isthoizeo
Zaterdag 12 Februari 1021.
8§st® Jaargang N®. 2616.
GIJ
¥*»or «le ^uMlmllaiidiselie en üeeuwiselte BHaiifleii.
Eerste Blad.
Antirevolutionair
Orgaan
Kruiden of
lboer's Pil-
zijf spoedig
en,
si Koninklijk Besluit owtr
Benoeming
Reciamss fM@ds§3iüg§n,
m BEN UITKIJK.
neem dan des
aiddags en des
tig van de van-
geneeskrachtige
cooper huismid»
niet.
ibben er reeds
en en zij zullen
)e Wortelboer's
r.elboer's Pillen
jm, koortsigheid,
>ijn wekken den
deren de spijs-
n den stoelgang,
sd, maag en in-
Wortelboer's
>er pakje, Wor-
60 ct per doos,
Overal verkrijg-
an Jacoba Mfka
jde-Pekela.^in-
franco na ont-
bedrag.
en'
Alle stukken voor de Redactie bestemd» Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers
p Dineeren.
i f 090
1,25
ELET„ 1.40
MT.
K 12 CENT.
ÏN,
Dir.
/ii Gclir. Le cute.
HULPSTUKKEN,
N en VORSTEN,
AATTRECHTERS,
'S en VUURKLEI,
WAAL- en IJSEL-
>elend,
COMTE.
I
zich onwillekeurig
woordeifk van de
omloop te brengen,
hulpmiddelen valt
n zóó merkwaardig
drukkers er mede
Vien moge in vroe-
dat een watermerk
om de valschevan
en, deze methode
alleen omdat men
Weg een watermerk
dat niemand op de
ch overtuigt of er in
crmerk aanwezig is.
aoet zoo z^n, dat
moeligkheden ge-
ontbreekt er aan te
is er is een papiertje
efhebbers er zullen
n, dat een na&L er
is te probeerea of
was en als hfj eera-
dat van de echte
was, dan Is hem de
geven. Daarom is
snezen, ook la dit
Een lezer deelt ons
n een briefkaart uit
bijna 7 jaar
Maats van haar be-
Mei 1914 werd de
sllcitatie bevatte ter
oving, en 28 januari
at dan nooit.
net 26.490 frs. sa-
geeft het volgende
enopwinder b| de
In de eerste dagen
door een vreemd-
waarvoor van te
as aangevraagd en
Iet was een plecht- j
hst zwart, die ge-
n zonder een woord
ïoorsteen liep, een
stak, deze een paar
Igens even geruisch-
amer verliet als hij
de wie deze stille
woorde hem: „Ds
kken komt op win-
vroeg Tbeunls
et Iedere ambtenaar
en, daarvoor is een
alle ministeries de
houdt de zaken tot
a, zetta z|n onder-
t deze horlogemaker
>pwond, jaarl|ks 20
:rde do minister van
i er op het ministerie
werd hem gezegd,
igde: 110X20 fr.==>
12 ministeries z|n,
12 X 2200 frs.
jaarl|ksche traete-
opwlnder.
generaal der de-
hoofd van de ge-
srarchle staan, wor-
ond dan deze klok-
behoort thans weer
srzoek van minister
iven te verminderen"
taan op elke afdee-
belast zal worden
le klok.
Dese Courant verschijnt elkesi WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cesst bjj rcoraitbeiaSiEg.
IUITENLAND big vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS t
W. BOEKHOVEN
SOMMBLSDÏJK.
TslaSoos IntarcoRagauraaaS No. 202.
ADVERTENTIËN 20 Cent per regel, RECLAMES 40 Csat per ragai.
BOEKAANKONDIGING 10 Cent per regel.
DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f per plaatslag.
Groote letters en vignetten worden Ssasekead naar (in plaatsruimte die jdj beslaan
Advertentie» worden Ingewacht tot DINSDAG- ®a VRIJDAGMORGEN 10 UUR.
