voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden..
Antirevolutionair
Orgaan
No. 2923
WOENSDAG 27 JUNI 1923
38STE JAARGANG
IN HOC SIGNO VINCES
Gemeenteraad.
Dora „Juweeltje".
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
FEUILLETON
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
KoninklijkeBoodschap.
Eigenlijk is dit niet geheel juist.
Een Koninklijke Boodschap is een staatsstuk
uitgaande van de Koningin in haar kwaliteit
van Hoofd van den Staat.
Dat nu was het nier niet.
Daarom gebruikten we ook de aanhalingstee*
kens, het was een particulier woord, dat
onze Koningin per telegraaf richtte tot het
Congres voor Inwendige Zending, dat deze
week te Amsterdam saamkwam en waarvan
de Koningin als Beschermvrouwe optrad.
Géén staatsstuk, maar een recht christelijke
groet en heilwensch. Een woord uit het hart
tot het hart, waarin de Koningin buiten haar
vorstelijken staat o m, aan degenen die met
Haar denzelfden Christus dierbaar achten een
heerlijk en bemoedigend woord doet toeko*
'n Woord waar «Pro Rege® boven kan staan.
Zie het hier
Aan de leden van het Eerste Ned. Cons
gres voor Inwendige Zending.
«Als Beschermvrouwe van het Eerste Nes
derlandsche Congres voor Inwendige Zending
acht ik mij gelukkig u een woord van web
kom te zenden, waar heden uwe werkzaams
heden aanvangen.
Moge Gods zegen rusten op uwe beraad*
slagingen en besluiten, op uw streven naar
verstaan en waardeering van allen, waarmede
uw arbeid u in aanraking brengt en uw sa*
menzijn voeren tot d i e hoogere eenheid, welke
gij allen zoekt in Christus.
Die eenheid make u sterk, zoowel voor uw
gemeenschappelijke krachtsontwikkeling, als
voor uw arbeid op eigen gebied.
Moge de zoekende liefde van onzen Hei*
land u den weg wijzen tot tegemoetkoming
aan de diepste behoeften van onzen tijd en
schenke Gods Geest u bij vernieuwing de ga=
f o;n en krachten, die deze verheven taak vors
deren®.
Dat is een van die kostelijke getuigenissen
onzer Oranjevorstin, die w ij op onze beurt
weer overdragen aan ons nageslacht!
Doe onze God aan Haar, gelijk Zij hét deze
christenbroeders toewenscht
*s* Goede raad.
De heer H. Colijn gaf «goede raad«.
Enkele jaren geleden splitste «Boaz® zich.
De aloude, christelijke werkgeversvereeni*
ging van dien naam was wat in de versuk*
keling geraakt en om dat te verhelpen, liet
men haar het leven schenken aan drie nieuwe
vereenigingende Chr. Boeren* en Tuinders*
bond, de Chr. Middenstandsvereeniging en
de Vereeniging van Christen*(groots)patroons.
Waarop »Boaz« zelf in het mausoleum
»Herinnering« werd bijgezet.
En er kwam ook nieuw leven.
Alleenlijk, 't had nog heel wat beter ges
kund. Het groote gebrek is, dat nog maar al
te veel christenswerkgevers niet inzien, waarom
zij zich met gelijkdenkenden, beter gezegd
gelijkgeloovenden zouden moeten vereenigen.
Zoo bleef de deelname zeer beperkt.
En 't is, dunkt ons, zeer goed gezien van
den heer Colijn, dat hij den raad gaf om zich
een linie terug te trekken en van de drie,
waar dat te hoog gemikt bleek, er weer in
de p r a c t ij k twéé te maken om midden*
standers en groot=patroons nog wel admini*
stratief gescheiden te houden, maar ze toch
te laten samenwonen in één organisatiehuis.
Mocht er nu verdere groei komen
Het bleek zoo, uit de stellingen van mr.
Gerbrandy, die hij verdedigde bij de Chr.
Middenstanders en uit het debat dat daarop
volgde, hoe noodig onze middenstand stelling
kiezen moet bij 't licht van Gods Woord ten
opzichte van de vragen van dezen tijd.
Héél ons christelijk werkgevers*corps heeft
daarbij het hoogste belang.
Maar dan zal 't begin toch zeker moeten
zijn, dat men zich als christensbroeders in
eigen organisatie aaneensluiten gaat.
