voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. laierialen I i Antirevolutionair Orgaan HINGEN :t. f No. 2894 ZATERDAG 17 MAART 1923 38STE JAARGANG PRIJZEN ISTELIH6" I A EERSTE BLAD. SIK. Zoowel 't individualistisch kiesrecht als J de stemplicht èn 't openzetten van de deur 3 Op den Uitkijk. IEK IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers IOVEN S RNIS S. Jiten, masten aten, masten tken, masten Indhout enz. iastel N.B. roeftuin ELHARNIS Uw kamer weekerij urecaria's is enz. - i adres voor nenmandjes ge Prijzen M 1 Bestuursverg. der Hulpc. op Zaterdag 17 Maart (D.V.) 's"tn. half 4 in de Chr. School te Middelharnis. J. v. d. WAAL, ak si kjes Reclames Mededeelingen. EAU DE COLOGNE SB ÓTS PLAAT. Z.H. NATIONALE BANKVEREENIGING KANTOOR MIDDELHARNIS maar zong |an die hand ie nou die spaak, die je 's effe, efïe :e die hand* horatorium. Ned. 'rij dagavond verdronken. I'rijdagavond poor 3 arbei* afgebrand^ ■>rgen het ma* touwwerk '1 afgebrand. en Schiedams Ier J. F. van iard met een lij is in het |it het IJ te geboren kind en omwon* een brandje p grossier B. hoeveelheid politie heeft den pakhuis* tijd bij den :enige malen hij onder zijn ad Hij wordt esticht. f. De verkoop aterneerings beeft f 42,484 |n tooneelzaal aonbarakken OP- (avond brand Huis en in» |p. Het vee is Zaterdag de Deze Courant verschijnt eiken IWOENSDAG^en'1 ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOM M'E L S D I J K Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 eent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. lik bij D. VIJF- j P. WIELHOU- L. HOBBEL; Te Te Brielle bij J [(■■■■■■•■■■•a a IFLAKKEE te is op eiken lenden GRA- venscht geeft (en, die moch- 17461 1. Partijdag. 2. Gemeente program. 3. Fmantiën. 4. Verslag v. een Vergadering. Secretaris. *.-* De heer Kersten en de A.*R. Partij. Wie de redevoeringen van den heer Kersten 'eest, wordt getroffen door vele punten van overeenstemming, die een zich losmaken van onze partij had moeten tegenwerken met alle macht, èn een zeer pover aantal punten van werkelijk geschil, die door de kritiek in de Kiesv. zeer zeker hadden kunnen weggeruimd, toen in 1916 onder 't Ministerie Cort v. d. Linden, tijd van spreken is geweest. Welke kritiek verstomd is niet door Anti*Rev. Ka* merleden. Waarom niet? Op 15 Nov. '16, toen in de 2e Kamer aan* Hangig was de Grondwetsherziening van het 2e, 3e en 4e hoofdstuk der Grondweten toen Art. 80, dat van 't Kiesrecht, in stemming kwam, verklaarde de heer Voort van Zijp Mijnheer de Voorz.l Mede uit naam van mijn politieke vrienden, wensch ik de stem, die wij over art. 80 zullen uitbrengen, met een enkel woord te motiveeren. Steffi .4 voor 't vrouwenkiesrecht blijven bij ons op principiëele gronden bezwaar ontmoeten. Dit neemt niet weg, dat wij noch nu, noch in een verder stadium der grondwets* herziening op die bezwaren die herziening willen doen afstuiten, en wij dus niet stem* ming over 't artikel zullen vragen. Mocht er stemming komen, dan zullen we onze stem daaraan niet onthouden. Toen is art. 80 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Er is dus door de Kamerleden, de Anti's, wel degelijk hunnerzijds op 't foutieve indi* vidualistisch mannen* en vrouwenkiesrecht gewezen principieel hebben ze dat »beperkte« foutieve kiesrecht veroordeeld, maar stemden vóór, omdat door 't «algemeene® kiesrecht de principieele fout in ons Kiesreeht niet werd weggenomen. Hebben ze daarin gezondigd? Dan is er van 1848 af steeds gezondigd, toen in de 2e Kamer door onze Kamerleden steeds vóór uitbreiding van 't Kiesrecht gestemd is. Hebben ze daarin gezondigd, dan wordt er nog eiken dag gezondigd, want heel ons po* leven is dooraderd van 't liberaal sy* steem, en toch wordt er steeds op de basis van dat liberaal systeem aan de Wetgeving uitbreiding gegeven. We zijn t met den lib. heer Hans in «De Vrijheid® van jongstleden 7 Maart volkomen eens, als hij in zijn Parlementsfilm