Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden,
IN HOC SIGNO VINCES
WOENSDAG 11 JULI 1923
38ste JAARGANG
Binnenland.
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
Uit de Pers.
Gedragingen bij
Zomerweer.
Buitenland.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG* en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Een minister bij 't Graf.
Dr. De Visser, kan men gerust zeggen
is van alle ministers degene, die zich t meest
ook buiten ambtelijk beweegt en zich hooren
Iaat.
Hij heeft in dit opzicht iets Engelsch.
Meermalen predikt hij gaat hij gewoon
als Dienaar des Woords voor in de samen*
komst der gemeente. Voor vereenigingen, op
meetings, alom treedt hij op.
Nog heugt ons zijn kostelijke rede te Dor*
drecht.
Thans stond hij aan het graf.
Te Amsterdam, zijn laatste standplaats zijn
oud*collega ds. Liitge werd begraven en op
verzoek sprak min. De Visser aan de'groeve.
En de bazuin had géén onzeker geluid
't Verslag zegt er van
Van de 28 predikanten, die spr. bij zijn
intrede in Amsterdam vond, is nu de 25ste
hem in den dood voorgegaan. Men zal
begrijpen, dat hij een gevoel heeft alof
de dood hem steeds naderbij komt en
alsof de tijd niet meer verre is, dat hij
ook naar den overkant verhuist. Maar
dan is 't zoo'n heerlijke gedachte wanneer
men zijn levensschip in den vasten bo*
dem van Jezus Christus als Verlosser van
zondaren heeft verankerd. Wij zullen dan
wel niet met onverschilligheid, maar dan
toch met zekere koelheid tegenover den
dood staan.
Wilt ge waarachtig getroost zijn, grijpt
dan, zeide spr., in het Geloof den Hei*
land vast.
Nu stond hij daar niet in 't ambt.
'k Bedoel in zijn staatsrechtelijk ambt, maar
toch als 'n minister der Kroon, zij 't dan
geheel als particulier, zoo iets zegt, dan luis*
tert ei allicht nog eens naar ook hij of zij
die anders midden in de wereld leeft en zich
om dood, graf of eeuwigheid niet bekommert.
En daarom zijn we Dr. de Visser dankbaar
voor deze Evangelieverkondiging op 't kerk*
hof. God geve dat we nooit moeten zeggen
van het Nederlandsch Babyion
Eigenaardige boosheid.
Waar ik héél weinig om geef?
Om de verontwaardiging van sommige libe*
ralen, die nu insgelijks schreien tranen*met=
tuiten vanwege die verschrikkelijke »roode«
meesters, die de landsliederen niet willen zin*
gen met de school.
Vóór vele jaren z w e g e n ze.
In de dagen der vorige eeuw.
Toen diezelfde openbare School op tal van
plaatsen, waar ze nog een »Christelijk tintje®
had vertoond, geheel »neutraal« werd gemaakt.
Toen de Christus werd uitgebannen.
Zelfs van God niet gesproken of gezongen
mocht worden.
Ze zwegen, en a 1 s ze spraken, dan was
het om dit bedrijf toe te stemmen en goed te
praten en 't op allerlei wijs te betoogen, dat
er natuurlijk 1 voor God en den Christus geen
plaats was op de »volksschool« in Nederland.
Nu komen hun eigen*geteelde onderwij*
zers
En trekken de Revolutiedijn door en zeg*
gen, dat er op de school ook geen plaats is
voor de Landvorstin, voor 't volkslied, en
de nationale gedachte.
Wat men nü vreeselijk vindt.
Is het te verwonderen, als zulk een ver*
ontwaardiging op ons al heel weinig indruk
maakt
Positie der Vrouw.
»Geen vrouwen meê was 't wachtwoord
Ik geef toegalant was het niet.
En op 'den keper beschouwd tóch nog weer
een hulde aan de »vrouw«, dat is maar net
wat kijk men er op heeft en hoe men de
vrouw beschouwt, de manssg e 1 ij k e, óf als
de mans*p e n d a n t.
