Zaterdag 13 Maart 1931
86®*® Jaargang N\ 3684,
voor de BSuldliollaiidselie en Meenw^eïtc Mlanden.
Eerste Blad.
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
Mmm uit list Centra,
W. BOEKHOVEN Z@a@as
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie fjranso to® te zenden aan de Uitgevers
OP OEI UITKIJK.
Rsclames Midsdaslingsi),
iwf 11 -rnnr-mi t rrnrftffifig!a°bsatei
Dcse Courant versch|nt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent by vooruitbetaling..
BUITENLAND b| vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITOEVBSSi
80MMRLSDIJK.
Telefoon intercommunaal No. 202.
ADVERTENTIËN 20 Cent per regel, RECLAMES 40 Cem pet regei.
BOEKAANKONDIGING 10 Cent per regel.
DIENSTAANVRAOEN en DIENSTAANBIEDINGEN 1 1.- per plaatsing.
Groote leitors en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die z9 beslaan.
Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR.
Werkeloosheid.
Er doen In de Pers allerlei berichten de
ronde, dat er aileirwege werkeloosheid
hmscht. Andere berichten spreken 't tegen.
Menschen uit de Stad beweren, dat de kram*
ten overdrijven en 't met de werkeloosheid
daar niet ongunstig staat. W3 hebben ver
schillende cijfers onder de oogen gekregen,
vooral die sloegen op de uitkeerlngen uit de
Werkeloosheldkaasea, maar dan is onze con
clusie, dat er schaarste aan werk is in som
mige branches, doch la andere weer handen
te kort. Toch zou 't geen verwondering
r-kken, als de armoe onder de werklieden
A^öot was. Twee factoren werken daarin
mee: de hooge loonen en de schuchterheid
van 't publiek om te koopen.
Er Is bij 't publiek een afwachten van
goedkoopere prfjzen. Het ziet in vele artikelen
eeaige daling en geloolt, dat die dóór zal
gaan. Vandaar een storing in den kcop en
verkoop. Vandaar een zoogenaamde schijnbare
overproductieniet als gevolg van te veel
produceeren, maar van te weienig verkoopen.
En deze volheid van magazijnen is weer
oorzaak van faillieten, van werkeloosheiden
afdanken van employes met al de narigheden
daaraan verbonden, We lazen van patroons,
die 't Contract verbraken om daardoor op
goedkooperen voet een nieuw Contract te
kunnen sluiten met hun werklieden. We lazen
ook van groote Invoeren nit 't Buitenland,
waartegen sommige Nederlandsche firma's
niet konden ccncureerten wat weer het gevolg
bad een afdanking van heele groepen onge
huwde mannen en vrouwen om zoodoende
de gehuwde nog aan 't werk te kunnen
houden een gedeelte der week.
Hooge loonen; geen afzet; overdadige
'nvoer uli 't Buitenlanden achturige werk-
worden voor sommige takken van in
dustrie genoemd als de oorzaken der misère,
Nieuws Is dit alles niet. Elke oorlog voert
werkeloosheid en ontbering in zijn nasleep.
En we gelcoven dat de crisis rog pas be
gonnen is en dat er geduchte klappen zullen
vallen.
Ook In den Landbouw
Maar toch Is onze overtuiging, dat de sla
gen in den Landbouw minder groot sullen
zijn dan in den Handel en Industrie, omdat
't aanpassingsvermogen van den Landbouw
aan crisistoestanden, zelfs ,b| 't l|den van
verliezen, grooter is dan in de Industrie.
't Landbouwbedrijf zucht zeer zeker onder
hooge pachten tn dalende prezen, maar de
landbouwcultuur is geen corset met stalen
baleinen, d ;t tot onbeweegl|kheld dwingt.
Landbouw laat spacle toe, wisseling, omvor
ming, aangrlpen van 't oogenblik, maar dat
is met Handel en Industrie niet zoo.
Zwangerschap der ongehuwde onder
wijzeres.
De Raad van Opsterland, in Friesland, had
bepaald, dat ook van ongehuwde onderwg-
seressen, die in staat van zwangerschap ver-
keeren een verlof van vif maanden met ge
not der halve Jaarwedde kan worden verleend
indien naar 't oordeel van den Rsad de juf
frouw-overigens onbesproken van gedrag ic.