Daartoe wekken we gaarne op.
Sleehte tijden.
Zeker de tijden zijn slecht.
Wie 't anders zegt, is ziende blind.
Maar hiertegen moet de mensch, de chris*
ten in de eerste plaats, op zijn hoede zijn,
dat hij den Heere God in zijn zegeningen
erkent.
Het is niet waar, dat de zegen weggenomen
is niet waar, dat alles misère zou zijnniet
waar dat de zaken «overal slecht gaan niet
waar dat de Heere, ook in natuurlijk opzicht,
vergeten zou hebben ons volk genadig te
zijn.
'n Schrijver was dezer dagen in den »Ach*
terhoek«.
Hij maakte er studie van de daar gevestigs
de ijzersindustrie, in allerlei vorm en tot zijn
verbazing en blijdschap mocht hij constatees
ren «En zoo zagen we in den Achterhoek
eindelijk eens fabrieken, waar niet geklaagd
werd, maar opgewekt en haTd werd gewerkt
o wonder in onzen tijd om aan de
loopende orders althans te voldoen. Pessis
misten, houdt het voor oogenook deze fa*
brieken hebben een moeilijken tijd achter
den rug.«
'k Zou nog iets anders willen zeggen
»Gij, die geleerd hebt het te verwachten
van onzen Godhoudt voor oogen, dat Hij
die de malaise hiér afwendt, het ook elders
kan doenook uw zaak weer tot fleur bren*
gen kan verwacht alléén van Hem
en doe uw best alsof üw inspanning u er
brengen moest!
Vergadering van den Gemeenteraad van
OUDDORP op Vrijdag 22 Juni des
voorm. 10 uur.
De Voorzitter, de Edelachtb. heer Gobius
du Sart opent de vergadering met gebed, waarna
hij mededeelt dat de secretaris wegens ziekte
verhinderd is de vergadering bij te wonen.
Spr. dankt den secretaris van Goedereede dat
deze aangeboden heeft tijdelijk de plaats van
den heer Hameetman in te nemen.
De notulen worden voorgelezen en onver*
anderd vastgesteld.
De VOORZITTER zegt dat hij wegens drukte
in gebreke is gebleven nog een zevende punt
aan de agenda toe te voegen en welbenoe*
ming onderwijzeres aan de Openb. L. School
no. 2. Spr. stelt voor zulks nog te doen. Wordt
goedgevonden.
De schoonhoudster van hpt gemeentehuis
W. J. S. heeft deze functie 50 jaar waargenomen
en vraagt thans tegen 1 Juli a.s. ontslag we*
gens ongesteldheid.
De VOORZITTER zegt, dat de schoon*
houdster in 1913 toen de pensioenregeling
der gemeente*ambtenaren geregeld werd f 75
per jaar verdiende. Haar werd toen geadvi*
seercl maar niet pensioengerechtigd te worden,
daar dit qnet haar gering salaris niet de moeite
waard was. Later is echter haar salaris op f 200
gebracht. En nu spijt het haar dat ze geen
pensioen krijgen kan. Spr. meent dat het niet
aangaat tegen de schoonhoudster nu maar te
zeggen «gaat heen en wordt warm®. B. en
W. stellen voor haar dus een gratificatie toe
te kennen over de laatste helft van '23 groot
f 50 en vervolgens over ieder jaar ook f 50.
Zij woont bij haar zuster in en geniet straks
haar ouderdomsrente, zoodat het dan nog wat
beteekent. Dan stellen B. en W. voor, solli*
citanten op te roepen naar deze vacature, op
een jaarwedde van f 150.
De heer J. WESTHOEVE dus f 50 minder
De VOORZITTER er is niet zoo heel veel
schoon te houden, bij elkaar is er nog geen
3 dagen werk aan.
De heer VOOGD Men moet rekening hou*
den met het feit dat de tegenwoordige schoon*
houdster lang gewerkt heeft voor f 75 per
jaar, en slechts in den ruimen tijd f 200 had.
De VOORZITTER spreekt een woord van
lof over het schoonhouden van het raadhuis.
Bizonder prijst spr. het dat de schoonhoudster
wanneer ze het bureau van spr. schoonmaakte
alle papieren weer op de oorspronkelijke plaats
legde.
