Zaterdag 27 November 1920 8§ai® Jaargang N\ 2654 voor de SSnldliollaiidscIic en. ISeeuwselie Eilanden, .teerste i*iaa An tirevo lutionair W. BOEKHOVEN Zonen. Etfc F£L PkOïfcST, Of* OEN UITKIJK INGEZONDEN MEDEDEEL!N8EN. vST 23 Boschlaan 23, Rotterdam, J. G. KLEIKORST, Boschlaan 23, ROTTERDAM. 1 Alle stukken voor de liedactie be temd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers Iq Studiën en Schetsen, Nov. 1920, blz. 157 en v.v. haait prof. Fabius aan, wat burgemeester Beukenkamp sprak te Bols ward voor de kiesv. Ned. en Oranje, over de Lijkverbranding. Wat zei dhr. Beukenkamp Het vol gende, daar we 't mee eens zijn itzau verkocht nog voor een schot el lifizenmoes zijn eerstgeboorterecht. Wij zijn bezig onzen naam Chri s ten weg te werpen en dat voor luister slechts wat de Memorie van Toelichting onderteekend door den Mi nister van Bmneniandsche Zaken en den Minister van Justitie zegt: »Bij arrest van 1 Maart 1915 heeft deHoo ge Raad beslist, dat weliswaar volgens art. 1 eerste lid der Begrafeniswet elk overleden persoon moet worden begra ven, maar dat door de wet niemand met de naleving van deze verplichting is beiast. Dientengevolge is er geen strafrechtelijk aansprakolsj khied indien een lijk instedevan begraven worde verbrand. Van deze leemte in de wetgeving is in den laatsten tijd ge bruik gemaakt om da lijkverbranding ofschoon door de wet uitgesloten toe te passen Vóór het optreden van het tegenwoordig Kabinet is daarin fff/ gedurende eenige jaren berust en de ondergeteekenaen meenden na rijp beraad, niet te mogen ingrijpen m toestanden, die zich nu eenmaal ge vestigd hadden Is er slapper verdediging denkbaar Het staat er zwait op wit dat de lijkverbranding door de wet is uit gesloten. Toch deed men het Andeis is men er spoedig bij, als e:n bur gemeester zijn plicht niet nakomt, hierop de aandacht te vesiig n. Maar ais art 9 der Begraafwet, dat den burgemeester gebiedend opiegt, om voor de begraviüg van een lijk ïe zorgen, als daarin niet door de na bestaanden of betrekkingen of door armbesturen wordt zorg gedragen, niet wordt nageleefd, zoodat de een het lijk gaat verbranden, suaks een ander het op de mesthoop werpt of een derde het als voer voor de hon den nederlegt, dan wordt geen be risping of terecht wijzing vernomen Als men eenmaal het richtsnoer kwijt is, dan is dwalen onvermijde lijk. Vóór het optreden van het tegen woordig Kabinet, zegt de Mem. van Toel» is in die lijkverbranding eenige jaren berust, en de ondergeteekenden meenden na rijp beraad en nu zou men de consequentie verwachten dat die berusting uit moet zijn, en die wetsontduiking moet ophouden, door de leemte J) aan te vullen, zoo als de geest en letter der Begraaf wet dit eischt neen, er volgt zoo wonderlijk inconsequent dat dit Kabinet meende «niet te mogen in grijpen in toestanden, die zich nu eenmaal gevestigd hadden.» Toen alle gemeenteraden een paar jaar geleden besloten em de(n?) bij zondere^?) onderwijzers een toeslag op hun jaarwedde te geven, zag de Regeering daarin ook.een wetsontdui king. een handeling in strijd met de wet en het regende veruetigingsbc- sluiten, waarbij niet gevraagd werd of de opgewekte hoop van veel bij zondere onderwijzers wreed den (de bodtm werd ingeslagen. Het was in strijd met de wet volgens de Regee ring en dus ontoeiaaibaar. Hier ook strijd met de wet. Op heidensche wijze worden de lij ken verbrand. Tegen het absolute gebod der wet om te begraven in. En nuniet mogen ingr ipen in toestanden, die zich nu eenmaal geves'igd hadden! Wat moeten onze anti-rev. Gemeenteraadsleden met bloed-roode kaken staan, indien zij bedenken, dat zij zoo menig ke-r een voorstel indiende om