isthoizeo Zaterdag 12 Februari 1021. 8§st® Jaargang N®. 2616. GIJ ¥*»or «le ^uMlmllaiidiselie en üeeuwiselte BHaiifleii. Eerste Blad. Antirevolutionair Orgaan Kruiden of lboer's Pil- zijf spoedig en, si Koninklijk Besluit owtr Benoeming Reciamss fM@ds§3iüg§n, m BEN UITKIJK. neem dan des aiddags en des tig van de van- geneeskrachtige cooper huismid» niet. ibben er reeds en en zij zullen )e Wortelboer's r.elboer's Pillen jm, koortsigheid, >ijn wekken den deren de spijs- n den stoelgang, sd, maag en in- Wortelboer's >er pakje, Wor- 60 ct per doos, Overal verkrijg- an Jacoba Mfka jde-Pekela.^in- franco na ont- bedrag. en' Alle stukken voor de Redactie bestemd» Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers p Dineeren. i f 090 1,25 ELET„ 1.40 MT. K 12 CENT. ÏN, Dir. /ii Gclir. Le cute. HULPSTUKKEN, N en VORSTEN, AATTRECHTERS, 'S en VUURKLEI, WAAL- en IJSEL- >elend, COMTE. I zich onwillekeurig woordeifk van de omloop te brengen, hulpmiddelen valt n zóó merkwaardig drukkers er mede Vien moge in vroe- dat een watermerk om de valschevan en, deze methode alleen omdat men Weg een watermerk dat niemand op de ch overtuigt of er in crmerk aanwezig is. aoet zoo z^n, dat moeligkheden ge- ontbreekt er aan te is er is een papiertje efhebbers er zullen n, dat een na&L er is te probeerea of was en als hfj eera- dat van de echte was, dan Is hem de geven. Daarom is snezen, ook la dit Een lezer deelt ons n een briefkaart uit bijna 7 jaar Maats van haar be- Mei 1914 werd de sllcitatie bevatte ter oving, en 28 januari at dan nooit. net 26.490 frs. sa- geeft het volgende enopwinder b| de In de eerste dagen door een vreemd- waarvoor van te as aangevraagd en Iet was een plecht- j hst zwart, die ge- n zonder een woord ïoorsteen liep, een stak, deze een paar Igens even geruisch- amer verliet als hij de wie deze stille woorde hem: „Ds kken komt op win- vroeg Tbeunls et Iedere ambtenaar en, daarvoor is een alle ministeries de houdt de zaken tot a, zetta z|n onder- t deze horlogemaker >pwond, jaarl|ks 20 :rde do minister van i er op het ministerie werd hem gezegd, igde: 110X20 fr.==> 12 ministeries z|n, 12 X 2200 frs. jaarl|ksche traete- opwlnder. generaal der de- hoofd van de ge- srarchle staan, wor- ond dan deze klok- behoort thans weer srzoek van minister iven te verminderen" taan op elke afdee- belast zal worden le klok. Dese Courant verschijnt elkesi WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cesst bjj rcoraitbeiaSiEg. IUITENLAND big vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS t W. BOEKHOVEN SOMMBLSDÏJK. TslaSoos IntarcoRagauraaaS No. 202. ADVERTENTIËN 20 Cent per regel, RECLAMES 40 Csat per ragai. BOEKAANKONDIGING 10 Cent per regel. DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f per plaatslag. Groote letters en vignetten worden Ssasekead naar (in plaatsruimte die jdj beslaan Advertentie» worden Ingewacht tot DINSDAG- ®a VRIJDAGMORGEN 10 UUR. Er wordt in de Chr. Pers geschreven, er worden door Chr. Schoolbesturen moties aangenomen ea naar de Kroon verzonden dm te protesteeron tegen 't K. B der benoeming van onderwijzers. Men moet nl voortaan de sollicitanten lijst opzenden naar den Inspecteur, die m takt een voordracht en zet natuurlijk No. 1 bovenaan. Die voordracht met .een zekeren No. 1 komt weer bij het Bestuur terug ea dan niets meerWant 't Bestuur heelt het recht dat Eommer Een te passeeren en een andeT nommer te nemen, 't Bestuur