Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
Eersteling'
Antirevolutionair
IN HOC SIGNO YINCES
Proeftuin
No. 2924
ZATERDAG 30 JUNI 1923
38ste JAARGANG
EERSTE BLAD.
Koning of Knecht?
ingen
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers.
LANTEN
VERVERIJ
ASSCHERIJ
ERENS
0p zichzelf zoo heet het in haar
program acht de antirevol. partij
geen enkelen regeeringsvorm de eenig
juiste.
Dus ook het Koningschap niet.
Dr. Kuyper legde er b.v. meermalen
den nadruk op dat de regeering in de
republiek van Paul Kruger véél meer
antirevolutionair was dan in het Konink
rijk Italië.
Onze partij let op tijden en natiën.
En bovenal op de leidingen Gods.
En dit alles in aanmerking genomen,
is het voor de a.r. partij geen open
vraag, welke regeeringsvorm in dézen
tijd voor Nederland de meest wensche-
-lijke is, n.l. het grondwettig koningschap,
gebonden aan de dynastie der Oranje's.
Het „grondwettig" koningschap.
Daarover is weieens smadelijk ge
sproken.
Als zou dit een spotbeeld zijn van
het waarachtige koningschap.
Als zou een „grondwettig" koning
feitelijk niets anders dan een „strooko-
ning" zijn, als ik 't zoo es zeggen mag
een ledepop die draait en buigt al naar
de partijen aan de touwtjes trekken.
Niets echter is minder waar.
Er zijn in de geschiedenis zooge
naamd „absolute" koningen aan te wij
zen, die hun leven lang niet anders zijn
geweest dan de speelbal hunner hove
lingen hunner raadgevers, hunner groo-
ten.
Rechtens hadden ze alles te zeggen.
En in feite net precies niets.
Tegenover dezulken stel ik als voor-
eeld te anderer zijde iemand als koning
Haakon van Noorwegen.
Die is rond-en-om „beconstitueerd"
Er zal wel nergens ter wereld zulk
een „democratische" grondwet gevon
den worden, die zelfs een mogelijkheid
geopend heeft, dat een wetsvoorstel,
waarmee de koning zich niet vereenigen
kan en waar hij niet zijn naam onder
zetten wil, toch in 't eind kracht-van-
wet krijgt.
'k Prijs dit niet ter navolging
Doch geef het slechts ter illustratie.
Welnu, in de praktijk blijkt, dat
het absoluut niet zóó is, als zou koning
Haakon in zijn land niets te zeggen
hebbenzijn invloed is er niet gering.
Het „absolute" koningschap:
Is goed bezien, om terug te huiveren,
't Groote onderscheid werkt hier tus-
schen den Schepper en het schepsel.
God is „absolute" Koning.
En nu geven we toe, dat een volk
op zulk een lager trap van ontwikke
ling staat, dat het wel „absoluut" móét
worden geregeerd en als de Heere dan
over zulk een volk een koning verwekt,
kan deze niet anders dan „absoluut"
regeeren.
Maar t is om er onder te be
zwijken
Die verantwoordelijkheid
mensch
Die een zondaar is en juist vanwege
de groote macht, hem gegeven, zoo licht
in de verleiding komt, om ook in 't
groot het kwaad te bedrijven, waarvoor
zijn zondig hart 't meest bloot ligt.
Het goed geregeld „grondwettig"
koningschap, lijkt ons het meest in
overeenstemming met de antirevoluti-
maire grondgedachten, zooals reeds Dr.
Kuyper vóór vele jaren schreef: Het
calvinisme, oorsprong en waarborg van
?onstitutioneeIe j j. Mgrond-
wettelijke" vrijheden.
Natuurlijk zjjn er bezwaren.
Gok de koning, al staat hij als soe
verein boven de partijen, heeft, mag men
aannemen, wat de staatszaken betreft
en hopen we, vooral ook wat beginsel-
op een
zaken aangaat, zijn eigen persoonlijke
overtuiging, hoe nu, als de constitu
tioneel ontwikkeling daarheen leidt,
dat hem een wet wordt voorgelegd, die
tegen zijn persoonlijke beginselen in-
druischt
Doch die vraag behandelen we thans
niet.
Zij verdient afzonderlijke bespreking.
We roeren haar thans slechts even
aan, om te laten zien, dat ze ons niet
ontgaat, doch blijven niet te min bij
onze meening, dat we als regel kiezen
voor het grondwettig koningschap, al
acht geen onzer dit het „eenig juiste".