no. 66 (Bespreking over mr. Dresselhuis, Kamerlid en voorz. van den Vrijheidsbond) zegt Wij liberalen mogen dan numeriek in de minderheid zijn gekomen, geestelijk en ideëel zijn we nog een macht in 't Land, waarvan onze felste tegenstanders de beteekenis niet kunnen ontkennen. Het is onze idee, het is ons beginsel, dat aan ons staatsrecht en aan heel onze wetgeving ten gevolge ligt. Dat is waar! Heel onze Kiesrechtwetgeving rust op 1848. De Zondagswet op 1815. De afschaffing van de Doodstraf op 1870. De onderwijswetten op 1848. De belastingwetten op 1848. De Ko* ninklijke Macht (of Onmacht) en 'tgezagder Kamers enz., 't is alles van liberale beginselen en ideeën doortrokken, en die krijgt men niet weg dan door één reuzen propaganda van alle man van Rechts door coalities van chris* lelijke meerderheden, die (en daar zitje mee!) óók moeten bedenken, dat er in Nederland nog andersdenkenden zijn, die óók burgers zijn van Nederland, en zoomaar niet geheel genegeerd kunnen worden. En waren er dan nog na 1848 zulke Orga* nen tot stand gekomen zulke toestanden ge* boren, dat ge't oude kleed weg kondet werpen om dadelijk 't nieuwe aan te trekken, dan zou ieder zeggen Gooi die oude schoenen weg, want er zijn spliksplinternieuwe, maar zóó is 't niet. En bij de" Kiesrechtwetgeving, en bij 't Onderwijs, èn bij de Zedelijkheidswetgeving bij de verhouding van Kerk en Staat, bij de Sociale Wetgeving mist 't Nederlandsche Volk de Organen, die mee kunnen helpen om al dien liberalen zuurdeeg weg te krijgen, 't Verst daarin zijn de Christenen gekomen bij 't Chr. Onderwijs, en voor dat kleine stukje Wetge* ving is 80 jaar gestreden. Voor 't overige is 't alles nog liberale zuurdeeg 1 En op die basis moet ge voorloopig nog dóórwerken öf stilstaan. Maar stilstaan letdt tot revolutiën, omdat de wereld ook niet stilstaat. En nu is 't nietWeg met 't liberale Kiessy* steemMaarhier, ten onzen profijte, dat systeem, totdat 't Ned. volk in zijn grootste meerderheid de organen heeft gevonden om 't oude systeem af te breken voor immer. Principieel stonden onze Kamerleden in 1916 tegen 't beperkte individueele kiesrecht, en toen ze vóór uitbreiding van dat kiesrecht stemden, bleven én waren ze even goddeloos als ds. Kersten en wij, die al een kwart eeuw in dat zondige systeem nochtans naar de stem* bus gingen, en rechts stemden. Op de basis des Kwaads, deden wij politiek kwaad. Prin* cipieel en konsequent hadden alle Christenen nooit naar de stembus moeten gaan want we deden dat op de basis van een revolutionair systeem,, in 1789 uit ongerechtigheid, moord en schavot geboren. Toch stemden we elk jaar voor Raad, Staten en Kamer op zoo'n revolutionairen, onchris* telijken grondslag met een revolutionair stem* biljet dat rook naar 1789 en de guillotine. We stemden slechts met revolutionaire uit* gangspunten in heel onze Grondwet en Staats* bestaan. En 't Vrouwenkiesrecht is van dat revolu tionair systeem maar één onderdeel, net als 't algemeen mannenkiesrecht. In dit Sijsteem niet tegen te houden, maar wél ten onzen profijte te gebruiken. En daarom nog eensniet. Weg met dat Kiesrecht 1 Maarhier er mee. Om daardoor 't liberale systeem op den duur te kunnen nekken. *4* Staatscommissie voor Hooger Onderwijs. Er is een Staatscommissie ingesteld, die na moet gaan of en zooja, door welke wettelijke en andere maatregelen kosten besparing op 't openbaar hooger onderwijs kan worden ver5 kregen zonder dat 't peil van dit onderwijs in 't algemeen wordt verlaagd, én de verhouding tusschen 't Op. H. Onds. en 't Bijz. H. O. nader kan worden geregeld, zoodat 't Bijz universitair onderwijs zich, naar zijnen aard» beter zal kunnen ontwikkelen dan op dit oogenblik het geval is. Moet dit beteekenennadenken door die Commissie over inperking van 't Op. H. On* derwijs én uitbreiding van 't Bijz. H. O., dan hopen we, dat de conclusies ook werkelijk mogen zijninkrimping van 't openbaar, uit* zetting