heelt met die No. 1 tenslotte niets te maken en kan die „als'kennisgeving'* aannemen, met de mededeeling aan den Inspecteur, dat het die voordracht niet aanvaardt en een zekere No. 2 ol 3 bovenaan da lijst wil hebben. .Dau is de Inspecteur, als het Bestuur volhardt, tenslotte verplicht zijn eigen voordracht te wijzig» n en wordt dus de door het Bestuur gewenschte toch gekozen. Zoo is in hooldzaak de orde der zaken, Voortaan gaat dus elke benoeming van een Chr. Hoofd, Chr. onderwijzer en onderwijzeres door do handen van 't Rijksschooltoezicht en is het Bestuur ^verplicht een afwachtende houding aan Pie nemen; komt in een zekere afhan helijke positie tegenover dat Rijkstoo/.icht te staanis dus genoodzaakt correspon denties te voeren over de keuze, waar vroeger volkomen vrijheid van inzicht en handelen was maar kan tenslotte, 't oneens zijnde met dat toezicht, toch zijn eigen zin doen en benoemen, dien het wil. Welk voor en tegen is daaraan ver bonden? Het voor is dit, dat een In specteur als adviseur goede wenken kan geven aan elk Bestuur, en zonder eenige voorkeur aan Bestuursvriendjes of vriendinnetjes een onafhankelijke door niets dan het welzijn der school beïnvloede keus doet. Want zoo dom is geen menech in de Schoolwereld of hij weet, dat vriendjes en vriendinne tjes, én 't Kerkje, een rol, een scha delijke rol kannen spelen bij ds keuze. Ons zijn gevallen bekend, dat iemand ter wille van het Kerkje werd benoemd, wegens vriendschapsbanden, wegens een zeker doordrijven van een of twee be - stuursleden door familierelaties enz. enz. 't Menschelijk gedoe is vaak zoo erg raar en de wereld wil bedrogen wezen. In zulke gevallen kan hat ter wille van 't Onderwijs goed zijn, dat neefje of nichtje of kerklid of vrindje wordt ge weerd, in elk geval, dat 't Rijkstoezicht daartegen terecht protesteert Maar er staat wear dit tegenover, dat, als een Bestuur toch afwijkt van den door den Inspecteur hegeerde, er een conflict je uitgebroken is tusschen Bestuur en Inspectie, dat een scha duwtje werpt op de goede verhoudin gen die er tusschen Bestuur en Inspectie behooren te bestaan. Er is een wrong ontstaan. Nu kan zoo'n wrong nooit invloed oefenen op de subsidies, maar bij een stekeligen Inspecteur, die de school bezoekt kan toch de gedachte opkomen: Daar staat de man, dien ik niet begeerde; en hij kan gaan vitten, hij kan door vitterij zich eenige zoete wraak verschaffen, hij kan het Bestuur over dien meester aanschrijven en zijn ontevredenheid over den gang van het Onderwijs meedeelen uit wraak gevoel waar hij anders gezwe gen zou hebben. Alies kan En slechts de toekomst en de praktijk zal hier een behoorlijk antwoord op geven. Toch is het onze overiuigiog, dat 't zoo'n vaart nooit ioopen zal, mits maar de- School, 't Onderwijs ia 't centrum der gedaehten staat. En dasr gaat 't om, Niet om een ne3f en een nicht, een zustersof brosrsdochter, niet om een zekere relatie of verhouding van Kerklid, vriendschap met dominee zus en zoo om dis naar zijn oogen te kijken maar om het Onderwijs. Daarvoor moet alles wijken, tenzij kan aangetoond worden dat de karakters der soil eitan- ten en hun geheele in- en exterieur, hun optreden, hun verwaandheid, hun kleedij en opsmuk, hun optreden, hoe uitstekend het onderwijs ook warein de omgeving zekeren afkeer kan verwek ken. Want bij benoemingen geldt ook de kwestie: Wie ea hoe zijt ge in en voor uw omgeving? Nu kan het zijn dat een