Rechtzaken. Buitenland. Gernengd Nieuws. iLand- eara TttisitooMw. Daaruit is z. i. gebleken, dat over het al; gemeen genomen de Christelijk Gereformeerd den geen vaste politieke overtuiging bezitten. Het gevolg van die verwarring is, dat de algemeene Christelijke belangen van ons volk schade lijden. Aan die verwarring heeft, naar de schrijver meent »De Wekker«, zonder 't zelf te bedoe; len eenigermate meegewerkt, door eerst een tijdlang stukken op te nemen die niet anders inhielden dan critiek op de A.;R. partij, en daarna plotseling te zwijgen, omdat »De Wek; ker« niet een politiek, maar een kerkelijk blad was. Dit is tot op zekere hoogte juist, zegt Ds. H., maar het gevolg is geweest, dat de vaste leiding bij de stembus ontbrak. »Wij zouden dus gaat de schrijver voort hierin zeer gaarne verandering willen zien, opdat er meer eenheid en vaste leiding kwam. En dit is zeer wel mogelijk. Ten eerste moet de band tusschen Chr. Geref. Volk en de Antirev. Partij versterkt worden, gelijk die band van ouds altijd heeft bestaan. Ten tweede moeten onze menschen opge; wekt worden en aangespoord om als lid der Antirev. Kiesvereenigingen toe te treden. Ten derde moeten bezwaren en grieven die men tegen de partij of de leiding dier partij mocht hebben niet buiten de partij besproken worden, maar binnen de kring van de partij. Daarmee dient men de zaak en breekt men niet af. Ten vierde moet het groote hoofddoel ons volk voor oogen worden gesteld, dat wij. allen als één man tegen onzen gemeenschappelijken vijand hebben op te trekken en dat elke stem van hef grootste gewicht kan zijn.« Het komt ons voor, dat hier de juiste weg wordt gewezen. De critiek behoeft niet te zwijgen. Als er zich fouten en verkeerdheden in het partijleven voordoen, dan moet daarop de aandacht worden gevestigd. Maar zooals Ds. H. terecht opmerkt, binnen den kring van de partij. Op die wijze komen wij verder. Zoo alleen staan we sterk tegenover den gemeenschappelijken vijand. Niet afbraak moet het doel zijn, maar op; bouw. De Standaard driestart Van kwaad tot erger. Het was al erg genoeg, dat wij er wetten op nahielden, welker naleving alles te wen; schen overliet. Van zulke paradewetten, van zulk een facadepolitiek, moet een A.;R. niets hebben. Maar erger nog is het, dat zulke wetten op de eene plaats straffeloos overtreden worden, terwijl men elders tot vervolging overgaat. De burgemeester van Amsterdam verklaart de naleving van de kieswet, ter zake van den opkomstplicht, niet te kunnen verzekeren. Hij zegt eenvoudig ik doe er niet aan. Het is volstrekt onmogelijk. Ik kan bij 70.000 men; schen geen onderzoek instellen naar de al of niet gegronheid van hun wegblijven. Natuurlijk heeft de burgemeester gelijk. Dat is ook onmogelijk. Maar mag een Chris; telijk Kabinet dat nu maar op zijn beloop laten Als het geen lust heeft den burge; meester tot naleving der wet te noodzaken en wij zouden dat, gezien de onmogelijkheid der taak, ook niet hebben moet het dan uit de feiten niet de eenig mogelijke conclusie trekken De burgerij van Amsterdam lacht wat om den eisch der wet, om ter stembus te gaan. En de burgemeester en de Regeering storen haar vreugde niet. Waarom zouden ze ook? Elders in den lande zijn er nog wel onnoo; zelen, die meenen, dat de wet moet worden nageleefden zijn er nog wel burgers en burgeressen, die geslachtofferd kunnen wor; den. Er zijn ergens in het land nogweleeni; ge eenvoudige vrouwtjes, die zich in hare consciëntie bezwaard gevoelen om ter stem; bus te gaan. Die zal men dan oproepen, tot boete veroordeelen en, bij wanbetaling, een dag in het huis van bewaring opbergen. Dan is het geweten weer voor een tijdje gerust. Wat Meent ge, dat we de wet niet hand; haven Zie dan eens naar de eenvoudige zie; len, die we opgesloten hebben En de 70.000 van Amsterdam lachenDe dommen van het land, die zitten voor ons, zoo kan men hen hooren uitproesten. Immers moet de wet worden gehandhaafd. Bij ons durft men dat niet aan. Daarom redt men zich uit de