Zaterdag 20 Mei 1922
S7,te Jaargang W 2808.
Eerste Blad.
Nationale Baokvereeniging
Antirevolutionair vr "s': Orgaan
êzmrn ygf Mi Centrum.
Ik heb zijn wortelen van
onderen verdelgd.
RÖDER VERBEEK
IN HOC S1GNO ¥1NCES
toof de 2Ktttfdli4»ïliiaad®c»gie en Zeevirselie Eilanden®
W. B01KH0V1H
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Adverteotien en verdere
Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers.
üEQUiüES MEDEDEELDEN,
Prima WASCHMACH1NE3
voor huishoudelijk gebruik,
voorradig bij
Hang 18 -- Rotterdam
Kantoor MIDPELHARNIS.
ZITDAGEN .tpens BEURS.
Woeisdag SUMMELSDIJK ÏABBERI
Donderdag, DIRKSLAND - t. d. DOEL
Donderdag, OÜDDORP -- FLOHIL
Vrijdag, OUDE TONDE - GELUK
Deze Courant verse bint eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per poat 75 Gent big voornltbetaESng,
BUITENLAND bl vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. v
SUBTGiEVIltSt
Lf DIJK,
T®8®Se®a Jatere«MtEi
3EÏS&1 No. 202,
ADVERTENTIËN 20 Cent per regel, RECLAMES 40 Cent per ragei.
BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN ca DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zf beslaan.
AdvertsatlSa worden Sage wacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR.
Amos 2 9.
Er is tweeërlei in 't levenwat men
«ziet èn wat men niet ziet Men ziet de
woning, de villa, het kasteel, 't paleis
van buiten, maar men ziet niet de tranen
daar geweend, en ziet niet den gruwel
daar gepleegd, de zonde daar gedaan.
Van den boom bemerkt ge wel den
stam en de kroon, maar onzichtbaar
zijn de wortels en de vezelen, die uit
den grond de sappen halen.
Ge ziet den mensch voor U, in zijn
uiterlijkzijn weelderige kieedij of zijn
voddenpak, maar daaronder schuilt de
ziel, het hart, 't innerlijk geestelijk leven,
dat ge niet ziet. „De mensch ziet aan
wat voor oogen is, maar God ziet 't
harte aan."
Van de planten en boomec, dit merkte
Amos op, zag hij tak en blad, bloesem
en vracht, maar hij wist, dat >van on
deren" worlelen waren, die God zou
verdelgen op Zijn tijd. Want zoo luidt
't vers:
Ik daarentegen heb den Amoriet
voor hun lieder aangezicht verdelgd,
wiens hoogte was als de hoogte der
cederen, en hij was sterk als de eiken,
maar Ik heb zijn vrucht vanboven en
zyn wortelen van onder verdelgd.
Van den wortel hangt de vracht af.
Treurige vrucht bq slechten wortel!
Fijne vracht bij gaven wortel, 't Hangt
das van dien wortel afvan dat plant-
gedeelte, dat verborgen isdat zonder
eenig sieraad door den bodem zich een
weg baant en maar 3appen vergadert
om ze op te zenden naar dio bloesems
en vruchten, die oog en tong bekoren.
Wormstekige vrucht kan er zijn. gewis
maar als die wortel maar ongeschonden,
de aarde doorkruipt, dan is de boom
goed en hij blijft goed. Maar wat baten
mooi schijnende vruchten, als de wortel
rot is't duurt maar eenige jaren meer,
en de boom gaat kwijnen met de vrachtjes,
die er dan mogelijk aan kannen zijn.
Op den wortel komt alles aan. Na
bootsing is geen werkelijkheid. Vernis
sen is geen vezelen raken. Klatergoud
komt niet uit de mijn, maar 't is toch
erg geliefd door den oppeivlakkigen,
onbeda'.denden pratsmaker, der straat,
wien 't aan degelijken wortel ontbreekt
«die gezien wil wezen.
De wortd! 't Is 't verborgen leven
des Geestes't Is 't drijven des Geestes
't Is wat er in ons omgaat! 't Is, wat
de kem, de uitgang van ons Leven is.
't Zijn de drijfveer en, de motorische
krachten, die onder en in en achter onze
ziel leven; er nu eens sluimeren, dan
weer zich met ruwe of teedere genegen
heden uiten, 't Is Uw zelfkennis en vaak
de kennis van anderen, mits ge maar
geduld hebt geoefend hen gade te slaan
in bun opschiet n en wassen van stam
en tak en bladals ge hun verleden
en heden maar kentèn weggeschoven,
weggerukt hebt 't gordijn waarachter
die wezens zich trachten schuil te hou
den. Iemands verleden en heden kennen,
is den wortel kennen.
