jj f Zaterdag 14 October 1922 87*u Jaargang N\ 2850 1LF. foor de ÜSuidliolIaiidselie em ^eeuwsclie miaiiileii* BEBT. Eerste Blad. Nationale Bankvereeniging W "j Antirevolutionair V Orgaan IN HOC SIGNO VINCES LIBERALE LEVENSLEER? Reclames Sisdedaelingsn* het vaarwater nabij 105 (vertrek Rotter- .dere aankondiging LTGENSPLAAT. en, ï/i Ben?, u Comte. JE COMTE. usachtige waschmiddel Amsterdam. E W. BOEKHOVEN Umm, Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentien en verdere Administratie franco toe te eenden aan de Uitgevers» Na het zware verlies, dat de Vrij heidsbond heeft geleden, worden pogin gen in 't werk gesteld om van die zijde het publiek in kennis te stellen met de liberale levensleer. En al wat daar goeds en edels aan is, wordt van zelf in 't helderste daglicht gesteld, terwijl over de schaduwzijde van die leer weinig gerept wordt en dit terecht K>*>l den tegenstander wordt overgelaten 'nkecht geenszins. Als mr. Dresselhuijs voor zijn toe hoorders de liberale levensleer ontvouwt, moet hij weten, dat elk stelsel eenmaal door een zekere partij aanvaard uit twee scheidbare, maar toch niet geheel on derscheiden deelen bestaat. Men kan zooals mr. Dresselhuijs deed een zooge naamde wijsgeerige, principieele uiteen zetting geven, dat is 't eene deel. Maar er is ook een historische uiteenzetting. We hebben altijd geleerd, dat een wetenschappelijke methode, van rede neeren, dus geldend voor denkende men- schen steeds bestaat uit vier elementen le de zuivere opstelling van 't vraag stuk, 2e de historische toelichting met kritiek. 3e de ontwikkeling van eigen standpunt. 4e de samenvatting en con- sekwenties. l'sSn nu is mr. Dresselhuijs niet tekort Vschoten in punt 3, maar wel in punten 1 en 2 en 4. Daarom heeft zijn rede over de Liberale Levensleer niet en nooit dien invloed op hoorders onpubliek die een liberaal spreker er van verwacht Vandaar immer teleurstedingen in de politiek der liberale partij. Vandaar on ophoudelijk geschacher met leuzen en verftinten in 18 kleuren. Vandaar die zoo herhaaldelijk zelfs door vooraan staande Vrijzinnigen belachen Knoeipo- litiek, of zooals men dat in deftiger term noemt: utiliteitspolitiek, opportu niteitspolitiek, di. succespolitiek, kie zersvangst; bij-den neus nemerij. Of zooals mr. Treub dat heette: politieke tinnegieterij. Zigzaglijnlaveerende kat uit den boom kijken; kijken uit welken hoek de wind waait. En zoo komt 't ook, dat verleden week een ernstige groep Vrijheidsbon- ders een aanklacht tegen den Bond heb ben ingediend en gevraagd omherziening der Statuten met 't oog op de fundee ring, belijdenis, scherpe formuleering van beginselen. De verkiezingen, zoo zeiden ze, hebben teleurstelling gewekt, omdat er te veel over bezuiniging is gepraat, maar 't liberale beginsel niet naar voren kwam. Veel af braakpolitiek, maar geen opbouw aan eigen idee en eigen systeem. En zoo komt 't ook, dat mr. Dres selhuijs op die Vergadering den toestand verkeerd inzag, onzesinziens, toen hij zei: Zie, dat is een vergissing van den Voorzitter, om zoo te spieken. Hij kent zqn eigen partij niet eens en voelt niet [m genoeg den aangeberen drang ook in den Liberalen mensch naar vastheid van uitgangspunt; naar een centrum, waaruit alle andere idee uitgaat en heenvloeit, De „geleerde schrijver'' door mr. Dres selhuijs bedoeld, en die vroeg om te gaan „zoeken" naar een liberale Levensleer, is één der vele nauwgezette en denkende menschen, die in 't Liberalisme mist 't steunpunt voor zijn denken, gevoelen, begeeren arbeiden, optreden voor een volk als volk, voor Kerk, School, Gezin, Maatschap, economie, wetenschap, reli gie en welke cultuurvragen er nog meer mogen zijn om een levens- en