moeielijkheid door het elders te doen. Maar mogen we de aandacht van onze Minister van Binnenlandsche Zaken en van justitie eens vestigen op Deut. 25 vers 13 en op Spreuken 20 vers 23 Bemesting met Ruw Gaswater. Er is een brochure onder dien naam versche; nen bij den Uitgever J. J. v. d. Peijl te Ierseke, waarvan de inhoud een vertaling is uit het «Gas Wasserfack«. De vertaler de heer W. C. Loggers te Ierseke, heeft goed gedaan dit geschrift ook ter kennis van de Nederlandsche landbouwers te brengen. Zij kunnen er in lezen, hoe elders, bij onze naburen, het ruw Gaswater als bemesting wordt gewaardeerd. Gaswater is ammoniakwater, dus een stikstof; bemesting welke in dien vorm direct als mest; stof kan worden aangewend. Wordt het Ruw Gaswater verwerkt tot zwavelzuren ammoniak, dan wordt het natuurlijk duurder, waarbij dan nog komen de kosten van transport naar elders, 't Is dus heel wat voordeeliger als het gaswater in den streek der fabriek, dus zonder verwerking, kan worden benut. Verscheidene fabrieken een 330 tal hebben dan ook sedert 10 tot 20 jaar het R. G. aan de land; bouwers verkochtdat bevat bij een sterkte van 3° Baumé circa ll/2 pCt. ammoniak of 1.23 pCt. stikstof. Hoe het R. G. te gebruiken Want dit dient met oordeel te geschieden, omdat er daarin voor de planten schadelijke bestanddeelen in voorkomenCyaan en rho; daanverbindingen, al is het dan ook in een geringe hoeveelheid. De brochure wijst den weg. De hofstedebezitter Carl. Deknagel in Bergers Kallenberg, Kreiz Smalkalden, die reeds sedert een 10 tal jaren zijn land met R. G. bemest geeft het volgende aan Ik bezit zwaren zandgrond. Bij regenweer, of als er sneeuw ligt, breng ik het R. G. direct op het land bij een sterkte van 3 a V/2° B. Grasgrond bemest 2 a 3 weken voor het zaaien. Tusschen het mesten en het zaaien moet er echter regen zijn gevallen, daar ik mij de moeite niet geef het water eerst nog te ver; dunnen. Ik gebruik op een morgen land of weigrond 4 vaten van 250 K.G. inhoud van 3 a 3'/? B sterkte. De werking van de R. G. bemesting heeft op haver en grasgrond tot 50 pCt. meer opbrengst, bij andere graansoorten iets minder gegeven. Voor aardappelland was ik tot dusverre niet voor R. G„ bemesting, dewijl de aardappels naar mijn idee iets van hun goeden smaak daardoor verliezen. Het laatste jaar zoo vertelt de heer Deknagel verder deed ik echter de volgende ervaring op. Op een stuk land had ik vóór 2 jaar rogge gezaaid en met R. G. gemest. Het vorig jaar had ik op hetzelfde stuk haver, eveneens met R. G. gemest. Dit jaar (1921) teelde ik op dien akker aardappelen, zonder R. G. bemes; ting. Door den drogen zomer begon het aard; appellof overal reeds in Juni te verdorren terwijl het op den bewusten akker, in 1919 en 1920 met R. G. bemest tot einde Sept, groen bleef. De oogst was dientengevolge veel hooger. Van een slechteren smaak van den aardappel heb ik in dit geval niets bemerkt. Door de R. G. bemesting had de heer Dekna; gel, naar hij meldt minder onkruid dan vroe; ger, terwijl het ongedierte geheel verdwijnt. In '21 hadden de havervelden zeer veel last van herik of wilde mosterd, maar die, welke R. G. ontvingen, bleven bijna geheel vrij. Als te gebruiken hoeveelheden vinden we in de brochure de volgende aangegevenPer 1000 M2 gebruikt men R. G. van 4° Baumé drievoudig verdund, voor aardappelen pl.m. 800 Liter, in Febr. Maart, voor groenten 1000 a 1200 Liter in Maart, voor gerst en haver 9007a 1000 L. in Febr. Maart, voor koren en wintertarwe 1600 L. in Sept., voor suikerbieten 600 a 800 L., in Maart April vóór het ploegen, voor groenten1000 1200 L. in Maart. De verdunning moet geregeld worden naar het weeris het regenachtig, dan gebruikt men minder water. Iedere grond; soort kan met R. G. bemest worden. Het ammoniakwater kan in iedere sterkte tusschen l'/2 en 2° B. in ieder jaargetij aangewend wor; den. De bemesting gaat op dezelfde wijze als met z.g. landgier (paarden; en koeiengier), en wel met een sterkte van l'/2 a 2°, en wordt voor alle