Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Eersteling' Antirevolutionair IN HOC SIGNO YINCES Proeftuin No. 2924 ZATERDAG 30 JUNI 1923 38ste JAARGANG EERSTE BLAD. Koning of Knecht? ingen W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers. LANTEN VERVERIJ ASSCHERIJ ERENS 0p zichzelf zoo heet het in haar program acht de antirevol. partij geen enkelen regeeringsvorm de eenig juiste. Dus ook het Koningschap niet. Dr. Kuyper legde er b.v. meermalen den nadruk op dat de regeering in de republiek van Paul Kruger véél meer antirevolutionair was dan in het Konink rijk Italië. Onze partij let op tijden en natiën. En bovenal op de leidingen Gods. En dit alles in aanmerking genomen, is het voor de a.r. partij geen open vraag, welke regeeringsvorm in dézen tijd voor Nederland de meest wensche- -lijke is, n.l. het grondwettig koningschap, gebonden aan de dynastie der Oranje's. Het „grondwettig" koningschap. Daarover is weieens smadelijk ge sproken. Als zou dit een spotbeeld zijn van het waarachtige koningschap. Als zou een „grondwettig" koning feitelijk niets anders dan een „strooko- ning" zijn, als ik 't zoo es zeggen mag een ledepop die draait en buigt al naar de partijen aan de touwtjes trekken. Niets echter is minder waar. Er zijn in de geschiedenis zooge naamd „absolute" koningen aan te wij zen, die hun leven lang niet anders zijn geweest dan de speelbal hunner hove lingen hunner raadgevers, hunner groo- ten. Rechtens hadden ze alles te zeggen. En in feite net precies niets. Tegenover dezulken stel ik als voor- eeld te anderer zijde iemand als koning Haakon van Noorwegen. Die is rond-en-om „beconstitueerd" Er zal wel nergens ter wereld zulk een „democratische" grondwet gevon den worden, die zelfs een mogelijkheid geopend heeft, dat een wetsvoorstel, waarmee de koning zich niet vereenigen kan en waar hij niet zijn naam onder zetten wil, toch in 't eind kracht-van- wet krijgt. 'k Prijs dit niet ter navolging Doch geef het slechts ter illustratie. Welnu, in de praktijk blijkt, dat het absoluut niet zóó is, als zou koning Haakon in zijn land niets te zeggen hebbenzijn invloed is er niet gering. Het „absolute" koningschap: Is goed bezien, om terug te huiveren, 't Groote onderscheid werkt hier tus- schen den Schepper en het schepsel. God is „absolute" Koning. En nu geven we toe, dat een volk op zulk een lager trap van ontwikke ling staat, dat het wel „absoluut" móét worden geregeerd en als de Heere dan over zulk een volk een koning verwekt, kan deze niet anders dan „absoluut" regeeren. Maar t is om er onder te be zwijken Die verantwoordelijkheid mensch Die een zondaar is en juist vanwege de groote macht, hem gegeven, zoo licht in de verleiding komt, om ook in 't groot het kwaad te bedrijven, waarvoor zijn zondig hart 't meest bloot ligt. Het goed geregeld „grondwettig" koningschap, lijkt ons het meest in overeenstemming met de antirevoluti- maire grondgedachten, zooals reeds Dr. Kuyper vóór vele jaren schreef: Het calvinisme, oorsprong en waarborg van ?onstitutioneeIe j j. Mgrond- wettelijke" vrijheden. Natuurlijk zjjn er bezwaren. Gok de koning, al staat hij als soe verein boven de partijen, heeft, mag men aannemen, wat de staatszaken betreft en hopen we, vooral ook wat beginsel- op een zaken aangaat, zijn eigen persoonlijke overtuiging, hoe nu, als de constitu tioneel ontwikkeling daarheen leidt, dat hem een wet wordt voorgelegd, die tegen zijn persoonlijke beginselen in- druischt Doch die vraag behandelen we thans niet. Zij verdient afzonderlijke bespreking. We roeren haar thans slechts even aan, om te laten zien, dat ze ons niet ontgaat, doch blijven niet te min bij onze meening, dat we als regel kiezen voor het grondwettig koningschap, al acht