Zaterdag 9 September 1922.
87^ Jaargang N*. 2840
Eerste Blad.
filagiiÊ te L. Qailarwiiswol
Nationale Bankvereenigiug
Antirevolutionair r "fP" Orgaan
IN HOCS1GNO VINCES
v©of «Ie Zitidliollanilscïie em Heeawsche Eilanden
Mag SUMMELSDIJK - TABBERB
Doing, DIBKSLAND - Y. 1 DOEL
Ding, ÖÜDDGRP - FLOÏÏIL
Vrijdag, OUDE TötGB -- GELUK
W. B0IKM0YII
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentien en verdere
Administratie franco toe te eenden aan de Uitgevers.
(Grooter© klassen.)
In ons eerste artikel behandelden we
den Schoolbouw. Nu de bezuiniging op
de kinderen ad 15 millioen. DeSchool-
bouwbezuiniging had weinig om (t lijf
en de andere wijzigingen, aangaande
wat invoegingen en uitlatingen, en eeni-
ge uitbreidingen van Schoolbestuurbe-
^oegdheden jegens Gemeente, Gedep.
f^aten en Minister, brengen weinig aarde
aan den dijk.
Maar de 15 millioen op de kinderen
zijn raak!
Aie hier 't Staatje, dat de Minister
geeft in zijn Mem. v. T., hoe 't dan
voortaan wezen moet. 't Gemiddeld is
bij ons anders.
o
^2
S.2
Ü3
2
S3
O
É"1
a
O
o
o
M
05 M
"S
3
<4
I000e0i0l-M^®0
cvjeococoeocoeoeoeOTt*
l-IN«Ptin©t-COO>Or(NCO
OOOiOOOHlOlQOlBOifi
■^OOCiHOHtDHt-NOCimOS'll
p-iT-ic^oaeoeorh-^iCinso
OHHHCDHHfDHtOHCOH
•^^OO'WCO^HCOH^iMCOCOÖi
■H H (M <M CO COtO O
In de School van 1920 mochten maar
400 kinderen zijn; thans een kleine
700.
Voor de ülo scholen, die er echter
op Flakkee geen enkele is zooals de
Wet-de Visser die eischte in '20 n.l, met
Fransch, Duitsch, Engelsch en Wiskunde
(minstens toch 3 van deze 4 vakken;
voor de echte Ulo scholen zullen er ook
veranderingen komen. Zie maar:
O
w
HIM 1 I 1
W T—1 H H H C\l M 1 1 1
Gem.
MOMOOOOOO O
<N<N<Meoeoeoeoeoeoe<3
1H-«
CÖ
O
ÉH
HMCO^ifitCt-OOOiO
w
O
i<N«Titi£S«OC-®OC3
"o
t§
Aantal
leerl.
COOOOO-HOOOO
<jq -31 t» WiOOO i-i -V* t— O
T-t 1-1 TH <N <M CQ CO
„lil Ik 1
o -VI 1ï—l 1—i 1T-H -H
i-Vic-
rH TH H (M CT O]
verdwijnen. Vroeger mocht een Op. Sch.
nog een onderwijzer benoemen boven
't wettig getal om daardoor 't onder
wijs op hooger peil te brengen, en de
B. Sch. mocht dat dan ook. Maar dat
is uit. Noch een Op. Sch., noch een B.
Sch. krijgen voortaan zoo'n Surplus meer
't Aantal onderwijzers in de Wet ge
noemd is voortaan een vast getal.
Tal van Gemeenten hebben van die
Surplusonderwijzers gebruik gemaakt,
en dus ook de B. S. Ja, er zijn B. S
geweest, die ze uit eigen zak betaalden
nl. als de Op. Sch. er van den Raad
geen kreeg. Maar uit-eigen-zak betalen
mag niet meer Er staat in het nieuwe
Wetsontwerp kort en krachtig„Artikel
100 der Lager-onderwijswet 1920 ver
valt" en art. 100 loopt juist
over die „boventallige" onderwijzers.
Wat voor beweegredenen geeft de
Ministers op voor zoo'n handelwijze?
De 15 millioen, natuurlijk, die uitge
spaard worden door grooter klassen.
Hij schrijftHet thans vigeerend art.
