Rechtzaken.
Buitenland.
Gernengd Nieuws.
iLand- eara TttisitooMw.
Daaruit is z. i. gebleken, dat over het al;
gemeen genomen de Christelijk Gereformeerd
den geen vaste politieke overtuiging bezitten.
Het gevolg van die verwarring is, dat de
algemeene Christelijke belangen van ons volk
schade lijden.
Aan die verwarring heeft, naar de schrijver
meent »De Wekker«, zonder 't zelf te bedoe;
len eenigermate meegewerkt, door eerst een
tijdlang stukken op te nemen die niet anders
inhielden dan critiek op de A.;R. partij, en
daarna plotseling te zwijgen, omdat »De Wek;
ker« niet een politiek, maar een kerkelijk blad
was.
Dit is tot op zekere hoogte juist, zegt Ds.
H., maar het gevolg is geweest, dat de vaste
leiding bij de stembus ontbrak.
»Wij zouden dus gaat de schrijver voort
hierin zeer gaarne verandering willen zien,
opdat er meer eenheid en vaste leiding kwam.
En dit is zeer wel mogelijk.
Ten eerste moet de band tusschen Chr.
Geref. Volk en de Antirev. Partij versterkt
worden, gelijk die band van ouds altijd heeft
bestaan.
Ten tweede moeten onze menschen opge;
wekt worden en aangespoord om als lid der
Antirev. Kiesvereenigingen toe te treden.
Ten derde moeten bezwaren en grieven die
men tegen de partij of de leiding dier partij
mocht hebben niet buiten de partij besproken
worden, maar binnen de kring van de partij.
Daarmee dient men de zaak en breekt men
niet af.
Ten vierde moet het groote hoofddoel ons
volk voor oogen worden gesteld, dat wij. allen
als één man tegen onzen gemeenschappelijken
vijand hebben op te trekken en dat elke stem
van hef grootste gewicht kan zijn.«
Het komt ons voor, dat hier de juiste weg
wordt gewezen.
De critiek behoeft niet te zwijgen.
Als er zich fouten en verkeerdheden in het
partijleven voordoen, dan moet daarop de
aandacht worden gevestigd.
Maar zooals Ds. H. terecht opmerkt,
binnen den kring van de partij.
Op die wijze komen wij verder.
Zoo alleen staan we sterk tegenover den
gemeenschappelijken vijand.
Niet afbraak moet het doel zijn, maar op;
bouw.
De Standaard driestart
Van kwaad tot erger.
Het was al erg genoeg, dat wij er wetten
op nahielden, welker naleving alles te wen;
schen overliet.
Van zulke paradewetten, van zulk een
facadepolitiek, moet een A.;R. niets hebben.
Maar erger nog is het, dat zulke wetten op
de eene plaats straffeloos overtreden worden,
terwijl men elders tot vervolging overgaat.
De burgemeester van Amsterdam verklaart de
naleving van de kieswet, ter zake van den
opkomstplicht, niet te kunnen verzekeren. Hij
zegt eenvoudig ik doe er niet aan. Het is
volstrekt onmogelijk. Ik kan bij 70.000 men;
schen geen onderzoek instellen naar de al of
niet gegronheid van hun wegblijven.
Natuurlijk heeft de burgemeester gelijk.
Dat is ook onmogelijk. Maar mag een Chris;
telijk Kabinet dat nu maar op zijn beloop
laten Als het geen lust heeft den burge;
meester tot naleving der wet te noodzaken
en wij zouden dat, gezien de onmogelijkheid
der taak, ook niet hebben moet het dan uit
de feiten niet de eenig mogelijke conclusie
trekken
De burgerij van Amsterdam lacht wat om
den eisch der wet, om ter stembus te gaan.
En de burgemeester en de Regeering storen
haar vreugde niet.
Waarom zouden ze ook?
Elders in den lande zijn er nog wel onnoo;
zelen, die meenen, dat de wet moet worden
nageleefden zijn er nog wel burgers en
burgeressen, die geslachtofferd kunnen wor;
den. Er zijn ergens in het land nogweleeni;
ge eenvoudige vrouwtjes, die zich in hare
consciëntie bezwaard gevoelen om ter stem;
bus te gaan. Die zal men dan oproepen, tot
boete veroordeelen en, bij wanbetaling, een
dag in het huis van bewaring opbergen. Dan
is het geweten weer voor een tijdje gerust.
Wat Meent ge, dat we de wet niet hand;
haven Zie dan eens naar de eenvoudige zie;
len, die we opgesloten hebben
En de 70.000 van Amsterdam lachenDe
dommen van het land, die zitten voor ons,
zoo kan men hen hooren uitproesten.
Immers moet de wet worden gehandhaafd.
Bij ons durft men dat niet aan. Daarom
redt men zich uit de moeielijkheid door het
elders te doen.