Er wordt in de Chr. Pers geschreven,
er worden door Chr. Schoolbesturen
moties aangenomen ea naar de Kroon
verzonden dm te protesteeron tegen 't
K. B der benoeming van onderwijzers.
Men moet nl voortaan de sollicitanten
lijst opzenden naar den Inspecteur, die
m takt een voordracht en zet natuurlijk
No. 1 bovenaan. Die voordracht met
.een zekeren No. 1 komt weer bij het
Bestuur terug ea dan niets
meerWant 't Bestuur heelt het recht
dat Eommer Een te passeeren en een
andeT nommer te nemen, 't Bestuur
heelt met die No. 1 tenslotte niets
te maken en kan die „als'kennisgeving'*
aannemen, met de mededeeling aan den
Inspecteur, dat het die voordracht niet
aanvaardt en een zekere No. 2 ol 3
bovenaan da lijst wil hebben. .Dau is
de Inspecteur, als het Bestuur volhardt,
tenslotte verplicht zijn eigen voordracht
te wijzig» n en wordt dus de door het
Bestuur gewenschte toch gekozen. Zoo
is in hooldzaak de orde der zaken,
Voortaan gaat dus elke benoeming van
een Chr. Hoofd, Chr. onderwijzer en
onderwijzeres door do handen van 't
Rijksschooltoezicht en is het Bestuur
^verplicht een afwachtende houding aan
Pie nemen; komt in een zekere afhan
helijke positie tegenover dat Rijkstoo/.icht
te staanis dus genoodzaakt correspon
denties te voeren over de keuze, waar
vroeger volkomen vrijheid van inzicht
en handelen was maar kan tenslotte,
't oneens zijnde met dat toezicht, toch
zijn eigen zin doen en benoemen, dien
het wil.
Welk voor en tegen is daaraan ver
bonden? Het voor is dit, dat een In
specteur als adviseur goede wenken
kan geven aan elk Bestuur, en zonder
eenige voorkeur aan Bestuursvriendjes
of vriendinnetjes een onafhankelijke
door niets dan het welzijn der school
beïnvloede keus doet. Want zoo dom
is geen menech in de Schoolwereld of
hij weet, dat vriendjes en vriendinne
tjes, én 't Kerkje, een rol, een scha
delijke rol kannen spelen bij ds keuze.
Ons zijn gevallen bekend, dat iemand
ter wille van het Kerkje werd benoemd,
wegens vriendschapsbanden, wegens een
zeker doordrijven van een of twee be -
stuursleden door familierelaties enz. enz.
't Menschelijk gedoe is vaak zoo erg raar
en de wereld wil bedrogen wezen. In
zulke gevallen kan hat ter wille van
't Onderwijs goed zijn, dat neefje of
nichtje of kerklid of vrindje wordt ge
weerd, in elk geval, dat 't Rijkstoezicht
daartegen terecht protesteert
Maar er staat wear dit tegenover,
dat, als een Bestuur toch afwijkt van
den door den Inspecteur hegeerde, er
een conflict je uitgebroken is tusschen
Bestuur en Inspectie, dat een scha
duwtje werpt op de goede verhoudin
gen die er tusschen Bestuur en Inspectie
behooren te bestaan. Er is een wrong
ontstaan. Nu kan zoo'n wrong
nooit invloed oefenen op de subsidies,
maar bij een stekeligen Inspecteur, die
de school bezoekt kan toch de gedachte
opkomen: Daar staat de man, dien ik
niet begeerde; en hij kan gaan vitten,
hij kan door vitterij zich eenige zoete
wraak verschaffen, hij kan het Bestuur
over dien meester aanschrijven en zijn
ontevredenheid over den gang van het
Onderwijs meedeelen uit wraak
gevoel waar hij anders gezwe
gen zou hebben. Alies kan En
slechts de toekomst en de praktijk zal
hier een behoorlijk antwoord op geven.
