iiperlé
JUISlilS".
Zaterdag SO Januari 1923
87aS® Jaargang N\ 2878
v©©F de ZafldhollaiidJieli© en Zeenwselie löilandeii
Eerste Blad.
Nationale Bankvereeniging
Antirevolutionair Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
VIAGAZIJN
ODDS TOMBE.
woeisflas sqmmelsdijk -- tabbebi
Donderdag, dirksland - t. 4. doel
Donderdag, OUDDORP -- FLOHIL
vrijdag, oüde tonge - geluk
MUDBLHABMS
ELÏÏN
zen, Hei-
Tuin- en
wzaden,
Draineur Dirks-
WLAND,
WKKSL1NK
UI „OUDÜOEF".
al opgegeten
tan
ordel
oe het dan heden
n bekend
lELSDIJK.
W. BOEKHOVEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentien en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers.
ONRECHT.
ker en Goudsmid
liedste adres voor
r, Horloges, Klok-
dnles, Barometers
Brillen.
it werken Laagste
g Eigen werkplaats
an Brillen en Pin-
jke Ververy
e Wasschery
IBRENS
SMEDERIJ
DRAlSffi AyanVALKEMBURG'S'-
A -'iLEVERTRAMI
•LEEUWARDEfV
Kantoor MIDDELHARNIS.
ZITDAGEN tijdens BEURS.
pp de! mum
EN DROGISTEN
«I
SN ia alle mo-
JlSTEN ia w-
ea eaz eaz.
gelden aan laden
ti. 17278
op tegen 4 'l jaar»
wniB dageljks wet-
b| mditMnni
TOORDRER Desdar-
vaa* via 6-8
LLëM&N, Dirkslaad
n Meubelen
STROOMATSTOE-
JBELEN - KINDER-
egen concurreerende
«Iden aaa leden tegen
neemt gelden op te-
fa ook van nlet-leden.
onnen dagciqkswor-
b| een der Ier'
22k
en 19 Jan. dea am.
balsa th den Kuiler.
OOSTBNBRDaaK.
UWDEH11
Sue Courant versch|nt eiken WOENSDAG ea ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drla maanden franco pet pest 75 taai bl veoreStbsSalgeg,
BUITENLAND bq vooruitbetaling t 8.50 par jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS i
SGMMËLSDiJK.
Teïefosn IntaresssmiaaasI No, 202,
ADVERTENTIËN 20 Cent par regel, RECLAMES 40 per Cent rags''
BOEKAANKONDIGING 10 eent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN 1.- par plaatsing.
Gioote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die s| Maan.
A drertoe tien worden ingewacht tot DINSDAG- cis VRIJDAGMORGEN 10 UUR.
op voorschrift
:.H. Doctoren
ge Bediening!!
IRDRECHT
lliqfc Franco tetug
AQDE PRIJZEN]
Ing Pllsseeren
cheweg 166, Rotterdam.
Buijsse, Middelharnls.
«land. P. v. Driel, Som
de Mooi], Ouddorp H.
de Tonge C. Moerman,
s. A. Soesman, Nieuw-
VerweU Jacz., Nieuwe
jk prlicouraat oaser
eberl .De Lelie"
P.FEIJEN
1HEKKEN, HEININGEN.
1ËNS. SPECIAAL adres
E BRONGASKETELS.
Er zit onrecht in art. 171 der Grond
wet; niet in de tweede alinea zit het;
maar in de eerste. In den staart zit
't onrecht niet, want daar staatAan
de leeraars welke toe nog toe uit
's Lands kas géén of een niet toerei
kend traktement genieten, kan een
traktement toegelegd, of 't bestaande
vermeerderd worden"
Kan, staat er. 't Is dus gunst. En
veigering van subsidie aan de Kerk
mag hard, onbillijk zijn, maar recht op
een gunst heeft Diem&nd. Gunst is „ge
gund", maar 't is geen verplichting en
dus geen onrecht. De Staat doet de
Geref, Kerken niets geen kwaad, als
ze aan haar geld weigert, omdat de
Grondwet de toekenning van Subsidie
niet imperatief, niet verplichtend stelt.
