voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOG SIGNO VINCES
posisip!
No. 2892
ZATERDAG 10 MAART 1923
38ste JAARGANG
EERSTE BLAD.
mm ss
Op den Uitkijk.
Scherpschoten.
W. BOEKHOVEN Sc ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
Laster of Onkunde.
Reclame-Mededeellngen.
HL
NATIONALE
BANKVEREENIGING
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 eent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Onze A. R. partij wordt nog onophoudelijk
als de coalitievriendin van Rome genoemd.
En dan zijn er helaas, die van 't Staatkundig
probleem onmiddellijk overspringen op 't Ker»
kelijk, en dan de onhoudbare meening uit»
spreken, dat 't Protestantisme bij de Antis
niet veilig is.
't Protestantisme is bij de Antis even veilig
als bij eenige andere partij, die leeft uit den
Wortel des Geloofs. En veel veiliger dan bij
Liberalisme en Socialisme. En als de Anti
aan de Roomschen hun processies gunt en
hun gezantschap bij den Paus en hun pros
paganda, en hun scheidingen met Geitenfok»
vereenigingen, enz. dan doet de Anti dat niet,
omdat hij dat alles nu zoo mooi vindt in
Rome, maar omdat hij gelooft, dat de kern
Vvan 't Protestantisme de geestelijke vrijheid is.
J? Er wordt in onze dagen zoo gesold met
dat woord Protestantisme, in kringen, die door
eigen nalatigheid geen ruggegraat meer bezitten
om tegen Rome 't Schild des Geloofs op te
heffen, en nu met de groote trom van «Rome
is 't gevaar» 't volk in roering te brengen al
ware 't met behulp van den Staat.
Zie, met zulk een Protestantisme, dat zelf
ontaard is aan 't Protestantisme en dat zelf
niet protesteert .tegen eigen Afval en eigen
geestelijke misstanden op 't terrein van Kerk
en Staatmet zulk een Protestantisme, dat de
strijd onzer Vaderen in de 15e en 16e eeuw
nog niet eens ten halve heeft begrepen, kun»
nen we niet optreden om Rome te bestrijden.
De Antirev. partij is een Christelijk»Histo»
rische partij, die teruggaat naar de Hervorming,
naar Luther, Melanchton, Datheen, Calvijn en
zooveel andere Reformatoren naar de Geuzen
en de Oranjes en Marnix van St. Aldegonde
f Tkmet zijn Wilhelmuslied maar dan geven de
•^geschiedschrijvers een mooier beeld van 't
Protestantisme, dan 't Heden te aanschouwen
geeft. Een onverdacht getuige is voor ieder
Groen van Prinsterer, en wat deze schrijft
over die Reformatie is voor ons in Kerk en
Staat, in Lijden en Strijden voor de Eere Gods
zoo beschamend, dat wij ons herhaaldelijk
afvragenZijn we nog Protestant ondanks al
dat gescherm en gezwaai met die vlag
Of is men in Nederland antipapist? Ja,
dat is heel iets anders.
Of is men antUclericaal, en wil men met
Rome liefst óók de Antis met éénen bezemveeg
te gelijk wegvagen om zoo de Staat»zonder»God
te doen triomfeeren als in 1789
Maar wie als Protestant zich uitgeeft, moet
als de Vaderen doen, en daar mankeert heel
wat aan op allerlei terrein onzes levens.
Niemand als Protestant verdedigt de Ker»
kelijke eigenaardige dogmas der Roomschen,
die ieder wel kent. Daar zijn we 't allen
roerend over eens. Dat wisten onze Vaderen
ook. En daarom reformeerden zij. Maar die
reformatie maakte niet alleen Kerkelijke ideeën,
maar 't heele Leven, en dat missen we in
onze huidendaagsche klagers tegen Rome, en
in onze Protestanten van deh kouden grond.
Onze Vaderen kwamen met positieve leuzen
en daden, en zoo, door zelf levende getuigen
en protesten te zijn, die goed en bloed voor
de geestelijke en staatkundige vrijheden over
hadden, is dat machtige Rome geknakt.