de kermis af te schaffen En die openbare vermake lijkheden zijn toch op zich zelf van zoo weinig beteekenis. Welk ©en on schuldig vermaak is het zitten in een draaimolen! Als er nu geoD kermis was, ja, dan ware het iets anders. Maar nu ze afschaffen? En geachte Vergade ring ik zou als Burgemeester liever vergunning geven tot het opstellen van honderd draaimolens, dan afgeven het verlof als ambtenaar v. d. Bur- gel. S and tot het verbrande» van een lijk, wathii art. 4geeischt wordt Niet ingrijpen in toestanden, die zich nu eenmaal gevestigd hebben» Welk een on-Christelijken geestWat een verblindingHier geeft, als dit wetsontwerp wet wordt, wat God verhoede, het Christelijk Nederland God een slag in het Heilig gelaat. Kan het ontzettender Niet ingrijpen in toestanden, die zich nu eanmaal gevestigd hebben «Intusschen» zoo gaat de M. v T. door „intusschen kan niet geduld worden dat de eerbied voor de wet wordt o. dermijnd door het blijven gedoogen van eene praktijk, in strijd met let'er en bedoeling" Het stiat er letterlijk, Mijne Hee ren. „Een practijk in strijd met let ter en bedoelingMaar, zult ge zeg gen, dan woidt het ons nog duister derVoor een practijk, in strijd met. letter en bedoeling der wet op zijde gaan? Ja het geldt h:er immers de eerbied voor den God van Nederlan d slechts! Lijkverbranding! Eerbied, noch voor de wet. noch voor God, en in stede dat dit onduldbaar wordt geacht, wordt de wet gewijzigd en lijkverbranding bij de wet geregeld. Naar aan'eiding van de uitspraak in de Mem v. antwoord der Regeering dat het wetsontwerp bedoelde, te waar borgen dat de lijkverbranding zich niet verder dan oorbaar is" uitbreide, merk te Spreker nog op Het doel der wet is das waarbor gen te geven, dat de lijkverbranding niet verder dan oorbaar is, zich zal irtbreiden. Het is dus reeds oorbaar Wel nu, dan zal de wereld wel zor gen, als een christelijk kabinet het oorbare heeft geaccepteerd, dat dit verder gaat dan het oorbare. Inder daad het was wel noodig bij een slap ontwerp als dit, waarbij alle Christelijke beginselen ter zijde was (waren?) gesteld, dat de Regeering het noodig achtte, om in de Mem. v. Toel. te schrijven „Te alle overvloede zij nog gecon stateerd, dat gelijk trouwens uit het voorafgaande reeds blijkt, het voor stel allerminst instemming insluit met het beginsel der lijkverbranding." Mooi gezegd Jezus zou zeggen, niet die roept Heere. Heere, maar die doet den wil mijns Vaders, die in de Hemelen is Werd in 't besie geval de kweekelirg op SEEN ©OEDKOOPER HORLOGE DAN BIJ FSpSr <C9- Jf jedackten. ij, „wanneer Ik heb eens n.Ik breng dan haar te evens." Dat i. Wie weet, ondervonden ter terugge- t de student eeft terugge- Aiddernachf- 1. •de: .Heers, s z|", want g gebed voor alt de plaats n volgenden stkantoor In- voor hem is, i dorpje niet Deae Courant verschoot eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maandeti franco per post 75 Cent bijf voorultbffiteÜBg. BUITENLAND b| vooruitbetaling f 5.50 per laar. AFZQNDERLi|KE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS! SOMMBLSDIjR, Telefoon IniercoEüssanaal No. 202, ADVERTENTIËN 2Q Cent per regs!, RECLAMES 40 Cent per regel. BOEKAANKONDIGING 10 Cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die sijj beslaan Advertestiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 UUR. Nadenk varbodea. DM arme, kleine „grutl" 'k Dacht werkelijk, dat we met die zesja rige kleuters, die de aanvasgsklssse van onze lagere schooi bevolken, al 'n heei eind verder gekomen waren dan vroeger, maar ik schijn me te hebben vergist. 