Antirevolutionair voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden Orgaan IN HOG SIGNO YINCES No. 2916 ZATERDAG 2 JUNI 1923 38STE JAARGANG EERSTE BLAD. Op den Uitkijk. Gemeenteraad. W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te x&nden aan de Uitgevers Christendom en Revolutie Het was nog vóór den Oorlog. In Duitschland werd een groote Socia listen-vergadering gehouden, waarheen velen waren opgegaan, ook de kopstuk ken der partij, Arthur Henderson zou er spreken, de Engelschman. Henderson is een der hoofden van de Engelsche Labour-partij. En al is „Labour" in Engeland nu niet precies hetzelfde, als de S. D. A. P. op 't vasteland van Europa, het is toch broertje en zusjezij gevoelen zich ge heel als elkanders verwanten en partij gangers; zij hebben denzelfden strijd immers tegen het „Kapitalisme" en zoo "Jrwam het dat de Engelsche, politieke sociale geestverwant in Duitschland voor de „kameraden" sprak. Maar wie beschrijft hun verbazing Toen alvorens zijn rede te beginnen, Henderson de handen vouwde, de ver gadering rondzag, eenvoudig weg zijde „Laat ons bidden" en werkelijk opende met gebed. Daarna hield hij zijn rede. In goed-socialistischen stijl. Die Duitschers konden er niet over uit! Tegen Henderson zelf hadden ze niets en van zijn rede hadden ze genoten, maar dat gebed, dat zat hun dwars en nog lang daarna konden ze met zekere verontwaardiging er over sprekenHenderson had met dit gebed het socialisme bezoedeld, dit leert im mers, dat godsdienst „privaatzaak'' is 3wie dus bidden wil, die doe het thuis, voor hij ter vergadering gaat, maar ter vergadering zelve mag hij niet laten merken, wat hij op godsdienstig terrein is. Henderson dacht er anders over. En anueren ook met hem. Dat wil allerminst zeggen dat de Engelsche „Labour"-partij „godsdiens tig" zou zijn. Er zitten genoeg god loochenaars in. 't Is een echt allegaartje socialisten van allerlei soort, ook half- socialisten, maar ook communisten. Maar men kan in Engeland „Labour"- man zijn en toch een vergadering met gebed openen dat komt wijl Engeland de „Revolutie" niet heeft gekend en daar vraag ik nu een oogenblik de aan dacht voor. Wat toch is het geval? „De" Revolutie, wat /s datwat was dat Niet in de eerste plaats omwenteling, vervolging, uitdrijving, koningsmoord, kerkvervolging. Dat zijn al te gader verschijnselen. Die „de" Revolutie vergezellen die er uit voortvloeien die er mee gepaard gaan. Dat heeft men in Frankrijk kunnen opmerken aan 't eind der 18e eeuw; dat kan men nu in Rusland zien. Maar nogeens,'tzijn „verschijnselen". Ze kunnen tijdelijk wegblijven. Of ze kunnen zoo flauw zich voor doen, dat ze nauwelijks merkbaar of herkenbaar zijndat hangt er van af hoe en in welke richting de Revolutie zich in een bepaald land op een bepaald tijdstip ontwikkelt. „De" Revolutie, wat is dat? De ontkenning van den levenden God als de bron van alle Gezag. „Ni dieu, ni maitre", is haar leus. „Geen God en geen Meester". D.w.z. geen God, die boven de kin deren der menschen staat, omdat Hij ze gemaakt heeft en er dus over te zég gen heeft, als de pottenbakker die vaten ter eere en ter onetre heeft gemaakt, en géén „Meester", d.w.z. geen Gezag, dat zegt van goddelijken oorsprong te zijn Daarmee zijn natuurlijk in geenerdeele alle kinderen der Revolutie tot god loochenaars verklaard 1 Maar God moet, als ik 't zoo zeggen mag „privaat-zaak" blijven niet komen op publiek terrein. Zie, dat is „de" Revolutie. Het is een wereldbeheerschend be ginsel. Men moet één van tweeënof God erkennen als de Bron van alle Gezag en dus als de opperste Wetgever, of met „de" Revolutie alle hooger Gezag, regel, orde en wet praktisch'verwerpen. Een tusschenweg is er niet. Nu zégt men wel, dat Frankrijk de „bakermat" van deze. Revolutie is ge weest en men wijst dan op de schrikke lijke gebeurtenissen, die zich daar in 't eind der achttiende eeuw rondom de guillotine hebben afgespeeld. Toch is dit geheel abuis. De bakermat is in het Paradijs. Daar werd de eerste revolutionaire daad volbracht, toen Adam en Eva op stonden tegen God en opzettelijk en wel bewust deden, wat Hij verboden had. Sinds dien was de Revolutie er. En openbaarde zich in allerlei vorm. Wat is er dan in Frankrijk gebeurd Wel, in Frankrijk 't eerst heeft men aan die Revolutie een wetenschappe- lijken vorm en gestalte gegeven in het staatkundig leven en heeft men daarop die theorie ook in praktijk gebracht. Eerst onder Robespièrre in de binnen- landsche politiek. En daarna onder Napoleon ook in de buitenlandsche. En van Frankrijk uit heeft toen die Revolutie de staatkunde van hetgansche vasteland van Europa veroverd. 