28 der L. O.wet '20 laat toe, dat een
grooter aantal onderwijzers wordt aan
gesteld dan de Wet eischt.
Wel komen de daaruit voortvloeiende
uitgaven niet ten laste van 't Rijk
(maar van de gemeente, Reddit neemt
niet weg, dat hierdoor ongewenschte
toestanden in het leven worden geroe
pen In gemeenten, die dit kunnen be
kostigen, is de verhouding tusschen het
getal onderwijzers en dat der leerlingen
dikwijls gunstiger dan in finantieel
zwakkere gemeenten. Is dit in normale
tijden reeds niet zonder bedenking; in
dagen, waarin de koorden van de beurs
allerwege moeten worden aangetrokken,
is dat stolsel ontoelaatbaar. Door 't aan
stellen toch van niet-verplichte leer
krachten (surplus dus) wordt, ten koste
van het onderwijs in andere gemeenten,
beslag gelegd op een grooter deel van
het rendement der opleidingsinrichtingen
(de geslaagden op Kweek- en Normaal
scholen, Red dan in verhouding tot de
schoolbevolking, volgens de wet, aan
die royale gemeenten toekomt''.
Dusafschaffing van het boventallige
personeel In Amsterdam 460, En aan
de B. 3, daar naar rato.
Maar de Minister zegt nog iets: „De
kosten van het opleiden van de onder
wijzers kooien echter ten laste van 's
Rijks kas. Mede met 't oog hierop is
't dan ook voor het Rijk van belang
er voor te zorgen, dat de beschikbare
leerkrachten zoo regelmatig mogelijk
over 't geheele land worden gedistri
bueerd. Om dit doel te bereiken wordt
voorgesteld art. 28 der wet te wijzigen,
in dezen zin, dat dit artikel niet langer
het minimum aantal onderwijzers stelt,
maar 't normale.
Voor 't gewoon L. O (aldus besluit
de Minister), brengt de thans ontworpen
schaal het verplichte aantal leerkrachten
ongeveer op het peil van de wetten
vóór 1920. Voor 't Ulo onderwijs is als
norm aangenomen ten hoogste 30 leer
lingen per onderwijzer. (De Minister
bedoelt hier met Ulo onderwijs niet 't
Flakkeesche, dat tot 1926 mag loopen
zooals 't loopt zonder Wiskunde b.v.
maar hij bedoelt 't Ulo uit zijn eigen
wet 1920 met Fransch-Duitsch-Eng.-
Wiskunde-Handelskennis enz.)
Waar nog bij opgemerkt moet worden
dat alle Surplusondarwijzers moeten
Wij wenschen nog iets te schrijven
in ons laatste artikel over deze wijzi
ging, betreffende 't Ulo onderwijs en de
wachtgelden, en zullen nu kortelijk saam-
vatten, wat de wijzigingen aangaande
Bouw en aantal kinderen vooral te be
duiden hebben:
c. Afschaffing van de Surplusonder
wijzers.
En dus draait 't eigenlijk al
leen om de 15 millioen, uitgezuinigd op
der kinderen onderwijs en opvoeding;
de rest n.l, de d, en e, zijn 't sop in de
kool niet waard. Maar de kern is: 't
onderwijs in moeilijker positie dan in
1920. Of dit nu onoverkomelijk is, en
er, na verhooging van 't aantal klasse
kinderen slechter onderwijs gegeven
zal worden? Niemand die 't gelooft.
De ijver van de onderwijzers zal dat
wel te boven komen. Maar feit is, dat,
hoe grooter de klas, hoe grooter't aan
tal achterblijvers. En deze kunnen (we
zeggen niet „zullen") van grooter klasse
't slachtoffer worden. Jammer is 't, dat
zoo kort na de werking eener wet'20,
nu al op 1 Jan '23 zulke wijzigingen
moeten intreden. De Minis'er bad toch
toen de oude wetten naast zich, waarin
ook de grootere klassen voorkwamen
sinds 50 jaar. Hij wist in '20 reeds,
dat de Staat zou moeten bezuinigen op
alle Departementen. En vandaar, dat
nu in sommige kringen 't „reactie,
reactie" over de lippen komt,
We zullen voorts afwachten, wat in
dezen de praktijk zal opleveren; en
voorts zullen we ons aan moeten passen
op alle terrein des levens aan de Crisis
toestanden. We wachten de begrooting
van Onderwijs af en zullen de posten
nagaan of er op Middelbaar en Hooger
Onderwijs ook millioenen bezuinigd
worden. Als 't mes in 't ééne moet,
dan ook in 't andere.
