Zaterdag 13 Maart 1931 86®*® Jaargang N\ 3684, voor de BSuldliollaiidselie en Meenw^eïtc Mlanden. Eerste Blad. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES Mmm uit list Centra, W. BOEKHOVEN Z@a@as Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie fjranso to® te zenden aan de Uitgevers OP OEI UITKIJK. Rsclames Midsdaslingsi), iwf 11 -rnnr-mi t rrnrftffifig!a°bsatei Dcse Courant versch|nt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent by vooruitbetaling.. BUITENLAND b| vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITOEVBSSi 80MMRLSDIJK. Telefoon intercommunaal No. 202. ADVERTENTIËN 20 Cent per regel, RECLAMES 40 Cem pet regei. BOEKAANKONDIGING 10 Cent per regel. DIENSTAANVRAOEN en DIENSTAANBIEDINGEN 1 1.- per plaatsing. Groote leitors en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die z9 beslaan. Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR. Werkeloosheid. Er doen In de Pers allerlei berichten de ronde, dat er aileirwege werkeloosheid hmscht. Andere berichten spreken 't tegen. Menschen uit de Stad beweren, dat de kram* ten overdrijven en 't met de werkeloosheid daar niet ongunstig staat. W3 hebben ver schillende cijfers onder de oogen gekregen, vooral die sloegen op de uitkeerlngen uit de Werkeloosheldkaasea, maar dan is onze con clusie, dat er schaarste aan werk is in som mige branches, doch la andere weer handen te kort. Toch zou 't geen verwondering r-kken, als de armoe onder de werklieden A^öot was. Twee factoren werken daarin mee: de hooge loonen en de schuchterheid van 't publiek om te koopen. Er Is bij 't publiek een afwachten van goedkoopere prfjzen. Het ziet in vele artikelen eeaige daling en geloolt, dat die dóór zal gaan. Vandaar een storing in den kcop en verkoop. Vandaar een zoogenaamde schijnbare overproductieniet als gevolg van te veel produceeren, maar van te weienig verkoopen. En deze volheid van magazijnen is weer oorzaak van faillieten, van werkeloosheiden afdanken van employes met al de narigheden daaraan verbonden, We lazen van patroons, die 't Contract verbraken om daardoor op goedkooperen voet een nieuw Contract te kunnen sluiten met hun werklieden. We lazen ook van groote Invoeren nit 't Buitenland, waartegen sommige Nederlandsche firma's niet konden ccncureerten wat weer het gevolg bad een afdanking van heele groepen onge huwde mannen en vrouwen om zoodoende de gehuwde nog aan 't werk te kunnen houden een gedeelte der week. Hooge loonen; geen afzet; overdadige 'nvoer uli 't Buitenlanden achturige werk- worden voor sommige takken van in dustrie genoemd als de oorzaken der misère, Nieuws Is dit alles niet. Elke oorlog voert werkeloosheid en ontbering in zijn nasleep. En we gelcoven dat de crisis rog pas be gonnen is en dat er geduchte klappen zullen vallen. Ook In den Landbouw Maar toch Is onze overtuiging, dat de sla gen in den Landbouw minder groot sullen zijn dan in den Handel en Industrie, omdat 't aanpassingsvermogen van den Landbouw aan crisistoestanden, zelfs ,b| 't l|den van verliezen, grooter is dan in de Industrie. 