van 't Bijz. H. O. Dat er tegen die uitzetting, eenmaal in een Nieuw Wetsontwerp op 't H. O. neergelegd en in organieke wet en Koninklijke besluiten geheel uitgewerkt, bezwaren zullen worden aangevoerd, is natuurlijk. Wie der ouderen herinnert zich 1901—1905 niet, toen 't Kabi* net Kuyper een sobere subsidie vroeg én den effectus civilis invoerde, waardoor de graden de examens der Vrije Univ. van gelijke kracht werden verklaard als die der Openb. Univer* siteiten t zal nu ook zoo gaan 1 De voorteekenen zijn er al in de Liberale Pers, en in de «Ne* derlander der Chr. Historischen. y>Wij zouden t niet oorbaar achten«, schrijft de Nederlander, om 't Op. H. O. te beperken en 't B. H. O. uit te breiden. Niet oorbaar, en in die twee kleine woor d* jes ligt een tegenstelling tusschen hen en ons. Wij achten 't niet alleèn oorbaar, maar drin* gend noodzakelijk. De Nederlander voelt in de Staatsuniversiteit iets «nationaals®, dat behoU' den moet worden, wij voelen er iets onprin* cipieels® in, dat eruit moet. V Kersten en wij. De heer Kersten haalde op 10 Nov. 1922 met instemming aan 't woord van onzen lei* der H. Colijn, toen deze op de Deput. vergad. sprak «Het Parlement is een wereld van 't «compromis. Geen practisch Staatsman mag «dit ooit uit 't oog verliezen. Maar op één «punt moet men onverbiddelijk zijn. Daar «past geen vergelijk. Daar is aandoenlijkheid «uit den booze. Bij wat ingaat tegen 't «Woord des Heeren. Daar is elk Antirevolutionair 't mee eens. Doch nu wordt de vraag weer anders nl. y>Wat gaat voor u persoonlijk in tegen dat Woord®. En nu gaat 't niet aan om te zeggen »Wij Kerstenjanen zullen u dat eens zeggen, want gij Anti's weet er niets van«. Die pre* tentie zou al te parmantig zijn en al te eigen* gerechtigd. Met te véél eigendunk over de kennis der Schrift. Maar wel is de weg dezeBlijf in de A.R. partij en overtuig de leden dat ze dwalen. Wel is de wegBreek die partij niet af door naast haar te gaan staan, maar om in haar de Uws inziens verkeerde consekwenties door ons uit dat Woord getrokken tot haar rechte proportien en verhoudingen te zetten. Omdat wij ons laven aan dezelfde bron, en de verschillen tusschen ons zoo onbedui* dend zijn. Gods Woord is zoo rijk, dat de Kerstenpartij toch niet alleen De waarheid bezit. Voorzich* tigheid in kritiek blijft altijd aanbevolen voor hen, die nog maar stuurlui aan den wal zijn, en met hun vaartuig nog nooit in de bran* ding gezeten hebben. En 't politieke leven is een branding, waaruit men slechts worste* lende, èn steeds met averij uit terugkeert. Ook de Kerstenpartij zal die averij niet ontgaan. Geduld maarze zit nog geen 40 jaar in de Kamer 1 40 cent per regel. VRAAGT UWEN WINKELIER DIT IllERH IN VERSCHILLENDE KWALITEITEN. Zitdagen, tijdens Beurs Woensdag, Sommelsdijk Tabbers Donderdag, Dirksland .v. d. Doel Donderdag, OuddorpFlohil Vrijdag, Oude Tonga Geluk *4* Protectie of Vrijhandel. Hoe lang zoo meer begint dit oude vraag* stuk naar voren te komen, 't Heeft gerust na 't Kabinet Kuyper, toen ook door de Tarief* wet Harte, petten en klompen en duur brood door de zalen vlogen. Na dien strjjd in 1905 f&i. zijn er zoo en dan wel eens wijzigingen ge* bracht in de Ned. Tariefwet, maar 't beginsel van Vrijhandel of Zwakke Bescherming is gebleven nl. grondstoffen vrij half fabrikaten 5 en fabrikaten 5—25 Maar sinds de sigaren aan hooger invoer* recht zijn onderworpen, al was dit slechts een gevolg der valuta, is men toch van alle zijden komen toeloopen of hier altemet 't Vrijhan* delsdogma werd aangetast en Protectie werd binnengeloodst. En nu weer de Schoenindnstrie gevraagd heeft om een Invoerverbod van Duitsche schoenen, nu gaat de Protectie overal over de tong met de van ouds bekende argumenten nl. Ge weet wel, waar ge met protectie begint, maar waar houdt 't op De eene tak van nijverheid na de andere zal bij de Regeering aanbellen om verhooging van invoerrecht of verbod van invoer. Dande