Conform het voorstel van B. en W. wordt
met algemeene stemmen besloten.
De heer Joh. Tanis, vertegenwoordiger der
N.V. Handelsmij. J. v. As te Rotterdam be*
richt den raad dat het terrein dat de raad
beschikbaar wil stellen voor het bouwen van
een loods te klein is. Requestant verzoekt
den raad de loods van den havenmeester te
verplaatsen om een grootere loods te kunnen
bouwen en deze voor minstens 29 jaar te mogen
gebruiken op die plaats.
De Voorzitter licht een en ander nader toe.
Spreker zegt den heer v. As gesproken en
deze bereid gevonden te hebben f 75 per jaar
huur te geven voor den grond waar de loods
van den havenmeester op staat. B. en W.
adviseeren dit toe te staan. Het aanbod
is mooi. Conform wordt met algemeene stem*
men besloten.
De gemeenteraad van Wijnbritseradeel vraagt
adhaesiebetuiging aan zijn adres aan H.M.
de Koningin om het daar heen te leiden dat
in het Wetboek van Strafrecht wordt strafbaar
gesteld de publieke lastering van Gods Hei*
ligen Naam.
Conform wordt besloten op advies van B. en W
De gemeenteraad van Melissant vraagt ad*
haesie aan zijn adres aan de Min. van Arbeid
om de gewestelijke gezondheidscommissie af
te schaften.
B. en W. adviseeren dit schrijven voor kennis*
geving aan te nemen, aangezien de min. zich
aan dit verzoek niet zal laten gelegen liggen.
Bovendien meent de voorzitter dat ae gezond*
heidscommissie een nuttige instelling is. Flakkee
wordt van velerlei inrichtingen berooft, zoo*
als de Rijksnormaalschool en misschien gaat
het Kantongerecht van Sommelsdijk ook weg.
Spr. zou er eerder wat voor voelen een adres
te richten aan de regeering om Flakkee toch
niet van alles te berooven.
De heer KL. WESTHOEVE vraagt wat de
gezondheidscommissie kost en wat zij oplevert.
De heer VOOGD wil het maar houden zoo
't nu is. 't Is gelukkig dat de gezondheids*
commissie niets doet.
Conform het voorstel van B. en W. wordt
besloten.
Van Ged. St. zijn enkele goedkeuringen over
genomen raadsbesluiten ontvangen.
Ingevolge de wijziging van de wet op het
Onderwijs zal het vervolgonderwijs niet meer
bekostigd worden door het rijk.
De VOORZITTER zegt de onderwijzers der
Biz.* en Openbare school geraadpleegd te heb*
ben over een gemeentelijke instelling voor het
vervolgonderwijs. B. en W. meenen zooveel
mogelijk te moeten doen om het vervolg*
onderwijs te behouden. Ouddorp ligt vrijwel
geïsoleerd van alle inrichting van vervolg*
onderwijs. En er is behoefte de kinderen uit*
gebreid onderwijs te geven. Binnenkort zullen
B. en W. met een voorstel dienaangaande
komen.
De heer KL. WESTHOEVE zegt dat het
Rijk voorheen alles regelde, de raad had niets
te zeggen en nu het Rijk het niet meer dragen
kan, schuift hij het af op de gemeentebesturen.
Spr. meent dat de gemeentebesturen daar eens
een stokje voor moeten steken.
De rekening 1919 is thans na veel onderzoek
en moeite goedgekeurd.
De gemeenteraad van Smilde vraagt den raad
adhaesie te betuigen aan zijn adres aan de
regeering om de inkomstenbelasting niet' te
baseeren op een grondslag naar het inkomen
over 1 maar over 3 jaren.
De VOOZITTER zegt dat er hierover ge*
schil was in B. en W. De meerderheid is het
met het adres van Smilde eens, maar een
minderheid neemt een ander standpunt in.
De meerderheid wil adhaesie betuigen omdat
het met angst de toekomst in ziet. In het af*
geloopen jaar heeft de landbouw zoogoed als
niets opgebracht, 't Is te vreezen dat er een
groote catagorie buiten de inkomstenbelasting
valt. De rest zal dan moeten zorgen voor een
kloppende begrooting. Hier schuilt een groote
onbillijkheid in. Wordt het inkomen over 3 jaar
genomen dan is men gevrijwaard voor te
groote schommeling.