Toch is het onze overiuigiog, dat 't
zoo'n vaart nooit ioopen zal, mits maar
de- School, 't Onderwijs ia 't centrum
der gedaehten staat. En dasr gaat 't
om, Niet om een ne3f en een nicht,
een zustersof brosrsdochter, niet om
een zekere relatie of verhouding van
Kerklid, vriendschap met dominee zus
en zoo om dis naar zijn oogen te kijken
maar om het Onderwijs. Daarvoor moet
alles wijken, tenzij kan aangetoond
worden dat de karakters der soil eitan-
ten en hun geheele in- en exterieur,
hun optreden, hun verwaandheid, hun
kleedij en opsmuk, hun optreden, hoe
uitstekend het onderwijs ook warein de
omgeving zekeren afkeer kan verwek
ken. Want bij benoemingen geldt ook
de kwestie: Wie ea hoe zijt ge in en
voor uw omgeving? Nu kan het zijn
dat een Inspecteur zegtZijn proefles
was best, dus ik zet em No. 1. Maar
't Bestuur kan zeggenHoe best ook
de proefles was, dat en dat in zijn of
haar optreden, kleedij, spraak en taal
manieren, familiehekendheden en fa-
ojilienarighedon doet ons wat huiveren
om hem of haar te benoemen. Dat zijn
alle dingen der prak!ijk en 't is nude
vraag maar of het Rijkstoezicht ook
met de omgeving der School rekening
houdt óf alleen met de uitstekende
proefles. Maar ons dunkt dat elke In
specteur ook met de omgeving zal reke
nen. Hij is Inspecteur voor 't Onder
wijs maar ook een monsch, een sociaal
wezen, dat heel goed begrijpt, hoe een
School bedorven kan worden door
een uitstekend onderwijzer, Meer zullen
we hiervan niet zeggen, maar de per
soonlijkheid des Onderwijzers in zijn
omgeving is ook een machtige factor
voor den naam en de zaak der School.
Vertrouwen, 't vertrouwen der ouders
is zoo veel waard voor een school, meer
nog dan de uitsteken dste les.
Natuurlijk: 't Onderwijs zalf moet
niet slecht zijn, het moet goed zijn, he
hoorlijk goed. De ouders moeten zien
en weten dat de meester doet wat hij
kan, al zijn er dan ook geen tien ta
lenten doch slechts een paar. Maar dan
is vertrouwen het zout des Schoolle
vens, de kracht der School, meer nog
dan uitstekend onderwijs, En wie dat
vertrouwen der omgeving mist doorzijn
opsmuk van kleedij, zijn afwijkende
manieren, zijn niet willen aanpassen
aan de gewoonten en zeden der ouders,
er mee publiekelijk spot, er publiekelijk
zich tegen verzet enz. enz. hij bena
deelt, hoe best zijn onderwijs zij, de
heele school. Zie, met zulke factoren
moet een Inspecteur ook rekening hou
den. Zal hij dat doen? Da praktijk zal
hier een antwoord op moeten geven.
De Schooltoestanden en omstandigheden
zijn zóó onderscheiden en vaak zoo
gecompliceerd of saamgesfeld, dat uit
kijken én voor den Inspecteur én voor
't Bestuur en voor beider samenwer
king dure plicht en-roeping is. Want
't Bestuur is een mensch ea
benoemt een broertje of zusje, maar
de Inspecteur is ook een mensch, die
voorkeurtjes kan hebben. Waaromniet?
Niets menschelijks is hem vreemd.
Er is dus een Pro of voor verbonden
aan de bemoeienis van den Inspecteur
met de voordracht, maar ook een Kon
tra. En de praktijk zal een antwoord
geven, hoe het met de samenwerking
gaat, Om echter nu al moties te gaan
aannemen tegen het Koninkl. Bes'uit,
is, ons bedunkens, wel wat vroeg, ten
zij 't Bestuur op 't standpunt staat:
„Wij alleen baas"maar dat stand
punt kan men wel loslaten, want de
Sehoolverhoudmgen zijn na 1819, na
de eerste subsidieaanbieding hoe langs
zoo mear gegaan, en moeten gaan in
de richting van dwang*, vrijheidsbe
neming, meer Rijkstoezicht enz. 't Rijk
geeft niets voor niets, 't Rijk bood geld
aan en de Chr, School aanvaardde den
dwang. Een zaak staat nog overeind,
een zaak slechts, zij het ook een zeer
voorname't beginsel der School. Daar
kan 't Rijk niet aan tornen. Maar
overigens zijn de Chr. Scholen haar
vrijheid kwijt, die ligt op 't kerkhof.
Wie nu als Bestuur zegt„Wij baas''
wil den wijzer van den Tijd verzetten,
maar het zal niet zoo gemakkelijk gaan
tenzij do praktijk aantoont, dat er rarig
held gebeurt met die voordrachten.