wereldbeschouwing, consequent uit prin- cipia voortvloeiendconsequent door pxincipia immer gedrevenprmcipia voor 't Leven des persoons en des Geheels. En mr. Dresselhuijs was daar verbaasd over, dat zoo'n geleerd schrijver nu nog, na zooveel jaren van Liberale propa ganda, vroegom eens te gaan zoeken naar een liberale „Levensleer". Maar eilieve't is juist de dèbacle, de vernietiging van 't Liberalisme, de ondergang van den Vrijheidsbond, dat op 5 Juli 1922 duizenden nieuwe kiezers van die „Levensleer" geen sikkepit be grepen ze niet als een breed wappe rend vaandel boven zich zagen ontplooid maar moesten zoeken,-ondei de achttien kleuren, wat kleur nu toch wel de Li berale Levensleer had. En duizenden oude en nieuwe kiezers zijn toen, hoe wel van liberalen huize, moedeloos over 't gebrek aan scherpe kleur overgeloopen. De Vrijheidsbond kon duizenden de- serteursboeken, zooals hij met al te grooten ophef in zijn blad elke week vermeldde„toegetreden tot den Boud 100 leden uit A, 200 uit B, 300 uit C, 400 uit D." O mensch! 't stond niet stil met aanwerven en aangiften30000 leden, 40000 leden, 50000 leden! Toe maar. Doch we laten die font van mr. Dresselhnijs verder rusten. Er zijn, dit staat vast, geleerde en ongeleerde man nen en vrouwen, die van 'tBondsbe- stuur met klem en kracht vragenAls we een liberale levensleer bezitten omschrijf die dan nauwkeurig in de Statuten, opdat vriend en vijand wete, wat ons uitgangspunt is, en wat voor konsequenties daaruit voor alle terrein des levens zijn te trekken. Erkent de Liberale Levensleer een God Wat voor God dan De Godsdienst Wat voor dienst Een Cultuur des geestelijken levens Wat voor Cultuur? Een Gezag? Wat voor gezag? Hoe verre Hoe hoog Hoe laag Een Vrijheid? Hoever mag ze gaan op élk terrein? Een Staat Hoever gaan zijn rechten en plichten in vollen omvang. Een Maatschappij Welke verhou dingen moeten daarin heerschenin al lerlei groepen en organisaties? Een Wetenschap Wat is haar taak en roeping? Een Economie? Wat is haar doel? Wat kan haar vrucht zijn? Een Moraal? Wat is haar vrucht bij liberale wetgeving? Wat is de mensch, wat de zonde, wat de deugd? Een Ethiek? Wat is haar dogma? Christus of Rede en wat is dus het ideaal van Gezin, Kerk, School en Staat En hoe moet die doctrina ethica, die ethische grordleer toegepast tot heil des volks. Individueel en Sociaal. Wat zijn haar imperative voorschriften tot eeuwig en tijdelijk heil van menschen en cor poraties eerlijk erkendeWij, Liberalen, hebben géén levensleer? En verstaat men 't nu, waarom ver leden week bij den Vrijheidsbond een verzoek van principieele liberalen inge komen is, om de Statuten eens goed te herzien, waarin these en antithese goed en scherp zouden worden belijnd? En nu komen we weer terug op de wetenschappelijke methode van rede neeren? Mr. Dresselhuijs gaf wel ont wikkeling van zijn eigen standpunt maar, en dat is zijn fout, èn die van eiken liberaal, men geeft géén liberale levensleer van en voor allen! En dat zit em weer in dat vervloekte en toch weer onvolprezen woord„Vrijheid," Ze is ten val voor de Liberalen; ten opstanding voor den Christgeloovige. En een andere groote fout was Dresselhuijs vergat het weede element 't voornaamste haastde historische toelichting. En hier leggen we onze veder of penne neer want de liberale levensleer getoetst aan de Historie van Kerk en School en Slaat en Maatschappij. En als 't waar is, (en 't is waar,) dat de muze der Historie tevens is eene profetesse van wat komen zal, dan is de Historie der Liberale partij, hoe ze uit 1789 geboien, en daarna zich ont wikkeld heeft als „geest der eeuw", een baken in zee voor den Vrijheidsbond, hoe onder de leuze van Vrijheid toch de geestelijke