Maar wat we zeer wél weten
Dat een koningschap, gelijk b.v. dat
van Boris van Bulgarije stellig niet anti
revolutionair is, ja als men dan van
een bespotting van het koningschap
spreken wil, zoo is het daar.
Welke rol precies Boris bij de jongste
omwenteling in zijn land heeft gespeeld,
is nog niet precies te zeggen.
Er zijn, tweeërlei soort berichten.
Maar beide al even droef en ergerlijk.
Volgens het eene bericht zou „ko
ning" Boris eigenlijk in 't geheel geen
rol hebben gespeeld. Ook hij zou gan-
schelijk overrompeld zijn. Metverdwaas-
den blik keek hij 's morgens vroeg dr.
Zanhof en de zijnen aan, die hem kwa
men zeggen: „Sire! wij hebben uw
ministers afgezet en in de cel gestopt
en zijn zelf op hun plaats gaan zitten,
hier hebben we onze aanstelling, wil
daar even uw naam onder zetten.
Wat dan Boris, na eenige aarzeling
deed.
Volgens een andere lezing, zou ko
ning Boris van de zaak hebben afge
weten, min of meer in 't partij-complot
zijn geweest, aangezet door zijn vader,
ex-koning Ferdinand, den „Koburger"
en dus, zij 't dan zijdelings, hebben
saamgespannen tegen zijn eigen minis
ters en aan een gewelddadige omzet
ting hebben meegedaan.
Beide opvattingen, beide lezingen
zijn al even onmogelijk met onze op
vatting van het koningschap en met
onze beginselen te rijmen.
Zóó koning zijn neen!
Zoo is het een vernedering.
Of het raakt aan de misdaad.
En een vorst, die in een positie ge
drongen wordt om öf het een öf het
ander te doen, heeft slechts dézen uit
weg: Liever een stil burger desnoods
in een vreemd land, maar met een ge
ruste consciëntie, dan zóó te blijven
in 't bezit van troon en kroon.
V Bijgeloof.
Op den Uitkijk.
Land- en Tninbonw.
verklaren haar ont»
at haar man zich op
V. bevond, heeft
.r opengedaanwerd,
:r, mevr. v. B.t die
aar was, is zij naar
haar man's jas aan
j trof Mr. v. B. in
an mevr. de G.—V.
rhoud met hem en
derhoud plaats had,
Mevr. v. B. stak
in de rechterborst,
ct. Hevig bloedend
de gang over, naar
ar zijn vrouw, waars
eeft mij gestoken.«
vr. v. B. zich met
de bewoonster van
misschein ook het
an de woede van
buitenbant afsloot.
-V. naar buiten om
was niet te vinden,
heer Van Alsem, die
Irama woont, de po=
lienst waarschuwde,
contact te krijgen
in het afgesloten
geen teeken van
werd dan ook al
'n B. zich van het
chen arriveerde de
beerde men binnen
heer Van Alsem
ouw doet u open,
hiernaast 1
oen werd eensklaps
vr. Van B. zelf. Op
B. stervende,
zeer kalm, alleen
De G.—V. zich aan
rn avond. Mevr. v.
ireau overgebracht,
roffene is blijkbaar
vr. v. B. zich met
t geweldige bloed»
nog gestuit kunnen
1923 veiling bij A.
ge en op Woensdag
egierse aldaar
half zes uur (Wette»
erf geteekend no.
Oude Tonge, inge»
1923 des voormids
ijd) ten huize van
Prooijen aan den
verkooping om
ure Goederen.
,N.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75' Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
1923, te Dirksland' V
bij veilingen op
aldaar, in Hotel
dagen des avonds
n verzoeke van den
liddelharnis, van
en grond, te Dirks»
ad. Sectie B, num»
6.66 Aren.
1923 aan den heer
land, voor f 390.—
23, des avonds ten
gensplaat in Hotel
:ewas van de dijken
lder onder de Ge»
perceelen zooals
an Vrouwe D. C.
en |B. 2 perceelen
hen polder te Ooit»
aaien ten verzoeke
ldaar.
aria's, Clivea's»
i, Alalia's ens.
anten, Poottilen»
0000. Aarbeien.
en verder alles
ak behoort
;CHT.
- Franco terug
■PR1JZEN|
weg 166 en
75, Rotterdam
;se, Middelhar-
rkslandP. v.