geen onzer dit het „eenig juiste". Maar wat we zeer wél weten Dat een koningschap, gelijk b.v. dat van Boris van Bulgarije stellig niet anti revolutionair is, ja als men dan van een bespotting van het koningschap spreken wil, zoo is het daar. Welke rol precies Boris bij de jongste omwenteling in zijn land heeft gespeeld, is nog niet precies te zeggen. Er zijn, tweeërlei soort berichten. Maar beide al even droef en ergerlijk. Volgens het eene bericht zou „ko ning" Boris eigenlijk in 't geheel geen rol hebben gespeeld. Ook hij zou gan- schelijk overrompeld zijn. Metverdwaas- den blik keek hij 's morgens vroeg dr. Zanhof en de zijnen aan, die hem kwa men zeggen: „Sire! wij hebben uw ministers afgezet en in de cel gestopt en zijn zelf op hun plaats gaan zitten, hier hebben we onze aanstelling, wil daar even uw naam onder zetten. Wat dan Boris, na eenige aarzeling deed. Volgens een andere lezing, zou ko ning Boris van de zaak hebben afge weten, min of meer in 't partij-complot zijn geweest, aangezet door zijn vader, ex-koning Ferdinand, den „Koburger" en dus, zij 't dan zijdelings, hebben saamgespannen tegen zijn eigen minis ters en aan een gewelddadige omzet ting hebben meegedaan. Beide opvattingen, beide lezingen zijn al even onmogelijk met onze op vatting van het koningschap en met onze beginselen te rijmen. Zóó koning zijn neen! Zoo is het een vernedering. Of het raakt aan de misdaad. En een vorst, die in een positie ge drongen wordt om öf het een öf het ander te doen, heeft slechts dézen uit weg: Liever een stil burger desnoods in een vreemd land, maar met een ge ruste consciëntie, dan zóó te blijven in 't bezit van troon en kroon. V Bijgeloof. Op den Uitkijk. Land- en Tninbonw. verklaren haar ont» at haar man zich op V. bevond, heeft .r opengedaanwerd, :r, mevr. v. B.t die aar was, is zij naar haar man's jas aan j trof Mr. v. B. in an mevr. de G.—V. rhoud met hem en derhoud plaats had, Mevr. v. B. stak in de rechterborst, ct. Hevig bloedend de gang over, naar ar zijn vrouw, waars eeft mij gestoken.« vr. v. B. zich met de bewoonster van misschein ook het an de woede van buitenbant afsloot. -V. naar buiten om was niet te vinden, heer Van Alsem, die Irama woont, de po= lienst waarschuwde, contact te krijgen in het afgesloten geen teeken van werd dan ook al 'n B. zich van het chen arriveerde de beerde men binnen heer Van Alsem ouw doet u open, hiernaast 1 oen werd eensklaps vr. Van B. zelf. Op B. stervende, zeer kalm, alleen De G.—V. zich aan rn avond. Mevr. v. ireau overgebracht, roffene is blijkbaar vr. v. B. zich met t geweldige bloed» nog gestuit kunnen 1923 veiling bij A. ge en op Woensdag egierse aldaar half zes uur (Wette» erf geteekend no. Oude Tonge, inge» 1923 des voormids ijd) ten huize van Prooijen aan den verkooping om ure Goederen. ,N. Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75' Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. 1923, te Dirksland' V bij veilingen op aldaar, in Hotel dagen des avonds n verzoeke van den liddelharnis, van en grond, te Dirks» ad. Sectie B, num» 6.66 Aren. 1923 aan den heer land, voor f 390.— 23, des avonds ten gensplaat in Hotel :ewas van de dijken lder onder de Ge» perceelen zooals an Vrouwe D. C. en |B. 2 perceelen hen polder te Ooit» aaien ten verzoeke ldaar. aria's, Clivea's» i, Alalia's ens. anten, Poottilen» 0000. Aarbeien. en verder alles ak behoort ;CHT. - Franco terug ■PR1JZEN| weg 166 en 75, Rotterdam ;se, Middelhar- rkslandP. v. Sommeisdijk: uddorp; H. Si nge; C. Moer- is; A. Soesman, VerweQJacz., scouratit anaer .De LeMe"« VE RFLAKKEE te weg) is of? eiken ïstellenden GRA- sgewenscht geeft itin gen, die moch- a MM61 Wij lezen in het Hbl. Op het eiland Marken woont een jong echtpaaar, dat