De worteV. En wat baat't den dwaas,
■of bij aan den stam staat te duwen, er
tegen schopt en trapt, en raast en vloekt
en zweert, mits ge zélf maar bespeurt,
dat er in uw eigen diepen ondergrond,
vezelen leven, die den tand des Tijds
zelfs kunnen doorstaan. Laat ze trappen.
De wortelEn wat baat 't den eer
zuchtige, dea zoo graag bewierookte, den
menschenbehager, als de menschenhun
hosanna's laten hooren maar in de ziel
van den ijdeltuit leeft de gedachte:
Ben ik 't wel waard? En den eigen
wortel van heersch- en lof zocht bij zich
zelf ontdekt hebbende, zal hij zich mis
schien gaan schamen, tenzij ook dat
schaamtegevoel niet aireede is onderge
gaan in de koortshitte van zijn ijdel
tuiterij.
De wortel't Is 't fondament van ons
geheele Leven op alle terrein; en als
er scheuren komen in 't gebouw, ver-
anderen de fundamenten tevensen
evenzoo. als de fundamenten scheuren,
gaan de muren wijken.
De wortel f 't Is niet de stroom, dien
ge ziet maar de bron, daar, ver op 't
Gebergte, waar ze gelaafd en gevoed
wordt door enzichtbare machten en
krachten, waarnaar de ontdekkingsrei
ziger zoeken, tartend alle gevaar, om
dat, de kennis der iigging van de bron,
haar wording, haar voeding en haa?
mogelijkheid van opdrogen, beslissend
zijn voor den nu nog vloeienden stroom.
Wat is onze Wortel op 't terrein van
't persoonlijk, huiselijk, school kerkelijk
maatschappelijk en staatkundig laven.
Daar gaat 't om.
Wee onzer, als we ons aan eendiep
onderzoek niet durven wagen bang als
we zijn, dat bij dat losmaken dier vezelen
en bij 't aanschouwen ervan, al te veel
vuilte zich zon openbaren. En de Satan
heeft er belang bij, dat ge die vuile
wortels maar stillekens liggen laat't
is beslist in zijn voordeel, als ge den
moed mist om tot zelfonderzoek, en
ernstige critiek over Uw leven, over te
gaan. Want den slechten wortel zien,
kan leiden tot een schrikken en afschuw
van U zelfmaar dat is geen koren op
Satans molen! Blauw, blauw laten is
zijn leusZand er over en 't slik moet
erop blijven, dan zie je de gure plekken
niet, Biauw, blauwin zijn kleur.
Maar de Heere doet zóó niet.
Hij doet tweeërlei. Of de wortels ver-
frisschendie U binden aan Hem, èn
dus binden aan Uw samenleving, èn
das die Samenleving sappen toevoeren
ran hoogere orde; maar ofHij verdelgt
ze. En dat verdelgen der wortels is een
Godsoordeel. Want dan is er inzinking
in U, in Uw Staat, in Uw Kerk.'t Be
ginsel kwijnt.
Ontzettende vloek Gods; en dieont
staat, omdat ge alles „blauw-blauw"
gelaten hebt; omdat ge niet tot zelf
onderzoek durfdet overgaanwant dat
onderzoek zou tot zelf beschuldiging ge
leid hebben en dus tot verbetering en
dus tot heil van U zelf. Uw Staat, Uw
Kerk. Doch omdat de Satan U influis
terde: „Maakt de wortels toch niet
blootiaat alles zoo maar blijven",
daarom gaat ge kwijnenzijt ge de con
trole over Uw ziel en Staat en Kerk
kwijt, en begint de indommeling! Ja,
dan zal God de wortels verdelgen en
gij individueel, gij met uw gezin, gij met
uw Staat, gij met uw Kerk. raakt van
God af, los van de Bron, tot rampza
ligheid van Kerk en Staat beide.
„Ik heb zijn vrucht van boven en zijn
wortelen van onderen verdegd", went
des Amorieten levenswortel deugde niet.
Wat wou een Amoriet; wat zou een
nietig menseh U doen? Al ware zijn
hoogte als die der cederenen al ware
hij sterk als de eiken omdat zijn
wortel niet deugtdaarom zal de
Heere èn wortel èn vrucht vernietigen
.tot op Zijn tijd en dan
men kent en vindt zijn standplaats zelfs
niet meer, en de schijnbare heerlijkheid
is verlepte kracht gewordende bloeien
de roos werd een stroo gelijk.