vruchten op dezelfde manier toege; past. De oogst opbrengst is aanmerkelijk hoo; ger dan bij landgier. Dit valt vooral op bij weiland. De wei en graslandbesproeiïng gaat bij bedekt weer het bestebij zonneschijn (grootere warmte) bestaat het gevaar, dat de grasnerf verbrandt. Het gunstigst gevolg heeft men op akkers (stoppelveld), door het be; sproeide land direct om te ploegen. Alle oor; deelvellingen stemmen daarin overeen, dat wanneer bij bemesting met R. G. op doel; matige wijze wordt gehandeld, een gunstig gevolg niet uitblijft. Vooral wanneer de grond; regel gehandhaafd wordt«Ammoniak in den grond, niet op de plant«. C. B. Land= en Tuihbouw=Ongevallenwet. A. Heb je het in de courant gelezen B. Wat? A. Wel, hoeveel er volgens de Land; en Tuinbouw;Ongevallenverzekering voor ons betaald moet worden. B. Ja, ik heb zoo iets gezien van gevaren; cijfer en gevarenklasse en premie per een gul; den loon, maar ik begrijp er niets van. A. Niet, het is toch zoo eenvoudig. B. Zoo, leg me 't dan eens uit. A. Het eene bedrijf levert meer gevaar voor ongevallen op dan het anderhoe grooter het gevaar in een bedrijf, hoe hooger de klasse waarin het is ingedeeld. B. Dat snap ik. A. Goed, maar dezelfde soort van bedrijven leveren allemaal nog niet 't zelfde gevaar op. De eene werkgever zal alle mogelijke voorzorgs; maatregelen genomen hebben, zoodat in zijn bedrijf heel zelden ongevallen voorkomen, terwijl een anner in dat opzicht geen maat; regelen getroffen heeft. Het zou nu onbillijk zijn, indien beide werk; gevers dezelfde premie zouden moeten beta; len. Daarom heeft men bedrijven, die in de zelfde klasse zijn ingedeeld, nog onderscheiden, naarmate ze weinig of veel gevaar opleveren en aan die bedrijven een gering of hooger gevarencijfer toegekend. B. Begrepen. Maar ik zou zoo graag willen weten, wanneer ik recht op uitkeering had als mij een ongeluk overkwam. Ze hebben me laatst verteld, dat Arij Mulder, die van zijn huis naar zijn werk ging en onder weg een ongeval kreeg, ook een uitkeering heeft gehad. Ik dacht, dat ik alleen maar uitkeering kreeg, als mij een ongeval overkwam, terwijl ik bij den boer aan 't werk was. A. Neen, het geval dat jij daar noemt kan best voorgekomen zijn. Als 't je ooit mocht gebeuren, zorg er dan voor dat het ongeval altijd aangegeven wordt. Ter bevoegder plaatse wordt dan wel beoordeeld of je recht hebt. B. Wat denkt je, zou ik verzekerd zijn A. Natuurlijk man, je bent immers landar; beider en vanaf 1 Mei 1923 zijn alle arbeiders in de land; en tuinbouw tegen ongevallen verzekerd. B. Waarop heb ik dan recht als mij een ongeval overkomt A. Op genees; en heelkundige behandeling. Ben je den derden dag niet in staat, in de onderneming van je werkgever je gewone werk te verrichten, dan heb je van den dag na 't ongeval af tot den 43sten dag na het ongeval recht op eén tijdelijke uitkeering, ten bedrage van 70 van je dagloon. Ben je op den 43sten dag na het ongeval nog ongeschikt tot werken, dan wordt je een blijvende rente toe; gekend. Deze rente hangt af van de mate, waarin je ongeschikt tot den arbeid geworden bent. Dit zijn de voornaamste rechten waarop je aanspraak kan maken, zoo je baas verze; kerd is bij de Rijksverzekeringsbank. Is hij dat niet, dan geen nood je krijgt dan wel wat je toekomt van de vereeniging waarbij je werkgever is aangesloten. B. Is er nog iets aan te doen, als je meent op meer rente recht te hebben dan je wordt toegewezen. A. Zeker, dan kan je in beroep gaan bij den Raad van Beroep en den Centralen Raad van Beroep, zoo je een beslissing hebt ont; vangen van de Rijksverzekeringsbank, bij een Commissie van Scheidslieden op den Centralen Raad van Beroep, zoo je tegen een beslissing van een Bedrijfsvereeniging opkomt. B. Prachtig, dat zal ik onthouden. A. Zorg er altijd voor, dat je spoed maakt met 't in beroep gaan, want daarvoor is een termijn bepaald, en als je die laat voorbijgaan dan ben je je recht van beroep kwijt. B. Daar zal ik voor zorgen. RECHTBANK TE ROTTERDAM. Strafzitting