Rome is niets, als 't Protestantisme maar
waarlijk Protestant is 1
Rome gaat vooruit, als wij verslappen. En
dat is toch op alle terrein zoo Waar 't gees»
telijk leven bij A. gaat kwijnen, is dat altijd
ten profijte van B. Des eenen dood is des
anderen brood, geldt ook in 't geestelijk leven.
Reveil bij A. wekt een reveil, een ontwaking
bij B. Tegenover een negatieve A. zet een
flink volk een positieve B. De historie bewijst
't op elke bladzijde in Reactie en Actie.
Daarom ook zegt de Anti nietWeg met
RomeMaar wélgeeft Rome door Uw eigen
Protestantsch Belijden en Beleven geen kans
De Socialisten zien dat goed in, want deze
zeggen nietWeg met den Staat, maar Hier
met den Staathier d.i. voor ons arbeiders enz.
De Geref. in de Herv. Kerk enz. zeggen
niet: Weg met het Instituut en afvals
maar Hier met de Kerk d.i. voor ons tegen
't Modernisme.
En zoo spreekt de Anti. óók 1
Om Rome te dwarsboomen beginnen we
niet om Rome aan te vallen zonder wapens,
want dat mislukt dan toch, maar ons zelf eerst
te voorzien van 't Grootste Wapen onzer Va,
deren 't Zwaard des Woords eerst zuiverend
ons zelf dan dc Kerk, dan 't Gezin, dan de
School dan de Staat.
Maar wie zelf geen wapens heeft, moet geen
nijdig gezicht zetten, als Rome lacht om 't
zwaaien met een Protestantsche vlag l
Rome heeft alleen respect voor geestelijk
kanonvuurDaar siddert de duivel zelfs voor
En wij Anti's hebben tegen Rome niets an»
ders te doen dan Kruppfabrieken op te rich»
ten Geestelijke ammunutie proviand Gees»
telijk Ijzer en Staal!
Zoo hebben onze vaderen 't ook klaar ge»
speeld 1 Tegen een heele Roomsche wereld in
alle Landen van Europa. «Er staat geschreven«,
sprak de Heiland. »Er is Historie«, zoo zei
Jezus tot de schare.
De H. Schrift en de Historie der volken
zijn ons Cement waarmee we bouwen. En die
zijn wat waard.
't Is laster of onkunde (ja de verkiezing
is wel inzicht, maar eerlijk duurt 't langst) om te
zeggen, dat er zoo'n Bond is tusschen Rome en
ons. De Evenred. Vertegenw. snijdt alle coalitie
vóór de stembus afen na de Stembus is de
toestand in de Kamer zoo, dat Protestantsche
en Kath. bladen volmondig erkennen Zóó
gaat 't niet goed en 't moet veranderen, om»
dat de Samenwerking hokt, en 't Kabinet daar»
van 't slachtoffer wordt (Bioscoopwet,) maar
ook 't Vaderland.
Samenwerking met de S.D.AP. kan en mag
er niet zijn, zoolang die Partij den klassen»
strijdt predikt. Samenwerking met den Vrij»
heidsbond kan er ook niet zijn, want dan ligt
de Chr. School binnen 10 jaren te hijgen naar
haar adem.
Moeten de 15 Anti's dan in isolement hun
kracht zoeken Isolement is een mooie zaak,
maar om wetten tot stand te brengen, moeten
er 51 menschen zijn van de 100. En komen
er geen Wetten, én vallen er onophoudelijk
ministeries, zooals we dat beleefd hebben van
1848—1870, dan wordt de Staat, het Vadder»
land het volk daarvan 't slachtoffer. Ook in
't Staatsleven moet er vooruitgang zijn in de
Wetgeving, afbraak en opbouw.