Als er sprake is van onrecht, dan
zit 't kwaad in den kop van 't artikel,
waar staat: „De traktementen, pensi
oenen en andere inkomsten van welken
aard ook. thans in 1815, door de on
derscheidene godsdienstige gezindheden
of derzelver leeraars genoten wordende,
Mijven san dezelve gezindheden verze
kerd.
Blijven verzekerd! staat er.
Maar dan hebben de Herv. predi
kanten toch recht op "s Rijkstrakte
ment? 't Voorschrift is gebiedend en
niet gaarne zouden we hun dat Rijks-
salaris, hetzij groot of klein, willen
ontnemen, zonder berispt te worden,
dat wij een Grondwetsondermijner zijn
Doch de kwestie zit zoo,
Als wij Gereformeerden bij de Re
geering om Subsidie gaan vragen ziet
zij in ons een Nieuw Kerkgenootschap,
dat na 1816 is ontstaan; dat in 1815
geen. leeraars had; dat in 1815 geen
traktement' kon vragen of eischen
maar dat nu genadiglijk toch nog in
1923 subsidie mag aanvragen, zelfs een
vol traktement; dat mag genadiglijk
volgens dea staart van art. 171.
Maar wij bedanken er vriendelijk
voor om als een Nieuw Kerkgenoot
schap te boek te staan. Wij, zonen
van 1834 en 1886, van 1869 enz,;wij
Gereformeerden zijn niet iets nieuws,
maar wij zijn de wettige zonen en
erfgenamen van 't huis, die recht, on
kreukbaar en onkrenkbaar recht hebben
op de erfenis der vaderen en die nooit
ods Eerstgeboorterecht prijs zullen geven
en dus ook nooit met genadegaven
door de Overheid willen beaalmoesd
worden.
Wij. Gereformeerden, en allen in de
Ned Herv. Kerk, die de Belijdenis der
Vaderen beminnen, en naar die Belij
denis en Kerkorde der Vaderen reik
halzen; wij en zij hebben 't Eerstge
boorterecht.
Niet de dieven die in de Herv. Kerk
geslopen zijndie nietdie hebben
geen rechten omdat ze bastaarden en
geen zonen zijn
Niet, die de Formulieren van Eenig-
heid belachenden Godszoon miskennen
de Kerk als worsteling des Kruises
veronachtzamen; den H. Geest als
kracht onzer ziel uitbeeldende fan
damenten van 't Godsgebouw onder
graven en de kritiek op 't Woord met
vreugde ontvangen die niet
ic?e Gereformeerden van 1834, 1869,
enz, zijn geen Nieuw Kerkge
nootschap, maar we zijn de Oude Kerk
der Vaderen; we zijn de voortzetting
van 1517, van 1581, van 1618 en 1619
en handhaven tot op dit oogenblik alle
onze rechten op de Ned. Herv. Kerk
gebouwen, pastorieën en andere goe
deren. Wij laten geen voet gronds
onbetwist en zullen door den rech
ter
Juist, en nu staan we voor 't ver
schrikkelijke feit, dat er voor ons geen
rechtsherstel vooralsnog mogelijk is,
omdat de rechterlijke macht ons in
1886, in 't ongelijk heeft gesteld. Toen
in dat jaar de Kerkeraad der Herv.
Kerk te Amsterdam met de Synodale
organisatie brak, stond de Overheid
natuurlijk voor de vraag, aan welke
predikanten voortaan het Rijkstracte-
ment zou worden uitgekeerd en vanzelf
moest zij deze zaak in handen leggen
van de Justitie. Had toen de Hooge
Raad 't recht van den Kerksraad willen
erkennen om met de Synodale Organisatie
te Ir eken, dan zouden niet alleen de
goederen dar Herv. gemeente te Am
sterdam hem hebben toebehoord, maar
ook de Bijkstractemenien zouden uitge
keerd zijn aan de predikanten, die door
dien Kerkeraad waren erkenddus aan
de orthodoxe Amsterdamsche dominees,
voor wie 't Modernisme in die Kerk
een gruwel was.