't Is zoo, tegen Rusland brak de golf. Maar Rusland, helaas! heeft in de negentiende eeuw niet tegenover de Revolutie gesteld de éénige afdoende macht, n.l. het Evangelie, neenRus land meende die Revolutie te kunnen buitensluiten door den dwang, de onderdrukking door de Siberische machtsmiddelen van het tsarisme. Nu, men weet met welk gevolg. Met dit gevolg, dat daar juist die Revolutie in nóg verschrikkelijker vorm is uitgebroken, dan zij ooit ergens, zelfs niet in het Frankrijk der achttiende eeuw, heeft bestaan. Doch op Engeland kom ik nader terug. Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters eri vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. »Rood is rood«. Hij is een héél kalm socialist Man uit de kringen der vakbeweging, Edo Fimming. Maar merkwaardig, hoe ook hij dezer dagen, toen 't 500 ter sprake kwam, Moskou noemde als de hoeksteen van 't gebouw der hope voor de gansche internationale arbeidersbes weging. 't Bloed kruipt, waar 't niet gaan kan. Zoodra er maar even 'n kans komt op de verwezenlijking der socialistische idee, 't doet er niet toe door welke «Internationale», zoo zult ge te allen dage al wat rood is, bleeks rood en ruimsrood, in één groot vendel vers eenigd zien. Vlei u nóóit, dat 't anders zal zijn V Staatssubsidie »Geen Staatssubsidiebesliste de Geref. Jongelingsbond te Groningen en daarmee is deze zaak van 't publieke terrein weer wég. Wat er verder nog «zit» of de uitspraak ook meer principieel had moeten zijn en allerlei andere vragen, die genegen zijn inzake Bondss bureau, Bondsleiding, Bondsorgaan enz. Dat behoort weer tot de interne zaken onzer Jons gelingsvereenigingen, waar de Pers zich verder niet in mengt. Voor onze Pers is dit de hoofdzaak«Geen Staatssubsidie En mannen gelijk de predikanten Dijk en Knoppers en de heer Fisser kunnen met blijds schap op deze beslissingen neerzienhun woorden vol ernstige waarschuwing dragen vrucht. Nu moeten we echter verder. Er is een subsidiesvraagsfufc. Onze Staatsbegrooting, onze Provinciale en onze Gemeentelijke begrootingen zijn zoo langzamerhand vól »subsidiën« geraakt: ze zitten er in, als de vliegen in de suikerpot. Nu willen we verstand gebruiken Het is zeker niet antirevolutionair, om te zeggenWij zijn tegen elke Overheidssubsidie Want dan zou b.v. dr. Kuyper al een heel slecht antirevolutionair zijn geweest. Maar wij moeten die zaak herzien. Haar opnieuw in studie nemen. Vragen of en in hoeverre wij ons soms te goeder trouw hebben laten medeslepen op een verkeerden weg. In elk geval heeft het subsidiën» stelsel een uitbreiding gekregen, waarvan onze vaderen niet hadden gedróómd. Toen we 't breed hadden, lieten we de subsidiesfranje aan 't Overheidskleed ook zéér breed hangen Doch daar móét nu flink de schaar in. En dan moeten van dat subsidiesboompje allereerst de wilde takken af, die er naar den eisch van ónze beginselen nooit aan mogen groeien. De jongelingen gaven hier 'n stut. Laat de werking er van merkbaar zijn Nadruk verboden. »Wat een kerk vól vólk «Zij» kwam er net uit, was dadelijk door» geloopen naar de kamer, waar 'r man zat, naait de wieg, ze pasten om beurten 's Zons dagsmorgens op de kleine en terwijl ze voor den spiegel haar hoed ontpende, kón ze er niet over uit en moet ze dat allereerst zeggen «Zóó vol is 't nog nooit geweest »Kom, dat is heerlijk«, zei haar man. Hij méénde 't, maar zijn toon was gewoon het eigenaardige enthousiasme van zijn vrouw vond