't Landbouwbedrijf zucht zeer zeker onder hooge pachten tn dalende prezen, maar de landbouwcultuur is geen corset met stalen baleinen, d ;t tot onbeweegl|kheld dwingt. Landbouw laat spacle toe, wisseling, omvor ming, aangrlpen van 't oogenblik, maar dat is met Handel en Industrie niet zoo. Zwangerschap der ongehuwde onder wijzeres. De Raad van Opsterland, in Friesland, had bepaald, dat ook van ongehuwde onderwg- seressen, die in staat van zwangerschap ver- keeren een verlof van vif maanden met ge not der halve Jaarwedde kan worden verleend indien naar 't oordeel van den Rsad de juf frouw-overigens onbesproken van gedrag ic. Deze bepaling is door Ged. Siaten niet aan vaard, niet goedgekeurd. De Raad is toen in booger beroep gegaan en de Minister dr< de Visser heeft 't Raadsbesluit goedgekeurd mits de toepassing uitzondering bl|ve. Re- gei mag slechts x|n, dat er geen gehuwde onderw|zeres8en in de school z|n. Uitzon dering is er, als er wel een gehuwde is. En een uitzondering op die uitzondering is er, «>s er een ongehuwde moeder op school is. Zulke toestanden komen zeer, zeer zelden voor. En principieel bekeken zouden we zcón juffrouw aanraden haar ontslag te nemen; niet om een eersten steen op haar te werpen want wie staat, zie toe, dat hl] niet valle maar omdat een ongehuwde moeder als on derwijzeres lets van haar zedelijk gezag In de School en daar bulten verloren heeft. Beklaag baar. en laat z| steeds van onbesproken ge drag geweest, z|n; van nobele en geachte familie, een juweel in de schooler Is toch door die zwangerschap een omkeeting geko men In haar verhouding tot de hedendaag- sche Maatschappij en haar zedeleer. „GIJ zult niet echtbreken" en „G| zult geen over spel doen", staan daar nog als verboden in de Tafel van Tien, En al is haar straf als moeder-zonder-man voor héér al zwaar en zal zij dien toeitand zelf met duizend tranen beweenen en leder wel den kende met haar toch zouden we haar, om haar zelf wil, de school niet meer willen zien intreden. De Minister laat haar echter wéér op de School toe, nadat ze, na verlof van v|f maan den, met behoud van half traktement (vol gens de Gemeente-verordening) haar moe derschap in de ontroerendste tijden gedra gen heeft. Wéér is dan haar kindje, dat zij onder 't hart gedragen heeft Hoe is z| zelf als onderwlzeres en moeder met haar gedachte staande voor de klasse.? Wat moet er, vóór de klasse, in haar ziel. omgaan, wetende (op 't Platteland weet men alles van een juffrouwdat ouders en kin deren van hase bevalling afweten Genade I zegt ge 1 De Minister wil haar gena bewijzen. We erkennen en beamen ten volle die barmhartigheid, en de Heiland zei:.Ga heen eu zondig niet meer" toen farizeeërs fcéèr tot Hem brachten. maar de overspeelster b| Jezus woorden, was geen onderwijzeres. We zouden de Juffrouw aanraden: Kom niet meer op school. Het verlof van 5 maan den zouden we willen omzetten In ontslag van den dag af dat zf| self haar moederschap niet meer kon verbergen voor de kinderen der klasse; en haar halve jaarwedde zouden we uitkeeren als de Ouders arm waren of zij zelve in zware moeite geraakte door ge mis aan salaris. We zouden niet durven scg- ;ea: Ga heen en word warm" en haar te vens de middelen onthouden om haar moe derschap te dragen buiten honger, kommer en ellend. Ze zou in nog dieper val kunnen geraken, en ais Raad der Gemeente zouden v/e daarvoor willen waken. Informatiebureau der S. D. A. P. Ia 't Statuut voor de Gemeenteraadsleden der S. D. A. P. is één afdeel tog gewijd aan 't Informatiebureau, wat in de artt. 17-18-19- 20 en 21 nader wordt uitgewerkt, Ze luiden aldus Informatie arbeid. Art. 17. Hoofdtaak der vereenigisg is te zorgen voor goede informatie der leden, ten einde hun beter in staat te stellen, vruchtba ren arbeid in de gemeenteraden te verrichten. Art. 18. Met dit doel houdt de vereen, een Informotiebureau, gevestigd te Amsterdam. Aan het hoofd van dit Informatiebureau staat een directeur, dia wordt aangewezen en be zoldigd door het Partijbestuur. Art. 19. De werking van 't informatiebureau geschiedt