Franschen, toch waarlijk in manieren en
omgangsvormen niet lomp, hadden een soort
tiendaagschen veldtocht op touw gezet, om
een deel van Bretagne, een hunner meest
interessante landstreken, doch tevens door
het toeristenspubliek weinig bezocht, te laten
zien aan een keurgezelschap van binnen* en
buitenlandsche journalisten.
Men begrijpt met welk doel.
D i e zouden, als ze zagen wat mooie toch*
ten hier te maken zijn, daarover opgetogen
artikelen schrijven, elk in zijn eigen blad en
het zoo gezochte vreemdelingenverkeer in
die streek zou er door kunnen opleven.
Den bladen werd dus verzocht een verte*
genwoordiger te willen zenden.
Echter »'n Man, géén vrouw
En er z ij n wat vrouwelijke journalisten
in Parijs waaronder er verscheidene
zullen zijn geweest, die zich zoo'n kans on*
gaarne zagen ontglippen
Maar ze mochten zitten op de kruk.
Of op Parijsche nieuwtjes azen.
Doch naar Bretagne mochten ze niet.
Want legde de uitgenoodigde commissie
openhartig uit vooreerst, 't wordt een zéér
vermoeiende tocht en dan hebben vrouwen
vaak op 't laatst geen »ausdauer« meer, (dat
óver*Rijnsche woord is van m ij daarbij
't wordt een gepresseerde tocht en dames
kosten soms nogal tijd vanwege haar toilet
en eindelijk 't hooge woord moest er
uit de ervaring leert: met enkel hééren
is de »goede geest® onder 't clubje beter ver*
zekerd, dan wanneer er ook enkele dames
in 't spel zijn
Als ik 't nu op den keper bezie
Dan maak ik met gemak van alle drie
die redenen nog 'n p 1 ui m, die ze op den
hoed, of wilt ge, 'n roos, die de vrouw aan
haar corsage bevestigen mag.
Maar dan de vrouw mans*p e n d a n t.
De vrouw manssg e 1 ij k e is natuurlijk
over alle drie de redenen als 'n spin
Goddelooze taal.
Naar aanleiding van het bericht dat dezer
dagen rondging en waarin werd medegedeeld
dat de Duitsch*nationale partij in Lenz een*
parig besloot God af te zetten en Hem te
vervangen door Wodan, zegt de»N. Leidsche
Crt.« in een driestar
Dat is toch wel ontzettend.
De vergadering besloot eenparig God af
te zetten.
Zeker, we kunnen over zulk een gruwe*
lijke profane handeling tot op zekere hoogte
lachen.
Daar zijn enkele menschen bij elkaar,
nietige stervelingen, wier dagen zijn als een
schaduw en die besluiten den almachtigen
God, den Schepper van hemel en aarde, af
te zetten.
Welk een belachelijke waan.
Alsof God ook maar te vergelijken was
met een aardsch vorst, hoe machtig dan ook,
dien men op zij kan schuiven I
Onwillekeurig denkt men bij het lezen
van deze verwaten taal aan wat God zegt
in den tweeden PsalmDie in den Hemel
woont zal lachen, de Heer zal ze bespotten.«
Belachelijk, maar droevig tevens, is deze
schrikkelijk opstandige taal.
Ja, ook droevig.
Want het is toch geen kleinigheid als daar
in een Christenland menschen zijn, die open*
lijk God afzweren.
Het bewijst ons hoe diep Europa langza*
merhand wegzinkt.
Terwijl de zendelingen uit het Oosten
heel Europa bewerken om propagande te
maken voor het Mohammedanisme, terwijl
in Parijs zelf een Mohammedaansche tempel
wordt gebouwd, gaat men hier nog een
stap verder en besluit naar het afgodendom
terug te keeren.
En hadden we hier nog maar met een
uitzondering te doen.
Maar het tegendeel is veeleer het geval.
Immers ook ten onzent wordt openlijk
verkondigd, dat God buiten de staatkunde
moet worden gehouden.