van Dinsdag 19 Juni 1923 Brandstichting. De 47;jarige koopman L. G., te Zwartewaal, gedetineerd, had zich te verantwoorden wegens brandstichting te Vierpolders. Hij zou in den nacht van 10 Maart j.l. aldaar een huis, dat in eigendom toebehoorde aan; en bewoond, werd door den landarbeider L. v. M., opzettelijk in brand gestoken hebben, waarbij gemeen gevaar voor goederen te duchten viel. Beklaagde legde een volledige bekentenis af. Hij vertelde, dat v. M. hem meermalen gezegd had, dat het, hem wel wat waard zou zijn, als iemand de boel in brand stak, omdat hij huis en inboedel zoo goed verzekerd had. Ook de vrouw van v. M. had hem wel eens gevraagd of hij het huis niet in brand wilde steken. Hij kon er wel f 100 voor krijgen. Beklaagde had aanvankelijk bezwaren gemaakt, maar was ten slotte voor de verleiding bezweken. Een dag voor de brandstichting had hij uit de woning enkele kleeren gehaald, waarvan hij het zonde vond, dat die ook zouden verbran; den. Voorts ruilde hij zijn oude naaimachine voor de nieuwe van v. M., een en ander met medeweten van deze en diens vrouw. Den tienden Maart gaf v. M. beklaagde den sleutel van zijn woning. Beklaagde fietste er heen en nam een bus benzine of autoline mee. Hij vond het huis verlaten. Op zolder sprenkelde hij de benzine over een hoop oude kleeren, zakken en matten uit. De eerste lucifer, die hij aanstreek, doofde terstond uit. De tweede ontvlamde en veroorzaakte een gewei; dige ontploffing. Beklaagde bekwam zeer erns; tige verwondingen aan gezicht en handen en is hierdoor voor zijn leven verminkt. Het huis brandde tot den grond toe af. Als getuigen werden de veldwachter van Vierpolders en een vertegenwoordiger van de verzekeringsmaatschappij de Onderlinge Brand; waarborgmaatschappij te Zaandijk gehoord. Het huis was voor f 3500, de inboedel voor f 2000 verzekerd. De premie is niet uitbetaald en beklaagde kreeg dan ook zijn belooning niet. Het O. M., waargenomen door mr. J. G. Holstein, requireerde drie jaar gevangenisstraf, Vervolgings stond de 34;jarige landarbeider L. v. M. terecht, wegens het uitlokken van brandstichting. Ook dezen beklaagde be; kende volledig. Hij had het huis van te voren »brandklaar« gemaakt, verklaarde hij en ver; volgens G. overgehaald zijn misdrijf te plegen. Hij kon evenwel niet zeggen, hoe of het kwam, dat zijn nieuwe fiets niet tusschen de puin; hoopen teruggevonden is, maar wel het ge; raamte van een heel oud rijwiel. In deze zaak werd behalve de vorige getuigen ook G. gehoord. Het bleek, dat bekl. te voren met zijn vrouw een lijstje had gemaakt van de goederen, die zij bij de verzekeringsmaat; schappij als te loor gegaan zouden opgeven. Enkele van deze goederen zijn later ergens verstopt, teruggevonden. Het O. M. vorderde tegen dezen beklaagden, dien spr. den hoofdschuldigde noemde, vier jaar gevangenisstraf. Faillissementen in Nederland. Volgens mededeeling van het Handelsinfor; matiebureau van VAN DER GRAAF 6. Co.'s Bureaux voor den Handel zijn over de afge; loopen week, eindigende 15 Juni in Nederland uitgesproken 80 faillissementen tegen 51 fail; lissementen in dezelfde week van het vorige jaar. Van 1 Januari tot en met 15 Juni 1923 1877 faillissementen tegenover 1291 over het; zelfde tijdperk van het vorige jaar. NATIONALE BANKVEREENIGING. Aan het jaarverslag over 1922 der Nationale Bankvereeniging qntleenen we het navolgende De in 1921 naar voren getreden crisisver; schijnselen, waarvan de plotselinge groote prijs; dalingen zonder twijfel de meeste slachtoffers maakten, herhaalden zich gelukkig niet in het afgeloopen jaar. Zij losten zich op in een voortdurende malaise, die op haar beurt haar stempel drukte op ons bedrijf. Dientengevolge bleef onze bedrijfswinst niet onaanzienlijk ten achter bij de over 1921 be; haalde resultaten. Zooals wij verwachtten, zijn wij er in geslaagd ons onkostencijfer terug te brengen. De totale vermindering op dit hoofd bedraagt over het afgeloopen boekjaar ruim 518.000.