fi. IJ* ■slB fi. TO TO 0 ra s 1 ffl fa 0 fi fa fa fa 0 fi- TO fa fa fi3 fi.1® S -ö fa to TO TO fl fi fl 0 fa .2 2 fa TO "w S 2 fa to" 9 00 9 -2 - a I fl s .9 -§ TO koa aangenomen worden, dat deze gronden zich in uitgepuiten toestand bevonden en gevoelig moesten zijn voor elke toevoeging van opneembaar piantenvoedsel. Om te voor komen, dat een geb:ek aan ander planten- voedael dan phosphorzuur op de ontwikke ling van het grasgewas invloed zou kunnen uitoefenen, ontving elk proefveld een behoor- Igke hoeveelheid kali en stikstofmest, respec tievelijk in den vorm van kainlet tegen 1000 kg. es van Chlllsalpeter tegen 200 kg. per H.A, Daardoor was men zoo was men van oordeel vrij zeke dat de verschillen de opbrengsten aas hooi, uitsluitend van de werking der phosphorxuurhoudende mest stoffen zouden afhangen. Ie Proefveld te Bleskeusgraaf, bl L. v d. Berg grondsoorteen dunne kleilaag (plm, 20 cM) rustende op laagveen, schraal hooi land. W1 herhalen, dat op alle perccelen gemest werd als hiervoor aangegeven en ver der als volgt, waarbij we vermelden de op- brengstcijfets in kg. 1. Geen phosphorzuur 6340 kg. 2. 650 kg, super 7550 kg. 3. 680 kg. oatlijmt beendermeel 6580 kg. 4. 2 00 kg. fosforietmeel 6540 kg 5. 920 kg Tbomasslakkcnmeel 6400 kg. In geldswaarde waren de opbrengsten 'esp. 317 f 377 50, f329,-, f 327,-en f 320,-. Echt'er. liepen de bemesticgekosten voor de perc.2—5 nog ai zeer uiteen, n.l. f58,50, f136,—,f 152,25 en f 98,90 (alleen voor de ph meststoffen), zoodat te boeken viel een winst of verlies vanperceel 2 f 2, - winst perc. 3 f 124,— verlies; perc. 3 f 142,25ver lies en perc. 4 f 95,90 verlies. De, waarde van bet hooi was bepaald op f 50.— per 1C0O kg. Er werd onder gunstige weersomstandigheden gehooid, half Juni. Uit de berekening blijkt, dat zelfs de groote hoeveelheid hooi van perc. 2 door den hoo- gen superprü<3 geen winst afwierp, terwll het gebruik van beendermeel, fosforietmeel en Thomasslakkenmeel het financieel gua- silg effect der stikstof- en kalf bemesting aanmerkelijk heeft gedrukt. Het nagras werd op alle bemeste perc. met voorliefde afge graasd, zoodat het veld gedurende hef ge- heele najaar een zeer rcgelmatlgen stand vertoonde. De proef wordt voort gezet. 2e Proefveld te Schoonrcwoerd bsj G. C Middelkoop, grondsoortkleilaag pl. m 40, cM. op laagveec, 's winters drassig. In min stens 60 jaar geen mest gehad Opbrengsten 1. Geen phosphorzuur 6480 kg. 2. Super 9000 kg. 3. Ontlijmd beendermeel 8080 kg. 4. Fosforietmeel 8400 kg. 5 Thomasmeel 8480 kg. Alweer staat super dus in hooiopbrengst ver bovenaan, maar de hooge prijs van het artikel drukte de winst zeer. De bemestiags- kosten waren als boven, zoodat er over bleef voor perc. 2 f 97 50 winst. pirc. 3 f56,—ver lies, perc 4 f 56J25 verlies perc. 5 f 1,10 winst. Perc. 5 gaf dus een minieme winst, perc 2 een tamelijke winst de andere perc. verlies. Het feit blijft, dat het superfosfaat zeer gunstig werkte. De ontwikkeling van het etgroen begon hst eerst op 2 en 5. Op perc. 1 werd weinig gegraasd, op de andere echter gretig, zoo- dat zij er glad bg lagen. 