Wethouder GRINWIS is het hiermede niet
eens. Wanneer de boeren een rijk jaar gehad
hadden zou dit adres niet zijn ingekomen.
Er ontspint zich een verwarde discussie.
De heer TANIS beweert dit jaar met z'n
jongen nog geen kwartje verdient te hebben.
De heer BOSLAND gelooft dat 80 °/0 der
bevolking verloren heeft en 20 niets over
heeft gehouden.
De VOORZITTER vindt dit een reden te
meer om in den geest van Smilde te handelen.
Nu zal die 20 voor de inkomsten moeten
zorgen.
Dat is een groote onbillijkheid.
De heer BOSLAND zegt dat de visschers
ook een heel slecht jaar hebben gehad.
De heer SANDIFORT meent dat geen
mensch zich kan voorstellen hoe arm de vis*
schersbevolking is.
Wethouder VOOGD zegtdat gaat nog al,
den laatsten tijd is er nog al goed gevangen
zegt men. Maar daar gaat het nu niet ovei.
Spr. vindt het niet goed dat er jaarlijks een
groote schommeling in de financieele toestand
komt. Een gelijkmatigen druk over 3 jaar is
verreweg het voortreffelijkste.
De heer KI. WESTHOEVE gelooft niet
dat de gemeente Smilde een boerenbevolking
is want dan zou dit adres daar niet vandaan
gekomen zijn. Het zullen wel ambtenaren zijn
die daar de boel regeeren. Spr. kan zich
met het voorstel niet vereenigen. Die in hun
goede jaren hebben betaald zullen nu ook
nog eens over het slechte jaar moeten betalen,
dat is dubbel op.
Wethouder VOOGD zegt dat de heer West*
hoeve het verkeerd opvat. Het blijft hetzelfde
of men belasting betaalt naar een inkomen
over telkens één jaar of over 3 jaar. 't Wordt
toch door elkaar berekend, alleen is de be*
lastingheffing minder onderhevig aan schom*
meling.
De VOORZITTER zegt dat dit adres niets
te maken heeft met den ambtenarenstand.
Smilde is een gemeente in Drenthe met een
plattelandersbevolking net als Ouddorp. 't
Schijnt wel of bij sommige menschen de ambte»
naren alles gedaan hebben. Zij hebben te hooge
salarissen heet het en hun pensioen wordt
hun niet gegund.
De heer KI. WESTHOEVE: dat is ook zoo.
De VOORZITTER vervolgtWat Smilde
wil is de inkomstenbelasting op denzelfden
voet baseeren als de bedrijfsbelasting,
die ook over drie jaren genomen wordt. De
partij van den z.g.n. armen boerenstand is hier
natuurlijk tegen omdat '22 slecht geweest is.
Men moet echter niet achteruit zien maar
vooruit.
De heer SANDIFORT zegt dat van weers*
zijde schuld ligt. De voorzitter neemt het op
voor den ambtenaarstand. Volgens de ambte*
naren heet hef dat de boeren net als de var*
kens knorrende vet worden. De boeren even*
wel zeggen dat de ambtenaars te veel verdienen.
De VOORZITTERIk heb het niet opge*
nomen voor de ambtenaren. Dit zal ik nooit
in een openbare raadszitting doen. Ik stel
echter den heer Westhoeve de vraag hoe hij
er aan komt dat in Smilde de ambtenaren
den toon aangeven en dit adres van ambtenaren
afkomstig -is. Was dit adres product van een
vergadering van B. en S. of van den Bond
van Ned. Ambtenaren dan was het wat anders
dan had de heer Westhoeve gelijk maar nu
niet.
De heer WESTHOEVE :Van den boerenstand
komt dit adres niet. De regeering heeft alles
hoog opgevoerd en nu raakt zij in de war.
Maar nu is het de tijd dat de ambtenaren
zullen moeten betalen.
De heer VOOGD vraagt of de heer West*
hoeve, afgescheiden van persoonlijke zaken,
het niet toegeeft dat de financieele toestand
op veel gezonder basis rust wanneer de in*
komstenbelasting over 3 jaar genomen wordt.
De heer WESTHOEVE gelooft dit wel in
beginsel, maar om het nu toe te passen daar
is hij tegen. Spr. neemt het op voor de be*
4
De zon was schuil gegaan aan den huise*
lijken hemel.