De vrijheid der Schoolbesturen ligt
op het kerkhof, zoo schreven we. De
aalmoes van 1889, nu een rijke schat
geworden, heeft onze zinnen verblind,
ons vrijheidsgevcel afgestompt, ons doen
leunen en steunen op staatsinkomsten
en de gevolgen dragen ive nu. Wie zijn
brandt, moet maar op de bla
ren zitten. En nu zitten we op de bla
ren. Zie maar, dat je zoete olie krijgt
en wrijft maar in Maar de Geref,
Kerken krijgen geen cent en toch hand
haven ze zich.
40 cent per regel.
Naörais veibedss.
Laat lemaad mg dit es aaseggen
Oshm Rahma Johjiyjah
Nietwaar? Ds Hollanders kunnen wsleens
pruttelen, dat er zoo enkele Frlesche eigen
namen M». die wat erg vreemd In hun mond
liggen en de Friexen op hun beurt, hebben
een paar Hollandscha letters, waar ze 'thun
leven lang mee t» kwaad hebben, soodatzjj
ze In den rega! te weinig es wanneer ze
mééaen er te ziijs, ze soms weer te veeleer
bewQzen, maar dit alles is niets, verge
leken bij het barbaarschï Oshra Rahma
Jobjiyjah
De naam is van verre komaf.
Volgen3 de mannen en vrouwen, die haar
met grooten eerbied uitspreken en het dus
wel weten zullen is z| direct uit het t%k
der geesten aan de menschen voorgezegd
voorgeschreven of voorgetikt, ik weet het
niet, 'k ga niet met geesten om era 't doet er
ook weinig toe.
De bsteekenis van den naam is deze:
Datgene, wst uit den dlepsten grond ge
openbaard is, men merkt, dat we hier ge
heel komen op het terrein der verborgen en
mysterieuze dingen.
Sommigen kunnen daar niet afblijven i
En met name de mensefa-buitera-God.
Wat heeft het oprechte kind des Heeren
toch ook in dit opzicht een groot voorrecht
an een buitengewoon gemakkelijk leven I
HQ ziet hoeveel er verborgen is.
Het leven is nu eenmaal vol raadselen
ja, het is zélf één groot raadsel I
Ik heb daar prof. Bavinck, die terwijl ik
dit schrflf langzaam maar zeker het einde
nadert van den weg des I|dens en der be
proevingen, eens voor een groot en nogal
gemengd publiek over hoeren spreken.
Nooit kwetsend en tóch soo bsslist I
Ronduit zei h$ tot de ongeloovlgen hoe
dit probleem hus nooit rust liethet geheim
van leven en dood
Dat dit geheim hen benauwde.
Ja, óók de dood op zichzelf
Maar voor de dieper denkenden ander hes»,
was dit vooral zoo benauwend, dat s| lééf
de.! en begéérden te leven ea te blijven levea,
en niet wisten, wat nu eigenlik levea
was, hoe het ontstond, hoe het voortduurt,
hos het eindelek ultgebimcht wordt.
En waarlijkdénk het u eens in 1
G§ lééftera ge weet niet, wat dat is.
Ge zijt uzelven een levend raadsel, uw
leven lang.
Want zulk een ongeloovige wil niet weten
vaa „God dea Vader, dsn Almachtige, Schep
per des hemels en der aarde": uit witn,
door wies, tot vrfen ook alle leven is.
Hg heeft dlan God „uitgeschakeld."
Wijl z|n denken hem niet bevatten kan
En nu staat hg voor het leven
Dat fetui hg niet uitschakelen, want dat
levea is er, zélf leeft hij maar hg
grgpt in een raadsel, hg kan dat leven niet
verkSAren en gaat er san wanhopen, of hem
dit ooit gelukken zal i
Och, er zlja zulke theories opgebouwd,
't Meest samengestelde leven is uit steeds
eenvoudiger, tenslotte uit het Allereenvoudig
ste leven oratfctaan; ieder onzer heeft immers
weleess vaa zulke stelsels gehoord
En is er een, dat iets afdoend beweert,
Straks is er een wijzer, die 't wegredeneert
Era zoo weten ze met elkaar nog niemendal.
Want al wA-ea eens, des neen! maar stél
bet onzinnige eens! al die stelsels en theo
ries juist, zoodat al het levea hier op aarde
uit het allereenvoudigste, oorspronkelijke le
ven van één oercel bleek te n] a voortge-
k omen
Dan was men nog precies even ver.
Daa was de vraag slechts verplaatst.