meent in den nacht gehinderd te worden door een kwaden geest. De echte» lieden verklaren, dat, als zij op bed liggen, een kwade geest met hun lichaam in aanraking komt en dat zij den geest ook hebben gezien. Zij hebben daarom aan een paar Marker visschers gevraagd om 's nachts bij hen te waken. Deze personen w.o. één der nieuwe raadsleden, hebben eenige malen 's nachts in de woning de wacht gehouden, doch geen geesten gezien. En toen de «wachters van den nacht« in het huis waren hebben ook de bevreesde echtelieden niets van een geest bemerkt. Men is ook naar een »duivelverjaarster« geweest, met gevolg, dat bij een oude Mar» ker vrouw, die tot »bekollen« in staat werd geacht, een kruis op de stoep en onder het raam van haar woning is geschilderd Mits men nu maar niet doet, alsof in meer »beschaafde« streken en plaatsen en onder «meer ontwikkelde'! menschen geen bijgeloof gevonden wordt, willen we wel onze bevreem» ding uiten, dat op zoo'n goed orthodox eiland nog zulke bijgeloovigheden voorkomen. Gods Kerk houdt altijd werk. Ook in t onderzoek naar en de bestrijding van 't God onteerend bijgeloof. Gauw dood. 't Wurm heeft geen acht dagen geleefd Het is toch, moet ik zeggen, curieus De nieuwe postzegels waren dan toch door een jury van kunstenaars gekeurd en als de róóm van de melk aangeprezen, en heel 't Nederlandsche volk vindt ze afschu» welijk. 't Nieuwe «volkslied» waarin «Vader Willem» op zoo onbehoorlijke wijze uit den Delftschen grafkelder wordt gehaald is dan toch door een jury van kunstenaars»letterkun» digen, waarin géén »kwajongens« zaten, ge» wógen en in orde bevonden, bekroond en binnen acht dagen is 't onder den bijten» den spot en den opbruisenden tegenzin van ons volk zoo afdoende doodgedrukt. Dat de Commissie 't maar niet eens op mu» ziek zal laten zetten 't Is, naar gemeld wordt, al begraven. Er zal gezocht worden naar 'n exemplaar dat beter voldoet er zijn nóg 124 «proeven Nadruk verbodeH. Het is heel wat jaren geleden. Dr. Kuyper leefde nog en was nog in zijn krachtde antirevolutionaire partij was in haar opkomst en nam aan elke verkiezing deel met jeugdigen levensmoed. We hadden toen niet zooveel klein partijgeheibel,, als onlangs op allerlei plaatsen met de gemeen» telijke stembus openbaar kwam, dat herinner ik me nog wel We hadden dan Kamersstemdag gehad. De tijd lag nog maar kort achter ons, dat 's namiddags de stembussen rustigjes gesloten en gezegeld werden's avonds of 's nachts naar het hoofdstembureau werden overge» bracht, om eerst den volgenden dag geopend, door elkaar geschud en geteld te worden. Dat was toch óók wel 'n leuke tijd Wanneer dan een district «wankel» was, tjongewat kón er dan rondom 't raadhuis van zoo'n »hoofdplaats«, tijdens het stemmen» tellen een veeI»honderd»koppige massa zich opeenpakken en als dan rappe handen elk kwartier weer in cijfers voor een der ramen openbaarden, hoe 't stónd, dan bleek wel wat groote hoeveelheid politieke electriciteit er in de lucht zat. Dan moest wél eens de politie worden versterkt Dan werden er mettenwóórde soms gewei» dige, politieke veldslagen rondom het telhuis geleverd, dat weet ik wel. Maar die tijd was achter den rug. Er werd nu dadelijk na 't stemmen op elk bureau getèld en zoo had men 's avonds den uitslag van 't heele land. Men had toen de »herstemming« nog. En er was nog geen officieele Coalitie of Concentratie, waardoor van te vóren afspra» ken werden gemaakt, zoodat feitelijk eerst de herstemmingen beslisten en wij, antirevolu» tionairen, wisten 't weldan deden w ij in den regel dienst als de kop»van»Jutwij wa» ren toen óók al de politieke «bonte hond» waar wij niet bij eerste stemming onzen slag geslagen hadden, was 't in den regel mis. Wat niet wegneemt, dat