Inspecteur zegtZijn proefles was best, dus ik zet em No. 1. Maar 't Bestuur kan zeggenHoe best ook de proefles was, dat en dat in zijn of haar optreden, kleedij, spraak en taal manieren, familiehekendheden en fa- ojilienarighedon doet ons wat huiveren om hem of haar te benoemen. Dat zijn alle dingen der prak!ijk en 't is nude vraag maar of het Rijkstoezicht ook met de omgeving der School rekening houdt óf alleen met de uitstekende proefles. Maar ons dunkt dat elke In specteur ook met de omgeving zal reke nen. Hij is Inspecteur voor 't Onder wijs maar ook een monsch, een sociaal wezen, dat heel goed begrijpt, hoe een School bedorven kan worden door een uitstekend onderwijzer, Meer zullen we hiervan niet zeggen, maar de per soonlijkheid des Onderwijzers in zijn omgeving is ook een machtige factor voor den naam en de zaak der School. Vertrouwen, 't vertrouwen der ouders is zoo veel waard voor een school, meer nog dan de uitsteken dste les. Natuurlijk: 't Onderwijs zalf moet niet slecht zijn, het moet goed zijn, he hoorlijk goed. De ouders moeten zien en weten dat de meester doet wat hij kan, al zijn er dan ook geen tien ta lenten doch slechts een paar. Maar dan is vertrouwen het zout des Schoolle vens, de kracht der School, meer nog dan uitstekend onderwijs, En wie dat vertrouwen der omgeving mist doorzijn opsmuk van kleedij, zijn afwijkende manieren, zijn niet willen aanpassen aan de gewoonten en zeden der ouders, er mee publiekelijk spot, er publiekelijk zich tegen verzet enz. enz. hij bena deelt, hoe best zijn onderwijs zij, de heele school. Zie, met zulke factoren moet een Inspecteur ook rekening hou den. Zal hij dat doen? Da praktijk zal hier een antwoord op moeten geven. De Schooltoestanden en omstandigheden zijn zóó onderscheiden en vaak zoo gecompliceerd of saamgesfeld, dat uit kijken én voor den Inspecteur én voor 't Bestuur en voor beider samenwer king dure plicht en-roeping is. Want 't Bestuur is een mensch ea benoemt een broertje of zusje, maar de Inspecteur is ook een mensch, die voorkeurtjes kan hebben. Waaromniet? Niets menschelijks is hem vreemd. Er is dus een Pro of voor verbonden aan de bemoeienis van den Inspecteur met de voordracht, maar ook een Kon tra. En de praktijk zal een antwoord geven, hoe het met de samenwerking gaat, Om echter nu al moties te gaan aannemen tegen het Koninkl. Bes'uit, is, ons bedunkens, wel wat vroeg, ten zij 't Bestuur op 't standpunt staat: „Wij alleen baas"maar dat stand punt kan men wel loslaten, want de Sehoolverhoudmgen zijn na 1819, na de eerste subsidieaanbieding hoe langs zoo mear gegaan, en moeten gaan in de richting van dwang*, vrijheidsbe neming, meer Rijkstoezicht enz. 't Rijk geeft niets voor niets, 't Rijk bood geld aan en de Chr, School aanvaardde den dwang. Een zaak staat nog overeind, een zaak slechts, zij het ook een zeer voorname't beginsel der School. Daar kan 't Rijk niet aan tornen. Maar overigens zijn de Chr. Scholen haar vrijheid kwijt, die ligt op 't kerkhof. Wie nu als Bestuur zegt„Wij baas'' wil den wijzer van den Tijd verzetten, maar het zal niet zoo gemakkelijk gaan tenzij do praktijk aantoont, dat er rarig held gebeurt met die voordrachten. De vrijheid der Schoolbesturen ligt op het kerkhof, zoo schreven we. De aalmoes van 1889, nu een rijke schat geworden, heeft onze zinnen verblind, ons vrijheidsgevcel afgestompt, ons doen leunen en steunen op staatsinkomsten en de gevolgen