Maar mogen we de aandacht van onze
Minister van Binnenlandsche Zaken en van
justitie eens vestigen op Deut. 25 vers 13 en
op Spreuken 20 vers 23
Bemesting met Ruw Gaswater.
Er is een brochure onder dien naam versche;
nen bij den Uitgever J. J. v. d. Peijl te Ierseke,
waarvan de inhoud een vertaling is uit het
«Gas Wasserfack«. De vertaler de heer W.
C. Loggers te Ierseke, heeft goed gedaan dit
geschrift ook ter kennis van de Nederlandsche
landbouwers te brengen. Zij kunnen er in
lezen, hoe elders, bij onze naburen, het ruw
Gaswater als bemesting wordt gewaardeerd.
Gaswater is ammoniakwater, dus een stikstof;
bemesting welke in dien vorm direct als mest;
stof kan worden aangewend. Wordt het Ruw
Gaswater verwerkt tot zwavelzuren ammoniak,
dan wordt het natuurlijk duurder, waarbij
dan nog komen de kosten van transport naar
elders, 't Is dus heel wat voordeeliger als het
gaswater in den streek der fabriek, dus zonder
verwerking, kan worden benut. Verscheidene
fabrieken een 330 tal hebben dan ook
sedert 10 tot 20 jaar het R. G. aan de land;
bouwers verkochtdat bevat bij een sterkte
van 3° Baumé circa ll/2 pCt. ammoniak of
1.23 pCt. stikstof. Hoe het R. G. te gebruiken
Want dit dient met oordeel te geschieden,
omdat er daarin voor de planten schadelijke
bestanddeelen in voorkomenCyaan en rho;
daanverbindingen, al is het dan ook in een
geringe hoeveelheid. De brochure wijst den
weg. De hofstedebezitter Carl. Deknagel in
Bergers Kallenberg, Kreiz Smalkalden, die
reeds sedert een 10 tal jaren zijn land met
R. G. bemest geeft het volgende aan
Ik bezit zwaren zandgrond. Bij regenweer,
of als er sneeuw ligt, breng ik het R. G. direct
op het land bij een sterkte van 3 a V/2° B.
Grasgrond bemest 2 a 3 weken voor het zaaien.
Tusschen het mesten en het zaaien moet er
echter regen zijn gevallen, daar ik mij de
moeite niet geef het water eerst nog te ver;
dunnen. Ik gebruik op een morgen land of
weigrond 4 vaten van 250 K.G. inhoud van
3 a 3'/? B sterkte. De werking van de R. G.
bemesting heeft op haver en grasgrond tot
50 pCt. meer opbrengst, bij andere graansoorten
iets minder gegeven. Voor aardappelland was
ik tot dusverre niet voor R. G„ bemesting,
dewijl de aardappels naar mijn idee iets van
hun goeden smaak daardoor verliezen. Het
laatste jaar zoo vertelt de heer Deknagel
verder deed ik echter de volgende ervaring
op. Op een stuk land had ik vóór 2 jaar rogge
gezaaid en met R. G. gemest. Het vorig jaar
had ik op hetzelfde stuk haver, eveneens met
R. G. gemest. Dit jaar (1921) teelde ik op
dien akker aardappelen, zonder R. G. bemes;
ting. Door den drogen zomer begon het aard;
appellof overal reeds in Juni te verdorren
terwijl het op den bewusten akker, in 1919
en 1920 met R. G. bemest tot einde Sept,
groen bleef. De oogst was dientengevolge veel
hooger. Van een slechteren smaak van den
aardappel heb ik in dit geval niets bemerkt.
Door de R. G. bemesting had de heer Dekna;
gel, naar hij meldt minder onkruid dan vroe;
ger, terwijl het ongedierte geheel verdwijnt.
In '21 hadden de havervelden zeer veel last
van herik of wilde mosterd, maar die, welke
R. G. ontvingen, bleven bijna geheel vrij.
Als te gebruiken hoeveelheden vinden we
in de brochure de volgende aangegevenPer
1000 M2 gebruikt men R. G. van 4° Baumé
drievoudig verdund, voor aardappelen pl.m.
