Zaterdag 29 April 1922,
Jaargang M®, 2802
voor de SKaidliollaiidselle en ISeeuwsclie Eilanden.
Eerste Blad.
Antirevolutionair Orgaan
IN HOC SIGNÖ VINCES
m OEI UITKIJK.
Z@ikaütf§ Mensehhaids
W. B0BKH0YKN Zsnea.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentien en verdere Administratie fmnco toe te .zenden aan de Uitgevers.
Algemeene Vergadering
der Hulpcentrale in de
Zondagsschool on D V 3
Mei a.s. 's midd. half vier.
J. v. d. WAAL, Secr.
Flinke opkomst zeer ge-
wenscht.
Alle leden van aange-
^Glolen Kiesv. hebben vrij
en toegang.
Waarom zie Ik dan eens
iegeljjken mans handen
op zijn lendenen als van
een barende vrouw?
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco pet post 75 Cent vcorslf betaling.
BUITENLAND bl vooruitbetaling f 8.50 per jaar,
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS!
SOMMBLSDIJK.
Tetefaea laterrommanaal No. 203,
ADVERTENTIËN 20 Cent per regel, RECLAMES 40 Cent per regsl.
BOEKAANKONDIGING 10 eant per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters an vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die x? besla sa-.
Advertentie worden ingewaeht tot DINSDAG- es VRIJDAGMORGEN 10 UUR.
Namens 't Bestuur,
Jer. 30 6.
Israël zuchtte in Babylon. Sion was
verwoest en in 't vreemde Land hing
de harp aan de wilgen en geen loflied
kwam meer van de lippen. Maar de
belofte Gods was aan Zijn volk gebracht
>Gij dan, vreest niet, o mijn knecht
Jacob, spreekt de Heere, ontzet uniet,
Israel, want zie, Ik zal u uit verre lan
den verlossen en uw zaad uit 't land
'n rnner gevangenis en Jacob zal weder
komen en stil en gerust zijn en er zal
niemand zijn, die hem verschrikke n
Ja, zoo zou 't na de ballingschap
zijn, maar Israels uittocht toefde nog;
er was nog geen stilheid en rust. In-
tengendeel: er was vreeze en onrust in
aller harten, want Babel was 't Land
der ruste nietja daarom was een
ie gelijken mans handen op zijn lendenen
als van een barende vrouw, daarom
was er bleekheid op de aangezichten.
Dat was zóó geweest toen Jeruzalem
viel, 't was nog zoo, want Babel was
der heidenen Land, en 't erfgoed der
vaderen was in bezit van vijanden van
Jehovah.
Maar die onmoed moest eruitdie
moedeloosheid mocht in hope verkeeren.
Op dan,-Israel! Vraagt toch of een
manspersoon baart Waarom zie Ik dan
eens iegelijken mans handen op zijn
lendenen als van een barende vrouw,
en alle aangezichten veranderd in bleek
heid?
Teedere tegenstelling tusschen man
en vrouw. Oe hedendaagsche strijd in
de kern gegrepen. Een man is een man
en een vrouw is een vrouw. Ongeluk
kige emancipatiezucht, die de gelijkheid
van man en vrouw op allerlei gebied
wil doordrijven, 't Kan niet, oma at een
man nooit zooals een vrouw in haar
naderend moederschap de hand op of
in de lendenen leggen zal om de moe
dersmart te temperen en te dooven de
pijnen eener uiteengerukte lendenweef-
sel. God de Heere schiep een vrouw
anders dan een man, en 't behaagde
den Allerhoogste de menschheid voort
te planten, niet door een herhalende
Scheppingsdaad als bij Adam, maar door
aan Adam de vrouw te geven, die zalig
zijn zou in 't baren van kinderen En
door alle eeuwen door is gij gebleven
de draagster van 't menschelijk leven.
En de man is geen vrouw, die de har
den in de lendenen zet, om daar in 's
levensweeën moe neder te liggen, maar
hij is de kracht; 't middelpunt van 't
gezag, de banierdrager des gezins, die
zijne vrouw naast zich, met hare hulp,
de steun, de Boaz en de Jachin van
den gezinstempel zijn.
Man en vrouw zijn nooit twee ge
weest. Ze zijn ook nooit volkomen een
heden geweest. Maar ze vullen elkaar
aan, en de trekken in 't gelaat des
pasgeborenenzijn karakter later, open
baren 't, dat in dat kindeke 't Bloed
van vader en moeder spreekt.