Men wil God desnoods nog erkennen in
het huisgezin en in de kerk, maar in het
maatschappelijk en Staatkundige leven, er*
kent men toch niet de heerschappij van
den eeuwigen God, wiens macht niet tot
een of ander terrein begrensd kan worden.
Het ongeloof treedt steeds driester op.
Maar daartegenover moet overzijds dan
ook staan een krachtiger getuigen, een vu*
riger belijden.
Als de wereld God openlijk afzweert, of
dood verklaart, of zijn macht niet erkent,
dan moet door ons het Pro Rege, scherper
en meer dan ooit op den voorgrond wor*
den gesteld.
Dan moet bij ons vuriger worden de be*
geerte om God te dienen, ons voor Hem
diep ootmoedig te buigen, om dan in Zijne
kracht ook te komen tot kloeke daden.
Een medewerker van de Maasbode schrij*
vend onder het hoofdje »De Thermometer«
is altijd actueel in zijn beschouwingen en
adrem in zijn raadgevingen ten bate van het
algemeen belang. Wat hij thans schrijft over
»Zomerweer« is waard ook op ons eiland eens
goed gelezen te worden, want het kwaad waar
hij op wijst is op sommige plaatsen in ons
gewest zéker niet minder erg dan in Rotter*
dam.
Zomerweer.
We zijn dezer dagen wel allen ietwat nurks*
achtig aangelegd. Nog geen week geleden was
het eerste thema van elk gesprek waar toch
de zomer bleef, en nu de zomer er is lijkt
het er veel op of wij naar de kachel terug
verlangen. Intusschen, het mooie weer is er,
en wij hebben ons daarnaar te gedragen. Dat
«gedragen® kan evenwel op verschillende ma*
nieren geschieden, en onder het publiek van
een groote stad schijnt altijd een percentage
te zijn, dat zich niet ontziet het te doen op
min of meer en soms zeer aanstootelijke wijze.
En dan meenen we eens speciaal de aandacht
te moeten vestigen op' de ergernis die gege*
ven wordt op verschillende plaatsen aan den
zoom der stad, tegen en zélfs nog vóór de
schemering intreedt.
In sommige gemeenten bestaat een veror*
dening volgens welke het aan personen van
verschillend geslacht verboden is aan den kant
van den openbaren weg of op bermen in het
gras te zitten of te liggen. Men heeft van
zekere zijde met dergelijke verordening den
spot gedreven. Wat evenwel, nu het warme
weer is ingetreden, op sommige Rotterdamsche
buitenwegen te aanschouwen wordt gegeven,
is zoo walgingwekkend, dat heusch een ver*
ordening in bovengenoemden geest voor Rot*
terdam geen overbodige weelde zou zijn. Er
zijn wegen die voor fatsoenlijke menschen
reeds in den vroegen avond eenvoudig onbe*
gaanbaar zijn, omdat de graskanten als be*
zaaid liggen met paartjes die zich niet scha*
men, de ergerlijkste houdingen aan te nemen.
Wij gelooven echter dat ook zonder veror*
dening de politie' reeds termen'kan vinden
om in te grijpen. Er zijn algemeen gangbare
begrippen van fatsoen welker voortdurende
overtreding zij niet over haar kant kan laten
gaan. En wanneer de eigenaars of pachters
van de graskanten verbieden dat men zich
op hun eigendom begeeft, is de politie ver*
plicht in te grijpen. Hoe dan ook, een kras*
ser optreden harerzijds is dringend noodig,
zij het alleen reeds ten gerieve van den fat*
soenlijken wandelaar, die anders voor zich
en zijn gezin, terreinen ziet afgesloten waar
ook hij recht op heeft.
De Stemplicht.
In antwoord op de vragen van den heer
Kersten betreffende het instellen van een ver*
volging in alle gemeenten met uitzondering
van Amsterdam tegen nalatige kiezers voor
de laatste gemeenteraadsverkiezing en het be*
oordeelen van gewetensbezwaar als geldige
reden in den zin der wet, deelt de Minister
van Justitie mede, dat hij ter zake alsnog
overleg pleegt met den Minister van Binnen*
landsche Zaken en Landbouw. Hij behoudt
zich voor na beëindiging van dat overleg het
antwoord op de gedane vragen te geven.