Deze bepaling is door Ged. Siaten niet aan
vaard, niet goedgekeurd. De Raad is toen in
booger beroep gegaan en de Minister dr< de
Visser heeft 't Raadsbesluit goedgekeurd
mits de toepassing uitzondering bl|ve. Re-
gei mag slechts x|n, dat er geen gehuwde
onderw|zeres8en in de school z|n. Uitzon
dering is er, als er wel een gehuwde is. En
een uitzondering op die uitzondering is er,
«>s er een ongehuwde moeder op school is.
Zulke toestanden komen zeer, zeer zelden
voor. En principieel bekeken zouden we zcón
juffrouw aanraden haar ontslag te nemen;
niet om een eersten steen op haar te werpen
want wie staat, zie toe, dat hl] niet valle
maar omdat een ongehuwde moeder als on
derwijzeres lets van haar zedelijk gezag In de
School en daar bulten verloren heeft. Beklaag
baar. en laat z| steeds van onbesproken ge
drag geweest, z|n; van nobele en geachte
familie, een juweel in de schooler Is toch
door die zwangerschap een omkeeting geko
men In haar verhouding tot de hedendaag-
sche Maatschappij en haar zedeleer. „GIJ
zult niet echtbreken" en „G| zult geen over
spel doen", staan daar nog als verboden in
de Tafel van Tien, En al is haar straf als
moeder-zonder-man voor héér al zwaar en
zal zij dien toeitand zelf met duizend tranen
beweenen en leder wel den kende met haar
toch zouden we haar, om haar zelf wil, de
school niet meer willen zien intreden.
De Minister laat haar echter wéér op de
School toe, nadat ze, na verlof van v|f maan
den, met behoud van half traktement (vol
gens de Gemeente-verordening) haar moe
derschap in de ontroerendste tijden gedra
gen heeft.
Wéér is dan haar kindje, dat zij onder
't hart gedragen heeft
Hoe is z| zelf als onderwlzeres en moeder
met haar gedachte staande voor de klasse.?
Wat moet er, vóór de klasse, in haar ziel.
omgaan, wetende (op 't Platteland weet men
alles van een juffrouwdat ouders en kin
deren van hase bevalling afweten
Genade I zegt ge 1 De Minister wil haar
gena bewijzen.
We erkennen en beamen ten volle die
barmhartigheid, en de Heiland zei:.Ga heen
eu zondig niet meer" toen farizeeërs fcéèr tot
Hem brachten. maar de overspeelster b|
Jezus woorden, was geen onderwijzeres.
We zouden de Juffrouw aanraden: Kom
niet meer op school. Het verlof van 5 maan
den zouden we willen omzetten In ontslag
van den dag af dat zf| self haar moederschap
niet meer kon verbergen voor de kinderen
der klasse; en haar halve jaarwedde zouden
we uitkeeren als de Ouders arm waren of
zij zelve in zware moeite geraakte door ge
mis aan salaris. We zouden niet durven scg-
;ea: Ga heen en word warm" en haar te
vens de middelen onthouden om haar moe
derschap te dragen buiten honger, kommer
en ellend. Ze zou in nog dieper val kunnen
geraken, en ais Raad der Gemeente zouden
v/e daarvoor willen waken.
Informatiebureau der S. D. A. P.
Ia 't Statuut voor de Gemeenteraadsleden
der S. D. A. P. is één afdeel tog gewijd aan
't Informatiebureau, wat in de artt. 17-18-19-
20 en 21 nader wordt uitgewerkt, Ze luiden
aldus
Informatie arbeid.
Art. 17. Hoofdtaak der vereenigisg is te
zorgen voor goede informatie der leden, ten
einde hun beter in staat te stellen, vruchtba
ren arbeid in de gemeenteraden te verrichten.
Art. 18. Met dit doel houdt de vereen, een
Informotiebureau, gevestigd te Amsterdam.
Aan het hoofd van dit Informatiebureau staat
een directeur, dia wordt aangewezen en be
zoldigd door het Partijbestuur.
Art. 19. De werking van 't informatiebureau
geschiedt in overleg met 't hoofdbestuur.