Nooit zal de vrouw de gelijke zijn
van den man, omdat hij zijn hand niet
op de lendenen legt; maar wel heeft't
God behaagd in 't Christendom een
geest der vrijmaking te leggen voorde
vrouw. Heidensche slavin is ze in Europa
en Amerika niet meer. Ze heeft een
eereplaats gekregen in 't Christelijk ge
zin: een eareplaats in de Kerk van
Christus, en alle man in Nederland is
er [op uit om wettelijke moeilijkheden,
die uit Ouden Tijd in haar huwelijks
leven neergelegd zijn, weer op te ruimen.
Ia Christus is geen man noch vrouw
voor beiden is de hemelpoort geopend,
en voor beiden is Christus Borg en Mid
delaar Maar al heeft 't Christendom
van de vrouw afgenomen den mantel
der deerniswaardige verachting der Oude
Eeuwen, en al is ze geworden een in 't
gezin en dus in de Maatschappij hoog
geëerde beelddrager Gods, van gelijk
heid in ook maar eeneenig opzicht kan
geen sprake zijn. Gelijkwaardig ja
Minderwaardig neenZe is een ander
Mensch op alle terrein des levens omdat
zij, en niet den man, geschapen is om
de handen te leggen op de lendenen.
En zoodra dan ook de dag gekomen
is, dat zij haar maatschappelijke func
tie neerlegt, die zelfs eemgermate met
haar natuur overkwam, zooals onder
wijzeres, verpleegster, enz. waar liefde
en zelfovergave de hoofdrol speelden;
zoodra de ure komt, dat hare hand de
lendenen omspannen en knellen zal, dan
houdt alle maatschappelijke functie op
en is de MaD 't, die haar onderhoadt
en deelgenoot maakt van de lasten en
lasten des gezins, uit hare lendenen
gesproten.
Natuurlijk spreken we over de We
duwen niet. Zij moeten man en moeder
zijn, en deze dubbele functie legt op
haar zulk een zware verantwoordelijk
heid, dat zij in haar uitzondering den
algemeenen regel bevestigt n.l. de Vrouw
met de lendenen zij in haar gezin ter
wijl dood en nood hier slechts de wrange
vruchten der zonde kunnen zijn.
De vrouw is vrouw. Anders is haar
hart, haar gemoed, haar inborst, haar
geaardheid, haar hebbelijkheden. Harer
is 't stille ruischea der vlietende beek,
en wee zijner, als in 't gezin die beek
tusschen rotsen beklemd raakt. Dan is
't met 't zoetelijk bruisen uit, dat van
de toppen des heuvels gehoord werd,
maar 't gaat gelijken op't dreunen van
op elkaar vallende gespleten rotsstuk
ken
Maar de Maatschappelijke nooden zijn
door de zonde schrijnend geworden. En
de Vrouw werd een Halfman, zonder
de handen op de lendenen te willen
leggenen zoo ja, dan tevens wil treden
in dezelfde rechten des mans. Mannen,
dia verwijven; en vrouwen die verman
nen is 't niet de vloek van de vertra
ding der ordinantiën Gods.
Hoe krijgt de vrouw zoo'n scheeve
positie in haar Sekse en lot- en deel-
genooten weer recht?
Natuurlijk door zelf een ware moe
der te zijn. Het voorbeeld is altijd het
krachtigst remèdie tegen uitwassen en
gurigheden.
Maar ze late 't Stembiljet niet on
gebruikt. Tegen de vrouw, die haar
plaats wil innemen naast en desnoods
tegenover den Man; die in de Kamer,
en Staten en Raden de belangen der
Gemeenschap verdedigen wil; niet te
vreden, dat de Man haar belangen niet
evengoed zal en kan bepleiten, is geen
ander middel dan 't voorbeeld eener
zachtmoedige en huiselijke echtgenoote
maar daarnaast het protest door het
Stembiljet. Ze stemme Anti, om daar
mee te betuigen, dat zij in 't leven des
Staats alleen den man gerechtigd acht,
het woord ta voeren, i ok voor haar en
haar gezin.
Zoo wordt 't Stembiljet een protest
tegen de opkomende democratie, die als
Vrouw afbrengen wil van haar ideeële
plaats.