»'t Is er echt gezellig,was altijd 't zeggen
geweest onder de kennissen. Van Loenen zag
altijd nog 'n humoristisch slipje onder den
langen mantel van den meest stroeven ernst
€n kon dan niet nalaten er plagerig naar te
wijzen. Léonie had de vroolijke natuur van
haar vader, verfijnd tot leuke meisjes*dartelheid
Nicolaas, 'n guit van 't gym, was 'n jongen
vol grappen, waar je hart om lachen moest,
al trok 't gezicht in 'n straffe plooi. De twee*
\?°e? waren de speelkinderen van iedereen.
pf Was n voor!)ee'd van geduld klaagde
zelden had weinig pijn en was eigenlijk min
meer buiten den kring van de huiskamer
Maar nu knarste 't huiselijk raderwerk.
e, to.01} in huis was niet helder meerals
van n bel, daar een barst in is.
Var^'^00^ °P huisaltaar, smookte,
en oinl gemelijk de krantrookte 'n pijp
viermaal n,aar bed dan ooit' Drie'
of*ienoenie+les ge. en klok te bekijken,
od met haar S n Ironie hield soms ineens
klank vindt '«S
door 't raam J, T? k?ek tijden verveeld
uit te ziin Ji boodschapjes om er es
uit te zijn. Nicolaas zei ronduit dat*ie 't 'n
«saaie boel® vond tegenwoordig in huis en
knorde tegen de tweelingen, dat Door «zuur®
was, waarbij dezen groote angstoogen zet'ten
dat*ie 't wagen dorst zoo te spreken over wie
feitelijk de hoogste autoriteit was in huis. Maar
zelf zaten ze ook vaak zeurig neer, zoekend
naar wat afleiding, daar zelden iemand zich
met hen bezig hield.
Dora was er de oorzaak van.
Zijzelf zou 't het laatst ontkennen.
Om haar draaide nu eenmaal 't huiselijk
samenleven; dat het nu knarste en knoerste,
was haar schuld. Ze wist het wel en soms
ontrust'te het haar. Maar dan suste ze haar
geweten. Niemand kon toch 't onmogelijke
van haar vergenEn ze deed immers haar
best, meer dan ooit
Ze was vroeger op dan voorheen. Nu ze
's avonds laat niet meer op haar kamertje zat,
lag ze soms om vijf uur al wakker te bed,
piekerend over haar tegenspoed. Dan kropen
booze gedachten haar in de hersens en schoven
er voort als slangetjes, heur ziel bezwadderend,
dat ze er maar vroeg uitsprong, om in druk
huisbedrijf affleiding te vinden.
Ze deed immers haar plicht I Elke huisvrouw
mocht bij haar over den vloer komen, of 't
ergens, fan kelder tot zolder, beter in orde
was dan bij haar Alles glom en glansde
de linnenkast mocht gezien wordenstipt op
tijd kreeg ieder 't noodige wat kon er meer
van1 haar worden geëischt?
Huichelen ging toch ook niet! 't Kon toch
niet van haar gevergd worden, dat ze maar
net zou doen, of er niets gebeurd was of niet
haar zoete hoop was vernield, zooals de liefe*
lijke lentebloesems door de alles verstijvende
nachtvorsten
Ze sprak er immers niet van
Sinds dien avond, toen haar vader de zeker*
heid bracht, dat het kleine kapitaaltje wég
was, had ze geen enkele toespeling meer op
haar verijdelde verwachting gemaakt.
Moeder had er den dag daaraan met innig
leedwezen wat van gezegd
't Is hard voor je, kind
Maar Dora had de schouders opgehaald.
Een norsch*onverschillig «Ochwas al, wat
ze zei en toen was ze haastig de lampetkan
gaan vullenhad, teruggekomen, snel een
ander onderwerp aangeroerd.
Toch merkte moeder wel, hoe diep het haar
wondde.
«Wou ze d'r maar es over beginnen«, zei
ze tegen Van Loenen. «Al jammerde ze nog
zoo hevig, 't zou haar lucht geven. Nou kropt
ze 't op en er over praten maakt het nog
erger.®
Maar zoo was Dora nu eenmaal.
Jammeren vond ze laf. Er was eenmaal niets
aan te doen en met jammerklachten maakte
je 't gebeurde niet ongedaan.