En daarom zal er in de eerste tien jaar noch
in de Kamers, noch in de Staten gewerkt kun»
nen worden of er moet met Rome, die 30 le»
den in de Kamer telt, terdeeg gerekend worden
Één middel is er om Rome te negeeren
Stuur die menschen naar Spanje of België of
Italië, dan zijt ge er af. Maar aangezien zoo'n
voorstel door niemand wordt aanvaard, en de
mogelijkheid zeer waarschijnlijk is uitgesloten
om de Roomschen te bewegen met pak en
zak naar Iberie te verhuizen, zoo zouden we
dit andere betere, oneindig veel betere voor»
stel willen doen Laat de Roomschen als rus»
tige, Christelijke Vaderlanders zich volkomen
uitleven, zooals wij dat voor ons zelf ook be»
geerenmaar laten wij Protestanten zijn met
Geuzenbloed. Dan zijn we tot Geuzenheldem
dom in staat
V" Het Liberalisme.
Elke partij heeft haar opkomst, ontwikkeling
kwijning en ondergang. En op den ouden
wortel, waaraan eertijds stam en tak en kroon
ontloken, groeit een andere met anderen tak
en andere kroon. Zoo is 't met 't Liberalisme
gegaan, op wiens wortel 't Socialisme groent.
Beide Stelsels hebben één wortelgedachte
Verwerping van de Openbaring én overschat»
ting van 't gezag der Rede. Maar het Sodalis»
me is konsekwenter, al prijzen we 't Libera»
lisme en daarin 't Vaderland gelukkig, dat 't
de konsekwenties van 't Socialisme niet aan»
durft. Het Liberalisme heeft veel voor 't va»
derland tot stand gebracht, maar dat het den
Mensch emancipeerde, losmaakte van de Wet»
ten Gods der Openbaringdat 't de autono»
mie of de zelfregeering van den Mensch en
der Menschelijke samenleving op de spits dreef
dat is zijn schade geweest.
Die automie, die vrijheid kreeg twee tegen»
standers; ten eerste het Christendom, dat aan»
maande om de Menschelijke Vrijheid overal
te zoeken, in staat en School, in Kerk en Ge»
zin, ook in de Maatschappij, maar op den
pondslag van 't Goddelijk Recht en de vrij»
heid in Christus. De andere tegenstander was
het Socialisme, dat aldus sprakals gij Libe»
ralen, de Vrijheid mint, de autonomie van
enkelen Mensch, dan eischen wij die op voor
den arbeider in de eerste plaats.
't Liberalisme faalde in zijn uitgangspunt
want de menschelijke Vrijheid is wel een be»
geerlijk goed, maar door de zonde wordt ze
bandeloos. En 't Socialisme dwaalde, toen 't
den Arbeid alléén de vrijheid aanbood, om
anderen te nekken, omdat ook anderen recht
op vrijheid hebben. Het Christendom sloeg
den juisten weg in Vrijheid, maar naar den
regel der H, Schrift. Vrijheid voor Kapitaal
en Arbeider beide.
De Partijdag.
Elk jaar houden de Anti Kiesv. op ons Eiland
een partijdag. Binnen niet veel weken zal er
er óók nu weer een gehouden worden, waarin
zullen optreden Prof. H. Visscher te Utrecht
en naar we zeer zeker vermoeden ook ds. v.
Lummel. De A.R. partij acht zich gelukkig
zulke twee bekwame sprekers te mogen ontvan»
gen, en 't Bestuur zal zijn best doen om deze
middag» en avondvergadering onder 's Heeren
hulp te doen slagen. DejOnderwepen worden
later bekend gemaakt met dag en uur.
Voorloopig dus kondigen we aan: Partijdag
in Maart, in de Zondagsschool, met de sprekers
Prof. H. VISSCHER,
Ds. v. LUMMEL.
40 cent per regel.
VRAAGT UWEN WINKELIER DIT lïl E R H
IN VERSCHILLENDE KWALITEITEN.
KANTOOR MIBDELHARNIS
Zitdagen, tijdens Beurs
Woensdag, Sommelsdijk Tabbers
Donderdag, Dirksland v. d. Doel
Donderdag, OuddorpFlohii
Vrijdag, Oude TongeGeluk
Nadruk verboden,
De groote stad heeft rare kostgangers.