in overleg met 't hoofdbestuur. Art. 20. De verdere Informatie geschiedt door middel van provinciale of gewestelijke vergaderingen, waar inleidingen en gedachte wisselingen worden gehouden over principi- eele of actueeie onderweroen Het hoofdbe stuur zorgt voor de keuze der ia leiders, in overleg met het provinciaal of gewestelijk bestuur. Zoo mogelijk worden in iedere pro vincie of gewest twee dezer vergaderingen per jaar gehouden. Art. 21, Het bestuur of een door ft bestuur aan te w|zen lid stelt zich beschikbaar om de leden in x|n provincie of gewest van ad vies te dienen in de dagelpsche aangelegen heden. Voor aangelegenhedenheden van ge- meente-politieken aard verwijst het bestuur de leden naar het informatiebureau. Zoo'n Informatiebes tuur is goud waard. Is een Raadslid niet voldoende op de hoogte met een aanhangige kwestiehg sckrjjft eren een brief ad 10 cent naar't Informatiebureau en hg wordt volkomen ingelicht. En met deze gegevens gewapend bestijgt hg de tribune en hg praat als Brugman over de punten der Agenda. .Waar haalt de vent 't vandaan," zegt de toehoorder? Wel, van 't Informa tiebureau. Voor een onnoozel dubbeltje kan hg al die wgsheid luchten. Zoo'n Informatiebureau ligt ook ingesloten in 't Miljoenpian der Antirev. partg. Wie eens wat weten wil uit Stad en Corp, over dit of dat, wat aan de orde is of spoedig komt, vervoegt zich maar aan 't Bureau en binnen een paar dagen weet hg ongeveer alles wat hg voor z$n onderwerp noodig heeft. Informatie- en Consultatiebureaux z|n in onzen Tgd met zgn vele nieuwe vraagstukken brood noodig. Raads- en Kamerleden kunnnen er niet buiten. En ieder die meeleeft 't publieke leven zgns Volks heeft herhaaldeigk gevoeld en opgemerkt, dat .informceren" brood noodig is om beslagen ten gs te kunnen komen. On kunde is toch zoo'n verdrieten scha voor de huishouding der Gemeente. Kennis is macht en zuinigheid tevensze be hoedt voor dure onvoorzichtige financieels uitgaven. Rndtak verboden. Ze waren kort geleden getrouwd. En ze hadden elkaar harteigk Hefdaar was niets op aan te merken I Natuurigk.de „mal ligheid" van den verlovingstgd was er wat af, maar de kenner zag toch wel aan allerlei kleinigheden dat ze gelukkig waren met elkaar. „Een flink paar", ego zei men. Hg een hupscbe, jonge kerelnu ja I géén genie maar die zjn er nu ee~ maal geen dertien in een dezgn en 't zou een onhoud bare wereld worden als alle menschen ge nieën warenhg tand een ondergeschikte be trekking en daar sou hg denkelijk zijn leven lang wel in werkzaam blijven, maar voor zgn werk was hg goed. En hg vond er x|n brood In. Zg, een aardige, jongevrouw, vriendel|k, zonder aanhalig te zin, opgewekt zonder uitbundigheid, prettige praatster, zonder dat ze ooit een babbelkous werd, Vanzelf hadden ze dus tal van kennissen. Ze werden nogal eens een avondje ge vraagd en ze lieten dat niet onder zichook bg hen aan huis was var.k bezoek. Zooals dat gaat met een jong huishouden, de bezoekers en vooral de bezoeksters keken met belangstellenden en critischen blik om zich heen en als ze héél eigen met elkaar waren, fluisterden dc dames elkander soms In 't oor, of zelden 't zacht als ze weer heen gingen ze kunnen 't hier nogal eens doen I Dat scheen dan ook wel 't geval. Dat bleek uit het meubilair, 't welk se zich hadden aangeschaft, alles naar den aard en naar den eisch, daar was nu niets op aan te merken, En niet alleen hadden ze wat noodig was maar ook wel wat gemist kon worden en dat men In een gezin waar 't wat soberder leven is, later es brggt als cadeau ót eerst aanschaft