Zaterdag 7 October 1922
87w® Jaargang N\ 2848,
voor de Znidhollandsche en Zreawsche Ëilanden.
Eerste Blad.
Nationale Bankvereeniging
Antirevolutionair p 'w Orgaan
ÏN HOC SIGNO VINCES
RECLAMES MEDEDËEÜR&E99»
OP DEN UITKIJK.
W. BOEKHOVEN Z«a«*,
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentien en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers.
Eau machtig Verschynsel.
De muze der historie is een profetes.
Zij, die ons inleidt in de geschiedenis
der geslachten en natiën, is tevens de
verkondigster van wat na dezen komen
zal. In 't Verleden ligt 't Heden en in
7t Nu wat worden zal. Zoo is 't nu met
't Gereformeerd beginsel, met 't Calvi
nisme. En 't trof ons wat dezer dagen
over Zwitserland werd meegedeeld, niet
ials iets nieuws, maar dan toch als iets
van aanbelang, door den vroegeren vice-
president van de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika. Hij roemt Zwitserland
in den eenvoud zijner zeden, in de eer
lijkheid der bevolking en zijn democrati
sche Staatsinstellingen, waarbij de zelf-
regeering een voorname rol speelde in
't referendum of 't recht des volksom
zelf over wetsontwerpen te stemmen
als de Hoogste Colleges geen uitweg
meer weten.
En die vice-president schreef dien
toestand in 1922 toe aan wat Calvijn
den Zwitsers én heel Europa had ge
leerd. Hij had 't beginsel van Gods
souvereiniteit op alle terrein des levens
krachtig naar voren geschoven. En
omdat die Goddelijke souvereiniteit voor
Calvijn en zijn volgelingen de diepste
machtsbron was en da hoogste gezags-
k vorm, daarom was erin de Zwitsersche
bevolking geen plaats voor vorstendes-
potisme en ook niet voor plutocratie
of geldmacht. >Het echt gezonde demo
cratische beginsel, door Calvijn gepredikt
voor Kerk en Staat beide, had den
Zwitserschen volksgeest gevormd. En
niet minder was aan Calvijn te danken,
dat 't Zwitsersche volk vrij gebleven
was van weeldebederfdat de arbeid
zoo hoog werd geëerd, dat eenvoudig
heid van leven en bestaan, van puri
tanisme of zuiverheid van zeden zijn
stempel op het leven der Natie had
gezet.*.
En nu erkennen de Zwitsers dan ook
ten volle, dat èn Zwiogli en Calvijn
de mannen zijn geweest, wier levens
gedachte nog nawerkt in de bevolking
zooals er niemand der historieschrijvers
ontkent, dat ook in Amerika, ook in
Schotland, ook in Nederland nog velerlei
naritseling is van Calvijns optreden vóór
eeuwen.
't Calvinisme is een macht.
En 't trof ons, wat de voorzitter van
den Flakkeeschen Boerenbond sprak op
de vergadering van 21 Sept. j.l. in 't
Hotel Spee te Sommelsdijk in verband
met de vereeniging van Nederlandsche
Akkerbouwers
bovendien moeten we dit vooral
niet uit 't oog verliezen, dat we in
benarden tijd leven, deze zuivere vak-
vereeniging der V. N. A. niet kunnen
missen en dat de Voorzitter A. Colijn
dier vakvereeniging, lid is van de
Staten-Generaal en na verwant aan
een leider van een Staatkundige groep,
nl. de Antirev. partij, die in de eerst
komende jaren grooten invloed kan
en zal uitoefenen op onze regeering.*
H. Colijn is onze leider. Zijn broer,
A. Colijn, is boer, lid der 2e Kamer.
En onze Kamerleden zijn er maar 16,
Maar 16 percent. In den tijd der Re
publiek was 't maar 10 pet, der be
volking, dat Calvinistisch was En toch
ja toen was er een Gouden Eeuw,
door alle historiekenners geboekstaafd.