3e Proefveld ie Aaperen bij E. de Jong, grondsoortvrij dikke kleilaag pl m. 65 cM. bruine en 15 cM. blauwe klei. rustende op laagveea- 's Zomers plm. 70 cM. boven peil, welk peil zooveel mogelijk ook In den winter werd aangehouden. Het poef veld was drassig. Alleen voor 19 jaar bad het een kleine hoe veelheid Thomasmeel ontvangen Overigens was het elk Jaar gehooid en het etgroen be weid. De ontwikkeling van het gras begon het eerst op het superperceel. Toch was er wei nig verschil te merken. Alleen het stuk zon der oh. mest bleef in de kleur achter. Op 14 en 15 Juni werd het gras gemaaid en op 18 Juni binnen gehaald. De oogsten waren: 1. Geen phosphorzuur 5620 kg. 2. Super 6330 kg. 3. ontlQmdbeendermeel 6120 kg. 4. Fosforietmeel 6140 kg 5. Thomasmeel 7800 kg. Hier z|n de verhoudingsclfers dus andets. Het Thomasmeel spant verreweg de kroon, daarop volgt super, terwll de beide andere mest soorten dan op den voet volgen Alleen hst ThomEsmeelperceel gaf een kleine gel delijke winst, super een matig verlies been dermeel en fosforietmeel een reusachtig ver lies, n 1. f ?3,-.f 111,-, -f 126.25 en plus f 10,10. De'hooge bemeatingskosten be dierven dut de zaak. Deze proeven doen dui- delflk zien, hoe de akkerbouw bij goede, zelfs flinke oogsten sems nog weinig renda bel, zelfs in 't geheel «let loonend kan z|n. Wordt het hooi niet verkocht, maar In eigen bedrlf verbruikt, dan staat de zaak natuur lijk wel anders, maar dat het „boeren" niet steeds zoo mooi en voordeelig la als een buitenstaander, die oordeelt naar het „pracht- gewas", zoolicht geneigd Is te meenen, wordt toch door deze proeven In helder licht ge steld. De proefnemer van het laatste veld had nog hst hooi ven een perceel van 10 Are, dat geheel onbemest was gebleven, gewo gen Dit gaf per H A. een opbrengst van 4080 kgwaaruit blikt, dat de aanwending van Chliiaalpeter en kainlet gunstig heeft gewerkt. Bf de ontwikkeling van het etgroen was perc. 5 vóór de overige pereeeleu. De verslaggever tekent aan, dat uit dit 3 tal proeven is gebleken, dat ruim 64 pCt. van het phosphorzuur uit hst Thomasmeel aan de oogstvermeerdering heeft meegewerkt. Dit komt eenigazins nabij de 66 pCt. welk percentage (dus tweederde deeï) gewoonlflk als werkingsclfer dezer meststof wordt aan gegeven. De werkzaamheid van het phosphorzuur uit beendermeel en fosforietmeel loopt niet veel uiteen, en is aanmerkelijk minder dan dat uft Thomasslakkenmcel. (Slot vcigt). DE .STILLE" KAMER I Aan den achterkant van een huis was een ongebruikte kamer. Er hing geen gordQn voor het venster er stond alleen een tafel een fiets en In eiken hoek wat rommel. De zon koa er lederen middag inkijken, want de kamer lag op 't Zuiden. Nooit was er iets bijzonders gebeurder kwam ook bfna nooit iemand in de kamer alleen de eigenaar van de fiets moest er nu en dan even zijn. 