duurdere arti* kelen 1 Dan de represaillemaatregelen of de bemoeielijking van onzen uitvoer naar 't Bui* tenland. Dande kunstmatigheid van den maatregel, die de fabrikanten door dat hoogere recht lui en vadsig maakt om zelf allerlei verbeteringen in de machinerie aan te brengen. Dan meer kommiezen en ambtenaren. We hebben nooit durven ontkennen, dat er aan Doorgedreven Protectie op Alle arti* kelen ernstige bezwaren kleven, en wij bleven er liefst van verschoond. Maar als dit bij één industrie bedachtzaam geschiedt, met verstand, zal Nederland er geen scha van ervaren. Zoo is althans de historie. Nadruk verboden. en elkander hatende«. 't Is de laatste trek, die de teekenstift van den Oppersten Kunstenaar nog aanbrengt, als Hij het bekende beeld schetst van den na* tuurlijken mensch. En zie nu eens om u heen Is die toch ook maar iets te scherp En nu spreek ik niet van die millioenen kleinere »ruzietjes«, onder de menschen, waar* van de aarde altijd vol is geweest en vol blijven zal. Al die »persoonlijke« haat laat ik rusten. Eveneens de familie* en geslachtshaat. Ook die is groot en veel verbreid en komt maar niet tot rust, de eeuwen dóór niethier treedt ze op als vendetta en bloedwraak, doch ook waar zij zich minder bloedig openbaart, in onze familiën, in onze buurten en dorpen, hoe kan zulk een ingewortelde haat niet de zielen verpesten en de verhoudingen ver* giftigen Zóó, dat zelfs de gemeente van Christus zich niet steeds aan haar inwerking te ont* trekken weet en zij, die denzelfden Heer dienen en aan Zijn tafel met elkaar Zijn dood verkondigen, soms nóg zich verrast en plot* seling overwonnen zien door den «haat®, die eensklaps losbreekt uit hun innerlijkst zijn Maar ook dat laat ik nu rusten. Let eens op den volks*, den rassen en standenhaat. In een hunner liederen, zingen de zonen van Marx vrijuit: «Wij hebben lang genoeg gemind, Wij willen eind'lijk haten Dat is de klassenhaat, die zichzelf uitleeft. Als men leest, wat in vroeger tijd de joden niet te lijden hadden in Rusland en wat ze nu nóg in sommige van die Oost*Europeesche Staten moeten ondergaan, maar ook omgekeerd er van hóórt van hun woekerpraktijken en hoe zij het kwaad, hun ras aangedaan, den »boer« viervoudig op zijn kop doen weder* komen. Dan staat men onthutst van dien rassenhaat. En als men dan nagaat de verhouding tus* schen Duitscher en Fransoosals men tracht te peilen 't gemoed van deze twee «eeuwige vijanden«, dan wordt men bang voor het oogenblik, dat eenmaal komen móét en wan* neer deze vulkaan van nationalen haat zijn lava naar alle kanten uitspuwen zal. «Elkander hatende«, zoo was 't altijd. Zoo zal 't blijven tot den jongsten dag. Maar er is wel verschil in graad. Er zijn tijden, dat al die haat wat inbindt dat er wat plantengroei van internationale samenwerking en van wereld*solidariteit, van algemeene menschenmin, van kunstbroeder* schap en wetenschappelijke samenwerking over henen wast. Of, laat ik 't liever zoo zeggen Gods algemeene genade kent haar tijden, dat zij ook den haat tusschen ras en volk méér dan anders inbindt Maar zou 't te zwart gezienrzijn Zou het'te scherp geoordeeld zijn. Als ik van meening ben, dat we thans zulk een tijdperk, waarin die haat meer chronisch en minder acuut, minder^direct gevaarlijk ge* worden is, niet beleven Dat die haat steeds giftiger wordt? En dat er waarlijk maar weinig behoeft te gebeuren, of zij barst uit in den laagsten en bittersten krijg, dien de menschheid ooit heeft gezien en waarbij zelfs wat in den grooten oorlog achter ons ligt, verbleekt Ik weet, velen halen de schouders op. Dit geslacht heeft dien oorlog meegemaakt en er in meerder of mindere mate al de bit* terheid van geproefd, men meent dat het in* zich*zelf onmogelijk is, dat ditzelfde geslacht zich nog wederom in een nieuwen oorlog verwarren laat. En ik ontken het niet Die herinnering drukt zeer zeker zwaar! Maar toch, wie zichzelf op deze wijze ge* rust