—wij blijven verder streven naar besparing en mogen met zekerheid een verdere verlaging over 1923 verwachten. De in het afgeloopen jaar door ons inge; stelde indeeling onzer kantoren in districten onder leiding van district=directeuren, schonk ons bevrediging. Zij bracht, naast een meer intensieve controle, besparing van tijd en on; kosten, daar de werkzaamheden onzer Cen; trale Administratie thans aanzienlijk ingekrom; pen konden worden. De maatregel bevordert het contact tusschen Hoofddirectie en kantoren en het overzicht van den gang van zaken. De resultaten der renterekening verlieten de opgaande lijn, hetgeen te verklaren is uit de afneming van de diverse hoofden van rekening. De verminderde credietbehoeften gepaard aan afwikkeling van minder gewenschte ere; drieten deden, ondanks het feit dat geregeld nieuwe credieten werden verstrekt, het debi; teurencijfer per saldo dalen. Het evenwicht tusschen ons opereerend kapitaal en onze uitzettingen bleef gehandhaafd. Het totaal der door derden bij ons gede; poneerde gelden verminderde, een verschijnsel, dat zich op alle bank;balansen voordoet. Deze teruggang van credit;saldi bij onze instelling mag echter onder de in het afgeloopen jaar vigeerende omstandigheden als matig worden beschouwd. In verband hiermede spreken wij de hoop uit, dat de concurrentie, welke wij van den Postcheque; en Girodienst ondervinden, ver; minderen moge. Wij waardeeren deze Rijks; instelling ten zeerste in haar streven, het geld; verkeer door middel van overschrijving te vergemakkelijken en te verbeteren, doch vree; zen, dat zij, met gelden tot zich te trekken als belegging, haar doel voorbij streeft en, schoon ongewild, schade gaat berokkenen aan het economisch leven in Nederland. Hoewel de groote liquiditeiten in het pro; vinciaal bankbedrijf, terwille van de rentabi; liteit, op andere basis berusten dan bij de in Amsterdam en Rotterdam gevestigde instellin; gen, hebben wij ons steeds als richtsnoer ge; steld, slechts in bijzondere gevallen een beroep op de circulatiebank, of op de onsgarandee; rende Rotterdamsche Bankvereeniging te doen. Het is ons een voldoening, dat wij sedert Juli 1922 geen credietpapier in herdisconto ebben behoeven te geven, terwijl wij steeds een belangrijk tegoed bij de Rotterdamsche Bankvereeniging onderhielden. Na een nauwkeurige revisie van onze de; biteuren achten wij deze, in aanmerking ne> mend de onder crediteuren opgenomen speciale reserve, volwaardig. Gezien evenwel de in de crisisjaren opge; dane ervaring, oordeelen wij het wenschelijk telkenjare deze speciale reserve tegen debi; teuren te versterken. Thans stellen wij U voor daaraan een bedrag van f 500.000.— toe te voegen. Een toevoeging van f 100.000 aan de statu; taire reserve en een afschrijving van f 150.000.— op gebouwen achten wij dan voldoende. Wij stellen U voor daarna het dividend te bepalen op 4 Op 1 Januari 1922 hadden wij kantoren op 87 plaatsen. Dit aantal verminderde in den loop van het jaar met 2, doordat onze kan; toren te Hulst en te Zwijndrecht werden om; gezet in zitdagen. Eerstgenoemde ressorteert nu onder ons kantoor te Terneuzen, laatst; genoemde onder ons kantoor te Dordrecht. Daarentegen vermeerderde het aantal onzer kantoren met 1, door vereeniging van onzen dagelijkschen zitdag te Leens met het kantoor der firma H. Alting Co. aldaar, dat door 1 ons werd overgenomen, zoodat het aantal plaatsen waar kantoren onzer Instelling ge; vestigd zijn, op 31 December 1.1. 86 bedraagt, ongeacht de 63 plaatsen, waar zitdag wordt gehouden of een correspondentschap is ge; vestigd. De Balans vertoont de volgende cijfers DebetzijdeKas, coupons, vreemd geld f 3.017.281.63 (v. j. 3.930.419.20'/2), Credit; saldi bij bankiers en kassiers 5.206.949.80 (v. j. 3.687.072.94), Credirisaldi in vreemde valuta bij bankiers f 48.650.21 (v.j. f 32.582.20), zijnde dit de tegenwaarde, berekend tegen den koers van 31 December j.l. van het bedrag, dat voor eigen rekening en risico bij bankiers uitstaat, Wisselportefeuille 18.850.826.64 (v. j. f 17.668.275.58), Leendepót 2.325.080.18 (v. j. 3.764.831.73), Effecten f 471.771.27 (v. j. f 7il.O5i.22V2), Prolongatie gegeven en voor; schotten tegen effecten 11.117.467.19 (v. j. 15.410.450.81V2). Debefesaldi in rekening; courant f 64.254.231.02 (v. j. f 71.758.394.36), Vorderingen wegens gestelde borgtochten f 3 460.985.08 (v. j. 2.246.724.68), Gebouwen f 4.593.845.54 (v. j. f 4.202.141.67'/2). Creditzijde 1 Kapitaal 10.000.000.