
worden behouden.
Tegen 1 October worden nu wettelijk alle
bordeelen in Duitschland opgeheven. En daar*
mee is een onzer voornaamste eischen vervuld!
Nu moet echter temeer de Christelijke lief*
dadigheid de vrijkomende meisjes en vrouwen
te hulp komen.
Wij moeten nu onzen arbeid vervolgen,
zooals de broeders in Holland sedert 1911
deden.
Overal waar we kunnen moeten we tehuizen
oprichten voor meisjes en vrouwen, die anders
een groot gevaar opleveren voor onze maat*
schappij
Dat we daaibij weten, de hulp te mogen
verwachten van onze Hollandsche vrienden,
maakt ons den strijd licht en getroost gaan
we onzen weg«.
Aan de zenders van gaven voor de D.M.Z.
in antwoord op het Hollandsch nummer van
de »Chr. Volkswacht® van 1 Juli zij gemeld'
dat tot heden (25 Juli) aan Dr. Muller ver*
zonden is f 425. Aan verantwoording der ga*
ven per advertentie valt niet te denken wegens
de hooge kosten Aan de gevers hartelijk dank
Wie nog niets inzond ten behoeve uer Duit*
sche Midd. Zending, en toch wel van plan
was dit te doen, kan zijn of haar gave storten
op Postrek. 51273 van J. van Westenbrugge,
H. e. Chr. School te Zwolle.
De Copje van Ingezonden Stukken die niet ge»
plaatst zijn wordt niet teruggegeven.—Buiten
verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevert
Aan de Redactie der Maas* en Scheldebodc.
Geachte Redactie
In het laatste No. van Uw blad komt een
bericht voor geschreven door ds. J. v. Nes,
overgenomen uit het bijv. van het Ger. Zen*
dingsblad. Op het aardige verhaaltje wil
ik geen critiek uitoefenen. Verwondering
wekte het echter bij mij, dat gij het noodig
achtte niet alleen het verhaaltje over te ne*
men, doch hieraan toe te voegen het»Lezer,
verstaat gij, wat wij met deze mededeeling
bedoelen
Gij zegt het niet, maar duidelijk beteekent
het een opwekking tot uwe lezers om hen
aan te sporen, de practijken van Ds. van N.
na te volgen en hunne Joodsche medebur*
gers lastig te vallen, met pogingen hen van
net geloof der vaderen afvallig te maken.
Hierdoor, geachte Red., voelen wij ons,
Joden, die Uw blad geregeld lezen, zeer ge*
griefd en bijna zeker meen ik te kunnen
schrijven, dat velen Uwer geloofsgenooten
eveneens hun afkeuring over zulk een advies
zullen uitspreken.
Ik vertrouw, dat dit ingezonden het door
mij gewenschte gevolg zal hebben, n.l. dat
in den vervolge door U bij het op» of over*
nemen van dergelijke artikeltjes, rekening ge*
houden zal worden met de godsdienstige ge»
voelens van al, dus ook Uw Joodsche, lezers.
Hoogachtend,
D. SLAGER,
Israël. Leeraar, Middelhatnis.
[De geachte inzender vergist zich als hij
meent dat door ons de zin «Lezer verstaat
gij wat wij met deze mededeeling bedoelen
aan het bewuste stukje is toegevoegd.
Zooals het stukje in ons blad stona, was het
geheel overgenomen uit het Geref. Zendings*
blad. Red.]
De Landbouw*Onderlinge.
Het is den laatsten tijd voorgekomen dat
leden van de Landbouw*Onderlinge in enkele
plaatsen onbekend waren, tot wien ze zich
moesten wenden bij een voorkomend ongeval
of ook om inlichtingen voor een of ander.
Dit is op den duur behalve omslachtig ook
tijdroovend, waarom het ons gewenscht voor*
komt het bestuur, zooals het thans is samen*
gesteld in de P. O. C. «Overfiakkee® te pu*
bliceeren. Algemeen Voorzitter is den Edel*
Achtbaren Heer P: van Schouwen, burge*
meester te Oude Tonge en leden zijn de
heeren
M. Peekstok te Sommelsdijk.
A. A. Mijs
Dk. Joppe Czn.
J. Timmers Middelharnis
S. Zeedijk
J. A. Slis Dzn.
Jb. Koert Czn. Stad aan 't Haringvliet.
J G. Bom
P. G. Jacobs den Bommel.
Joh. Hobbel Ooltgensplaat.
iac. Jacobs Jzn. Achthuizen.
van Es Nzn. Oude Tonge.
Job. Prince
J. van Paasschen Nieuwe Tonge.
D. van Weel Herkingen.
C. Warnaer G.Lzn. te Dirksland.
Jan de Bonte
P. D. Sieling Melissant.
W. van Eek Stellendam.
T. Lodder Czn. Goedereede.
C. A. Vogel
J. Breen Pzn. Ouddorp.
J. Lodder J.Czn,
A. W, Keijzer Melissant, Secretaris.