als 't leven meer overvloed brengt. Er was kristal op tafel en silver. En 't onthaal was ermee in overeenstem ming er was al gauw es aanleiding om een glas wgn te schenken en ook b| een héél gewone visltle was er toch verschillend ge bak ja 1 se konden het wel doen, deze jon gelui 1 Er wéren dingen die men niet wist. Dat van het meubilair nog niet de helft was afbetaald en dat de rest In msandeigk- sthe stortingen moest worden voldaan, cS&t wist alleen de leverancier en zoolang hem geregeld die schuld werd gekweten, had hg ook geen enkele reden om te spreken. Van hém wist men we! dat z§n ouders niets hadden dan hun goeden, eerigken naam, zg hadden aitgd hier ter plaatse gewoond maar van haar werd algemeen aangeno men se kwam van eldeis 1 dat ze 'n aardig duitje had meegebracht. 40 cent per regel. 3 S-&3 S&ï G&S Biecht Hollaedsehe verpakking en Gebruiksaanwijzing. Maar dat dit „duitje" slechts bestond uit een vgthonderd gulden op de Spaarbank, haar moederigk erfdeel, dat ze bg haar huwel|k had meegekregen en dat reeds de eerste maanden na 't trouwen zoo af en toe dat boekje moest worden aangesproken voor den wgn en de taartjes en wat er meer In 't jon- gelul's gezin genoten werd, Neen, dat vermoedde nu niemand. En zgn getweeën, ze hadden geen van bei den leeren zorgen, bekommerden zich er ook weinig over. Ze kwamen immers niets te kort) Hij zou wel eens verhooging kragen En zij had een tante, van wie se, nu I geen schiften, maar toch een zoet duitje te wach ten hadden De eerste twee, drie jaar ging het. Och, zoo'n hulsgezin heeft zoo weinig nieuws noodig als 't eenmaal in de spullen zitbovendien, hg kréég wat verhooging, had ook nog wel een buitenkansje met 'n heel nette verzekering; het gtog. Maar in 't vierde jaar werd het anders. Alles kwam toen bg elkaar. Bg hun eersteling, 'n jongen, kwam een meisjenieuwe oudervreugde, maar ook grooter ouderzorg en alles werd bg den dag duurder. Zij was niet zoo heel sterk, er moest een meisje komen voor den heelen dag. De linnenkast moest noodig aangevuld. Er stond nog schuld van 't meubilair, 't Spaarboekje was verbruiktz|n „ver hooging" had hg nu voorlooplg te pakken; de kring der kennissen was voor de verze kering vr|wel afgevlscht, de tante leefde nog en had zelfs nog op een 60-jarigen leeftgd nog 't jawoord gegevea aan een besneeuw- den weduwnaar, die ook de lucht van haar „zoet duitje" gekregen hid Kort en goed't gezin kwam te kort, 't Kon zoo niet; dat sagen ze. Ze waren het te grootscb begonnen; ze hadden hst te hoog voortgezet, er moes ten maatregelen genomen worden, zouden ze zich niet onredfeaar in de taaie modder van den schuldput vastwerken. Z<slf zagen ze dat ook in. Maar theorie en praktgk zgn er twee „Mannie 1 'k bedoel er niets kwaads mee en ik gun je ook wel watmSar met al die dure sigarenme dunkt déér was zeker wat op te bezuinigen 1" „Vrouwlief: je hebt verleden jaar pas een nieuwen hoed gehad, daar kon je toch eigenlik dit jaar nog wel mee doen I" Zoo ging het, allervrkndelpst. Allerlei bezuinigingen werden, geaóémd. Maar er kwam heel weinig van, Mannie vond dat zoo'n kistje sigaren 't em nu waarigk toch niet deed en vrouwlief ver klaarde, dat de mode sinds verleden jaar zich zeer aanmerkelijk gewlxigd had en dat ze er toch niet als een vogelverschrikker uit kon zien. En zoo raakten hun geldmiddelen steeds meer in de war. Nu had „zg" eea zeer oude grootmoeder, waar heel weinig van te „halen" viel, maar die een wijze vrouw was en tot wie s| beiden zich, toen ze eens een Zondag over was wendden om raad. Openhartig werd de toestand blootgelegd Feiten en cijfers werden genoemd. Toen schudde 'i grootje ernstig 't hoofd. ,'k Zal jullie net zeggen, hoe ik er over denk en hoe 't ook Is, zie, kleine middelen helpen in dit geval niet. Dat ééne kistje si garen en die ééne hoed, zullen het in zeker opzicht niet doen. jullie kunnen alleen met groote middelen worden gered. „Wat zou je oh8 das raden, grootmoe?" 