bijkans geen weerklank. Zij waren ook echte antipoden. Daarom pasten ze misschien zoo goed bij elkaar, omdat men moeilijk twee menschen had kunnen opzoeken, wier karakter sterker uiteenliep dan dat van hem en haar, hoes wel ze in het «hoogste» gelukkig eenstemmig dachten en hooptenop den top van den heuvel stonden ze hand in hand vlak naast elkaar, maar dan den heuvel af, 't aardsche leven in, wat liepen dan hun paden vaak ver uiteen. «Je zegt het zoo gewóón«, vond ze. «Ja, lieve vrouw! David huppelde achter de ark, maar hij was een Oosterlingjij zou 't misschien ook kunnen, maar mijn beenen zijn daarvoor te stijf 1« «Och, jij steekt er den gek mee Maar je vindt 't toch ook gelukkig, dat de kerk eiken Zondag voller wordt en dat er steeds meer menschen opkomen onder de Bediening des Woords «Maar natuurlijkdat zei ik immers al. En uit wat oorzaak zij ook komen, ze zijn tens minste onder 't gehóór en Gods Woord zal niet ledig tot Hem wederkeeren. Ik hoop van harte, dat 't zoo blijft Daar was eenige twijfel in zijn stem. «Nu jazoo groot zal de toeloop niet blijven, dat geloof ik ook niet. Maar toch ben ik maar wat blij, dat we dezen dominee beroepen en gekregen hebben 't gaat bóven verwachting Zie, dat was een zwak punt bij haar. Er was een tweetal geweest en dat »deze« dominee er op gekomen' was, daar had »zij« meende ze, ook haar aandeel in gehad en daarmee had ze 't goede voor de gemeente gezocht, en verkregen. Haar man zat ook in den kerkeraad. En zijn woord woog er nogal't zijne en dat van zijn vriend, den loodgieter, die vaak bij hen over den vloer kwam. Zooals z ij dan samen de zaken der gemeente bespras ken, zoo werd het nogal eens vaak op den kerkeraad. »Zij« zat daar dan bij en luisterde. Mengde zich niet in zulk een gesprek. Ze kende haar plaats als vrouw, maar toen, dien avond, ze kon onmogelijk zeggen hoe 't kwam, maar toen was zwijgen haar niet doenlijk geweest en ze had zoo ineens, midden tusschen de gesprekken heen't woord genomen en gezegd hoe zij er over dacht. 't Ging over de vraag, of déze dominee ook op tweetal komen zou. Indien al, dan had hij ook veel kans op 't beroep, want de gemeente had hem met groot genoegen gehoord. Maar de loodgieter had vrij wat bezwaar. Hij gaf toe, dat de «dominee in kwestie« rijke kanselgaven had en dat er o.ok, zoover hij wist op zijn bediening geen gegronde aanmerkingen te maken waren maar 't was hem opgevallen, dat deze predi» kant wel een ietwat onrustigen aard moest hebbenhij was nog jong en stond nu al in zijn derde gemeente als hij 'n paar jaar er* gens geweest was, dan leek 't wel, of=ie als weer op de wip stond om weg te gaan 't had zoo iets van eenkerkelijke »komeet«, zei de loodgieter in sterre beeldspraak hij voor zich hield van een «vaste ster«. Dat maakte wel indruk op »haar« man. Zij hadden hier de laatste 20 jaar denzelf» den dominee gehad. Die was er naar den mensch gesproken eenige jaren te lang ge* weest. Vroeger bloeide de gemeente onder zijn diensthij was een getrouw herder geweest, maar de laatste jaren waren daar de gebreken des oudérdomshuisbezoek kon zelden ge* brachtop den preekstoel werd dominees ge» aachtenkring al enger en engercatachisatie werd soms een pijniging voor leeraar en leer» ling beide, de gemeente verliep wel wat.' Natuurlijk, dat was niet goed te praten. Maar wij blijven allen menschen het zielental werd wel niet kleiner, maar er kwam slapheid: de meesten gingen één keer ter kerk, men bleef gauw thuis, catechisaties werden slecht bezocht, 't vereenigingsleven bloeide niet en al zoo meer. Eindelijk vroeg en kreeg dominee emeritaat. Hij had het éér kunnen, en moeten doen. Want er is óók «een tij cl van gaan«. Maar de kerkeraad, die nu voor 't eerst in veler leven voor een vacature stond maakte al dadelijk kennis met de moeilijkheden van zulk een interregnum en ervoer wat zeeman» schap er soms noodig is, om dan 't schip veilig te sturen door allerlei onstuimige wa» teren van veler diverse meeningen, ja som» miger opbruisende hartstochten heen. Ze zouden blij zijn, als