tyrannie groeien en bloeien kan. Maar tevens een ivaarschuwing om van nu en voortaan, waar er in Neder land bij veel afvals, nochtans een zoeken komt naar bevrediging der ziel zooals in den liberalen tijd een bevrediging des verstands 't doelwit was; om van nu en voortaan in die Liberale Levensleer, zóó ze geformuleerd kan worden, een breede plaats aan te wijzen voor de Religie van 't Volk van Nederlanden precies te zeggen, hoe in 't Liberale denken 't onverzoende menschenhart weer rust kan vinden in zijn oneindalijk zuchten om. verlossing en haken naar Vrede en Geluk. De uitstippelingen wachten we af! En die Liberale Levensleer zal ons dan zeer zeker, zeifs als tegenstander, tot grooten zegen kunnen zijn. Want om Vrede en Geluk gaat 't toch alleen, Vrede en Geluk voor tijd en eeuwig heid „En Hij is onz® Vrede." Kantoor MIDDELHARNIS. Ziet ge nu de fout van mr Dresselhuijs om verbaasd te staan over dien „ge leerden schrijver," die nog van „zoeken" sprak naar een „liberale levensleer", en Woensdag SÜÏMELSDIJK Donderdag, DMSLAND Donderdag, OUDDQRP Vrijdag, OUDE ÏOME - ÏABBERS - T. fl. DOEL - FLOHÏL GELDE UP OEI UITKIJK. De Directeur. WAAL- en RIJNVORM, I, VORSTEN, POTTEN, iS- en BETONBUIZEN, lVUURKLEI, ASPHALT .evering per vrachtauto. nbevelend, r pot f 2,—. T 78 - ROTTERDAM ïbruik van „Persil" toe. waschgoed. ascht, bleekt n desinfecteert deerd onschade- gebruik en maakt ledkoop wasschen eeppoeder ens. meer toe» de werking van aPeviU* ruttelooa dunrder. jgbaar. O. DOSSELDORf. or Nederland' 199 gezc Courant verschfnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG, ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco pat pest 75 Eest bjf voernltbstalteg, (BUITENLAND bl vooruitbetaling f 8.50 per iaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS: SSMNIEL8DUK» Vetafaen Intareemmsna&l Na. 802, ADVERTENTIËN 20 Cent per regel, RECLAMES 40 Cent pet ragaë» BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel, DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN per pïssfsina, Grcota letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die srjj beslaan, AdvertcntiSs worden ingewaefct tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR. „'t Liberalisme is niet populair bij de nieuwe groote menigte van het kie zersvolk 't onbekende maakt ook on bemind; zoo onbekend zelfs, dat ik tot mijn verbazing een geleerd schrijver, die toch «iet tot onze tegenstanders behoort, onlangs 't teleurstellend resul taat van den Vrijheidsbond zag ver- Klaren uit het niet bestaan van een liberale levensleer, met den raad erbij om daarnaar te zoeken 40 cent per regel. ZITDAGEN BEURS, Nadruk verboden. 'n Kind van 'a jaar of acht Derde klas van onze „genheidssehool". D.w.zoét de vacantle is ze in die derde klas gekomen, verheugt z| aan tafel den heer des huizes met de mededeeling„Vader, we „krijgen" nu óók „natuurkennis" op schooi". „Zoo .1" zei, ietwat gerekt de aangesprokene. Dat was nu al 't derde nieuwe „vak". Eerst de „Vaderlarsdsche Geschiedenis". Daarna „Aardrijkskunde" En nu die „Keunis der Natuur". 't Klonk zoo grapplg-gewichtig uit den mond der „kleine meid", die er zelf ook al 't gewicht van voelde en met zeker ontzag dat woord „Natuurkennis" uitsprak, dat voor hiit alweer eeu nieuwe wereld opende, waarin se op school werd binnengeleid. Vader vroeg er es verder naar. Wkt ze nu eigenlijk hadden „gehad*. En toen werd hij weer bevestigd in zijn overtuiging, dat de school goed was en ae meester voor zQn taak berekend, want de kinderhersentjes werden met geen quasl-ge- kerdheld opgevuld, maar heel gewoon ver telde de meester iets van 'n vlsch, ot 'u vogel of 'n boom of een der andere groote werken Gods in de natuur. Vader's