Art. 20. De verdere Informatie geschiedt
door middel van provinciale of gewestelijke
vergaderingen, waar inleidingen en gedachte
wisselingen worden gehouden over principi-
eele of actueeie onderweroen Het hoofdbe
stuur zorgt voor de keuze der ia leiders, in
overleg met het provinciaal of gewestelijk
bestuur. Zoo mogelijk worden in iedere pro
vincie of gewest twee dezer vergaderingen
per jaar gehouden.
Art. 21, Het bestuur of een door ft bestuur
aan te w|zen lid stelt zich beschikbaar om
de leden in x|n provincie of gewest van ad
vies te dienen in de dagelpsche aangelegen
heden. Voor aangelegenhedenheden van ge-
meente-politieken aard verwijst het bestuur
de leden naar het informatiebureau.
Zoo'n Informatiebes tuur is goud waard. Is
een Raadslid niet voldoende op de hoogte
met een aanhangige kwestiehg sckrjjft eren
een brief ad 10 cent naar't Informatiebureau
en hg wordt volkomen ingelicht. En met deze
gegevens gewapend bestijgt hg de tribune en
hg praat als Brugman over de punten der
Agenda. .Waar haalt de vent 't vandaan,"
zegt de toehoorder? Wel, van 't Informa
tiebureau. Voor een onnoozel dubbeltje kan
hg al die wgsheid luchten.
Zoo'n Informatiebureau ligt ook ingesloten
in 't Miljoenpian der Antirev. partg. Wie eens
wat weten wil uit Stad en Corp, over dit of
dat, wat aan de orde is of spoedig komt,
vervoegt zich maar aan 't Bureau en binnen
een paar dagen weet hg ongeveer alles wat
hg voor z$n onderwerp noodig heeft.
Informatie- en Consultatiebureaux z|n in
onzen Tgd met zgn vele nieuwe vraagstukken
brood noodig.
Raads- en Kamerleden kunnnen er niet
buiten. En ieder die meeleeft 't publieke leven
zgns Volks heeft herhaaldeigk gevoeld en
opgemerkt, dat .informceren" brood noodig
is om beslagen ten gs te kunnen komen. On
kunde is toch zoo'n verdrieten scha
voor de huishouding der Gemeente. Kennis
is macht en zuinigheid tevensze be
hoedt voor dure onvoorzichtige financieels
uitgaven.
Rndtak verboden.
Ze waren kort geleden getrouwd.
En ze hadden elkaar harteigk Hefdaar was
niets op aan te merken I Natuurigk.de „mal
ligheid" van den verlovingstgd was er wat
af, maar de kenner zag toch wel aan allerlei
kleinigheden dat ze gelukkig waren met
elkaar.
„Een flink paar", ego zei men.
Hg een hupscbe, jonge kerelnu ja I géén
genie maar die zjn er nu ee~ maal geen
dertien in een dezgn en 't zou een onhoud
bare wereld worden als alle menschen ge
nieën warenhg tand een ondergeschikte be
trekking en daar sou hg denkelijk zijn leven
lang wel in werkzaam blijven, maar voor
zgn werk was hg goed.
En hg vond er x|n brood In.
Zg, een aardige, jongevrouw, vriendel|k,
zonder aanhalig te zin, opgewekt zonder
uitbundigheid, prettige praatster, zonder dat
ze ooit een babbelkous werd,
Vanzelf hadden ze dus tal van kennissen.
Ze werden nogal eens een avondje ge
vraagd en ze lieten dat niet onder zichook
bg hen aan huis was var.k bezoek.
Zooals dat gaat met een jong huishouden,
de bezoekers en vooral de bezoeksters keken
met belangstellenden en critischen blik om
zich heen en als ze héél eigen met elkaar
waren, fluisterden dc dames elkander soms
In 't oor, of zelden 't zacht als ze weer heen
gingen ze kunnen 't hier nogal eens doen I
Dat scheen dan ook wel 't geval.
Dat bleek uit het meubilair, 't welk se zich
hadden aangeschaft, alles naar den aard
en naar den eisch, daar was nu niets op aan
te merken, En niet alleen hadden ze wat
noodig was maar ook wel wat gemist kon
worden en dat men In een gezin waar 't wat
soberder leven is, later es brggt als cadeau
ót eerst aanschaft als 't leven meer overvloed
brengt.
Er was kristal op tafel en silver.