's Avonds dan kwam hij meestal zijn fiets tegen de tafel zetten gooide zfln handschoe nen neer, ging dan weg en trok de deur dicht. Dan droom 2e de even-opgeschrikte rommel iu de kamer weer voort den einde- loozen droom van eentonigheid. - Maar eens is er toch een groofe drukte en bgna een groot ongeluk geweest in die stille ruimte; dut kwam zoo. Toen 's avonds de beer z|n flets weer te gen de tafel zette, sprong 't glas van de Ian- m i mi H IT imnnwinmiuwKU'WP-TrBMMapBM——i taarn, vóórop, open. De handschoenen vielen als twee aangeschoten vogels op de tafel, en bleven daar vlak bij 't opengesprongen gla zen deurtje, liggen. Dat was niet erg 't kon geen kwaad. De nacht ging gewoon voorb| en de mor gen brak aan. De zon stond van boven uit de lucht naar beneden te kijken. Z| had de rommelkamer de fiets en de handschoenen al zoo dlkwils gezien, maar Ineens zag ze nu 't openstaande lan taarndeurtje en kreeg den zotten inval, diér eens door te kijken, hoe dan de handschoe nen eruit zagen. Ze stuurde een bundel stralen door 't glas die sprongen door 't glas op de handschoenen en zie daar 't handschoen- hart ontvonkte van zosneliefde eerst smeul de het vuur dan gloeide 't aan en ten slotte waren de handschoenen één en al vuur de brand was ontstoken en de zon had er schik van, ze lachte aan den hemel. De rommel in de hoeken van de kamer werd onrustig 't rook branderig en allerlei opmerkingen, zooals een oude stGOf, een slee en een roestige kachel se maken kunnen verstoorden de stilte en den vrede. En de handschoenen gloeiden voort, ver teerden zich zelf in dwaze zonneiiefde. Dat had erg kunnen worden liefde is besmettellk de tafel kreeg ook wondere- warme gevoelens, Wat die zon een pret had, ze bleef ma*r stralen, door 't lantaarnglas op de hand schoenen en de tafel. Misschien ontvlamde straks de heele rommelkamer wel, dat zou mooi z|n. Maar zoover kwam het niet. De deur van de kamer werd geopend. .Brand, brandt An kom eens gauw brand Een groote huishoudschol met mouwen vloog de kamer door, trok met veel moeite de handschoenen van tafel trapte trap te al 't mooie vuur ineens uit. Een tweede huishoudschert kwam aan ge stoven en nu werd 't een leren in de rom melkamer, dat de stoof de slee en de kachel ineeas klaar wakker waren. „Mensch, Is dat schrikken liggen daar die handschoenen te branden en k|k eens, de fafel is ook al geschroeid". .Veischrlkkelgk ja— hoe kwam dat?" „Ik weet het niet ben j| hier soms met vuur in geweest Ik heb hier iu twee weken al geen voet gezet" „Ja, maar hoe kunnen dan die dingen daar liggen te branden. Da's 't grootste raadsel, dat ik nog ooit gehoord heb". „Is die lantaarn nog aan?" „Welnee, die is Iskoad daar kan het niet van zin" De zon lachte een heel klein plekje zon licht lag nog op de tafel. „Zou er gisteravond een vonk op gevallen zQn, die vannacht gesmeuld heefd „Hoe kan dat uou, dan was 't toch van nacht al gaan branden". „ja, vannacht stel je voor, dat had ook wel gekund". „De heele boel zou afgebrand zlja". „Ja nu zie je 't eens hoe dikwijls lees je niet In de krant: Door onbekende oorzaak ontstond er brand. Dat had hier ook zoo kunnen z|n. 