En nu in 1922 worden twee
Calvinisten genoemd en 16 Kamerleden
die in de eerstkomende jaren grooten
Wat mag dat zijn Hoe is't mogelijk,
zoo vraagt Mevr. Bosboom Toussaint,
dat zoo'n klein procent van Calvinis
tische Nederlanders, den Alva kon weer
staan Dat hij bukken moest voor dat
volk van boter en kaas Omdat er in
dat Volk een hoogere kracht gevaren
was, of zooals zij dit zegt:
Hoe heeft dat kunnen zijn? moet
Alba zich weieens onder tandknarsen
van spijt hebben afgevraagd. Hoe
heeft dat kunnen zijn, vraagt de ge
schiedschrijver, als hij het ijzing
wekkende tafereel van Alba's schrik
bewind schetst en bevindt dat
het volk van zuivel toch nog geen
slavenvolk is geworden, gevormd naar
Spaansch model. De oplossing laat
zich vinden. Er was in dit volk van
zuivel een geest gevaren, dientiran-
nenwoede wel kon bedroeven, maar
niet uitblusschen, Eon geest des weder
stands, geheiligd door dien geest dier
liefde en ijver, die hechter samenbindt
dan 't krachtigste eement. En de Heere
der Heirscharen ontfermde zich over
dat volk, dat daar neder lag, gebogen
maar niet verslagen. Dat onder ziels
angst eendrachtiglijk saamverbonden,
de knieën neerboog en tot Hem riep
om uitkomst. En de Heere gaf hun
een man, zooals Hij nog aan geen
volk gegeven had dan aan Zijn uit
verkoren volk van Israël Een man
die als een tweeden Mozes hen leiden
zou met raad en daad. Die als een
tweeden Mozes een verbond gemaakt
had met den Potentaat aller Poten
taten in den naam van zijn volk
en tegen dat Bondgenootschap kon
Alva niet op
Hoe is 't mogelijk, dat een handjevol
Kamerleden van 16 man op de 100,
een invloed op ons Staatsleven hebben
uitgeoefend en zal blijven uitoefenen,
waarover zelfs in een Boeren vergade
ring met ernst wordt gesproken.
Omdat er in die Calvinistische schare
achter de leiders en vóór henomdat
er in dat Gereformeerde volk een be
wustzijn is van Goddelijke Souvereiniteit
dat God uitverkoren heeft om Zijn Naam
uit te dragen over de wereld. En al
erkent de Calvinist op 't terrein des
levens die Hem alleen toekomende macht
die zegt»Ik zal werken, en wie zal
het keer en* dit maakt hem niet lijdelijk
en afwachtend en brengt hem niet in
een noodlotsaandoening, dat er toch niets
aan te veranderen ismaar, belijdend
de Souvereiniteit Gods en Zijn vrij en
eeuwig welbehagen, rekent de Calvinist
met den geopenbaarden wil Gods, en
nooit met den verborgen wil.
Calvinisme en Genade! Neen,we
zijn geen Romanisten of Lutheranen,
die nog zelfs maar één greinske men
schelijke wil zouden belijden om zalig
ter worden. >Gij wilt tot Mij niet komen.*
Calvinisme en de Kerk! En wijd
staan zijn armen uitgebreid om ieder als
broeder te ontvangen, die eenzelfde vaan
del ziet wapperen boven 't hoofd, want de
eenheid der Gereformeerde wereldkerk
ligt niet in den Presbytriaanschen kerk
vorm, maar hierin, dat ze geroepen is
»om de deugden te verkondigen van
Hem, die ©ns uit de duisternis geroepen
heeft tot Zfjn wonderbaar ligt* 1 Petr.
2 9. De Kerkvorm is slechts een
middel om dat hooge doel van deugden-
verkondiging en roeping uit duisternis
tot licht voor elk kerklid te helpen be
verderen. Het vaandel, dat boven de
bajonnetten wappert, is de belijdenis
dier wereldkerk. En of er nu Nederlan
ders of Hongaren zijn, dan Schotten en
Amerikanen, of Zwitsers en Fransche
Hugenooten in die belijdenis der
Kerken ligt één geest, één overtuigings-
drang, één heilige roeping en taak voor
de geloovigen om daar naar te leven.
Calvinisme en de Ambten. Het
duldt geen tusschenkomst van personen
tusschen God en mensch, hoe hoog 't
ook de ambten stelt, d:e geen inzettirfg
van menschen zijn en der geloovigen,
om een christelijke volkssouvereinitelt
te huldigen, maar een inzetting Gods.