Sommeisdijk:
uddorp; H. Si
nge; C. Moer-
is; A. Soesman,
VerweQJacz.,
scouratit anaer
.De LeMe"«
VE RFLAKKEE te
weg) is of? eiken
ïstellenden GRA-
sgewenscht geeft
itin gen, die moch-
a MM61
Wij lezen in het Hbl.
Op het eiland Marken woont een jong
echtpaaar, dat meent in den nacht gehinderd
te worden door een kwaden geest. De echte»
lieden verklaren, dat, als zij op bed liggen,
een kwade geest met hun lichaam in aanraking
komt en dat zij den geest ook hebben gezien.
Zij hebben daarom aan een paar Marker
visschers gevraagd om 's nachts bij hen te
waken. Deze personen w.o. één der nieuwe
raadsleden, hebben eenige malen 's nachts in
de woning de wacht gehouden, doch geen
geesten gezien. En toen de «wachters van
den nacht« in het huis waren hebben ook
de bevreesde echtelieden niets van een geest
bemerkt.
Men is ook naar een »duivelverjaarster«
geweest, met gevolg, dat bij een oude Mar»
ker vrouw, die tot »bekollen« in staat werd
geacht, een kruis op de stoep en onder het
raam van haar woning is geschilderd
Mits men nu maar niet doet, alsof in meer
»beschaafde« streken en plaatsen en onder
«meer ontwikkelde'! menschen geen bijgeloof
gevonden wordt, willen we wel onze bevreem»
ding uiten, dat op zoo'n goed orthodox eiland
nog zulke bijgeloovigheden voorkomen.
Gods Kerk houdt altijd werk.
Ook in t onderzoek naar en de bestrijding
van 't God onteerend bijgeloof.
Gauw dood.
't Wurm heeft geen acht dagen geleefd
Het is toch, moet ik zeggen, curieus
De nieuwe postzegels waren dan toch door
een jury van kunstenaars gekeurd en
als de róóm van de melk aangeprezen, en
heel 't Nederlandsche volk vindt ze afschu»
welijk. 't Nieuwe «volkslied» waarin «Vader
Willem» op zoo onbehoorlijke wijze uit den
Delftschen grafkelder wordt gehaald is dan
toch door een jury van kunstenaars»letterkun»
digen, waarin géén »kwajongens« zaten, ge»
wógen en in orde bevonden, bekroond
en binnen acht dagen is 't onder den bijten»
den spot en den opbruisenden tegenzin van
ons volk zoo afdoende doodgedrukt.
Dat de Commissie 't maar niet eens op mu»
ziek zal laten zetten
't Is, naar gemeld wordt, al begraven.
Er zal gezocht worden naar 'n exemplaar dat
beter voldoet er zijn nóg 124 «proeven
Nadruk verbodeH.
Het is heel wat jaren geleden.
Dr. Kuyper leefde nog en was nog in zijn
krachtde antirevolutionaire partij was in
haar opkomst en nam aan elke verkiezing
deel met jeugdigen levensmoed. We hadden
toen niet zooveel klein partijgeheibel,, als
onlangs op allerlei plaatsen met de gemeen»
telijke stembus openbaar kwam, dat herinner
ik me nog wel
We hadden dan Kamersstemdag gehad.
De tijd lag nog maar kort achter ons, dat
's namiddags de stembussen rustigjes gesloten
en gezegeld werden's avonds of 's nachts
naar het hoofdstembureau werden overge»
bracht, om eerst den volgenden dag geopend,
door elkaar geschud en geteld te worden.
Dat was toch óók wel 'n leuke tijd
Wanneer dan een district «wankel» was,
tjongewat kón er dan rondom 't raadhuis
van zoo'n »hoofdplaats«, tijdens het stemmen»
tellen een veeI»honderd»koppige massa zich
opeenpakken en als dan rappe handen elk
kwartier weer in cijfers voor een der ramen
openbaarden, hoe 't stónd, dan bleek wel
wat groote hoeveelheid politieke electriciteit
er in de lucht zat.
Dan moest wél eens de politie worden
versterkt
Dan werden er mettenwóórde soms gewei»
dige, politieke veldslagen rondom het telhuis
geleverd, dat weet ik wel.
Maar die tijd was achter den rug.
Er werd nu dadelijk na 't stemmen op elk
bureau getèld en zoo had men 's avonds den
uitslag van 't heele land.
Men had toen de »herstemming« nog.