'k Vergeiflk met de school mijner Jeugd- AIü daar dat kleine goedje aankwam, dan werd het om te beginnen in een aeer groot en zeer hol lokaal geplaatst, waar w I zoo'n tachtig kinder» in konden en waar on derwijzer, geflankeerd en geassisteerd door 'n jongmaatje van 15 tot 18 jaer, dea schep ter zwaaide. Gezegd jongmaatje was de „kweekeilng". 't Onderscheid tuischei» hem en zijn naast bovenstaasden superieur was o.m., dat laatst genoemde „meester" h»ette, terwijl het nog in opleiding zjjud „behuipsel" b| zijn ach ternaam werd aangesproken. Trouwen», de school-bië archie had oóg een trap hóoger ca zelfs nog 'a trapje lager, Boven den meester stond de „bovenmeester" Die kwam zelden in de klas Had genoeg met zijn eigen bengels te stellen, haa er óók zoe'n tachtig, die h$ insgelijks met een behuipsel had te onderwj- zce naar des ei3ch huns wijs Maar kwfcvt hij 'c eekeko car over: Pin was er b'jjkbaar 'n oooswlcht-ia-'t- kwadiaat in een onver drie leerjaren en beef den wfl met diep ontzag. En ónder den „kwcekelirg" stonden nog weer „Piet" en „Kobua", twee jongens ergens uit de allerhoogste klas - tegenwoordig zou mes 't daar noemen den hoek vau 't 7e of 8 irerjaar en die 's Woensdagsmiddags als de behulpsels naar de „Nor" waren, óf ook als ze branie 's avonds wat vee! hadden gerookt en dies des volgenden morgens te katterig waren om goed „les te kunnen geven" sis remplagauten dierst deden en bü hue vóórnaam mochten worden genoemd. Den bovenme: ster hoorde ik ze eeomaal „adspirantkweekelingen" betitelen, maar toen zat ik al b§ h»m zelf in de klas en begreep f zoovee! van, dat dit het allerverste kiempje was, waaruit in den loop der jaren een nieuwe bovenmeester wies. Keeren we naar 't „klein grut" terug. Dat weid ingekwartierd in lange banken van zes, waar er ais het een goed lustrum terug rs 'n erg vruchtbaar jaar was geweest, ook weleees reven of echt in gestouwd erdec. Er gaan veel makke schapen hm I Eu „raak" wares de „s hspen" wel Met den „kubieken inhoud" kwamen we Biet gauw in de knel, want dt sehoolöouw- meester had indertijd niet op 'n steenije ge keken, toen hij de hoogte van 't gebouw bepalen moest. 't Wsren ouwe hokken, dis banken Maar bedenk, 't was toen nog in den sub- sidieloosen tijd en we swelgden in de „te korten". 't Ergste was, dat de afmetingen voor kln- ders van tien jaar nog ruim genoeg geweest zouden zijn, zoodat men niet vragen moet, hoe de kinders zaten. Dc grooten van stuk, dat glag: Dj middelsoort had al dè moeite en die wat kltln vielen, kwamen nauwelijks mst bun schouders boven 't tafelblad uit en moesten soms langdurige pogingen aanwenden, om in hun houten kast te klimmen, net als een mier, dat wat meezeulen wil, dat toch eigenlik te zwasr voor haar is Maar dan het cndèrw|s 't Eerste half uur, dat ging best. Dan werd er uit den Bijbel verteld, en !k houd staande: die oude schoolmeester, daar had je kranige vertellers b|, waarmee ik natuurlijk op de bekwaamheden der heden- tisagsche uie's afdingen wil. Maar ónze meester verstond de kunst I En van den eersten morgen af hingen ook die allerkleinsten aan z|n lippen en zaten als muisjes zoo stil. Maar ahn had hij voorts drie klassen. En elk onderwijzer zal 't getuigen moeten, wat moellfk werken dit is I Reeds bi] 'n klein totaal van leerlingen, Iaat staan dan met een goede tachtig, 't Was geen zeldzaamheid, wanneer onze „meester" in den meest let terlijken sin des woord? t|n sober stuk brood in 't zweet z|ns asnschijns gewon Nu was da eerste klas de laagste. D.w.z., daarmee had h| nog drie jaar den t|d. Terwijl de derde op een bepaald tldstip moest „afgeleverd" worden en dan op een bepaald peil moest z|n gebracht, 't was geen wonder, dat het eigenlik maar saipper- kwartiertjes waren, die h| aan de „kleintjes" geven kon En de rest van den t|d h*n I pgelatrn, Was ook h| niet beschikbaar, welnu, dan luidde 't paroolStille werkzaamheden op de lei I O, als we die lei niet hadden gehad Die van 't derde leerjaar, dat merkten we al gauw, hadden inktpotten en d&t wss een heerlikh iddat gaf variati.