onze mannen hun best deden alsóf zij ze al te gader winnen zouden. Nu weten de ouderen 't nog wel Daags na de stembus vergaderde, geregeld, zoo op den middag, 't Centraal Comité, om een advies op te stellen met 't oog op de herstemmingen. En direct na die vergadering werd een andere geopend, n.l. van hetzelfde Centraal Comité mét de afgevaardigden der kiesvereenigingen in de districten waar her» stemming was, om dat advies van het Centraal Comité te ontvangen en te bespreken. Dat kon een geanimeerde bijeenkomst zijn Natuurlijk was dr. Kuyper 't middelpunt. Dat ging dien dag met hem in drie stadia. Eerst overwoog en overdacht hij rijpelijk 's morgens op zijn studeerkamer den uitslag van de stembus, aie den vorigen avond tele» grafisch was binnengekomen. Zoo kwam hij voor zichzelf tot 'n advies. Daarmee ging hij dan 's middags tot de vergadering van het Centraal Comité en in hoofdzaak ging dat advies er dan natuurlijk dóór. Niet, omdat Kuyper het C. C. als een tyran regeerde, maar omdat hij de kaart van het land en de partijen kende gelijk niemand en zijn advies dus in zichzélf reeds zijn aan» beveling had. En in de derde plaats kwam dan 't Cen» traal Comité met dr. Kuyper als woordvoer» der, met dit advies in de grootere bijeenkomst, bovenbedoeld. Het was en bleef een advies. 'k Herinner me heel goed, de keeren dat ik er bij geweest ben, hoe de 'voorzitter van het Centraal Comité er de nadruk op legde, dat de Centrale Kiesvereeniging in elk district autonoom bleef en volkomen gerechtigd was om van het «advies» van 't Centraal Comité af te wijkendr. Kuyper legde er steeds alle nadruk op, dat de georganiseerde partij was een Bond van kiesvereenigingen, die zich vrijwillig in een bepaald verband be» gaven en slechts gebonden waren door de beginselen, het program en de besluiten der gemeenschappelijk gehouden Deputaten»verga» dering. Het Centraal Comité kón geen beslui» ten nemen, die de p a r t ij bonden het gaf slechts een advies. Dit «slechts» moet men goed verstaan. Gewoonlijk werd het advies gevolgd. Maar er waren ook afwijkende gevallen en negen van de tien keeren bleek dan wel, dat het «advies» toch wel 't beste was geweest. Want Kuyper was van deze leer en daar had hij gelijk in ook: Jullie hebben het recht om van het »advies« af te wijken, maar als ik van meening ben dat je daar dom aan doen, dan heb ik ook als journalist het recht om jullie dat in de «Standaard» te doen ver» staan, gelijk Gideon het de lieden van Sukkoth «deed verstaan«. En als dr. Kuyper over iemand de doornen en distelen der woestijn ophief, dan was de» zelve persoon nog niet gelukkig. Zoo kwam dan het herstemmings»»advies« in die vergadering ter sprake en dat gaf ge» woonlijk aanleiding tot warme discussiën. Want waarlijk, 't wis zoo eenvoudig niet. 't Moest gaan met ruilen over»en=weer. Als er dan districten waren, die door mid» del van het »advies« konden gewonnen wor» den, doordat men een andere partij op ónzen man hoopte te doen stemmen, dan vonden de onzen dat fijn. Maar als dan onzerzijds wederdienst moest bewezen worden en de onzen moesten een indere partij helpen, dat die in een ander district er haar man in kreeg, din waren onze mannen daar niet zoo hap» pig op. Het ging er dus soms warm toe. Maar dan was Kuyper in z'n kracht. Moest het, dan was er hooge ernst, klem van redenen, soms half ingehouden toorn in zijn stem en op zijn lippen. Maar in den regel ging hij gemoedelijk met zijn vrienden om en din was dr. Kuyper op z'n leukst. Zoo herinner ik me b.v. één geval, En daar wou ik nu juist op komen ik wijd wat lang en veel uit over die oude historiën, maar ik heb tenslotte ook 't recht, om in deze rubriek wat te kouten en als een goede bekende bij de broederen aan tafel