't Is een raadsel, dat gaat nou m'n verstand te boven". .En 't mine" De zon straalde van pret 't onschuldig lantiarndeurtje stond open, 't plekje zonlicht lag op tafel. De twee huishoudschorten bewogen niet meer, een gebeurtenis als deze werkte be paald verlammend. Enkele verbaasde blikken dwaalden langs de tafel 't lantaarndeurtje, naar de zon maar alle dingen moeten in hun ver band met elkaar beschouwd woiden. Da zon, In een kamer schijnend, maakt geen brand, een lantaarnglts is dood onschuldig De twee ichortcn staarden naar de zon, naar 't glaas je, naar de verbrande handschoenen, maar ze zagen niet de booze samenspannen van die booze brandstichters. Sleutels rammelen, voetstappen klonken, de heer van de flets kwam thuis om te eten. De twee huishoudschorten plooiden weer heftig met groote gebaren. „Man kan jij dat begrijpen Liggen daar die bandschoenen zoo maar te branden". „Man", trok booze denkrimpels. „Julie zijn hier natuurlik geweest, heeft weer een lucifer zoo maar neergegooid hoe dikwijls heb ik al niet gewaarschuwd. „Hè we hebbes geen voetstap hier ge zet we komen hier nooit 't wa» juist toevallig dat ik hier in keek". „Die dingen kunnen toch zeker niet van zelf gaan branden- Dan moet jullie. „Hoor eens, geef ons cu maat uiet de schuld, wi zin hier niet geweest". De zon lachte, 't plekje zonlicht lag nog op tafel. „Man dacht met steeds dieper groevende rimpels, Weer voetstappen een hooge jongens stem gilde door 't huls. „Waar zin jullie wat is dat brand O heden, die handschoenen; Pa waren 'f die nieuwe van een daalder?" „Toe jö, hou je mosd". „Maar hoe is 't dsn gekomen Vanzelf. Waar lagen ze dan Hier op tafel De stem sloeg door. „O, Ik zla het ik zie hettien jullie dat niet Wat dan Wat „O, kik eens een fijn brandglas o, eenlg dat jullie dat niet zagen, 't komt van de zon, die scheen door dat deurtje o, dat brand fijn Ik had er laatst ook een ik zei tegen Saar Brandsraa Zeg hou je hand hier eens achter dia gekke meid dee't ook. 't Is ook zoo'n oliekoek". De éése hulshoudschort deed trotsch. Wat een slimmerd toch, die jongen hè? Schuin keek ze naar „Man" gunde 't hem over zijn uitvaren van daarnet over die lucifers. „Man" gaf zich een houding en bromde: „Kwajoagen, moet jl meisjes plagen, dat is laf". Maar „kwajonge i" voelde zich en glorieerde „Ik wist toch maar van 't brandglas hè moe zocht hij gauw steun went vaders blik versomberde weer en half medelijdend zei hl„toch jammer van die handschoenen". De heer van de fiets liep weg laten we we nou maar gaan eten De twee schorten verdwenen ook, nog na piekerend over 't vreemde gebeuren. „Nou had eens in den nacht moeten zin". „In den nacht in den nacht moe. zeker door de maneschln", gierde de',jongens stem weer. De zon