dragen ive nu. Wie zijn brandt, moet maar op de bla ren zitten. En nu zitten we op de bla ren. Zie maar, dat je zoete olie krijgt en wrijft maar in Maar de Geref, Kerken krijgen geen cent en toch hand haven ze zich. 40 cent per regel. Naörais veibedss. Laat lemaad mg dit es aaseggen Oshm Rahma Johjiyjah Nietwaar? Ds Hollanders kunnen wsleens pruttelen, dat er zoo enkele Frlesche eigen namen M». die wat erg vreemd In hun mond liggen en de Friexen op hun beurt, hebben een paar Hollandscha letters, waar ze 'thun leven lang mee t» kwaad hebben, soodatzjj ze In den rega! te weinig es wanneer ze mééaen er te ziijs, ze soms weer te veeleer bewQzen, maar dit alles is niets, verge leken bij het barbaarschï Oshra Rahma Jobjiyjah De naam is van verre komaf. Volgen3 de mannen en vrouwen, die haar met grooten eerbied uitspreken en het dus wel weten zullen is z| direct uit het t%k der geesten aan de menschen voorgezegd voorgeschreven of voorgetikt, ik weet het niet, 'k ga niet met geesten om era 't doet er ook weinig toe. De bsteekenis van den naam is deze: Datgene, wst uit den dlepsten grond ge openbaard is, men merkt, dat we hier ge heel komen op het terrein der verborgen en mysterieuze dingen. Sommigen kunnen daar niet afblijven i En met name de mensefa-buitera-God. Wat heeft het oprechte kind des Heeren toch ook in dit opzicht een groot voorrecht an een buitengewoon gemakkelijk leven I HQ ziet hoeveel er verborgen is. Het leven is nu eenmaal vol raadselen ja, het is zélf één groot raadsel I Ik heb daar prof. Bavinck, die terwijl ik dit schrflf langzaam maar zeker het einde nadert van den weg des I|dens en der be proevingen, eens voor een groot en nogal gemengd publiek over hoeren spreken. Nooit kwetsend en tóch soo bsslist I Ronduit zei h$ tot de ongeloovlgen hoe dit probleem hus nooit rust liethet geheim van leven en dood Dat dit geheim hen benauwde. Ja, óók de dood op zichzelf Maar voor de dieper denkenden ander hes», was dit vooral zoo benauwend, dat s| lééf de.! en begéérden te leven ea te blijven levea, en niet wisten, wat nu eigenlik levea was, hoe het ontstond, hoe het voortduurt, hos het eindelek ultgebimcht wordt. En waarlijkdénk het u eens in 1 G§ lééftera ge weet niet, wat dat is. Ge zijt uzelven een levend raadsel, uw leven lang. Want zulk een ongeloovige wil niet weten vaa „God dea Vader, dsn Almachtige, Schep per des hemels en der aarde": uit witn, door wies, tot vrfen ook alle leven is. Hg heeft dlan God „uitgeschakeld." Wijl z|n denken hem niet bevatten kan En nu staat hg voor het leven Dat fetui hg niet uitschakelen, want dat levea is er, zélf leeft hij maar hg grgpt in een raadsel, hg kan dat leven niet verkSAren en gaat er san wanhopen, of hem dit ooit gelukken zal i Och, er zlja zulke theories opgebouwd, 't Meest samengestelde leven is uit steeds eenvoudiger, tenslotte uit het Allereenvoudig ste leven oratfctaan; ieder onzer heeft immers weleess vaa zulke stelsels gehoord En is er een, dat iets afdoend beweert, Straks is er een wijzer, die 't wegredeneert Era zoo weten ze met elkaar nog niemendal. Want al wA-ea eens, des neen! maar stél bet onzinnige eens! al die stelsels en theo ries juist, zoodat al het levea hier op aarde uit het allereenvoudigste, oorspronkelijke le ven van één oercel bleek te n] a voortge- k omen Dan was men nog precies even ver. Daa was de vraag slechts verplaatst. En 't antwoord nog eves moeleigk, dan stond men voor de onoplosbare eind vraag: En hoe Is nu in die oercel hst leven gewe kt. Op die vraag zwggt ieder. En zoolang aij niet opgelost is, helpen al die theorieën den mensch maar van den re- ge» in den drop Onlangs is er wéér 'n draad bij gesponnen. Het leven hier op aarde zou dan z|n ont slaan, doordat een bevruchtend, Isvendragcad en levenwekkend beginsel van de een of andere ster hier op aarde is doorgedrongen ea door z|n werking voor 't eerst het dooie protoplasma heeft gemaakt tot een levende cel. 