beswaar, de man was vroeger zelf een kleine twintig jaar bl 't onderwjs ge weest, richtte zich tegen de „verbrokklng" van ons onder wijs in psecias zóóveel vakken waar de kias dan elke week ééu ot meer uren wat uitgeschept kreeg. En dan kóst men tot zoo iets. Dat een kind van acht jaar meepraat over „Natuurkennis" en „Aardrijkskunde", och! in haar eenvoudigheid net zoo goed als de candidaat Middelbaar, die er exsmen in moet doen. Wat ik dan tegen die woorden heb? Dat ze niet thuis hooien la de nomencla tuur oftewel „naamkunde" van het kind? Dat óók. De meeste kinders doet 't geen kwaad, maar als je 'n leergierig hartje hebt bl 'n paar domme ouders, dan zin alweer die „vakken* méér, waar 't kind op school „les" in kilgt, wel een weinig geschikt om het onuitstaanbaar pedant te maken. Doch dat is min eigste bezwaar niet. Er zit hier een beginsel in. Die vakken-lndeeling voel ik ais een prang en een boei, die de vrlheid van ons onder- wis leellk belemmeren, waardoor ons lager onderwin gevaar loosen gaat, dat het niet eeu eigen beeld vertoont, maat een kiekprenije wordt van hooger onderwas, dat immers sinas eeuwen zich in tal van „vakken" splitst. Waf verlangt ons volk van zin school? Ik geloof dat ik die vraag als volgt beant woorden kan; Het vraagt in de eerste piaats, dat den kinderen de elementaire kundigheden worden eigen gemaakt, waaronder ik zou willen rang schikken: lezen, schrlvcn rekenen, zingen, én voor de meisjes méé; dan de toon aangevende mannen van ons onderwijs vaak meenen, de nuttige handwerken. En wat vraagt het dan verder? Niet een som-van-„vakken". Maar wél een zekere „algemecne ontwik keling", een zekere „mate-van-kennis", zóó dat het kind straks niet vreemd staat in en tegenover de maatschappij, waarin 't optreden moet. Natuurlik, zoo zegt het geen mensch, Ik formuleer dat nu zoo. Doch d45rop komt bet neer. Ieder begrlpt, dat ik nu uitsluitend spreek over ons schoolonderwls van zin m a t- scbappellke s|de en dat ik ó&êaom dus la dit verband over het Bijbdsch Ondarwfs en al wat zich daarom heen groepeert, zwlg. Tóch,even déze opmerking. Die vakken-fokkerl, waarmee 't altijd gaat zooals 't vóór de „bezuiniging" wel met de ambtenaren ging, dat er n.l. altijd méér komeu, heeft ons onderwls van zin geestellke zfde soms leellk in de knel gebracht. Er komen dan steeds meer „vakken". Er komen „onderdeden" van vakken. Zoo heb ik wel 'n leerling van 'n lagere school, n 1 e t in de plaats m*ner inwoning I hooren uitleggen, dat zi 't werd met pochenden jongenstrots tegen sèlfde-jsare- scholicren uit 'n andere ópg? stredenbl hè a op school één uur in de week „physlka" haddenfle- sie ka m'neer I ea één uur „Na- tuurlflke historie", 's winters dier- en 's zo mers plantkunde. 'k Vroeg den suaak toen, of-ie ook „Schei kunde" kreeg en of m'neer ook „chemische proeven" deed „D&a Is 't bl jullie óók nog maar half I" verblufte ik hem toen Maar ter zake: er komen „onderdeelsn" van vaktren en door het „toezicht" worden allerlei stokpaardjes bereden: En een mensch bllft 'n mènscta En ais ik nu schoolmeester ben ea ik krijg tweemaal 'c jaars een schoolopziener in rr.'n klas, die me tnBlsntelfjk vraagt, of ik nu aan dkt vak of aan Cat onderdeel van een vak nóg niet meer doe och I dan is de ver leiding groot om min eigen inzicht maar in te ruilen tegen dat van her „toezicht", tot schade voor het onderwls. Want'n mensch is seen automaat. Stel, daar zin twee scholen; Tweelingen, zoo gezegd; Evenveel klassen, 't zelfde soort teerlingen, dezelfde sshoolmcubeles en leermiddelen enz. enz. Voor beide klassen wordt voorts precies hetzelfde leerplan opgesteld, dezelfde rooster van werkzaamheden, zoodat er in precies dezelfde vakken steeds precies