Reclames iHededeelisigen,
Kantoor MIDDEL,HARNIS.
ZITDAGEN tfjdens BEURS.
OP OEI UITKUL
Of juister gezegd, van een kater.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco pet poot 75 Oent bjj vooruitbetaling,
BUITENLAND b| vooruitbetaling 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS i
89MMBLSDIJK.
Telefoon latereonunntmal Ne. 202.
ADVERTENTIËN 20 Cent per regel, RECLAMES 40 Cent per regel,
BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAOEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zf beslaan.
AdvertentiSn worden Ingeweekt tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR.
CD <M
co U
p—H CD
ooOHNMifitofooooiao
i i-ic<ie?s-<tfir55ct-oooiOiH«Ni
■+J I I l I I I
tfd
M
Meer dan 220 k. mochten er niet op
school zijn; nu 3oo.
a. Grooter klassen en minder onder
wijzers.
b. [Grooter gebouwen voor niet 400,
maar voor ±700 kinderen.
d. Vergoeding voor vernieuwde school-
meubelen. T
e. Verlof om hypotheken te vestigen.
Hooger Onderwijs.
't Hooger Onderwijs is een organisme, om
dat 't de Wetenschap zoekt, die zelf ook weer
organisme is. Zeer zeker spreekt men b| de
Wetenschap ook van vakken, maar feitelijk
is dit onjuisi, Neem b.v. de faculteit der
Godgeleerdheid. Daarvan worden onderwezen
de .vakken"de theologische ethiek, b.v. de
leer van het huisgezin als onderdeeldan de
elenctiek of de bestriding der paeudo-rele-
giëa d.l. der valsche of schingodsdiaasten
b v. die der Grieken. Dan de algemeene
Kerkgeschiedenis b.v. 't leven van Augustinus
of dat van Calvjjn. Dan de vaderlandsche kerk
geschiedenis b.v, de Zendelingen in ons Land,
Dan de encyclopedie der theologie of
de filosofie of 't inzicht in 't organisme, in
den inhoud der theologie. Dan de Symboliek
b.v. 't dogma der kerk en de genademidde
len. Dan maar waarom verder nog ge
sproken over de exegese of uitlegkunde, niet
te verwarren met inlegkunde, en de hecmene-
tlek én de homilethiet of hoe men preeken
moettoch begrijpt ieder, die even na
denkt, dat die zoogenaamde vakken, hoe men
ze ook noemt en groepeert, toch uit éèn Wor
tel opbloeien.
De theologie is immers de leer aangaande
Goden al stemmen we onmiddelQk toe, dat
er feitelijk geen .leer" is aangaande God;
maar slechts een .aanvaarden door 't Geloof'
wat God van Zichieif heeft geopenbaard,
toch draagt deze Wetenschap de pretentie
dat zij is uit God, door God, en tot God,
en dat alle .vakken", welke ook onder de
theologie gedoceerd worden, ais wortelgedach
te, als Zaad van oorsprong niets anders bedoe
len dan den eenen, waarachtlgen God En of
men nu doceert 't dogma van de Drieeënheld,
of spreekt over Augustinns, dan wel exegese
geett van een b|beltekst, of polemisch op
treedt om 't Christendom in zin Gsref. bell-
denls te verdedigen tegen 't Christendom als
Lutheranisme slot is't welt alles uit
één Bron; en hoe onderschelden stroompjes
ook mogen afdalen van de berghoogte van
Gods Majesteit, ze vloeien uiteindelijk weer
samen in die eene zee van 's Heeren Souvc-
reinitelt van eeuwigheid tot eeuwigheid,
waarvan 't Besluit baart.
't Blijft somber in Europa.
Conferentie of conferentie. Nu hier, dan
daar. De heeren Volkenbonden z|n wereld
toeristen geworden. Een tocht naar Genua;
dan naar den Haagdan naar Berlindan
naar Parijs. De heeren gaan graag uit. En
ze eten graag lekker en ze arinkeu graag
lekker, maar laten Duitschland en Europa
op een houtje knabbelen.