800 Liter, in Febr. Maart, voor groenten
1000 a 1200 Liter in Maart, voor gerst en
haver 9007a 1000 L. in Febr. Maart, voor
koren en wintertarwe 1600 L. in Sept., voor
suikerbieten 600 a 800 L., in Maart April
vóór het ploegen, voor groenten1000 1200
L. in Maart. De verdunning moet geregeld
worden naar het weeris het regenachtig,
dan gebruikt men minder water. Iedere grond;
soort kan met R. G. bemest worden. Het
ammoniakwater kan in iedere sterkte tusschen
l'/2 en 2° B. in ieder jaargetij aangewend wor;
den. De bemesting gaat op dezelfde wijze als
met z.g. landgier (paarden; en koeiengier), en
wel met een sterkte van l'/2 a 2°, en wordt
voor alle vruchten op dezelfde manier toege;
past. De oogst opbrengst is aanmerkelijk hoo;
ger dan bij landgier. Dit valt vooral op bij
weiland. De wei en graslandbesproeiïng gaat
bij bedekt weer het bestebij zonneschijn
(grootere warmte) bestaat het gevaar, dat de
grasnerf verbrandt. Het gunstigst gevolg heeft
men op akkers (stoppelveld), door het be;
sproeide land direct om te ploegen. Alle oor;
deelvellingen stemmen daarin overeen, dat
wanneer bij bemesting met R. G. op doel;
matige wijze wordt gehandeld, een gunstig
gevolg niet uitblijft. Vooral wanneer de grond;
regel gehandhaafd wordt«Ammoniak in den
grond, niet op de plant«.
C. B.
Land= en Tuihbouw=Ongevallenwet.
A. Heb je het in de courant gelezen
B. Wat?
A. Wel, hoeveel er volgens de Land; en
Tuinbouw;Ongevallenverzekering voor ons
betaald moet worden.
B. Ja, ik heb zoo iets gezien van gevaren;
cijfer en gevarenklasse en premie per een gul;
den loon, maar ik begrijp er niets van.
A. Niet, het is toch zoo eenvoudig.
B. Zoo, leg me 't dan eens uit.
A. Het eene bedrijf levert meer gevaar voor
ongevallen op dan het anderhoe grooter
het gevaar in een bedrijf, hoe hooger de klasse
waarin het is ingedeeld.
B. Dat snap ik.
A. Goed, maar dezelfde soort van bedrijven
leveren allemaal nog niet 't zelfde gevaar op.
De eene werkgever zal alle mogelijke voorzorgs;
maatregelen genomen hebben, zoodat in zijn
bedrijf heel zelden ongevallen voorkomen,
terwijl een anner in dat opzicht geen maat;
regelen getroffen heeft.
Het zou nu onbillijk zijn, indien beide werk;
gevers dezelfde premie zouden moeten beta;
len. Daarom heeft men bedrijven, die in de
zelfde klasse zijn ingedeeld, nog onderscheiden,
naarmate ze weinig of veel gevaar opleveren
en aan die bedrijven een gering of hooger
gevarencijfer toegekend.
B. Begrepen. Maar ik zou zoo graag willen
weten, wanneer ik recht op uitkeering had
als mij een ongeluk overkwam. Ze hebben
me laatst verteld, dat Arij Mulder, die van zijn
huis naar zijn werk ging en onder weg een
ongeval kreeg, ook een uitkeering heeft gehad.
Ik dacht, dat ik alleen maar uitkeering kreeg,
als mij een ongeval overkwam, terwijl ik bij
den boer aan 't werk was.
A. Neen, het geval dat jij daar noemt kan
best voorgekomen zijn. Als 't je ooit mocht
gebeuren, zorg er dan voor dat het ongeval
altijd aangegeven wordt. Ter bevoegder plaatse
wordt dan wel beoordeeld of je recht hebt.
B. Wat denkt je, zou ik verzekerd zijn
A. Natuurlijk man, je bent immers landar;
beider en vanaf 1 Mei 1923 zijn alle arbeiders
in de land; en tuinbouw tegen ongevallen
verzekerd.
B. Waarop heb ik dan recht als mij een
ongeval overkomt
A. Op genees; en heelkundige behandeling.
Ben je den derden dag niet in staat, in de
onderneming van je werkgever je gewone werk
te verrichten, dan heb je van den dag na 't
ongeval af tot den 43sten dag na het ongeval
recht op eén tijdelijke uitkeering, ten bedrage
van 70 van je dagloon. Ben je op den
43sten dag na het ongeval nog ongeschikt tot
werken, dan wordt je een blijvende rente toe;
gekend. Deze rente hangt af van de mate,
waarin je ongeschikt tot den arbeid geworden
bent. Dit zijn de voornaamste rechten waarop
je aanspraak kan maken, zoo je baas verze;
kerd is bij de Rijksverzekeringsbank. Is hij
dat niet, dan geen nood je krijgt dan wel
wat je toekomt van de vereeniging waarbij je
werkgever is aangesloten.
B. Is er nog iets aan te doen, als je meent
op meer rente recht te hebben dan je wordt
toegewezen.
A. Zeker, dan kan je in beroep gaan bij
den Raad van Beroep en den Centralen Raad
van Beroep, zoo je een beslissing hebt ont;
vangen van de Rijksverzekeringsbank, bij een
Commissie van Scheidslieden op den Centralen
Raad van Beroep, zoo je tegen een beslissing
van een Bedrijfsvereeniging opkomt.
B. Prachtig, dat zal ik onthouden.
A. Zorg er altijd voor, dat je spoed maakt
met 't in beroep gaan, want daarvoor is een
termijn bepaald, en als je die laat voorbijgaan
dan ben je je recht van beroep kwijt.