te schuiven en rustig wat te »babbelen«, èn daarbij, de jongeren lezen nog wel eens graag wat over dien nu ook al weer ouden tijd, Zoo herinner ik me dit geval Eén der afgevaardigden van Amsterdam, dat toen negen disiricten had, was het met dr. Kuyper niet eens, wat een bepaald onder» deel van diens «advies» betrof. Hij meende een beteren weg te zien. Nu zijn die Amsterdammers, dat moet tot hun eer gezegd, of men er een of honderd ontmoet, in den regel goed van de tongriem gesneden ze kunnen praten als Brugman, die vóór eeuwen in hun stad zijn sermoenen hield. En onze man had dan ook een heel betoog opgezet, wel begrijpende dat dr. Kuyper de eerste de beste niet was, een betoog dat hij met veel welsprekendheid in 't midden der vergadering te berde bracht, om op dat be» paalde punt dr. Kuypers »advies« te ontzenu» wen. Enfin, 't liep tegen 't eind en er was nog even tijd. Kuyper liet hem stil begaan. Zoo af en5 toe wierp hij op den vurigen spreker een blik, of»ie zeggen wilde de man was niet lang van stuk en wat petiet «kerel» tje wat maak jij ie druk!« Maar dón kon hij ook weer zitten luisteren, alsof hem werkelijk een nieuw licht opging en nieuwe gezichts» punten werden geopend. Eindelijk was de spreker uitgepraat. En wij dachten«Die kan 't zéggen Waren benieuwd, wat dr. Kuyper tegen zijn argumenten inbrengen zou. Zooals men wel weet, dat diens gewoonte was, begon deze met enkele punten van meer neutralen en ondergeschikten aard, om er wat gang in te krijgeri. En daarop kwam het ineens «En nu kom ik tot broeder X Dan kon Kuyper's gelaat zonnig worden, als hij aantoonen ging, dat de broeder die ge» sproken had den spijker zeer zeker op den kop zóó geslagen hebben, indien niet En ja dan was hetberg je maar «Broeder X aldus Kuyper heeft vele, juiste en voortreffelijke opmerkingen gemaakt. Maar broeder X heeft één voorname zaak over 't hoofd gezien en Jat zal ik de andere broeders even met een beeld duidelijk maken. Zie, broeder X heeft een gulden in den zak, ja, natuurlijkwel meer dan één, maar dit is nu m ij n gulden dien ik hem in den zak maak X heeft een gulden in den zak en vraagt zich af hoe hij daarvan 't meest profijt trekken kan. Nu heeft hij kleingeld noodig en hij vraagt een vriend of die hem ook tien dubbeltjes wisselen kan. Dat gaat aan, maar br. X. kan méér kleingeld gebruiken en vraagt ook een tweeden vriend of»ie tien dubbeltjes wisselen kan en nu begaat br. X deze kleine vergissing, dat hij meent met zijn éénen gul» den twee vrienden te kunnen bevredigen en twee keer tien dubbeltjes te kunnen wisselen En natuurlijk, dan was broeder X onder het algemeene gelach al weg. Maar Kuyper verroerde geen spier en ging voort «Ik zal nu even aantoonen, dat mijn geachte opponent met de kiesdistricten net eender handelen wil, als ik hem met dien gulden liet doen maar men kan een gulden slechts één keer wisselen, broeders En met enkele woorden kwam de toepas» sing. Wat wil nu 't geval Dat ik dezer dagen in de «Stand.», onder redactie van Kuyper's opvolger, zij 't ook in heel ander verband precies diezelfde herinnering aan den gulden lees. Dat deed de oude herinneringen boven» drijven, waaraan ik me in dit stuk, laat ik dan zeggen, heb te buiten gegaan zóó dat ik Colijns waarschuwing, waar ik eigenlijk op komen wilde, eerst in een volgend stuk tot onderwerp mijner besprekingen maken kan. Enfin, ook dan houdt zij klem. UITKIJK. PROEVEN OMTRENT AARDAPPEL. ZIEKTEN EN NOG WAT. Naar aanleiding van het groote internatio» nale congres van phytopathologen en ento» mologen te Wageningen, waar geleerden van 20 verschillendelanden gedurende enkele dagen in goede harmonie samenwerkten, wil ik enkele opmerkingen maken over de inrichting der verschillende proeven