En er was nog geen officieele Coalitie of
Concentratie, waardoor van te vóren afspra»
ken werden gemaakt, zoodat feitelijk eerst de
herstemmingen beslisten en wij, antirevolu»
tionairen, wisten 't weldan deden w ij in
den regel dienst als de kop»van»Jutwij wa»
ren toen óók al de politieke «bonte hond»
waar wij niet bij eerste stemming onzen
slag geslagen hadden, was 't in den regel mis.
Wat niet wegneemt, dat onze mannen hun
best deden alsóf zij ze al te gader winnen
zouden.
Nu weten de ouderen 't nog wel
Daags na de stembus vergaderde, geregeld,
zoo op den middag, 't Centraal Comité, om
een advies op te stellen met 't oog op de
herstemmingen. En direct na die vergadering
werd een andere geopend, n.l. van hetzelfde
Centraal Comité mét de afgevaardigden der
kiesvereenigingen in de districten waar her»
stemming was, om dat advies van het Centraal
Comité te ontvangen en te bespreken.
Dat kon een geanimeerde bijeenkomst zijn
Natuurlijk was dr. Kuyper 't middelpunt.
Dat ging dien dag met hem in drie stadia.
Eerst overwoog en overdacht hij rijpelijk
's morgens op zijn studeerkamer den uitslag
van de stembus, aie den vorigen avond tele»
grafisch was binnengekomen.
Zoo kwam hij voor zichzelf tot 'n advies.
Daarmee ging hij dan 's middags tot de
vergadering van het Centraal Comité en in
hoofdzaak ging dat advies er dan natuurlijk
dóór. Niet, omdat Kuyper het C. C. als een
tyran regeerde, maar omdat hij de kaart van
het land en de partijen kende gelijk niemand
en zijn advies dus in zichzélf reeds zijn aan»
beveling had.
En in de derde plaats kwam dan 't Cen»
traal Comité met dr. Kuyper als woordvoer»
der, met dit advies in de grootere bijeenkomst,
bovenbedoeld.
Het was en bleef een advies.
'k Herinner me heel goed, de keeren dat
ik er bij geweest ben, hoe de 'voorzitter van
het Centraal Comité er de nadruk op legde,
dat de Centrale Kiesvereeniging in elk district
autonoom bleef en volkomen gerechtigd
was om van het «advies» van 't Centraal
Comité af te wijkendr. Kuyper legde er
steeds alle nadruk op, dat de georganiseerde
partij was een Bond van kiesvereenigingen,
die zich vrijwillig in een bepaald verband be»
gaven en slechts gebonden waren door de
beginselen, het program en de besluiten der
gemeenschappelijk gehouden Deputaten»verga»
dering. Het Centraal Comité kón geen beslui»
ten nemen, die de p a r t ij bonden het gaf
slechts een advies.
Dit «slechts» moet men goed verstaan.
Gewoonlijk werd het advies gevolgd.
Maar er waren ook afwijkende gevallen en
negen van de tien keeren bleek dan wel, dat
het «advies» toch wel 't beste was geweest.
Want Kuyper was van deze leer en daar had
hij gelijk in ook: Jullie hebben het recht om
van het »advies« af te wijken, maar als ik
van meening ben dat je daar dom aan doen,
dan heb ik ook als journalist het recht om
jullie dat in de «Standaard» te doen ver»
staan, gelijk Gideon het de lieden van
Sukkoth «deed verstaan«.
En als dr. Kuyper over iemand de doornen
en distelen der woestijn ophief, dan was de»
zelve persoon nog niet gelukkig.
Zoo kwam dan het herstemmings»»advies« in
die vergadering ter sprake en dat gaf ge»
woonlijk aanleiding tot warme discussiën.
Want waarlijk, 't wis zoo eenvoudig niet.
't Moest gaan met ruilen over»en=weer.
Als er dan districten waren, die door mid»
del van het »advies« konden gewonnen wor»
den, doordat men een andere partij op ónzen
man hoopte te doen stemmen, dan vonden
de onzen dat fijn. Maar als dan onzerzijds
wederdienst moest bewezen worden en de
onzen moesten een indere partij helpen, dat
die in een ander district er haar man in kreeg,
din waren onze mannen daar niet zoo hap»
pig op.
Het ging er dus soms warm toe.
Maar dan was Kuyper in z'n kracht.
Moest het, dan was er hooge ernst, klem
van redenen, soms half ingehouden toorn in
zijn stem en op zijn lippen. Maar in den
regel ging hij gemoedelijk met zijn vrienden
om en din was dr. Kuyper op z'n leukst.