En 't antwoord nog eves moeleigk,
dan stond men voor de onoplosbare eind
vraag: En hoe Is nu in die oercel hst leven
gewe kt.
Op die vraag zwggt ieder.
En zoolang aij niet opgelost is, helpen al
die theorieën den mensch maar van den re-
ge» in den drop
Onlangs is er wéér 'n draad bij gesponnen.
Het leven hier op aarde zou dan z|n ont
slaan, doordat een bevruchtend, Isvendragcad
en levenwekkend beginsel van de een of
andere ster hier op aarde is doorgedrongen
ea door z|n werking voor 't eerst het dooie
protoplasma heeft gemaakt tot een levende
cel.
't Werd weer door sommigen sis een open
baring begroet.
Want zg die bewust de Openbaring Gods
verwerpen, het is onbsgrijpellk, ook al
geven ze zich voor hoogst wetenschappelijk
uit, hoe ontstellend bg^loovlg ag kun
nen sijjn,
Schier Alies fcAn, volgens hen, wAAr zjjn,
Is de moeite vaa nader onderzoek waard.
Als het maar niet in den Bijbel staat, want
daa Is het a priori geoordeeld! Enfin, vaa
zoo'n levensbeginsel, dat ergens van een
ster verdwaald moet z%n, staat n'eta in den
Bgbel, dat is zekert Die spreekt van den
Geest Gods, die zweefde over de wateren ea
die heeft het dU3 bl voorbaat mis.
Maar alweer I nééaa die o derstelling es aan:
Wat heeft dan toch de ongeloovige „we
tenschap" anders gedaan dan alweer ds
moeilijkheid verplaatst, n.l. van deze aarde
naar de onbekende ster ergens la 't heelal,
want wAar is dan het leven op die ster van
daan gekomen?
Om daa nog maar te zwfgen over hst
levenlooze protoplasma, dat bevrucht werd, en
dat toch óók ergens vandaan gekomen moet
zin, want door te zeggen dat dit er in zfla
allereerste bestanddeelen eeuwig is geweest
wordt alwéér een moeiigkheid
verplaatst
Zoo blift dan het raadsel even groot I
Het raadsel van het leven, èn dat van den
dood.
O, Ik kina me hegrgpen hoe onlangs bij
ernstige denkern om deze dingen een trek
van vreugde kwam op het gelaat, toen xe het
bericht lazen, dat het ts Weenen gelukt was
den reeds bedaagden mensch werkeigk te
verjongen
Misschien herinnert men 't zich.
Er moest tets aan de schildklier gepeuterd
worden, wat precies heb ik nooit recht ba-
grepen, maar 't gevolg moest zgo, dat de
stramme teenen der grijsaards weer de vroe
gere, jonge veerkracht herkregendat de doffe
oogen weer glinsterden; dat de aria weer
met jeugdige kracht de spieren zwellen deed
.dat de zestiger weer veertig, dertig
werd
Sinds heb ik er niet meer van gehoord.
Maar ik kkn me toch voorstellen, dat
Iemand dacht: Van het stervende Weenen
begint de victorieWant als het mogeigk
blijkt den dood terug te dringen, het leven
te hernieuwen, diin is men op den goeden
weg, om er in 't eind ook toe te komen,
zelfstandig het leven te wekken
Ddn zou de wereld daveren van de tri-
umfkreten 1
DAn ware de „Schepper" onttroond I
Dan zou de mensch schapper, in elk geval
levenswekker geworden z|n.
Het lijkt eigenlijk zoo eenvoudig
Men zou zeggende mensch is er
bijna
H| weet precies, waaruit die eiwitachtige
zelfstandigheid, dat protoplasma van de al
lereenvoudigste, levende cel bestaat. D.st is
scheikundig uitgemaakt: Stikstof (N), zuur
stof (O), koolstof (C), waterstof (H), mei wat
phosphorus (T), kalk (Ca), magnssusn (Mg),
zwavel (S) en IJser (Te), mlsscaien nog 'n
ietsje manguan (Mn) es zink (Zn)
Ziedaar het recept en de verhoudingen z|n
bekend.
Dit alles ia de rechte verbinding saamge-
voegd is ea blijft'n dóóde stof
w&t de mensch er -ook mee doet. En tóch
bestaat de „levende cel" uit precies dezelfde
bestanddeelen en ook het allernauwkeurigste
onderzoek brengt geen enkele nieuwe zelf
standigheid aan 't licht.