die aan het nieuwe aard» appel»laboratorium in uitwerking zijn ofwel, zullen worden uitgewerkt. Voor den landbouw is het van weinig be» lang bij welke temp. aardappels worden be» waard, daar men ze pas in 't voorjaar zet en het niet zoo nauw neemt wanneer men aan 't rooien gaat. In den tuinbouw is dit anders. Men poot reeds vroeg onder het nemen van allerlei voorzorgen, om zoo vroeg mogelijk te kunnen oogsten. Om dit te bereiken zet men vroeg rijpe soorten. De temp. waarbij de aardappels bewaard worden, en waarbij men ze Iaat kie» men, voordat ze in den grond komen is echter van veel belang, voor het verkrijgen van zeer vroege aardappels. Het nieuwe laboratorium is nu in het bezit van een koelmachine, waar» mede men de gewenschte lage temperaturen kan verkrijgen, terwijl de machine der centrale verwarming voor de normale hoogere temp. zorgt. Verder zijn yen groot aantal thermo» staten aanwezig, welke electrisch verwarmd worden, en automatisch de temp. op constante hoogte gehouden wordt (temperaturen van 15 X X 30. Voor den buitenstaander zijn deze dingen en al wat er mee samenhangt (het kweken van reikultures der aardappelziekten) van geen belang. Op het veld naast het lab. kan men de vol» gende proeven momenteel in werking zien. Allereerst zijn de aardappelziekten ieder zuiver gekweekt en houdt men deze zuiver. Deze planten waar slechts één ziekte op voor» komt, dienen voor proefnemingen ter bestu» deering van de geïsoleerde ziekte. Daartoe neemt men b.v. tabak (die natuurlijk absoluut gezond is) en ent de betreffende ziekte over. Doe' men dit met verschillende aardappel» ziekten, dan blijkt dat sommige tabaksplanten ziek, andere niet ziek worden. Later ent men de tabak weer terug op absoluut gezonde aardappels. Het verrassende resultaat treedt nu op dat ook de tabaksplanten die niet ziek schenen, teruggeënt op de gezonde aardappel, deze ziek wordt, en de ziekte krijgt die men het eerst op de tabak entte. Het is dus als ent men een kip met miltvuur. De kip blijft leven. Ent men een rund met het bloed dezer geïnfecteerde kip, dan sterft het dier spoedig aan miltvuur. De verklaring van beide geval» len is niet gelijk, doch de gevallen lijken op 't oog op elkaar. Door deze en dergelijke proeven krijgt men 'n inzicht in den aard der ziekte, wijze van verspreiding, invloeden van buiten, en maatregelen ter bestrijding. Zeer interessant zijn ook de proeven om» trent de verspreiding van aardappelziekten onder verschillende klimaats invloeden. In gezonde aardappelen werden bovengenoemde eenziekige aardappels gepoot. De omringenden kunnen dan al of niet aangetast worden, wat blijkt door het uitpoten der buren. Daaruit is dus na te gaan, hoever een ziekte zich 't eerste jaar direct al verspreidt. Van veel invloed is de tijd van rooien op de ziekteverspreiding met het pootgoed. Het blijkt op het proefveld dat vroeg gerooide aardappels veel minder ziek zijn in nun na» komelingschap dan dat men ze rooit als 't loof dood is. De oorzaak ligt in 't feit dat vroeg gerooid, bij primaire aantasting in vele gevai» len de ziekte die wel in 't blad te zien is, de knollen nog niet heeft bereikt. Ook de klimaats invloeden op'het pootgoed worden nagegaan. Hier toe worden gezonde poters uit Schotland, Denmark, Russia, Gro» ningen, Friesland, Wageningen etc. naast elkaar op veldjes uitgepoot. Het valt nu makkelijk na eenige jaren, bij gelijke behandeling, te concludeeren welke poters in dit speciale geval, zich het best gedragen hebben. Vele en lang voortgezette proeven, kunnen dan leiden tot 'n conclusie, met groote kans op juistheid, wat voor onze omstandigheden de beste plaats is om z'n pootgoed te betrekken.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1923 | | pagina 1