't Oude mensch dacht even na. „Om te beginnen, moet je zoo gauw mo- geigk hier uit je hui3, Huur iets, dat zoo even boven 'n arbeiderswoning uitkomt, 'n heel kleine middenstandswoning, als je die krfgen b ut. K|k vooral nuar je gemak» dan kun je met weinig hulp je; huis netjes hou den. Je kunt dan 't meubliment hiervoor missen, meubels genoeg I verkoop het, 't is zoo goed als nieuw eu doe Ineens je meu belschuld af. Als je dan in een kleiner huis en in een andere omgeving woont, dan hoor je de „echte" vrinden wel en de „blaploopers" big ven weg, wat geen verlies is. Om zoo te bl|ven voortleven als je nu doet, moet je tweemaal zooveel inkomen hebben en dat kr|g je niet En is je dit alles hier te moel- igb, tracht dan een betrekking te kr|gen op een andere plaats en begin déér dan opnieuw en beterZie. nulheb Ik net gezegd, wat ik er van deuk 1" Of de goede raad ook is opgevolgd Dat doet er ru niet toe, 't was ®gn doel niet, om enkel 't verhaal te geven van 't huishouden, dat te kort kwam, 't Is me om de vergeigklng, om de leering te doen. Zooals het met dat huishouden, 't welk ik toekende, vastliep in 't klein, zoo gaat het met de hulshouding van den Nederlandschen Staat in 't groot. Ja, tot nogtoe loopt alles nog. Maarwe raken dicht nab| 't einde I 't Gaat een poos goed, om 't eene gat met 't andere ie stoppen, masr als de leening- last zgn hoogtepunt heeft bereikt, als de belastingen niet meer kunnen verzwaard en als dan toch het jaarigksche tekort van 50 op 100 mlilloen en wie weet: hos gauw van 100 op 200 millioen springt, dan gaat de boel onherstelbaar fout. 't Is of we leven ia een tempo van raserng I Tien jaar geleden ging de waarschuwing door de pers: Laten we toch zorgen, dat; Landsuitgaven niet gaan boven de tweehon derd millioen, laten we toch al het mogel|ke doen, om déér beneden te blijven I Nu, we vlogen er al ver overheen. Dat is, zegt men, de waardevermindering van het geld en men heeft daar in zekeren zin gel|k aan. Maar als nu mannen-van-naam, die't maar niet om een praatje te doen is, met hem ver zekeren dat we, als 't zoo doorgaat meteen paar jaar staan niet voor een uitgaven totaal maar voor een tekort van 200 millioen, dan kunnen we toch gerust zeggen, dat het zóó niet kén. Nu wordt er over bezuiniging gepraat. Maar 't gaat tusschen Regeering en Kamer vaak, zooals het tusschen man en vrouw in dat huisgezin ging: ze komen van weers kanten gedurig, dét hebben ze noodig en dét kunnen ze niet missen, en dié „kleinigheid" zal 't ons nu toch niet doen en het „totaal" gast onveranderigk omhoog. Terwgi de „buitenkansjes" ophouden gaan. En er zeker op verméérdering van inkomen weinig kans en k|k is, in den eersten tgd. Het móét cp „bezuiniging" aan. En ook voor den Staat geldt de wisheid van die oude grootmoeder, bovenbedoeld dat men er met „kleine" middelen niet komt. „Groote" alleen kunnen nog helpen. Of men al hier een heele en daar een halve „ton" weet uit te sparen, dat zal niet baten. We moeten In een goedkooper huls en de salon-meubelen moeten weg ea alles navenant. We moetan weten te zeggenStop. Zie, er zgn ook in 't huishouden van den Staat vele goede, hoogst nuttige zaken, die volstrekt niet onder de weeldeartikelen te rangschikken zg-, doch waarvan we ons moeten leeren spenen, omdat se desnoods hunnen worden gemist. Of die moeten Uitgesteld tot later. 