't Werd weer door sommigen sis een open baring begroet. Want zg die bewust de Openbaring Gods verwerpen, het is onbsgrijpellk, ook al geven ze zich voor hoogst wetenschappelijk uit, hoe ontstellend bg^loovlg ag kun nen sijjn, Schier Alies fcAn, volgens hen, wAAr zjjn, Is de moeite vaa nader onderzoek waard. Als het maar niet in den Bijbel staat, want daa Is het a priori geoordeeld! Enfin, vaa zoo'n levensbeginsel, dat ergens van een ster verdwaald moet z%n, staat n'eta in den Bgbel, dat is zekert Die spreekt van den Geest Gods, die zweefde over de wateren ea die heeft het dU3 bl voorbaat mis. Maar alweer I nééaa die o derstelling es aan: Wat heeft dan toch de ongeloovige „we tenschap" anders gedaan dan alweer ds moeilijkheid verplaatst, n.l. van deze aarde naar de onbekende ster ergens la 't heelal, want wAar is dan het leven op die ster van daan gekomen? Om daa nog maar te zwfgen over hst levenlooze protoplasma, dat bevrucht werd, en dat toch óók ergens vandaan gekomen moet zin, want door te zeggen dat dit er in zfla allereerste bestanddeelen eeuwig is geweest wordt alwéér een moeiigkheid verplaatst Zoo blift dan het raadsel even groot I Het raadsel van het leven, èn dat van den dood. O, Ik kina me hegrgpen hoe onlangs bij ernstige denkern om deze dingen een trek van vreugde kwam op het gelaat, toen xe het bericht lazen, dat het ts Weenen gelukt was den reeds bedaagden mensch werkeigk te verjongen Misschien herinnert men 't zich. Er moest tets aan de schildklier gepeuterd worden, wat precies heb ik nooit recht ba- grepen, maar 't gevolg moest zgo, dat de stramme teenen der grijsaards weer de vroe gere, jonge veerkracht herkregendat de doffe oogen weer glinsterden; dat de aria weer met jeugdige kracht de spieren zwellen deed .dat de zestiger weer veertig, dertig werd Sinds heb ik er niet meer van gehoord. Maar ik kkn me toch voorstellen, dat Iemand dacht: Van het stervende Weenen begint de victorieWant als het mogeigk blijkt den dood terug te dringen, het leven te hernieuwen, diin is men op den goeden weg, om er in 't eind ook toe te komen, zelfstandig het leven te wekken Ddn zou de wereld daveren van de tri- umfkreten 1 DAn ware de „Schepper" onttroond I Dan zou de mensch schapper, in elk geval levenswekker geworden z|n. Het lijkt eigenlijk zoo eenvoudig Men zou zeggende mensch is er bijna H| weet precies, waaruit die eiwitachtige zelfstandigheid, dat protoplasma van de al lereenvoudigste, levende cel bestaat. D.st is scheikundig uitgemaakt: Stikstof (N), zuur stof (O), koolstof (C), waterstof (H), mei wat phosphorus (T), kalk (Ca), magnssusn (Mg), zwavel (S) en IJser (Te), mlsscaien nog 'n ietsje manguan (Mn) es zink (Zn) Ziedaar het recept en de verhoudingen z|n bekend. Dit alles ia de rechte verbinding saamge- voegd is ea blijft'n dóóde stof w&t de mensch er -ook mee doet. En tóch bestaat de „levende cel" uit precies dezelfde bestanddeelen en ook het allernauwkeurigste