Maar de Hooge Raad besliste, dat
die orthodoxe broederen niet 't wettige
bestuurscollege van de Amsterdamsche
gemeente warendat de modernen, die
onder 't Synodaal bestuur bleven wèl
't wettige bestuurscollege warenen
toen, na die Hoogste uitspraak kon de
Regeering niet anders doen dan de
Rijkstractementen onthouden aan de
orthodoxen die braken met't Synodaal
verband, èn, uitbetalen aan de modernen
die bleven binnen dit verband.
De rechter
Maar al blijven wij Gereformeerden
ons recht handhaven op de Kerkge
bouwen en pastoriegoederen enz.al
voelen we ons met de Hervormd-Ge
reformeerden in belijdenis èèn, met dit
onderscheid dat zij nog onder die Sy
nodale reglementen leven en wij er ons
niet mee bemoeienal gunnen we den
Herv.-Geref. in ons Land, die ons zeer
na staan om des Evangelies wil, hun
kerkgoederentoch staan wij
machteloos om deel aan die goederen
te krijgen, omdat de Rechterlijke macht
toen in '86 tegen ons, èn vóór de Sy
node, besliste.
De Regeering kan ons geen rechts
herstel schenken door ons Subsidies te
geven. Want ten eerste heeft de Hooge
Raad ons onrecht aangedaan door zijn
foutieve uitspraak en dat kan
geen Regeering goed maken, want dan
zou zij in de Rechtsspraak moeten in
grijpen, die moeten wijzigen ten onzen
bateen zoo n ingrijpen in rechterlijke
beslissingen mag niet gevergd.
Maar dan kan de Overheid ons ook
geen Subsidie zelfs geven, want wij
zijn volgens den Hoogen Raad „onwet
tig", en al dacht de Overheid zelf er
anders over nl. dat wij wel degelijk
„de wettige" waren, dan noch mag en
kan zij aan de Volksvertegenwoordiging
subsidies voor ons aanvragen, omdat
zij aan den rechter van 1886 vastzit.
Dat is 't onrecht.
Wij voelen ons „de wettigen en
krijgen nergens gehoor door de uitspra
ken van 1886; kunnen geen gehoor
krijgen zelfs niet bij een Christelijk
Kabinet.
Alleen door nieuwe processen met
nieuwe rechters zou de uitspraak van
1886 te niet gedaan kunnen worden
Maar bij zoo'n nieuw proces zal 't
dan niet alleen gaan om rechten op
Subsidie es traktement, maar dan ook
om de Kerkgebouwen, de pastorieën,
diakonale goederen kerkelijke fondsen,
landerijen en eigendommen.
En dan zullen wij Gereformeerden
van 34 en 86 komen om ons portie.
Dan zullen de Geref. in de Herv. Kerk
komen om 't grootste portie, want ze
zijn 't talrijkst, èa Gode zij voor zcovelen
getrouwen gedanktDan krijgen de
vijanden van onzen Heere Jezus Christus
geen cent. Dan zal er boedelscheiding
moeten plaats hebben I en dan ontvan
gen we iets, waar we op 't oogenblik
als „wettige zonen en erfgenamen" geen
duit ontvangen.
Eidoch 1
Maar er komt door ons geen nieuw
proces
En de Overheid grijpt voor ons niet in
En de rechter krijgt voor ons geen
vonnis te vellen.
Een nieuwe verdeeling van 't ker-
kegoed voor ons is ondenkbaar.