B. Daar zal ik voor zorgen.
RECHTBANK TE ROTTERDAM.
Strafzitting van Dinsdag 19 Juni 1923
Brandstichting.
De 47;jarige koopman L. G., te Zwartewaal,
gedetineerd, had zich te verantwoorden wegens
brandstichting te Vierpolders. Hij zou in den
nacht van 10 Maart j.l. aldaar een huis, dat
in eigendom toebehoorde aan; en bewoond,
werd door den landarbeider L. v. M., opzettelijk
in brand gestoken hebben, waarbij gemeen
gevaar voor goederen te duchten viel.
Beklaagde legde een volledige bekentenis af.
Hij vertelde, dat v. M. hem meermalen gezegd
had, dat het, hem wel wat waard zou zijn, als
iemand de boel in brand stak, omdat hij huis
en inboedel zoo goed verzekerd had. Ook de
vrouw van v. M. had hem wel eens gevraagd
of hij het huis niet in brand wilde steken. Hij
kon er wel f 100 voor krijgen. Beklaagde had
aanvankelijk bezwaren gemaakt, maar was ten
slotte voor de verleiding bezweken.
Een dag voor de brandstichting had hij uit
de woning enkele kleeren gehaald, waarvan hij
het zonde vond, dat die ook zouden verbran;
den. Voorts ruilde hij zijn oude naaimachine
voor de nieuwe van v. M., een en ander met
medeweten van deze en diens vrouw.
Den tienden Maart gaf v. M. beklaagde den
sleutel van zijn woning. Beklaagde fietste er
heen en nam een bus benzine of autoline
mee. Hij vond het huis verlaten. Op zolder
sprenkelde hij de benzine over een hoop oude
kleeren, zakken en matten uit. De eerste lucifer,
die hij aanstreek, doofde terstond uit. De
tweede ontvlamde en veroorzaakte een gewei;
dige ontploffing. Beklaagde bekwam zeer erns;
tige verwondingen aan gezicht en handen en
is hierdoor voor zijn leven verminkt.
Het huis brandde tot den grond toe af.
Als getuigen werden de veldwachter van
Vierpolders en een vertegenwoordiger van de
verzekeringsmaatschappij de Onderlinge Brand;
waarborgmaatschappij te Zaandijk gehoord.
Het huis was voor f 3500, de inboedel voor
f 2000 verzekerd. De premie is niet uitbetaald
en beklaagde kreeg dan ook zijn belooning niet.
Het O. M., waargenomen door mr. J. G.
Holstein, requireerde drie jaar gevangenisstraf,
Vervolgings stond de 34;jarige landarbeider
L. v. M. terecht, wegens het uitlokken van
brandstichting. Ook dezen beklaagde be;
kende volledig. Hij had het huis van te voren
»brandklaar« gemaakt, verklaarde hij en ver;
volgens G. overgehaald zijn misdrijf te plegen.
Hij kon evenwel niet zeggen, hoe of het kwam,
dat zijn nieuwe fiets niet tusschen de puin;
hoopen teruggevonden is, maar wel het ge;
raamte van een heel oud rijwiel.
In deze zaak werd behalve de vorige getuigen
ook G. gehoord. Het bleek, dat bekl. te voren
met zijn vrouw een lijstje had gemaakt van
de goederen, die zij bij de verzekeringsmaat;
schappij als te loor gegaan zouden opgeven.
Enkele van deze goederen zijn later ergens
verstopt, teruggevonden.
Het O. M. vorderde tegen dezen beklaagden,
dien spr. den hoofdschuldigde noemde, vier
jaar gevangenisstraf.
Faillissementen in Nederland.
Volgens mededeeling van het Handelsinfor;
matiebureau van VAN DER GRAAF 6. Co.'s
Bureaux voor den Handel zijn over de afge;
loopen week, eindigende 15 Juni in Nederland
uitgesproken 80 faillissementen tegen 51 fail;
lissementen in dezelfde week van het vorige jaar.
Van 1 Januari tot en met 15 Juni 1923
1877 faillissementen tegenover 1291 over het;
zelfde tijdperk van het vorige jaar.
NATIONALE BANKVEREENIGING.
Aan het jaarverslag over 1922 der Nationale
Bankvereeniging qntleenen we het navolgende
De in 1921 naar voren getreden crisisver;
schijnselen, waarvan de plotselinge groote prijs;
dalingen zonder twijfel de meeste slachtoffers
maakten, herhaalden zich gelukkig niet in het
afgeloopen jaar. Zij losten zich op in een
voortdurende malaise, die op haar beurt haar
stempel drukte op ons bedrijf.
Dientengevolge bleef onze bedrijfswinst niet
onaanzienlijk ten achter bij de over 1921 be;
haalde resultaten.