Zoo herinner ik me b.v. één geval,
En daar wou ik nu juist op komen
ik wijd wat lang en veel uit over die oude
historiën, maar ik heb tenslotte ook 't recht,
om in deze rubriek wat te kouten en als een
goede bekende bij de broederen aan tafel te
schuiven en rustig wat te »babbelen«, èn
daarbij, de jongeren lezen nog wel eens graag
wat over dien nu ook al weer ouden tijd,
Zoo herinner ik me dit geval
Eén der afgevaardigden van Amsterdam,
dat toen negen disiricten had, was het met
dr. Kuyper niet eens, wat een bepaald onder»
deel van diens «advies» betrof.
Hij meende een beteren weg te zien.
Nu zijn die Amsterdammers, dat moet tot
hun eer gezegd, of men er een of honderd
ontmoet, in den regel goed van de tongriem
gesneden ze kunnen praten als Brugman, die
vóór eeuwen in hun stad zijn sermoenen hield.
En onze man had dan ook een heel betoog
opgezet, wel begrijpende dat dr. Kuyper de
eerste de beste niet was, een betoog dat hij
met veel welsprekendheid in 't midden der
vergadering te berde bracht, om op dat be»
paalde punt dr. Kuypers »advies« te ontzenu»
wen.
Enfin, 't liep tegen 't eind en er was nog
even tijd. Kuyper liet hem stil begaan. Zoo
af en5 toe wierp hij op den vurigen spreker
een blik, of»ie zeggen wilde de man was
niet lang van stuk en wat petiet «kerel»
tje wat maak jij ie druk!« Maar dón kon hij
ook weer zitten luisteren, alsof hem werkelijk
een nieuw licht opging en nieuwe gezichts»
punten werden geopend.
Eindelijk was de spreker uitgepraat.
En wij dachten«Die kan 't zéggen
Waren benieuwd, wat dr. Kuyper tegen zijn
argumenten inbrengen zou.
Zooals men wel weet, dat diens gewoonte
was, begon deze met enkele punten van meer
neutralen en ondergeschikten aard, om er wat
gang in te krijgeri. En daarop kwam het ineens
«En nu kom ik tot broeder X
Dan kon Kuyper's gelaat zonnig worden,
als hij aantoonen ging, dat de broeder die ge»
sproken had den spijker zeer zeker op den kop
zóó geslagen hebben, indien niet
En ja dan was hetberg je maar
«Broeder X aldus Kuyper heeft vele,
juiste en voortreffelijke opmerkingen gemaakt.
Maar broeder X heeft één voorname zaak
over 't hoofd gezien en Jat zal ik de andere
broeders even met een beeld duidelijk maken.
Zie, broeder X heeft een gulden in den zak,
ja, natuurlijkwel meer dan één, maar dit is
nu m ij n gulden dien ik hem in den zak maak
X heeft een gulden in den zak en vraagt zich
af hoe hij daarvan 't meest profijt trekken kan.
Nu heeft hij kleingeld noodig en hij vraagt
een vriend of die hem ook tien dubbeltjes
wisselen kan. Dat gaat aan, maar br. X. kan
méér kleingeld gebruiken en vraagt ook een
tweeden vriend of»ie tien dubbeltjes wisselen
kan en nu begaat br. X deze kleine
vergissing, dat hij meent met zijn éénen gul»
den twee vrienden te kunnen bevredigen en
twee keer tien dubbeltjes te kunnen wisselen
En natuurlijk, dan was broeder X onder
het algemeene gelach al weg.
Maar Kuyper verroerde geen spier en ging
voort
«Ik zal nu even aantoonen, dat mijn geachte
opponent met de kiesdistricten net eender
handelen wil, als ik hem met dien gulden
liet doen maar men kan een gulden
slechts één keer wisselen, broeders
En met enkele woorden kwam de toepas»
sing.
Wat wil nu 't geval Dat ik dezer dagen
in de «Stand.», onder redactie van Kuyper's
opvolger, zij 't ook in heel ander verband
precies diezelfde herinnering aan den gulden
lees. Dat deed de oude herinneringen boven»
drijven, waaraan ik me in dit stuk, laat ik
dan zeggen, heb te buiten gegaan zóó dat
ik Colijns waarschuwing, waar ik eigenlijk op
komen wilde, eerst in een volgend stuk tot
onderwerp mijner besprekingen maken kan.
Enfin, ook dan houdt zij klem.
UITKIJK.
PROEVEN OMTRENT AARDAPPEL.
ZIEKTEN EN NOG WAT.