WantStel, dat de jurisprudentie,
de rechterlijke uitspraak een» het recht
van de plaatselijke Kerk erkende om 't
Synodaal verband te verbreken, dan zou
dit voor de Herv. Gereform. beteekenis
hebben en dan zouden zijhun kerkgoederen
mogen houdendan kregen die Herv.
broederen en zusteren hun plaatselijke
kerkelijke eigendommen in volledig bezit
maar voor ons, Afgescheidenen
en Doleeienden, was toch bij zoo'n
conflict, niets te erven omdat een
vonnis van 1886 over ons gevallen is;
een vonnis van „Onwettigheid". En een
vonnis, o zoo mooi in 1923 kan nooit
te niet doen een vonnis van 1886.
Wij kinderen van 1834 en 1886 en
1869 en 1892: wij zijn gevonnisd in
1886; wij zijn van 't Kerkelijk goed
uitgesloten, al ware 't ook, dat er
morgen weer een Doleantie plaats had,
die dan bij nieuwe rechters de Hervorm
den als-afscheidelingen in 't rechtvaar
dig bezit der goederen zou stellen
maar wij zijn onze rechten kwijt, d.i.
naar de Wet, maar niet naar de Belij
denis.
Want we zijn de nazaten van 1618!
En toch erven we nooit weer één
cent 1
Is dat geen Onrecht
En toch zijn we niet oproerig 1 Hoe
kan dat zijn Wat zit daar achter
„Die gelooven, haasten niet."
Rscfasuss üidedeelingen»
40 cent per regel.
Nadruk verboden.
't Zal misschien 35 jaar geleden x|n t
Maar ik herinner 't me nog, ol 't gister
gebeurde, en dat niet omdat het xoo belang
rijk was, och neen I een gewoon gesprek bij
mijn ouders onder een kop koffie of thee
dót wil ik na 35 jaar kwijt sQn
Het geheugen is echter 'n wonder ding I
Je doet er niet mee, wat je wilt,
Al brengt oefening 't ook hier vér.
Maar ieder weet het b| zichzelf:
Düar li iets, waarvan je zelf zegtdat móét
ik nu onthouden I Je herhaalt het een dozijn
aantal keeren; nu zit het er ingestampt: Je
gaat aan andere dingen denken je gaat daar
in geheel op, morgen of overmorgen wil
ge 't geen je aan 't geheugen te bewaren ge
ven had gebruiken «ég is het I En
al sta je dan te stampvoeten van ergernis,
't helpt niets en hoe meer je jezelf pjjnigt,
hoe verder 't geen je noodlg hebt Inde mys
terieuze diepten der hersenkronkelingen weg
zakt
Tot ge 't dan eindelik opgeeft.
Maar weer aan den arbeid gaat.
En dan op een gegeven oogenblik, als ge
er heel geen moeite voor doet, neen I in 't
minst nietals ge b e w u s t met aw her
sens aan een geheel andere zaak bezig z|t,
dan springt daar in uw bovenkamer plotse
ling een verborgen veer open en 't verlorene
komt voor den dag: ineens weet ge weer
helder en klaar I
Ik héb de stelling eens hooren verkondigen
dat er feitellk niets, wat we eens gewe
ten gedaan hebben enz. uit ons geheugen
verloren gaat, maar dat het meeste, en ge
lukkig maar i zóó ver onder de wateren van
ons bewustzijn wegzlxkt, dat we er nooit
weer b fj kunnen.
Doch daarom is het er dan wel!
En God bewódrt het daar.
Ea het doet, wat H wil.
En op een gegeven oogenblik, haait H
het naar boven en w| herinneren ons
wat God ons te binnen brengen wil, 't z|
tot onze verootmoediging onze zonden van
jaren her, óf ook tot onze geloofsversterking
de weidaden, die reeds vele jaren tetug de
Heere God ons bewezen heeft.
Wat hier nu voorts van wd&r z|
Of er wérkelijk niet iets verloren gaat,
DéAr hsud ik me natuurlik builen. Dat
moeten de heeren zieikundlgen maar uit
maken als ze küanen, want wij men
schep, al wordt er nóg zooveel uitgevonden
en al maken w| in eigen oog nog zooveel
vorderingen, motten ait|d maar denken, dat
onze God de grootste varraesingan voor de
eeuwigheid en de heerlikheid bewaart, om
ons dïn te laten uitroepenDe helft, neen
het tiende deel is mq niet aangezegd
Maar ik dwaal alwéér af.