evenveel on derwas wordt gegeven: Zoudt ge g e 1 k e resultaten zien Ik zeg u van zeer zeker niet. Want het zijn tenslotte levende men schen, die 't werk uitvoeren en geen docde machines ca zij hebben met zeer levende en levendige kindeten tedoen,dief§nreageeren op ails prikkels, die van 't onderwijzend per soneel uitgaan. Om een voorbeeld te nemen. Op de eene school houden de meests on- derwgzers van 's Lands historieze léven daarin, ze genieten van hun eigen onder was; 't is gloed en leven en bezieling, als ze met dat onderwijs bezig z|n. Zoo z n er, gelukkig I 'k Heb 't zelf 'a keer gehad'k Was al in de veertig en ik ging mêe, enkele scholen rond, voor 't toezicht van C. N. S„ dat ik 'n onder wijzer in een hoogste klas een geschie denisles heb hooren geven, zóó boeiend, zóó historiegetrouw en ia sóó fijne taai, dat ik van 't begin tot 't eind met groote inspanning heb zitten luisteren, om geen woord ts ver liezen, al wist ik precies alles wat er nog komen smoest. Nu voelt het ieder wel: Zet uu nddst of. tegenover zoo iematrd een ander, die in de geschiedenis weinig meer ziet dan een dorre aaneenrijging van namen en jaartallen, koningen en veldslagensal niet aan 't eind der schooljaren groot zjjn 't verschil van liefde voor èa kennis van onze historie tusschen de leerlingen der beide scholen De levends mensch, die is hoofdzaak. Eu daarom kan ik me met de methode om dien levenden mensch bl de uitvoering van zijn tsak steeds enger vast te rijgen in een corset van wettel fee bepalingen, heei niet vladen. Of ik dan de anarchie wil Natuurlik niet, ais er iemand vóór vaste regeieu is en de noodzaak daarvan erkent, dan Is hef de antirevolutionair „Laat alie dingen met orde geschieden". Maar ik ben ook voor een betamelijke mate van vr|heid en ik ben een vfjanct van elk cbablone-stelsei. Da hoofdzaken moeten natuurlik vast staan. Een school, waar men b.v. de kinders wei den catechismus inprentte, doch se niet f i i nk leerde lezen, schrijven en rekenen, is een misbaksel en moet niet kunnen bestaan. En daarnaast moet hst klad ieer.n kennen z|n omgevingwaf verderaf ligtde won deren óss Almachligen in de schepping; zijn eigen lichaam, dat schoon borduursel uit Gjds hand enz. Maar. omschr|f en verdeel toch niet te vee); laat den onderw|zsr, in overleg met z|n schoolbestuur toch vrlheid, om dat verdere onderwls in te richten met 't oog op de behoefte van het kind en van zijn om geving en van z3a toekomst. Dat geeft toch immers 't: groot verschil: Amsterdam of U;kDen Haag of Katw|k I Geloof vrij: vrlheid scbddtfi niet, mits zij niet overgaat in bandeloosheid. Er is immers zooveel concurrentie. En de ouders, al weten ze natuurlik van de „kunst" van onderwijzen heel weinig af, se kunnen af heel gauw zeggen op welke school een kind het best, en waar het niet best leert Mits er maar weg en middel ge vonden wonde, om een bepaald onbekwaam of al te traag ouderwijzer hoe dan ook in z'n gebrek te neutralisecren, kunt het aan de schoolbesturen als ze goed fucctloneeren, gerust overlaten om ts zorgen, dat de „vrij heid" niet in uitersten overslaat, 'n Onderwijzer is geeu automaat. Hl heeft ook zijn eigenaardige aanleg;de een wil er met zijn onderwls meer dézen, de anderen génen kartt uit: geef ze een ge oorloofde vrlheid van beweging Het komt 'f onderwls ten goede. „Arbeidsvreugde" is ook hier noodig. En al is het werk van den onderw(zernu stellig niet eentonigal heeft hl soms zelfs meer afwisseling dan hem lief is, daar staan tal van omstandigheden tegenover, die zin arbeid buitengewoon moellfe maken en hem de „vreugde" in zin arbeid vergallen. Geef hem daarom wat vergoeding.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1922 | | pagina 1