't Voornaamste is op 't oogenblik, dat we 't hoofd boven water houden eu dat er ein- delfk tusschen inkomsten en uitgaven weer eens evenwicht komt. Dat al wat wcrkeigk „weelde" is onver- blddeigk moet worden geschrapt, spreekt vanzelf. Een reuzeuiaak, dat stem ik toe. Ook kén Ik me begrijpen, dat menigeen woordeloos zegt: „dat kan toch niet; daar komt toch niets ven!' Ja, rnaasr.als 't nu eenmaal móét Gemeenten, die in de penarie zittfen schui ven af op den Staatwat se niet mee vallen zalmaar de Staat heeft niets, waarop hg „afwentelen" kan En „nood" leert ook zuinig z|n 1 Tenminste, dat hopen we van het lieve Vaderland. UITKIJK. Amice I Ik woonde eens een vergadering b| van een asti-revolutionaire kiesverecniglng, waar werd gepunt oyer den Inhoud en de exploi tatie van het daar versch|nend provinciaal partg orgaan. Wat heb ik mg op die verga dering zitten verkneuteren! Als je al die mecschen zoo hoorde redeneeren dan bere kende dat allemaal niets. Het was net ol eeu persmensch geen ambitie, geen routine, geen aanleg, geen liefde, geen opoffering voor z|n werk noodig had, alsof dit alles maar van zelf ging. En toen we des avonds laat naar huls gingen zat er een courant in mekaar, die klonk ais een klok. Alleen zullen den anderen avond alle beacekets der vergadering zeer ontevreden z|n geweest, want er was nou letterlik niet de minste verandering In het blad aangebrachtEu zc zullen heb ben gezegd: Hé, ik dacht, dat gisteravond we de zaak zoo aardig voor mekaar hadden. Nu gebeurt dit laatste wel meer. Op jonge- lingsvereenlgingen, propaganda-clubs, kics- vereeaigtogea wordt vaak over heel zwaar wichtige onderwerpen een boom opgezeten worden dan ten slotte conclusies getrokken. En wat bl| kt dan later maar al te vaak Dat er niets van deugt. Dat de zaak of wat het ook maar is, opnieuw aan de orde wordt gesteld. Dan zegt men verwonderdhè, ik dacht, dat we dat zaakje onlangs morsdood hadden gemaakt, of, dat het in orde was. En zoo heeft al ons praten ons niet verder ge bracht. Om misverstand te voorkomen wil ik al heel gauw zeggen, dat Ik met het vorige nieta klelneerends bedoel. Het is haelemaal niet erg, dat er op genoemde vereenigingen over zwaarwichtige onderwerpen een boom wordt opgezet. Als we ons maar niet ver beelden, dat we de wisheid in pacht hebben en dat we één, twee, drie alle voorkomende vragen maar eventjes kunnen oplossen. De werkeigkheid leert ons wel anders.Maar natuurlik moet over verschillend* zaken ge sproken. Het is dan alleen maar jammer, dat ais regel steeds dezelfde personen bet woord voeren. Dat is niet (hl, die nooit spreekt zegt dat wel eens) omdat z| zichzelven zoo graag hoe-ren praten (al z|n er zulke natuur lik wel), maar omdat niemand anders het doet. Ik mag graag op die vergaderingen zitten zonder een enkel woord te zeggen. Alleen luister Ik dan naar de verschillende meenin gen en tracht m| een weg te effenen door het labyrinth dier diverse meeningen en op merkingen heen. Want iedere meening, als regel kunnen we dat gerust aannemen, bevat iets goeds. Nu komt het er maar op aan, dat goede te vinden uit alle meeningen, om ten slotte het geheel te verkrlgen. Dit au gebeurt lang niet op Iedere verga dering en door iedereen. Zoo gratg wil men z|n haan laten koning kraaien. En dan kletst men maar raak. Omdat men nu eenmaal met

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1921 | | pagina 1