— (onv.), Reserve f 2.100.000- (v. j. 2.000.000.-), Termijnaffaires in vreemde valuta 56.147.16 (v. j. Leendepót f 2.325.0.80.18 (v. j. f 3.764.831.73), Deposito en Credifesaldi in rekening;courant 92.869.767.97 (v. j. f 104.000.439.78), Te betalen wissels f 535.848.58' (v. j. f 462.235.17), Nederlandsche Bank en Ban; kiers f 1.496.207.63 (v.j. 791.963.-), Gestelde Borgtochten 3.460.985.08 (v. j. f 2.246.724.68), Dividend en belasting f 436.200.— (v. j. nihil), Onverdeelde winst 66.851.96 (v.jf 136.028.05). Het winstcijfer der renterekening bedraagt f 3.010.377.85 (v. j. 3.769.271.76'/2), dat der provisierekening f 2.453.346.88 (v. j. f 2.895.983.44), zoodat de totale brutowinst, het saldo van het vorige boekjaar inbegrepen f 5.599.752.78 (v. j. 6.682.577.22'/2) bedraagt. De onkostenrekening wijst aan, gesplitst over de twee hoofden honoraria 3.092.580.88 (v. j. 3.521.937.72), bedrijfsonkosten f 1.055.870.16 (v. j. f 1.145.012.98'/a)- De netto;bedrijfswinst bedraagt f 1.451.301.74 (v. j. f 2.015.626.52). De verdeeling der netto;winst ad 1.451.301.74, na aftrek van de verplichte uitkeering volgens art. 16 der statuten van tantièmes aan plaatse; selijke directeuren, bedragende f 198.249.78 laat toe eene afschrijving op gebouwen van 150.000 een toevoeging aan het Reservefonds van f 100.000.— eene toevoeging aan de speciale reserve tegen debiteuren, op te nemen onder crediteuren, van f 500.000.— 4 dividend 400.000.— en een reserveering voor belasting van 36.200—, terwijl alsdan een overblijvend winst;saldo ad f 66.851.96 op nieuwe rekening is over te boeken. Een hoogverraadproces te München. In een hoogverraadproces te München heeft het O. M. Dinsdag de volgende straffen ge eischttegen prof. Georg Fuchs, levenslange gevangenis, 10 millioen mark boete en verlies van de burgerlijke rechten, voor Johann Munk 5 jaar gevangenis, 50 millioen mark boete en 10 jaar verlies van burgerlijke rechten Munk zal onder politietoezicht worden gesteld, daar hij in dat geval vermoedelijk naar het buiten» land zal trachten te vluchten voor Johann Berger 2 jaar vesting, 300,000 mark boete, voor Rudolf Gutermann 1 jaar en 5 maanden vesting en 1 milloen mark boete. Voor Ri; chard Gutermann eischte het O.M. vrijspraak. Het O. M. brengt eerst den zelfmoord van Machhaus ter sprake. Uit brieven, die deze beklaagde heeft nagelaten, blijkt wel degelijk, dat hij het plan had opgevat, een einde aan zijn leven te maken. Hij heeft zich in zijn cel met een riem opgehangen en den wensch te kennen gegeven, met dezen riem te worden verbrand. Spreker zegt voorts dat Machhaus, Fuchs en Munk het plan hadden opgevat, het laatste wapen van het Duitsche volk, na; melijk de nationale eenheid, te vernietigen. Hun beweringen, dat de beweging uitsluitend tegen het bolsjewisme was gericht, zijn dooi de getuigen weerlegd. Fuchs beweert, dat hij geen politicus is. Het tegendeel wordt bewezen door het feit, dat hij in verbinding stond met politieke personen van alle richtingen. Indien hij zich ten slotte tot „de politie en tot het commando van de rijksweerbaarheid heeft gericht om uit de moei; lijkheden te komen deed hij zulks, omdat zijn geweten hem kwelde. Fuchs wilde Beieren van het rijk afscheiden en daarom had hij zich tot Frankrijk gericht. Richert zelf heeft dui; delijk te kennen gegeven, in opdracht van Frankrijk te handelen. Nog op 20 Januari heeft hij aan de Beiersche samenzweerders verklaard, dat Frankrijk hun actie noodig had als steun voor de bezetting van het Roergebied. Treurig is het, dat Fuchs en Machhaus, ondanks deze