Het was een v|fendertig jaar terug,
'k Hoor het m'n moeder nog vragen
En wat i s bq 'r verlóófde
't Was zóó: Er was bezoek uit een andere
plaatsoude kenniissn, in lang nlat gezien
er werd wedersqds geïnformeerd, ook raar
de kinderen en zoo had dan 't „bezoek' o.a.
een dochter, die kort geleden verloofd was,
of om 't wat minder deftig te zeggen, zoo-
als ik 't toen ook wel hoorde, een wettigen
„looper" gekregen had.
Nu vroeg min moeder, wat-ie wAi:
N I. wat-ie dééd voor de kosh
Wat dus de vooruitxichten waren,
Tegenwoordig zou 't antwoord geweest
x|n: „H| is iypog aaf', maar destqda wts
dit nog 'n vakterm, onder 't volk en in de
kranten niet gebrulkeiqk en zoo luidde dan
't antwoord„Hq is op een drukker|". En
prompt kwam ook 't antwoord van m'n moe
der, daar direct overhééa„Nou 1 dan zal 't
ook niet vet soppen worden strakst"
Dat stemde 't bezoek grif toe.
„Maar werd et bq gevoegd hq is
meesterknecht en met Januari kiqgt-ie ook
'n aandeel in de winst en als dat goed gaat,
dén trouwen zei'
De aandachtige lezer zat wellicht begrepen
hebben, hoe nü juist, na zóó reel jaren dèt
hokje uit mqn geheugen opensprong- hst
kwam door de verwarring, de eerste dagen
van dit jaar in het drukkersvak, waarvan
men zeker wei eenlge bizonderheden gelezen
heeft in de krant.
I ééns herinnerde ik me dót gesprek.
En inzonderheid wat m'n moeder xoo zei,
met 'n ietwat meeiqdend schouderophalen,
of se zeggen wilde: „'t Zal wel een beste,
brave jongen z|n, maar je dochter gaat dan
toch geen rooskleurige toekomst tegemoet I"
Tofzoover mgn herinnering.
Welke conclusie volgt hieruit?
Deze natuurlik: dat volgens de publieke
meeulng, een goede dertig jaar terug, het
drukkersvak, dat der typografen dus, wel een
der slechts loonende was en dat onder de
vakarbeiders, wat arbeidsvoorwaarden betreft,
de typograaf almee stond op den laagsten
trap.
En zoo wa3 het werkeiqk,
Ik herinner me dit nog zeer goed.
Het was een „blnnenvak"; het heette „niet
zwaar" ie sija want allééa waar is, ais
men let op de spierkracht, die ervoor woidi
verdacht, maar voor de gezondheid b.v. is 't
lang het beste niet I wie dus voor „ruw
werk" in de buitenlucht niet erg geschikt
was, welnudie kon, als-te 'ea heldere
kop had en papa kon 'm tot z'n achttiende
jaar vr| houden, schoolmeester worden en
anders maar naar 'n diukkerg „of zoo iets"
Zoo w&» het 'n goeds kwarteeuw terug.
En dat pi|s ik allerminst
Geen cbristenmensch kan dit doen.
Men kon, o zoo goedkoop I iets laten druk
ken, maar vraag niet, voor welkeen hoeger-
loonfje het dan ook vaak gsbturea moest
Want organisatie wét er niet.
Tenminste, dat wou niet zeggen.
En er was onder de dr-.-kker, waarbq heel
wat „kleine baasjes" waren, een moordende
concurrentie; elk wou z'n eigen pers graag
laten draalen, want een pers die tiet draait,
verdient niet en dan werd er altqd maar
weer van de pr|zen afgeknepen en de patroon
moest dit dan catuurlük weer zien af te
knopen op de loonen der gezellen.