Zooals wij verwachtten, zijn wij er in geslaagd
ons onkostencijfer terug te brengen. De totale
vermindering op dit hoofd bedraagt over het
afgeloopen boekjaar ruim 518.000.—wij
blijven verder streven naar besparing en mogen
met zekerheid een verdere verlaging over 1923
verwachten.
De in het afgeloopen jaar door ons inge;
stelde indeeling onzer kantoren in districten
onder leiding van district=directeuren, schonk
ons bevrediging. Zij bracht, naast een meer
intensieve controle, besparing van tijd en on;
kosten, daar de werkzaamheden onzer Cen;
trale Administratie thans aanzienlijk ingekrom;
pen konden worden. De maatregel bevordert
het contact tusschen Hoofddirectie en kantoren
en het overzicht van den gang van zaken.
De resultaten der renterekening verlieten
de opgaande lijn, hetgeen te verklaren is uit
de afneming van de diverse hoofden van
rekening.
De verminderde credietbehoeften gepaard
aan afwikkeling van minder gewenschte ere;
drieten deden, ondanks het feit dat geregeld
nieuwe credieten werden verstrekt, het debi;
teurencijfer per saldo dalen. Het evenwicht
tusschen ons opereerend kapitaal en onze
uitzettingen bleef gehandhaafd.
Het totaal der door derden bij ons gede;
poneerde gelden verminderde, een verschijnsel,
dat zich op alle bank;balansen voordoet. Deze
teruggang van credit;saldi bij onze instelling
mag echter onder de in het afgeloopen jaar
vigeerende omstandigheden als matig worden
beschouwd.
In verband hiermede spreken wij de hoop
uit, dat de concurrentie, welke wij van den
Postcheque; en Girodienst ondervinden, ver;
minderen moge. Wij waardeeren deze Rijks;
instelling ten zeerste in haar streven, het geld;
verkeer door middel van overschrijving te
vergemakkelijken en te verbeteren, doch vree;
zen, dat zij, met gelden tot zich te trekken
als belegging, haar doel voorbij streeft en,
schoon ongewild, schade gaat berokkenen aan
het economisch leven in Nederland.
Hoewel de groote liquiditeiten in het pro;
vinciaal bankbedrijf, terwille van de rentabi;
liteit, op andere basis berusten dan bij de in
Amsterdam en Rotterdam gevestigde instellin;
gen, hebben wij ons steeds als richtsnoer ge;
steld, slechts in bijzondere gevallen een beroep
op de circulatiebank, of op de onsgarandee;
rende Rotterdamsche Bankvereeniging te doen.
Het is ons een voldoening, dat wij sedert
Juli 1922 geen credietpapier in herdisconto
ebben behoeven te geven, terwijl wij steeds
een belangrijk tegoed bij de Rotterdamsche
Bankvereeniging onderhielden.
Na een nauwkeurige revisie van onze de;
biteuren achten wij deze, in aanmerking ne>
mend de onder crediteuren opgenomen speciale
reserve, volwaardig.
Gezien evenwel de in de crisisjaren opge;
dane ervaring, oordeelen wij het wenschelijk
telkenjare deze speciale reserve tegen debi;
teuren te versterken. Thans stellen wij U voor
daaraan een bedrag van f 500.000.— toe te
voegen.
Een toevoeging van f 100.000 aan de statu;
taire reserve en een afschrijving van f 150.000.—
op gebouwen achten wij dan voldoende.
Wij stellen U voor daarna het dividend te
bepalen op 4
Op 1 Januari 1922 hadden wij kantoren
op 87 plaatsen. Dit aantal verminderde in den
loop van het jaar met 2, doordat onze kan;
toren te Hulst en te Zwijndrecht werden om;
gezet in zitdagen. Eerstgenoemde ressorteert
nu onder ons kantoor te Terneuzen, laatst;
genoemde onder ons kantoor te Dordrecht.
Daarentegen vermeerderde het aantal onzer
kantoren met 1, door vereeniging van onzen
dagelijkschen zitdag te Leens met het kantoor
der firma H. Alting Co. aldaar, dat door 1
ons werd overgenomen, zoodat het aantal
plaatsen waar kantoren onzer Instelling ge;
vestigd zijn, op 31 December 1.1. 86 bedraagt,
ongeacht de 63 plaatsen, waar zitdag wordt
gehouden of een correspondentschap is ge;
vestigd.
De Balans vertoont de volgende cijfers
DebetzijdeKas, coupons, vreemd geld
f 3.017.281.63 (v. j. 3.930.419.20'/2), Credit;
saldi bij bankiers en kassiers 5.206.949.80
(v. j. 3.687.072.94), Credirisaldi in vreemde
valuta bij bankiers f 48.650.21 (v.j. f 32.582.20),
zijnde dit de tegenwaarde, berekend tegen den
koers van 31 December j.l. van het bedrag,
dat voor eigen rekening en risico bij bankiers
uitstaat, Wisselportefeuille 18.850.826.64 (v.
j. f 17.668.275.58), Leendepót 2.325.080.18
(v. j. 3.764.831.73), Effecten f 471.771.27 (v.
j. f 7il.O5i.22V2), Prolongatie gegeven en voor;
schotten tegen effecten 11.117.467.19 (v. j.