Als men zoo, man of vrouw »van buiten»,
op een mooien middag eens in Amsterdam
door Kalver», Leidsche», Utrechtsche straat enz.
wandelt en die warreling van menschen over=
ziet, dan vraagt men zich verbaasd af»Waar
komen toch zóóveel menschen vandaan
Terwijl dan als tweede vraag opkomt:
«Ik wou toch weieens weten, hoe komen
al die menschen aan de kost?«
Ja dat is een interessante vraag.
Maar niet zoo één»twee»drie te beantwoorden.
Als ieder dat es moest opbiechten, dan zou
men van menige netgekleede man en modieus
versierde dame wonderlijke verhalen hooren.
Sóms zelfs wel zulke, die ze met 't oog op
hun reputatie liever niet in de krant zouden
zien.
Allerlei beroep wordt uitgeoefend.
Waar men in kleinere plaatsen niet van hóórt,
doch waar iemand in zoo'n «centrum» nogwel
'n broodje mee verdienen kan
De groote stad heeft ook rare kostgansters 1
Ja: waarzegsters, koffiekijksters, planeetle»
zeressen en dergelijk vrouwvolk, maar zulke
ongure typen bedoel ik nog niet eens en nog
minder natuurlijk dezulke, die zich aan over»
treding van eenig artikel van het Strafwetboek
schuldig maken.
'k Bedoel gewone, eerzame dames.
Dezer dagen bood eene haar diensten aan
jn de krantjammer dat ik 't advertentie niet
direct heb .uitgeknipt, maar ik weet toch vrij
letterlijk wat er in stond.
»Dame« noemde zij zich.
Stelde zich als zoodanig zelfs bij 't begin
der annonce op den voorgrond.
Ik neem dus aan dat ze 't i s.
Zij bood dan haar diensten aan in gezinnen
waar, om wat redenfdan ook «huiselijk
ongenoegen» heerscht. Waar de vrede zoek is.
Waar men in wrevel, nijdigheid of in mokkend
stilzwijgen tegen elkaar voortleeft.
Daar biedt zij haar diensten aan.
Belovende, dat spreekt «strengste discretie«.
Zij zal daar door »toespraken« en »samen»
spreken» de oneenigheden »pychisch« oplos»
sen, zoodat liefelijke vrede en roerende eens»
gezindheid er terugkomen, en het wordt een
huis vol geslachte beesten zónder twist.
Zij stelt slechts één voorwaarde.
Neenniet van financieelen aardde nota,
zal ze denkelijk pas achteraf presenteeren en
zulk een »dienst«, dat zal ieder toestemmen
is vrijwel onbetaalbaar
Neen, de voorwaarde is van anderen aard.
Plet moet zijn een «fcesc/i.» gezin.
En nu kan het mijn aangeboren argwaan
zijn, maar de vermetele gedachte is bij me
opgekomen of in dat »besch.« niet de sleutel
van 't geheim ligt.
Wat beteekent dat »besch.»
»Beschaafd«, zegt de eenvoudige lezer.
Zekermaar wie waarborgt u, dat de
stelster van de annonce er niet mee bedoelt
een »bescheiden« gezin, of ook een «beschon»
ken gezin ofvul zelf maar in
En als de »psychische« oplossing nieflukt,
kan de onderneemster er net als 't orakel van
Delphi toch steeds mee uit en zeggen Ja, maar
ik ben hier in een te onbescheiden of te nuchter
of te dit of dat gezin gekomen, jullie zijn
zelf de oorzaak, dat mijn werk niet lukken wou.
En dan zou ze gelijk hebben ook
Tenminste in het laatste, wat ze zei.
Enfin, ik laat die »dame« loopen
Ik acht haar meer geschikt om menschen
en gansche gezinnen »psychisch« gek te maken,
dan dat zij hun den vrede zou wederge»
ven
Nu vraagt iemand misschien, of ik aan deze
«juf» niet te veel aandacht heb besteed.
Neen, het acht geven op al zulke dingen
is mêe een middel, waardoor men zijn tijd en
zijn menschen kennen leert.
Een sprekend voorbeeld daarvan schiet mij
te binnen.