-; daar ener b|, din 't in de kunst van tatoeë«ren, op het tafelblad, op de leilfsten op arm en hsnd, wortderver hadden gebracht I Ze hadden potlood ets knipmes. Kon je óók schik mee hebben Maar wij „kleintjes", hadden niets dan griffel en lei, doch d&L hebben we dan sok uitgeklopt, wat er voor kinderen, die van de dtle morgenuren er minstens twee aan zich zelf werden overgelaten, dan ook uitgehaald wat we k i dea en de vlugsten onder sns waren na een half jaar schoolgaan reeds in- gewijd in de geheimen van bet „negennullen" dóén ze dat tegenwoordig nog en als schaakmeesters, 'n opperste deekspaen'ng om den ander vas' te setten, zaten we dan te genover eikaar, opgaande ia den strijd. Meester wss Paf wel goed zos. Als we maar „stil" wares. En de schoolopziener, als-ie kwam, goed keurend zeggen kon: „Meestert je hebt link orde in de klas!" De man deed, wat-ie kós. Hoe hij 't ondanks alle moeii|kheden heeft klaargespeeld, dat ik binnen 't jaar, al was 't me; hotten en stooten, zè f den tekst voor de Zmdagrchool spellen en lezen kon, is me tóg een raadsel, stellig niet doordat b| z|n t|d ic luiheid heeft doorgebracht I Wat is dit al!?s thans veranderd Kleinere klassen, méér personeel. Barken, voor net kind gemaakt. Leermiddelen in overviced, waar je vroeger niet van droomde, doch die Van Alphen moet vóór gesten hebben, toen hij den Bllderdlk- claaeschen profetenmantel omhing en dichtte: „Mijn leertn is spelen I" 'i Is nu 'a genót om kind te z|n. En in de asnvangsklas te komen Alsnudat dich: ik, maar ik schijn me t ch te hebben vergist. Tcomlnste, als ik voor wéér aannemen meet. wat ik onlangs las in „Schiol en Huis", een tijdschrift, dat zich bezig houdt met da opvoeding der kinderen, zoowel in het huis gezin als in de schooi. Niet van onze richting, meen ik. Doch daarom heeft het toch alie'ziss recht, om ook door ons gehoord te worden, als het op verstandige wijze de zaken bespreekt. Nu, 't begin whs niet zoo dwaas. De schrijver keurt het n.I, af, dat voor de kleutcts de school precies even lang duurt als voor de groo c. Nu is dit iang niet altijd zoo. E; Djn scholen genoeg, waar de aanvaugs- kksaen vroeger weggaan, ai om de on derwijzeres Bvr|" te kr|gen voor de „Hand werken" en waar bovenalen de kinderen dan nog eens „speelkwartlertje" hebben, dat zij bij goed weer in de open lucht doorbrengen. Maar ik ga nu verder Dj schrlver in S. en H vindt het bovenal vreesslgk, dat die kleine kinders zoo aan banden worden gelegd. Dat hun precies van kwartier tot kwartter wordt voorgeschreven wat ze doen en laten moeten, 't Arme kind I „Het moet stil in een bank zitten in een on natuurlijke houding het moet onnatuur lijk iang zijn mond houden; het moet zijn aandacht vestigen op dingen die het niet interepeeren, en bezigheden verrichten, waar het geen lust in heeft" Is het niet om te bezwijken? En nu is het wel waar, da vooral iu de kagste klasse het onderwijs afgewisseld wordt met spel en liedjes zingen en var tellen en weet ik wat al meer. Maar. zegt de schrijver: Die ongelukkige kinders moeten dit alles tioeo op commando, niet als z| er lust in hebben, maar als de juff cnw het wil. Denk u, groote I het zelf es in. Zsg eens, het is Zaterdag en u werd voor geschreven '8 middags van 2—4 gaan hen gelen, 4-5 wandelen, 5 6 eten 6—8 leien en 8-10 raar de bioscoop het zcu u immers een corvée zin. Aldus deze sch;ijver. Hoe h| het dan op