Maar Hij zal de wortelen niet ver
delgen, maar verfrisschen dergenen, die
in hun ziel ervaren den Wortel des Ge-
loofs ie bezitten, en 't Blauw Blauw
niet willen kennen maar leven xn 't
„Onderzoek mij, öf er ook een schadelijke
weg bij mij is*leven bij 't„Door
grond en ken mijn hart, o Heer!" En
daardoor opwassen in dea Genadewor
tel.
In dien wortel dringt de Geest G. ds
door; en van kracht tot kracht gaat die
uitgang en uw geest uw lust Is er een
indenken van da ordinantiën Gods en
Zijn hoog heilig wezen voor 't leven
der Volkeren? Is er inzinking,verflau
wing Maar weet dan, dat de verdelging
volgen zal. Den aarden fksschen gelijk
goud van nog geen 14 karaat.
Onderzoeken wij toch, uit welken
wortel, ja Wortel, we onze vruchten
zien zwellen. En wee# toch gewaar
schuwd om met 't demonische Blauw-
Blauw-laten, de toekomt, de zoo bange
toekomst van Land en Volk, Kerk en
Staat in te gaan Trek toch de lijnen
40 cent per regel.
Wortel sterker worden, tot ze vruchten
draagt voor Gods Koninkrijk op alle
terrein. Want de Heere voedt hem
Die wortel zal groeien, omdat Hij den
grond bearbeidtomdat d@ Tuinier hem
bewaakt, en omdat er onderzoek ia naar
'en wegruimen van mogelijk puin dat
den groei belemmeren zon, öf van on
heilzaam ongedierte, dat ge bij elke plant
aantreffen kunt.
Onderzoek toch, gij kiezergij men-
schenkindden wortel uws levens
Is er een heimwee «aar Gods Woerd
en Geest? Of is de Rede uw levens
scherp
De Wortelen moeten bloot gelegd, als
de Satan bezig is om ze te bedekken.
Verdraagzaamheid heet dat tegenwoor
dig Lij men en krammen, zegt een ander.
„Geven en nemen" noemt 't een derde.
Sa de Satan lacht.
Maar de Heere spreekt„Ik zal dien
vijanden, van welke soort ze ook zijn,
den wortelen verdelgen, èuhun vruchten
De wortelen van den AmorietMaar
ook de wortelen van den nog gevaar
lijkerea mensch die zoo Geven en Nemen
kan.
Kiezers van Flakkeewelke is Uw
wortel Onderzoek U zeiven nauw, ja
zeer nauw, want de Tijd van beslissing
nadert ook op politiek terrein. En wat
men tegenwoordig ook uitdoezelen wil:
onmogelijk is 't de groote lijnen uit te
vagen, die God, maar die ook de wereld
trekt. Onmogelijk eeuwig onmogelijk is t,
om die scheidslijn weg te krijgen. En
te staan aan deze of te staan aan gene
zijde is de erkenning van een tweeërlei
wortel, waaruit alle klein en groot ver
schil van levens-, Staat- en Kerkbe
schouwing voortvloeit.
Zal ook eenmaal deze Aarde ophouden
te bestaan, en alle Amoriet verdelgdwor-
den in den Staat als in de Kerk, wereld en
Judassen, schijnheiligen en mondpraters,
ongeloovigen en historisch geloovigen
wie en waar ze ook zijn
thans zijn ze er nogen de worsteling
tegen hem moet hevig zijn, omdat de
Amoriet t beeld is van groote kracht,
van geweldige sterkte, waartegen slechts
een in zich zelf, zwak Volk staat, dat
in den Verbondsgod hulp en steun zoekt.
Ten strijde dan op hoop tegen hope
Maar de wortel onderzochtSn zoo n
onderzoek leidend tot frisschea, nieuwen
moed in afhankelijkheid van den God
der Beloften, die mildelijk geeft, en nooit
verwijt
In Hem zwak, en daardoor machtig,
omdat er een gave, onverteerbare Wortel
is.
Amice.
Wat ik U ditmaal ga vertellen is gebeurd.
In een Zwiisersch blad, dc „Neue Wege"
werd bet meegedeeld en de „Nederlander"
ontrukte het voor onz laud aas de vergetel
heid.
Ik vertel het op manier, is mgn eigen
woorden. Aan de woorden van het verhaal
doet het niets af.
Vóór het verhaal komt moet ik even mee
deden, dat de „Neue Wege" het orgaan is
van de Zwitserrche religieuse socialisten;
erg revolutionair; b$ua communistisch.
En nu het verhaal. Of liever: verhaallje.