Plet dagblad »De Dag.«
Broekhuijs zich teruggetrokken.
Het persbureau M. S. Vas Dias te Amster*
dam deelt mede
Naar wij vernemen, heeft Willem Broek*
huijs het land verlaten en zich teruggetrokken
uit de N.V. »De Dag«.
Van de zijde der redactie verneemt boven*
genoemd bureau nader, dat reeds voor het
bekend worden van dit feit door de hoofd*
redactie en redactie besloten was, althans in
voorloopigen vorm uit te komen.
Waarschijnlijk zal de eerste verschijning
a.s. Maandag plaats hebben.
De Dag verschijnt niet.
De N. R. C. deelt mede dat van de ver*
schijning van het dagblad De Dag niets zal
komen. De geheele organisatie van redactie,
administratie, drukkerij en exploitatie was ge*
reed, doch den laatsten tijd is er «verschil
van meening« ontstaan tusschen den heer
Willem Broekhuys en den hoofdredacteur, den
heer Schroder, met het gevolg, dat de heer
Broekhuys geen enkele verplichting erkent en
gezegd heeft zich van alles terug te trekken.
De heer Broekhuys bevindt zich in het
buitenland. De gelden, benoodigd voor de
uitbetaling van de weefe*salarissen, waren Za*
terdagmiddag nog niet ontvangen. Wij verna*
men verder, dat de cauties bij banken, welke
verschillende leden der redactie bij hun aan*
stelling verlangd hadden, alle staan op naam
van den heer Broekhuys. Wat de contracten
betreft, deze waren niet door den heer Broek*
huys, maar door den heer Schroder onder*
teekend er zouden nieuwe contracten komen,
zoodra de Koninklijke bewilliging op de sta*
tuten van de vennootschap zoude zijn ver*
kregen.
Zaterdag was er in een perceel op de N. Z.
Voorburgwal redactievergadering, want al zal
De Dag nu niet verschijnen (de groote adver*
tenties volgens het bekende model lagen reeds
ter opneming in andere bladen gereed), daar*
voor in de plaats wil de reeds geheel gecon*
stitueerde redactie nu trachten om, gebruik
makende van de geheel gereed liggende or*
ganisatie, toch een dagblad uit te geverwonder
den naam van De Nieuwe Dag, die gedrukt
zoude worden bij de firma Holdert 8. Co., in
het gebouw Felix Meritis, aan de Keizersgracht
(in vroegere jaren drukker van De Tijd, het
reeds lang verdwenen ochtendblad De cho, en
later van de Christelijke Amsterdammer).
Naar men ons mededeelde, is de verschijning
van dit blad, dat dus voor De Dag in de
plaats zal treden en waaraan de naam en de
fondsen van den heer Broekhuys niet ver*
bonden zijn, op Maandag a.s. verzekerd en
was men heden in de weer voor de samen*
stelling van het eerste nommer.
Veendam.
Naar wij reeds hebben medegedeeld heeft
de Directie van de Holland*Amerika*lijn een
harer nieuwe booten »Veendam« genoemd,
naar de bloeiende veenkolonie van dien naam
in de Provincie Groningen. Midden op de
door de gemeente Veendam aan de Holland*
Amerika*lijn aan te bieden oorkonde prijkt
o.a. het wapen dezer gemeente.
Aan het wapen van Veendam is een aardige
overlevering verbonden.
In het midden der roemrijke 17e eeuw
kwam Adriaan Geerts Wildervanck als bij
toeval in de provincie Groningen. In één
storm waren er zes van zijn rijk beladen
schepen vergaan. Op de Friesche kust waren
heel veel goederen gestrand en 't was daarom
dat hij naar 't hooge noorden reisde. In
Groningen zag hij de uitgestrekte venen
Hij kwam op de gedachte energiek als hij
was hier z'n verloren fortuin te herwinnen.
Na eerst verschillende moeilijkheden over*
wonnen te hebben, bouwde hij zich een een*
voudig woonhuis en z'n reuzentaak begon.