Diplomaten eersten, tweedes, derden rang
alles is in de weer om in theoretische frazen
hun eigen Land als de weldoener der volken
te doen doorgaan; en ze toornen kwansuis
tegen 't onbarmhartige Frankrik, dat van
hulp aan Duitschland niets weten wil. Door
heel de wereld heen heeft 't geklonken.een
moratorium", een .geldieening" aan Duitsch
land. ja, zeiden ze, dan was dat Land gered
en Europa ook.
Dat riepen ze doer heel Europa.
Maar doen? Ho maar. Er is geen meesch
die een hand uit den mouw steekt; afdoende
ter huip en redding optreedt.
't la als in Gcethes Faust:
Der Worte sind genug gewechrelt
Lasat mich auch endlich Thaten sehn I
Woorden volop I Maar ze z|n er ook naar 1
Al die praatjes hangen je de keel al uit.
VolkenbondensI Doet ééne daad! Eene
maar I Verscheur je papier dat Verdrag van
Versailles heet. Dat is het worgtouw voor
Europa, omdat 't 't stlkkoord voor Duitsch
land is. Doch 't komt wel goed, als Duitsch
land s'ra binnenlandsche orde maar handhaven
kan, 't Komt er wel bovenop, mits de eendracht
des Volks niet gescheurd worde. Dat Volk
is onvernietigbaar I
Het Spoorpersoneel mag niet staken
Na da groote spoorstaking in 1903 is een
wetsontwerp Ingediend, dat 't staken van
spoorwegmannen verbood. Terecht. Een zoo
publieke dienst als 't Spoorwezen kan niet
aan de jammeren van een staking worden
overgeleverd.
Heel 't raderwerk staat stil
Als uw machtige arm 't wil.
Ja, dat werd toen in de Socialistische pers
uit den treure herhaaldHuganholz stond op
de stations te commandeeren alsof h| de di
recteur en opperste chef was. Maar 't Is den
spoorwegmaaaea slecht bekomen door ont
slag uit den dienst voor immer en bittere
armoe door werkeloosheid. De stakers konden
na 1903 nergens meer terecht.
Maar, dit zoo zijnde, is de verantwoorde
lijkheid der Rcgeering des te grooter. Omdat
een spoorwegman niet staken mag, daarom
moeten ook zgn dienst voor waaiden zoo zijn,
dat hg niet staken wil.
Wat er dan ook nu te gebeuren staat, weten
we nist.
Maar zeer wenschelijk is 't, dat deRegee-
ring optrede en zich benaarsiige om de klach
ten van 't personeel ernstig onder de oogen
te zien.
't Rommelt onder de gpoorwegmannen I
En een gewaarschuwd man geldt voor twee.
Zeer zeker zuilen er ook door 't Spoorper
soneel offers moeten gebracht. Ieder zal ze
moeten brengen. Maar er is een groot ver
schil tusschen offers, die gebracht worden,
omdat 't redelijk is te brengenof ze moeten
brengen, terwijl men zeer In twijfel Is over
den grond ervan, De brief, dien de Raad van
Commissarissen van 't Spoorwezen ia de N.
R. C plaatste, dunkt ons onvoldoende.
40 eeat per regel.
Nadruk verboden.
Laat Ik ditmaal mogen beginnen met de
historie van een kat.
En dan niet een figuurlijken, zooals men
zegt dat studenten en ook gewone men-
schen wel hebben aan den cl morgen van
een fuif avond, neen I een echten heuschen
kater op vier poften en met scherpe klauwen
onder z«n vacht.
Het is een professorale kater.
D.w.z. h| behoort een „professor" toe.
Dat woord „professor" zet Ik tusschen
aanhallngsteekens, omdat het tegenwoordig,
en allang naar ik meen, zoowel een w|dere
als een engere beteekenis heeft.
In ons land bent men nog slechts de engere
Bf ons is alleen professor, wie aan een
inrichtizg van Hooger Onderwgs doceert. Dat
is zelfs zoo sterk, dat in de vorige eeuw
langen tfd de leeraren aan de Theol. School
te Kampen officieel „docent" hebben geheeten
en eerst toen deze inrichting feitelflk geheel
gelik geworden was aan de Theologische
faculteit van een universiteit, weid ook oifi-
cieel het woord „professor" gebruikt.