Ambten in den Stsat, ambten in de
Kerk zijn er van Godswege, maar nooit
kan zulkeen zich plaatsen tusschen den
Schepper en 't schepsel. Geen priester
van 't Romanisme, geen Kerk van 't
Lutheranisme hebben ook maar èènig
recht om 't licht van Gods genade op
te vangen als in éen straal en in kleu-
rigen bundel uit te gieten op de schare.
Calvinisme en godsdienst. Het gansehe
leven is voor den Calvinist godsdienst.
Geen terrein is er, waarop van Zondag
op Zondag niet die God der Schriften
moet gediend.
Ja! 't Calvinisme is een machtig ver
schijnsel voor alle personen en alle
tijden
't Calvinisme is geen Wederdooperij,
die allen politieken arbeid schuwde;
geen wapenen droeg, geen eed zwoer,
geen ambten waarnam, omdat er de
VOOR DEN TIMMERMAN EN AANNEMER
Kantoor MIDDELHARNIS.
ZITDAGEN
Woessflag SOMMELSDIJK
Donderdag, DIRKSLAP
Donderdag, OUDDORF
Vrijdag, OUDE TQNGS
BEURS.
- TABBERS
- Y. d. DOEL
FLOHIL
GELUK
wereld* in zat, Maar de Wereld is des
Heeren, mitsgaders hare volheid; en
daarom wèl politieke arbeid.
't Is géén piëtisme, dat op individu-
eele bekeering uitgaat, en in vrome
zeden 't leven siert Maar als 't Reveil
in 1830 desnoods buiten de Kerk om,
tegenover dat instituut gaat staan. Niet
dóór, noch vóór, eer buiten de Kerk
zóo is dat piëtisme een zwakke straal
van 't Calvinisme dat in Leer èn Leven
het kernpunt vindt
't Is geen methodisme, dat'tuniver-
seele der religie zoekt in èen Koninkrijk
der hemelen, waarin Liefde de hoofd
toon voert, en dus gericht is om het
Verlorene te zoekenmaar 't Calvinisme
is universeel, omdat het de heele wereld
in èèn Koninkrijk der hemelen wil om
zetten, gebaseerd op 't Goddelijk en 't
menschelijk recht. Liefde na en door
Recht.
Er is een Kracht, uit Hóoger Kracht
gesproten, zoo noemt Da Costa de Poëzie,
't Calvinisme is poëzie en proza des
levens; kracht uit Kracht; daad uit
Daadlicht uit Lichtgelooven en wer
ken bidden als een boeteling, en juichen
als de hemeling. 't Is groot zijn in dee
moed en klein in waan
Deze Courant versebint eiken WOENSDAQ en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc© pat pest 75 Bent bfj vooruitbetaling,
BUITENLAND b| vooruitbetaling f 8.50 pat jaar,
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS!
I9MMBLSDIJK.
Telefeen Infaresmmeniuil No. 202.
ADVERTENTIËN 20 Cent per regel, RECLAMES 40 Cent pet regel,
BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN t 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte dis sg beslaan.
AdvsrtenfiSn worden Ingeweekt tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR.
invloed kunnen en tullen uitoefenen op
ome regeering En in het Rechtsche
Kabinet zitten maar 2 Anti's: Heems
kerk voor Justitie en Van Dijk voor
Oorlog.
Wanneer God werken zal, weet de
Calvinist niet. Maar wat en ddt God
werken zal aanvaardt hij, En dat God
eischt, afgedacht van den uitslag, naar
Zijn wil te handelen, dat is des Cal
vinisten gebod. Los van Goddelijke
belooningenlos van Goddelijke beloften
aan welvaart, geluk en zegen; wil Hij
doen, wat God eischt, omdat deze God
is. Gehoorzaamheid aan Zijn bevelen,
wat dan ook de menschelijke gevolgen
mogen zijn, is des Calvinisten kracht en
sterkte.
40 cent per regel,
Nadruk verboden.
Zelf voel ik me óók schuldig
Terecht wordt er over geklaagd, dat its
onzen t|d in onze kringen soms wel veel
over den Bfpcl wordt gesproken, gerede
twist ook, maar dat er van werkelgke
B§belstudie zoo weinig komt.
Overdriving schaadt ook hier.