Z'n echtgenoote, Vrouwe Margaretha Har*
denbergh, stond hem in dezen grooten arbeid
ter zijde.
Vrouwe Margaretha dan hield veel van
wandelen. O, zoo gaarne deed ze lange ver*
kenningstochten over de wijde, bruine heide.
Op zekeren warmen zomerdag deed ze weer
een verre wandeling over 't uitgestrekte veen*
land. Hoe licht was haar tred over den veer*
krachtigen bodem. Ze hoorde geen geluiden,
alleen het gonzen der talrijke nijvere bijen
en 't heideritselen van menig vluchtend ko*
nijntje voor haar voeten, Steeds wandelde ze
verder in de groote, groote eenzaamheid
Eindelijk dan toch moest ze terugkeeren,
haar man mocht eens op haar wachten,
Adriaan kon haar mogelijk noodig hebben
bij zijn werk. Fel scheen de zon. Margaretha
werd vermoeid.ze voelde niet meer de
veerkracht van 't veensleepend ging ze
verder.
Eventjes, heel eventjes maar wilde ze rusten.
Ze zette zich neer op het paarsgetinte heide*
kruid. Ze plukte eenige lieve heidestruikjes
en bond ze tot een aardig bouquetje samen,
Vermoeidheid en warmte deden haar in*
sluimeren. Rustig slaapt ze te midden der
schoone heide.
In haar droom hoort ze 't vriendelijk ge*
beier van een torenklok, die de menschen
ter kerke noodt
Geheel verfrischt wordt ze eindelijk wakker
en wil zich de oogen uitwrijven. Hoe ont*
stelt zeEen adder met een heel duidelijke
zig*zag*Iijn op den rug kronkelt zich om haar
melkblanken arm. Z'n kop steekt hij dreigend
omhoog naar 't bundeltje heide in haar hand.
Nu eerst voelt ze de groote, overgroote een*
zaamheid, o m haar. Ze is alléén, alléén met
den vijand. Geen ander redder voor Marga*
retha dan God alleen. Smeekend richt ze de
oogen naar den hemel, vragend om hulp,
om redding voor den vergiftigingsdood. Plech*
tig belooft ze, een kerk te zullen bouwen op
de plaats, waar ze sluimerde, wanneer ze
voor den dood gespaard blijft. De adder
slingert zich los, koud voelt ze 't gladde
lichaam strengelen om haar arm. Nog met
een kronkelslag hangt het dier aan den bol*
ronden polsdaar laat het los, valt tusschen
de heidestruiken en schuifelt behendig, vlug
weg door de heide.
Margaretha was gered
Haar belofte getrouw, liet ze op deze plaats
een kerk bouwen.
Het wapen van Veendam symboliseert di*
voorval. Het bestaat uit een schild, waarop
een vrouwenarm. Om den arm kronkelt zien
een adder.
Dit was vroeger het wapen van Veendam
en Wildervank gezamenlijk. Toen de beide
gemeenten echter gescheiden werden, behield
Veendam, als de oudere zuster, het oorspron*
kelijke wapen.
Het doodelijk ongeluk te Schiedam.
De heer F. W. M. Heggelman te Schiedam
schrijft aan de »Rott.«
In de bladen las ik het bericht van het on*
geluk met doodelijken afloop, dat het jongetje
van Rossel in de Oranjestraat is overkomen.
Een ieder kan zich indenken hoe het ouder*
ij k huis van dit ventje, dat straks nog vol
levenslust de straat opging, plotseling in
diepen rouw gedompeld is. Elkeen zal deernis
hebben met de diepbedroefde ouders.
De motorrijder heeft, volgens ooggetuigen,
zachtjes gereden en geen schuld aan het on*
geluk. Gelukkig
Ik ken de man niet en misschien niemand
in Schiedam, maar die man is ook te bekla*
gen. Hij ging ook welgemoed de straat op,
niet in het minst vermoedend, dat, als hij thuis
zou komen, hij een doodelijk ongeluk zou
veroorzaakt hebben. Dat blijft dien man zijn
heele leven bij, dat kan ik me zoo levendig
indenken. Al heeft hij ook geen part of deel
aan de aanrijding gehad.