En 't onthaal was ermee in overeenstem
ming er was al gauw es aanleiding om een
glas wgn te schenken en ook b| een héél
gewone visltle was er toch verschillend ge
bak ja 1 se konden het wel doen, deze jon
gelui 1
Er wéren dingen die men niet wist.
Dat van het meubilair nog niet de helft
was afbetaald en dat de rest In msandeigk-
sthe stortingen moest worden voldaan, cS&t
wist alleen de leverancier en zoolang hem
geregeld die schuld werd gekweten, had hg
ook geen enkele reden om te spreken.
Van hém wist men we! dat z§n ouders
niets hadden dan hun goeden, eerigken naam,
zg hadden aitgd hier ter plaatse gewoond
maar van haar werd algemeen aangeno
men se kwam van eldeis 1 dat ze 'n aardig
duitje had meegebracht.
40 cent per regel.
3 S-&3 S&ï G&S
Biecht Hollaedsehe verpakking
en Gebruiksaanwijzing.
Maar dat dit „duitje" slechts bestond uit
een vgthonderd gulden op de Spaarbank, haar
moederigk erfdeel, dat ze bg haar huwel|k
had meegekregen en dat reeds de eerste
maanden na 't trouwen zoo af en toe dat
boekje moest worden aangesproken voor den
wgn en de taartjes en wat er meer In 't jon-
gelul's gezin genoten werd,
Neen, dat vermoedde nu niemand.
En zgn getweeën, ze hadden geen van bei
den leeren zorgen, bekommerden zich er ook
weinig over.
Ze kwamen immers niets te kort)
Hij zou wel eens verhooging kragen
En zij had een tante, van wie se, nu I geen
schiften, maar toch een zoet duitje te wach
ten hadden
De eerste twee, drie jaar ging het.
Och, zoo'n hulsgezin heeft zoo weinig
nieuws noodig als 't eenmaal in de spullen
zitbovendien, hg kréég wat verhooging, had
ook nog wel een buitenkansje met 'n heel
nette verzekering; het gtog.
Maar in 't vierde jaar werd het anders.
Alles kwam toen bg elkaar.
Bg hun eersteling, 'n jongen, kwam een
meisjenieuwe oudervreugde, maar ook
grooter ouderzorg en alles werd bg den dag
duurder.
Zij was niet zoo heel sterk, er moest
een meisje komen voor den heelen dag.
De linnenkast moest noodig aangevuld.
Er stond nog schuld van 't meubilair,
't Spaarboekje was verbruiktz|n „ver
hooging" had hg nu voorlooplg te pakken;
de kring der kennissen was voor de verze
kering vr|wel afgevlscht, de tante leefde nog
en had zelfs nog op een 60-jarigen leeftgd
nog 't jawoord gegevea aan een besneeuw-
den weduwnaar, die ook de lucht van haar
„zoet duitje" gekregen hid
Kort en goed't gezin kwam te kort,
't Kon zoo niet; dat sagen ze.
Ze waren het te grootscb begonnen; ze
hadden hst te hoog voortgezet, er moes
ten maatregelen genomen worden, zouden
ze zich niet onredfeaar in de taaie modder
van den schuldput vastwerken.
Z<slf zagen ze dat ook in.
Maar theorie en praktgk zgn er twee
„Mannie 1 'k bedoel er niets kwaads mee
en ik gun je ook wel watmSar
met al die dure sigarenme dunkt déér was
zeker wat op te bezuinigen 1"
„Vrouwlief: je hebt verleden jaar pas een
nieuwen hoed gehad, daar kon je toch
eigenlik dit jaar nog wel mee doen I"
Zoo ging het, allervrkndelpst.
Allerlei bezuinigingen werden, geaóémd.
Maar er kwam heel weinig van,
Mannie vond dat zoo'n kistje sigaren 't em
nu waarigk toch niet deed en vrouwlief ver
klaarde, dat de mode sinds verleden jaar
zich zeer aanmerkelijk gewlxigd had en dat
ze er toch niet als een vogelverschrikker uit
kon zien.
En zoo raakten hun geldmiddelen steeds
meer in de war.
Nu had „zg" eea zeer oude grootmoeder,
waar heel weinig van te „halen" viel, maar
die een wijze vrouw was en tot wie s|
beiden zich, toen ze eens een Zondag over
was wendden om raad.
Openhartig werd de toestand blootgelegd
Feiten en cijfers werden genoemd.