Ea toch, dis cel leeft.
Eu dat menscheigk mengsel is dood
En wdi ook doet, de mensch k&ti er
geen leven in kragen't zal hem nier ge
lukken ook, dan misschien I ik spreek de
gedachte in huivering uitschikbaar
als da Anti-Christ gekomen is ea zijn won
deren vertoont en hi in elk opzicht den
Chtistus naar de kroos steken wil, óók door
den schijn aan te nemen, alsof hij leven
wekken kan.
Doch keerea we tot het heden terug.
De mensch sldat voor hst raadsel.
't Raadsel des levens, dat blijft, -- èn voor
het raadsel vaa den dood.
En nu neemt de oageloovlge mensch twee
ërlei houding aan. Velen dartelen over allen
ernst heen; vegen slch den mond af en
zeggen: „Wat zulten wij ons druk maken
over 't geen we toch nooit weien sullen I W|
hebben het leven en dat is ons genoegLatera
we het eenvoudig geniéten, 't is 't eenige
wat we er mee doen kunaan, eer hat oras
tusschen de stervende vingers ontgliptLaat
ons aten ea drinken ea vrooigk agn 1"
Of ze gelukkig zin, iüjI kennen, z|
Lees het af bij da woordkunstenaars onder
hen, als zs oud worden sa 't levea achter
zich ais ééa teleurstelling zien, en den dood,
diea dreigenden Onbekende, steeds nader
voelen komen I
Aadcrera werken dea ernst niet weg.
Zg blijven de oplossing zoeken va» wat de
groots, onopgeloste vraag der Weienschap is
en z| vinden niet. God raag voor hua denken
niet meetellen en ZjJ« Openbaring is geen
wetensehappsigk bewijs, maar met alle
andere factorera, dis sg kennen en kunnea
laten werkenkomen rij er nies en nooit
Of zij gtlukfiig z%u, rust kennara?
En nu kom ik terug op wat ik in 't begin
reeds zei, n.l dat het kind van God ook in
dit opzicht zulk fen buitengewoon gemak-
keigk leven heeft.
Vragen big ven er legio I
Maar van een raadsel is geen sprake,
H| kèat den oorsprong van alle teven;
niét hoe alle leven voortkwam uit den wil
des Vaders, die het schiep, zoowel het leven
zèli als dc organen, waarvan het zich bedient
wéé! dat die Schepper ook dat leven vau
oogenblik tot oogenblik al de eenwen door
onderhoudtdat diezelfde God van eeuwig
heid voor elk levend wezen het oogeabtik
des doods heeft bepaald era betgdt op grond
van Gods heilig era hccrlgk Woord, in 't
aangezicht van den onvetbiddeigken Dood.
„Ik geloof de wederopstanding des vlec-
scnev, en een eeuwig leven t"
Voor Gods kind is er gesra „raasJsïl" meer.
En op alle onbeantwoorde vragen kan hij
rustig antwoorden, dat sija Vader, dia inde
hemelen is de oplossing keat en daarmee is
alle onrust uitgesloten.
Zeker, er is ook een „andere side".
De geloovigen hebben óók tot taak de
Wetenschap te beoefenen en onder meer ook
nauwkeurig na te vorschen hoe dat „leven"
zich openbaart, voortzet,vervormt, verschrom
pelt, weer opbloeiten ook in óns land zg»
mannen van aoogen wratesschappelgkcn naam
die op dit gebied onvermoeid werkzaam zin,
maar die uitgaan bij hun denken en speuren
vara 'tg en in Gods Woord over den oorsprong
van het leven wordt geopenbaard.
Ook hier wederom de antithese
MAar vraagt nu, terecht, 'n lezeres:
„Oshm Rahraa Johjlyjah"
Tot uw dienst, in een solgenti stuk.
UITKIJK.
WEiKOOPiiiEfL
Op Woensdag 16 Februari 1921, des ram,
3 uur te Stellendam, ter herberge van F,
Troost afslsg van 4 53 30 H.A. (9 Gem. 261
R. V, Maat) Bouwland te Stellendam, lu'
polder Nieuw-Stellendam, in 8 perccclea era