Er was een vergadering van arbeiderserg
radicale arbeiders. W| «ouden seggen: de
volgelingen van Minheer Wfskoop, die
als ze maar flink worden opgezweept re
volutie maken, de boel kort en klein ciaan,
zonder te denken aan de In-droeve gevolgen,
allereerst voor henzelt en voor hun arme
«rouwen en kinderen In die verga
dering dan ging het er heet toe. Het waren
er allemaal warme hóófden, maar koele
harten.
Er werd geschreeuwd om lotsverbetering
er werd geroepen om wereldrevolutievan
de „kapitalistische" nmtschappl deugde
nietsde boel moest maar op den kop worden
«rezet, ei.Ha, al die klanken, die wfl in ons
laud ook kannen hooren en uitingen, dit wij
kunnen iftzen,
lader had wat te zeggen- Alleen ééa
zat «til, niet neergebogen hoofd en zweeg.
Piolselisig he't hij het hoofd op en zegt:
Wy hebben Gods Genade noodig"
Verwonderd kijken dc arbeiders den spre
ker aan. Is dit nu !aal voor zulk een samen
komst I Wie is die kerel O, me» herkent
hem h| is pas uit de gevangeais ontslagen.
En dan klinkt de spot: „Ha zegt er een, de
gevsagrnisdoaiiaee heeft je vroom gemaakt
Die heeft je er onder gekregen".
De arbeider, wien deze spot gold, sprak
meer. Er wss een trilling in zfjn stem.
Nees, zei hij, de ooreaak is een heel andere
een heel diepere, een heel wat meer erustige.
Hl sat daar in de cel zin straf uit. In die
cel was het stil, erg stil
Hl hoorde niet meer van positieverbetering;
er was geen vergaderlngsgeschreeuwgeen
gejoel van den boel op z'n kop te zetten Er
waren geen machines, die zoemden. Er wa
ren geen zwoegende menachen. Er was geen
jagend werk.
Het was in die cel stilheel stil
Het was een zware stilte een drukkende
stilte.
In die cel kwam hl tot zichzelf. Daar ging
hl bespeuren, dat hl nog iets bezat, waar
aan hl tal van jaren niet meer had gedacht.
Och, in ai die jaren had h| méégezongen
in het groote koorlooseischen, toekomst-
eischen, Allemaal drukte.
En en in al die jaren had hl
vergeten, dat hy een ziel bezat I
Ms ar nu In de cel komt hl tot rust. Het
is er zoo siilzoo stilEn daar
komt van binnen een stem en die zegtweet
ge wel, dat ge. behalve een lichaam, ook nog
een ziel hebt En wat hebt ge de laatste
jaren gedaas voor de verzorging van uw
ziel
Het was stil in die ceistilerg
stil
En de eenzame man, die sfn straf uitzat,
hij hoorde, als het ware, zyn ziel sshreien
Want zin ssiel was niet leegt
Dia was vol, boorde boordevol I
Waarmee? Met afgunst, haat, zelfzucht,
machtihongerJDai had de klasssnsstrld-leer-
er allemaal Ingebracht
Maar wat er in moest zin, dat was er niet
liefde, toewlding, naastenliefde, gemeen
schapszin'.
En daarom was die boorde boordevolle
ziel zoo leeg zoo leeg
De eenzame man in zin cel voelde dat.
En hl begreep, waarom zin ziel schreide,
schreide, almaar schreide
Wat er verder Is gebeurd in die celleeen-
zaambeid, dit kan ik u niet vertellen. Daar
is, dat is in ieder geval zeker, een strld ge
voerd tusschen den levenden God, den schep
per van hemel en aarde, en tusschen dien
armen zondaar, die zin straf uitzat in de
gevangenisVan dien strld kan ik u
niets meedeelen Die is voor alle men-
schan verborgen Van zielestrld weet alleen
God en dc msnscb, die kaer.pt met zin ziele-
we*
Maar dit is zekerin het hart van dien
communistlschen arbeider heeft een omkeer
ring plaats gehad. Hl heeft gebeden tot God
misschien wel het kindergebedje, dat hl
stamelde aan moeders knie, als hl des avonds
naar zin bedje ging; ik weet het niet; het
doet er ook niet toe. Hl kwam tot de erken
tenis, dat hl roodig had: Gods genade.
Wy hebben Gods genade noodig l
Verstaat g| dat goed? Wij d.w.z alle
manschengï ook, ik ook. Want wl hebben
allem&ai een ziel. En r.u werdt ons lichaam
begraven. Maar onze ziel is onsterfeük. Die
gaat, als God oss genadig is, naar oen he
mel Bidden we dan om Gods genade I
Als wy die genade bezitten, dan is er in