«Spaar je zakdoek die lijdt ervan«, placht
ze in dergelijke gevallen tot de tweelingen te
zeggen. Niemand in huis had één traan van
haar gezien. Maar ze was dezelfde niet meer
van vroegerze verstijfde de vreugd, versom*
berdé de lucht, verzwoelde de atmosfeer.
Toch had ze daar zelf geen vrede bij.
Al trachtte ze voor zichzelf dit alles recht
te redeneeren, meermalen sloeg de Geest Gods
haar 'n haak in de consciëntie, die ze niet los*
krijgen kon.
Soms was 't bij 't lezen der Schrift
«Verblijdt u te allen tijd wederom zeg ik
verblijdt u
Dus óók in de dagen des tegenspoeds.
Dan was 't weer in des Heeren Huis.
Als 't gebed na den Doop werd uitgesproken
en, als kenmerk van 't kindschap Gods, als
plicht van den christen werd genoemd, dat
het kruis niet slechts achter Christus gedragen,
maar dat het vroolijk gedragen worde.
Dan werd, éven, haar ziele ontrust.
2e wist het wel, dat onder dit uiterlijk kalm
vervullen van haar plichten een vuur brandde
van wrevelig verzet tegen hetgeen God over
haar geheugde.
De thermometer van den geestelijken om*
gang met God, 't gebed, zonk tot bij het vries*
punt. En 't ergste was de verharding in het
kwaad, 't Werd niet beter, maar slechter. Wat
eerst de wateren harer ziel nog beroerde, deed
ze nu nauwelijks rimpelen. Vrede vond ze
niet maar 'n valsche gerustheid, een sleur des
kwaads maakte zich van haar meester.
Juweeltje's glans was droef verdonkerd.
En haar gesloten, vast en puntig karakter
was oorzaak, dat geen der huisgenooten er over
spreken durfde of wilde 't zou de scherpe
snee van haar »ik« nog maar aanslijpen.
Harde karakters vragen harde middelen
's Avonds had Van Loenen geklaagd over
zware hoofdpijnen, maar Dora had er weinig
acht op geslagenmannen zijn nu eenmaal
wat kleinzeerigzóó zijn ze te slap, om op
hun beenen te staan en na éen nacht slapens
wandelen ze weer uren ver.
Midden in den nacht schelde moe.
Dora sprong er uitbang dat haar moeder
wat overkomen wasnog niet denkend aan
haar vader. Maar de schrik was dan ook te
grooter, toen ze haar vader in zware koorts
vond liggen, buiten kennis, woelend en ijlend.
Even bracht ze de hand aan de borst vanwege
't plotseling bonzen des harten, door den
schrikschok ineens in heftige beweging ge*
bracht.
Maar dan neemt ze 't roer weer vast.
'n Ledikant wordt klaargemaaktNicolaas
stuurt ze naar den dokter, 'n paar straten ver
maarze legt terwijl koude compressen op
vaders hoofd
De arts ziet het dadelijk ernstig in.
Binnen tweemaal 24 uren is Van Loenen
den dood nabij en de koorts wil maar niet
afnemen de temperatuur kruipt nog telkens
'n tiende graad omhoog
Dora werkt en waak en bidt
Maar 't gebed gaat er niet dóór
Daar is 'n muur tusschen haar en naar God
'n muur van onbeleden zonde 'n muur, dien
ze zelf heeft opgestapeld met steenen van
wrok en boozen onwil. Die muur stuit haar
gebedGod heeft 'n twist met haarWat
moet er van haar worden van de kinderen,
als vader haar ontvalt
«Dat kan zoo niet lang meer duren W
De arts spreekt het vonnis uit, zélf bleek
tegenover zoo insdroeve smart*oogen.
Onbewegelijk staat Dora als 'n beeld.
Dan keert ze zich tot haar zuster «Leonie
Blijf jij even bij vader, zeg?«
Dora gaat naar haar kamertje, waar ze in
lange niet zat en de boeken zijn geruimd in
de kast. Even staat ze nog, maar dan zinkt
ze ineen voor den stoel en spreekt met haar
God Ruimt dien muur, dien harden muur
weg verootmoedigt zich in 't stofkruipt
als aan 's Heeren voeten, of ze aan mag raken
den zoom zijns kleeds
(Wordt vervolgd.)