had den ganschen middag pret, 't lantaarnglaatje ving nog een paar stralen dan schoof de zon verder. Zwaden vies tegen de handschoenen op den grond, tot de ééne huishoudschort ze op kwam vegen. I Ds kachel, de stoof en de stee, sitepen i fg ii"j langzaam in. Toen werd 't weer sill in de rommelkamer. „Lydla" GENIEN0D NIEUWS. Een heldin. Omtrent de begrafenis der ver pleegster te 's-Gravenbage, die dezer dageu overleed aan brandwonden opgedaan bl de verpleging van een arm kind, ontlee- ntn wij onderstaande aan .De Ster": Ais een koningin, bedolven onder kostbare witte bloemen, is zij uitgedragen, het een voudigste wjkverpleegstertje der Herv. Wijk verpleging, dat Vrfdag :oo (chrikkel|k om het leven kwam in de uitoefening vau haar plicht. Door een benzine-ontploffing vatten haar kieeren vlam, zl redde het kindje dat zt wiescb, al werden handjes en voetjes even geschroeid, Zelf verbrandde zl deerlik, stierf zes uren na hei ongeluk. Haar eerste woord toen x| b| kennis kwatn, was: .Is 't kindje ongedeerd?" Zij dacht niet aan eigen smarten t.n gruwelijke pijnen. Zoo wsb .zuster Glsje". In de slop pen en stegen en krotten van arm 's-Graven- hage noemde men haar .het zonnetje". Ze taoverde een glimlach op de moede gezich ten, riep hoop op in de moedelooze harten. Zl won door liefde, belangeiooze liefde. De vuilste wonden, zuster G|sje verbond die; de armoedigste kinderen, zuster Glsjc nam ze op schoot; de kleinste klompen voet je», zl klepperden toe op zuster Ggsje, de groeze lige handjes grepen do hare, altld omstuwd door een troepje armen ging ze 's avonds moe van 't verplegen en troosten, toch op gewekt naar huis. In de arme buurten van donker Den Haag gaat thans een weemoed, die zich op den begrafenisdag uitte in stilte en zachtjes spre ken .Zuster Glsje is dood I" Kleine kleuters op klompeu, in lompeu, nog kuu beste kieeren, strooide nbloemen op de kist in de groeve. Mannen van naam, doktoren, predikanten, autoriteiten voerden het woord, zonden de kostelikste kransen. De armen, zl legden geld bleen. De moe der van het geredde kind zond zelve een bloemstuk. Als bedolven onder een geurigen bruidstooi ging zuster Glsje ten grave, ter wll bet zusierkoor zong. Het zonnetje der armen, bet zonnetje der wijkverpleging, de lust der oogen van hare ouder», ging met haar in de aarde onder. Plotseling knakte God haar leren als een bloem. Wijlen dr. Knyper's naam. Men schrift uit Maassluis aan het HbL: Op den begra fenisdag van wijlen dr. A. Kuyper besloot de Raad van deze gemeente om de kade, aan welke hl geboren is, om te doopen in ,Dr. Kuyperkade". Dezer dagen werd aan beide uiteinden een biauw geëmailleerd bord aangeslagen, waarop de naam Kuyper met een 1 voor komt, terwll toch ieder weet dat hl zich steeds teebende met ecu y. Terecht werd o 1. daarop aanmerking ge maakt door de Maassl. Ct. Ten stadhuize werd ons evenwel op onze navraag medegedeeld dat Abraham Kuyper in de registers van den Burgerlijken