Met wijlen dr. Kuyper mag ik hem es
éven in verband met mezelf noemen de lezer
weet wel dat 't m'n doel niet is, om mezelf
aan den grooten man wat omhoog te hijschen 1
met dr. Kuyper had ik als knaap den niet
te bedwingen hartstocht voor »de krant« ge»
meen.
Dat moet je, anders word je nooit een goed
journalist.
H ij gapte de »Opregte Haarlemmer« en
schoof er mee naar den zolder, waar hij tus»
schen wat oude meubels in, zijn lecfuur genoot,
ik griste ook alles weg wat krant was.—
En toen ik een «groote jongen was»
Ik zal 't maar eerlijk opbiechten, maar niet
om tot navolging te prikkelen
Toen had ik vooral zwak voor 'n bepaalde
pagina van 'n bepaalde vaderlandsche krant
waar in den regel de »huwelijks»advertenties»
stonden.
'k Herinner ze mij nog best!j
En óók herinner ik mij nog héél goed, wat
toen het hoofdkenmerk was in die annonces.
Brutaalweghet geld.
't Werd niet eens verheimelijkt.
Neen, 't werd cynisch naar voren gescho»
venzoo in den geest van »Zonder goede
getuigen«, was de beteekenis »Zonder 't ge» 1
garandéérde bezit van zooveel miel onnoodig
zich aan te melden«.
'k Herinner me nog 'n clausule
«Kind, echt of onecht, doet er niet toe«.
Als het gèld er maar was I
Dat was de overheerschende, neen allesbe»
heerschende trek toen in zulke annonces't
geld was 't een en 't aldaarom begon het
en om geen andere reden zou steller er aan
dénken zijn »gulden vrijheid« op te geven.
Thans komt dit ook nog wel vóór
Maar wannéér ik nu eens zulke annonces
onder de oogen krijg, is de inhoud toch vaak
héél anders en zoekt steller werkelijk 'n vróuw,
een »hulpe«, eene die met hem meeleven kan
en wildie van »kunst« houdtdie »poëzie«
in 't leven wenschtdie een »zacht humeur«
heeft en een »fijn gevoel«die »religieus« is
aangelegd die een «vriendelijke zonnestraal«
brengen wil in 't leven van een harden wer»
ker,en welke maneschijn»ontboezemingen
meer in dergelijke gevallen worden geuit,
't Geld speelt nog wel 'n rol
Maar die overhéérscht zoo niet meer.
En werkelijk, al kan ik daar nu niet dieper
op ingaan, dit eigenaardige verschil, toen
en nu, typeert ook in sommige niet»»kerkelijke«
kringen 't verschil in »ligging«, een veertig
jaar terug en thans tóén zuiver materialistisch,
nu wat meer teruggekomen tot de erkentenis,
dat er ook. nog een »psychische« kant aan 't
leven is.
Ik wil er dit maar mee herinneren:
«Wie niet uit alles leeren wil,
Wil in 't geheel niet leeren».—
En als men meeleeft en leest, wat er in de
wereld gedrukt wordt, dan kan men, zelfs
met permanent kamerarrest, in levendig con»
tact blijven met wat er zooal in de wereld
omgaat.
Ik kom nóg eens op die »juffrouw« terug 1
Want het was bijna» miraculeus, maar een
paar dagen later zag ik haar in de krant
terug, maar nu in de gedaante van een
Hervormden deken of zoo iets van dien aard.
Neen, ik ben klaar wakker, daar niet
van.
Ik kom wéér terecht bij 'n krant, die de
meeste van mijn lezers niet zullen kennen,
maar ik krijg ook van alles onder de oogen,
het «Weekblad voor Vrijzinnig»Hervormden«.
Daarin schrijft o.a. dr. Bleeker.
Welnu, die kwam dezer dagen met het
lumineus idee, nadat hij éérst gezegd had
dat er al te veel inspecteurs zijn op de wereld
en dat er al te veel geïnspecteerd wordt, doch
wacht u voor de menschen, die zoo begin»
nenmet het idee, hoe goed het zou zijn,
om aan te stellen een soort van kerkelijke
»inspecteurs«.
H ij wou natuurlijk niets «roomsch».
Maar 't komf op Rome's hiërarchie
neerde uitersten raken in den regel elkaar.