de vacature be» hoorlijk vervuld was en zij daardoor meer rust en minder verantwoordelijkheid hebben zouden en 't is dus begrijpelijk dat het argument tégen dien predikant, dat hij n.l. nogal «ver» anderlijk« was, gewicht in de schaal legde. Toen had »zij« er zich in gemengd. «Daar moeten jullie nu niet te erg op let» ten«, had ze gezegd. «Wat we hier op 't oogenblik 't eerst en 't meest noodig hebben, dat is een dominee die de menschen weer naar de kerk toe preekt. Ze moeten de gang naar hun stoel en hun bank weer leeren vinden. Eerst de kerk vol, dan komt het onder Gods zegen wel verder ook. En als zoo'n dominee dan eerst de menschen weer naar de kerk gepreekt en aan de kerk gewénd heeft, nu al zóüsie dan met 'n paar jaar weer weggaan, wat nog niet zoo zeker is, 'n dominee heeft het hier zoo slecht nog niet, dan heeft»ie toch goed werk gedaan en de gemeente een heel eind vooruit gebracht» De mannen keken haar even wat vreemd aan. Half verlegen, half lachend zei ze «Ja, ik weet wel dat de vrouwen in de ge» méénte zwijgen moeten, maar we zijn hier, niet waar? onder elkaar in 't huisgezin en ik móést dit nu es zeggenjullie mannen nemen de zaken ook wel eens te zwaar op en rekenen soms al te lang vooruit Of nu werkelijk het woord der vrouw den doorslag gaf, dat weet ik niet; het was in elk geval de overweging waard dat is zeker dominee kwam op het tweetal, wérd beroepen en, nam 't beroep aan. Hij is nu een tweetal maanden hier en heeft werkelijk onder Gods zegen de menschen weer in de kerk gepreekt. Nu spreek ik die gemeente niet vóór. Het is haar plicht en roeping, niet om een schoone rede van den dominee te gaan hoo» ren, maar om getrouw op te gaan naar het huis des gebeds en doet ze dat niet, dan is ze in ernstige overtreding en behoort te wor» den vermaand en bestraft. En ook "moet de «trek naar de kerk» niet gegrond zijn op uiterlijkheden, zooals daar zijn zekere gaven van welsprekendheid, of zelfs van gewilde modernigheid in woord en zinsbouw, in tekstkeus en zoogenaamde Schrift» verklaring en toepassing. Het is over 't algemeen in ons land niet zoo'n groote kunst een kerk vól te preeken. In 't Noorden en Oosten van ons land is men er te nuchter voor, maar in 't centrum en in 't Zuiden heb ik 't vroeger wel gehoord, zóó dat men gerust zeggen mochtHoe gek» ker, hoe mooierIk heb de kikvorschen uit de Egyptische plagen hooren vergeestelijken ik heb den koek van Efraim zien omkeeren; ik heb den borstlap van den hoogepriester hooren beschrijven, dat het een mensch groen en geel voor de oogen werd. Maar van den Christus zag ik dan niet veel Toch kwam men drie uur loopen om zich aan zulk een predikatie een geestelijke indi» gestie te eten. Dus een volle kerk op zichzelf zegt nog niet veel. Ik denk dan zoo weieensOnze tijd heeft de Röntgen»stralen aan 't licht gebracht, die dwars door 't vleesch gaan en de «draad* looze« die de lucht doorvliegt, we wéten eenvoudig niet, wat onbegrensde mogelijkhe» den de toekomst in haar schoot houdt,—het is echter niet te hopen, dat we nog een me» thode krijgen, waardoor de een in staat is den ander geestelijk te doorzien en af te le* zen, waarmee zijn gedachten zich op een be» paald oogenblik bezighouden En als zulk een methode ooit gevonden wordt, dan moet dominee haar maar niet toe» passen «op stoel«. Ja, hij zal velen zien die zich bezighouden met wat hij zegt of liever met hetgeen hij voortbrengt uit den ouden en nieuwen schat des Woords. Maar hij zal ook vele »ergernissen«"ontwaren. Waar zullen we vanmiddag es heengaan Hoever zouden we 't van de week met dat karwei klaarspelen Hoe zou dat boek ein» digen, waar ik gisteravond aan begonnen ben, ik hoop maar, dat dominee niet al te lang van stof is, dan kan ik verder lezen Wat heeft die vrouw van meester X een gekken hoed op, dat mensch meent dat 'r gezicht er knapper van wordt, als ze zoo wat buitenis» sigs opzet, maar ik vind, ze maakt er zich maar bespottelijker doorHé, Marie Z. is niet in de kerk, zou ze weer kiespijn hebben Nu, de oude Y is er ook weer eens, enfin! 