stelt, die heeft niet gewogen de kracht nog gepeild de diepte van den haat. »Haat« is 't negatief van »liefde«. En zoo sterk, alles*overwinnend, bergen verzettend die «liefde® zijn kan, zoo is ze niet minder, wanneer ze in haar tegendeel omslaat en wordt tot haat. Na den grooten oorlog géén strijd meer? Maar zie dan toch om u heen 1 Begin waar ge wilt, al\vas 't bij den Angora* Turk«Liever dood, dan in de vernedering zegt hij en zoo vast zijn Frankrijk en Enge* land beide er van overtuigd, hoe 't hier bit* tere ernst is, dat ze om hém maar tevreden te stellen, toegeven wat een jaar terug be* lachelijk scheen. Van den Turk naar den Rus Maar is het «Roode Leger« niet de sterkste militaire macht thans op het vasteland van Europa en is het Trotsky niet, de veldheer van net communisme, die door zijn uitlatingen" en toespraken de wereld in gedurige onge* rustheid houdt? Borrelt en barnt en kookt het niet overal, van de Bocht van Memel af tot den Piraeus toevan Oost* tot Adriatische Zee Nog pas las ik dit veelzeggend bericht De Franschen in 't bezette Rijnland rekenen zoo reëel met de mogelijkheid de onbloedige oorlog van thans in een werkelijken te zien overgaan, dat zij reeds de gedrukte proclama* ties klaar hebben, waarbij alle mannen bene* den 40 jaar worden geïnterneerd en allen boven de veertig verplicht worden, zich viermaal daags te »melden« om controle te oefenen op hun gaan en hun doen. En wat wel 't aller vreeselijkst is? Bij den jongsten, den »grooten« oorlog, geloofde de heele wereld nog aan »HersteI«. Als eerst de vrede maar kwam Dan was het leed geleden. Dan zou men eens zien met wat onver* woestbare levenskracht het menschdom zich weer wist op te richten en hoe snel de oor* logswonden zouden genezen zijn. Dat was de algemeene hoop Éérst onder die nachtmerrie uit, Dan zou dra alles in 't reine zijn. Als iets heeft teleurgesteld, zoo is het dit en de meest zwarte en pessimistische beschou* wing heeft zich van de natiën meester gemaakt. Hier kan men wel zeker van zijn Als de vlam nogmaals uitbarstte, dan zou de wanhoopsgedachte algemeen zijnNu is 't er op of er onderwie nü onder ligt, die is wég die komt er nimmer weer bovenop En die gedachte zal vreeselijk zijn. Zij zal het laatste resije van menschenliefde tusschen de vijanden wegnemen en zij zullen als duivelen tegen elkander woeden. Omdat het niet slechts tusschen man en man, maar ook tusschen volk en volk staan zalIk óf gij 1 Leven of dood 1 Elk middel zal welkom zijn. In de dagen van Noach, toen de Zondvloed kwam, stel ik mij voor, zal er denkelijk tus* schen de enkele duizenden, de allersterksten, die tenslotte waren overgebleven een vreese* lijke, en duivelsche strijd gevoerd zijn, om den top van den hoogsten berg, van wien natuurlijk niemand wist, dat ook die nog vijftien ellen onder den waterspiegel komen zou. Zoo zal 't ook in dien volgenden oorlog zijn. Men zal niets of niemand ontzien. God geve, dat niemand onzer 't beleve En zelfs dan als ik op onze kinde* ren zie op de kleinen aan moeders schoot »Pessimist«, zegt hoofdschuddend 'n lezer. Daarvoor moge mij God bewaren I Maar ik kan niet meedoen met de lucht* hartigheid en lichtzinnigheid, die ook in poli* tieken zin maar roept«Vrede, vrede en geen gevaaren behaaglijk zich de leden wrijft, alsof er een zoel lentebriesje over 't aardrijk waait 1 Ik zal eens enkele feiten noemen. In een Fransch blad werd dezer dagen voor vast verteld, dat de Duitschers van plan waren met een duivelsch moordplan*in*'t*groot op de Fransche Ruhractie te antwoorden. Zij zouden namelijk verschillende groote, Fransche havensteden onafwendbaar besmetten met millioenen gevaarlijke bacillen, die zij in 't drinkwater zouden brengen en waardoor de vreesdij ksteïziekten in die steden zouden uitbarsten en zich vandaar over heel Frankrijk verspreiden. Nu geloof ik'van dit verhaalfniets.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1923 | | pagina 1