Stand staat ingeschreven met twee puntjes boven de 1, en de j. S B D tó: -a tr - 5 3 a O <?Q C a fi- CD cd era tr s a a 0 as ts «s: O en CD O -0 v <8 CP CO erf- r-è- «fs SL h"~' 2- er* a p p p- N CT1 §f C B <g 5.' fi" a> a o ■-i P- e-t- N C& N go B- (K5 a> is o 0 2 N CD S 3* a> S. o" P- erf- S" o" O as CD as f P 3 CD- OS P 6 3 —3 O p j—e-f* rrr ev> - OQ 2 D a> B on -O CD a> hrj p g* s* 3 -1 s CD o Si CfQ O O P- O 8 C a> P- P CD erf" O O 0Q 0 OQ N e-f O O e-f- 5- g* CD SP B g' CS* CT rt. CfQ CD N N O O CO e-f- cp o B ty s» e CD g n O B 3- a> erf- tr a Js: tr - 03 P- n e— Stop. 5- f-i go» tr -O n 01 K e 0 a p 9 P p £L c 88 O- O Sis gr5 - 1 F CD CT" M GO ÖJ "-3 c P CD 2" B"1 «D CD CD Q- CX- CD B rvt to vr f—c-i"- gD §f a s UI *-> a P CD e-f- erf- N P CD O CfQ o*3 CD CD CfQ P CD Q. 33 P 3. p! CD tr CD P CD y O T3 CD 12. O g s= gS 5 S- 6 B ciSl CD E- Si *3* vr e cy* S" mt S O 2, CD -G P 1 - p I CD p" B a o P- Sf 2 &3 p 2, a 80 St" -o *-i 50 P CfQ et- cr P N o cr C-H O S O p Ui N S- 2. P CD 0 °S CD 1 i-l N S» P c-j- g O p |S 0 ET r—a> CD DT* <3 c+ P I P 1 O f O P p" P' Q S. P SL o a> 0 P G* P EL O N a £- ff CD P- jrf- CfQ P-i CD P Ck, I S 50 I O - p- erf- e-f- P- GD F? P go O B B P B -V S3 cj- O" P P 93 P S0 n a. 171 B 0 - 'S. fi- g S B g 2 a p: 3. B go N S js: o I - 2. es kt 2. 5 es B gs r<J w. CD P- o O CD i' p c- B so «-e- CD 9! g-TO P- B S o S. DO o. o' P p- rt- S B P" CD P> O co P" tr P- P- tSJ O O Jf CD O o "8 r i »-e CD O» B a- p- P B o. Ss SP g P f— JT P CfQ ef- P- P- P CD p? *4 B CS3 CD P CD B B £b P- O go O M P- e~f- CQ - i- CD CD «5: tr <D s d> s s. p 0 tS3 O erf- CS3 CD 2 *-i P a CD P Ch CO =r b p B GQ O P CD UI 1-s p"1 tr CD QO 2- 5" =-•£2 ut Ui »D t- SS <1 1- 53 tt- «S w O n w 0 w 8 ca w 1 •o 11 J2i O a p r— r* <D P is -S o .a5 2 o3 i O QO tSJ p Pa O cö cö cö cö p •+-= cö T3 a +2 r—i f-* rG CJ OQ Ph O 00 p Pi O CÖ cö £1 P P 3 3 3 f S. o cö o «o 0 B ra n 5 0 q a ~s CÜ 1 on PH 0 OQ P O- :s» p 'Z? a -sa „"f 1 la p K +3 qd - ÖJD GD 3 - a ^cö w a w P 00 cö O -f-2 H—H M O W) O I Öfi S 53 l ÜU fl S3 O S 1 O J P a ba •t. - -o 0 S 1 -s St g, a §0 O O k t3 .2? I •3 M S a c3 <u a 2 O 00 B 25 15 6 ÈlE P *4jf O a S a ja S-3 -g SS c3 M 9 05 i o, O o. oS cS as e SP 3 a CO a a s .2° -ö -• 03 c3 T2 PM ts O -fa a S» fa t r*1 f* Cö O •I—» fH •r-r csa o |H I 13 ts -O g S a 2 I-P p g w £P O -H-» fa-T "f3 H-» CÖ Q P 00 O. _o Cö p CÖ -f-3 O o -4-3 1-D N I ^4 TD j Q£) P i-H I r—H QC o •r—s -f3 P s5 -f3 P rS O Cö ^H rg cö f2 05 w a o a a ca N 52 Oh Ph O CÖ 3 ik w ■fa O cé 2 t® S fl O cö - M - s fie S o as "O -ö 60 O a a <s fi 'O O g tS fa -fa. f -o 50 -Ö "3 S fa a 'C ca _r s I co ^•0-3 ^3 "f3 a p p p -f3 5 o v fH P -^Ö P -f3 fH ik -f3 rrt M CQ O "S P O .3 •rfa ~f3 i m 4-3 P fH (H 2 -S i fH eaj "S P P -4-3 CÖ - P M O M Ph 00 PQ Xi CÖ CÖ r/) o ai -f» c-, M jg CÖ S 0 as o "fi fi £3 s cS o 3 -f3 cö CÖ *H -f3 CQ rr-t TD o w cö *p - a 5 fa P tA .s a 001 Ph .2 a BC •5 ik I -fi O O a t! -fa 3 os -Q OS -O 1-5 fi O -fi w CQ 1 s P cö Q o I CÖ 1 bJD fi as c3 O c8 O a a a w fa w s Zi S 58 8 -3 I o" a 45 fa" 45 -fa 2© o O -4-J pfl o bo q 4 p Q CQ 'fi O O S-3 a -fa s a 8 .2 -« a 03 tr o B a v est cj J3 tr O Pt fi- m' •J 8 S Pt O cd "rs a a 2L P TO g- css P P f— O B CD P cte P- o CD e-f- fi- 2 II p -o P- - CD GD S- SL w- p- c- i* CQ P r-" P- ©z »rf ST P P- P- t?r go p- O O p o ïq fa S. D c-f- «rf- •O P S3 e-f P tt" ET p 86 p' O 2 b N O O o 5f Ho gD p B O CB* P cq eu s. I e-f B a M t-s O er JJ-i cD P- 8. 0Q O P- P- O B O p- p- o B F? •B: e-f- er 0 0 0 CD D w O fa- fa= fa. SS 0 DT fa fi. 2 0 fa -000 - O 0 fa rt- 0- 0 0 e» os tr ET CD 0 ey f I §1 TO «i cr 2 B n fa to' 0 0 5' P- e-ta 90 cr r g"| B S 1 s- £f 2 zt s s «8 0 0 TO 0 fi. 0 0 fi. CD 0 TO CD P cï 0 s - a os O O p go S 0 I O as to cd CD m S, B' F hfa P 0 fi fi Q 0 •-< 0* PT fa- fa 0 0 fi p 0" 0 0 fi fa. fi. O 2 S- TO B <g 0 5* fi |b D p O p p- GD SP P P- 2- 1—3. a 0Q B s B O Ph M P- p gD JS g P- S. &S* cr p c» N p- Ph •B: t^ 03 H s a fi FT W B P o S B a. ►O ©H O <J 0 e-f- 0" 0 0 0 P Cö *~o s 2- sr «0: p o ro B B F CO 2 O g- p- s Ph SB P r— fa- O fa S ca CD tr 0 O fi- 0 tr 2 w fi- S O q P PH 90 P? r/T B. o B 0Q sJ 5 t3° P P ^TO g e—I-Ha erf- PH N ©V Wa 'K g.7 g. S2 Ë- jr- 0Q w O P- rf W- P- £0 I e=f- P- 0Q P- £L, ef- M tö ef- O P S- Cfa-c w B p ?r ff 3 p w f3 O CQ ca m H P O M M O O M 3 -< GM lC CÖ cö F-i <D -te a <D P a J öfl <p o 0 H3 1 -I O -g sp a 0 OS O fa fid TO -fi O fa 03 G> W «o OB IS5 M CÖ - CÖ 'P O p T3 rt fl -2 2 - o ik F -2 o3 fa c SI O n 3 g - 03 S fa o 0 -0 --? -fi S OS H H a Q- os H 5 "0 a &o <D a fa o 3 cL 0 s s* O O N a 8 fa 03 -0 Jil "0 1^ 8 Ph O O —f3 -f3 a -P CÖ rP CÖ CS3 PH fl® rrj O I It CS3 00 S ei P C1-* W CÖ CC -f3 a W t> O bfi cö :p» P - o tS3 w ^3 M Ph S ■s ca 0 an "3 TO a N fa a ra -S ■s •s I a fa -fa "0 .2 o g 2 «-0 a F :5* a N -a TO a fa ra» 83 T3 M 0 O TO -a _r a "2 o g 2 a a r© M O O CQ P CÖ -f3 W _r M -f3 W o 8 «SD 5^ O a -fa -5 -1 cö 2 fl 1—I CÖ rM O fl'0 Is I 8^ *0 0 a to 00 ca fa fi TO TO -W 0 a V Zi a •to fi m a •A a 5 0 r* O "0 »P—3 W fl S 2 S TO 0 .-s - "0 TO a 0 a g if o ?S3 o O t cö •S J! TO g o 0 45 o u W) -f3 P .fl T3 CQ e» 0 -fa -fa 3 CO O fa N i, N -2 S cö O a 1- f jf 0 N a g "f3 fH O O 0 iT o 5 N wP fl pg T3 N FH O -f3 W) s fl rP O FH CQ -W P r® O -f3 Ph fl O O M -o >g a ,aj s fl s 0 -g fi TO 03 -g rg -f3 fa 00 *3 CS3 W a .0 0 i o. £3-2 -§ a m s3 S fl 0 S f" t>D 'fa I" 1, as -0 fa K A 45 s S -§ ■fl n-i o. I? o a o fP r~* *to 43 •fl fl 'o O B p -ö 'S fl a flÖ fl f3 H CQ cö cö p s M p CQ w 51 |0 2 w "fl S .9 1 tfa a a 03 0 TO o TT t>B 60 3 "3 So .9 b£ ca rfl t-i Ti Ph CQ d) 4-3 N 0 fa fl M l'S-S fP CQ CD Ctf P P FH si® p -fl "g p ■f3 w •fH FH fh J3 fP -fl g 3 §1 fa TO -° -fl «s "2 -0 N O p -fl 0 a 3 g bc -f» Fh cö 1 <-P a 0 s 1 O- SC lZ O. W 'fi fa <8 «O fl fa n :ts* 0 - N O d) CÖ ES -[© s «8 5 Cö ba 5 -9 -f-i# 9-ë w CQ is a a 0

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1921 | | pagina 4