Toen schudde 'i grootje ernstig 't hoofd.
,'k Zal jullie net zeggen, hoe ik er over
denk en hoe 't ook Is, zie, kleine middelen
helpen in dit geval niet. Dat ééne kistje si
garen en die ééne hoed, zullen het in zeker
opzicht niet doen. jullie kunnen alleen met
groote middelen worden gered.
„Wat zou je oh8 das raden, grootmoe?"
't Oude mensch dacht even na.
„Om te beginnen, moet je zoo gauw mo-
geigk hier uit je hui3, Huur iets, dat zoo
even boven 'n arbeiderswoning uitkomt, 'n
heel kleine middenstandswoning, als je die
krfgen b ut. K|k vooral nuar je gemak» dan
kun je met weinig hulp je; huis netjes hou
den. Je kunt dan 't meubliment hiervoor
missen, meubels genoeg I verkoop het, 't is
zoo goed als nieuw eu doe Ineens je meu
belschuld af. Als je dan in een kleiner huis
en in een andere omgeving woont, dan hoor
je de „echte" vrinden wel en de „blaploopers"
big ven weg, wat geen verlies is. Om zoo te
bl|ven voortleven als je nu doet, moet je
tweemaal zooveel inkomen hebben en dat
kr|g je niet En is je dit alles hier te moel-
igb, tracht dan een betrekking te kr|gen op
een andere plaats en begin déér dan opnieuw
en beterZie. nulheb Ik net gezegd, wat ik
er van deuk 1"
Of de goede raad ook is opgevolgd
Dat doet er ru niet toe, 't was ®gn
doel niet, om enkel 't verhaal te geven van
't huishouden, dat te kort kwam,
't Is me om de vergeigklng, om de leering
te doen.
Zooals het met dat huishouden, 't welk ik
toekende, vastliep in 't klein, zoo gaat het
met de hulshouding van den Nederlandschen
Staat in 't groot.
Ja, tot nogtoe loopt alles nog.
Maarwe raken dicht nab| 't einde I
't Gaat een poos goed, om 't eene gat met
't andere ie stoppen, masr als de leening-
last zgn hoogtepunt heeft bereikt, als de
belastingen niet meer kunnen verzwaard en
als dan toch het jaarigksche tekort van 50
op 100 mlilloen en wie weet: hos gauw
van 100 op 200 millioen springt, dan
gaat de boel onherstelbaar fout.
't Is of we leven ia een tempo van raserng I
Tien jaar geleden ging de waarschuwing
door de pers: Laten we toch zorgen, dat;
Landsuitgaven niet gaan boven de tweehon
derd millioen, laten we toch al het mogel|ke
doen, om déér beneden te blijven I
Nu, we vlogen er al ver overheen.
Dat is, zegt men, de waardevermindering
van het geld en men heeft daar in zekeren
zin gel|k aan.
Maar als nu mannen-van-naam, die't maar
niet om een praatje te doen is, met hem ver
zekeren dat we, als 't zoo doorgaat meteen
paar jaar staan niet voor een uitgaven totaal
maar voor een tekort van 200 millioen, dan
kunnen we toch gerust zeggen, dat het zóó
niet kén.
Nu wordt er over bezuiniging gepraat.
Maar 't gaat tusschen Regeering en Kamer
vaak, zooals het tusschen man en vrouw in
dat huisgezin ging: ze komen van weers
kanten gedurig, dét hebben ze noodig en dét
kunnen ze niet missen, en dié „kleinigheid"
zal 't ons nu toch niet doen en het
„totaal" gast onveranderigk omhoog.
Terwgi de „buitenkansjes" ophouden gaan.
En er zeker op verméérdering van inkomen
weinig kans en k|k is, in den eersten tgd.
Het móét cp „bezuiniging" aan.
En ook voor den Staat geldt de wisheid van
die oude grootmoeder, bovenbedoeld dat men
er met „kleine" middelen niet komt.
„Groote" alleen kunnen nog helpen.
Of men al hier een heele en daar een halve
„ton" weet uit te sparen, dat zal niet baten.
We moeten In een goedkooper huls en de
salon-meubelen moeten weg ea alles navenant.
We moetan weten te zeggenStop.