15.410.450.81V2). Debefesaldi in rekening;
courant f 64.254.231.02 (v. j. f 71.758.394.36),
Vorderingen wegens gestelde borgtochten
f 3 460.985.08 (v. j. 2.246.724.68), Gebouwen
f 4.593.845.54 (v. j. f 4.202.141.67'/2).
Creditzijde 1 Kapitaal 10.000.000.— (onv.),
Reserve f 2.100.000- (v. j. 2.000.000.-),
Termijnaffaires in vreemde valuta 56.147.16
(v. j. Leendepót f 2.325.0.80.18 (v. j.
f 3.764.831.73), Deposito en Credifesaldi in
rekening;courant 92.869.767.97 (v. j.
f 104.000.439.78), Te betalen wissels f 535.848.58'
(v. j. f 462.235.17), Nederlandsche Bank en Ban;
kiers f 1.496.207.63 (v.j. 791.963.-), Gestelde
Borgtochten 3.460.985.08 (v. j. f 2.246.724.68),
Dividend en belasting f 436.200.— (v. j. nihil),
Onverdeelde winst 66.851.96 (v.jf 136.028.05).
Het winstcijfer der renterekening bedraagt
f 3.010.377.85 (v. j. 3.769.271.76'/2), dat
der provisierekening f 2.453.346.88 (v. j.
f 2.895.983.44), zoodat de totale brutowinst,
het saldo van het vorige boekjaar inbegrepen
f 5.599.752.78 (v. j. 6.682.577.22'/2) bedraagt.
De onkostenrekening wijst aan, gesplitst over
de twee hoofden honoraria 3.092.580.88 (v. j.
3.521.937.72), bedrijfsonkosten f 1.055.870.16
(v. j. f 1.145.012.98'/a)- De netto;bedrijfswinst
bedraagt f 1.451.301.74 (v. j. f 2.015.626.52).
De verdeeling der netto;winst ad 1.451.301.74,
na aftrek van de verplichte uitkeering volgens
art. 16 der statuten van tantièmes aan plaatse;
selijke directeuren, bedragende f 198.249.78
laat toe
eene afschrijving op gebouwen van 150.000
een toevoeging aan het Reservefonds van
f 100.000.— eene toevoeging aan de speciale
reserve tegen debiteuren, op te nemen onder
crediteuren, van f 500.000.— 4 dividend
400.000.— en een reserveering voor belasting
van 36.200—, terwijl alsdan een overblijvend
winst;saldo ad f 66.851.96 op nieuwe rekening
is over te boeken.
Een hoogverraadproces te München.
In een hoogverraadproces te München heeft
het O. M. Dinsdag de volgende straffen ge
eischttegen prof. Georg Fuchs, levenslange
gevangenis, 10 millioen mark boete en verlies
van de burgerlijke rechten, voor Johann Munk
5 jaar gevangenis, 50 millioen mark boete en
10 jaar verlies van burgerlijke rechten Munk
zal onder politietoezicht worden gesteld, daar
hij in dat geval vermoedelijk naar het buiten»
land zal trachten te vluchten voor Johann
Berger 2 jaar vesting, 300,000 mark boete,
voor Rudolf Gutermann 1 jaar en 5 maanden
vesting en 1 milloen mark boete. Voor Ri;
chard Gutermann eischte het O.M. vrijspraak.
Het O. M. brengt eerst den zelfmoord van
Machhaus ter sprake. Uit brieven, die deze
beklaagde heeft nagelaten, blijkt wel degelijk,
dat hij het plan had opgevat, een einde aan
zijn leven te maken. Hij heeft zich in zijn
cel met een riem opgehangen en den wensch
te kennen gegeven, met dezen riem te worden
verbrand. Spreker zegt voorts dat Machhaus,
Fuchs en Munk het plan hadden opgevat,
het laatste wapen van het Duitsche volk, na;
melijk de nationale eenheid, te vernietigen.
Hun beweringen, dat de beweging uitsluitend
tegen het bolsjewisme was gericht, zijn dooi
de getuigen weerlegd.
Fuchs beweert, dat hij geen politicus is. Het
tegendeel wordt bewezen door het feit, dat
hij in verbinding stond met politieke personen
van alle richtingen. Indien hij zich ten slotte
tot „de politie en tot het commando van de
rijksweerbaarheid heeft gericht om uit de moei;
lijkheden te komen deed hij zulks, omdat zijn
geweten hem kwelde. Fuchs wilde Beieren van
het rijk afscheiden en daarom had hij zich
tot Frankrijk gericht. Richert zelf heeft dui;
delijk te kennen gegeven, in opdracht van
Frankrijk te handelen.