Zoo'n inspecteur zou een delicate taak krijgen
en, om 't nu maar platweg te zeggen hij zou
de dominees, de ouderlingen en de diakenen
es flink achter de broek moeten zitten in de
noodige gevallen, en waar dezen hun ambt
ernstig vervulden, daar zoü zoo'n|»inspecteur«
hen met raad en daad kunnen bijstaan vooral
ook voor jonge, onervaren predikanten zou
hij een vaderlijk vriend kunnen zijn.
Men kan er roerend over'schrijven.
Dat worden, als men ze maar góéd beschrijft,
inspecteurs om in 't goud te zetten en met
kerkelijke diamanten te kronen.
Als nu die ds. Bleeker zijn inspecteurs aan»
prijst, zegt hij o.m. ook d it van hun werk
«Over 't algemeen zou het goed zijn, als
er wat meer naar het werk van de predi»
kanten werd gekeken. Voor de vlijtigen was
dit een aangename onderscheiding, voor de
tragen een heilzame aansporing.
Nu gebeurt het, dat een dominéé jaren
aaneen overhoop ligt met een grooter of
kleiner deel van zijn gemeente. Hadden we
zulke inspecteurs, zoo konden deze aller»
eerst den predikant eens onder vier oogen
terechtwijzen, om daarna bij de gemeente
pogingen te doen, de zaak weer in orde te
krijgen«.
Nu, is dit niet precies de juffrouw, die
in 't kijvende gezin komen wil, om de moei»
lijkheden »psychisch« op te lossen
Natuurlijk komt van zoo iets niéts.
Ook niet in de Ned. Herv. Kerk, en ik
stelde mijzelf de vraag, hoe ver een man als
ds. Bleeker toch wel staat buiten het werke»
lijke leven
Maar dan tevens, dacht ik zoo bij mezelf
Wat hebben wij toch een groot voorrecht in
onze «ware, christelijke religie«, als ze werke»
lijk wordt belééfd 1
Neen 't is bij ons ook niet alles zoo 't
hoort.
Nóch in de gezinnen, nóch in de gemeen»
ten, het huisbezoek, de classicale vergade»
ringen, de kerkvisitatie, enz. zouden 't kunnen
getuigen Soms moeten we ons schamen voor
de menschen en diep verootmoedigen voor
God.
Maar als er werkelijk g e n a d e in 't hart is
Dan kan 't toch zoo niet b 1 ij v e n
Dan hebben we geen vrede dan klopt
ons hartdan bevriesd ons gebed dan heb»
ben we geen vat aan 't Woorddan hebben
we geen genot van den omgang met God,
en dan móét er verandering komen
Hoe lang we ons misschien verzetten'
Hoe zwaar ons eigen»ik weegt.
We kunnen het tóch niet uithoudenwe
moeten met man of vrouw, met kind, maag
en vriend, met broeder of zuster, met domi»
nee of gemeente, we moeten er weer mee
in 't reine komen, omdat we zoo niet geluk»
kig leven noch zalig sterven kunnen.
En dan hebben we geen »dame« noodig.
Noch ook een kerkelijk »inspecteur«.
Dan hebben we aan het Woord genoeg.
Dan wordt Gods Geest ons te machtig.
En dan worden alle moeilijkheden recht
psychisch opgelost. En we verstaan de Schrift,
als zij spreekt van den ander uitnemender te
achten dan zichzelf. Moge het, indien er
ergens onder mijn lezers wat »zit«, daartoe spoe»
dig komen, Gods grooten Naam ter eer
UITKIJK.
Met recht wordt in onze dagen gesproken
van een »roerigen« tijd dien we doorleven.
Op schier elk terein vindt men van die roea
righeid iets terug. Er is waar te nemen een
onmiskenbaren drang van onderen op, een
stuwkracht die veranderingen en verschuivin»
gen teweegbrengt. Met name op politiek en
maatschappelijk gebied is dit verschijnsel in
verhoogde mate waar te nemen. En hoe kan
het anders. Het is een natuurlijk gevolg van
de algemeene mondigverklaring des volks door