't wordt op z ij n jaren tijd, dat»ie van 'n hoorder des Woords ook es 'n dader wordt 'n Kop koffie smaakt toch nooit zóó lekker als 's Zondags uit de kerkDinsdag komt die wissel, ik weet waarlijk niet waar ik die van betalen moet! Zouden Jan R. en Bauke S. straks ook afgelezen worden, of zouden ze niet overtrouwen in de kerk? Nu, ik zet het lijstje maar niet voort. 't Is maar goed, dat zulke geestelijke X» stralen nog niet. gevonden zijn en dat men aannemen moet naar den aard der liefde, dat elk die zijn aangezicht in luisterhouding naar den kansel opheft, ook werkelijk een aan» dachtig hoorder is, en dat velen dergenen, wier oogleden zich een weinig sloten, des te dieper nadenken over 't gewicht der waarhe» den, die hun van het spreekgestoelte worden voorgehouden. Dan is een volle kerk een «mooi gezicht«. En het prijzenswaardig in een predikant als hij in den goeden zin des woords tracht het Evangelie des Koninkrijks voor jong en oud aangenaam te maken als hij op Schriftuurlijke wijs «volk trekt«. Ook bij Jezus verlustigde zich het volk in de «aangename woorden«, die Hij sprak. Het móét tenslotte, zal 't za» ligmakend zijn, het hart raken en niet den smaak streelen, maar «zöo is dan het geloof uit het gehoor« en in den weg der prediking wil God ons Zijn heil doen zien. Dies wensch ik alle getrouwe Dienaren van Christus zoo gaarne toe een «volle kerk« en een «groot gehoor« en die opgekomenen een heilbegeerig hart, opdat de gemeente Gods in dezen lande steeds meer worde gebouwd. UITKIJK. Vergadering van den gemeenteraad van HERRINGEN op Dinsdag 29 Mei des voorm. om 10 uur. De Voorzitter, de Edelachtbare heer De Winter opent de vergadering met gebed, waarna de notulen worden voorgelezen en onveran» derd vastgesteld. Ged. St. berichten hun goedkeuring over eenige raadsbesluiten. De Min. van Onderwijs bericht dat in 't vervolg geen rijkssubsidie meer te verwachten is voor het vervolgonderwijs. Ged. St. berichten dat er een nieuwe uni» forme regeling getroffen is voor alle gemeenten ten opzichte van het maken der gemeentere» keningen en begrootingen. De z.g.n. netto» methode zal toegepast worden. Het verslag der warenwet district Dordrecht over het jaar 1922 ligt voor de raadsleden ter visie. De toepassing der vleeschkeuringswet levert in West»Flakkee een aanzienlijke winst op. De inrichting kostte f 1610 en reeds het eerste jaar werd een winst gemaakt van f 612,935. Nog een kleine f 1000 moet er dus betaald worden. Het gemeentebestuur van Dirksland vindt het de beste oplossing dat de betreffende gemeenten een renteloos voorschot geven om deze kosten te dekken. Herkingen zou dan f 30,80 moeten storten. Te voorzien is dat het tarief der vleeschkeuringen binnen korten tijd aanzienlijk verlaagd kan worden. Met algemeene stemmen wordt besloten dit voorschot te verstrekken. In verband met een verzoek van het ge» meentebestuur van Melissant om adhaesiebe» tuiging aan zijn adres aan den Minister, om de gezondheidscommissie op te ruimen, besluit de raad op voorstel van B. en W. de Minister te verzoeken het daar heen te leiden dat er meer bij deze commissie bezuinigd wordt o.a. door verlaging van het salaris van densecre» taris, beperking van dure reizen enz. De gezondheidscommissie bericht dat de subsidie»bedragen verlaagd zijn van 3 op 2l/2 cent per inwoner. Ingevolge verzoek van de Nat. commissie tegen alcoholmisbruik brengt de Min. v. Arbeid de wenschelijkheid onder de aandacht der gemeentebesturen om op den dag van het 25»jarig regeerings»jubileum een tapverbod uit te vaardigen. De heer v. KEMPEN voelt er veel voor. De heer v. ECK niet. B. en W. gelooven niet dat er op dien dag in deze gemeente gefeest zal worden. In stemming gebracht wordt het voorstel» v. Kempen om den verkoop van sterken drank op dien dag te verbieden. Voor zijn de H.H. v. Kempen, de Geus en Mans. 't Voorstel is alzoo verworpen. De Ged. St. berichten dat het heffingsper» centage door deze gemeente te laag gesteld

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1923 | | pagina 1