mededeeling van Richert, hun onderhandelingen met hem heb» ben voortgezet. De beweging had niet in de eerste plaats een monarchistisch karakter. Be; klaagden wilden Beieren van het rijk afschei; den. Zij wilden een eigen muntstandaard in Beieren invoeren en de grondwet van Weimar niet langer erkennen. Verlangen naar eer en roem hebben beklaagden bewogen aldus te handelen. Fucht stond onder den invloed van Richert, die hem door zijn brutale bedrei» gingen steeds meer en meer den verkeerden weg opdreef. Fuchs was in deze tijden zonder middelen van bestaan en heeft een gedeelte van het Fransche geld voor zichzelf gebruikt. Spreker meent, dat Fuchs en Machhaus samen ongeveer 9 millioen in hun zak hebben ge; stoken. Fuchs heeft zich aan hoogverraad schuldig gemaakt. Beklaagde Munk is op de hoogte geweest van al de plannen. Hij wilde een Saksische demonstratie van Tsjechische zijde aan de Saksische grenzen en voorts re; kende hij op de bezetting van Duitsch Opper; Silezië door de Tsjechen. Munk is als mede» plichtig te beschouwen. Hetzelfde geldt voor de beklaagden Berger en Gutermann, die even; eens op de hoogte van de plannen der sa» menzweerders waren. De Ullsteindienst meldt omtrent een uit; barsting van de Etna uit Napels De uitbarsting van den vulcaan heeft in den nacht van Zaterdag op Zondag plaats gehad. Voordat de catastrofe plaats vond, werden er hevige aardschokken waargenomen. Er hebben zich vijf nieuwe kraters gevormd, waaruit enorme massa's lava stroomen. De omliggende pijnboom»wouden en de bos; schen bij Linguaglossa zijn geheel verwoest. Van de inwoners heeft zich een paniek meester gemaakt. In wilde vlucht gingen zij alle rich; tingen uit. De lavastroom heeft reeds een breedte van 300 Meter bereikt. Er is geen kans op redding meer. Soldaten en brandweerlieden zijn naar de plaats des onheils geijld om te redden wat nog te redden valt. Zij helpen de bevolking have en goed, voor zoover dit eenigszins mogelijk 'is, in veiligheid te brengen. Er doen zich hart; verscheurende tooneelen voor. De lavastroom verwoest alles wat menschenhanden in den loop der eeuwen hebben gewrocht. De stad Catania is in den afgeloopen nacht door een nieuwe uitbarsting van de Etna ver; ontrust. De aanblik, welken de vulcaan oplevert is verschrikkelijk. Van tijd tot tijd stoot de vulcaan donderende geluiden uit. De hoeveelheid lava overtreft reeds die van het jaar 1919. De nieuwe kraters zijn ontstaan tusschen de Montano Rome en de Montano Bianca. De lavastroom heeft naar drieërlei richting een uitweg gezocht, namelijk in de richting van Linguaglossa, van Vasto;Tessiano en in de richting van de in 1911 ontstane lava; lagen. De schade is enorm. In alle dorpen heerscht een onbeschrijfelijke paniek. Op Sicilië zijn in alle dorpen diensten voor de verleening van hulp aan de inwoners ge; organiseerd. De wildste geruchten, door slacht; offers der catastrofe verspreid, doen de ronde. Door de vluchtende inwoners wordt iedereen en alles onder den voet geloopen. In de zie; kenhuizen van de naburige steden worden bij voortduring personen, die in het gedrang kneu; zingen en wonden hebben opgeloopen, binnen; gebracht. De activiteit van de Etna is Dinsdag dezelf; de gebleven. De hemel was overal bloedrood gekleurd, terwijl onophoudelijk een dichte aschregen op het omringende land nederdaal; de. De berichten uit Linguaglossa en Catania luiden zeer verontrustend. De lavastroom is thans tot op 40 meter afstand van de stad Linguaglossa genaderd, vele huizen zijn reeds door de schokken in puin gelegd. Alle stre» ken, die een week geleden nog een pracht van natuurschoon vertoonden, zijn thans onder de verdelgende werking van de lava in wóes; tenijen herschapen. De kokende lavastroom verteert de huizen één voor één. Wat het bedreigde Linguaglossa;district be; treft ofschoon van de stad al huizen zijn ingestort de lavastroom heeft zich in twee kanalen verdeelt en men hoopt nu, dat ze behalve de vernieling der velden, geen ver; dere schade aan de stad zal