Over 't algemeen wordt Gods Woord nog
geregeld in onze gezinnen gelezenop onve
catechisaties en Jotigellngsvereenigiagen hield
dat Woord de eerepiaatsonze kinderen, als
se op een goede chriztel|ke school gaan,
weten soms heel wat meer van de H, Schrift
dan de ouderen, die géén christel|ke school
bezochten, op zulk een leeft|d wisten,
Dat alles stem ik gereedelljk toe.
En 't is ook niet min doel te beweren,
dat de voorgaande dagen in alles, zelfs waar
't betreft de beoefening der Schrift, beter z|n
geweest dan die wi thans beleven:
Maar enkele opmerkingen wil Ik mi toch
veroorloven.
Er was, veertig en v|ftig jaar geleden,
zooveel minder, waardoor we werden afge
leid.
Lsng zooveel kranten, drukwerken, boeken
en geschriften niet als thans, vroegen de
aandacht.
Ik zal niet zeggen dat er minder kwesties
waren in de wereld, en in 't vaderland, maar
het groote publiek, cob In onze kringen,
leefde nog niet zoo met al die kwesties mee,
leefde er niet zoo 1 n.
Daar kwam bide téyell van het calvinl-
nlsme.
't Is een zeldzaamheid, als öaze jongelie
den b.v, uit zichzelf naar een kerkelik blad
gif!penhcngsSens zien se ln de Kerkbode
even na wie er 's Zondags preekt en of er
iets bizonders staat over de catechisaties.
Veertig jaar geleden was dat anders.
Dan grepen ook de jongeren naar Heraut
en Bazuin en andere kerkelike bladen, want
de dingen die daarin behandeld werden,
vormden rock 't onderwerp van de gesprek
ken der ouderen en daardoor werd ook de
.ripere jeugd" in zulke gevallen lagewid en
greep naar de krant om er van te lezen.
En dat bracht vanself ook tot bibelstudle.
Want die kerkelike bladen voerden niet
alleen den kerkeliken strid, maar gaarden ook
.honing uit den rotssteen"; putten .levend
water uit de springbron*wierpen licht over
menige plaats uit de Heilige Schrift.
Ik zal .Dachsel" niet in alles verdedi
gen:
Maar dat weet ik wel, dat er een halve
eeuw geleden héél wat meer exemplaren van
deze bibelverklailng in onze christelijke en
gereformeerde gezinnen sin gekochtén
Ijverig gebruikt, 't Was al gauw een staande
uitdrukking: .Laat ons es'alen wat DKchsel
er van zegtl" En als de .Korte vetkarlcg en
.Nieuwe vertaling", waartoe zich thans onze
theologen uit Kampen en Amsterdam hebben
opgemaakt, straks óók zoo in onze gezinnen
inburgeren mocht, dan zou Ik daarvoor
scheepsladingen hndere lectuur, die er nu
maar al te veel genoten wordt, willen afstaan
tot demping van poel of plas.
Dr, Ridderbos teekent met een enkel woord
den toestand van Juda en Jeruzalem b| den
aanvang van Jesaja's profetische werk
zaamheid, onder het Koningschap van Ussla.
Het was, of de Heere destfds over de
beide t|ken Juda en Israël nogeèns al Zin
weldaden uitstorten wilde, om te zien, of zi
zich door de liefelike banden van voorspoed
tot Hem zouden laten trekken.
't Was in elk opzicht een gezegende tid.
Uszla regeerde over Juda; Jerobeam li
over Israël en deze twee vorsten versloegen
alle oude en moderne v|anden van Jakob's
nageslacht en breidden naar alle ziden hun
gebied uit, zoodat de grenzen der beide ei
ken weer ongeveer even ver zich uitstrekten
als in de dagen van David en Salomo die
van het toen nog vereenigde Konlnkrik,
't Assyrische rik, dat straks met geweldige
kracht zich bèroprlchten sou, was thans ver
deeld, ontwricht, en verzwaktSyrlërs, Fiil-
stlnen, Edomleten, Ammonieten werden voor
goed verslagen en cinsplichtlg gemaakt:Je
ruzalem en Samaria waren een halve eeuw
en langer, bet middelpunt der West-Aziatische
beschaving, van den koophandel, van mode
weelde enzmen kon zeggen, ze wa
ren ln zekeren zin wat Londen en Paris thans
voor West-Europa zin.
De profeten beschaven deze situatie
J: