fi.
IJ*
■slB
fi.
TO
TO
0
ra
s
1
ffl
fa
0
fi
fa fa
fa
0
fi-
TO
fa
fa
fi3
fi.1®
S
-ö
fa
to
TO TO
fl
fi fl
0
fa
.2
2
fa TO
"w S 2
fa
to" 9
00 9
-2 -
a I fl
s
.9
-§
TO
koa aangenomen worden, dat deze gronden
zich in uitgepuiten toestand bevonden en
gevoelig moesten zijn voor elke toevoeging
van opneembaar piantenvoedsel. Om te voor
komen, dat een geb:ek aan ander planten-
voedael dan phosphorzuur op de ontwikke
ling van het grasgewas invloed zou kunnen
uitoefenen, ontving elk proefveld een behoor-
Igke hoeveelheid kali en stikstofmest, respec
tievelijk in den vorm van kainlet tegen 1000
kg. es van Chlllsalpeter tegen 200 kg. per
H.A, Daardoor was men zoo was men
van oordeel vrij zeke dat de verschillen
de opbrengsten aas hooi, uitsluitend van de
werking der phosphorxuurhoudende mest
stoffen zouden afhangen.
Ie Proefveld te Bleskeusgraaf, bl L. v d.
Berg grondsoorteen dunne kleilaag (plm,
20 cM) rustende op laagveen, schraal hooi
land. W1 herhalen, dat op alle perccelen
gemest werd als hiervoor aangegeven en ver
der als volgt, waarbij we vermelden de op-
brengstcijfets in kg.
1. Geen phosphorzuur 6340 kg.
2. 650 kg, super 7550 kg.
3. 680 kg. oatlijmt beendermeel 6580 kg.
4. 2 00 kg. fosforietmeel 6540 kg
5. 920 kg Tbomasslakkcnmeel 6400 kg.
In geldswaarde waren de opbrengsten 'esp.
317 f 377 50, f329,-, f 327,-en f 320,-.
Echt'er. liepen de bemesticgekosten voor
de perc.2—5 nog ai zeer uiteen, n.l. f58,50,
f136,—,f 152,25 en f 98,90 (alleen voor de
ph meststoffen), zoodat te boeken viel een
winst of verlies vanperceel 2 f 2, - winst
perc. 3 f 124,— verlies; perc. 3 f 142,25ver
lies en perc. 4 f 95,90 verlies.
De, waarde van bet hooi was bepaald op
f 50.— per 1C0O kg. Er werd onder gunstige
weersomstandigheden gehooid, half Juni.
Uit de berekening blijkt, dat zelfs de groote
hoeveelheid hooi van perc. 2 door den hoo-
gen superprü<3 geen winst afwierp, terwll
het gebruik van beendermeel, fosforietmeel
en Thomasslakkenmeel het financieel gua-
silg effect der stikstof- en kalf bemesting
aanmerkelijk heeft gedrukt. Het nagras werd
op alle bemeste perc. met voorliefde afge
graasd, zoodat het veld gedurende hef ge-
heele najaar een zeer rcgelmatlgen stand
vertoonde. De proef wordt voort gezet.
2e Proefveld te Schoonrcwoerd bsj G. C
Middelkoop, grondsoortkleilaag pl. m 40,
cM. op laagveec, 's winters drassig. In min
stens 60 jaar geen mest gehad Opbrengsten
1. Geen phosphorzuur 6480 kg.
2. Super 9000 kg.
3. Ontlijmd beendermeel 8080 kg.
4. Fosforietmeel 8400 kg.
5 Thomasmeel 8480 kg.
Alweer staat super dus in hooiopbrengst
ver bovenaan, maar de hooge prijs van het
artikel drukte de winst zeer. De bemestiags-
kosten waren als boven, zoodat er over bleef
voor perc. 2 f 97 50 winst. pirc. 3 f56,—ver
lies, perc 4 f 56J25 verlies perc. 5 f 1,10 winst.
Perc. 5 gaf dus een minieme winst, perc 2 een
tamelijke winst de andere perc. verlies. Het feit
blijft, dat het superfosfaat zeer gunstig werkte.
De ontwikkeling van het etgroen begon
hst eerst op 2 en 5. Op perc. 1 werd weinig
gegraasd, op de andere echter gretig, zoo-
dat zij er glad bg lagen.
3e Proefveld ie Aaperen bij E. de Jong,
grondsoortvrij dikke kleilaag pl m. 65 cM.
bruine en 15 cM. blauwe klei. rustende op
laagveea- 's Zomers plm. 70 cM. boven peil,
welk peil zooveel mogelijk ook In den winter
werd aangehouden. Het poef veld was drassig.
Alleen voor 19 jaar bad het een kleine hoe
veelheid Thomasmeel ontvangen Overigens
was het elk Jaar gehooid en het etgroen be
weid.
De ontwikkeling van het gras begon het
eerst op het superperceel. Toch was er wei
nig verschil te merken. Alleen het stuk zon
der oh. mest bleef in de kleur achter. Op 14
en 15 Juni werd het gras gemaaid en op 18
Juni binnen gehaald. De oogsten waren:
1. Geen phosphorzuur 5620 kg.
2. Super 6330 kg.
3. ontlQmdbeendermeel 6120 kg.
4. Fosforietmeel 6140 kg
5. Thomasmeel 7800 kg.
Hier z|n de verhoudingsclfers dus andets.
Het Thomasmeel spant verreweg de kroon,
daarop volgt super, terwll de beide andere
mest soorten dan op den voet volgen Alleen
hst ThomEsmeelperceel gaf een kleine gel
delijke winst, super een matig verlies been
dermeel en fosforietmeel een reusachtig ver
lies, n 1. f ?3,-.f 111,-, -f 126.25 en
plus f 10,10. De'hooge bemeatingskosten be
dierven dut de zaak. Deze proeven doen dui-
delflk zien, hoe de akkerbouw bij goede,
zelfs flinke oogsten sems nog weinig renda
bel, zelfs in 't geheel «let loonend kan z|n.
Wordt het hooi niet verkocht, maar In eigen
bedrlf verbruikt, dan staat de zaak natuur
lijk wel anders, maar dat het „boeren" niet
steeds zoo mooi en voordeelig la als een
buitenstaander, die oordeelt naar het „pracht-
gewas", zoolicht geneigd Is te meenen, wordt
toch door deze proeven In helder licht ge
steld. De proefnemer van het laatste veld
had nog hst hooi ven een perceel van 10 Are,
dat geheel onbemest was gebleven, gewo
gen Dit gaf per H A. een opbrengst van 4080
kgwaaruit blikt, dat de aanwending van
Chliiaalpeter en kainlet gunstig heeft gewerkt.
Bf de ontwikkeling van het etgroen was
perc. 5 vóór de overige pereeeleu.
De verslaggever tekent aan, dat uit dit 3
tal proeven is gebleken, dat ruim 64 pCt.
van het phosphorzuur uit hst Thomasmeel
aan de oogstvermeerdering heeft meegewerkt.
Dit komt eenigazins nabij de 66 pCt. welk
percentage (dus tweederde deeï) gewoonlflk
als werkingsclfer dezer meststof wordt aan
gegeven.
De werkzaamheid van het phosphorzuur
uit beendermeel en fosforietmeel loopt niet
veel uiteen, en is aanmerkelijk minder dan
dat uft Thomasslakkenmcel.
(Slot vcigt).
DE .STILLE" KAMER I
Aan den achterkant van een huis was een
ongebruikte kamer. Er hing geen gordQn
voor het venster er stond alleen een tafel
een fiets en In eiken hoek wat rommel.
De zon koa er lederen middag inkijken,
want de kamer lag op 't Zuiden. Nooit was
er iets bijzonders gebeurder
kwam ook bfna nooit iemand in de kamer
alleen de eigenaar van de fiets moest er
nu en dan even zijn.
's Avonds dan kwam hij meestal zijn fiets
tegen de tafel zetten gooide zfln handschoe
nen neer, ging dan weg en trok de deur
dicht. Dan droom 2e de even-opgeschrikte
rommel iu de kamer weer voort den einde-
loozen droom van eentonigheid. -
Maar eens is er toch een groofe drukte
en bgna een groot ongeluk geweest in die
stille ruimte; dut kwam zoo.
Toen 's avonds de beer z|n flets weer te
gen de tafel zette, sprong 't glas van de Ian-
m i mi H IT imnnwinmiuwKU'WP-TrBMMapBM——i
taarn, vóórop, open. De handschoenen vielen
als twee aangeschoten vogels op de tafel, en
bleven daar vlak bij 't opengesprongen gla
zen deurtje, liggen. Dat was niet erg
't kon geen kwaad.
De nacht ging gewoon voorb| en de mor
gen brak aan. De zon stond van boven uit
de lucht naar beneden te kijken.
Z| had de rommelkamer de fiets en
de handschoenen al zoo dlkwils gezien,
maar Ineens zag ze nu 't openstaande lan
taarndeurtje en kreeg den zotten inval, diér
eens door te kijken, hoe dan de handschoe
nen eruit zagen.
Ze stuurde een bundel stralen door 't glas
die sprongen door 't glas op de
handschoenen en zie daar 't handschoen-
hart ontvonkte van zosneliefde eerst smeul
de het vuur dan gloeide 't aan en ten
slotte waren de handschoenen één en al vuur
de brand was ontstoken en de zon
had er schik van, ze lachte aan den hemel.
De rommel in de hoeken van de kamer
werd onrustig 't rook branderig
en allerlei opmerkingen, zooals een oude stGOf,
een slee en een roestige kachel se maken
kunnen verstoorden de stilte en den vrede.
En de handschoenen gloeiden voort, ver
teerden zich zelf in dwaze zonneiiefde.
Dat had erg kunnen worden liefde is
besmettellk de tafel kreeg ook wondere-
warme gevoelens,
Wat die zon een pret had, ze bleef ma*r
stralen, door 't lantaarnglas op de hand
schoenen en de tafel. Misschien ontvlamde
straks de heele rommelkamer wel, dat zou
mooi z|n. Maar zoover kwam het niet.
De deur van de kamer werd geopend.
.Brand, brandt An kom eens gauw
brand
Een groote huishoudschol met mouwen
vloog de kamer door, trok met veel moeite
de handschoenen van tafel trapte trap
te al 't mooie vuur ineens uit.
Een tweede huishoudschert kwam aan ge
stoven en nu werd 't een leren in de rom
melkamer, dat de stoof de slee en de kachel
ineeas klaar wakker waren.
„Mensch, Is dat schrikken liggen daar
die handschoenen te branden en k|k eens,
de fafel is ook al geschroeid".
.Veischrlkkelgk ja— hoe kwam dat?"
„Ik weet het niet ben j| hier soms
met vuur in geweest
Ik heb hier iu twee weken al geen voet
gezet"
„Ja, maar hoe kunnen dan die dingen daar
liggen te branden. Da's 't grootste raadsel,
dat ik nog ooit gehoord heb".
„Is die lantaarn nog aan?"
„Welnee, die is Iskoad daar kan het
niet van zin"
De zon lachte een heel klein plekje zon
licht lag nog op de tafel.
„Zou er gisteravond een vonk op gevallen
zQn, die vannacht gesmeuld heefd
„Hoe kan dat uou, dan was 't toch van
nacht al gaan branden".
„ja, vannacht stel je voor, dat had ook
wel gekund".
„De heele boel zou afgebrand zlja".
„Ja nu zie je 't eens hoe dikwijls
lees je niet In de krant: Door onbekende
oorzaak ontstond er brand. Dat had hier ook
zoo kunnen z|n. 't Is een raadsel, dat gaat
nou m'n verstand te boven".
.En 't mine"
De zon straalde van pret 't onschuldig
lantiarndeurtje stond open, 't plekje zonlicht
lag op tafel.
De twee huishoudschorten bewogen niet
meer, een gebeurtenis als deze werkte be
paald verlammend.
Enkele verbaasde blikken dwaalden langs
de tafel 't lantaarndeurtje, naar de zon
maar alle dingen moeten in hun ver
band met elkaar beschouwd woiden. Da zon,
In een kamer schijnend, maakt geen brand,
een lantaarnglts is dood onschuldig De twee
ichortcn staarden naar de zon, naar 't glaas
je, naar de verbrande handschoenen, maar
ze zagen niet de booze samenspannen van die
booze brandstichters.
Sleutels rammelen, voetstappen klonken,
de heer van de flets kwam thuis om te eten.
De twee huishoudschorten plooiden weer
heftig met groote gebaren.
„Man kan jij dat begrijpen Liggen daar
die bandschoenen zoo maar te branden".
„Man", trok booze denkrimpels.
„Julie zijn hier natuurlik geweest, heeft
weer een lucifer zoo maar neergegooid
hoe dikwijls heb ik al niet gewaarschuwd.
„Hè we hebbes geen voetstap hier ge
zet we komen hier nooit 't wa» juist
toevallig dat ik hier in keek".
„Die dingen kunnen toch zeker niet van
zelf gaan branden- Dan moet jullie.
„Hoor eens, geef ons cu maat uiet de
schuld, wi zin hier niet geweest".
De zon lachte, 't plekje zonlicht lag nog
op tafel.
„Man dacht met steeds dieper groevende
rimpels,
Weer voetstappen een hooge jongens
stem gilde door 't huls.
„Waar zin jullie wat is dat brand O
heden, die handschoenen; Pa waren 'f die
nieuwe van een daalder?"
„Toe jö, hou je mosd".
„Maar hoe is 't dsn gekomen Vanzelf.
Waar lagen ze dan Hier op tafel
De stem sloeg door. „O, Ik zla het
ik zie hettien jullie dat niet
Wat dan Wat
„O, kik eens een fijn brandglas o,
eenlg dat jullie dat niet zagen, 't komt van
de zon, die scheen door dat deurtje o, dat
brand fijn Ik had er laatst ook een ik
zei tegen Saar Brandsraa Zeg hou je hand
hier eens achter dia gekke meid dee't ook.
't Is ook zoo'n oliekoek".
De éése hulshoudschort deed trotsch.
Wat een slimmerd toch, die jongen hè?
Schuin keek ze naar „Man" gunde 't
hem over zijn uitvaren van daarnet over die
lucifers.
„Man" gaf zich een houding en bromde:
„Kwajoagen, moet jl meisjes plagen, dat
is laf".
Maar „kwajonge i" voelde zich en glorieerde
„Ik wist toch maar van 't brandglas
hè moe zocht hij gauw steun went
vaders blik versomberde weer en half
medelijdend zei hl„toch jammer van die
handschoenen".
De heer van de fiets liep weg laten we
we nou maar gaan eten
De twee schorten verdwenen ook, nog na
piekerend over 't vreemde gebeuren.
„Nou had eens in den nacht moeten zin".
„In den nacht in den nacht moe.
zeker door de maneschln", gierde de',jongens
stem weer.
De zon had den ganschen middag pret,
't lantaarnglaatje ving nog een paar stralen
dan schoof de zon verder. Zwaden vies
tegen de handschoenen op den grond, tot
de ééne huishoudschort ze op kwam vegen.
I Ds kachel, de stoof en de stee, sitepen
i fg ii"j
langzaam in. Toen werd 't weer sill in de
rommelkamer.
„Lydla"
GENIEN0D NIEUWS.
Een heldin. Omtrent de begrafenis der ver
pleegster te 's-Gravenbage, die dezer dageu
overleed aan brandwonden opgedaan bl
de verpleging van een arm kind, ontlee-
ntn wij onderstaande aan .De Ster":
Ais een koningin, bedolven onder kostbare
witte bloemen, is zij uitgedragen, het een
voudigste wjkverpleegstertje der Herv. Wijk
verpleging, dat Vrfdag :oo (chrikkel|k om
het leven kwam in de uitoefening vau haar
plicht.
Door een benzine-ontploffing vatten haar
kieeren vlam, zl redde het kindje dat zt
wiescb, al werden handjes en voetjes even
geschroeid, Zelf verbrandde zl deerlik, stierf
zes uren na hei ongeluk.
Haar eerste woord toen x| b| kennis
kwatn, was: .Is 't kindje ongedeerd?" Zij
dacht niet aan eigen smarten t.n gruwelijke
pijnen. Zoo wsb .zuster Glsje". In de slop
pen en stegen en krotten van arm 's-Graven-
hage noemde men haar .het zonnetje". Ze
taoverde een glimlach op de moede gezich
ten, riep hoop op in de moedelooze harten.
Zl won door liefde, belangeiooze liefde. De
vuilste wonden, zuster G|sje verbond die;
de armoedigste kinderen, zuster Glsjc nam
ze op schoot; de kleinste klompen voet je», zl
klepperden toe op zuster Ggsje, de groeze
lige handjes grepen do hare, altld omstuwd
door een troepje armen ging ze 's avonds
moe van 't verplegen en troosten, toch op
gewekt naar huis.
In de arme buurten van donker Den Haag
gaat thans een weemoed, die zich op den
begrafenisdag uitte in stilte en zachtjes spre
ken .Zuster Glsje is dood I"
Kleine kleuters op klompeu, in lompeu,
nog kuu beste kieeren, strooide nbloemen op
de kist in de groeve. Mannen van naam,
doktoren, predikanten, autoriteiten voerden
het woord, zonden de kostelikste kransen.
De armen, zl legden geld bleen. De moe
der van het geredde kind zond zelve een
bloemstuk. Als bedolven onder een geurigen
bruidstooi ging zuster Glsje ten grave, ter
wll bet zusierkoor zong.
Het zonnetje der armen, bet zonnetje der
wijkverpleging, de lust der oogen van hare
ouder», ging met haar in de aarde onder.
Plotseling knakte God haar leren als een
bloem.
Wijlen dr. Knyper's naam. Men schrift
uit Maassluis aan het HbL: Op den begra
fenisdag van wijlen dr. A. Kuyper besloot
de Raad van deze gemeente om de kade,
aan welke hl geboren is, om te doopen in
,Dr. Kuyperkade".
Dezer dagen werd aan beide uiteinden
een biauw geëmailleerd bord aangeslagen,
waarop de naam Kuyper met een 1 voor
komt, terwll toch ieder weet dat hl zich
steeds teebende met ecu y.
Terecht werd o 1. daarop aanmerking ge
maakt door de Maassl. Ct.
Ten stadhuize werd ons evenwel op onze
navraag medegedeeld dat Abraham Kuyper
in de registers van den Burgerlijken Stand
staat ingeschreven met twee puntjes boven
de 1, en de j.
S B
D
tó: -a
tr
- 5
3 a
O <?Q
C
a
fi- CD
cd era
tr s
a
a
0
as
ts
«s:
O
en
CD
O -0
v
<8
CP CO
erf- r-è-
«fs SL
h"~'
2-
er* a
p
p
p-
N
CT1
§f C
B <g
5.'
fi"
a>
a
o
■-i
P-
e-t-
N
C&
N
go
B-
(K5
a>
is
o
0 2
N
CD
S
3*
a>
S.
o"
P-
erf-
S"
o"
O as
CD
as f
P
3
CD-
OS
P
6 3
—3
O
p
j—e-f*
rrr ev>
- OQ
2
D
a>
B on
-O CD
a>
hrj p
g* s* 3
-1 s
CD
o Si
CfQ
O
O
P-
O
8
C
a> P-
P
CD erf"
O
O
0Q 0
OQ
N e-f
O
O
e-f-
5- g*
CD SP
B
g' CS*
CT rt.
CfQ
CD N
N
O
O
CO
e-f-
cp
o
B
ty
s»
e
CD
g
n
O
B
3-
a> erf-
tr a
Js: tr
- 03 P-
n e—
Stop.
5-
f-i go»
tr -O n
01 K e
0 a
p 9 P
p £L c
88 O-
O
Sis
gr5 -
1 F
CD
CT" M
GO
ÖJ
"-3
c P
CD
2" B"1
«D CD
CD
Q- CX-
CD
B
rvt
to vr
f—c-i"-
gD
§f
a s
UI
*-> a
P CD
e-f-
erf- N
P CD
O CfQ
o*3
CD CD
CfQ P
CD Q.
33 P
3.
p!
CD
tr
CD
P
CD
y
O
T3
CD
12. O
g
s= gS
5 S-
6 B
ciSl CD
E-
Si *3*
vr e
cy* S"
mt
S O
2,
CD -G
P
1 -
p I
CD p"
B
a o
P- Sf
2 &3
p 2,
a
80 St"
-o
*-i
50
P
CfQ
et-
cr
P
N
o
cr
C-H
O
S
O
p
Ui N
S-
2. P
CD
0 °S
CD
1
i-l
N
S» P
c-j- g
O p
|S
0 ET
r—a>
CD DT*
<3 c+
P
I P
1 O
f
O P
p" P'
Q
S. P SL
o
a>
0
P G*
P EL
O N
a £-
ff CD
P-
jrf- CfQ
P-i CD
P Ck,
I S 50
I O
- p-
erf- e-f-
P- GD
F? P
go
O B
B
P B
-V
S3 cj- O"
P P 93
P S0
n a. 171
B
0 - 'S.
fi- g
S B
g 2 a
p: 3. B
go
N S
js: o
I -
2. es
kt 2.
5
es B
gs
r<J w.
CD
P- o
O
CD
i'
p c-
B so
«-e-
CD
9!
g-TO
P- B
S
o S.
DO o.
o' P
p- rt-
S
B P"
CD P>
O co
P"
tr
P- P-
tSJ
O
O
Jf
CD O
o
"8
r
i
»-e
CD
O»
B
a- p-
P B o. Ss
SP g P f—
JT P CfQ ef-
P-
P- P
CD p?
*4
B
CS3
CD
P
CD B
B £b
P- O
go O
M P-
e~f-
CQ
- i-
CD CD
«5:
tr
<D
s
d>
s s.
p
0
tS3
O erf-
CS3
CD 2
*-i P
a
CD
P Ch
CO
=r b
p
B GQ
O
P
CD UI
1-s
p"1 tr
CD QO
2-
5"
=-•£2
ut
Ui
»D
t-
SS
<1
1-
53
tt-
«S
w
O
n
w
0
w
8
ca
w
1
•o
11
J2i
O
a
p
r—
r*
<D
P
is -S
o
.a5 2
o3
i
O
QO
tSJ
p
Pa
O
cö
cö
cö
cö
p
•+-=
cö
T3
a
+2
r—i
f-*
rG
CJ
OQ
Ph
O
00
p
Pi
O
CÖ
cö
£1
P P
3 3 3
f S. o
cö
o «o
0 B ra
n 5 0
q a ~s
CÜ
1 on PH
0 OQ
P
O-
:s»
p 'Z?
a -sa
„"f
1 la
p K
+3
qd
-
ÖJD
GD 3
-
a
^cö
w
a
w
P
00
cö
O
-f-2 H—H
M
O W)
O
I Öfi
S 53
l
ÜU
fl
S3 O
S 1
O J
P
a
ba
•t. -
-o
0 S
1 -s
St g,
a
§0
O
O
k
t3
.2? I
•3
M
S a
c3 <u
a
2
O
00
B 25
15
6
ÈlE
P
*4jf O
a S
a ja
S-3
-g
SS
c3
M
9 05
i
o, O
o.
oS
cS
as
e
SP
3
a
CO
a a
s .2°
-ö
-• 03
c3
T2
PM ts
O
-fa a
S» fa
t
r*1 f*
Cö
O
•I—» fH
•r-r
csa o
|H
I 13
ts
-O g
S a
2
I-P
p g
w
£P
O -H-»
fa-T
"f3
H-»
CÖ
Q
P
00 O.
_o Cö
p
CÖ
-f-3
O o
-4-3 1-D
N I
^4
TD j
Q£) P
i-H I r—H
QC o
•r—s
-f3
P
s5
-f3
P rS
O
Cö
^H
rg cö
f2 05
w a
o
a
a
ca
N 52
Oh
Ph
O
CÖ
3 ik
w
■fa
O cé
2
t®
S fl
O cö
- M
-
s
fie S
o
as
"O
-ö
60 O
a a
<s
fi 'O
O g
tS fa -fa.
f -o 50
-Ö "3
S fa a
'C
ca _r
s I
co
^•0-3
^3
"f3
a
p
p
p
-f3
5
o v
fH
P -^Ö
P -f3
fH
ik
-f3
rrt
M CQ
O
"S
P
O
.3
•rfa ~f3
i m
4-3
P
fH (H
2
-S
i
fH
eaj
"S P
P
-4-3 CÖ
-
P
M
O
M
Ph
00
PQ
Xi
CÖ
CÖ
r/)
o ai
-f» c-, M
jg CÖ
S
0 as
o "fi fi
£3
s
cS
o 3
-f3
cö
CÖ *H
-f3
CQ
rr-t
TD o
w cö
*p
-
a
5 fa
P tA
.s a
001
Ph
.2
a
BC
•5 ik
I -fi
O
O
a
t! -fa
3 os
-Q
OS
-O 1-5
fi
O
-fi
w
CQ 1
s P
cö
Q
o I
CÖ 1
bJD fi
as
c3 O
c8 O
a
a
a w
fa w
s Zi
S 58 8
-3 I
o" a
45 fa"
45 -fa
2© o
O -4-J
pfl o
bo q 4
p Q
CQ
'fi
O
O
S-3
a
-fa s a
8 .2
-« a
03
tr
o
B
a v
est cj
J3
tr O
Pt
fi- m'
•J
8 S
Pt O
cd "rs
a
a
2L P
TO g-
css P
P f—
O
B
CD
P
cte P-
o
CD e-f-
fi- 2
II
p -o
P- -
CD
GD
S-
SL
w-
p-
c-
i*
CQ
P
r-"
P-
©z
»rf
ST
P
P-
P-
t?r
go
p-
O
O
p
o ïq
fa S.
D c-f-
«rf-
•O P
S3
e-f
P tt"
ET p
86
p' O
2
b
N
O
O
o 5f
Ho
gD
p B
O CB*
P
cq eu
s. I
e-f B
a
M
t-s
O
er
JJ-i cD
P-
8.
0Q
O
P-
P-
O
B
O
p-
p-
o
B
F?
•B:
e-f-
er
0
0
0
CD
D
w O
fa- fa=
fa. SS
0 DT fa
fi. 2 0
fa
-000
- O 0
fa rt-
0- 0
0 e»
os tr
ET
CD
0 ey
f I
§1
TO «i
cr 2
B
n fa
to' 0
0
5'
P-
e-ta
90
cr
r g"|
B S
1 s-
£f
2 zt
s s «8
0
0 TO
0 fi.
0
0
fi.
CD
0
TO
CD
P
cï
0
s - a
os O
O p
go
S 0 I
O
as to
cd
CD m
S,
B' F
hfa P
0
fi fi
Q 0 •-<
0* PT fa-
fa 0 0
fi p
0"
0
0
fi fa.
fi. O
2 S-
TO B <g
0 5* fi
|b D
p
O
p
p-
GD
SP
P
P-
2-
1—3.
a
0Q
B
s
B
O
Ph
M P-
p gD
JS g
P-
S.
&S*
cr
p
c»
N
p-
Ph
•B:
t^
03 H
s a
fi FT
W B
P
o S
B a.
►O ©H
O
<J
0
e-f-
0"
0
0
0
P
Cö *~o
s
2-
sr
«0:
p
o ro
B
B
F
CO 2
O
g- p-
s
Ph
SB
P
r—
fa-
O
fa
S
ca
CD
tr 0
O
fi-
0
tr
2 w
fi-
S
O q
P
PH 90
P? r/T
B. o
B
0Q sJ
5
t3°
P
P
^TO
g
e—I-Ha
erf-
PH
N
©V
Wa 'K
g.7
g.
S2 Ë-
jr-
0Q
w
O
P- rf
W- P-
£0
I e=f-
P-
0Q
P-
£L, ef-
M
tö
ef-
O
P
S-
Cfa-c
w
B
p
?r
ff
3
p
w
f3
O
CQ
ca
m
H
P
O
M
M
O
O
M
3
-<
GM
lC
CÖ
cö
F-i
<D
-te
a
<D
P
a J
öfl <p o
0
H3
1 -I
O -g
sp a
0 OS O
fa fid TO
-fi O
fa 03
G> W
«o
OB
IS5
M
CÖ -
CÖ
'P
O
p
T3 rt
fl -2
2
- o
ik F
-2
o3
fa c
SI
O
n
3 g -
03 S
fa o 0
-0 --?
-fi S
OS H
H
a Q- os
H 5 "0
a
&o
<D a
fa o
3 cL 0
s s* O
O
N a
8
fa 03
-0
Jil "0
1^ 8
Ph O O
—f3 -f3
a
-P CÖ
rP
CÖ
CS3
PH fl®
rrj
O
I
It
CS3
00 S ei
P C1-*
W
CÖ
CC
-f3
a
W
t>
O
bfi
cö
:p» P
- o
tS3
w ^3
M
Ph
S
■s
ca
0
an
"3
TO
a
N
fa
a
ra -S
■s
•s I
a fa
-fa "0
.2 o
g 2
«-0
a
F
:5* a
N -a TO
a fa ra»
83 T3
M 0
O TO
-a
_r a
"2
o g
2
a
a
r©
M
O
O
CQ
P CÖ
-f3 W
_r
M
-f3
W
o 8
«SD 5^
O
a
-fa -5
-1
cö 2 fl
1—I CÖ rM O
fl'0 Is
I 8^
*0
0
a to
00 ca
fa fi
TO TO -W
0
a
V
Zi a
•to fi
m a
•A a
5 0
r* O
"0
»P—3 W
fl S
2 S
TO
0 .-s
-
"0 TO
a 0
a g
if o
?S3
o
O
t
cö
•S
J!
TO g
o 0
45 o
u
W) -f3
P
.fl T3
CQ
e» 0
-fa -fa
3
CO O
fa N
i,
N
-2 S
cö
O
a
1-
f jf
0 N
a g
"f3
fH O
O
0 iT
o
5
N
wP fl
pg
T3
N FH
O
-f3
W)
s fl
rP O
FH
CQ -W
P
r® O
-f3
Ph fl
O
O M
-o >g
a ,aj
s fl
s 0
-g
fi TO
03 -g
rg
-f3
fa 00
*3
CS3 W
a .0 0
i
o. £3-2
-§
a m s3
S fl
0 S
f" t>D 'fa
I"
1, as
-0 fa
K A
45
s
S -§
■fl n-i
o. I?
o a
o
fP r~*
*to
43
•fl
fl
'o
O
B p
-ö 'S
fl
a
flÖ fl
f3 H
CQ cö
cö
p s
M p
CQ
w 51 |0
2 w
"fl S
.9
1
tfa
a
a
03
0 TO
o TT
t>B 60
3 "3
So
.9
b£ ca
rfl
t-i Ti
Ph
CQ
d) 4-3
N 0
fa fl M
l'S-S
fP CQ CD
Ctf
P P FH
si®
p -fl "g
p
■f3 w
•fH FH
fh J3
fP
-fl g 3
§1 fa
TO -° -fl
«s "2
-0 N
O
p
-fl
0 a
3 g
bc
-f»
Fh cö
1
<-P
a
0 s
1
O-
SC
lZ
O. W
'fi fa <8
«O fl fa
n :ts* 0
- N O
d) CÖ
ES
-[© s
«8 5
Cö
ba
5 -9
-f-i#
9-ë
w
CQ
is a
a 0