school Inrichten wil, weet Ik niet. Er bl|fi dan niets over d. n eik kind juist datgene te laten doen, wta; het cp een gegeven oogenblik aardigheid i heeft of grillig om vraagtmits nu n er dan maar op rekent, dat elks nieuw op tredende onder wij set ga binnen drlemaaddzu zenuwziek is. Maar wil men wel gelooven, Dat hier weer de aati-th se in zit Inderdaad I 'k Stip het ditmaal slech s even aan, iaat men zelfs maar door naden ken uitwerken. Achter de beschouwingen van dezen sch: ij ver schuilt de grondgedachteO.xe kinde ren, sooals ze op schjol 'kamen, z|a van nature goed eis onze 'eplsldicg moet zi, zooveel migalp regelen naar een aanpas» bg de natuur der kiuderen, zooals die ct a in hun willen en niet willen openbaar word: Zooveel mogeigk hun z e doen. Dat dit niet altgd nog kda dat is de onvolkomenheid van ons oadcswg Daar staan wg pteeks tegenover. 't Kind ven nature verkeerd Och, in da uiiiuian vas zijn wil. Die moet dasrcui naar den eisch der teedcie jaren zachik-, geleid, desnóóis krachtig gebogen wordt Maar in géén geval mag de wii des kin s norm z|n voor de opvocalng. Het moet Ju tegen z|n wii aa veel geweanen, waar van nature niet aa wil Eu, G ds dank l dat lukt vaa%. „Vin je het prettig op schojl vroeg Ik m|n jongste. „E'g prettig I was hrt antwoord. Osdaaks het vreeselijkvs vrlhïidsgemis UITKIJK dtlsfsn uit hst êmtom,. Amice l Het debat, in de Tweeds Kamer gehoud b| de aigemeeas btschouwingen der Sta s begrooting 1921, geeft m| aanleiding, g eet 8 een praatje met je te gaan maken o de zoo hoog geroemde socialisatie, je w wel, dat troetelkiaaje van de S, D, A. P De vrij-liberale heer Drcsselcuy heeft i: een hartig woordje over gezegd Je zuit 1 nog wel herinneren, hoe verleden jaar vu de Enii-revolutiouair a de heer Schouten het woord over voerde. Ditmaal was hete vrl-iiberaal. De h:er Nolens, van de Kath iieken, zei er nfct veel van. 't Is maar t a leus, zei hij. Overigens sou hij er maar t.i over spreken, want b| was lid van de d>. betreff uide S aatscommissie. Het result van den arbeid dier commissie moest irt_ maar eens afwachten. Doch, sooals gezegd, de heer Dresseih v zette er een boom ever op. Hij sptak eet. niet met groote woorden ce veel bombru Integendeel: hij was erg zakelgk Hjj r een voorbeeld aan Duilsrhlaad. Jat spreek; voor zichzelf Ik wil h cr toch een deel v, het bekoopt versiag laten volgen, om iek zien, hos raak de hser Dresstihuya was H is niet te verwonderen, dat de aanwezl. sociaal-democratische kamerleden sip kek De spreker noemde de rede van dan lu Schaper, die soo optimistisch was over socialisatie, zeer bedenkei|k. Het feit, 11: de arbeiders vao hei eenige gesoclaiiseci bedr|f ia Berljjn, de electri cha centrale, e s'ad een poos in 't donker hebben gesti e, heeft geen sympathie voor de sodalis.-;, gewekt. Hoe knap de stellers an het Ned. landsche s :cl.-.lisatle-rapport ook mogen w.. - z?a, de ieermces'.ürs der socialisten huiz. toch ia Dullschland. Daar hebben twee ja:;;; de socialisten geregeerd, daar oefenen ze u nog een grooten invloed in het parlemt. Daarheen maeteK w| dus zien om te leer n wat nu socialisatie is. Veiwlzcr.de te-, de vier knappe artikelen van professor l e Vooya in de „Economische Statische Berlc ten" van October en naar andere artikek. behandelt spreker de geschiedenis der soci, ilsatie in Dultschland in chronologls he vol orde. Drie weken na de omwenteling l. s 40 sent per regel. T. Q-. ZILVEREN en BYOMTERIE-ARTIKELEN, HORLOGES, KLOKKEN, WEKKERS alles tegen de laagst raogel|ksn pr|s. Massieve gladde RINGEN, Bisouder goedkoop. Eigen werkplaatsen voor reparatiëu.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1920 | | pagina 1