onderzoek brengt geen enkele nieuwe zelf standigheid aan 't licht. Ea toch, dis cel leeft. Eu dat menscheigk mengsel is dood En wdi ook doet, de mensch k&ti er geen leven in kragen't zal hem nier ge lukken ook, dan misschien I ik spreek de gedachte in huivering uitschikbaar als da Anti-Christ gekomen is ea zijn won deren vertoont en hi in elk opzicht den Chtistus naar de kroos steken wil, óók door den schijn aan te nemen, alsof hij leven wekken kan. Doch keerea we tot het heden terug. De mensch sldat voor hst raadsel. 't Raadsel des levens, dat blijft, -- èn voor het raadsel vaa den dood. En nu neemt de oageloovlge mensch twee ërlei houding aan. Velen dartelen over allen ernst heen; vegen slch den mond af en zeggen: „Wat zulten wij ons druk maken over 't geen we toch nooit weien sullen I W| hebben het leven en dat is ons genoegLatera we het eenvoudig geniéten, 't is 't eenige wat we er mee doen kunaan, eer hat oras tusschen de stervende vingers ontgliptLaat ons aten ea drinken ea vrooigk agn 1" Of ze gelukkig zin, iüjI kennen, z| Lees het af bij da woordkunstenaars onder hen, als zs oud worden sa 't levea achter zich ais ééa teleurstelling zien, en den dood, diea dreigenden Onbekende, steeds nader voelen komen I Aadcrera werken dea ernst niet weg. Zg blijven de oplossing zoeken va» wat de groots, onopgeloste vraag der Weienschap is en z| vinden niet. God raag voor hua denken niet meetellen en ZjJ« Openbaring is geen wetensehappsigk bewijs, maar met alle andere factorera, dis sg kennen en kunnea laten werkenkomen rij er nies en nooit Of zij gtlukfiig z%u, rust kennara? En nu kom ik terug op wat ik in 't begin reeds zei, n.l dat het kind van God ook in dit opzicht zulk fen buitengewoon gemak- keigk leven heeft. Vragen big ven er legio I Maar van een raadsel is geen sprake, H| kèat den oorsprong van alle teven; niét hoe alle leven voortkwam uit den wil des Vaders, die het schiep, zoowel het leven zèli als dc organen, waarvan het zich bedient wéé! dat die Schepper ook dat leven vau oogenblik tot oogenblik al de eenwen door onderhoudtdat diezelfde God van eeuwig heid voor elk levend wezen het oogeabtik des doods heeft bepaald era betgdt op grond van Gods heilig era hccrlgk Woord, in 't aangezicht van den onvetbiddeigken Dood. „Ik geloof de wederopstanding des vlec- scnev, en een eeuwig leven t" Voor Gods kind is er gesra „raasJsïl" meer. En op alle onbeantwoorde vragen kan hij rustig antwoorden, dat sija Vader, dia inde hemelen is de oplossing keat en daarmee is alle onrust uitgesloten. Zeker, er is ook een „andere side". De geloovigen hebben óók tot taak de Wetenschap te beoefenen en onder meer ook nauwkeurig na te vorschen hoe dat „leven" zich openbaart, voortzet,vervormt, verschrom pelt, weer opbloeiten ook in óns land zg» mannen van aoogen wratesschappelgkcn naam die op dit gebied onvermoeid werkzaam zin, maar die uitgaan bij hun denken en speuren vara 'tg en in Gods Woord over den oorsprong van het leven wordt geopenbaard. Ook hier wederom de antithese MAar vraagt nu, terecht, 'n lezeres: „Oshm Rahraa Johjlyjah" Tot uw dienst, in een solgenti stuk. UITKIJK. WEiKOOPiiiEfL Op Woensdag 16 Februari 1921, des ram, 3 uur te Stellendam, ter herberge van F, Troost afslsg van 4 53 30 H.A. (9 Gem. 261 R. V, Maat) Bouwland te Stellendam, lu' polder Nieuw-Stellendam, in 8 perccclea era

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1921 | | pagina 1