aanrichten. Troe; pen per trein en met auto's naar Linguaglossa gebracht, hebben de inwoners bij hun uit; tocht en de verzorging van vee en huisraad ter zijde gestaan. Volgens officieele cijfers zijn thans 30.000 menschen dakloos. Catania, de hoofdstad van Sicilië, is door een menigte van honderdduizend vluchte; lingen overstroomd. De geheele stad verkeert in een opgewonden stemming. Langs de wejr trekken de vluchtelingen in bonte menig, met wat haastig bijeen gepakte goederen óp den rug of handwagentjes. Ook in Messina zijn reeds vluchtelingen aangekomen. Ook daar bracht de aanblik dezer menschen de bewoners in opwinding, welke toestand nog verergerde toen ook onderaardsch gerommel werd waargenomen. Flonderden na; men de wijk naar het strand. Volgens de laatste berichten uit Castiglione schijnt de toestand iets gunstiger te worden. De voornaamste lavastroom schuift thans lang; zamer voort, ofschoon zijn vernielende kracht weinig verminderd is. Naar verder wordt ge; meld, zou ook het station van Castiglione nog' niet door de lava zijn vernield, maar wel is de gloeiende massa er tot op enkele tien; tallen meters toe genaderd. De stad zelf loopt evenwel nog geen direct gevaar. Met Linguag; lossa is het anders gesteld. De lavastroom gaat nog steeds in de richting van die stad voort. Te Linguaglossa heeft zich een incident voor; gedaan, dat teekenend is voor de geestesstem» ming onder de bevolking. Deze stelt een groot® vertrouwen in den staf, dien de EI. Egidius volgens de overlevering eens met gü"'i gevolg gebruikt heeft ter keering van eennaf^ bijkomenden lavastroom. In plechtigen optoc™ haalden nu 3000 personen den staf uit de kerk. Toen de processie zich in de richting van den lavastroom begaf, kwam men enkele inwoners van Castiglione tegen. De menigte vreesde, dat men haar den stat wilde ontnemen en er ontstond een botsing, waaraan ook fascisten meededen. Een fascist werd ontwa» pend en afgeranseld Een vreemd verzoek. Bij de Gezondheids; commissie te Amsterdam was een schriftelijk verzoek (per briefkaart) van een bewoonster van de Bloemdwarsstraat, zooveel hoog;achter, ingekomen, waarbij zij de bemiddeling ver; zocht van de Gezondheidscommissie, om vast te stellen, dat zij (de bewoonster) niet behelpt was met hoofdluizen. Aan dit verzoek kan de commissie niet voldoen. In geldnood. Iemand, die in het nauw zit, maakt kromme sprongen, schrijft het Utr. Dbl. In den omtrek van Utrecht verscheen in de laatste week iemand, afkomstig uit de buurt van Oss, in Noord;Brabant, die al heel duchtig in het nauw zat. Hij moest hypotheken be» talen, en had daarvoor geld noodig. Doch dit ontbrak. De man ging zwerven, trachtte hier en daar wat los te krijgen, maar toen dit niet lukte, haalde hij ten einde raad bij het dorpje de Meern een koe uit de weide, bracht die doodleuk naar Utrecht en ging er daarmee op de markt staan. Tot zoover marcheerde alles uitstekend. Als hij de koe nu maar ver» kocht, dan was hij voorloopig gered. Maar, hij beging de groote fout een te lagen prijs voor het dier te vragen. Zoodat een handelaar, die lont begon te ruiken, het dier kocht en toen de politie er mee in kennis stelde. Hoe; wel de verdachte reeds in een tram had plaats genomen, om zich met het geld uit de voeten te maken, werd hij nog gearresteerd, en in arrest gesteld. De eigenaar kreeg de koe terug, want bij zijn aanhouding bekende hij alles en de handelaar zijn geld. Moordaanslag. Gisterennacht is op den Duit» schen kommies M. in het grensplaatsje Mil» lingen, die wegens zijn waakzaamheid door de smokkelaars ten zeerste wordt gevreesd, een moordaanslag gepleegd. Toen deze beambte in de duisternis zijn woning verliet en een sigaret wilde aansteken, knalden uit een na» bijzijnd korenveld twee schoten, waarvan een hem aan de linkerhand trof. Toen hij het veld afzocht, waren de daders verdwenen. Den beambte, zoo schrijft de »Tel«, moest een deel van zijn hand worden geamputeerd.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1923 | | pagina 2