Bi ons Is men daar nog wat keurig op.—
Maar wie als „professor" uit bet buitenland
komt, mag men eerst wel eens naar z|n
professorale bul vragen I
Met name geld dit Amerika.
Dikt behoeft men, naar 't scbjjnt, al een
heel klein beetje hoven den middelmaat uit
te steken om „professor' tcign
Maar 't is Amerika niet alleen.
Men heninsieif zich „professor" Otto Otto.
In Duitschland sch|nt men er echter nog
een weinig op te letten, of Iemand, zich te
recht of ten onrechte zich dien titel aanma
tigt, want ik las onlangs, dat er over die
kwestie een geding was gevoerd, maar de
uitspraak luidde dan toch, dat Otto Otto, ik
weet niet op wat grond, sich gerust „profes
sor" betitelen mocht, ook al geeft h|, voor
zoover mij bekend is, geen les aan eenigerlei
inrichting van Ho ger Onderwijs.
Maar ik keer tot m|n kater terug.
Of liever' eerst tot m|n „professor",
't Kan best s|n dat h| dien titel ook wel
dragen mag, Ik bllf daar afhi Is in s|n
vak ontegenzeggelijk een meester.
't Is prof. Gsorge Schneevoigt, uit Stock
holm.
Denkei|k Zwedecs grootste musicus.
Hl geeft in Stockholm hooger onderwis
in de muziek en is er o.m. directeur, van de
Concert-vereeniging; hl neemt er dus onge
veer een plaats in als Mengelberg in Ams
terdam, dien ze In New-York, naar Ik ver
moed ook wel „professor" zullen heeten en
zeker niet ten onrechte I
Hl volgt ook Mtsngelberg's methode.
Een gedeelte van het jaar n.l. in den win
tered, vertoeft hl op zin standplaats, te
Stockholm, om de rest van het jaar het bui
tenland van zin gaven te laten genieten en
dódr concerten te leiden.
Zoo is hl 's zomers vaak te Scheveningen
Concerteert er voor de badgasten.
En zin plan is, om straks als t badseizoen
is afgeloopen over Berlin naar Stockholm
terug te keeren, en éér h| déar zin winter
werk nervat, in de Duitsche hoofdstad, waar
men hem ook hoog vereert, eenige conaertca
te geven.
Dat is dan de professor.
Die professor nu heeft een kater.
Voor de liefhebbers een mooi beest I
Een van het echte Agora-ras,
Deze kater nu verlaat den professor nooit.
Als hl naar 't buitenland reist, gaat Anatol
zoo heeft hl 't beest genoemd, mee. Voor
den kater wordt even zorgvuldig gezorgt,
als voor den professor zelf. Want om 't maar
kort te zeggen, Anatol is des professors be-
schermkater, tenminste als zoodanig be
schouwt hl hem, z(jn gelukaanbrenger, zon
der wie hem ramp en tegenspoed wacht en
in wiens nabijheid hl zich pas recht veilig
cp sin gemak gevoelt.
'n Echt staaltje dus via modern blgeloof.
Zooals we 't wel eens meer hebben gehoord
4 van auto riders, vliegeniers enz. Die gebrui
ken meest doode poppetjes om voor onge
lukken beveiligd te zindeze professor heeft
daarvoor den levenden kater, dat is 't ver
schil.
Dezer dagen zat hl leellk in de rats.
In Finland tegenover Zweden gelegen, moet
in hevige mate hondsdolheid heerschen en
nu heeft de Zweedsche regeering om zich
zooveel mogellk tegen besmettingsgevaar te
vrijwaren een tldellk invoerverbod uitge
vaardigd van alle levende dieren
Daar valt ook professors kater onder.
En daar kon h| niet van slapen I
Dan zou hem wis 't ongeluk achtervolgen en
overvallen, als hl sonder kater de terugreis
naar Zweden oudernam
Hl, in den Haag naar den Zweedschen ge
zant I
Maar die kon er eerst ook niets aan doen.
Een gebod is er om te worden opgevolgd.
Doch daar liet onze Zweed het niet b|.
Een man als hl, heeft natuurlik heel wat
relaties en veel Invloed; en er is tenslotte
altld wel een reden te verzinnen waarom me»