Nog op 20 Januari heeft hij aan de Beiersche
samenzweerders verklaard, dat Frankrijk hun
actie noodig had als steun voor de bezetting
van het Roergebied. Treurig is het, dat Fuchs
en Machhaus, ondanks deze mededeeling van
Richert, hun onderhandelingen met hem heb»
ben voortgezet. De beweging had niet in de
eerste plaats een monarchistisch karakter. Be;
klaagden wilden Beieren van het rijk afschei;
den. Zij wilden een eigen muntstandaard in
Beieren invoeren en de grondwet van Weimar
niet langer erkennen. Verlangen naar eer en
roem hebben beklaagden bewogen aldus te
handelen. Fucht stond onder den invloed van
Richert, die hem door zijn brutale bedrei»
gingen steeds meer en meer den verkeerden
weg opdreef. Fuchs was in deze tijden zonder
middelen van bestaan en heeft een gedeelte
van het Fransche geld voor zichzelf gebruikt.
Spreker meent, dat Fuchs en Machhaus samen
ongeveer 9 millioen in hun zak hebben ge;
stoken. Fuchs heeft zich aan hoogverraad
schuldig gemaakt. Beklaagde Munk is op de
hoogte geweest van al de plannen. Hij wilde
een Saksische demonstratie van Tsjechische
zijde aan de Saksische grenzen en voorts re;
kende hij op de bezetting van Duitsch Opper;
Silezië door de Tsjechen. Munk is als mede»
plichtig te beschouwen. Hetzelfde geldt voor
de beklaagden Berger en Gutermann, die even;
eens op de hoogte van de plannen der sa»
menzweerders waren.
De Ullsteindienst meldt omtrent een uit;
barsting van de Etna uit Napels
De uitbarsting van den vulcaan heeft in den
nacht van Zaterdag op Zondag plaats gehad.
Voordat de catastrofe plaats vond, werden er
hevige aardschokken waargenomen. Er hebben
zich vijf nieuwe kraters gevormd, waaruit
enorme massa's lava stroomen.
De omliggende pijnboom»wouden en de bos;
schen bij Linguaglossa zijn geheel verwoest.
Van de inwoners heeft zich een paniek meester
gemaakt. In wilde vlucht gingen zij alle rich;
tingen uit. De lavastroom heeft reeds een
breedte van 300 Meter bereikt. Er is geen
kans op redding meer.
Soldaten en brandweerlieden zijn naar de
plaats des onheils geijld om te redden wat nog
te redden valt. Zij helpen de bevolking have
en goed, voor zoover dit eenigszins mogelijk
'is, in veiligheid te brengen. Er doen zich hart;
verscheurende tooneelen voor. De lavastroom
verwoest alles wat menschenhanden in den
loop der eeuwen hebben gewrocht.
De stad Catania is in den afgeloopen nacht
door een nieuwe uitbarsting van de Etna ver;
ontrust. De aanblik, welken de vulcaan oplevert
is verschrikkelijk. Van tijd tot tijd stoot de
vulcaan donderende geluiden uit.
De hoeveelheid lava overtreft reeds die van
het jaar 1919. De nieuwe kraters zijn ontstaan
tusschen de Montano Rome en de Montano
Bianca. De lavastroom heeft naar drieërlei
richting een uitweg gezocht, namelijk in de
richting van Linguaglossa, van Vasto;Tessiano
en in de richting van de in 1911 ontstane lava;
lagen. De schade is enorm. In alle dorpen
heerscht een onbeschrijfelijke paniek.
Op Sicilië zijn in alle dorpen diensten voor
de verleening van hulp aan de inwoners ge;
organiseerd. De wildste geruchten, door slacht;
offers der catastrofe verspreid, doen de ronde.
Door de vluchtende inwoners wordt iedereen
en alles onder den voet geloopen. In de zie;
kenhuizen van de naburige steden worden bij
voortduring personen, die in het gedrang kneu;
zingen en wonden hebben opgeloopen, binnen;
gebracht.
De activiteit van de Etna is Dinsdag dezelf;
de gebleven. De hemel was overal bloedrood
gekleurd, terwijl onophoudelijk een dichte
aschregen op het omringende land nederdaal;
de. De berichten uit Linguaglossa en Catania
luiden zeer verontrustend. De lavastroom is
thans tot op 40 meter afstand van de stad
Linguaglossa genaderd, vele huizen zijn reeds
door de schokken in puin gelegd. Alle stre»
ken, die een week geleden nog een pracht van
natuurschoon vertoonden, zijn thans onder
de verdelgende werking van de lava in wóes;
tenijen herschapen. De kokende lavastroom
verteert de huizen één voor één.