Zie, er zgn ook in 't huishouden van den
Staat vele goede, hoogst nuttige zaken, die
volstrekt niet onder de weeldeartikelen te
rangschikken zg-, doch waarvan we ons
moeten leeren spenen, omdat se desnoods
hunnen worden gemist.
Of die moeten Uitgesteld tot later.
't Voornaamste is op 't oogenblik, dat we
't hoofd boven water houden eu dat er ein-
delfk tusschen inkomsten en uitgaven weer
eens evenwicht komt.
Dat al wat wcrkeigk „weelde" is onver-
blddeigk moet worden geschrapt, spreekt
vanzelf.
Een reuzeuiaak, dat stem ik toe.
Ook kén Ik me begrijpen, dat menigeen
woordeloos zegt: „dat kan toch niet; daar
komt toch niets ven!'
Ja, rnaasr.als 't nu eenmaal móét
Gemeenten, die in de penarie zittfen schui
ven af op den Staatwat se niet mee
vallen zalmaar de Staat heeft niets,
waarop hg „afwentelen" kan
En „nood" leert ook zuinig z|n 1
Tenminste, dat hopen we van het lieve
Vaderland. UITKIJK.
Amice I
Ik woonde eens een vergadering b| van
een asti-revolutionaire kiesverecniglng, waar
werd gepunt oyer den Inhoud en de exploi
tatie van het daar versch|nend provinciaal
partg orgaan. Wat heb ik mg op die verga
dering zitten verkneuteren! Als je al die
mecschen zoo hoorde redeneeren dan bere
kende dat allemaal niets. Het was net ol eeu
persmensch geen ambitie, geen routine, geen
aanleg, geen liefde, geen opoffering voor
z|n werk noodig had, alsof dit alles maar van
zelf ging. En toen we des avonds laat naar
huls gingen zat er een courant in mekaar, die
klonk ais een klok. Alleen zullen den anderen
avond alle beacekets der vergadering zeer
ontevreden z|n geweest, want er was nou
letterlik niet de minste verandering In het
blad aangebrachtEu zc zullen heb
ben gezegd: Hé, ik dacht, dat gisteravond
we de zaak zoo aardig voor mekaar hadden.
Nu gebeurt dit laatste wel meer. Op jonge-
lingsvereenlgingen, propaganda-clubs, kics-
vereeaigtogea wordt vaak over heel zwaar
wichtige onderwerpen een boom opgezeten
worden dan ten slotte conclusies getrokken.
En wat bl| kt dan later maar al te vaak
Dat er niets van deugt. Dat de zaak of wat
het ook maar is, opnieuw aan de orde wordt
gesteld. Dan zegt men verwonderdhè, ik
dacht, dat we dat zaakje onlangs morsdood
hadden gemaakt, of, dat het in orde was. En
zoo heeft al ons praten ons niet verder ge
bracht.
Om misverstand te voorkomen wil ik al
heel gauw zeggen, dat Ik met het vorige
nieta klelneerends bedoel. Het is haelemaal
niet erg, dat er op genoemde vereenigingen
over zwaarwichtige onderwerpen een boom
wordt opgezet. Als we ons maar niet ver
beelden, dat we de wisheid in pacht hebben
en dat we één, twee, drie alle voorkomende
vragen maar eventjes kunnen oplossen. De
werkeigkheid leert ons wel anders.Maar
natuurlik moet over verschillend* zaken ge
sproken. Het is dan alleen maar jammer, dat
ais regel steeds dezelfde personen bet woord
voeren. Dat is niet (hl, die nooit spreekt
zegt dat wel eens) omdat z| zichzelven zoo
graag hoe-ren praten (al z|n er zulke natuur
lik wel), maar omdat niemand anders het
doet.
Ik mag graag op die vergaderingen zitten
zonder een enkel woord te zeggen. Alleen
luister Ik dan naar de verschillende meenin
gen en tracht m| een weg te effenen door
het labyrinth dier diverse meeningen en op
merkingen heen. Want iedere meening, als
regel kunnen we dat gerust aannemen, bevat
iets goeds. Nu komt het er maar op aan, dat
goede te vinden uit alle meeningen, om ten
slotte het geheel te verkrlgen.
Dit au gebeurt lang niet op Iedere verga
dering en door iedereen. Zoo gratg wil men
z|n haan laten koning kraaien. En dan kletst
men maar raak. Omdat men nu eenmaal met