Vrouwen van Flakkee 1
Wier hand op de lendenen geiveest is 1
Wier hand op de lendenen komeo zal 1
Vreest gij in 't Raadhuis Uw protest
uit te brengen tegen den ommekeer der
nieuwere belijders eener twijfelachtige
domocratie? Vreest uw belijdenis niet,
maar gedachtig aan Uw gouden Moe
derschap, in uw lendenen door God zelve
gelegd, gaat ge ter Stembus en ge prik
kelt Uwen Man en Zonen, en uwe doch-
teren, en ge roept 't hem, trage van
geest soms. tegen: Ga met mij want
waarom zoudt ge Uw lendenen omspan
nen en neerzitten als eens ik, de barende
Vrouw
Nadruk verboden.
.Neef' Biinkert vroeg het woord.
Mr. S< H. BUakert, advokaat en procureur,
staat er op 't naambord van zla woning, -
in sierletters naast de groots huisdeur, mét
'n verwijzing naar 't kautoor, ingang in de
steeg er isAAst, waar dezelfde naam nogcens,
nu eenvoudig zwart op wit, den bezoeker
toont, dat hl terecht is.
Mr. Biinkert heeft een der twee eersplaatsen.
.WederzQdsche ouders" zQn hier niet;
Karei van Lanter en Maria Sloot zin vandaag
gehuwd, zonder dat van een der twee vader
of moeder aanwezig was, belden agn wees
Karei al van z|n jonkheid af, z ij heeft ver
leden jaar 'r moeder verloren, die toen al
tien jaar weduwe was.
Ze zitten nu, 'n kleine, gezellige kring aan
't bruilofsmaai.
De bruidegom, hoewel zelf onthouder, heeft
gehandeld naar koning Ahasveros' wet, die
niemand dwóng, hl heeft wijn geschaft
aan wie dien drinken wilden, terwQI de an
deren hun glas konden vullen met kaderen
tafeldrank.
Maar 't zij dan de inhoud van 't glas rood
of kleurloos was, alleu hadden het zooeven
met geestdrift hoog gehouden en het jonge
echtpaar toegedronken, toen de eerste toost
aas hüa geiuk en toekomst was gew|d,
Toen is 't even stil geweest.
Nu vraagt „neef" Biinkert het woord.
't Komt hem toe en 't wordt va« hem ver
wacht; hl is hier de raas te, mannelijke
bloedverwant van den bruidegom en ieder
weet, dat hl van der jeugd af met Karei
vee! heeft op gehad,
Dat hl zich niet van den „wees" heeft
afgewend.
Dat hl voor hem deed, wat hl kón.
Véél was dit niet, want „de stad", waar
mr. Biinkert nu al dertig jaar deadvokaten-
praktlk uitoefent, weet dat hl kundig is in
zin vak en in moeilijke zaken d e gezochte
raadsman is, dis zich gééft aan sin werk;
Maar weet óók wel, dat hl 't uitsluitend
van zin praktik en verdere verdienste heb
ben moet: eigen vermogen heeft hl niet.
Wel een flink gezinvrouw met 6 kinderen.
Graag zou hl dan ook voor zin neef méér
gedaan hebben maar de verzorging van
zin eigen huls liet dit niet toe.
Vier meisjes heeft hltwee zoons
Eén der meisjes is al jaren lang bedlegerig
en hl heeft reeds zeer veel voor baar uitge
geven, aan allerlei mediclameesters, steeds
zonder bllvende baat-
Zin belde zoons zin nu gevestigd.
Maar de stille hoop zins harten, dat één
hunner zin opvolger zou worden in het
bloeiende advokatenkantoor met zin vele
rclatiëu. is niet vervuld.
De oudste koos het ambt van predikant.
En dAArln wilde mr. Biinkert, toen hl een
maal zag, hoe hooge ernst het den jongeling
was, hem niet tegenwerken, hl verblldde
zich, dat een zfjner zonen, gezant van Chris
tus' wege, het hoogste heil prediken mocht
aan een arm en verloren menschsngeslacht,
De andere had een kunstenaarsziel.
Was geen jongen voor sommen en thema's.
Daar wds niets mee te beginnen, dan hem
te laten ontwikkelen, wat de Schepper zelf
in hem bad gelegd en nadat hl eerst bl
.nicht" Sofie, Kasel's oudere zuster had ge
leerd, al wat z 1 hem geven kon wat niet
weinig was is hl naar het conservatorium
gegaan, vanwaar hl twee jaar geleden met
een prachtig diploma thuis kwam.
Hl is nu op 'a kunstreis in 't buitenland.
In Karei vond neef echter datgene, waarin
*5a eigen zoons hem moesten teleurstellen.
't Ging moeilijk, maar Karei heeft ge
studeerd.
.Men" kikt er den advokaat op aan.