Wat het bedreigde Linguaglossa;district be;
treft ofschoon van de stad al huizen zijn
ingestort de lavastroom heeft zich in twee
kanalen verdeelt en men hoopt nu, dat ze
behalve de vernieling der velden, geen ver;
dere schade aan de stad zal aanrichten. Troe;
pen per trein en met auto's naar Linguaglossa
gebracht, hebben de inwoners bij hun uit;
tocht en de verzorging van vee en huisraad
ter zijde gestaan. Volgens officieele cijfers zijn
thans 30.000 menschen dakloos.
Catania, de hoofdstad van Sicilië, is door
een menigte van honderdduizend vluchte;
lingen overstroomd. De geheele stad verkeert
in een opgewonden stemming. Langs de wejr
trekken de vluchtelingen in bonte menig,
met wat haastig bijeen gepakte goederen óp
den rug of handwagentjes.
Ook in Messina zijn reeds vluchtelingen
aangekomen. Ook daar bracht de aanblik dezer
menschen de bewoners in opwinding, welke
toestand nog verergerde toen ook onderaardsch
gerommel werd waargenomen. Flonderden na;
men de wijk naar het strand.
Volgens de laatste berichten uit Castiglione
schijnt de toestand iets gunstiger te worden.
De voornaamste lavastroom schuift thans lang;
zamer voort, ofschoon zijn vernielende kracht
weinig verminderd is. Naar verder wordt ge;
meld, zou ook het station van Castiglione
nog' niet door de lava zijn vernield, maar wel
is de gloeiende massa er tot op enkele tien;
tallen meters toe genaderd. De stad zelf loopt
evenwel nog geen direct gevaar. Met Linguag;
lossa is het anders gesteld. De lavastroom gaat
nog steeds in de richting van die stad voort.
Te Linguaglossa heeft zich een incident voor;
gedaan, dat teekenend is voor de geestesstem»
ming onder de bevolking. Deze stelt een
groot® vertrouwen in den staf, dien de EI.
Egidius volgens de overlevering eens met gü"'i
gevolg gebruikt heeft ter keering van eennaf^
bijkomenden lavastroom. In plechtigen optoc™
haalden nu 3000 personen den staf uit de
kerk. Toen de processie zich in de richting
van den lavastroom begaf, kwam men enkele
inwoners van Castiglione tegen. De menigte
vreesde, dat men haar den stat wilde ontnemen
en er ontstond een botsing, waaraan ook
fascisten meededen. Een fascist werd ontwa»
pend en afgeranseld
Een vreemd verzoek. Bij de Gezondheids;
commissie te Amsterdam was een schriftelijk
verzoek (per briefkaart) van een bewoonster
van de Bloemdwarsstraat, zooveel hoog;achter,
ingekomen, waarbij zij de bemiddeling ver;
zocht van de Gezondheidscommissie, om vast
te stellen, dat zij (de bewoonster) niet behelpt
was met hoofdluizen.
Aan dit verzoek kan de commissie niet
voldoen.
In geldnood. Iemand, die in het nauw zit,
maakt kromme sprongen, schrijft het Utr. Dbl.
In den omtrek van Utrecht verscheen in de
laatste week iemand, afkomstig uit de buurt
van Oss, in Noord;Brabant, die al heel duchtig
in het nauw zat. Hij moest hypotheken be»
talen, en had daarvoor geld noodig. Doch dit
ontbrak. De man ging zwerven, trachtte hier
en daar wat los te krijgen, maar toen dit niet
lukte, haalde hij ten einde raad bij het dorpje
de Meern een koe uit de weide, bracht die
doodleuk naar Utrecht en ging er daarmee
op de markt staan. Tot zoover marcheerde
alles uitstekend. Als hij de koe nu maar ver»
kocht, dan was hij voorloopig gered. Maar,
hij beging de groote fout een te lagen prijs
voor het dier te vragen. Zoodat een handelaar,
die lont begon te ruiken, het dier kocht en
toen de politie er mee in kennis stelde. Hoe;
wel de verdachte reeds in een tram had plaats
genomen, om zich met het geld uit de voeten
te maken, werd hij nog gearresteerd, en in
arrest gesteld. De eigenaar kreeg de koe terug,
want bij zijn aanhouding bekende hij alles
en de handelaar zijn geld.
Moordaanslag. Gisterennacht is op den Duit»
schen kommies M. in het grensplaatsje Mil»
lingen, die wegens zijn waakzaamheid door
de smokkelaars ten zeerste wordt gevreesd,
een moordaanslag gepleegd. Toen deze beambte
in de duisternis zijn woning verliet en een
sigaret wilde aansteken, knalden uit een na»
bijzijnd korenveld twee schoten, waarvan een
hem aan de linkerhand trof. Toen hij het
veld afzocht, waren de daders verdwenen. Den
beambte, zoo schrijft de »Tel«, moest een deel
van zijn hand worden geamputeerd.