Uit deze' tragische geschiedenis is een les
te trekken.
Daar hangen dagelijks honderden kinder*
levens aan een zijden draad.
Het steeds drukker wordend verkeer in onze
stad gebiedt reeds voor volwassenen oplettend*
heid bij het oversteken van straten en pleinen.
Die oplettendheid het is jammer laat
veel te wenschen over, maar daar schijnt wei*
nig aan te doen te zijn.
Maar nu de kinderen. Zij zoeken het ge*
vaar.
Als er een auto passeert, moeten zij er achter
hangen. Als een wagen wat langzaam rijdt,
moeten ze er op klimmen. Als de stadsbus
door de straat rijdt, klampen ze zich trots
het veiligheidsscherm nog aan een centi*
meter van de treeplank vast. Ze zullen en ze
moeten meerijden, sleuren of sleepen.
Op een gegeven oogenblik daar laten
ze los. En onbedacht loopen ze links of rechts
de straat over, misschien recht op een andere
auto, motor of wagen aan. Als ze op het
trottoir loopen en ze zien een auto aanko*
men, snellen ze er in rechten lijn op aan.
Ze moeten er aan hangen.
En dat gevaarlijk spelletje wordt dagelijks
erger. Ik spreek uit ervaring.
leder motorrijder of automobilist weet dat.
Wij maken het dag in, dag uit mee. Dat is
het, wat onze aandacht meer gespannen houdt
dan het besturen van onze wagens.
Wij zitten steeds te denken daar kan uit
die zijstraat een kind aan komen vliegen.
Daar kan achter dien wagen een kind van*
daan komen loopen.
Die kinderen, die aan gindschen auto han*
gen, kunnen er elk oogenblik afspringen en
wat zullen ze dan Blijven staan, rechts of
links-wegloopen
Met die vragen zitten we ons voortdurend
bezig te houden.
En toch vroeg of laat gebeurd er iets, als
nu in de Oranjestraat.
Ik zeide, uit dit ongeval is een les te trek*
ken.
Het wordt meer dan hoog tijd, dat aan dit
gevaarlijk kinderspel, wat hun dood kan zijn,
een einde komt.
De politie staat hier totaal machteloos te*
genover.
Anders is het gesteld met ouders en onder*
wijzers en onderwijzeressen.
Ik doe een dringend beroep op alle ouders
en allen, die met de opvoeding der jeugd belast
zijn, dat zij eiken dag de kinderen op het ge°
moed drukken het gevaarlijk spelletje van achter
auto's en wagens te loopen en te klimmen,
voorgoed te staken.
In één of twee dagen zal het niet gaan,
want het zal kracht kosten het zit er te diep
in. Maar die ééne waarschuwing, die geen
minuut behoeft in beslag te nemen van den
leertijd op school, dag aan dag herhaald, zal,
ik ben er van overtuigd, op den duur heil*
zame gevolgen hebben.
Dan zullen tragische ongelukken, als nu
weer gebeurd is, vrijwel uitgesloten zijn.
Mij dunkt, wat ik vraag, kan toch ook wel
gerekend worden tot de opvoeding der jeugd.
De verhouding tusschen Engeland en Frankrijk
Algemeen wordt verwacht, dat begin volgen*
de week een kabinetszitting zal plaats hebben
en Baldwin daarna een mededeeling in het
Lagerhuis zal doen. Deze mededeeling zal,
tenzij Frankrijk nog van houding verandert,
waarschijnlijk een afkeuring van ae Fransche
politiek in het Roergebied bevatten en teveDS
aankondigen, dat de samenwerking met Frank*
rijk om het verdrag van Versailles ten uit*
voer te brengen, geëindigd is. Waarschijnlijk
zal Baldwin het voorstel herhalen om een
internationale commissie het betalingsvermo*
gen van Duitschland te doen vaststellen, om
tot een regeling van het schadevergoedings*
vraagstuk te geraken.