En tf At hindert hembij zal hun dat eens
anders zeggen'; er zitten hier 'n paar héél goede
vriendinnen aan, die 'n uitgebreide schare
kennissen hebben, zoodat wat hl zeggen
gaat zin weg zeker vinden zal in héél hun
kring.
Hl is dat aan Sofie verplicht.
De stiile, in zichzelf gr keerde zuster maar
die voor Karei is geweest vader en moeder
tegel! k,
.Mr. Blink hééft het woord I"
Even wacht hl tot aller aandacht er b 1 is.
Nu wfl onzen eersten dronk gewijd heb
ben aegt hl aan bruid en bruidegom,
aan de jonge echtelieden, die heden 't mid
delpunt zin van dit feest, is er geen kwestie
van, dat we nog zouden moeten vrAgen, we
onmiddelilk tiA hen moet worden herdacht I"
Sommigen klken zoekend even rond.
Eerlik gezegd, zl weten het niet.
Maar de advokaat laat het niet lang in 't
onzekere.
.Nicht Sofie, het spreekt voor oil van
zelf, dat min woord en dronk aan u sin
gewijd II'
.Nlchi", die dAAr ia 't geheel niet op ver
dacht is geweest, maakt een gebaar van
schrik en wil zich onwillekeurig wat ver
schuilen achter de bruid, aan wier zijde, op
de andere eereplaats zij zit.
Maar d i e dringt haar lachend, weer recht,
.Zoo is 't net gord I zegt de bruid.
Mr. Blink zet zin toespraak voort,
.Ik zal hier, waarde nicht I geea lofspraak
houden op uw persóóa. Gij zoudt dit sell
niet willen, en bovendien! gij woont hier nu
zoovele jaren temidden des volks, ik zou
niets saders kunnen zegge», dat datgene,
waarvan onze gansche stad al sinds vele
jaren overtuigd is.
,!k wil alleen noemen ééa punt.
.Doch daarop 'leg ik vollen nadiuk.
.Ik wil hst hier eens uitspreken, zonder
te presiaeeren, wat gij nu eenmaal niet in 't
openbaar genoemd wil hebben, dat wan
neer mr. Karei van Lenter, de jonge, geluk
kige echtgenoot, naar de begeerte van zin
hart zin studiën heeft kunnen voltooien en
geworden is de bekwame jurist, mijn gewaar
deerde medewerker op mis kantoor, maar
ook een edel mensch, door Gods genade 'n
goed christen en naar ik vertrouw in de toe
komst een voorbeeldig echtgenoot en eenmaal
min opvolger, als de leiding aan min zwak
ker wordende handen ontvalt.
Dan heeft hl dit, In den middellijken weg
en in eik opzicht, versta ml wél: in elk
opzicht blna geheel aan u te danken
Daarom is deze dronk san u gewijd I
En nooit, daar van ban ik zeker I sullen de
jonggehuwden vergeten, wat Karei van zin
prille jeugd af, aan li verschuldigd is I
Dames en heeren I drinken we de gezond
heid van mla lieve nicht Sofie, die voor den
jongen weer, voor den wilden knaap voor
den waasenden jongeling, voor den rlpenden
man heeft gezorgd, of ze vader en moeder
was van hem I"
Mr. Blinkert's stem trilt van aandoening.
Met geeatduift wordt aan zijn verzoek vol
daan.
.Nicht" S. fis is er verlegen mee, neen
dat had .neef" nu niet moeten doen I
Maar de bruid praat haar bezwaren weg.
.Naast God heb ik mijn man aan jou te
danken", zegt ze en Sofie hóórt aan de klank
harer stem, vóélt dat ze 't meent.
En als even later een nieuw gerecht wordt
opgediend en de aandacht niet meer zoo op
haar gevestigd is, voelt ze zich toch wel
gelukkig, zóó als se sinds den dood harer
moeder niet gemeend had, meer 'n dag van
vreugde te kunnen beleren
Even in de veertig Ia se nu.
In haar kapsel grlzen reeds de haren.
Zorg en leed zin haar nooit gespaard.
Maar de God haa'rs levens heeft haar nim
mer verlaten en thans, in zekeren zin, ziet
se de kroon gezet op wat voor haar een
levenswerk heeten mocht en daarom is ze
zoo dankbaar en bilis 't heden ook een
feestdag voor hé Ar.
Haar eigen vader heeft se nooit gekend.
Toen se vier jaar was stierf die.