Naar aanleiding van het groote internatio»
nale congres van phytopathologen en ento»
mologen te Wageningen, waar geleerden van
20 verschillendelanden gedurende enkele dagen
in goede harmonie samenwerkten, wil ik enkele
opmerkingen maken over de inrichting der
verschillende proeven die aan het nieuwe aard»
appel»laboratorium in uitwerking zijn ofwel,
zullen worden uitgewerkt.
Voor den landbouw is het van weinig be»
lang bij welke temp. aardappels worden be»
waard, daar men ze pas in 't voorjaar zet en
het niet zoo nauw neemt wanneer men aan
't rooien gaat.
In den tuinbouw is dit anders. Men poot
reeds vroeg onder het nemen van allerlei
voorzorgen, om zoo vroeg mogelijk te kunnen
oogsten. Om dit te bereiken zet men vroeg
rijpe soorten. De temp. waarbij de aardappels
bewaard worden, en waarbij men ze Iaat kie»
men, voordat ze in den grond komen is echter
van veel belang, voor het verkrijgen van zeer
vroege aardappels. Het nieuwe laboratorium
is nu in het bezit van een koelmachine, waar»
mede men de gewenschte lage temperaturen
kan verkrijgen, terwijl de machine der centrale
verwarming voor de normale hoogere temp.
zorgt. Verder zijn yen groot aantal thermo»
staten aanwezig, welke electrisch verwarmd
worden, en automatisch de temp. op constante
hoogte gehouden wordt (temperaturen van
15 X X 30.
Voor den buitenstaander zijn deze dingen
en al wat er mee samenhangt (het kweken
van reikultures der aardappelziekten) van geen
belang.
Op het veld naast het lab. kan men de vol»
gende proeven momenteel in werking zien.
Allereerst zijn de aardappelziekten ieder
zuiver gekweekt en houdt men deze zuiver.
Deze planten waar slechts één ziekte op voor»
komt, dienen voor proefnemingen ter bestu»
deering van de geïsoleerde ziekte. Daartoe
neemt men b.v. tabak (die natuurlijk absoluut
gezond is) en ent de betreffende ziekte over.
Doe' men dit met verschillende aardappel»
ziekten, dan blijkt dat sommige tabaksplanten
ziek, andere niet ziek worden. Later ent men
de tabak weer terug op absoluut gezonde
aardappels. Het verrassende resultaat treedt
nu op dat ook de tabaksplanten die niet ziek
schenen, teruggeënt op de gezonde aardappel,
deze ziek wordt, en de ziekte krijgt die men
het eerst op de tabak entte. Het is dus als
ent men een kip met miltvuur. De kip blijft
leven. Ent men een rund met het bloed dezer
geïnfecteerde kip, dan sterft het dier spoedig
aan miltvuur. De verklaring van beide geval»
len is niet gelijk, doch de gevallen lijken op
't oog op elkaar. Door deze en dergelijke
proeven krijgt men 'n inzicht in den aard
der ziekte, wijze van verspreiding, invloeden
van buiten, en maatregelen ter bestrijding.
Zeer interessant zijn ook de proeven om»
trent de verspreiding van aardappelziekten
onder verschillende klimaats invloeden. In
gezonde aardappelen werden bovengenoemde
eenziekige aardappels gepoot. De omringenden
kunnen dan al of niet aangetast worden, wat
blijkt door het uitpoten der buren. Daaruit
is dus na te gaan, hoever een ziekte zich 't
eerste jaar direct al verspreidt.
Van veel invloed is de tijd van rooien op
de ziekteverspreiding met het pootgoed. Het
blijkt op het proefveld dat vroeg gerooide
aardappels veel minder ziek zijn in nun na»
komelingschap dan dat men ze rooit als 't loof
dood is. De oorzaak ligt in 't feit dat vroeg
gerooid, bij primaire aantasting in vele gevai»
len de ziekte die wel in 't blad te zien is, de
knollen nog niet heeft bereikt.
Ook de klimaats invloeden op'het pootgoed
worden nagegaan. Hier toe worden gezonde
poters uit Schotland, Denmark, Russia, Gro»
ningen, Friesland, Wageningen etc. naast elkaar
op veldjes uitgepoot. Het valt nu makkelijk
na eenige jaren, bij gelijke behandeling, te
concludeeren welke poters in dit speciale geval,
zich het best gedragen hebben. Vele en lang
voortgezette proeven, kunnen dan leiden tot
'n conclusie, met groote kans op juistheid,
wat voor onze omstandigheden de beste plaats
is om z'n pootgoed te betrekken.