Het was werkelijk een droeve t|d.
W nt daar kwam nog b|, dat de toestanden
op de dtukkerlen soms treurig waren,
wie (AAr iets naders van weten wil, leze de
verslagen msar eens na, die een goede dertig
jaar geleden verschenen z|n van de grot te
esq êe-com missie, door de Tweede Kamer
ingesteld, om naar allerlei toestanden op
fabrieken en werkplaatsen een ondersoek in
te stellen,
Ongeloofeiqke dingen kwamen aan 't iichi
Sindsdien kwam 'n groofe ommekeer.
Men moet dit goed verstaan.
Ik wil er niet mee zeggen, dat wie voor
z|n jongen een goede kans zoeken wil, om
op z'n vqtügste j ar van z'n rerveidicnste
en spaargeld te kunnen gaan rentenieren,
een typograaf van hem msken moet
Maar vergeleken met 't geen w&s
Ja, Cés is de vooruitgang groot.
En zelfs ondet het nieuwe collectief
contract, waarbq de werkweek op 48 uur
gesteld wordt en 't ioou iets terug gaat, z|n
de gezellen nog véél beter gesitueerd dan
voorheen, toen er geen collectief contract
was, ze soms werken moesten tot ze van
óver-vermoeidheid bq de bok stonden te
knikkebollen en de allerslechtste margarine
de lypografes-boter was, de rest navenant.
Dïzs verbetering heeft vooral de organisatie
tot stand «ebracht,
Ds gezellen hebben zich in hun vier bonden
vereenigd en stonden toen sterk tegenover
de patroons; dezen vsreenigden zich ook
en stonden daarmee sterk tegenover de ge
zellen. Ea toen nu deze twee handen in de
„Collectieve arbeidsovereenkomst" elkander
ronden en wieschen werden sa belde
schoon. en stonden z9 zéér sterk
tegenover den derden belanghebbende Jan
Publiek, die niet georganiseerd was en
betalen mocht.
Ook d i t alweergóéd verstaan.
Voorheen betaalde Jan véél te weinig.
Aan zqn drukwerk, vergun me die kreupele
beeldspraak nou es even, „kleefden" de
tranen van vrouw en kinderen en de zuchten
van den vaak afgetobden man.
Daar móé»t verandering In komen.
Eu in schier geen enkel vak kwam die
ook zóó radicaalzóó zeifs, dat niet zelden
dit drukke:sbedt|f ten voorbeeld werd ge
steld en men meende den steen der-w|zen
op sociaal gebied gevonden te hebben.
Doch die ligt niet zoo voor 't grijpen I
't Scheen alles te sluiten als 'a bus,
Lsat ik 't voor"n „leek" kort verklaren:
Er was een „Collectieve arbeidsovereen
komst" die dan nu par 1 Jan is herzien
en vernieuwd waerln, 't is een gansch
wetboek I alle rechten en verplichtingen van
patroons en gezellen worden omschreven. En
er z|a aparte „rechtbanken", door patroons
en gezellen gezameiqk gevormd, die over
alle „kwesties" volgens dit wetboek, uit
spraak doen.
Voorts hebben de patroons onder el
kaar hun tarief-overeenkomst, dte de druk-
pr|zen vaststelt en waaraan ze onder be
dreiging van zware straffen, tenslotte zelfs
van schrapping, gebonden z|n.
Die „schrapping" is al héél erg:
Want de bepaling bestaat ook, dat patroons
en gezellen over en weer uitsluitend
„georganiseerd" mogen werken. Wordt dus
'n patroon uit den patroonsbond gezet of
een gezel uit z|n organisatie gestooten, dan
kan de een geen arbeiders, de ander geen
patroon meer kr|gcn.
Men voelt, hoe straf dit alles zit.
Nu l|kt het me onjuist, dat de patroons
met dat tarief Jan Publiek hebben „geplukt".
De pr|zen moesten veel booger i|a dsn