Later is haar moeder hertrouwd en, neen
recht gelukkig was dat hu we! Ik niet. Eerst
bleef het kiederioosde josge Karei was 'n
jAAr toen zin vader, was drie jaar oud toen
huu beider moeder stierf.
Zgstelf was toen negentien.
In moeders korte, hevige ziekte, week ze
niet van haar bed.
En toen de dood naderde, heeft se haar
woord verpand.
Moeder kon niet los komen van haar klei
nen jongen.
En tóén heeft Sofia haar in de stille zie
kenkamer, onder 't oog van een alwetend
God, plechtig beloofd, dat wat er ook ge
beuren mocht, r, 1 naar de mate Van 'al haar
krachten te allen tide, Karei zou -trachten
te .vergoeden, wat h| aas vader en moeder
missen moest.
Toen liet moeder den. jongen los.
En enkele uren later ging zl in tot de
ruste, die er overblijft voor hst volk van
God.
Haar belofte hield Sofie getrouw.
Hoogst muzikaal [heeft ze zich zoowel in
vocale tal3 instrumentale muziek ontwikkeld
en al vele jaren is ze bier In de stad de
gezochte lesgeefster, leidster van koorklassen
enz. enz., die [haar eigen leerlingen maar
voor 't kiezen heeft,
Haar goddelijk beroep vervult se getrouw.
En daarnaast heeft ze al haar tijd, al haar
levenskracht aan de opvoeding van ;den jon
gen Karei gewijd.
Eerst was ze zin zusterlijke moeder.
Later bleef ze sin moederltike vriendin.
Beter, liever vrouw dan hl vond had ze
voor hem nietf kunnen kiezende Heere God
heeft tot dusver nu letterlik eik gebed, dat
se dagellks voorden jongen tot Hem opzond,
verhoord.
Eén straat maar van haar af, gaan z! wo
nen.
Neen I ze zal ze niet overlóópen.
Miar dit west se, dat za nu een tweede
.thuis" gekregen heeft, waar jonge frissche
krachten leven en héét steunen zullen, als
z 1 eens oud geworden mag zin
Ja, waarlijk i God is goed
't Is Kareis's feestdag; hAAr werk zag ze
bekroond, moeders laatste bede werd
verhoord I
UITKIJK.
,Ons hart is onrustig in ons totdat het rust
vindt in zijn God." Aldus een onzer grooie
Kerkvaders.
Rusteloos tast en zoekt het menschdom
tot het vindt en een brandend, verterend
verlangen naar rust sluipt door iedere vezel
van zin bestaan, tnasr die vurig begeerde
rust kent hl niet omdat hl niet buigen wil
voor zQu God.
Alles liever dan dat.
En toch, wat is eenvoudiger dan dat
.Hier wordt de rust geschonken."
.Een liefde dienst", .een zacht juk", .een
lichte last."
Maar men verwerpt het. .Wij willen niet
dat deze Koning over ons zl"
En men wordt begeesterd door den Revo-
volutiepsaim, van den meest fateoenif ken libe
raal tot den ruwsten bolsjewiek en hoezeer
de accoordeG uiteen loopen en schrille dis-
sonnanten gemis aan éénheid verraden, hierin
vindt men elkander terug en openbaart men
zich in zeldzame harmonie als men zich
uitschreeuwt in het .Geen God en geen
Meester".
't Is altijd weer het «ïa-capo, de herhaling
van de Paradlszocde, loochening van een
Goddellks Souvereinltelt over al het gescha
pene.
Maar omdat men geen God erkennen wil
maakt men zich zelf een God. Want de
mensch ban niet buiten een God.
Dat vindt zin oorzaak hierin dat de Schep
per de .eeuw" in het hart van den mensch
gelegd heeft.
Het hart van den mensch is voor de eeuwig
heid en daarom te groot voor den lid. En
als de mensch dan ook in dén tijd verzadiging
voor dat hongerige hart zoekt, dan komt die
onrust, want de tid heeft geen voedsel voor
het hart. Dan wordt het een zoeken en tas
ten naar de rust en schept met zich een God
van eigen maaksel.
Arme menschDe tijd laat u staan, hon
gerig en uitgeschut in rampzalige verlatenheid
Uw Schepper vcrwierpt ge, keerdet ge den
onbuigzamen rug. En wat geift uw zelfge
maakte God U
Maar bent de historie dat! geen periodes
waarin de menschheid voldoening vond in
wat de tld haar schenken kan
Zeker I Maar het waren ook maar periodes
die altld weer gevolgd werden door een
groote reactie, waarin men zat was van het
materialisme, de aanbidding van den stof.